maartensmagazine lente 2014 In de put door pijn Hardlopen zonder blessures IN BEELD Derreline Cijntje Blij dat ik nog leef In 2011 was ik op Curaçao voor mijn vaders begrafenis. Terug in Nederland kreeg ik heftige hoofdpijn, buikpijn en pijn in mijn benen. Toen ik huilend van de pijn wakker werd en niet meer kon lopen, gingen we meteen naar het ziekenhuis. Daar konden ze niks vinden, maar het ging wel steeds slechter. Ik raakte in coma en mijn familie moest snel komen om afscheid te nemen. Ze konden niks meer voor mij doen, ze wilden de stekker eruit trekken. Een vriendin voorkwam dat. Ze zei dat ik nog leefde en dat de stekker moest blijven zitten. Gelukkig gebeurde dat ook. Ik heb ruim een maand in coma gelegen, waarschijnlijk was een bacterie de oorzaak. Door de bacterie had ik ook nog een beroerte gekregen. De dag nadat ik bijkwam, werd ik – tot mijn verbazing – geopereerd. Ze moesten mijn onderbenen en de vingers van mijn linkerhand amputeren om de bacterie te stoppen. Anders zou ik alsnog doodgaan. Voor mijn herstel kwam ik uiteindelijk bij de Sint Maartenskliniek terecht. Het zijn zulke goede en open mensen daar. Ik was zelfs verdrietig toen ik wegging. Mijn droom was om weer te kunnen lopen. Stap voor stap ging dat. Ik begon met lopen op mijn knieën, daarna op speciale opblaasprothesen en toen dat beter ging, kreeg ik gewone prothesen. Ik was zo blij! Nu loop ik kleine afstanden met de prothesen en de rollator. Mijn volgende droom? Een eigen huis waar ik samen met mijn kinderen kan wonen. Ik heb geleerd om alles weer zelf te kunnen doen. Ik ben er klaar voor. INHOUD 8 20 Onderzoek sclerodermie Nieuwe internationale criteria zorgen voor betere en eerdere diagnose van de ernstige reumaziekte sclerodermie voor onderzoek. Met dank aan twee Nederlanders. 12 Lijdensweg door pijnsyndroom Mariëtte Smits woont in een Frans dorpje waar het leven heeft stilgestaan. Dat de zorg er ook heeft stilgestaan, merkte ze toen ze enorme pijn en vreemde lichamelijke verschijnselen kreeg. 8 Tien vragen over revisie heupprothese 28 Het – deels – vervangen van de totale heupprothese (de revisieoperatie) is vaak een complexe ingreep. Orthopedisch chirurg Miranda Diks beantwoordt tien vragen hierover. 24 Tips voor hardlopers Als de dagen langer en warmer worden, gaat het hardloopvirus kriebelen. Sportarts Els van den Eede geeft enkele tips om (weer) blessurevrij te beginnen met hardlopen. 20 12 15 Colofon Het MaartensMagazine verschijnt vier keer per jaar en wordt verspreid onder patiënten, medewerkers, oudmedewerkers en externe relaties van de Sint Maartenskliniek. In het MaartensMagazine vindt u nieuws en actuele ontwikkelingen binnen de Sint Maartenskliniek. De Sint Maartenskliniek is een gespecialiseerd ziekenhuis voor orthopedie, reumatologie en revalidatiegeneeskunde. Voor reacties, suggesties of het doorgeven van adreswijzigingen kunt u contact opnemen met de afdeling Communicatie, Postbus 9011, 6500 GM Nijmegen, telefoon: (024) 365 91 76, of mail: [email protected]. Voor het aanvragen van een gratis abonnement op het MaartensMagazine bezoekt u www.maartenskliniek.nl/mm. COLUMN Raad van Bestuur 24 Carnaval Verder… 7 10 11 15 16 22 26 28 30 31 Uit de oude doos Dokter! Dokter! One-stop-go-formule Rolstoelbasketballen In beeld: peuterrevalidatie Hoe gaat het nu met…? Patiëntervaring Chatspreekuur reumatoloog Het apparaat Contactinformatie Redactie Aart-Jan de Looff, Marije van Vooren, Tjerk Romkema, Wouter van der Meer, Rian Grutters, Yvonne Lenkens Fotografie Dennis Vloedmans (cover, 2, 6, 20, 25, 27, 30, 32), Inge Hondebrink (11, 15, 16, 24), Bart van Dieken (13, 14), Nationaal Archief/Spaarnestad Photo/Wiel van der Randen (7), HansPeter van Velthoven (8, 9) Vormgeving Wunderbar Visuele Communicatie, Nijmegen Druk Van Eck & Oosterink communicatieregisseurs, Dodewaard Bezoek onze website: www.maartenskliniek.nl Afgelopen vrijdag zag ik voor het eerst de carnavalsoptocht van de kinderen door onze kliniek in Nijmegen. Een hele mooie, gezellige, maar ook ontroerende traditie. In mijn eerste weken had ik veel van dergelijke ontmoetingen met bijzondere mensen die bijzondere dingen doen. Daaruit kwamen iedere keer een paar thema’s naar voren. Persoonlijk/patiëntgericht: wij zijn de kliniek van de menselijke maat, van de betrokkenheid met patiënten en met elkaar. Alles wat ik zie gaat met persoonlijke aandacht en zorg. Ondernemend: wij hebben in de afgelopen 78 jaar veel kansen gepakt en nieuwe dingen ontwikkeld. Dat blijkt al uit de oprichting van het ziekenhuis door de nonnen, maar ook uit de uitbreiding naar meerdere (buiten)locaties, de wederopbouw na de brand, en bijvoorbeeld de start en uitrol van de Piratengroep voor kinderen. Innovatief: ik zie dat iedereen die hier werkt het morgen beter wil doen. Publicaties en onderzoeken zijn erop gericht om de patiëntenzorg te verbeteren. Maar ook om de kosten voor de maatschappij terug te dringen. Zo verminderen we het gebruik van biologicals bij reumapatiënten, terwijl we tegelijkertijd ook hun ziekteactiviteit sterk terugdringen. Excellent: patiënten komen uit het hele land naar ons toe. We hebben het de afgelopen 78 jaar dus waargemaakt en doen dat eigenlijk iedere dag opnieuw. Het is nu de uitdaging ons succes verder uit te bouwen in de huidige tijd. Met onze patiëntgerichte, innovatieve, excellente en ondernemende aard én de voorsprong die we hebben dankzij onze historie, hebben we daarvoor alle basis-ingrediënten in handen. Mark Van Houdenhoven 6 mm lente 2014 KORT NIEUWS Mooie nominatie ComPoli-project Tijdens het Jaarcongres Zorgmarkt eind 2013 greep het ComPoli-project van de Sint Maartenskliniek, de Radboud Universiteit en het Radboudumc net naast de titel zorgonderneming van het jaar. De trekker van het project, dr. Lilian Beijer (logopedist en taal- en spraakpatholoog van de Sint Maartenskliniek), hoopt dat de nominatie voor de prijs verder helpt om een stem te geven aan de kwetsbare groep neurologische patiënten, die vaak beperkt zijn in hun communicatie. Nieuwe voorzitter Raad van Bestuur Sint Maartenskliniek Dr. Mark Van Houdenhoven is met ingang van 1 maart 2014 benoemd tot voorzitter van de Raad van Bestuur van de Sint Maartenskliniek. Hij volgt daarmee Jos Blox op die deze functie als interim bestuurder heeft vervuld na het vertrek van bestuursvoorzitter Peter Hoppener in 2013. Mark Van Houdenhoven heeft ruime bestuurlijke ervaring binnen de zorg. Hij was onder meer lid van de Raad van Bestuur van het HagaZiekenhuis in Den Haag en directeur van het Beatrix Ziekenhuis in Gorinchem. Hij heeft ook diverse leidinggevende functies vervuld binnen het Erasmus MC. Daarnaast is Van Houdenhoven lid geweest van de Raad van Toezicht van Capri Hartrevalidatie. “De Sint Maartenskliniek spreekt me bijzonder aan. De kliniek heeft een sterke merknaam en we staan op een cruciaal moment in de zorg, met een toename van specialisatie. Omdat de Sint Maartenskliniek al meer dan 75 jaar gespecialiseerd is, hebben we een voorsprong en ik wil graag een bijdrage leveren aan het uitbouwen van die voorsprong”, aldus Van Houdenhoven. De ComPoli is een digitale poli waarin klikpraat-technologie en spraak- en taaltechnologie zijn geïntegreerd. Deze technologieën stellen patiënten met communicatieproblemen (door bijvoorbeeld taalproblemen, verminderde gezichtsscherpte of verminderde arm-/ handfunctie) in staat om via internet vragen te stellen over hun functioneren. Dat kan gaan over allerlei aspecten van het dagelijks leven, zoals communicatie, eten en drinken, mobiliteit, dagbesteding of omgang binnen het gezin. “Het is voor deze patiënten een zeer laagdrempelige manier om informatie en advies te krijgen”, aldus Beijer. Verzekeraar gezocht Beijer hoopt en verwacht dat een verzekeraar wil helpen om deze toepassing breed beschikbaar te maken. “Want de verwachting is dat een deel van de betreffende patiënten minder gebruik gaat maken van zorg. Patiënten zijn door de ComPoli beter geïnformeerd en kunnen ComPoli-adviezen zelfstandig integreren in hun handelen. Ook komen zij door tijdige doorverwijzing eerder bij de juiste zorgverlener terecht. De ComPoli heeft dus ook een preventief effect. Wij laten met dit project zien dat minder zorg en betere zorg heel goed kunnen samengaan.” mm lente 2014 UIT DE OUDE DOOS 7 Het viercellenbad Onder stroom Ondanks de merkwaardige situatie waarin deze dame zich bevindt, zit ze er toch rustig bij. Is dit niet gevaarlijk dan? Nee hoor, op deze foto (uit 1936) maakt de patiënte gewoon gebruik van het viercellenbad van de Sint Maartenskliniek, één van onze elektrotherapiebehandelingen destijds. In de bakken zat water en daar werd stroom doorheen gevoerd. Pijn zou daardoor verminderen en de doorbloeding van weefsels zou verbeteren. De eerste orthopeed van de Sint