en vroegschoolse educatie in Eindhoven (2013)

A
gemeente Eindhoven
Raadsnummer
14R5960
Inboeknummer 14bst00923
Dossiernummer 14.30.401
19 augustus 2014
Raads informatiebrief
Onderwerp: tussenmeting Onderwijsinspectie naar kwaliteit vooren vroegschoolse educatie in Eindhoven (2013).
Inleiding
In de periode 2007 – 2012 voerde de inspectie van het Onderwijs een landelijke
bestandsopname uit naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (vve).
Die van Eindhoven vond in 2010 plaats, nog voor de harmonisatie van
peuterspeelzaalwerk en kinderopvang.
Voor de daaropvolgende periode (2012 -2015) maakten het Rijk en de 37 grote
steden (G37) afspraken om te zorgen dat zoveel mogelijk kinderen met een
taalachterstand gebruik kunnen maken van hoogwaardige opvang- en
onderwijsvoorzieningen. In deze lokaalspecifieke ’bestuursafspraken’ staan de
kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen voor vve. Daarbij is afgesproken dat de
Onderwijsinspectie in 2013 en in 2015 een monitor uitvoert om de kwaliteit ervan op
gemeentelijk niveau, op voorscholen en op vroegscholen (de groepen 1 en 2 van het
basisonderwijs) in beeld te brengen.
Wij willen uw raad nu informeren over de uitkomsten van de tussenmeting van de
Onderwijsinspectie naar de kwaliteit van vve in Eindhoven (2013).
Het in de bijlage opgenomen inspectierapport beschrijft de in de afgelopen jaren
(2010 – 2013) rond vve vormgegeven ontwikkeling. Deze raadsinformatiebrief
besteedt met name aandacht aan de in hoofdstuk 4 geformuleerde conclusies en
aanbevelingen. Zij vormen samen met de uitkomsten van de gemeentelijke VVEmonitor, de GGD-inspecties en het BIO-onderzoek naar (doelgroep-)bereik de basis
voor het beleid in de komende periode.
Wij hebben met de betrokken Spilpartners (kinderopvang, onderwijs en
jeugdgezondheidszorg) afspraken gemaakt om in overleg te gaan over onder meer
de wijze waarop de vve in Eindhoven verder vorm krijgt. Wij houden u op de hoogte
van de voortgang.
b
Motie/amendement/toezegging: de gemeenteraad informeren over de voortgang
van vve
A
Raadsnummer
14R5960
Besluit van college van burgemeester en wethouders
De raad door middel van een raadsinformatiebrief op de hoogte brengen van de
uitkomsten van de tussenmeting van de Onderwijsinspectie naar de kwaliteit van vve
in Eindhoven (2013).
Argumenten/kanttekeningen
Alle actoren nemen hun verantwoordelijkheid
De Onderwijsinspectie concludeert dat het huidige beleid (waarin de focus op 100%
peuterbereik ligt) van hoge ambities getuigt met een hoge betrokkenheid van de
gemeente, de schoolbesturen en de besturen van voorschoolse voorzieningen. En
vooral van alle professionals in de voor- en vroegscholen en de Eindhovense
Spilcentra. Het beeld dat de verantwoordelijk inspecteur zich op basis van
vragenlijsten, beleidsdocumenten, vraaggesprekken en steekproeven heeft
gevormd, is dat alle actoren op alle niveaus in de gemeente Eindhoven voortvarend
hun verantwoordelijkheid nemen en volop aan de slag zijn de taalachterstand van de
Eindhovense kinderen in groep 3 weg te werken. Verbeterafspraken zijn dan ook wat
de Onderwijsinspectie betreft niet aan de orde; verbeterpunten zijn er nog wel.
Aantoonbare verbetering ten opzichte van 2010
Op zes indicatoren (zie *) heeft de gemeente de kwaliteit van vve aantoonbaar
verbeterd ten opzichte van 2010.
