Praktijkwijzer Inhoud Een nieuwe manier van werken3 1. Wijvandestraat4 2. Gefaseerde aanpak6 Bijlagen 1 Praktijkvoorbeelden: veranderplannen15 2 Praktijkvoorbeeld: senioren bouwen hun eigen netwerk 17 Juli 2014 versie 1 Een nieuwe manier van werken Dank je wel voor het downloaden van de praktijkwijzer: ‘Wijvandestraat; een mindset voor welzijnsprofessionals’. Je ontvangt met deze praktijkwijzer een aantal praktische tips om met de buurtbewoners aan de slag te gaan, samen te werken. De mindset Wijvandestraat is door Welzijnsvernieuwer bedacht en in samenwerking met Doenja Dienstverlening in de praktijk doorontwikkeld. In deze praktijkwijzer lees je meer over de ontwikkeling van Wijvanderstraat, de mindset zelf en ontvang je tips! Heb je nog vragen? We helpen jou graag op weg! Stel je vraag eenvoudig door te mailen naar [email protected] En het doorontwikkelen stopt nooit. Dus wil je gewoon iets delen over wat je leest of heb je voor ons tips en/aanvullingen, dan horen wij die ook graag: [email protected] Veel leesplezier! Welzijnsvernieuwer & Doenja Dienstverlening 3 1. WIJVANDESTRAAT De rol en werkwijze Bewoners ontwikkelen zelf, met tijdelijke professionele ondersteuning initiatieven voor hun buurt, straat of doelgroep. Bewoners zijn dus eigenaar, bepalen het tempo en zijn verantwoordelijk voor de oplossing. De sociaal makelaar faciliteert het proces zodat bewoners hun capaciteiten op het juiste moment inzetten. Die procesbewaking is met opzet tijdelijk, om vanaf de start helder te zijn over de zelfstandigheid van het initiatief. De sociaal makelaar faciliteert en coacht. Sociaal makelaars zorgen voor netwerkcontacten (ontsluiten hun netwerk), verbinden, geven tips, handreikingen en procesadvies. De bewoners bepalen voor een groot deel de inzet van de professionals. Dit is een proces van de bewoners die hun verantwoordelijkheid nemen en de professionals die dit loslaten. Dit vraagt van de sociaal makelaar een omschakeling van ondersteunen naar coachen en faciliteren. Het faciliteren van bewoners start met het benutten en stimuleren van de mogelijkheden, het talent in ieder wordt gebruikt. De drie bouwstenen van Wijvandestraat In onze aanpak onderscheiden we drie bouwstenen: Economie & Bedrijvigheid, Gedrag & Gezondheid en Veiligheid & Leefbaarheid. Om er voor te zorgen dat een initiatief een duurzame bijdrage levert aan de ontwikkeling van de wijk, geloven wij dat deze drie verschillende elementen terug moeten komen. Dat hoeft niet meteen vanaf het begin, dit kan ook later in het proces. Bij ieder initiatief gaan we na of we de combinatie kunnen maken. De achterliggende gedachte is dat een initiatief op het ene gebied initiatieven op andere gebieden kan stimuleren. Op die manier worden initiatieven in breder verband gerealiseerd wat de onderlinge binding in een buurt verstevigt. Deze manier van werken zet bewoners aan tot actief gedrag en betrokkenheid bij de buurt en versterkt het zelfvertrouwen. Bouwsteen Economie & Bedrijvigheid Hier gaat het om leren, werken en participeren. Werk heeft als eerste inzet het genereren van eigen inkomsten. Werk geeft daarnaast ook betekenis en structuur aan je leven en biedt mogelijkheden tot ontwikkeling en actief deel uitmaken van een gemeenschap. Het stimuleren van economische activiteit en het opdoen van werkervaring is dan ook een belangrijk onderdeel van een duurzaam wijkinitiatief. Als een initiatief een economische component heeft, is het bovendien minder afhankelijk van tijdelijke financiering en fondsenwerving en wordt het daarmee duurzamer. Het maakt dat de betrokken bewoners bewuster met het geld omgaan. We stappen af van budget denken en handelen maar werken met verdienmodellen op maat. Dit om zo, mits een idee rendabel is, de toekomst te borgen en niet langer door te gaan omdat er toch nog subsidie voorhanden is terwijl het project niet rendabel is. Bouwsteen gedrag & Gezondheid Hier gaat het om het stimuleren van gezond gedrag waardoor mensen actief zijn en blijven en hierdoor ook andere buurtbewoners ontmoeten en hun netwerk vergroten. Cijfers wijzen uit dat wij steeds minder bewegen en meer consumeren. Dit brengt niet alleen enorme zorgkosten met zich mee, maar heeft ook invloed op de levendigheid van een buurt. Daarom is het belangrijk om bij ieder initiatief sociaal en gezond gedrag te belonen en zo levendige buurten te stimuleren. Iedere keer werken we samen met bewoners aan de mindset en zullen de vraag stellen: “wat heb jij nodig om gezond te kunnen leven, of wat heb jij nodig om daadwerkelijk je gedrag te kunnen veranderen tot het gewenste gedrag?” Bouwsteen Veiligheid & Leefbaarheid Een belangrijke voorwaarde voor prettig wonen is je veilig voelen in je eigen huis en buurt. Het gaat om het versterken van de onderlinge sociale contacten en daarmee het vergroten van het gevoel van 4 Bouwsteen Belangrijke partners Succesvolle