Maartenskliniek, dokter Bär, was een goed chirurg. Maar hij was ook aanhanger van de conservatieve orthopedie, ofwel behandelen zonder te opereren. Het ziekenhuis had dan ook een grote afdeling met verschillende therapieruimten, waaronder kamertjes voor de elektrotherapie. De Sint Maartenskliniek zette elektrotherapie in om spierweefselverval te voorkomen en om pijn te bestrijden. Onder andere bij reumapatiënten en patiënten met artrose aan heup of knie. Tegenwoordig gebruiken we voor elektrotherapie alleen nog maar de TENS (Transcutane Elektrische Neuro Stimulatie), vaak in combinatie met oefentherapie. Dit kan helpen om de vicieuze cirkel te doorbreken bij mensen die pijn niet onder controle krijgen. Het viercellenbad is circa twintig jaar geleden verdwenen uit de Sint Maartenskliniek. Zonde, want het leverde mooie plaatjes op! • 8 mm lente 2014 ONDERZOEK Nederlandse hoofdrol bij vaststellen nieuwe internationale criteria Betere en eerdere diagnose sclerodermie voor onderzoek Eind 2013 zijn nieuwe en verbeterde classificatiecriteria gepresenteerd voor mensen met systemische sclerose. Het gaat om een internationaal geaccepteerde standaard. De nieuwe criteria stellen onderzoekers en behandelaars in staat om een betere diagnose te stellen bij patiënten met deze ernstige reumaziekte én om patiënten eerder bij onderzoek te betrekken. Twee Nederlanders speelden een hoofdrol bij de totstandkoming van deze criteria: dr. Frank van den Hoogen van de Sint Maartenskliniek en dr. Jaap Fransen van het Radboudumc. Systemische sclerose, ook wel sclerodermie genoemd, is een zeldzame, chronische aandoening. Eén op de 10.000 Nederlanders lijdt eraan. De naam sclerodermie komt uit het Grieks en betekent ‘harde huid’. Het is één van de kenmerken van de ziekte die het bindweefsel aantast. Bij sclerodermiepatiënten worden te veel bindweefselcellen aangemaakt, waardoor de onderhuid verdikt, verhardt en verdroogt. De ziekte start vaak in de bloedvaatjes van de vingertoppen, maar kan zich uitbreiden naar de armen en inwendige organen, vooral longen, hart en nieren. Als de inwendige organen zijn aangetast, dan heeft dat een negatieve invloed op de prognose. Ongeveer veertig procent van deze patiënten komt binnen tien jaar te overlijden. Een nauwkeurige en snelle diagnose is van belang voor een optimale behandeling. Even voorstellen… Het Radboudumc en de Sint Maartenskliniek zijn actief betrokken bij studies naar oorzaak en gevolg van sclerodermie. Frank van den Hoogen is reumatoloog, onderzoeker en medisch manager Reumatologie van de Sint Maartenskliniek. Hij gaf de afgelopen vijf jaar, samen met de Amerikaanse onderzoekster Janet Pope, leiding aan een internationale onderzoeksgroep om te komen tot nieuwe en meer nauwkeurige criteria voor het vaststellen van sclerodermie bij patiënten. Jaap Fransen is epidemioloog/methodoloog en als onderzoeker verbonden aan de afdeling Reumatologie van het Radboudumc. Fransen: “Ik moest de klinische kennis van dokters vertalen in criteria die op groepsniveau bruikbaar zijn. We hebben daarvoor gegevens van echte patiënten gebruikt en die gecombineerd met de opinies van dokters die veel ervaring hebben met het herkennen van sclerodermie.” mm lente 2014 9 Expositie unieke portretten van mensen met sclerodermie In de gangen van de Sint Maartenskliniek in Woerden is vanaf 25 maart 2014 tot begin juni 2014 een serie unieke portretten te zien, waarmee sclerodermie een gezicht krijgt. De expositie ‘Sclerodermie in Beeld’ laat (net als het gelijknamige boek) 44 prikkelende portretfoto’s zien van mensen die deze ernstige reumatische aandoening hebben. Jessica Thonen-Velthuizen De expositie is een initiatief van sclerodermiepatiënte Jessica Thonen-Velthuizen: “Toen ik in 2006 in het Radboudumc lag voor een stamceltransplantatie had ik veel tijd om na te denken. Sclerodermie is een onbekende aandoening, hierdoor moest ik veel uitleggen. Het idee ontstond om een foto-expositie te realiseren om op een positieve, kunstzinnige wijze bekendheid te geven aan sclerodermie.” De foto’s werden professioneel gemaakt door de bekende popfotograaf HansPeter van Velthoven en een professionele visagist. De modellen, allemaal mensen met sclerodermie, werden uitgebreid De criteria De internationale onderzoeksgroep bestond uit verschillende vooraanstaande specialisten en onderzoekers uit Europa (18) en Noord-Amerika (17). Het traject startte in 2008 en is onlangs afgesloten met de presentatie van de classificatiecriteria op het jaarcongres van de American College of Rheumatology in San Diego (Verenigde Staten). Die nieuwe criteria bestaan uit een set van negen vragen met een puntensysteem en definities. Zo kan iedere arts, waar ook ter wereld, op dezelfde manier patiënten met sclerodermie herkennen voor studies. Tegelijk zorgen de criteria ervoor dat mensen met een ziekte die veel op sclerodermie lijkt, niet ‘per ongeluk’ toch als sclerodermiepatiënt gezien worden en aan de verkeerde studie deelnemen. Betekenis voor ‘de patiënt’ De nieuwe criteria zijn aanzienlijk nauwkeuriger dan de oude (uit 1980) en vormen een belangrijke verwend en mooi gemaakt voor de portretten. “Hierbij was het uitgangspunt om de ware ziel van de mens achter de sclerodermie te laten zien, en daar zijn we volgens mij goed in geslaagd”, aldus Thonen-Velthuizen. De eerste expositie werd in 2008 in de Sint Maartenskliniek in Nijmegen georganiseerd. Sindsdien waren de foto’s te zien in ziekenhuizen door het hele land, maar ook in Canada, Italië en Engeland. Dit leidde tot de publicatie van het fotoboek ‘Sclerodermie in Beeld’ en de stichting ‘Scleroderma Framed’. Tijdens en na de fotosessies vond er ook onderzoek plaats. Thonen-Velthuizen: “De Sint Maartenskliniek ondersteunde dit initiatief van het begin af aan en hun wetenschappers toonden aan dat deelname aan de fotosessies voor de modellen een positiever zelfbeeld opleverde.” Meer informatie? Ga naar www.sclerodermaframed.com. stap op weg naar het vinden van een betere behandeling voor deze ziekte. Van den Hoogen: “We gebruiken de criteria voornamelijk in onderzoek. Ze zijn niet hetzelfde als diagnostische criteria die een reumatoloog in de behandelpraktijk gebruikt. Zeker in het begin van de ziekte, wanneer diagnose een rol speelt, zijn er grote verschillen in hoe de ziekte zich presenteert bij patiënten. Daardoor zijn wel de meeste, maar niet alle patiënten in een standaard set criteria te ‘vangen’. De criteria zijn vooral toepasbaar voor wetenschappelijk onderzoek, wat noodzakelijk is om tot betere behandelingen te komen.” Fransen vult aan: “De criteria betekenen veel voor ‘de patiënt’ als groep. We gebruiken ze om te zorgen dat mensen in een studie echt sclerodermie hebben. En daardoor zullen de studieresultaten dus goed toepasbaar zijn op patiënten in de praktijk.” • 10 mm lente 2014 VRAAG EN ANTWOORD De artsen van de Sint Maartenskliniek krijgen dagelijks vele vragen van patiënten. Vragen over gezond bewegen, over opbouwen na een operatie, over toekomstverwachtingen, over leefstijl en over pijnbestrijding. In Dokter! Dokter! beantwoorden onze specialisten de meestgestelde vragen. Dokter! Dokter! Is er iets te doen aan vermoeidheid bij Sjögrenpatiënten? In Woerden biedt de Sint Maartenskliniek een multidisciplinair behandelprogramma (zorgpad) aan voor Sjögrenpatiënten met chronische, invaliderende vermoeidheid. Doel van het zorgpad is om die vermoeidheid te verminderen en de patiënten in staat te stellen om meer te doen. Daarvoor krijgen ze tien behandelsessies in vier maanden onder leiding van een psycholoog en een fysiotherapeut. Het zorgpad bestaat uit cognitieve gedragstherapie in combinatie met oefentherapie, waarbij de activiteiten geleidelijk worden uitgebreid (graded activity). Dit zorgpad is ontwikkeld met de afdeling Psychologie van het UMCU. Omdat wij het belangrijk vinden van al onze zorgpaden de resultaten te kennen, onderzoekt het UMCU de effecten van dit nieuwe behandelprogramma. Patiënten met het syndroom van Sjögren met ernstige vermoeidheid kunnen zich nog melden voor deelname aan dit zorgpad en bijbehorend onderzoek. Willemijn Noort-van der Laan reumatoloog Kan de slijmbeurs van de elleboog verwijderd worden? De slijmbeurs kan inderdaad operatief worden verwijderd, maar dit is niet altijd noodzakelijk. De slijmbeurs is een zakje gevuld met vocht. Het zorgt ervoor dat de huid gemakkelijk kan glijden over het bot van de elleboog. Als de slijmbeurs geïrriteerd of ontstoken raakt, ontstaat er zwelling die hinderlijk en pijnlijk kan zijn. Oorzaken zijn vaak mechanisch, bijvoorbeeld een val of langdurige druk op de slijmbeurs. Ontsteking van de slijmbeurs kan ook optreden bij reuma, jicht en bacteriële infecties. Niet-chirurgische behandeling bestaat uit aanpassing van de belasting van