maartensmagazine - Internetbladeren

maartensmagazine
lente 2014
In de put
door pijn
Hardlopen
zonder
blessures
IN BEELD
Derreline Cijntje
Blij dat ik nog leef
In 2011 was ik op Curaçao voor mijn vaders
begrafenis. Terug in Nederland kreeg ik
heftige hoofdpijn, buikpijn en pijn in mijn
benen. Toen ik huilend van de pijn wakker
werd en niet meer kon lopen, gingen we
meteen naar het ziekenhuis. Daar konden
ze niks vinden, maar het ging wel steeds
slechter. Ik raakte in coma en mijn familie
moest snel komen om afscheid te nemen.
Ze konden niks meer voor mij doen, ze
wilden de stekker eruit trekken.
Een vriendin voorkwam dat. Ze zei dat ik
nog leefde en dat de stekker moest blijven
zitten. Gelukkig gebeurde dat ook. Ik heb
ruim een maand in coma gelegen, waarschijnlijk was een bacterie de oorzaak.
Door de bacterie had ik ook nog een
beroerte gekregen. De dag nadat ik bijkwam, werd ik – tot mijn verbazing – geopereerd. Ze moesten mijn onderbenen en
de vingers van mijn linkerhand amputeren
om de bacterie te stoppen. Anders zou ik
alsnog doodgaan.
Voor mijn herstel kwam ik uiteindelijk bij
de Sint Maartenskliniek terecht. Het zijn
zulke goede en open mensen daar. Ik was
zelfs verdrietig toen ik wegging. Mijn
droom was om weer te kunnen lopen. Stap
voor stap ging dat. Ik begon met lopen op
mijn knieën, daarna op speciale opblaasprothesen en toen dat beter ging, kreeg ik
gewone prothesen. Ik was zo blij! Nu loop
ik kleine afstanden met de prothesen en de
rollator. Mijn volgende droom? Een eigen
huis waar ik samen met mijn kinderen kan
wonen. Ik heb geleerd om alles weer zelf te
kunnen doen. Ik ben er klaar voor.
INHOUD
8
20
Onderzoek sclerodermie
Nieuwe internationale criteria zorgen voor betere
en eerdere diagnose van de ernstige reumaziekte
sclerodermie voor onderzoek. Met dank aan twee
Nederlanders.
12
Lijdensweg door pijnsyndroom
Mariëtte Smits woont in een Frans dorpje waar
het leven heeft stilgestaan. Dat de zorg er ook
heeft stilgestaan, merkte ze toen ze enorme pijn
en vreemde lichamelijke verschijnselen kreeg.
8
Tien vragen over revisie
heupprothese
28
Het – deels – vervangen van de totale heupprothese (de revisieoperatie) is vaak een
complexe ingreep. Orthopedisch chirurg
Miranda Diks beantwoordt tien vragen hierover.
24
Tips voor hardlopers
Als de dagen langer en warmer worden, gaat het
hardloopvirus kriebelen. Sportarts Els van den
Eede geeft enkele tips om (weer) blessurevrij te
beginnen met hardlopen.
20
12
15
Colofon
Het MaartensMagazine verschijnt vier keer per jaar en wordt verspreid onder patiënten, medewerkers, oudmedewerkers en externe relaties van de Sint Maartenskliniek. In het MaartensMagazine vindt u nieuws en
actuele ontwikkelingen binnen de Sint Maartenskliniek. De Sint Maartenskliniek is een gespecialiseerd
ziekenhuis voor orthopedie, reumatologie en revalidatiegeneeskunde.
Voor reacties, suggesties of het doorgeven van adreswijzigingen kunt u contact opnemen met de afdeling
Communicatie, Postbus 9011, 6500 GM Nijmegen, telefoon: (024) 365 91 76, of mail: [email protected].
Voor het aanvragen van een gratis abonnement op het MaartensMagazine bezoekt u www.maartenskliniek.nl/mm.
COLUMN
Raad van Bestuur
24
Carnaval
Verder…
7
10
11
15
16
22
26
28
30
31
Uit de oude doos
Dokter! Dokter!
One-stop-go-formule
Rolstoelbasketballen
In beeld: peuterrevalidatie
Hoe gaat het nu met…?
Patiëntervaring
Chatspreekuur reumatoloog
Het apparaat
Contactinformatie
Redactie Aart-Jan de Looff, Marije van Vooren, Tjerk Romkema, Wouter van
der Meer, Rian Grutters, Yvonne Lenkens Fotografie Dennis Vloedmans
(cover, 2, 6, 20, 25, 27, 30, 32), Inge Hondebrink (11, 15, 16, 24), Bart van Dieken
(13, 14), Nationaal Archief/Spaarnestad Photo/Wiel van der Randen (7), HansPeter van Velthoven (8, 9) Vormgeving Wunderbar Visuele Communicatie,
Nijmegen Druk Van Eck & Oosterink communicatieregisseurs, Dodewaard
Bezoek onze website: www.maartenskliniek.nl
Afgelopen vrijdag zag ik voor het eerst de carnavalsoptocht van de kinderen door onze kliniek in
Nijmegen. Een hele mooie, gezellige, maar ook
ontroerende traditie. In mijn eerste weken had ik
veel van dergelijke ontmoetingen met bijzondere
mensen die bijzondere dingen doen. Daaruit
kwamen iedere keer een paar thema’s naar voren.
Persoonlijk/patiëntgericht: wij zijn de kliniek van
de menselijke maat, van de betrokkenheid met
patiënten en met elkaar. Alles wat ik zie gaat met
persoonlijke aandacht en zorg.
Ondernemend: wij hebben in de afgelopen 78 jaar
veel kansen gepakt en nieuwe dingen ontwikkeld.
Dat blijkt al uit de oprichting van het ziekenhuis
door de nonnen, maar ook uit de uitbreiding naar
meerdere (buiten)locaties, de wederopbouw na de
brand, en bijvoorbeeld de start en uitrol van de
Piratengroep voor kinderen.
Innovatief: ik zie dat iedereen die hier werkt het
morgen beter wil doen. Publicaties en onderzoeken
zijn erop gericht om de patiëntenzorg te verbeteren.
Maar ook om de kosten voor de maatschappij terug
te dringen. Zo verminderen we het gebruik van
biologicals bij reumapatiënten, terwijl we tegelijkertijd ook hun ziekteactiviteit sterk terugdringen.
Excellent: patiënten komen uit het hele land naar
ons toe. We hebben het de afgelopen 78 jaar dus
waargemaakt en doen dat eigenlijk iedere dag
opnieuw.
Het is nu de uitdaging ons succes verder uit te
bouwen in de huidige tijd. Met onze patiëntgerichte,
innovatieve, excellente en ondernemende aard én
de voorsprong die we hebben dankzij onze historie,
hebben we daarvoor alle basis-ingrediënten in
handen.
Mark Van Houdenhoven
6
mm lente 2014
KORT NIEUWS
Mooie nominatie
ComPoli-project
Tijdens het Jaarcongres Zorgmarkt eind
2013 greep het ComPoli-project van de
Sint Maartenskliniek, de Radboud Universiteit en het Radboudumc net naast
de titel zorgonderneming van het jaar.
De trekker van het project, dr. Lilian Beijer
(logopedist en taal- en spraakpatholoog
van de Sint Maartenskliniek), hoopt dat
de nominatie voor de prijs verder helpt
om een stem te geven aan de kwetsbare
groep neurologische patiënten, die vaak
beperkt zijn in hun communicatie.
Nieuwe voorzitter Raad van Bestuur
Sint Maartenskliniek
Dr. Mark Van Houdenhoven is met
ingang van 1 maart 2014 benoemd tot
voorzitter van de Raad van Bestuur van
de Sint Maartenskliniek. Hij volgt daarmee
Jos Blox op die deze functie als interim
bestuurder heeft vervuld na het vertrek
van bestuursvoorzitter Peter Hoppener
in 2013.
Mark Van Houdenhoven heeft ruime
bestuurlijke ervaring binnen de zorg.
Hij was onder meer lid van de Raad
van Bestuur van het HagaZiekenhuis
in Den Haag en directeur van het
Beatrix Ziekenhuis in Gorinchem.
Hij heeft ook diverse leidinggevende
functies vervuld binnen het Erasmus MC.
Daarnaast is Van Houdenhoven lid
geweest van de Raad van Toezicht van
Capri Hartrevalidatie. “De Sint Maartenskliniek spreekt me bijzonder aan. De
kliniek heeft een sterke merknaam en
we staan op een cruciaal moment in de
zorg, met een toename van specialisatie.
Omdat de Sint Maartenskliniek al meer
dan 75 jaar gespecialiseerd is, hebben
we een voorsprong en ik wil graag een
bijdrage leveren aan het uitbouwen
van die voorsprong”, aldus Van Houdenhoven.
De ComPoli is een digitale poli waarin
klikpraat-technologie en spraak- en
taaltechnologie zijn geïntegreerd. Deze
technologieën stellen patiënten met
communicatieproblemen (door bijvoorbeeld taalproblemen, verminderde
gezichtsscherpte of verminderde arm-/
handfunctie) in staat om via internet
vragen te stellen over hun functioneren.
Dat kan gaan over allerlei aspecten van
het dagelijks leven, zoals communicatie,
eten en drinken, mobiliteit, dagbesteding
of omgang binnen het gezin. “Het is voor
deze patiënten een zeer laagdrempelige
manier om informatie en advies te
krijgen”, aldus Beijer.
Verzekeraar gezocht
Beijer hoopt en verwacht dat een verzekeraar wil helpen om deze toepassing
breed beschikbaar te maken. “Want de
verwachting is dat een deel van de
betreffende patiënten minder gebruik
gaat maken van zorg. Patiënten zijn
door de ComPoli beter geïnformeerd en
kunnen ComPoli-adviezen zelfstandig
integreren in hun handelen. Ook komen
zij door tijdige doorverwijzing eerder bij
de juiste zorgverlener terecht. De ComPoli heeft dus ook een preventief effect.
Wij laten met dit project zien dat minder
zorg en betere zorg heel goed kunnen
samengaan.”
mm lente 2014
UIT DE OUDE DOOS
7
Het viercellenbad
Onder stroom
Ondanks de merkwaardige situatie waarin deze dame zich bevindt, zit ze
er toch rustig bij. Is dit niet gevaarlijk dan? Nee hoor, op deze foto (uit 1936)
maakt de patiënte gewoon gebruik van het viercellenbad van de Sint
Maartenskliniek, één van onze elektrotherapiebehandelingen destijds.
In de bakken zat water en daar werd stroom doorheen gevoerd. Pijn zou
daardoor verminderen en de doorbloeding van weefsels zou verbeteren.