praktijkvoorbeelden Financieringsmogelijkheden Economie & Bedrijvigheid Kamer van Koophandel Belastingdienst UWV Scholen / opleidingen Bedrijven / ZZP-ers Ondernemersnetwerk Vrijwiligersorganisaties Stages Groenbeheer verzorgen Verkoop koffie/thee Verhuur van themakisten voor verjaardagsfeestjes Vrijwilligersvergoeding Ondernemersfonds Stage met pgb-budget Gedrag & Gezondheid Politie Stichting JOU Woningbouw coöperaties Bewonersverenigingen Moestuinactiviteiten Sportactiviteiten Fondsen Veiligheid & Leefbaarheid Politie Stichting JOU Woningbouw coöperaties Bewonersverenigingen Vrouweninformatie avond met pedagogisch medewerker Fondsen Persoonlijke profilering en sociale media Sociale media zijn heel belangrijk in de contacten tussen mensen en zijn daarom ook van belang voor het succes van burgerinitiatieven in de wijk. De sociaal makelaar biedt mogelijkheden om de drempel tot sociale media te verlagen. Als sociale professional kun je niet meer in een wijk werken zonder ook goed op de hoogte te zijn van wat zich in de virtuele wijk afspeelt. Bovendien moet je wil je effectief kunnen werken ook bereikbaar zijn via de diverse media. Een stappenplan hoe sociaal makelaars burgers kunnen informeren over publiciteit inclusief sociale media wordt binnenkort toegevoegd. De vraag van de burgers staat hier centraal: “Wat hebben zij nodig op het gebied van sociale media om mee te kunnen doen?” Daarnaast wordt ook een toolkit ontwikkeld waarmee burgers zelf aan de slag kunnen. Ook deze wordt binnenkort toegevoegd. Als professional is je persoonlijke profilering belangrijker dan ooit. Wijvandestraat traint daarom de professional om van jezelf een persoonlijke pitch te maken. Voor die pitch is het cruciaal om boven tafel te krijgen wat jou drijft als professional. Je persoonlijke profilering kun je inzetten in je contact naar burgers en andere professionals. Het is een kapstok om in gesprek te gaan met betrokkenen in de wijk en zo samen ook te bekijken of jij de persoon bent die een burgerinitiatief of vraag verder kan brengen. In het werken met mensen ben jij als persoon je belangrijkste PR en zo geldt ook voor de mensen met wie je werkt. 5 2. GEFASEERDE AANPAK In dit hoofdstuk lichten we toe hoe we samen met bewoners initiatieven realiseren voor de wijk. Figuur 1 Wijvandestraat is een gefaseerde aanpak Fase 1: van signaal naar dialoog Een sociaal makelaar vangt talloze signalen op in de wijk, van een onveilige situatie in een speeltuin tot een bewonersinitiatief om een wijkschouw te organiseren. Een signaal kan figuurlijk ‘rook’ zijn maar ook ‘vuur’. Je maakt telkens een afweging wat je met een signaal doet. Indien er een enthousiaste groep burgers aan een initiatief willen werken is er energie. De regie, tempo en werkwijze ligt bij burgers. De rol van een sociaal makelaar kan hier heel klein zijn, burgers kunnen dit aangeven. Als het signaal belangrijk is maar burgers nog niet actief zijn, moeten er “haakjes” gevonden worden waarop burgers geactiveerd kunnen worden. Deze haakjes zijn hun drijfveer en/of hun talent. Deze kunnen anders zijn dan wat een sociaal makelaar voor ogen heeft. 6 Tips tot het vinden van de “juiste” haakjes; het activeren van burgers 1 2 3 4 5 Actief zijn voor je gemeenschap is LEUK !!! Zorg ook dat het leuk blijft voor burgers. De ene is een doener de andere een denker. Activeer burgers dus ook op verschillende manieren, wat bij hun past. Met andere woorden: het hoeft ook niet altijd in overleggen gegoten te worden. Het kan ook bij een barbecue of een groenactiviteit. Vind “de haakjes” dichtbij de burger; in de straat, bestaande netwerken, drijfveren, cultuur etc. Ieder draagt bij naar eigen vermogen, dat kan hele verschillende vormen hebben. Maak afspraken over wederkerigheid. Als mensen bijvoorbeeld niet actief willen zijn in een speeltuin maar wel gebruik willen maken van wat andere bewoners organiseren, dan komt de vraag van wederkerigheid naar voren. Bewoners bepalen zelf hoe zij hier mee omgaan, het kan bijvoorbeeld zijn dat mensen de mogelijkheid hebben om te betalen in plaats van actief te zijn. Iedereen kan zo op een eigen manier meedoen en bijdragen. Ga voor resultaten. Kijk naar de mogelijkheden en niet de onmogelijkheden van burgers. Iedereen heeft een talent en kan zichzelf ontwikkelen. Tips tot het vinden van de “juiste” haakjes; het activeren van burgers Als je besluit door te gaan, onderzoek je eerst waar de energie zit, de bereidheid om iets te gaan doen. Kun je op bestaande energie verdergaan of moet je energie bundelen of opwekken? Aan de hand van een praktijkvoorbeeld lichten we toe hoe dit werkt. Praktijkvoorbeelden van verdergaan op bestaande energie of energie bundelen: Burgers geven aan meer gebruik te willen maken van het buurthuis en daar beheer te willen gaan doen, zodat het vaker open kan zijn De speeltuin waar burgers de kans zien om deze plek