de elleboog, vaak gecombineerd met ontstekingsremmers of een corticosteroïdeninjectie. Wanneer de slijmbeursontsteking langdurig bestaat of vaak terugkomt, kan een operatie worden uitgevoerd waarbij de slijmbeurs in zijn geheel wordt verwijderd. Dit is een kleine ingreep die we in dagbehandeling kunnen uitvoeren. Douwe van Montfoort fellow orthopedie Na een jaar logopedie gaat mijn vrouw, een afasiepatiënt, niet meer vooruit. Zijn er nog opties? Als een patiënt langere tijd logopedie krijgt in de eerste lijn (een logopediepraktijk) is het verstandig de gestelde doelen en werkwijze opnieuw te beoordelen. Mogelijk zijn de gestelde doelen onhaalbaar, omdat niet-talige, cognitieve stoornissen de communicatie en/of de logopedische behandeling beïnvloeden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan geheugenproblemen. Ook is het mogelijk dat de fase waarin herstel optreedt – bijna – voorbij is. Dan adviseren wij de patiënt compensatietherapie. Dat is therapie om je aan te passen aan de blijvende taalstoornissen, bijvoorbeeld door het aanleren van spreken in telegramstijl of het gebruik van hulpmiddelen zoals een iPad. Het Afasieteam van de Sint Maartenskliniek verzorgt deze therapie. Ook kan het team onderzoeken hoe de logopedische therapie tot dan toe verlopen is en beoordelen of en welke nieuwe therapiedoelen haalbaar zijn. Marion Verhulsdonck revalidatiearts Heeft u een medische vraag aan de dokter? Mail deze naar [email protected] en wie weet staat uw vraag er volgende keer tussen. mm lente 2014 ORGANISATIE 11 De one-stop-go-formule In één afspraak klaar voor de operatie Eerst een afspraak met de orthopeed, twee weken later een afspraak om bloed te prikken en weer een week later een afspraak bij de anesthesioloog en apotheek. Het is erg vervelend als je drie keer naar het ziekenhuis moet reizen, terwijl je het gevoel hebt dat het ook in één afspraak geregeld had kunnen worden. Daarom maken de poli’s Orthopedie van de Sint Maartenskliniek in Nijmegen, Woerden en Boxmeer – waar mogelijk – gebruik van de zogeheten one-stop-go-formule. Wanneer uit het bezoek aan de orthopeed of het telefonische spreekuur blijkt dat een operatie noodzakelijk is, moet er een hoop geregeld worden ter voorbereiding op de operatie. Een patiënt moet naar het ziekenhuis komen voor de preoperatieve screening: onderzoeken (zoals een röntgenfoto), bloedprikken en voorbereidende gesprekken met de anesthesioloog over de verdoving en de orthopedisch consulent over de nazorg. We proberen dat zo efficiënt mogelijk te doen en alles op één dag te plannen. Een patiënt hoeft dan nog maar één keer naar de Sint Maartenskliniek te reizen. Vooral voor patiënten die ver weg wonen is dat prettig. Onverwachte boodschap Eén afspraak voor de operatie waarin alle gesprekken en onderzoeken worden gepland en binnen een week weten op welke datum de operatie is gepland. Dat is de one-stop-goformule. In Nijmegen vinden die afspraken soms zelfs plaats meteen nadat de orthopeed de diagnose heeft gesteld. De keuze om wel of niet Voorbereidend gesprek met de orthopedisch consulent meteen alle afspraken op één dag te doorlopen, is uiteraard aan de patiënt zelf. Vooral als de boodschap van de orthopeed om te opereren onverwacht komt, kiezen patiënten soms ervoor om er eerst nog een nachtje over te slapen. We plannen dan later alsnog een afspraak in voor de onderzoeken en gesprekken. Met een operatiedatum de deur uit In de Sint Maartenskliniek worden patiënten niet zomaar op een wachtlijst gezet om vervolgens een week of zelfs een paar dagen voor de operatie de definitieve operatiedatum te horen. Ze hoeven dus niet op het laatste moment nog van alles voor hun werk, gezin en andere verantwoordelijkheden te regelen. Na het poligesprek met de orthopeed weet u dus binnen een week op welke datum en door wie u wordt geopereerd. In Woerden en Boxmeer spreken we de voorlopige operatiedatum meteen met u af en in Nijmegen bellen we u binnen een week terug. Zo weet u meteen waar u aan toe bent. • 12 mm lente 2014 PATIËNTERVARING Lange lijdensweg door pijnsyndroom (CRPS) “Zelfs de aanraking van kleding op mijn huid deed pijn” Al ruim zes jaar woont Mariëtte Smits (59 jaar) in een klein dorp in het midden van Frankrijk, drie uur onder Parijs. Een plek waar het leven heeft stilgestaan, heel mooi en idyllisch. Behalve als je ziek bent… “Dan besef je dat de zorg er ook heeft stilgestaan”, vertelt ze. Het verhaal van Mariëtte begint eind 2012. Nadat ze haar armen en schouders had overbelast, verloor ze een beetje gevoel in de vingers van haar rechterhand. Ook had ze lichte pijn in beide schouders. Ze onderging twee osteopatische behandelingen, die de problemen echter fors verergerden. “Ook begon mijn hand op te zwellen”, zegt Mariëtte. “Vervolgens ben ik bij de huisarts, de orthopeed, de reumatoloog, de neuroloog, de fysiotherapeut en de acupuncturist geweest, maar na elk onderzoek en elke behandeling werden de klachten alleen maar erger.” Medische eilandjes “Het gebied waar wij wonen is een medische woestijn”, verklaart Mariëtte. “De specialisten werken apart van elkaar. Er was geen multidisciplinair overleg en er werd niet naar mij geluisterd.” Het advies van de huisarts was: “Dan doe je toch niks met je hand, als je daar last van hebt.” Aan CRPS (complex regionaal pijnsyndroom) is wel gedacht, maar de test was negatief. De diagnose werd uiteindelijk ‘ontstekingen’ en de behandeling ‘rust houden en pillen slikken’. “Zoveel pillen dat mijn lichaam helemaal van slag was. Ik kreeg haaruitval en dergelijke. En de rust voelde trouwens ook niet goed. De pijn werd in ieder geval niet minder”, aldus Mariëtte. Vreemde lichamelijke verschijnselen Een ellendige tijd brak aan voor Mariëtte. Ze kon haar rechterschouder, -arm en -hand niet bewegen zonder pijn, haar hand en onderarm waren dik, verstijfd en verkleurd, en ze had veel zenuwpijn. “Pijnstillers werkten niet meer. Ik transpireerde enorm, kon kleding amper op mijn huid verdragen vanwege de aanrakingspijn en ik moest mij laten verzorgen”, herinnert Mariëtte zich. “Ik kon mezelf namelijk niet aankleden en niet douchen. Zowel bewegen als niet bewegen verergerde de klachten. Ik zit niet gauw bij de pakken neer, maar toen was ik ten einde raad. Dat was psychisch erg zwaar. Het was een hele nare situatie, zonder licht aan het einde van de tunnel.” “Mijn brein is verkeerd gaan interpreteren” Slechte software “Ik was al het vertrouwen in hulpverleners kwijt”, zegt Mariëtte ernstig. “Maar toen wij lazen dat in Nederland andere criteria bestaan voor het vaststellen van CRPS, besloten mijn man Aart en ik – op advies van een bevriende Nederlandse huisarts – om het bij de Sint Maartenskliniek te proberen.” Op 24 april 2013 had ze voor het eerst een afspraak. Haar schouderblad en sleutelbeen bleken verkeerd te staan. Mariëtte: “En ik had dus wel CRPS! Een vreemde aandoening, ik heb het als volgt begrepen: mijn brein is verkeerd gaan interpreteren, de hardware was goed, maar de software niet. Waarschijnlijk ben ik door alle verkeerde diagnoses en behandelingen in Frankrijk in een soort – onbewuste – angsttoestand terechtgekomen. Het brein reageert dan alsof het lichaam in gevaar is, met pijnsignalen, zweten en rood worden. De signalen uit de hersenen waren daardoor niet in overeenstemming met de oorspronkelijke klachten in mijn schouder.” Vertrouwen opbouwen De revalidatiearts verwees Mariëtte naar de PEPTbehandeling (zie pagina 14) van de Sint Maartenskliniek, een therapie die is gericht op weer gaan bewegen. Ze moest alles wat ze van tevoren vermeed juist weer gaan doen. Ook al deed het erg pijn. “Ik begon dan ook met heel veel angst aan de behandeling”, vertelt ze. “Maar ik kreeg er al snel vertrouwen in, omdat er voor het eerst goed gekeken en geluisterd werd en omdat ik mij ook herkende in de gestelde diagnose. De therapeuten begeleidden me boven- mm lente 2014 Mariëtte Smits en haar man Aart in hun camper dien erg goed en stelden de juiste vragen. Als ik ze bijvoorbeeld vertelde dat ik een activiteit niet meer wilde doen, omdat dat veel pijn en zwelling veroorzaakte, vroegen ze of dat dan ook weer over ging. Ik durfde hierdoor weer te gaan bewegen.” Vanaf de eerste keer dat Mariëtte kwam, hebben de therapeuten ‘de boel’ constant opgerekt. Zij moest loslaten, ondanks haar angst en pijn. En het werkte! Hoe gaat het nu? “Na een paar weken merkte ik echt resultaat. De ergste klachten overdag waren weg. Ik kon mijn vingers en pols weer wat bewegen en die rare lichamelijke verschijnselen, zoals heftig transpireren en opzwellen, namen af. Die verbeteringen motiveerden enorm om veel te oefenen, en mede daardoor keerden mijn functies weer terug”, aldus Mariëtte. > 13 14 mm lente 2014 PATIËNTERVARING vervolg En hoe gaat het nu met haar, na de