De eerste orthopeed van de Sint
Maartenskliniek, dokter Bär, was een
goed chirurg. Maar hij was ook aanhanger van de conservatieve orthopedie, ofwel behandelen zonder te
opereren. Het ziekenhuis had dan ook
een grote afdeling met verschillende
therapieruimten, waaronder kamertjes voor de elektrotherapie. De Sint
Maartenskliniek zette elektrotherapie
in om spierweefselverval te voorkomen en om pijn te bestrijden. Onder
andere bij reumapatiënten en patiënten met artrose aan heup of knie.
Tegenwoordig gebruiken we voor
elektrotherapie alleen nog maar de
TENS (Transcutane Elektrische Neuro
Stimulatie), vaak in combinatie met
oefentherapie. Dit kan helpen om
de vicieuze cirkel te doorbreken bij
mensen die pijn niet onder controle
krijgen. Het viercellenbad is circa
twintig jaar geleden verdwenen
uit de Sint Maartenskliniek. Zonde,
want het leverde mooie plaatjes op!
•
8
mm lente 2014
ONDERZOEK
Nederlandse hoofdrol bij vaststellen nieuwe internationale criteria
Betere en eerdere diagnose
sclerodermie voor onderzoek
Eind 2013 zijn nieuwe en verbeterde classificatiecriteria gepresenteerd voor mensen met systemische
sclerose. Het gaat om een internationaal geaccepteerde standaard. De nieuwe criteria stellen onderzoekers en behandelaars in staat om een betere
diagnose te stellen bij patiënten met deze ernstige
reumaziekte én om patiënten eerder bij onderzoek
te betrekken. Twee Nederlanders speelden een
hoofdrol bij de totstandkoming van deze criteria:
dr. Frank van den Hoogen van de Sint Maartenskliniek en dr. Jaap Fransen van het Radboudumc.
Systemische sclerose, ook wel sclerodermie genoemd, is een zeldzame, chronische aandoening.
Eén op de 10.000 Nederlanders lijdt eraan. De naam
sclerodermie komt uit het Grieks en betekent ‘harde
huid’. Het is één van de kenmerken van de ziekte die
het bindweefsel aantast. Bij sclerodermiepatiënten
worden te veel bindweefselcellen aangemaakt,
waardoor de onderhuid verdikt, verhardt en verdroogt. De ziekte start vaak in de bloedvaatjes van
de vingertoppen, maar kan zich uitbreiden naar de
armen en inwendige organen, vooral longen, hart
en nieren. Als de inwendige organen zijn aangetast,
dan heeft dat een negatieve invloed op de prognose.
Ongeveer veertig procent van deze patiënten komt
binnen tien jaar te overlijden. Een nauwkeurige en
snelle diagnose is van belang voor een optimale
behandeling.
Even voorstellen…
Het Radboudumc en de Sint Maartenskliniek zijn
actief betrokken bij studies naar oorzaak en gevolg
van sclerodermie. Frank van den Hoogen is reumatoloog, onderzoeker en medisch manager Reumatologie van de Sint Maartenskliniek. Hij gaf de
afgelopen vijf jaar, samen met de Amerikaanse
onderzoekster Janet Pope, leiding aan een internationale onderzoeksgroep om te komen tot nieuwe
en meer nauwkeurige criteria voor het vaststellen
van sclerodermie bij patiënten. Jaap Fransen is
epidemioloog/methodoloog en als onderzoeker
verbonden aan de afdeling Reumatologie van het
Radboudumc. Fransen: “Ik moest de klinische
kennis van dokters vertalen in criteria die op
groepsniveau bruikbaar zijn. We hebben daarvoor
gegevens van echte patiënten gebruikt en die gecombineerd met de opinies van dokters die veel ervaring
hebben met het herkennen van sclerodermie.”
mm lente 2014
9
Expositie unieke portretten van mensen
met sclerodermie
In de gangen van de Sint Maartenskliniek
in Woerden is vanaf 25 maart 2014 tot
begin juni 2014 een serie unieke portretten te zien, waarmee sclerodermie een
gezicht krijgt. De expositie ‘Sclerodermie
in Beeld’ laat (net als het gelijknamige
boek) 44 prikkelende portretfoto’s zien
van mensen die deze ernstige reumatische aandoening hebben.
Jessica Thonen-Velthuizen
De expositie is een initiatief van sclerodermiepatiënte Jessica Thonen-Velthuizen: “Toen ik in 2006 in het Radboudumc
lag voor een stamceltransplantatie had ik
veel tijd om na te denken. Sclerodermie is
een onbekende aandoening, hierdoor
moest ik veel uitleggen. Het idee ontstond om een foto-expositie te realiseren
om op een positieve, kunstzinnige wijze
bekendheid te geven aan sclerodermie.”
De foto’s werden professioneel gemaakt
door de bekende popfotograaf HansPeter van Velthoven en een professionele
visagist. De modellen, allemaal mensen
met sclerodermie, werden uitgebreid
De criteria
De internationale onderzoeksgroep bestond uit
verschillende vooraanstaande specialisten en onderzoekers uit Europa (18) en Noord-Amerika (17). Het
traject startte in 2008 en is onlangs afgesloten met
de presentatie van de classificatiecriteria op het
jaarcongres van de American College of Rheumatology in San Diego (Verenigde Staten). Die nieuwe
criteria bestaan uit een set van negen vragen met
een puntensysteem en definities. Zo kan iedere arts,
waar ook ter wereld, op dezelfde manier patiënten
met sclerodermie herkennen voor studies. Tegelijk
zorgen de criteria ervoor dat mensen met een ziekte
die veel op sclerodermie lijkt, niet ‘per ongeluk’ toch
als sclerodermiepatiënt gezien worden en aan de
verkeerde studie deelnemen.
Betekenis voor ‘de patiënt’
De nieuwe criteria zijn aanzienlijk nauwkeuriger
dan de oude (uit 1980) en vormen een belangrijke
verwend en mooi gemaakt voor de
portretten. “Hierbij was het uitgangspunt om de ware ziel van de mens achter
de sclerodermie te laten zien, en daar
zijn we volgens mij goed in geslaagd”,
aldus Thonen-Velthuizen.
De eerste expositie werd in 2008 in de
Sint Maartenskliniek in Nijmegen georganiseerd. Sindsdien waren de foto’s te
zien in ziekenhuizen door het hele land,
maar ook in Canada, Italië en Engeland.
Dit leidde tot de publicatie van het
fotoboek ‘Sclerodermie in Beeld’ en de
stichting ‘Scleroderma Framed’. Tijdens
en na de fotosessies vond er ook onderzoek plaats. Thonen-Velthuizen: “De Sint
Maartenskliniek ondersteunde dit initiatief van het begin af aan en hun wetenschappers toonden aan dat deelname
aan de fotosessies voor de modellen een
positiever zelfbeeld opleverde.”
Meer informatie?
Ga naar www.sclerodermaframed.com.
stap op weg naar het vinden van een betere behandeling voor deze ziekte. Van den Hoogen: “We
gebruiken de criteria voornamelijk in onderzoek.
Ze zijn niet hetzelfde als diagnostische criteria die
een reumatoloog in de behandelpraktijk gebruikt.
Zeker in het begin van de ziekte, wanneer diagnose
een rol speelt, zijn er grote verschillen in hoe de
ziekte zich presenteert bij patiënten. Daardoor
zijn wel de meeste, maar niet alle patiënten in een
standaard set criteria te ‘vangen’. De criteria zijn
vooral toepasbaar voor wetenschappelijk onderzoek, wat noodzakelijk is om tot betere behandelingen te komen.” Fransen vult aan: “De criteria
betekenen veel voor ‘de patiënt’ als groep. We
gebruiken ze om te zorgen dat mensen in een
studie echt sclerodermie hebben. En daardoor
zullen de studieresultaten dus goed toepasbaar
zijn op patiënten in de praktijk.”
•
10
mm lente 2014
VRAAG EN ANTWOORD
De artsen van de Sint Maartenskliniek krijgen dagelijks vele vragen van
patiënten. Vragen over gezond bewegen, over opbouwen na een operatie,
over toekomstverwachtingen, over leefstijl en over pijnbestrijding.
In Dokter! Dokter! beantwoorden onze specialisten de meestgestelde vragen.
Dokter! Dokter!
Is er iets te doen aan vermoeidheid bij
Sjögrenpatiënten?
In Woerden biedt de Sint Maartenskliniek een multidisciplinair behandelprogramma (zorgpad) aan voor
Sjögrenpatiënten met chronische, invaliderende
vermoeidheid. Doel van het zorgpad is om die vermoeidheid te verminderen en de patiënten in staat te
stellen om meer te doen. Daarvoor krijgen ze tien
behandelsessies in vier maanden onder leiding van
een psycholoog en een fysiotherapeut. Het zorgpad
bestaat uit cognitieve gedragstherapie in combinatie
met oefentherapie, waarbij de activiteiten geleidelijk
worden uitgebreid (graded activity).
Dit zorgpad is ontwikkeld met de afdeling Psychologie
van het UMCU. Omdat wij het belangrijk vinden van
al onze zorgpaden de resultaten te kennen, onderzoekt
het UMCU de effecten van dit nieuwe behandelprogramma. Patiënten met het syndroom van
Sjögren met ernstige vermoeidheid kunnen zich
nog melden voor deelname aan dit
zorgpad en bijbehorend onderzoek.
Willemijn Noort-van der Laan
reumatoloog
Kan de slijmbeurs van de elleboog
verwijderd worden?
De slijmbeurs kan inderdaad operatief worden verwijderd, maar dit is niet altijd noodzakelijk. De slijmbeurs
is een zakje gevuld met vocht. Het zorgt ervoor dat de
huid gemakkelijk kan glijden over het bot van de
elleboog. Als de slijmbeurs geïrriteerd of ontstoken
raakt, ontstaat er zwelling die hinderlijk en pijnlijk kan
zijn. Oorzaken zijn vaak mechanisch, bijvoorbeeld een
val of langdurige druk op de slijmbeurs. Ontsteking van
de slijmbeurs kan ook optreden bij reuma, jicht en
bacteriële infecties.
Niet-chirurgische behandeling bestaat uit aanpassing
van de belasting van de elleboog, vaak gecombineerd
met ontstekingsremmers of een corticosteroïdeninjectie. Wanneer de slijmbeursontsteking langdurig
bestaat of vaak terugkomt, kan een operatie worden
uitgevoerd waarbij de slijmbeurs in zijn geheel wordt
verwijderd. Dit is een kleine ingreep die we
in dagbehandeling kunnen uitvoeren.
Douwe van Montfoort
fellow orthopedie
Na een jaar logopedie gaat mijn vrouw,
een afasiepatiënt, niet meer vooruit.