te ontwikkelen als een groene buurttuin, zodat kinderen in de stad meer in aanraking komen met groen. Senioren willen meer mensen ontmoeten, zij ontwikkelen een ontmoetingsplek voor senioren en beheren deze zelf. Nieuw is de mogelijkheid om te ‘provoceren’: de bereidheid van bewoners om zich in te zetten opwekken door een onverwachte actie die pijn doet. Praktijkvoorbeelden van provocatie om energie te genereren: Het stopzetten van activiteiten, waardoor bewoners hiertegen gaan ageren en je in gesprek raakt. Dit is een ‘harde’ start, waarbij de betrokkenheid van bewoners om iets aan de situatie te veranderen wordt aangesproken. Het sluiten van een speeltuin omdat de sociale veiligheid onvoldoende is om door te gaan. Om de bereidheid van bewoners te mobiliseren wordt de speeltuin eerst gesloten. De gemeente besluit om een mooie buurthuis-locatie te gaan verhuren als kantoorruimte, waardoor de functie van buurthuis komt te vervallen. De buurtbewoners zijn verontwaardigd en maken bezwaar bij de gemeente. Met succes: zij krijgen een buurtkamer toegewezen. Om het beheer hiervan goed op te zetten ondersteunt de sociaal makelaar. Provoceren kan dus zowel bij een locatie zoals een buurthuis of speeltuin als bij een activiteitenaanbod. Deze energie kun je gebruiken om aanbodgerichte activiteiten om te zetten naar participatietrajecten. De rol van sociaal makelaar verandert tijdens het traject. Daarom moet je bij groepen die je al langer coacht, zoals bewonersgroepen, actief de dialoog aangaan over jouw veranderende rol. Hierdoor genereer je nieuwe energie in de bewonersgroep. Je kijkt opnieuw naar de samenstelling van de groep: idealiter is dit een mix van sterke en kwetsbare bewoners. Je bewaakt dat er ruimte is voor de kwetsbare bewoners om zich actief in te zetten en zich te ontwikkelen. Je benut ieders talenten en stimuleert de ontwikkeling. En je bewaakt dat de draagkracht van bewoners niet overvraagd wordt. Het startpunt en eindpunt zijn de burgers. Begin bij hun drijfveer, ga uit van hun talenten en mogelijkheden. 7 Bij nieuwe activiteiten is meteen duidelijk dat je een nieuwe rol hebt. De Bewonerparticipatieladder in figuur 2 laat duidelijk zien dat de sociaal makelaar een andere rol kiest. Er is een wisselwerking tussen de mate van betrokkenheid en/of eigenaarschap van de bewoner en de rol van de sociaal makelaar. Iedere sociaal makelaar heeft natuurlijk een eigen stijl. Dat betekent dat iedereen op een verschillend niveau insteekt. In de nieuwe aanpak begint de sociaal makelaar bij de hoogste tree: zowel het beginals eindresultaat ligt het eigenaarschap volledig bij de bewoners. Figuur 2: Bewonerparticipatieladder Valkuilen Zelf met ideeën komen! Pas op dat je in je enthousiasme niet doorschiet en te sturend wordt. Vat samen wat de bewoners willen bereiken en vraag ‘wat wil je van mij?’ Mijn voorstel voor herformulering: “wat heb jij nodig om…” Terugschieten naar een ondersteunende rol Als sociaal makelaar ben je voor je eigen organisatie nog steeds het aanspreekpunt en de verantwoordelijke als het gaat om het aanvragen van budget en de besteding daarvan. Terwijl eigenlijk dat rechtstreeks met de bewoners moet worden geregeld. Je kunt dan in een ondersteunde, sturende rol gedrukt worden. De procedures van de organisatie moeten dus ook aangepast worden aan de nieuwe werkwijze. Onduidelijkheid over jouw rol in samenwerking met wijkpartners Als één van de wijkpartners met de bewoners een bijeenkomst organiseert, wat is dan de functie van jouw aanwezigheid? Wees hier duidelijk over: ik ben er bij om zelf geïnformeerd te zijn, te leren van jullie initiatief. Want vaak heb je de neiging om in zo’n overleg toch weer te ondersteunen en te spreken namens kwetsbare bewoners. De sociaal makelaar zoekt altijd de verbinding en koppelt bewoners aan elkaar of aan wijkpartners om een initiatief voor de wijk te gaan realiseren. Er is een duidelijke faciliterende rol. Zo maakt bij Wijvandestraat de burger niet gebruik van het netwerk van de sociaal makelaar via deze sociaal makelaar, maar wordt het netwerk ontsloten. Burgers nemen zelf contact op en zijn zelf verantwoordelijk voor afspraken. 