laatste behandelsessie? “Het lijkt een wonder dat ik nu, slechts een paar maanden later, nagenoeg alles weer kan doen. Mijn pijnklachten zijn bijna weg en die lichamelijke verschijnselen zijn geheel verdwenen. Ik ga nu anders om met pijn en angst; ik heb het besef gekregen dat ik de pijnklachten zelf positief kan beïnvloeden door anders te denken. Geen angst opbouwen en niet gaan vermijden. Dit heeft mijn leven veranderd.” “De pijn is zeker echt, alleen niet meer relevant” “De camper heeft een positieve rol gespeeld in de behandeling” Nomaden Ook Aart is veranderd door de behandeling. Hij werd er continu nauw bij betrokken, een kenmerk van de therapie. Aart: “Het was belangrijk dat ik begreep wat er gebeurde. Ik ben Mariëtte ook te veel als een patiënt gaan beschouwen, ik nam haar veel uit handen. Eigenlijk ben ik nog steeds te beschermend, het is moeilijk om dat los te laten.” Zes keer moesten ze naar de Sint Maartenskliniek voor de PEPT-behandeling, de tijd tussen de behandelingen werd daarbij steeds groter. Die hele periode verbleven ze in Nederland. “We hebben twee maanden in onze camper geleefd en op de mooiste plekjes van Nederland gestaan”, verklaart Mariëtte. “De camper heeft een positieve rol gespeeld in de behandeling; die haalde ons uit die vervelende thuissituatie. Begrijp me trouwens niet verkeerd hoor, we houden van ons plekje in Frankrijk en we willen zeker niet terug naar Nederland!” Au revoir! Mariëtte benadrukt nogmaals hoe blij ze is dat ze deze behandeling heeft gekregen. “Ik zou het wel van de daken willen schreeuwen en het aan iedereen willen vertellen die in dezelfde akelige situatie beland is geraakt”, zegt ze. “Ik heb geleerd dat je verder moet kijken als je geen vertrouwen hebt in zorgverleners. Dat had ik eerder moeten doen.” Vlak voordat ze terugreizen naar Frankrijk laat Mariëtte nog weten wat voor haar een van de belangrijkste momenten was tijdens de behandelperiode. “Ik vond het zo fijn toen ik weer zelf kon douchen en kleding over mijn hoofd kon aantrekken. Mijn eigen kleding. Dat was het moment waarop ik weer mezelf begon te worden.” • PEPT staat voor Pain Exposure Physical Therapy. Deze behandeling – voorheen ‘Functiegerichte therapie’ genaamd – is bewezen effectief bij mensen met CRPS (complex regionaal pijnsyndroom), ook wel posttraumatische dystrofie genoemd. Voor mensen met andere chronische pijnsyndromen kan de behandeling echter ook effectief zijn. Door de pijn heen “PEPT is een multidisciplinaire behandeling, waarbij een team met een revalidatiearts, ergotherapeut en twee fysiotherapeuten/manueel therapeuten de patiënt behandelt”, legt fysiotherapeut/manueel therapeut Robert Kersten uit. “Tijdens de therapie verbeteren we de beweeglijkheid van het pijnlijke gewricht of ledemaat. We vragen daarbij meteen de herwonnen functie te gebruiken in dagelijkse activiteiten. Belangrijk is dat de patiënt dit met vertrouwen doet, omdat hij of zij door de pijn heen moet bewegen om te verbeteren.” Om het vertrouwen te winnen, is een heldere communicatie en uitleg noodzakelijk. Bijvoorbeeld over de werkingsmechanismen van pijn en van het zenuwstelsel. Robert: “Vaak is er onbegrip over de aanwezige pijn, terwijl er geen aanwijsbare schade meer is. Maar de pijn is zeker echt, alleen niet meer relevant.” Minder pijn door meer bewegen De therapie is gericht op normaal herstel. Patiënten mogen in principe geen medicatie en hulpmiddelen meer gebruiken. Ook moet er altijd een naaste mee naar de behandeling, die onder andere leert de patiënt te stimuleren, feedback te geven en zeker niet te veel te ontlasten. Robert: “Vaak zit het pijnlijke gewricht vast. Door het wel weer te gebruiken, wordt het soepeler. Soms is daarvoor eerst een mobilisatie of manipulatie nodig. We proberen de functie van het pijnlijke gewricht of ledemaat te herstellen. Wanneer het normale gebruik in alle opzichten is hersteld, verdwijnt ook de pijn.” mm lente 2014 15 Extra spelers gezocht Rinus en zijn mede-basketballers willen graag meedoen aan een rolstoelbasketbalcompetitie in Nijmegen. Voor deelname hebben ze echter nog een paar extra teamgenoten (m/v) nodig. Moeten die nog ergens aan voldoen? Rinus: “Ze moeten niet bang zijn en hun armen en handen moeten nog functioneren.” Dat is alles. Laat die aanmeldingen dus maar binnenstromen! Bent u geïnteresseerd? Neem dan contact op met Stichting Koprol via 024 - 344 2111. ACHTERGROND Rolstoelbasketballen via Stichting Koprol “Je moet niet bang zijn!” In 2008 kreeg Rinus Preuter (51 jaar) uit Dieren in een ander ziekenhuis een nieuwe knie in zijn rechterbeen. Een standaard ingreep, die niet standaard verliep. Hij raakte namelijk besmet met de MRSA-bacterie. En die bacterie wilde niet meer weg. Hij verloor hierdoor zijn been, maar gelukkig niet zijn positieve instelling. Rolstoelbasketbal is tegenwoordig een van zijn passies. “Ook in de Sint Maartenskliniek hebben ze nog geprobeerd om die bacterie weg te krijgen”, vertelt Rinus. “Ze hebben de knieprothese eruit gehaald, alles schoongemaakt en het kniegewricht vastgezet. Maar de bacterie kwam telkens weer terug. Op een gegeven moment kreeg ik de keuze om mijn been te laten amputeren. Dat is natuurlijk een heel heftige beslissing, maar ik wist dat ze al alles hadden gedaan om mijn been te redden. Het had gewoon geen zin meer. Door de amputatie viel er een last van me af, ik kon weer verder met mijn leven.” Niet mokken Meteen na de amputatie begon de revalidatie in de Sint Maartenskliniek. Bijna vijf jaar was hij daar onder behandeling. In het begin zelfs vier à vijf keer per week. Rinus: “Ik wist waarvoor ik het deed, ik moest leren leven met die beperking. Je kunt ook wel zitten mokken, maar daar heb je niks aan. Ik heb mijn kop nooit laten hangen.” Voorheen sportte Rinus altijd veel. Hij was dan ook opgelucht toen hij tijdens zijn revalidatie weer mocht sporten. Vooral rolstoelbasketbal trok zijn aandacht. “Ik vind het een erg mooie sport. Gezellig, actief, competitief en soms ook hard. Want je kunt bijvoorbeeld uit je rolstoel vallen. Het is bovendien fijn dat de anderen weten wat je meemaakt, want ze maken het zelf ook mee”, aldus Rinus. Gezond en gezellig “In 2009 ben ik via de bewegingsagoog bij Stichting Koprol terechtgekomen”, gaat hij verder. “Die organiseren sport- en spelactiviteiten voor mensen met een beperking. Inmiddels train ik twee keer per week in de sporthal van de Sint Maartenskliniek, op maandag en woensdag. Sporten is voor mij heel belangrijk. Ik denk vaak aan de beperking die ik heb, gelukkig helpt sporten mij die sores even vergeten. Bovendien is het meegenomen dat het goed is voor de gezondheid. En voor de gezelligheid…” • 16 mm lente 2014 IN BEELD Peuterrevalidatie mm lente 2014 17 Ieder kind een eigen benadering De kinderen bij de peuterrevalidatie van de Sint Maartenskliniek hebben vaak een neurologische aandoening, waardoor zij een stoornis in het houdings-en bewegingsapparaat hebben. Daarnaast kunnen er verschillende problemen en beperkingen bestaan, bijvoorbeeld communicatieve problemen, grof-/ fijnmotorische problemen en/of gedragsproblemen. Elk kind heeft zijn eigen hulpvragen en heeft dus ook een individuele benadering nodig. Daarvoor zorgt een (multi/transdisciplinair) team dat een groep van zeven kinderen begeleidt: twee activiteitentherapeuten, een logopedist, een fysiotherapeut en een ergotherapeut. De peuterrevalidatie heeft vijf van die groepen. Ook zijn de revalidatiearts, orthopedagoog, maatschappelijk werker en speltherapeut bij de revalidatie betrokken. Drie à vier dagdelen in de week oefenen de kinderen (1,5 - 5 jaar) in een veilige, gestructureerde omgeving onder andere de communicatie, de motoriek, zindelijk- heid en de denkontwikkeling. Ze gaan vaak met stappen vooruit. Sommige kinderen stromen door naar het reguliere onderwijs. De meeste kinderen zien het als een ‘schooltje’. Ze moeten natuurlijk al veel leren, meer dan kinderen op een kinderdagverblijf of peuterspeelzaal, maar dit alles gebeurt uiteraard wel op een speelse manier. • Met dank aan Madelein Hoftijzer, activiteitentherapeut. 