Zijn er nog opties?
Als een patiënt langere tijd logopedie krijgt in de eerste
lijn (een logopediepraktijk) is het verstandig de gestelde doelen en werkwijze opnieuw te beoordelen.
Mogelijk zijn de gestelde doelen onhaalbaar, omdat
niet-talige, cognitieve stoornissen de communicatie
en/of de logopedische behandeling beïnvloeden. Denk
hierbij bijvoorbeeld aan geheugenproblemen.
Ook is het mogelijk dat de fase waarin herstel optreedt
– bijna – voorbij is. Dan adviseren wij de patiënt compensatietherapie. Dat is therapie om je aan te passen
aan de blijvende taalstoornissen, bijvoorbeeld door het
aanleren van spreken in telegramstijl of het gebruik
van hulpmiddelen zoals een iPad. Het Afasieteam van
de Sint Maartenskliniek verzorgt deze therapie. Ook
kan het team onderzoeken hoe de logopedische
therapie tot dan toe verlopen is en beoordelen
of en welke nieuwe therapiedoelen
haalbaar zijn.
Marion Verhulsdonck
revalidatiearts
Heeft u een medische vraag aan de dokter? Mail deze naar [email protected]
en wie weet staat uw vraag er volgende keer tussen.
mm lente 2014
ORGANISATIE
11
De one-stop-go-formule
In één afspraak klaar
voor de operatie
Eerst een afspraak met de orthopeed, twee weken later een afspraak om bloed te prikken en
weer een week later een afspraak
bij de anesthesioloog en apotheek.
Het is erg vervelend als je drie keer
naar het ziekenhuis moet reizen,
terwijl je het gevoel hebt dat het
ook in één afspraak geregeld had
kunnen worden. Daarom maken
de poli’s Orthopedie van de
Sint Maartenskliniek in Nijmegen,
Woerden en Boxmeer – waar
mogelijk – gebruik van de zogeheten one-stop-go-formule.
Wanneer uit het bezoek aan de orthopeed of het telefonische spreekuur
blijkt dat een operatie noodzakelijk
is, moet er een hoop geregeld worden
ter voorbereiding op de operatie.
Een patiënt moet naar het ziekenhuis
komen voor de preoperatieve screening: onderzoeken (zoals een röntgenfoto), bloedprikken en voorbereidende
gesprekken met de anesthesioloog
over de verdoving en de orthopedisch
consulent over de nazorg. We proberen dat zo efficiënt mogelijk te doen
en alles op één dag te plannen. Een
patiënt hoeft dan nog maar één keer
naar de Sint Maartenskliniek te reizen.
Vooral voor patiënten die ver weg
wonen is dat prettig.
Onverwachte boodschap
Eén afspraak voor de operatie waarin alle gesprekken en onderzoeken
worden gepland en binnen een week
weten op welke datum de operatie
is gepland. Dat is de one-stop-goformule. In Nijmegen vinden die
afspraken soms zelfs plaats meteen
nadat de orthopeed de diagnose
heeft gesteld. De keuze om wel of niet
Voorbereidend gesprek met de orthopedisch consulent
meteen alle afspraken op één dag te
doorlopen, is uiteraard aan de patiënt
zelf. Vooral als de boodschap van de
orthopeed om te opereren onverwacht
komt, kiezen patiënten soms ervoor
om er eerst nog een nachtje over te
slapen. We plannen dan later alsnog
een afspraak in voor de onderzoeken
en gesprekken.
Met een operatiedatum de deur uit
In de Sint Maartenskliniek worden
patiënten niet zomaar op een wachtlijst gezet om vervolgens een week of
zelfs een paar dagen voor de operatie
de definitieve operatiedatum te horen.
Ze hoeven dus niet op het laatste
moment nog van alles voor hun werk,
gezin en andere verantwoordelijkheden te regelen. Na het poligesprek met
de orthopeed weet u dus binnen een
week op welke datum en door wie u
wordt geopereerd. In Woerden en
Boxmeer spreken we de voorlopige
operatiedatum meteen met u af en
in Nijmegen bellen we u binnen een
week terug. Zo weet u meteen waar
u aan toe bent.
•
12
mm lente 2014
PATIËNTERVARING
Lange lijdensweg door pijnsyndroom (CRPS)
“Zelfs de aanraking van kleding
op mijn huid deed pijn”
Al ruim zes jaar woont Mariëtte Smits (59 jaar) in
een klein dorp in het midden van Frankrijk, drie uur
onder Parijs. Een plek waar het leven heeft stilgestaan, heel mooi en idyllisch. Behalve als je ziek
bent… “Dan besef je dat de zorg er ook heeft stilgestaan”, vertelt ze.
Het verhaal van Mariëtte begint eind 2012. Nadat
ze haar armen en schouders had overbelast, verloor
ze een beetje gevoel in de vingers van haar rechterhand. Ook had ze lichte pijn in beide schouders. Ze
onderging twee osteopatische behandelingen, die de
problemen echter fors verergerden. “Ook begon mijn
hand op te zwellen”, zegt Mariëtte. “Vervolgens ben
ik bij de huisarts, de orthopeed, de reumatoloog, de
neuroloog, de fysiotherapeut en de acupuncturist
geweest, maar na elk onderzoek en elke behandeling
werden de klachten alleen maar erger.”
Medische eilandjes
“Het gebied waar wij wonen is een medische woestijn”, verklaart Mariëtte. “De specialisten werken
apart van elkaar. Er was geen multidisciplinair
overleg en er werd niet naar mij geluisterd.” Het
advies van de huisarts was: “Dan doe je toch niks
met je hand, als je daar last van hebt.” Aan CRPS
(complex regionaal pijnsyndroom) is wel gedacht,
maar de test was negatief. De diagnose werd uiteindelijk ‘ontstekingen’ en de behandeling ‘rust houden
en pillen slikken’. “Zoveel pillen dat mijn lichaam
helemaal van slag was. Ik kreeg haaruitval en dergelijke. En de rust voelde trouwens ook niet goed. De
pijn werd in ieder geval niet minder”, aldus Mariëtte.
Vreemde lichamelijke verschijnselen
Een ellendige tijd brak aan voor Mariëtte. Ze kon
haar rechterschouder, -arm en -hand niet bewegen
zonder pijn, haar hand en onderarm waren dik,
verstijfd en verkleurd, en ze had veel zenuwpijn.
“Pijnstillers werkten niet meer. Ik transpireerde
enorm, kon kleding amper op mijn huid verdragen
vanwege de aanrakingspijn en ik moest mij laten
verzorgen”, herinnert Mariëtte zich. “Ik kon mezelf
namelijk niet aankleden en niet douchen. Zowel
bewegen als niet bewegen verergerde de klachten.
Ik zit niet gauw bij de pakken neer, maar toen was
ik ten einde raad. Dat was psychisch erg zwaar.
Het was een hele nare situatie, zonder licht aan
het einde van de tunnel.”
“Mijn brein is verkeerd gaan
interpreteren”
Slechte software
“Ik was al het vertrouwen in hulpverleners kwijt”,
zegt Mariëtte ernstig. “Maar toen wij lazen dat in
Nederland andere criteria bestaan voor het vaststellen van CRPS, besloten mijn man Aart en ik – op
advies van een bevriende Nederlandse huisarts –
om het bij de Sint Maartenskliniek te proberen.”
Op 24 april 2013 had ze voor het eerst een afspraak. Haar schouderblad en sleutelbeen bleken
verkeerd te staan. Mariëtte: “En ik had dus wel
CRPS! Een vreemde aandoening, ik heb het als
volgt begrepen: mijn brein is verkeerd gaan interpreteren, de hardware was goed, maar de software
niet. Waarschijnlijk ben ik door alle verkeerde diagnoses en behandelingen in Frankrijk in een soort
– onbewuste – angsttoestand terechtgekomen.
Het brein reageert dan alsof het lichaam in gevaar
is, met pijnsignalen, zweten en rood worden. De
signalen uit de hersenen waren daardoor niet in
overeenstemming met de oorspronkelijke klachten
in mijn schouder.”
Vertrouwen opbouwen
De revalidatiearts verwees Mariëtte naar de PEPTbehandeling (zie pagina 14) van de Sint Maartenskliniek, een therapie die is gericht op weer gaan
bewegen. Ze moest alles wat ze van tevoren vermeed
juist weer gaan doen. Ook al deed het erg pijn. “Ik
begon dan ook met heel veel angst aan de behandeling”, vertelt ze. “Maar ik kreeg er al snel vertrouwen
in, omdat er voor het eerst goed gekeken en geluisterd werd en omdat ik mij ook herkende in de gestelde diagnose. De therapeuten begeleidden me boven-
mm lente 2014
Mariëtte Smits en haar man Aart in hun camper
dien erg goed en stelden de juiste vragen. Als ik ze
bijvoorbeeld vertelde dat ik een activiteit niet meer
wilde doen, omdat dat veel pijn en zwelling veroorzaakte, vroegen ze of dat dan ook weer over ging.
Ik durfde hierdoor weer te gaan bewegen.” Vanaf
de eerste keer dat Mariëtte kwam, hebben de therapeuten ‘de boel’ constant opgerekt. Zij moest loslaten, ondanks haar angst en pijn. En het werkte!
Hoe gaat het nu?
“Na een paar weken merkte ik echt resultaat. De
ergste klachten overdag waren weg. Ik kon mijn
vingers en pols weer wat bewegen en die rare lichamelijke verschijnselen, zoals heftig transpireren en
opzwellen, namen af. Die verbeteringen motiveerden enorm om veel te oefenen, en mede daardoor
keerden mijn functies weer terug”, aldus Mariëtte. >
13
14
mm lente 2014
PATIËNTERVARING vervolg
En hoe gaat het nu met haar, na de laatste behandelsessie? “Het lijkt een wonder dat ik nu, slechts
een paar maanden later, nagenoeg alles weer
kan doen. Mijn pijnklachten zijn bijna weg en die
lichamelijke verschijnselen zijn geheel verdwenen.
Ik ga nu anders om met pijn en angst; ik heb het
besef gekregen dat ik de pijnklachten zelf positief
kan beïnvloeden door anders te denken. Geen angst
opbouwen en niet gaan vermijden. Dit heeft mijn
leven veranderd.”
“De pijn is zeker echt, alleen niet meer
relevant”
“De camper heeft een positieve
rol gespeeld in de behandeling”
Nomaden
Ook Aart is veranderd door de behandeling. Hij
werd er continu nauw bij betrokken, een kenmerk
van de therapie. Aart: “Het was belangrijk dat ik
begreep wat er gebeurde. Ik ben Mariëtte ook te
veel als een patiënt gaan beschouwen, ik nam haar
veel uit handen. Eigenlijk ben ik nog steeds te
beschermend, het is moeilijk om dat los te laten.”