8 In figuur 3 is het netwerk van wijkpartners weergegeven. Fase 2: Van dialoog naar actie In deze fase maken we de bewonersplannen heel concreet: samen maken we een ontwerp waarin we de visie bepalen op wat er moet gebeuren. Hiervoor gebruiken we een formulier dat we met de bewoners samen invullen: het veranderplan (zie praktijkvoorbeelden in bijlage 1). Doordat je met elkaar bespreekt wat de achterliggende wensen en behoeften zijn, kun je jouw coachende rol in het traject goed invullen. We gebruiken het opstellen van een veranderplan als methode om dit gestructureerd te bespreken. De omvang van het traject bepaalt je aanpak. Voor een klein traject gebruik je de structuur van het veranderplan om in een overleg met de bewoners het initiatief te bespreken. Je doet zelf de procesbegeleiding en legt hetgeen is afgesproken vast. Voor een groot traject wijd je waarschijnlijk meerdere bijeenkomsten aan het opstellen van een veranderplan met een hoofddoel en verschillende subdoelen. Je legt de procesbegeleiding bij een ervaren collega, die in een ander werkgebied actief is. Hierdoor kun je als sociaal makelaar zelf inhoudelijk actief deelnemen aan de bijeenkomst. Hoe dit in de praktijk gaat lees je hieronder, in een voorbeeld van een groot traject waarbij DOENJA het eigenaarschap van een speeltuin overdraagt aan bewoners. Stap 1: bijeenkomst subdoelen benoemen Je werkt van subdoel naar hoofddoel, dus niet andersom. Dat doe je om bewonerswensen met elkaar te verbinden. Je benoemt eerst met de bewoners de subdoelen die er zijn. Zij moeten deze aangeven, je hebt hier als sociaal makelaar de samenwerkende stijl: samen optrekken en samen leren en daarna 9 weer loslaten. Subdoelen kunnen bijvoorbeeld zijn: een speelplek voor kinderen van het basisonderwijs, groen en gezond, iedereen draagt bij en vreedzame speeltuin. Subdoelen verbinden bewoners met elkaar: iedereen zal een voorkeur hebben voor een bepaald subdoel. Door bij de subdoelen te beginnen kun je makkelijker het hoofddoel concreet formuleren. Stap 2: per subdoel met een groepje bewoners een veranderplan invullen Voor elk subdoel is een klein groepje bewoners verantwoordelijk voor het uitwerken van het veranderplan. Daar neem je als sociaal makelaar ook aan deel, omdat ook DOENJA daarbij zelf moet beschrijven wat zij wil veranderen in haar aanpak. Stap 3: bijeenkomst om op basis van de uitgewerkte subdoelen het hoofddoel te formuleren In deze bijeenkomst presenteren de subgroepen hun veranderplan. Bij die bespreking ontstaan vaak ook nieuwe ideeën over hoe verschillende subdoelen elkaar kunnen versterken. Door uit de genoemde subdoelen de essentie te halen, kom je samen tot het hoofddoel. In ons voorbeeld is dit ‘Een groene buurttuin waar alle bewoners van Rivierenwijk elkaar ontmoeten en zich thuis voelen en waar op vreedzame wijze met elkaar wordt omgegaan’. Dit hoofddoel is van de bewoners zelf èn van DOENJA: beiden staan hier achter. In het tweede deel van de bijeenkomst vul je het veranderplan voor het hoofddoel in en kies je de belangrijkste veranderingen en activiteiten waar je gezamenlijk aan wilt werken. Je sluit af met een heldere taakverdeling en afspraken over de planning. Je legt ook vast aan welke randvoorwaarden niet getornd kan worden, zoals bijvoorbeeld de veiligheidsvoorschriften van de brandweer. Je hoeft deze voorschriften niet zelf te presenteren, maar je zorgt ervoor dat de bewoners de brandweer uitnodigen om de bewoners te informeren. Aan de slag Vervolgens ben je in het begin als sociaal makelaar veel aanwezig op de plek waar het gebeurt en coach je de bewoners bij het uitvoeren van de plannen en het met elkaar bespreken van eventuele obstakels. Belangrijke onderdelen van jouw aanpak in deze fase zijn: Coachen: je bent niet uitvoerend bezig, dat doen de bewoners. Soms maak je wel de afweging om even bij te springen, maar alleen als dat echt nodig is om een startende relatie te verstevigen. Faciliteren: je zorgt dat de praktische zaken zoals bijvoorbeeld sleutels van het hek in orde zijn, zodat de bewoners aan de slag kunnen. Daarnaast bouw je ook aan een netwerk van andere bewoners, organisaties en initiatieven, die iets kunnen betekenen voor dit initiatief. Complimenteren: bewoners zelfvertrouwen geven, laten weten dat ze iets bereiken en goed bezig zijn is een belangrijk onderdeel voor het succes van een initiatief. Een opsteker behoort dus tot de dagelijkse activiteiten van de sociaal makelaar. Samen leren: het is ook van belang naar de bewoners te benadrukken dat dit een gezamenlijk leerproces is. De sociaal makelaar weet veel van de dagelijkse praktijk. Wat je nog niet weet is welk pad je wilt gaan volgen, want dat is aan de bewoners. Dus ook de sociaal makelaar en sociaal beheerder hebben een veranderopgave, zij moeten bijvoorbeeld leren loslaten. Groei mogelijk maken: bewoners ontwikkelen zich en hebben na verloop van tijd behoefte aan meer uitdaging.. Als sociaal makelaar biedt je ruimte en zoek je actief mee naar mogelijkheden. 