18 mm lente 2014 KORT NIEUWS Succesvolle behandeling chronische rugpijn is voorspelbaar De Sint Maartenskliniek biedt sinds 2006 een intensief trainingsprogramma (RealHealth) aan voor mensen met chronische lagerugpijn en doet ook voortdurend wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van dit programma. Nieuw onderzoek wijst uit dat met name mensen die voorafgaand aan de behandeling nog werken of studeren en middelmatige beperkingen in het dagelijks functioneren ervaren door hun chronische rugpijn, het meest gebaat zijn bij het RealHealthprogramma. Na één jaar bleek namelijk dat de succesvolle deelnemers aan het programma net zo goed functioneerden in hun dagelijks leven als gezonde mensen. Het onderzoek is uitgevoerd door de wervelkolomvakgroep van de Sint Maartenskliniek, onder andere door dr. Maarten Spruit, orthopedisch chirurg: “Het gaat hierbij om een beperkt aantal factoren bij de patiënt, die makkelijk in kaart te brengen zijn. Deze onderzoeksresultaten kunnen dus bijdragen aan een snellere en efficiëntere indicatiestelling voor de beste behandeling, en het RealHealthprogramma in het bijzonder.” Effectiviteit Inmiddels hebben meer dan 1100 mensen het complete trainingsprogramma van RealHealth gevolgd, inclusief de follow-up na een jaar. Rond dit programma zijn de afgelopen jaren diverse onderzoeken gedaan – onder verschillende groepen patiënten – om de werkzaamheid in beeld te brengen. Miranda van Hooff, onderzoeker binnen de Sint Maartenskliniek: “We kunnen niet anders concluderen dan dat het programma werkt! Verschillende onderzoeken laten dat heel duidelijk zien.” Sportmedisch centrum Maartenskliniek krijgt keurmerk voor topsporters Het sportmedisch centrum (SMC) Maartenskliniek in Nijmegen ontving in januari 2014 het officiële keurmerk Topsport Medisch Samenwerkingsverband (TMS) van de landelijke Stichting Certificering Actoren in de Sportgezondheidszorg (SCAS). In Nederland zijn er maar een beperkt aantal instellingen met zo’n keurmerk. Deze certificering geeft aan dat de zorg van de hoogste kwaliteit is, snel kan worden geboden en dat de organisatie beschikt over een breed netwerk om sporters zo volledig mogelijk te kunnen helpen. Mike Kattenbelt, manager van SMC Maartenskliniek: “We zagen al vaker topsporters en we waren ons bewust van de specifieke behoeften van deze doel- groep. Met de afronding van dit traject hebben we ons aanbod voor topsporters volledig aangevuld. Daarnaast betekende het ook een evaluatie van onze kwaliteit en op welke aspecten deze nog verder kon worden verbeterd.” Sportarts Els van den Eede benadrukt dat het topsportkeurmerk op alle patiënten van toepassing is: “Amateursporters, maar ook alle andere patiënten die bij ons komen met vragen over hun bewegingsklachten en sport, krijgen dezelfde aanpak en behandeling als topsporters. Een groot verschil is dat het bij topsporters direct gaat om hun baan. Als ze door een blessure niet kunnen sporten dan raakt hen dat direct in het inkomen. Daarom is het voor deze groep sporters van extra belang dat ze goede en snelle zorg krijgen.” Het sportmedisch centrum Maartenskliniek is onderdeel van de Sint Maartenskliniek. Voor meer informatie, zie: www.smcmaartenskliniek.nl. Mike Kattenbelt, manager van SMC Maartenskliniek mm lente 2014 COLUMN Nieuw wachtrijsysteem Maartensapotheek en bloedafname Op 10 januari 2014 namen we het nieuwe wachtrijsysteem van de Maartensapotheek en de naastgelegen bloedafname in gebruik. Dit systeem bestaat uit een zuil waar patiënten hun volgnummer kunnen kiezen en een drietal schermen. Bij het oude systeem (met de rode nummertjesapparaten) kwam het voor dat een patiënt niet wist aan welke balie hij/zij geholpen kon worden. Men had ook geen zicht op alle beschikbare balies en er kon geen voorrang worden verleend aan patiënten voor bepaalde korte handelingen. Deze problemen zijn in het nieuwe systeem verholpen. De informatie is nu zichtbaar op de schermen in de wachtruimte en het systeem brengt zelf de juiste volgorde aan voor de verschillende soorten wachtrijen. Ook tonen de schermen praktische informatie over de Maartensapotheek en de naastgelegen bloedafname. De medewerkers van de Maartensapotheek en bloedafname zijn erg blij met het systeem en krijgen zo ook meer zicht op de benodigde bezetting. Voordeel voor de patiënten is dat ze voorrang krijgen waar nodig en dat ze duidelijke informatie krijgen tijdens en over het wachten. De Patiëntenadviesraad (PAR) is betrokken bij het testen van de zuil en het systeem. WINNAAR Oog voor detail winter 2013/2014 De afbeelding is een detail van de rugleuning van een houten bank in de wachtkamer van de afdeling Radiologie. Mevrouw Huiskes uit Gorinchem was een van de lezers die dit goed hadden geraden. Zij vond die houten hoofden op de bank helemaal niet luguber, ze vond ze zelfs hartstikke leuk. Hopelijk vindt ze dat ook van de prijs die we binnenkort naar haar opsturen, want zij heeft de prijsvraag deze keer gewonnen. Over pillen enzo APK voor uw pillen Wist u dat 15.000 mensen per jaar worden opgenomen in het ziekenhuis vanwege bijwerkingen van geneesmiddelen? En dat de helft van deze bijwerkingen te vermijden was geweest? Deze geneesmiddelproblemen zien we vooral bij mensen die veel geneesmiddelen gebruiken. Zeker als deze geneesmiddelen door verschillende artsen worden voorgeschreven. Zo raakt het overzicht verloren. Daarnaast kun je niet alle geneesmiddelen zomaar met elkaar combineren. Sommige geneesmiddelen werken elkaar tegen, of soms zorgt het ene middel ervoor dat het andere middel sneller wordt afgebroken. Zo’n geneesmiddel heeft dan te weinig tijd om te werken. Een goed overzicht van welke geneesmiddelen iemand gebruikt, is dus belangrijk. Maar ook dat er periodiek gekeken wordt of het allemaal goed gaat met al die pillen. Een soort jaarlijkse APK voor je geneesmiddelen. Zijn alle geneesmiddelen bijvoorbeeld wel nodig? Soms kan er best met een geneesmiddel worden gestopt. Andersom kan ook: dat iemand te weinig geneesmiddelen krijgt. Zo worden maagbeschermers wel eens vergeten bij mensen die ontstekingsremmende pijnstillers gebruiken en is het raadzaam om bij geneesmiddelen voor botontkalking altijd vitamine D te gebruiken. Tijdens zo’n geneesmiddel-APK kan er ook gekeken worden naar mogelijke bijwerkingen, problemen bij het geneesmiddelgebruik, verkeerde doseringen of wisselwerkingen tussen tabletten. Steeds meer apothekers en artsen voeren zo’n medicatiebeoordeling uit. Meestal is dat niet voor niets, en worden er per patiënt twee tot vier adviezen gegeven om het geneesmiddelgebruik te verbeteren. Gebruikt u best wel wat geneesmiddelen? Neem dan gerust contact op met uw arts of apotheker, en vraag naar zo’n medicatiebeoordeling. Bart van den Bemt, apotheker 19 20 mm lente 2014 KENNIS Een nieuwe ‘nieuwe heup’ Tien vragen over een revisie van de totale h Het krijgen van een nieuw heupgewricht is voor veel mensen behoorlijk ingrijpend. Het – deels – vervangen van de totale heupprothese (de revisieoperatie) is meestal nog ingrijpender. Het is dan ook vaak een complexe ingreep. Orthopedisch chirurg Miranda Diks beantwoordt tien vragen over een revisieoperatie van de heupprothese. Wat is een revisieoperatie van de heupprothese? Diks: “Dat is elke operatie aan de heupprothese, nadat een totale heupprothese voor het eerst is geplaatst. Het kan zijn dat alleen één onderdeel van de heupprothese wordt vervangen, bijvoorbeeld alleen de kom, de kop of de steel. Een volledige vervanging van het kunstgewricht, ook wel een volledige revisie genoemd, is ook mogelijk.” Wanneer is deze operatie nodig? Diks: “Er zijn verschillende redenen om een revisieoperatie van een heupprothese te doen. Bijvoorbeeld bij instabiliteit van de prothese, loslating van de kom of de steel, een infectie of slijtage van de binnenbekleding van het kunststof kommetje.” Fysiotherapie na de revisieoperatie De behandeling van de fysiotherapeut is met name gericht op spierkrachtverbetering, coördinatie en looptraining. Bij revisies is het risico op het ‘uit de kom schieten’ duidelijk hoger. Rondom het heupgewricht zit kapsel dat zorgt voor de stabiliteit van het gewricht. Bij een revisieoperatie wordt dit kapsel voor de tweede of derde keer opengesneden en zal het gewricht daardoor wat minder stabiel zijn, met name de eerste weken na de operatie. De fysiotherapeut zal de risicobewegingen dan ook nog beter met de patiënt doornemen. Meestal duurt de fysiotherapie na de revisieoperatie minstens zes weken. Kan iedereen die last heeft van zijn of haar heupprothese een revisie krijgen? Diks: “Als iemand last heeft van zijn of haar totale heupprothese dan zoeken we eerst naar de oorzaak. Als we een duidelijke oorzaak van de klachten vinden, dan kunnen we meestal een revisieoperatie verrichten. Of iemand inderdaad een revisieoperatie kan ondergaan, hangt van verschillende factoren af. Zoals de lokale kwaliteit en kwantiteit van het bot en het functioneren van het hart en de longen of andere eventueel bijkomende ziektes.” Hoe lang gaat een heupprothese gemiddeld mee? Diks: “Als iemand voor het eerst een heupprothese krijgt, dan gaat deze gemiddeld vijftien jaar mee. De revisieheupprothese gaat in het algemeen korter mee. Ook dit is afhankelijk van vele factoren en kan per persoon verschillen.” Wordt altijd de hele prothese vervangen? Orthopedisch chirurg Miranda Diks Diks: “Nee, dat hoeft niet bij een revisieoperatie. We vervangen alleen het onderdeel van de prothese dat aan vervanging