Zes keer moesten ze naar de Sint Maartenskliniek
voor de PEPT-behandeling, de tijd tussen de behandelingen werd daarbij steeds groter. Die hele periode
verbleven ze in Nederland. “We hebben twee maanden in onze camper geleefd en op de mooiste plekjes
van Nederland gestaan”, verklaart Mariëtte. “De
camper heeft een positieve rol gespeeld in de behandeling; die haalde ons uit die vervelende thuissituatie. Begrijp me trouwens niet verkeerd hoor,
we houden van ons plekje in Frankrijk en we willen
zeker niet terug naar Nederland!”
Au revoir!
Mariëtte benadrukt nogmaals hoe blij ze is dat ze
deze behandeling heeft gekregen. “Ik zou het wel
van de daken willen schreeuwen en het aan iedereen
willen vertellen die in dezelfde akelige situatie
beland is geraakt”, zegt ze. “Ik heb geleerd dat je
verder moet kijken als je geen vertrouwen hebt in
zorgverleners. Dat had ik eerder moeten doen.”
Vlak voordat ze terugreizen naar Frankrijk laat
Mariëtte nog weten wat voor haar een van de
belangrijkste momenten was tijdens de behandelperiode. “Ik vond het zo fijn toen ik weer zelf kon
douchen en kleding over mijn hoofd kon aantrekken.
Mijn eigen kleding. Dat was het moment waarop ik
weer mezelf begon te worden.”
•
PEPT staat voor Pain Exposure Physical Therapy. Deze behandeling – voorheen ‘Functiegerichte therapie’ genaamd – is
bewezen effectief bij mensen met CRPS (complex regionaal
pijnsyndroom), ook wel posttraumatische dystrofie genoemd.
Voor mensen met andere chronische pijnsyndromen kan de
behandeling echter ook effectief zijn.
Door de pijn heen
“PEPT is een multidisciplinaire behandeling, waarbij een
team met een revalidatiearts, ergotherapeut en twee fysiotherapeuten/manueel therapeuten de patiënt behandelt”,
legt fysiotherapeut/manueel therapeut Robert Kersten uit.
“Tijdens de therapie verbeteren we de beweeglijkheid van het
pijnlijke gewricht of ledemaat. We vragen daarbij meteen de
herwonnen functie te gebruiken in dagelijkse activiteiten.
Belangrijk is dat de patiënt dit met vertrouwen doet, omdat
hij of zij door de pijn heen moet bewegen om te verbeteren.”
Om het vertrouwen te winnen, is een heldere communicatie
en uitleg noodzakelijk. Bijvoorbeeld over de werkingsmechanismen van pijn en van het zenuwstelsel. Robert: “Vaak is er
onbegrip over de aanwezige pijn, terwijl er geen aanwijsbare
schade meer is. Maar de pijn is zeker echt, alleen niet meer
relevant.”
Minder pijn door meer bewegen
De therapie is gericht op normaal herstel. Patiënten mogen in
principe geen medicatie en hulpmiddelen meer gebruiken.
Ook moet er altijd een naaste mee naar de behandeling, die
onder andere leert de patiënt te stimuleren, feedback te geven
en zeker niet te veel te ontlasten. Robert: “Vaak zit het pijnlijke
gewricht vast. Door het wel weer te gebruiken, wordt het
soepeler. Soms is daarvoor eerst een mobilisatie of manipulatie nodig. We proberen de functie van het pijnlijke gewricht of
ledemaat te herstellen. Wanneer het normale gebruik in alle
opzichten is hersteld, verdwijnt ook de pijn.”
mm lente 2014
15
Extra spelers gezocht
Rinus en zijn mede-basketballers willen graag meedoen
aan een rolstoelbasketbalcompetitie in Nijmegen.
Voor deelname hebben ze
echter nog een paar extra
teamgenoten (m/v) nodig.
Moeten die nog ergens aan
voldoen? Rinus: “Ze moeten
niet bang zijn en hun armen
en handen moeten nog
functioneren.” Dat is alles.
Laat die aanmeldingen dus
maar binnenstromen!
Bent u geïnteresseerd? Neem
dan contact op met Stichting
Koprol via 024 - 344 2111.
ACHTERGROND
Rolstoelbasketballen via Stichting Koprol
“Je moet niet bang zijn!”
In 2008 kreeg Rinus Preuter (51 jaar) uit Dieren in een ander
ziekenhuis een nieuwe knie in zijn rechterbeen. Een standaard
ingreep, die niet standaard verliep. Hij raakte namelijk besmet
met de MRSA-bacterie. En die bacterie wilde niet meer weg.
Hij verloor hierdoor zijn been, maar gelukkig niet zijn positieve
instelling. Rolstoelbasketbal is tegenwoordig een van zijn
passies.
“Ook in de Sint Maartenskliniek hebben ze nog
geprobeerd om die bacterie weg te krijgen”, vertelt
Rinus. “Ze hebben de knieprothese eruit gehaald,
alles schoongemaakt en het kniegewricht vastgezet.
Maar de bacterie kwam telkens weer terug. Op een
gegeven moment kreeg ik de keuze om mijn been te
laten amputeren. Dat is natuurlijk een heel heftige
beslissing, maar ik wist dat ze al alles hadden
gedaan om mijn been te redden. Het had gewoon
geen zin meer. Door de amputatie viel er een last
van me af, ik kon weer verder met mijn leven.”
Niet mokken
Meteen na de amputatie begon de revalidatie in de
Sint Maartenskliniek. Bijna vijf jaar was hij daar
onder behandeling. In het begin zelfs vier à vijf keer
per week. Rinus: “Ik wist waarvoor ik het deed, ik
moest leren leven met die beperking. Je kunt ook
wel zitten mokken, maar daar heb je niks aan. Ik
heb mijn kop nooit laten hangen.” Voorheen sportte
Rinus altijd veel. Hij was dan ook opgelucht toen hij
tijdens zijn revalidatie weer mocht sporten. Vooral
rolstoelbasketbal trok zijn aandacht. “Ik vind het
een erg mooie sport. Gezellig, actief, competitief
en soms ook hard. Want je kunt bijvoorbeeld uit je
rolstoel vallen. Het is bovendien fijn dat de anderen
weten wat je meemaakt, want ze maken het zelf ook
mee”, aldus Rinus.
Gezond en gezellig
“In 2009 ben ik via de bewegingsagoog bij Stichting
Koprol terechtgekomen”, gaat hij verder. “Die organiseren sport- en spelactiviteiten voor mensen met
een beperking. Inmiddels train ik twee keer per
week in de sporthal van de Sint Maartenskliniek,
op maandag en woensdag. Sporten is voor mij heel
belangrijk. Ik denk vaak aan de beperking die ik heb,
gelukkig helpt sporten mij die sores even vergeten.
Bovendien is het meegenomen dat het goed is voor
de gezondheid. En voor de gezelligheid…”
•
16
mm lente 2014
IN BEELD
Peuterrevalidatie
mm lente 2014
17
Ieder kind een eigen benadering
De kinderen bij de peuterrevalidatie van
de Sint Maartenskliniek hebben vaak
een neurologische aandoening, waardoor
zij een stoornis in het houdings-en
bewegingsapparaat hebben. Daarnaast
kunnen er verschillende problemen en
beperkingen bestaan, bijvoorbeeld
communicatieve problemen, grof-/
fijnmotorische problemen en/of gedragsproblemen. Elk kind heeft zijn eigen
hulpvragen en heeft dus ook een individuele benadering nodig. Daarvoor zorgt
een (multi/transdisciplinair) team dat
een groep van zeven kinderen begeleidt:
twee activiteitentherapeuten, een
logopedist, een fysiotherapeut en een
ergotherapeut. De peuterrevalidatie
heeft vijf van die groepen. Ook zijn de
revalidatiearts, orthopedagoog, maatschappelijk werker en speltherapeut bij
de revalidatie betrokken.
Drie à vier dagdelen in de week oefenen
de kinderen (1,5 - 5 jaar) in een veilige,
gestructureerde omgeving onder andere
de communicatie, de motoriek, zindelijk-
heid en de denkontwikkeling. Ze gaan
vaak met stappen vooruit. Sommige
kinderen stromen door naar het reguliere
onderwijs. De meeste kinderen zien het
als een ‘schooltje’. Ze moeten natuurlijk
al veel leren, meer dan kinderen op een
kinderdagverblijf of peuterspeelzaal,
maar dit alles gebeurt uiteraard wel op
een speelse manier.
•
Met dank aan Madelein Hoftijzer,
activiteitentherapeut.
18
mm lente 2014
KORT NIEUWS
Succesvolle behandeling chronische
rugpijn is voorspelbaar
De Sint Maartenskliniek biedt
sinds 2006 een intensief
trainingsprogramma (RealHealth) aan voor mensen met
chronische lagerugpijn en
doet ook voortdurend wetenschappelijk onderzoek naar de
effectiviteit van dit programma. Nieuw onderzoek
wijst uit dat met name mensen die voorafgaand aan de
behandeling nog werken of
studeren en middelmatige
beperkingen in het dagelijks
functioneren ervaren door hun
chronische rugpijn, het
meest gebaat zijn bij
het RealHealthprogramma.
Na één jaar bleek
namelijk dat de
succesvolle deelnemers aan het programma net zo goed functioneerden in
hun dagelijks leven als gezonde mensen.
Het onderzoek is uitgevoerd door de
wervelkolomvakgroep van de Sint Maartenskliniek, onder andere door dr. Maarten
Spruit, orthopedisch chirurg: “Het gaat
hierbij om een beperkt aantal factoren bij
de patiënt, die makkelijk in kaart te brengen zijn. Deze onderzoeksresultaten
kunnen dus bijdragen aan een snellere
en efficiëntere indicatiestelling voor de
beste behandeling, en het RealHealthprogramma in het bijzonder.”
Effectiviteit
Inmiddels hebben meer dan 1100 mensen
het complete trainingsprogramma van
RealHealth gevolgd, inclusief de follow-up
na een jaar. Rond dit programma zijn de
afgelopen jaren diverse onderzoeken
gedaan – onder verschillende groepen
patiënten – om de werkzaamheid in beeld
te brengen. Miranda van Hooff, onderzoeker binnen de Sint Maartenskliniek: “We
kunnen niet anders concluderen dan dat
het programma werkt! Verschillende
onderzoeken laten dat heel duidelijk zien.”