10 Loslaten: bewoners leren met elkaar door het zelf te doen, door ‘trail and error’. Daarbij kunnen zij beslissingen nemen waarmee je het vanuit je professie niet eens bent. Als sociaal makelaar laat je dit gebeuren (loslaten) en evalueer je samen met de bewoners. Dat zijn de leermomenten. Het zijn ook deze momenten waarop jouw coachingsvaardigheden van belang zijn. Niet het oplossen maar het coachen. Samen kijken of de beslissingen kloppen met de visie van de bewoners. Samen evalueren waardoor iets mis liep. Wijziging plannen: tijdens de uitvoering veranderen de plannen, door de ervaring die wordt opgedaan. Als sociaal makelaar bewaak je dat het gesprek hierover wordt gevoerd met alle betrokkenen. Als dit betekent dat een subdoel wordt verlaten, heb je daar als sociaal makelaar wel een rol in: je vraagt kritisch door naar de beslissing en haalt de oorspronkelijke subdoelen weer naar voren. De bewoners zelf bepalen uiteindelijk de koers. Streven naar gelijkwaardigheid van professionals en vrijwilligers: kunnen we kansen creëren voor mensen die werkervaring willen opdoen? Een opleiding willen volgen? Praktijkdilemma Bijvoorbeeld: iemand wil voortaan frites bakken op vrijdagmiddag in de groene tuin, omdat de verse fruitsalades niet zo goed lopen. Er is juist vraag naar waterijs en frites. Wat doe je als sociaal makelaar? Je zorgt dat het gesprek wordt gevoerd door alle betrokkenen, maar uiteindelijk hebben de bewoners het voor het zeggen en bepalen zij of er frites gebakken wordt. Bewoners spreken elkaar aan en voeren met elkaar de discussie over de achterliggende doelen. Dit zorgt voor bewuste keuzes. Valkuilen Klaagmuur worden Je bent als sociaal makelaar een luisterend oor voor de actieve bewoners en dat gaat vaak ook over de andere bewoners die betrokken zijn. Je moet dus oppassen dat je geen klaagmuur wordt. Dat doe je door vooraf af te spreken waarop de bewoners gecoacht willen worden, zodat je in die situaties met de bewoner kunt reflecteren op het eigen handelen. Beperkende procedures De procedures van de betrokken organisaties zijn vaak nog ingericht op de oude situatie, waarbij de sociaal makelaar een ondersteunde rol had. Deze procedures belemmeren soms de nieuwe praktijk. Bijvoorbeeld: als het budget voor de speeltuin is toegekend en alleen de sociaal makelaar kan geld ophalen bij de administratie, de bewoners kunnen dat zelf niet regelen. Of het bestellen van materialen dat via de afdeling inkoop moet en niet door de bewoners zelf kan worden geregeld. Of de schoonmaak is al uitbesteed en vrijwilligers hebben hier geen inspraak in. Voor het slagen van de Wijvandestraat aanpak moet dus de hele organisatie achter deze methodiek staat. Fase 3: Resultaat en evaluatie Het proces naar zelfstandigheid van het traject gaat in stappen: in de praktijk merk je dit doordat er wrijving ontstaat tussen sociaal makelaar en bewoners. De bewoners willen een stap verder en het traject is daar nog niet op ingericht. Hiervoor zijn nieuwe afspraken nodig. Dit geeft aan dat het tijd is voor evaluatie Ook het einde van een activiteit vormt een natuurlijk evaluatiemoment. In een evaluatiesessie kijk je samen terug en vooruit. Wat was/wordt ieders rol en wat hebben we nodig om een volgende stap mogelijk te maken? Een evaluatie kan meerdere keren worden georganiseerd voordat een eindpunt wordt bereikt en de bewoners zelfstandig verder gaan. 11 Enkele voorbeelden van stappen die bereikt zijn: de oprichting van een eigen stichting voor het beheer van een speeltuin het overnemen van het sociale beheer door bewoners financiële onafhankelijkheid, doordat de subsidie rechtstreeks verleend wordt of dat het initiatief eigen inkomsten genereert Natuurlijk vindt ook evaluatie plaats in de eindfase. Gezamenlijk wordt besloten dat de sociaal makelaar zich terugtrekt en de bewoners het initiatief zelfstandig voortzetten. Hoe ziet een evaluatie er uit? Meestal gaat het om meerdere sessies. Het veranderplan vormt het uitgangspunt voor de eerste sessie, dit bevat immers de doelen en afspraken die gezamenlijk gemaakt zijn. De agenda kan er dan als volgt uit zien: Hebben we plezierig gewerkt? Wat hebben we bereikt? (successen vieren) Wat zijn onze dromen? In een volgende sessie wordt hierop voortgeborduurd en worden de gezamenlijke toekomstplannen concreet gemaakt. De agenda kan er dan als volgt uitzien: Terugblik: welke dromen zijn er? Welke nieuwe gezamenlijke doelen passen daarbij? Wat hebben we nodig voor succes? Wat is ieders rol? Op basis van deze sessie wordt het veranderplan opgesteld voor de komende periode. Deze wordt in een laatste sessie besproken en goedgekeurd. 12 1. Welzijnsvernieuwer & Wijvandestraat Wijvandestraat is bedacht door de Welzijnsvernieuwer. In Doenja Dienstverlening vonden zij een partner die geloofde in het gedachtengoed en het lef had om samen Wijvandestraat verder te ontwikkelen. Een mindset om anders te werken organiseer je niet uit de boeken of vanuit deze handreiking. Daar moet je iedere dag aan werken. Dit betekent dat je de omgeving waarin je werkt moet “resetten.” Welzijnsvernieuwer heeft dan ook een trainingsprogramma ontwikkeld wat bestaat uit gerichte trainingsbijeenkomsten in combinatie met de coaching on the spot wat de mindset stimuleert en faciliteert. Want wil je dat je professionals anders gaan werken in een omgeving die nog niet anders is dan vraagt dat veel van de professionals en de organisatie. Hierna beschrijven we kort op welke onderdelen je moet