De indicatoren: toeleiding*, integraal vve-programma, interne kwaliteitszorg vooren vroegscholen*, externe zorg, doorgaande lijn, resultaten*, de gemeente heeft
geregeld dat de GGD de basiskwaliteit van de voorscholen beoordeelt;
kregen nu de waardering ‘voldoende’ (score 3); terwijl drie indicatoren:
doelgroepdefinitie*, vve-coördinatie op gemeentelijk niveau*, er is een gemeentelijk
subsidiekader* de maximale waardering ‘goed praktijkvoorbeeld’ (score 4) kregen.
De belangrijkste verklaringen voor deze positieve ontwikkeling liggen volgens de
Onderwijsinspectie bij duidelijke afspraken, een gerichte uitwerking van het beleid
en een betere regie van en meer afstemming tussen de partners bij het stedelijke
vve-beleid..
Resultaat concreet zichtbaar
De verbeterde toeleiding en inhoudelijke afstemming moeten ertoe leiden dat meer
kinderen van het stadsbrede aanbod gebruik kunnen maken en dat hun ontwikkeling
zonder breukvlakken kan verlopen.
Het geïntensiveerde GGD-toezicht motiveert de vve-gecertificeerde voorschool om
gericht in kwaliteitsverbetering te blijven investeren. De gemeentelijke
tegemoetkoming ouderbijdrage wordt immers alleen verstrekt als van een
gecertificeerde instelling sprake is.
In november van dit jaar komen de resultaten van de gemeentelijke VVE-monitor
beschikbaar. Dan wordt concreet zichtbaar in hoeverre de verbeteringen stadsbreed
2
A
Raadsnummer
14R5960
hebben geleid tot een hoger doelgroepbereik en een instroom zonder achterstand in
groep 3 van het basisonderwijs.
Nog niet voldoende
Drie indicatoren kregen de waardering “verbeterpunt”(score 2): systematische
evaluatie en verbetering van vve op gemeentelijk niveau, bereik, ouders.
Gemeente en Spilpartners maken weliswaar duidelijke afspraken en stemmen beter
af, maar de bestuurlijke ambities landen nog onvoldoende op de werkvloer.
Het vve-beleid vraagt om die reden een sterker accent op een structurele uitvoering
in de praktijk en op systematische borging ervan. Ook vraagt het beleid om nóg
betere evaluatie en verbetering van vve op gemeentelijk niveau dan tot nu toe het
geval is, al zijn de aanzetten daartoe, aldus de inspecteur, ruimschoots aanwezig
(gemeentelijke VVE-monitor).
Het ouderbeleid verdient de komende periode ook stedelijk meer aandacht. Het
hebben van een heldere probleemanalyse op stedelijk niveau is een vereiste.
Er zijn weliswaar goede praktijkvoorbeelden voorhanden, maar deze vinden volgens
de Onderwijsinspectie nog onvoldoende navolging.
Aanbevelingen
Naast het advies om de komende periode sterker in te zetten op implementatie,
evaluatie en systematische borging, suggereert de Inspecteur de structurele inzet
van audits om de opgebouwde expertise rondom vve, ook op deze wijze,te borgen.
Tot slot pleit de Onderwijsinspectie voor het behoud van de bestaande, bewezen
effectieve Spilzorgstructuur. Een pleidooi dat van collegezijde wordt onderschreven
en dat in nauwe samenwerking met WIJeindhoven vorm krijgt.
De uit deze tussenmeting voortkomende conclusies en aanbevelingen vormen
samen met de uitkomsten van de gemeentelijke vve-monitor, de GGD-inspecties en
het BIO-onderzoek naar (doelgroep-)bereik de basis voor het beleid in de komende
periode. Als eerder genoemd, krijgt dit in het vve-projectplan 2014 – 2015 vast te
leggen beleid in nauwe samenwerking met de diverse Spilpartners vorm.
Kosten en dekking
In het dossier ‘actualisering financiële doorontwikkeling VVE 2014 – 2015’ van
november 2013 (inboeknummer 13bst01860) geven wij inzicht in de wijze waarop de
voor vve beschikbare middelen worden ingezet.
Ter inzage gelegde stukken
Inspectierapport ‘De kwaliteit van vve in Eindhoven in 2013’ (Inspectie van het
Onderwijs).
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
secretaris
3