Sportmedisch centrum Maartenskliniek krijgt keurmerk
voor topsporters
Het sportmedisch centrum (SMC) Maartenskliniek in Nijmegen ontving in januari
2014 het officiële keurmerk Topsport
Medisch Samenwerkingsverband (TMS)
van de landelijke Stichting Certificering
Actoren in de Sportgezondheidszorg
(SCAS). In Nederland zijn er maar een
beperkt aantal instellingen met zo’n
keurmerk.
Deze certificering geeft aan dat de zorg
van de hoogste kwaliteit is, snel kan
worden geboden en dat de organisatie
beschikt over een breed netwerk om
sporters zo volledig mogelijk te kunnen
helpen. Mike Kattenbelt, manager van
SMC Maartenskliniek: “We zagen al vaker
topsporters en we waren ons bewust van
de specifieke behoeften van deze doel-
groep. Met de afronding van dit traject
hebben we ons aanbod voor topsporters
volledig aangevuld. Daarnaast betekende
het ook een evaluatie van onze kwaliteit
en op welke aspecten deze nog verder kon
worden verbeterd.” Sportarts Els van den
Eede benadrukt dat het topsportkeurmerk
op alle patiënten van toepassing is:
“Amateursporters, maar ook alle andere
patiënten die bij ons komen met vragen
over hun bewegingsklachten en sport,
krijgen dezelfde aanpak en behandeling
als topsporters. Een groot verschil is dat
het bij topsporters direct gaat om hun
baan. Als ze door een blessure niet kunnen
sporten dan raakt hen dat direct in het
inkomen. Daarom is het voor deze groep
sporters van extra belang dat ze goede en
snelle zorg krijgen.”
Het sportmedisch centrum Maartenskliniek is onderdeel van de Sint
Maartenskliniek. Voor meer informatie,
zie: www.smcmaartenskliniek.nl.
Mike Kattenbelt, manager van SMC Maartenskliniek
mm lente 2014
COLUMN
Nieuw wachtrijsysteem
Maartensapotheek en
bloedafname
Op 10 januari 2014 namen
we het nieuwe wachtrijsysteem van de
Maartensapotheek en
de naastgelegen bloedafname in gebruik. Dit
systeem bestaat uit een
zuil waar patiënten hun
volgnummer kunnen
kiezen en een drietal
schermen.
Bij het oude systeem
(met de rode nummertjesapparaten) kwam het voor
dat een patiënt niet wist
aan welke balie hij/zij
geholpen kon worden. Men had ook geen zicht op alle beschikbare balies en er kon geen voorrang worden verleend aan patiënten voor bepaalde korte handelingen. Deze problemen zijn in het
nieuwe systeem verholpen. De informatie is nu zichtbaar op de
schermen in de wachtruimte en het systeem brengt zelf de juiste
volgorde aan voor de verschillende soorten wachtrijen. Ook tonen
de schermen praktische informatie over de Maartensapotheek en
de naastgelegen bloedafname.
De medewerkers van de Maartensapotheek en bloedafname zijn
erg blij met het systeem en krijgen zo ook meer zicht op de benodigde bezetting. Voordeel voor de patiënten is dat ze voorrang
krijgen waar nodig en dat ze duidelijke informatie krijgen tijdens
en over het wachten. De Patiëntenadviesraad (PAR) is betrokken
bij het testen van de zuil en het systeem.
WINNAAR
Oog voor detail winter 2013/2014
De afbeelding is een detail van de rugleuning
van een houten bank in de wachtkamer van
de afdeling Radiologie. Mevrouw Huiskes uit
Gorinchem was een van de lezers die dit goed
hadden geraden. Zij vond die houten hoofden
op de bank helemaal niet luguber, ze vond ze
zelfs hartstikke leuk. Hopelijk vindt ze dat ook
van de prijs die we binnenkort naar haar
opsturen, want zij heeft de prijsvraag deze
keer gewonnen.
Over pillen enzo
APK voor uw pillen
Wist u dat 15.000 mensen per jaar worden opgenomen in het ziekenhuis vanwege bijwerkingen van
geneesmiddelen? En dat de helft van deze bijwerkingen te vermijden was geweest? Deze geneesmiddelproblemen zien we vooral bij mensen die veel
geneesmiddelen gebruiken. Zeker als deze geneesmiddelen door verschillende artsen worden voorgeschreven. Zo raakt het overzicht verloren. Daarnaast
kun je niet alle geneesmiddelen zomaar met elkaar
combineren. Sommige geneesmiddelen werken
elkaar tegen, of soms zorgt het ene middel ervoor dat
het andere middel sneller wordt afgebroken. Zo’n
geneesmiddel heeft dan te weinig tijd om te werken.
Een goed overzicht van welke geneesmiddelen
iemand gebruikt, is dus belangrijk. Maar ook dat er
periodiek gekeken wordt of het allemaal goed gaat
met al die pillen. Een soort jaarlijkse APK voor je
geneesmiddelen. Zijn alle geneesmiddelen bijvoorbeeld wel nodig? Soms kan er best met een geneesmiddel worden gestopt. Andersom kan ook: dat
iemand te weinig geneesmiddelen krijgt. Zo worden
maagbeschermers wel eens vergeten bij mensen
die ontstekingsremmende pijnstillers gebruiken en
is het raadzaam om bij geneesmiddelen voor botontkalking altijd vitamine D te gebruiken.
Tijdens zo’n geneesmiddel-APK kan er ook gekeken
worden naar mogelijke bijwerkingen, problemen
bij het geneesmiddelgebruik, verkeerde doseringen
of wisselwerkingen tussen tabletten. Steeds meer
apothekers en artsen voeren zo’n medicatiebeoordeling uit. Meestal is dat niet voor niets,
en worden er per patiënt twee tot vier adviezen
gegeven om het geneesmiddelgebruik te verbeteren.
Gebruikt u best wel wat geneesmiddelen? Neem
dan gerust contact op met uw arts of apotheker,
en vraag naar zo’n medicatiebeoordeling.
Bart van den Bemt,
apotheker
19
20
mm lente 2014
KENNIS
Een nieuwe ‘nieuwe heup’
Tien vragen over
een revisie van de totale h
Het krijgen van een nieuw heupgewricht is voor
veel mensen behoorlijk ingrijpend. Het – deels –
vervangen van de totale heupprothese (de revisieoperatie) is meestal nog ingrijpender. Het is dan
ook vaak een complexe ingreep. Orthopedisch
chirurg Miranda Diks beantwoordt tien vragen
over een revisieoperatie van de heupprothese.
Wat is een revisieoperatie van de heupprothese?
Diks: “Dat is elke operatie aan de heupprothese,
nadat een totale heupprothese voor het eerst is
geplaatst. Het kan zijn dat alleen één onderdeel van
de heupprothese wordt vervangen, bijvoorbeeld
alleen de kom, de kop of de steel. Een volledige
vervanging van het kunstgewricht, ook wel een
volledige revisie genoemd, is ook mogelijk.”
Wanneer is deze operatie nodig?
Diks: “Er zijn verschillende redenen om een revisieoperatie van een heupprothese te doen. Bijvoorbeeld
bij instabiliteit van de prothese, loslating van de
kom of de steel, een infectie of slijtage van de
binnenbekleding van het kunststof kommetje.”
Fysiotherapie na de revisieoperatie
De behandeling van de fysiotherapeut is met name
gericht op spierkrachtverbetering, coördinatie en
looptraining. Bij revisies is het risico op het ‘uit de
kom schieten’ duidelijk hoger. Rondom het heupgewricht zit kapsel dat zorgt voor de stabiliteit
van het gewricht. Bij een revisieoperatie wordt dit
kapsel voor de tweede of derde keer opengesneden
en zal het gewricht daardoor wat minder stabiel
zijn, met name de eerste weken na de operatie.
De fysiotherapeut zal de risicobewegingen dan
ook nog beter met de patiënt doornemen. Meestal
duurt de fysiotherapie na de revisieoperatie minstens zes weken.
Kan iedereen die last heeft van zijn of haar
heupprothese een revisie krijgen?
Diks: “Als iemand last heeft van zijn of haar totale
heupprothese dan zoeken we eerst naar de oorzaak.
Als we een duidelijke oorzaak van de klachten
vinden, dan kunnen we meestal een revisieoperatie
verrichten. Of iemand inderdaad een revisieoperatie
kan ondergaan, hangt van verschillende factoren af.
Zoals de lokale kwaliteit en kwantiteit van het bot en
het functioneren van het hart en de longen of andere
eventueel bijkomende ziektes.”
Hoe lang gaat een heupprothese gemiddeld mee?
Diks: “Als iemand voor het eerst een heupprothese
krijgt, dan gaat deze gemiddeld vijftien jaar mee.
De revisieheupprothese gaat in het algemeen korter
mee. Ook dit is afhankelijk van vele factoren en kan
per persoon verschillen.”
Wordt altijd de hele prothese vervangen?
Orthopedisch chirurg Miranda Diks
Diks: “Nee, dat hoeft niet bij een revisieoperatie.
We vervangen alleen het onderdeel van de prothese
dat aan vervanging toe is. De rest van de prothese
kan vaak blijven zitten. Als de steel blijft zitten en
de kop wordt vervangen, dan zorgen we voor een
mm lente 2014
heupprothese
passende kop. Als ze beide loszitten of niet goed
zitten, dan vervangen we ze uiteraard allebei. Bij
een beschadiging aan de kop, kom of steel moeten
we die wel verwijderen, ook al zit die goed vast.”
Wordt eenzelfde soort prothese gebruikt
als bij de eerste totale heupprothese?
Diks: “Dat is heel erg afhankelijk van de kwaliteit
en kwantiteit van het bot ter plaatse. Meestal gebruiken we bij de revisieoperatie niet dezelfde prothese.
In grote lijnen zijn er twee typen heupprotheses:
gecementeerd en ongecementeerd. En alle varianten
zijn mogelijk. Eerst een gecementeerde en later een
ongecementeerde steel of omgekeerd.”
Waarom kan niet ieder ziekenhuis de revisieoperatie uitvoeren?
Diks: “Niet iedereen heeft de expertise en ervaring
om deze operaties te doen. Een revisieoperatie is
vaak een complexe operatie en elke revisieoperatie
is weer anders. Daarom is het belangrijk om het veel
te doen, en niet iedereen krijgt daarvoor de kans
tijdens zijn orthopedieopleiding of zijn werk als
orthopedisch chirurg. Revisieoperaties worden
in Nederland per jaar veel minder verricht dan
primaire heupprotheses.”
Zijn er verschillen in complexiteit?
Diks: “Er zijn eenvoudige revisieoperaties, zoals
het vervangen van de kom van de prothese. Maar
er zijn ook moeilijke revisieoperaties. Bijvoorbeeld
wanneer zowel de steel als de kom moeten worden
vervangen. Soms moeten we daarbij ook bottransplantaat gebruiken. De operatie kan dan uren
duren.”
been, waarbij we een ‘luik’ in het bovenbeen maken.