investeren om succesvol toe te werken naar de mindset die Wijvandestraat is en waardoor jij op een toekomst bestendige wijze een bijdrage kunt leveren aan de participatiesamenleving. Randvoorwaarde: vreemde ogen Bovenal betekent werken met Wijvandestraat dat je er als professional en organisatie voor kiest om “vreemde ogen” toe te laten in je werk en je organisatie. Slechts dan kan de mindset daadwerkelijk gerealiseerd worden. Vreemde ogen die vragen stellen en je net die stap verder laten zetten waar je anders al gestopt zou zijn. Vreemde ogen die je stimuleren te “zorgen dat” en ondersteunen in het afscheid nemen van “zorgen voor.” Bewustwording In deze fase ga je gericht aan de slag om je bewust te worden van hoe jij werkt als professional en wat de toekomst vraag. Je rafelt uit wat je nodig hebt om inderdaad die sociale professional van de toekomst te zijn. Je kent je sterkten en je zwakten, je weet waar je valkuilen zitten en formuleert je coachingsvraag. Als je weet van je zelf wat je nodig hebt om de mindset te maken ben je ook instaat om je wensen te formuleren naar wat je nodig hebt van je organisatie dan wel aan de anderen met wie je werkt. Persoonlijke drive Om jezelf succesvol te kunnen profileren als een Wijvandestraatprofessional is het van groot belang dat je heel goed weet waar jouw drive vandaan komt en wat jouw specifieke kracht is. Sociale professionals kunnen vaak veel zeggen over hun omgeving maar minder goed verwoorden wat zij zelf in huis hebben. Of wat ze toevoegen in het vraagstuk van de wijk waar zij aan werken. Het formuleren van een persoonlijke pitch is dan ook onlosmakelijk verbonden aan het kunnen werken met de Wijvandestraat methodiek. Daarom ontwikkelde Welzijnsvernieuwer de module Persoonlijke pitches. Een methodiek die de sociale professional daarna weer zelf kan gebruiken in zijn werk met burgers of projecten. Je omgeving, de context Als je werkt met de Wijvandestraat methodiek ben je een professional die koploper is in het werken volgens de contouren van de participatiesamenleving. Jouw omgeving is wellicht nog niet zo ver en heeft vaak nog verzorgingsstaat reflexen. Daarom is het van groot belang dat je die partners zoekt die samen met jou het nieuwe gedachtengoed omarmen. Kortom, creëer je eigen succes en bedenk wie je daarbij kan helpen. En wees je ervan bewust dat je partners en je klanten vaak nog in een “zorgen voor” reflex zitten, want dat vraagt een lagere adem om tot een duurzame verandering te komen. Samenwerking: wanneer wel en wanneer niet? 13 Wijvandestraat wil een beweging op gang brengen waarbij burgerinitiatieven en hun ondersteuners zich heel bewust zijn van wat zij doen, met wie en waarom. Keuzes maken in partijen die je betrekt en keuzes maken waar je zelf in stapt zijn dan ook erg belangrijk. Wijvandestraat stapt af van het meedoen in een samenwerking omdat het eenvoudigweg not-done is om niet mee te doen. Wijvandestraat maakt keuzes voor partnerschap en hanteert een werkwijze waarbij de sociale professional tijdelijk betrokken is. Alles opdat de eigen kracht van de wijk maximaal zelf doet wat zelf kan. Maak je zelf overbodig Ondersteuning van Welzijnsvernieuwer bij het invoeren van de Wijvandestraat methodiek heeft op zichzelf als doel tijdelijk van aard te zijn en zichzelf overbodig te maken. Echter dit doel zet Welzijnsvernieuwer ook in op de ondersteuning die het biedt naar de professionals en de overige betrokkenen. De sociale professional is tijdelijk betrokken, en werkt zichtbaar naar een eind toe. De eerder genoemde keuze van de te creëren samenwerking komt daarin terug. Samenwerkingen moeten elkaar vinden in het organiseren van de hoogste mate van onafhankelijkheid zodat de eigen kracht van de betrokkenen alle ruimte heeft en krijgt. 14 Afspraken maken wat en hoe loslaten Achterwacht zijn/afspreken Gefaseerd meer ondersteuning naar regiegroep Verminderen ondersteuning Facillitair overdragen Losmaken van een DOENJA activiteit Professionals DOENJA Organisatie DOENJA Professionals overig Afspraken maken wat en hoe loslaten Achterwacht zijn/afspreken Gefaseerd meer ondersteuning naar regiegroep Verminderen ondersteuning Uitbreiding met andere bewoners. Vreedzaam gaan werken. Actieve werving door bewoners en DOENJA. Vrijspeeltijd verder invullen Langer open in blokken Bewoners spelen met de kinderen Speeltuin aanpassen Voorscholen betrekken Professionals DOENJA Overoig Doelgroep Regiegroep Bewoners Kinderen 4-12 Kinderen 12-16 Kinderen0-3 ACTIVITEITEN SUBDOEL: SPEELPLEK VOOR KINDEREN VAN HET BASISONDERWIJS Uitzoeken juridische kant verzekeringen Acties naar betrokkenen als partners, school, gemeente samen met regiegroepleden Hoe facilitaire kant oppakken UItwerken monitoringssysteem Acties naar betrokkenen als partners, school, gemeente samen met regiegroepleden. Hoe facilitaire kant oppakken. Uitwerken monitoringsysteem. Pva