toe is. De rest van de prothese kan vaak blijven zitten. Als de steel blijft zitten en de kop wordt vervangen, dan zorgen we voor een mm lente 2014 heupprothese passende kop. Als ze beide loszitten of niet goed zitten, dan vervangen we ze uiteraard allebei. Bij een beschadiging aan de kop, kom of steel moeten we die wel verwijderen, ook al zit die goed vast.” Wordt eenzelfde soort prothese gebruikt als bij de eerste totale heupprothese? Diks: “Dat is heel erg afhankelijk van de kwaliteit en kwantiteit van het bot ter plaatse. Meestal gebruiken we bij de revisieoperatie niet dezelfde prothese. In grote lijnen zijn er twee typen heupprotheses: gecementeerd en ongecementeerd. En alle varianten zijn mogelijk. Eerst een gecementeerde en later een ongecementeerde steel of omgekeerd.” Waarom kan niet ieder ziekenhuis de revisieoperatie uitvoeren? Diks: “Niet iedereen heeft de expertise en ervaring om deze operaties te doen. Een revisieoperatie is vaak een complexe operatie en elke revisieoperatie is weer anders. Daarom is het belangrijk om het veel te doen, en niet iedereen krijgt daarvoor de kans tijdens zijn orthopedieopleiding of zijn werk als orthopedisch chirurg. Revisieoperaties worden in Nederland per jaar veel minder verricht dan primaire heupprotheses.” Zijn er verschillen in complexiteit? Diks: “Er zijn eenvoudige revisieoperaties, zoals het vervangen van de kom van de prothese. Maar er zijn ook moeilijke revisieoperaties. Bijvoorbeeld wanneer zowel de steel als de kom moeten worden vervangen. Soms moeten we daarbij ook bottransplantaat gebruiken. De operatie kan dan uren duren.” been, waarbij we een ‘luik’ in het bovenbeen maken. Of bij een gecementeerde steel moeten we eerst het cement eruit beitelen, wat weer risico’s geeft op breuken in het bovenbeen. Als de te vervangen delen eruit zijn, plaatsen we de nieuwe prothese of protheseonderdelen. De nieuwe heupprothese moet opnieuw goed gefixeerd worden in het bot. Omdat het bot ter plaatse vaak in meer of mindere mate verzwakt is door bijvoorbeeld een langdurig loszittende steel, moeten we vaak een langere steel plaatsen.” Hoe verloopt de operatie? Diks: “Als een steel of kom loszit, is het vaak eenvoudig om deze te verwijderen. Moeilijker is het als de kom of steel goed vastzit, maar er wel uit moet door een verkeerde positie of beschadiging. Voor het verwijderen van de kom gebruiken we dan een speciale ‘cupsnijder’. Bij een vastzittende steel is dat lastiger. Dan moeten we soms zagen in het boven- Hoe lang duurt het herstel na de operatie? Diks: “Dat is zeer wisselend en is afhankelijk van de patiënt en van de uitgevoerde ingreep. Soms kan de patiënt het been direct volledig belasten. Maar een bottransplantaat moet bijvoorbeeld twaalf weken ingroeien. De patiënt moet dan die hele periode op krukken lopen.” • 21 22 mm lente 2014 > > > > > > > > JEROEN KOMT THUIS NA DE OPERATIE > > > > > > > > > > > > > > > > HERSTEL IN DE TUIN > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > > HOE GAAT HET NU MET…? Jeroen Panhuizen, rugoperatie in 1986 “Niet opereren kon een dw In 1986 werd de vijftienjarige Jeroen Panhuizen, toen woonachtig in Capelle aan den IJssel, aan zijn rug geopereerd. Die operatie was noodzakelijk, omdat een wervel in zijn lage rug ‘uit de rij stond’. Zonder operatie was de kans op blijvend letsel (te) groot. Jeroen kijkt terug op zijn behandeling en vertelt hoe het nu met hem gaat. Behandelend arts G.H. Slot Toen hij elf jaar was, werd Jeroen aan zijn rug onderzocht. Hij had klachten doordat een wervel in zijn lage rug uit de rij stond. Dat was het gevolg van een aangeboren afwijking. De wervel gleed af, waardoor zijn ruggenmerg steeds verder in de verdrukking kwam. Hierdoor trad ook uitval in één van zijn benen op. Omdat Jeroen nog volop in de groei was, probeerden artsen een operatie uit te stellen. Wel vermeed hij sommige bewegingen. “Ik stopte met sporten en pakte altijd de lift in plaats van de trap. En ik kreeg fysiotherapie”, zegt Jeroen. “Want als de wervel verder zou afglijden, bestond de kans dat ik een dwarslaesie zou oplopen.” Complexe operatie Op den duur kon de operatie niet langer uitgesteld worden, omdat de kans op blijvend letsel te groot werd. De orthopedisch chirurg van het regionale ziekenhuis durfde de operatie niet aan. De ingreep was te complex. Uiteindelijk werd Jeroen naar de Sint Maartenskliniek verwezen waar hij werd geopereerd door dokter Slot. “De dokter plaatste eerst de afgegleden wervel terug in de geboorte-afwijkende stand en verrichtte vervolgens een zogeheten spondylodese. Daarbij worden twee wervels aan elkaar vastgemaakt”, legt Jeroen uit. Trainen in het gips “Na de operatie kreeg ik een gipskorset met broekspijpen aangemeten”, vertelt Jeroen. “Daardoor moest ik drie maanden plat op bed liggen. Thuis verzorgden mijn ouders me en trainde ik zelf mijn benen. Als ik op mijn zij werd gedraaid met het korset mm lente 2014 23 > > OP BEZOEK IN DE SINT MAARTENSKLINIEK > > > > > > > > > > > > > > > > > > > MEEDOEN AAN DE ZEVENHEUVELENLOOP 2013 > > > > > > > > > > > > > > > > > warslaesie betekenen” aan, spande ik steeds mijn bovenbenen aan om die te blijven trainen. Dat deed ik zodat ik beter kon staan en lopen als het gips eraf zou gaan.” Toen dat gips er eenmaal af was, kreeg Jeroen veel periodieke controles en fysiotherapie. Volgens dokter Slot had hij één groot voordeel. Jeroen: “Door mijn jonge leeftijd kon ik nog gemakkelijk iets aan mijn gedrag veranderen. Ik moest namelijk mijn dagelijkse handelingen aanpassen op een manier die beter was voor mijn rug.” Hardlopen zonder klachten Die ervaringen op jonge leeftijd met de medische wereld hebben de studiekeuze van Jeroen beïnvloed. Hij voltooide de opleiding Fysiotherapie en werkt nu nog steeds met veel plezier als fysiotherapeut. Jeroen: “Dokter Slot zei dat wat je kiest verantwoord moet zijn voor de rug en dat je het dan vol overgave kunt doen. Dat heb ik altijd onthouden.” Langzaam opbouwend en verantwoord begon hij weer te sporten. Met kennis van zijn lichaam en sportfysiotherapie. Sinds ruim één jaar beoefent Jeroen de hardloopsport, zonder klachten aan zijn rug. Hij zorgt er dan ook altijd voor dat hij getraind aan een wedstrijd begint. Jeroen vult zijn hardlooptrainingen aan met spierversterkende oefeningen. “Maar dat gaat bijna automatisch als fysiotherapeut”, vertelt hij lachend. Op de goede afloop “Zo’n zes jaar geleden kreeg ik weer klachten”, gaat Jeroen verder. “In het ziekenhuis bleek gelukkig dat het kraakbeen van mijn wervels er goed uitzag. In die periode werkte ik veel ’s avonds, zat ik lang in de auto en kluste ik in mijn huis. Dat had waarschijnlijk zijn weerslag op mijn lichaam.” Net als vroeger ging hij na het bezoek aan de Sint Maartenskliniek naar een pannenkoekenrestaurant in Berg en Dal. En hetzelfde deed hij eind vorig jaar met zijn ouders, vrouw en kinderen toen hij weer in Nijmegen was, voor de Zevenheuvelenloop. “Die mooie traditie van het pannenkoekenrestaurant bezoeken, is natuurlijk positief gevoed door de goede afloop van mijn rugbehandeling. Het is mooi om dat op deze manier met mijn gezin te kunnen delen.” Alles klopte Eind 2013 was Jeroen dus in Nijmegen voor – zijn eerste – deelname aan de Zevenheuvelenloop. Hij liep mee met het team van de Sint Maartenskliniek en zette een prachtige tijd neer van één uur en elf minuten. “Ik wilde de uitdaging met mijzelf aangaan. De Zevenheuvelenloop leek me geweldig, hierbij kom je bovendien langs de Sint Maartenskliniek. Het was een fantastische en ook wel emotionele ervaring. Alles klopte. Volgend jaar doe ik zeker weer mee”, aldus een stralende Jeroen Panhuizen. • 24 mm lente 2014 KENNIS Niet te hard van stapel lopen! Tips voor (beginnende) hardlopers Als de dagen langer en warmer worden, gaat bij menigeen het hardloopvirus kriebelen. Hardlopen wordt steeds populairder, ziet ook sportarts Els van den Eede van het sportmedisch centrum (SMC) Maartenskliniek. Zij geeft enkele tips om (weer) blessurevrij te beginnen met hardlopen. “ In principe is de bouw van de mens beter geschikt om te hardlopen dan om te zitten. Als je jong en gezond bent, kun je dus gewoon van start gaan. Voor mensen met een chronische ziekte of mensen die op latere leeftijd beginnen met hardlopen, kan een sportmedische keuring zinvol zijn. Op www.sportzorg.nl kan iedereen testen of het nuttig is om eerst zo’n keuring te doen. Verder kunnen mensen met overgewicht beter beginnen met minder gewrichtsbelastende sporten, zoals wandelen, fietsen of zwemmen. Rustig opbouwen We zien de meeste sportblessures bij mensen die een tijd niet hebben gesport. Vaak beginnen ze te fanatiek, waardoor de kans op een blessure groter wordt. Het lichaam moet namelijk weer wennen aan de belasting. Je kunt bijvoorbeeld de eerste