Of bij een gecementeerde steel moeten we eerst het
cement eruit beitelen, wat weer risico’s geeft op
breuken in het bovenbeen. Als de te vervangen
delen eruit zijn, plaatsen we de nieuwe prothese
of protheseonderdelen. De nieuwe heupprothese
moet opnieuw goed gefixeerd worden in het bot.
Omdat het bot ter plaatse vaak in meer of mindere
mate verzwakt is door bijvoorbeeld een langdurig
loszittende steel, moeten we vaak een langere steel
plaatsen.”
Hoe verloopt de operatie?
Diks: “Als een steel of kom loszit, is het vaak eenvoudig om deze te verwijderen. Moeilijker is het als de
kom of steel goed vastzit, maar er wel uit moet door
een verkeerde positie of beschadiging. Voor het
verwijderen van de kom gebruiken we dan een
speciale ‘cupsnijder’. Bij een vastzittende steel is dat
lastiger. Dan moeten we soms zagen in het boven-
Hoe lang duurt het herstel na de operatie?
Diks: “Dat is zeer wisselend en is afhankelijk van
de patiënt en van de uitgevoerde ingreep. Soms
kan de patiënt het been direct volledig belasten.
Maar een bottransplantaat moet bijvoorbeeld
twaalf weken ingroeien. De patiënt moet dan die
hele periode op krukken lopen.”
•
21
22
mm lente 2014
> > > > > > > > JEROEN KOMT THUIS NA DE OPERATIE > > > > > > > > > > > > > > > > HERSTEL IN DE TUIN > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > >
HOE GAAT HET NU MET…?
Jeroen Panhuizen, rugoperatie in 1986
“Niet opereren kon een dw
In 1986 werd de vijftienjarige Jeroen Panhuizen, toen woonachtig in Capelle aan den IJssel, aan zijn rug geopereerd. Die
operatie was noodzakelijk, omdat een wervel in zijn lage rug
‘uit de rij stond’. Zonder operatie was de kans op blijvend letsel
(te) groot. Jeroen kijkt terug op zijn behandeling en vertelt
hoe het nu met hem gaat.
Behandelend arts G.H. Slot
Toen hij elf jaar was, werd Jeroen aan
zijn rug onderzocht. Hij had klachten
doordat een wervel in zijn lage rug uit
de rij stond. Dat was het gevolg van
een aangeboren afwijking. De wervel
gleed af, waardoor zijn ruggenmerg
steeds verder in de verdrukking kwam.
Hierdoor trad ook uitval in één van zijn
benen op. Omdat Jeroen nog volop in
de groei was, probeerden artsen een
operatie uit te stellen. Wel vermeed hij
sommige bewegingen. “Ik stopte met
sporten en pakte altijd de lift in plaats
van de trap. En ik kreeg fysiotherapie”,
zegt Jeroen. “Want als de wervel
verder zou afglijden, bestond de kans
dat ik een dwarslaesie zou oplopen.”
Complexe operatie
Op den duur kon de operatie niet
langer uitgesteld worden, omdat
de kans op blijvend letsel te groot
werd. De orthopedisch chirurg van
het regionale ziekenhuis durfde de
operatie niet aan. De ingreep was
te complex. Uiteindelijk werd Jeroen
naar de Sint Maartenskliniek verwezen waar hij werd geopereerd door
dokter Slot. “De dokter plaatste
eerst de afgegleden wervel terug in
de geboorte-afwijkende stand en
verrichtte vervolgens een zogeheten
spondylodese. Daarbij worden twee
wervels aan elkaar vastgemaakt”,
legt Jeroen uit.
Trainen in het gips
“Na de operatie kreeg ik een gipskorset met broekspijpen aangemeten”,
vertelt Jeroen. “Daardoor moest ik
drie maanden plat op bed liggen.
Thuis verzorgden mijn ouders me en
trainde ik zelf mijn benen. Als ik op
mijn zij werd gedraaid met het korset
mm lente 2014
23
> > OP BEZOEK IN DE SINT MAARTENSKLINIEK > > > > > > > > > > > > > > > > > > > MEEDOEN AAN DE ZEVENHEUVELENLOOP 2013 > > > > > > > > > > > > > > > > >
warslaesie betekenen”
aan, spande ik steeds mijn bovenbenen
aan om die te blijven trainen. Dat deed
ik zodat ik beter kon staan en lopen als
het gips eraf zou gaan.” Toen dat gips
er eenmaal af was, kreeg Jeroen veel
periodieke controles en fysiotherapie.
Volgens dokter Slot had hij één groot
voordeel. Jeroen: “Door mijn jonge
leeftijd kon ik nog gemakkelijk iets aan
mijn gedrag veranderen. Ik moest
namelijk mijn dagelijkse handelingen
aanpassen op een manier die beter
was voor mijn rug.”
Hardlopen zonder klachten
Die ervaringen op jonge leeftijd met de
medische wereld hebben de studiekeuze van Jeroen beïnvloed. Hij voltooide de opleiding Fysiotherapie en
werkt nu nog steeds met veel plezier
als fysiotherapeut. Jeroen: “Dokter
Slot zei dat wat je kiest verantwoord
moet zijn voor de rug en dat je het dan
vol overgave kunt doen. Dat heb ik
altijd onthouden.” Langzaam opbouwend en verantwoord begon hij weer
te sporten. Met kennis van zijn
lichaam en sportfysiotherapie.
Sinds ruim één jaar beoefent Jeroen
de hardloopsport, zonder klachten
aan zijn rug. Hij zorgt er dan ook
altijd voor dat hij getraind aan een
wedstrijd begint. Jeroen vult zijn
hardlooptrainingen aan met spierversterkende oefeningen. “Maar
dat gaat bijna automatisch als fysiotherapeut”, vertelt hij lachend.
Op de goede afloop
“Zo’n zes jaar geleden kreeg ik weer
klachten”, gaat Jeroen verder. “In het
ziekenhuis bleek gelukkig dat het
kraakbeen van mijn wervels er goed
uitzag. In die periode werkte ik veel
’s avonds, zat ik lang in de auto en
kluste ik in mijn huis. Dat had waarschijnlijk zijn weerslag op mijn
lichaam.” Net als vroeger ging hij
na het bezoek aan de Sint Maartenskliniek naar een pannenkoekenrestaurant in Berg en Dal. En
hetzelfde deed hij eind vorig jaar
met zijn ouders, vrouw en kinderen
toen hij weer in Nijmegen was, voor
de Zevenheuvelenloop. “Die mooie
traditie van het pannenkoekenrestaurant bezoeken, is natuurlijk positief
gevoed door de goede afloop van mijn
rugbehandeling. Het is mooi om dat
op deze manier met mijn gezin te
kunnen delen.”
Alles klopte
Eind 2013 was Jeroen dus in Nijmegen
voor – zijn eerste – deelname aan de
Zevenheuvelenloop. Hij liep mee met
het team van de Sint Maartenskliniek
en zette een prachtige tijd neer van
één uur en elf minuten. “Ik wilde de
uitdaging met mijzelf aangaan. De
Zevenheuvelenloop leek me geweldig,
hierbij kom je bovendien langs de
Sint Maartenskliniek. Het was een
fantastische en ook wel emotionele
ervaring. Alles klopte. Volgend jaar
doe ik zeker weer mee”, aldus een
stralende Jeroen Panhuizen.
•
24
mm lente 2014
KENNIS
Niet te hard van stapel lopen!
Tips voor
(beginnende)
hardlopers
Als de dagen langer en warmer worden, gaat bij
menigeen het hardloopvirus kriebelen. Hardlopen
wordt steeds populairder, ziet ook sportarts Els
van den Eede van het sportmedisch centrum (SMC)
Maartenskliniek. Zij geeft enkele tips om (weer)
blessurevrij te beginnen met hardlopen.
“
In principe is de bouw van de mens
beter geschikt om te hardlopen dan
om te zitten. Als je jong en gezond
bent, kun je dus gewoon van start
gaan. Voor mensen met een chronische ziekte of mensen die op latere
leeftijd beginnen met hardlopen,
kan een sportmedische keuring
zinvol zijn. Op www.sportzorg.nl kan
iedereen testen of het nuttig is om
eerst zo’n keuring te doen. Verder
kunnen mensen met overgewicht
beter beginnen met minder gewrichtsbelastende sporten, zoals wandelen,
fietsen of zwemmen.
Rustig opbouwen
We zien de meeste sportblessures
bij mensen die een tijd niet hebben
gesport. Vaak beginnen ze te fanatiek,
waardoor de kans op een blessure
groter wordt. Het lichaam moet
namelijk weer wennen aan de belasting. Je kunt bijvoorbeeld de eerste
paar keer starten met stevig wandelen
in plaats van te gaan hardlopen. Ook
een warming-up voorafgaand aan het
hardlopen is aan te raden, zoals tien
minuten wandelen. En heb je geruime
tijd niet gelopen? Start dan met circa
vijftig procent van de laatst getrainde
afstand en trainingsduur. Ook snelheid speelt een rol. Begin altijd langzamer dan je eigenlijk zou willen. Er is
een graadmeter om erachter te komen
of je te hard van stapel loopt: als je
kunt blijven praten tijdens het hardlopen, is het goed. Als je niet meer
kunt praten, ga je te hard.
Regelmaat en motivatie
Het is noodzakelijk om conditie op te
bouwen. Ook je spieren en gewrichten
raken op deze manier gewend aan de
hoeveelheid inspanning en belasting
en raken dus minder snel geblesseerd.
Maar om conditie op te bouwen, is
regelmaat en dus ook motivatie nodig.
Hoe leuk hardlopen na een tijdje ook
is, in het begin is het zwoegen en
mm lente 2014
zweten. Je hebt dus misschien al gauw
de neiging om allerlei uitvluchten te
verzinnen om een training over te
slaan. Doe dit niet, kies bijvoorbeeld
twee vaste avonden in de week en
probeer je daar ook aan te houden.
Meestal voel je na een zestal weken
dat het beter gaat en na drie maanden
kom je in een soort flow terecht,
waardoor je plots begrijpt wat hardlopers bedoelen met een ‘runner’s
high’. Vanaf dan gaat het als vanzelf.
Je bent dan juist eerder gefrustreerd
als je eens niet kunt, in plaats van dat
je jezelf moet motiveren om toch maar
die hardloopschoenen aan te trekken.
Alleen of met een groepje?