scholing ism Bernadette/ Carolien Verankeren piloot positie Zandloper als Vreedzame wijk/ buurtplek Werving buurtbewoners (diversiteit): regiegroep 4 pers. Duidelijke taal/werkwijze regie&doelgroep Kinderen stimuleren tot vragen vna hulp bewoners als ze willen spelen Inzetten op bedrijven(?) burgerschapsvisie Verschuiven openingstijden bespreken met gemeente. Meer materiaal voor binnen. Bewoners zijn acties, voelen zich verantwoordelijk voor positief speelklimaat. Pedagogisch inzicht/opleiding 1E KWARTAAL 2013 Bijlage 1 veranderplannen 15 16 Organisatie DOENJA Professionals overig Professionals DOENJA Overig Doegroep Regiegroep Bewoners Kinderen 4-12 Kinderen 12-16 Kinderen 0-3 Loslaten meer organisaties betrekken Doenja medewerkers coachen Betrekken ZZP-ers Bewoners werken en handelen vreedzaam creeren een vreedzaam klimaat Bewoners dragen bij aan de buurttuin: voelen zich verantwoordelijk. Doen. Nieuwe mensen werven, wel accepteren van verschillen, tolerantie. Aantrekkelijk maken van de speeltuin:meerkleur, minder saai, uitdagender. Accepteren van verschillen en open staan dat andere kinderen komen, tolerantie Kinderen participeren in aanpak en uitvoering Kinderen lossen hun conflicten vreedzaam op VERANDEROPGAVE Coaching on the job organiseren training vreedzaam reflecteren Fyzieke verandering van speeltuin naar buurttuin Actieve werving buurtbewoners Vreedzaam implementeren Schoonmaakacties Speeltuin aanpassen; vies kunnen worden, gebruik van natuurlijke materialen. Bewoners epelen met de kinderen;goed voorbeeld doet goed volgen Kinderen en ouders activeren elkaar Kinderen participeren Vreedzame speeltuin Bewegingsactiviteiten-sport en spel: Gezond eten ACTIVITEITEN Randvoorwaarden scheppen PR informatie buurt en omwonende werving van bewoners doen groenbeheer Dromen; visie creeren: kinderen participeren/ kinderraad Bewoners zijn actief en voelen zich verantwoordelijk voor een positief speelklimaat Start kookclub 1E KWARTAAL 2013 HOOFDDOEL: Groene buurttuin waar alle bewoners van rivierenwijk elkaar ontmoeten en zich thuis voelen en waar op vreedzame wijze met elkaar word omgegaan Bijlage 2 Praktijkvoorbeeld: senioren bouwen hun eigen netwerk 17 Senioren bouwen hun eigen netwerk Senioren bouwen hun eigen netwerk Doelen Dit project draagt bij aan: 1. Een leefbare en levendige wijk 2. Zelfredzaamheid van bewoners 3. Vermindering van sociaal isolement Doelgroep Dit project richt zich specifiek op senioren (55+) in Leidsche Rijn. Beoogde resultaten Zelfstandig functionerende buurtkamers in Leidsche Rijn. Een duurzame basis voor ontmoeting en activiteiten voor senioren. Een structuur die zelforganisatie stimuleer en ondersteunt. Aanpak De sociaal makelaars organiseerden een bijeenkomt voor de senioren en motiveerden hen om zelf aan de slag te gaan: “Waar heeft u behoefte aan, wat zou u nou leuk vinden en wat wilt en kunt u zelf daaraan bijdragen? Wij ondersteunen u daarbij! Een aantal senioren gaf zich op voor vervolg gesprekken en al heel snel werd begonnen met een koffie/theemiddag in de week, die ze de buurtkamer noemden, Daaruit groeide een grotere groep, met veel ideeën. Al snel volgden meer activiteiten (koersbal, linedance) En zo groeide het verder… Een stabiele kerngroep van vijf bewoners houdt de buurtkamer gaande en zet klussen uit bij andere actieve senioren, In samenwerking met Mitros (geschikte ruimte) en het Wijkbureau Leische Rijn (budget) werd ook een tweede buurtkamer opgericht, omdat de eerste niet voor iedereen bereikbaar was. De buurtkamers gingen samenwerken, men ging bijvoorbeeld met elkaar op reis, samen fietsen en wandelen. In Leidsche Rijn wonen senioren voor een belangrijk deel geclusterd in senioren woningen (appartementen). Dit biedt het voordeel dat de Buurtkamers dichtbij gerealiseerd kunnen worden. Hierdoor zijn zij ook goed toegankelijk voor senioren met een beperking. Verder wordt er ingezet op mogelijkheden voor aansluiting of samenwerking met andere doelgroepen in de wijk. Bewoners met een beperking vinden ook een plek in de buurtkamers. De computers worden bijvoorbeeld onderhouden door iemand met aangeboren hersenletsel. De rol van de sociaal makelaar is signaleren, netwerken en verbinden, inspireren en vertalen van het bereid van de gemeente, Het bekende gezicht van de sociaal makelaar creëert een basis waarin de mensen vellig hun talenten ontplooien en sluit aan bij hun niveau en behoefte. De sociaal makelaar komt vaak langs en signaleert wat er speel, ondersteunt waar nodig bij ideeën, doet aan netwerken en PR, maar laat verder alles over aan de bewoners. Vervolg De bewoners aan het roer en zjin helemaal op dreef. Voor DOENJA blijft de taak om de regie bij de bewoners te laten en te horen wat er speelt. De buurt kamers werken echt als beroedplaats voor ideeën en ontmoetingen, De levendigheid rond de buurtkamers trekt steeds meer bewoners