paar keer starten met stevig wandelen in plaats van te gaan hardlopen. Ook een warming-up voorafgaand aan het hardlopen is aan te raden, zoals tien minuten wandelen. En heb je geruime tijd niet gelopen? Start dan met circa vijftig procent van de laatst getrainde afstand en trainingsduur. Ook snelheid speelt een rol. Begin altijd langzamer dan je eigenlijk zou willen. Er is een graadmeter om erachter te komen of je te hard van stapel loopt: als je kunt blijven praten tijdens het hardlopen, is het goed. Als je niet meer kunt praten, ga je te hard. Regelmaat en motivatie Het is noodzakelijk om conditie op te bouwen. Ook je spieren en gewrichten raken op deze manier gewend aan de hoeveelheid inspanning en belasting en raken dus minder snel geblesseerd. Maar om conditie op te bouwen, is regelmaat en dus ook motivatie nodig. Hoe leuk hardlopen na een tijdje ook is, in het begin is het zwoegen en mm lente 2014 zweten. Je hebt dus misschien al gauw de neiging om allerlei uitvluchten te verzinnen om een training over te slaan. Doe dit niet, kies bijvoorbeeld twee vaste avonden in de week en probeer je daar ook aan te houden. Meestal voel je na een zestal weken dat het beter gaat en na drie maanden kom je in een soort flow terecht, waardoor je plots begrijpt wat hardlopers bedoelen met een ‘runner’s high’. Vanaf dan gaat het als vanzelf. Je bent dan juist eerder gefrustreerd als je eens niet kunt, in plaats van dat je jezelf moet motiveren om toch maar die hardloopschoenen aan te trekken. Alleen of met een groepje? Het volgen van een hardloopschema helpt om rustig op te bouwen. Dergelijke schema’s zijn vaak via internet te vinden. Ook bestaan er speciaal daarvoor ontwikkelde apps of andere – digitale – hardloopcoaches, zoals ‘Evy’. Heb je de dag na de training veel spierpijn? Dan kun je het best dezelfde training nog eens herhalen voordat je een training verder gaat. Op deze manier loop je minder kans op een blessure. Wanneer je graag wat meer begeleiding wilt, is het ook mogelijk om in een loopgroep te trainen. Onder begeleiding hardlopen heeft veel voordelen. Zo leer je de techniek, verbetert je houding en loop je gemakkelijker. Ook werkt een groepje vaak goed voor de motivatie. Stel een doel Hardlopen is voor een geoefende loper meestal geen enkel probleem. Het begin is echter niet altijd een pretje. Stel daarom een doel om naartoe te werken, bijvoorbeeld een vijf-kilometer-wedstrijd. Dit helpt je om op de moeilijke momenten door te bijten, en achteraf kun je trots zijn op jezelf. Dan passen die moeilijke trainingen juist in de heroïsche verhalen over je behaalde succes. 25 Goed schoeisel Goede loopschoenen zijn erg belangrijk om blessurevrij en fijn te kunnen hardlopen. Ga bij voorkeur naar een speciaalzaak voor de aanschaf van goede schoenen. Het is niet altijd zo dat het duurste paar het beste is. En dat geldt ook voor de mooiste schoenen met gave kleurtjes… In een speciaalzaak kunnen ze je adviseren welke schoen voor jou het meest geschikt is. Wanneer je loopschoenen ouder dan drie jaar zijn, heb je waarschijnlijk nieuwe nodig. Toch een blessure Krijg je toch een blessure? Blijf dan niet te lang met het probleem lopen, maar zoek medische hulp om verergering van de klachten tegen te gaan. • ” Sportarts Els van den Eede werkt voor de Sint Maartenskliniek en het sportmedisch centrum van de Sint Maartenskliniek, beide in Nijmegen. Sinds januari 2014 vult zij bovendien één dag in de week het team van orthopeden bij de Sint Maartenskliniek in Boxmeer aan. Daar houdt zij iedere dinsdag sportspreekuur. Sporters van elk niveau kunnen op dit spreekuur terecht voor advies en behandeling van klachten op het gebied van houding en beweging. 26 mm lente 2014 PATIËNTERVARING Uitgebreide medische geschiedenis “De pijnstillers werkten niet meer, omdat ik er al zoveel had geslikt” Elly Stolk-van Troost (64 jaar) uit Veghel heeft al een flink medisch dossier opgebouwd: een knieprothese, een enkelprothese, een nieuwe knieprothese (revisie), artrose en artritis. Ze weet wat pijn is. En daardoor ook hoe fijn het is om geen pijn te hebben. Voorlopig is ze nu wel klaar met medische ingrepen, toch? Elly: “Mogelijk krijg ik ook nog een nieuwe heup…” “Veertien jaar geleden kreeg ik klachten in mijn linkerknie”, vertelt Elly. “In het streekziekenhuis vonden ze mij echter nog te jong voor een knieprothese. Jarenlang liep ik vervolgens rond met pijn, totdat ik in 2007 eindelijk de ‘nieuwe knie’ kreeg. Helaas begon op dat moment ook mijn linkerenkel behoorlijk op te spelen. Mijn dochter woont in de Jordaan, ik kon daar gewoon niet lopen over die kinderkopjes. Dat deed te veel pijn.” Het streekziekenhuis verwees Elly door naar de Sint Maartenskliniek voor de enkelbehandeling. Toen de conservatieve behandeling niet werkte, besloot de orthopedisch chirurg om een enkelprothese te plaatsen. Elly: “Die is in 2010 geplaatst en dat was een enorme verbetering! Ik kon weer meer lopen, ik kon weer meer doen en ik had geen pijn meer. Gelukkig maar, want de pijnstillers werkten niet meer, omdat ik er al zoveel had geslikt.” Technisch hoogstandje Tijdens het revalidatietraject van de enkeloperatie kreeg Elly problemen met de eerder geplaatste knieprothese. Die bleek ontwricht te zijn. “In 2012 moest ik daarvoor een revisieoperatie ondergaan, met een vervanging van de knieschijf en de achterste kruisband”, legt Elly uit. “Het was een flinke operatie, ik heb toen zelfs tien dagen in het ziekenhuis gelegen. Alles is goed gegaan en ik ben weer pijnvrij.” Ze geeft aan dat er voor haar in de Sint Maartenskliniek een wereld openging door de gebruikte technieken en alle mogelijkheden. Elly: “Zo maakte de dokter – vanwege een krom scheenbeen – bij de revisie met een lange pen onder de knie nog een soort verstek met versteviging. Dat vond ik zeker een technisch hoogstandje!” Zou dat wel wat zijn? “Voor mijn artrose verwees de orthopedisch chirurg mij naar de reumatoloog. Die constateerde bovendien dat ik soms gewrichtsontstekingen heb”, gaat Elly verder. De reumatoloog raadde haar een multidisciplinaire behandeling aan. In eerste instantie vond Elly dat niet nodig. Toch heeft ze de behandeling een kans gegeven, want ze hoopte daar beter te leren lopen. Elly: “Ik ging er behoorlijk ambivalent naartoe. Maar uiteindelijk heb ik er veel van geleerd. De behandeling was zeer professioneel en de fysiotherapeut heeft me ook beter leren lopen. Ik ga natuurlijk niet meer de Vierdaagse lopen, maar een boswandeling lukt nu bijvoorbeeld wel. Ik let er wel op dat ik de protheses niet te veel belast, zodat ze langer meegaan.” “Het was een flinke operatie. Ik heb toen zelfs tien dagen in het ziekenhuis gelegen” Positief verrast Wat leerde ze dan nog meer tijdens de multidisciplinaire behandeling? Elly denkt even na en geeft vervolgens een enthousiaste samenvatting. “De ergotherapeut gaf tips over hoe ik dingen anders en gemakkelijker kon doen en ik kreeg begeleiding bij mijn medicijngebruik, waardoor ik nu veel minder slik. Ik had erg fijne ontspanningstherapie en hydrotherapie in een verwarmd zwembad. Verder was ik nog positief verrast door de begeleiding van de psycholoog. Die ondersteunde mij bij de acceptatie van mijn beperkingen. Ik leerde doelen stellen en de lat minder hoog te leggen. De geest wil namelijk nog zoveel, maar het lichaam weigert soms.” Dubbele handicap Gelukkig weigert het lichaam niet altijd. Daarom besloot Elly vorig jaar om met een groepsfietsvakantie mee te gaan in het heuvelachtige OostEngeland. “Dat was echt fantastisch om te doen”, blikt Elly terug. “Fietsen is minder belastend voor de mm lente 2014 gewrichten dan lopen. Ik had mijn eigen fiets mee, uiteraard wel met trapondersteuning. Het was zó goed bevallen dat we dit jaar weer op fietsvakantie gaan, nu in de Provence in Frankrijk.” Sowieso zit Elly niet stil. Zo golft ze ook regelmatig. “Ik gebruik dan wel een golfkarretje. We maken vaak grapjes dat ik een dubbele handicap heb bij het golfen.” In de put “Pijnvrij zijn is het belangrijkste wat de operaties me hebben opgeleverd”, zegt Elly. “Pijn heeft een weerslag op veel dingen. Ik heb daardoor bijvoorbeeld geestelijk wel eens in de put gezeten. Ik maakte me ernstig zorgen over mijn toekomst, over een toekomst met meer pijn en wellicht een rolstoel. Dankzij de protheses ben ik ook weer mobiel en dat verrijkt mijn leven. Ik kan weer naar buiten, ergens naartoe.” Dat ze dat weer kan doen op gewone schoenen vindt ze ook erg fijn. Elly is namelijk geen fan van orthopedische schoenen. “Met die orthopedische schoenen zie je er vanzelf al gehandicapt uit!” Leren relativeren Elly beseft zich dat ze een heftige vijf jaar achter de rug heeft met al die operaties, overige behandelingen en dat ijzerwerk in haar been. “Maar ik ben er uiteindelijk qua pijn en