Het volgen van een hardloopschema
helpt om rustig op te bouwen. Dergelijke schema’s zijn vaak via internet
te vinden. Ook bestaan er speciaal
daarvoor ontwikkelde apps of andere
– digitale – hardloopcoaches, zoals
‘Evy’. Heb je de dag na de training veel
spierpijn? Dan kun je het best dezelfde
training nog eens herhalen voordat je
een training verder gaat. Op deze
manier loop je minder kans op een
blessure. Wanneer je graag wat meer
begeleiding wilt, is het ook mogelijk
om in een loopgroep te trainen. Onder
begeleiding hardlopen heeft veel
voordelen. Zo leer je de techniek,
verbetert je houding en loop je gemakkelijker. Ook werkt een groepje vaak
goed voor de motivatie.
Stel een doel
Hardlopen is voor een geoefende loper
meestal geen enkel probleem. Het
begin is echter niet altijd een pretje.
Stel daarom een doel om naartoe te
werken, bijvoorbeeld een vijf-kilometer-wedstrijd. Dit helpt je om op de
moeilijke momenten door te bijten,
en achteraf kun je trots zijn op jezelf.
Dan passen die moeilijke trainingen
juist in de heroïsche verhalen over je
behaalde succes.
25
Goed schoeisel
Goede loopschoenen zijn erg belangrijk om blessurevrij en fijn te kunnen
hardlopen. Ga bij voorkeur naar een
speciaalzaak voor de aanschaf van
goede schoenen. Het is niet altijd
zo dat het duurste paar het beste is.
En dat geldt ook voor de mooiste
schoenen met gave kleurtjes… In een
speciaalzaak kunnen ze je adviseren
welke schoen voor jou het meest
geschikt is. Wanneer je loopschoenen
ouder dan drie jaar zijn, heb je waarschijnlijk nieuwe nodig.
Toch een blessure
Krijg je toch een blessure? Blijf dan
niet te lang met het probleem lopen,
maar zoek medische hulp om verergering van de klachten tegen te
gaan.
•
”
Sportarts Els van den Eede
werkt voor de Sint Maartenskliniek en het sportmedisch
centrum van de Sint Maartenskliniek, beide in Nijmegen.
Sinds januari 2014 vult zij
bovendien één dag in de week
het team van orthopeden bij
de Sint Maartenskliniek in
Boxmeer aan. Daar houdt zij
iedere dinsdag sportspreekuur.
Sporters van elk niveau kunnen
op dit spreekuur terecht voor
advies en behandeling van
klachten op het gebied van
houding en beweging.
26
mm lente 2014
PATIËNTERVARING
Uitgebreide medische geschiedenis
“De pijnstillers werkten niet meer,
omdat ik er al zoveel had geslikt”
Elly Stolk-van Troost (64 jaar) uit Veghel heeft al
een flink medisch dossier opgebouwd: een knieprothese, een enkelprothese, een nieuwe knieprothese (revisie), artrose en artritis. Ze weet
wat pijn is. En daardoor ook hoe fijn het is om
geen pijn te hebben. Voorlopig is ze nu wel klaar
met medische ingrepen, toch? Elly: “Mogelijk
krijg ik ook nog een nieuwe heup…”
“Veertien jaar geleden kreeg ik klachten in mijn
linkerknie”, vertelt Elly. “In het streekziekenhuis
vonden ze mij echter nog te jong voor een knieprothese. Jarenlang liep ik vervolgens rond met
pijn, totdat ik in 2007 eindelijk de ‘nieuwe knie’
kreeg. Helaas begon op dat moment ook mijn
linkerenkel behoorlijk op te spelen. Mijn dochter
woont in de Jordaan, ik kon daar gewoon niet
lopen over die kinderkopjes. Dat deed te veel pijn.”
Het streekziekenhuis verwees Elly door naar de
Sint Maartenskliniek voor de enkelbehandeling.
Toen de conservatieve behandeling niet werkte,
besloot de orthopedisch chirurg om een enkelprothese te plaatsen. Elly: “Die is in 2010 geplaatst
en dat was een enorme verbetering! Ik kon weer
meer lopen, ik kon weer meer doen en ik had geen
pijn meer. Gelukkig maar, want de pijnstillers werkten niet meer, omdat ik er al zoveel had geslikt.”
Technisch hoogstandje
Tijdens het revalidatietraject van de enkeloperatie
kreeg Elly problemen met de eerder geplaatste
knieprothese. Die bleek ontwricht te zijn. “In
2012 moest ik daarvoor een revisieoperatie ondergaan, met een vervanging van de knieschijf en de
achterste kruisband”, legt Elly uit. “Het was een
flinke operatie, ik heb toen zelfs tien dagen in het
ziekenhuis gelegen. Alles is goed gegaan en ik ben
weer pijnvrij.” Ze geeft aan dat er voor haar in de
Sint Maartenskliniek een wereld openging door
de gebruikte technieken en alle mogelijkheden.
Elly: “Zo maakte de dokter – vanwege een krom
scheenbeen – bij de revisie met een lange pen onder
de knie nog een soort verstek met versteviging.
Dat vond ik zeker een technisch hoogstandje!”
Zou dat wel wat zijn?
“Voor mijn artrose verwees de orthopedisch chirurg
mij naar de reumatoloog. Die constateerde bovendien dat ik soms gewrichtsontstekingen heb”, gaat
Elly verder. De reumatoloog raadde haar een multidisciplinaire behandeling aan. In eerste instantie
vond Elly dat niet nodig. Toch heeft ze de behandeling een kans gegeven, want ze hoopte daar beter te
leren lopen. Elly: “Ik ging er behoorlijk ambivalent
naartoe. Maar uiteindelijk heb ik er veel van geleerd.
De behandeling was zeer professioneel en de fysiotherapeut heeft me ook beter leren lopen. Ik ga
natuurlijk niet meer de Vierdaagse lopen, maar een
boswandeling lukt nu bijvoorbeeld wel. Ik let er wel
op dat ik de protheses niet te veel belast, zodat ze
langer meegaan.”
“Het was een flinke operatie.
Ik heb toen zelfs tien dagen
in het ziekenhuis gelegen”
Positief verrast
Wat leerde ze dan nog meer tijdens de multidisciplinaire behandeling? Elly denkt even na en geeft
vervolgens een enthousiaste samenvatting. “De
ergotherapeut gaf tips over hoe ik dingen anders en
gemakkelijker kon doen en ik kreeg begeleiding bij
mijn medicijngebruik, waardoor ik nu veel minder
slik. Ik had erg fijne ontspanningstherapie en hydrotherapie in een verwarmd zwembad. Verder was ik
nog positief verrast door de begeleiding van de
psycholoog. Die ondersteunde mij bij de acceptatie
van mijn beperkingen. Ik leerde doelen stellen en
de lat minder hoog te leggen. De geest wil namelijk
nog zoveel, maar het lichaam weigert soms.”
Dubbele handicap
Gelukkig weigert het lichaam niet altijd. Daarom
besloot Elly vorig jaar om met een groepsfietsvakantie mee te gaan in het heuvelachtige OostEngeland. “Dat was echt fantastisch om te doen”,
blikt Elly terug. “Fietsen is minder belastend voor de
mm lente 2014
gewrichten dan lopen. Ik had mijn eigen fiets mee,
uiteraard wel met trapondersteuning. Het was zó
goed bevallen dat we dit jaar weer op fietsvakantie
gaan, nu in de Provence in Frankrijk.” Sowieso zit
Elly niet stil. Zo golft ze ook regelmatig. “Ik gebruik
dan wel een golfkarretje. We maken vaak grapjes
dat ik een dubbele handicap heb bij het golfen.”
In de put
“Pijnvrij zijn is het belangrijkste wat de operaties me
hebben opgeleverd”, zegt Elly. “Pijn heeft een weerslag op veel dingen. Ik heb daardoor bijvoorbeeld
geestelijk wel eens in de put gezeten. Ik maakte me
ernstig zorgen over mijn toekomst, over een toekomst met meer pijn en wellicht een rolstoel. Dankzij de protheses ben ik ook weer mobiel en dat
verrijkt mijn leven. Ik kan weer naar buiten, ergens
naartoe.” Dat ze dat weer kan doen op gewone
schoenen vindt ze ook erg fijn. Elly is namelijk geen
fan van orthopedische schoenen. “Met die orthopedische schoenen zie je er vanzelf al gehandicapt uit!”
Leren relativeren
Elly beseft zich dat ze een heftige vijf jaar achter de
rug heeft met al die operaties, overige behandelingen en dat ijzerwerk in haar been. “Maar ik ben er
uiteindelijk qua pijn en bewegingsvrijheid goed
uitgekomen”, zegt ze met een glimlach. “Bovendien
heb ik in de Sint Maartenskliniek goed leren relativeren. Ik heb daar veel mensen gezien met veel ernstiger letsel dan ik had. Dat blijft me wel bij. O ja, had
ik al verteld dat ik mogelijk ook een nieuwe heup
krijg? Ja, weer aan de linkerkant.”
•
27
28
mm lente 2014
DIGITAAL
Chatspreekuur met de reumatoloog
Klinefelter en
osteoporose,
hoe zit dat?
Op uitnodiging van de Nederlandse
Klinefelter Vereniging ging onze
reumatoloog Karen Bevers in
gesprek met patiënten, ouders
en partners over Klinefelter en
osteoporose. Niet in een zaaltje,
maar online op het chatspreekuur
van de Klinefelter Vereniging.
Klinefelter wat is dat?
Het Syndroom van Klinefelter is een
chromosoomafwijking die alleen bij
jongens en mannen voorkomt. Naar
schatting 1 op de 500 jongens wordt met
het Syndroom van Klinefelter geboren.
Jongens en mannen met Klinefelter zien
er niet anders uit dan andere jongens en
mannen, maar ondervinden meestal wel
veel last van de aandoening. Vaak hebben
ze problemen met bijvoorbeeld praten,
schrijven, concentreren, geheugen en
coördinatie. Ook hebben ze een grotere
kans op andere aandoeningen zoals
osteoporose, oftewel botontkalking.
Dit was dan ook het onderwerp van het
chatspreekuur met Karen Bevers.
Niet anders dan offline
Het was de eerste keer dat Bevers patiënten op een chatspreekuur sprak. “De
inhoud van de vragen was echter niet
anders dan op het osteoporosespreekuur
of wanneer ik een lezing bij een patiëntenvereniging geef. Je merkt wel dat
deelnemers allemaal goed zijn voorbereid
en met gerichte vragen komen en dat het
daardoor erg snel kan gaan”, legt ze uit.
“Op deze manier online een diagnose
stellen, is nog niet mogelijk. Daarvoor
moet ik de patiënten toch echt zien. Maar
het is wel een laagdrempelige manier om
mensen hun vragen te laten stellen.”