aan. Het resultaat mag er zijn! Een derde buurtkamer in Parkwijk is net gestart. Ook senioren die niet in de senioren clusters wonen, weten de Buurtkamer(s) inmiddels te vinden. De informatie voer de Buurtkamers verspreid zich als een olievlek over Leidsche Rijn. 18 Behaalde resultaten Er zijn drie zelfstandig functionerende Buurt kamers gerealiseerd, met als resultaat: Bewoners nemen zelf initatief en zijn verantwoordelijk voor het onderhouden, in stand houden en faciliteren van de buurtkamers.De buurtkamers hebben onderling contact, werken samen en nemen deel aan elkaars acitiviteiten.Bezoeker aan de Buurtkamers en deelnemers van acitiviteiten leveren en eigen (financiele) bijdrage.Goede samenwerking met GG&&GD, huisartsen, fysiotherapeuten en Indigo (voor infomatiebijeenkomsten en verwijzen) Bijzonder per buurtkamer: 1. Hof’t Spoor, Terwijde (gestart in november 2009)Deze buurtkamer is financieel onafhankelijk en functioneert op eigen kracht. Bewoners ondernemen samen activiteiten, ook buiten de Buurtkamers, doordat ze elkaar edaar hebben leren kennen (winkele, meerijden, biljarten). Acitiviteiten: Wekelijkse ontmoetingsmiddag Informatiebijeenkomsten 2x per jaar een busreis in samenwerking met andere buurtkamers Cursussen/ acitiveitenInvulling geven aan feestdagen (Pasen, Kerst, Nieuwjaar) Wijkactiviteiten Samen lunchen/dineren 2. Langerakbaan, Langerak (gestart in juli 2012) Deze buurtkamer heeft een zelfstandige, stabiele bewonerscommissie. Feestelijkheden (voorjaar) Computers in gebruik in samenwerking met mensen met NAH (niet aangeboren hersenletsel. Activiteiten: Mobiele koffiecorner (in de DOENJA activiteitenbus) ‘Senkorennest’ingericht Wekelijkse ontmoetingsmiddag Algemente bewonersbijeenkomsten met ideentafels 2x per week kaartavond 2x per jaar busreise in samenwerking met andere buurtkamers Wijkactiviteiten Feestelijkheden (nieuwjaar) Computers in gebruik in samenwerking met mensen met NAH ( niet aangeboren hersenletsel) Opzet website Computercursussen 1x per maand wandelen Spreekuren (diverse organisaties) Bewegen in samenwerking me beweegmakelaar. 3. OBS Klimroos, Parkwijk (in oprichting) Twaalf senioren en een vaste vrijwilliger zijn gestart met 1x per maand een ontmoetingmiddag en werken nu (met DOENA en Portaal) aan de inrichting en toegankelijkheid van de ruimte. Organisatie Opdrachtgever:Senioren Leidsche Rijn. Uitvoeringsinstantie: DOENJA ondersteunt bij de realisatie Resultaatverantwoordelijke projectleider: sociaal makelaar Ineke Lissenburg 19 Deelnemende organisatie(s): DOENJA Dienstverlening, Gemeente/Wijkbureau, Seniorennetwerk Leidsche Rijn (professionals die te maken hebben met senioren), gezamelijke gebouwpartners: Boogh NAH en Axion Cintinu, Provincie Utrecht (Subsidie project “Wel Thuis”). Woningsbouwcorporaies Mitros en Portaal, Rabobank (schenking computers), basisschool De Kimroos. Looptijd en plaats van het project Startdatum van het proet: september 2009 Afronding:loopt nog Het project is uitgevoerd in: Utrecht, Leidsche Rijn Financien Wat was het beschikbare subsidiebudget? 1. Terwijde (gestart in november 2009) Bijdrage van Provincie Utrecht ‘Project Wel Thuis ‘Financiering uit reguliere subsidie (personeel en materiele inzet) Was er sprake van onder- of overbesteding? Nee 2. Langerakbaan (gestart in julie 2012) Wijkservicecentrum bijdrage €7.927,- voor ervice- en inrichtingskosten Verdere bijdrage Woningsbouwcorporatie Mitros, Raboank en opbrengsten van bewoners zelf Financiering uit reguliere subsidie (personele en materiele inzet) Was er sprake van onder- of overbesteding? Nee 3. Parkwijk (in oprichting) Via Stichting Present heeft een groep vrijwilligers (studenten van de introductieweek) de ruimte opgeknapt Financiering uit reguliere subsidie (personele en materiele inzet) Was er sprake van onder-of overbesteding? Nee communicatie De bewoners van Leidsche Rijn zijn betrokken via mond op mond reclame, flyers, persberichte, mailbestand,Twitter etc DOENJA biedt hierbij ondersteuning van PR en plaatsing van informatie op haar website. Evaluatie Hoe heeft de evaluatie van dit project plaatsgevonden? Er vind 2x per jaar een evaluatie plaats: de resultaten worden vastgelegd in een plan van aanpak Er zijn vaste afspraken voor overleg met betrokken partijen: structuur met bewonersvereniging/kernteam over de gang van zaken, evaluatie en nieuwe planning met bewoners en activiteiten vanuit de Buurtkamer. Tussentijds zjin er mondeling korte evaluaties over activiteiten en buurtakmer in het algemeen/ Hoe is het project door de opdrachtgever en door de gebruikers gewaardeerd? De bewoners zijn zeer positief, enkele citaten geven hun waardering goed weer: “… ik zie mensen die ik nooit eerder gezien heb en ik woon hier al bijna 8 jaar.” “… altijd gezellig, altijd mensen om je heen. “”… en daarom is het zo lekker, dit hier, zo dichtbij. 20
© Copyright 2024 ExpyDoc