•
Een greep uit
het chatlogboek
van dit online
spreekuur:
@
@
Timmiej29: Als je de testosteron
capsules niet regelmatig inneemt is de kans op osteoporose
dan groter?
Dr_Bevers: Het lijkt erop dat testosteroncapsules vaak helpen om osteoporose te
voorkomen of tegen te gaan. Dat werkt
overigens niet bij alle Klinefelter-patiënten.
Patri1975: Mijn man heeft Klinefelter, hij
heeft ook iedere keer last van de botten
(been en rug) maar er is alleen wat slijtage
bij de voet geconstateerd. Komt dat meer
voor bij mensen met Klinefelter?
Dr_Bevers: Tja, pijn komt vaak eerder door artrose
(slijtage) dan door osteoporose. Die twee aandoeningen zijn niet aan elkaar verwant. Bij mijn weten
komt artrose niet vaker voor bij Klinefelter-patiënten
dan in de algemene bevolking.
@
Reumatoloog Karen Bevers
(Dr_Bevers)
NickAnja: Wat kun je er tegen
doen bijvoorbeeld voeding?
Dr_Bevers: Je kunt het met voeding
niet echt voorkomen of tegengaan,
maar het kan wel helpen achteruitgang tegen te gaan. Belangrijk zijn 3
dingen: calcium (zuivel), vitamine D
en bewegen (sporten).
@
Gerry: Gaat sporten
botontkalking
tegen?
Dr_Bevers: Ah, sporten!
Goede vraag: ja hoe meer je
sport / de botten belast, hoe
steviger de botten worden.
Helpt dus!
mm lente 2014
@
Beheerder: Wat is
osteoporose precies?
Dr_Bevers: Osteoporose is het broos
worden van botten, waardoor deze
sneller breken. Iedereen kan het
krijgen, maar het treedt met name
op bij het ouder worden. Daarnaast
zijn er andere onderliggende oorzaken, zoals het gebruik van prednison, ondergewicht en een tekort
aan bepaalde mannelijke of vrouwelijke geslachtshormonen.
@
@
Dr_Bevers: Dat is op zich een goed teken. Maar het kan toch
ontstaan in de loop van de tijd; één keer meten is niet heel
ingewikkeld en dan weet je waar je staat. Overigens krijgt
maar 15 % van de Klinefelter-patiënten osteoporose.
Gerry: Is het verstandig om naast
een botscan ook bloed te prikken
op vitamine D?
Dr_Bevers: Nou, dat is tegenwoordig wat
verlaten. De botdichtheidsmeting is inderdaad
de enige manier om de botdichtheid exact vast
te stellen. Vitamine D geven we er tegenwoordig standaard bij, omdat vrijwel iedereen te
kort komt.
@
Johs:
Als je eenmaal
last hebt van osteoporose,
kan dit proces dan nog
omgedraaid worden?
Dr_Bevers: Het proces van osteoporose
kan inderdaad omgedraaid worden.
Met medicijnen kun je de botdichtheid
daadwerkelijk weer laten toenemen
en de kans dat je iets breekt daarmee
weer laten dalen.
Peer: U zei net dat osteoporose in je sluipt zonder
dat je het in de gaten hebt. Wij mannen met
Klinefelter zijn hier gevoelig voor, en daarom
wordt aangeraden regelmatig te laten controleren. Ik ben nergens onder behandeling, stoot me
heel vaak en ook hard, maar ik breek niks. Hoe
zinnig is het voor mij me te laten onderzoeken?
@
Siep: Kan artrose
een gevolg zijn van
osteoporose?
Dr_Bevers: Artrose is geen gevolg
van osteoporose. Het staat er los
van. Artrose is slijtage van gewrichten, osteoporose zit in de botten.
29
30
mm lente 2014
HET APPARAAT
Pijnpompje
Verdoving op maat
Orthopedische operaties zijn meestal pijnlijk. Er zijn verschillende manieren om de pijn van patiënten na zo’n operatie
zoveel mogelijk te verlichten. Eén daarvan is het gebruik van
een pijnpompje dat wordt aangesloten op een dun slangetje
dat vlak bij de zenuw wordt geplaatst, een zogeheten perifere
zenuwkatheter.
We gebruiken dit pijnpompje uitsluitend bij operaties aan de armen of de benen. Het operatiegebied
wordt gevoelloos gemaakt door de zenuwen die de
pijn geleiden te verdoven. De anesthesioloog kan
ook een katheter bij de zenuwen plaatsen. Door
het pompje aan te sluiten op deze perifere zenuwkatheter kunnen we een lokale verdovingsvloeistof
toedienen die direct op de juiste zenuwen inwerkt.
Daardoor blijft de verdoving doorwerken. Het pijnpompje veroorzaakt nauwelijks tot geen bijwerkingen. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld morfine,
waar de patiënt vaak suf en misselijk van wordt.
Het enige nadeel van het pijnpompje is dat het
geopereerde ledemaat verdoofd is. In de tijd dat
de pijnstilling wordt toegediend, kan de patiënt
daar dus niet veel mee doen.
Meer comfort
Het pijnpompje – dat in principe niet langer dan drie
dagen blijft aangesloten – betekent meer comfort
voor de patiënt. Dat komt met name omdat de
verdoving lokaal is en weinig bijwerkingen heeft.
Maar ook omdat de anesthesioloog de instellingen
van de pomp per individuele patiënt kan aanpassen
en zo kan voorkomen dat iemand te veel pijnstilling
krijgt.
Met een druk op de knop
De anesthesioloog beslist hoe het pompje wordt
gebruikt en dus wat de wijze van toediening is.
Dit kan namelijk op verschillende manieren
gebeuren:
1. De verdovingsvloeistof wordt automatisch continu toegediend via de pomp.
2. De PCA-methode (Patient Controlled Analgesia):
de patiënt kan zelf de plaatselijke verdoving
regelen. Het pompje is verbonden met een bedieningsknop die de patiënt kort indrukt als hij/zij
te veel pijn voelt. Daardoor wordt pijnstilling via
de lokale katheter toegediend. De anesthesioloog
stelt in hoeveel een patiënt kan toedienen per
keer en per uur. De patiënt kan dus wel te veel
drukken, maar nooit te veel krijgen.
3. Een combinatie van de continue toediening en
de PCA-methode.
Welke methode gekozen wordt, is onder andere
afhankelijk van het soort operatie.
Maar niet te laat drukken…
Het effect van de pijnstilling laat ongeveer vijf tot
vijftien minuten op zich wachten. Patiënten die
zelf op de knop moeten drukken, adviseren we
daarom altijd om niet te wachten tot de pijn te
hevig is. Ze kunnen beter al drukken als ze voelen
dat de pijn erger wordt.
•
Met dank aan Ruud Stienstra, anesthesioloog.
mm lente 2014
31
CONTACTINFORMATIE
De Sint Maartenskliniek is als enige ziekenhuis in Nederland
volledig gespecialiseerd in houding en beweging. Patiënten
kunnen bij ons ziekenhuis terecht voor behandeling van eenvoudige
tot zeer complexe aandoeningen op het gebied van orthopedie,
reumatologie en revalidatiegeneeskunde.
Reumatologie
Verwijzing
Polikliniek Nijmegen
Afgezien van het sportmedisch centrum Maartenskliniek geldt voor elke
aanvraag voor een afspraak, dat u een verwijzing nodig heeft van uw huisarts
of specialist.
Telefoon (024) 365 94 09
(ma - vrij, 08.30 -16.30 uur)
Polikliniek Woerden
Telefoon (0348) 42 78 00
Orthopedie
Polikliniek Leidsche Rijn
Telefoon (0348) 42 78 00
Voor het aanvragen van een
afspraak op de locaties in Nijmegen
en Woerden kunt u ook het
formulier op onze website invullen:
www.maartenskliniek.nl praktische
info afspraak aanvragen
Polikliniek Nijmegen
Telefoon (024) 365 96 59
Polikliniek Woerden
www.maartenskliniek.nl praktische
info afspraak aanvragen second
opinion orthopedie
Polikliniek Boxmeer
Acute zorgpoli
Polikliniek Panningen
Met acute letsels (kneuzingen,
verstuikingen, snijwonden en
botbreuken, uitgezonderd breuken
aan het hoofd) kunt u 24 uur per
dag terecht bij de Acute zorgpoli.
Telefoonnummer (024) 365 93 91
Telefoon (024) 365 94 09
Pijnbehandelcentrum Nijmegen
Telefoon (0485) 84 53 50
Second opinion orthopedie
Voor een aanvraag moeten zowel
patiënt als verwijzer het registratieformulier invullen via onze website:
Revalidatiegeneeskunde
Polikliniek Nijmegen
Telefoon (0348) 42 78 00
Polikliniek Boxmeer
Telefoon (0485) 84 53 82
Telefoon (024) 365 96 59
(ma - vrij, 08.30 - 17.00 uur).
Website: www.maartenskliniek.nl
behandelingen pijnbehandelingen
Telefoon (024) 365 94 00
(ma - vrij, 08.00 - 16.30 uur)
Polikliniek Boxmeer
Telefoon (0485) 84 52 55
RealHealth
Polikliniek CWZ
Telefoon (024) 684 16 40
Website: www.realhealth.nl
Telefoon (024) 365 87 68
Polikliniek Tiel
Telefoon (0344) 67 38 80
Sportmedisch centrum Maartenskliniek
Patiënten kunnen met en zonder
verwijzing terecht bij de sportarts voor
een consult, keuring of inspanningstest. Afhankelijk van het verzekerde
pakket worden de kosten hiervoor
al dan niet vergoed. Voor het aanvragen van een afspraak kunt u ook
het formulier op onze website invullen: www.smcmaartenskliniek.nl
afspraak maken
Locatie Nijmegen
Telefoon (024) 378 65 44
(ma - vrij, 09.00 - 16.30 uur)
Website: www.smcmaartenskliniek.nl
ZOOM-IN
Telefoon (024) 327 27 17
Website: zoom-in.maartenskliniek.nl
Patiëntenadviesraad
Locatie Beuningen
Telefoon (024) 378 65 44
(ma - vrij, 09.00 - 16.30 uur)
Website: www.smcmaartenskliniek.nl
E-mail PAR Nijmegen:
[email protected]
E-mail PAR Woerden:
[email protected]
Volg de Maartenskliniek op twitter!
www.twitter.com/maartenskliniek
OOG
VOOR DETAIL
Een eenvoudige deze keer. Een kam
of een heggenschaar? Misschien.
Of is het toch iets anders? Weet u
misschien om welk detail het gaat
en waar het zich bevindt?
Mail dan uw antwoord naar
[email protected] o.v.v.
uw naam en adres. Onder de juiste
inzendingen verloten we een prijs.