bewegingsvrijheid goed uitgekomen”, zegt ze met een glimlach. “Bovendien heb ik in de Sint Maartenskliniek goed leren relativeren. Ik heb daar veel mensen gezien met veel ernstiger letsel dan ik had. Dat blijft me wel bij. O ja, had ik al verteld dat ik mogelijk ook een nieuwe heup krijg? Ja, weer aan de linkerkant.” • 27 28 mm lente 2014 DIGITAAL Chatspreekuur met de reumatoloog Klinefelter en osteoporose, hoe zit dat? Op uitnodiging van de Nederlandse Klinefelter Vereniging ging onze reumatoloog Karen Bevers in gesprek met patiënten, ouders en partners over Klinefelter en osteoporose. Niet in een zaaltje, maar online op het chatspreekuur van de Klinefelter Vereniging. Klinefelter wat is dat? Het Syndroom van Klinefelter is een chromosoomafwijking die alleen bij jongens en mannen voorkomt. Naar schatting 1 op de 500 jongens wordt met het Syndroom van Klinefelter geboren. Jongens en mannen met Klinefelter zien er niet anders uit dan andere jongens en mannen, maar ondervinden meestal wel veel last van de aandoening. Vaak hebben ze problemen met bijvoorbeeld praten, schrijven, concentreren, geheugen en coördinatie. Ook hebben ze een grotere kans op andere aandoeningen zoals osteoporose, oftewel botontkalking. Dit was dan ook het onderwerp van het chatspreekuur met Karen Bevers. Niet anders dan offline Het was de eerste keer dat Bevers patiënten op een chatspreekuur sprak. “De inhoud van de vragen was echter niet anders dan op het osteoporosespreekuur of wanneer ik een lezing bij een patiëntenvereniging geef. Je merkt wel dat deelnemers allemaal goed zijn voorbereid en met gerichte vragen komen en dat het daardoor erg snel kan gaan”, legt ze uit. “Op deze manier online een diagnose stellen, is nog niet mogelijk. Daarvoor moet ik de patiënten toch echt zien. Maar het is wel een laagdrempelige manier om mensen hun vragen te laten stellen.” • Een greep uit het chatlogboek van dit online spreekuur: @ @ Timmiej29: Als je de testosteron capsules niet regelmatig inneemt is de kans op osteoporose dan groter? Dr_Bevers: Het lijkt erop dat testosteroncapsules vaak helpen om osteoporose te voorkomen of tegen te gaan. Dat werkt overigens niet bij alle Klinefelter-patiënten. Patri1975: Mijn man heeft Klinefelter, hij heeft ook iedere keer last van de botten (been en rug) maar er is alleen wat slijtage bij de voet geconstateerd. Komt dat meer voor bij mensen met Klinefelter? Dr_Bevers: Tja, pijn komt vaak eerder door artrose (slijtage) dan door osteoporose. Die twee aandoeningen zijn niet aan elkaar verwant. Bij mijn weten komt artrose niet vaker voor bij Klinefelter-patiënten dan in de algemene bevolking. @ Reumatoloog Karen Bevers (Dr_Bevers) NickAnja: Wat kun je er tegen doen bijvoorbeeld voeding? Dr_Bevers: Je kunt het met voeding niet echt voorkomen of tegengaan, maar het kan wel helpen achteruitgang tegen te gaan. Belangrijk zijn 3 dingen: calcium (zuivel), vitamine D en bewegen (sporten). @ Gerry: Gaat sporten botontkalking tegen? Dr_Bevers: Ah, sporten! Goede vraag: ja hoe meer je sport / de botten belast, hoe steviger de botten worden. Helpt dus! mm lente 2014 @ Beheerder: Wat is osteoporose precies? Dr_Bevers: Osteoporose is het broos worden van botten, waardoor deze sneller breken. Iedereen kan het krijgen, maar het treedt met name op bij het ouder worden. Daarnaast zijn er andere onderliggende oorzaken, zoals het gebruik van prednison, ondergewicht en een tekort aan bepaalde mannelijke of vrouwelijke geslachtshormonen. @ @ Dr_Bevers: Dat is op zich een goed teken. Maar het kan toch ontstaan in de loop van de tijd; één keer meten is niet heel ingewikkeld en dan weet je waar je staat. Overigens krijgt maar 15 % van de Klinefelter-patiënten osteoporose. Gerry: Is het verstandig om naast een botscan ook bloed te prikken op vitamine D? Dr_Bevers: Nou, dat is tegenwoordig wat verlaten. De botdichtheidsmeting is inderdaad de enige manier om de botdichtheid exact vast te stellen. Vitamine D geven we er tegenwoordig standaard bij, omdat vrijwel iedereen te kort komt. @ Johs: Als je eenmaal last hebt van osteoporose, kan dit proces dan nog omgedraaid worden? Dr_Bevers: Het proces van osteoporose kan inderdaad omgedraaid worden. Met medicijnen kun je de botdichtheid daadwerkelijk weer laten toenemen en de kans dat je iets breekt daarmee weer laten dalen. Peer: U zei net dat osteoporose in je sluipt zonder dat je het in de gaten hebt. Wij mannen met Klinefelter zijn hier gevoelig voor, en daarom wordt aangeraden regelmatig te laten controleren. Ik ben nergens onder behandeling, stoot me heel vaak en ook hard, maar ik breek niks. Hoe zinnig is het voor mij me te laten onderzoeken? @ Siep: Kan artrose een gevolg zijn van osteoporose? Dr_Bevers: Artrose is geen gevolg van osteoporose. Het staat er los van. Artrose is slijtage van gewrichten, osteoporose zit in de botten. 29 30 mm lente 2014 HET APPARAAT Pijnpompje Verdoving op maat Orthopedische operaties zijn meestal pijnlijk. Er zijn verschillende manieren om de pijn van patiënten na zo’n operatie zoveel mogelijk te verlichten. Eén daarvan is het gebruik van een pijnpompje dat wordt aangesloten op een dun slangetje dat vlak bij de zenuw wordt geplaatst, een zogeheten perifere zenuwkatheter. We gebruiken dit pijnpompje uitsluitend bij operaties aan de armen of de benen. Het operatiegebied wordt gevoelloos gemaakt door de zenuwen die de pijn geleiden te verdoven. De anesthesioloog kan ook een katheter bij de zenuwen plaatsen. Door het pompje aan te sluiten op deze perifere zenuwkatheter kunnen we een lokale verdovingsvloeistof toedienen die direct op de juiste zenuwen inwerkt. Daardoor blijft de verdoving doorwerken. Het pijnpompje veroorzaakt nauwelijks tot geen bijwerkingen. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld morfine, waar de patiënt vaak suf en misselijk van wordt. Het enige nadeel van het pijnpompje is dat het geopereerde ledemaat verdoofd is. In de tijd dat de pijnstilling wordt toegediend, kan de patiënt daar dus niet veel mee doen. Meer comfort Het pijnpompje – dat in principe niet langer dan drie dagen blijft aangesloten – betekent meer comfort voor de patiënt. Dat komt met name omdat de verdoving lokaal is en weinig bijwerkingen heeft. Maar ook omdat de anesthesioloog de instellingen van de pomp per individuele patiënt kan aanpassen en zo kan voorkomen dat iemand te veel pijnstilling krijgt. Met een druk op de knop De anesthesioloog beslist hoe het pompje wordt gebruikt en dus wat de wijze van toediening is. Dit kan namelijk op verschillende manieren gebeuren: 1. De verdovingsvloeistof wordt automatisch continu toegediend via de pomp. 2. De PCA-methode (Patient Controlled Analgesia): de patiënt kan zelf de plaatselijke verdoving regelen. Het pompje is verbonden met een bedieningsknop die de patiënt kort indrukt als hij/zij te veel pijn voelt. Daardoor wordt pijnstilling via de lokale katheter toegediend. De anesthesioloog stelt in hoeveel een patiënt kan toedienen per keer en per uur. De patiënt kan dus wel te veel drukken, maar nooit te veel krijgen. 3. Een combinatie van de continue toediening en de PCA-methode. Welke methode gekozen wordt, is onder andere afhankelijk van het soort operatie. Maar niet te laat drukken… Het effect van de pijnstilling laat ongeveer vijf tot vijftien minuten op zich wachten. Patiënten die zelf op de knop moeten drukken, adviseren we daarom altijd om niet te wachten tot de pijn te hevig is. Ze kunnen beter al drukken als ze voelen dat de pijn erger wordt. • Met dank aan Ruud Stienstra, anesthesioloog. mm lente 2014 31 CONTACTINFORMATIE De Sint Maartenskliniek is als enige ziekenhuis in Nederland volledig gespecialiseerd in houding en beweging. Patiënten kunnen bij ons ziekenhuis terecht voor behandeling van eenvoudige tot zeer complexe aandoeningen op het gebied van orthopedie, reumatologie en revalidatiegeneeskunde. Reumatologie Verwijzing Polikliniek Nijmegen Afgezien van het sportmedisch centrum Maartenskliniek geldt voor elke aanvraag voor een afspraak, dat u een verwijzing nodig heeft van uw huisarts of specialist. Telefoon (024) 365 94 09 (ma - vrij, 08.30 -16.30 uur) Polikliniek Woerden Telefoon (0348) 42 78 00 Orthopedie Polikliniek Leidsche Rijn Telefoon (0348) 42 78 00 Voor het aanvragen van een afspraak op de locaties in Nijmegen en Woerden kunt u ook het formulier op onze website invullen: www.maartenskliniek.nl praktische info afspraak aanvragen Polikliniek Nijmegen Telefoon (024) 365 96 59 Polikliniek Woerden www.maartenskliniek.nl praktische info afspraak aanvragen second opinion orthopedie Polikliniek Boxmeer Acute zorgpoli Polikliniek Panningen Met acute letsels (kneuzingen, verstuikingen, snijwonden en botbreuken, uitgezonderd breuken aan het hoofd) kunt u 24 uur per dag terecht bij de Acute zorgpoli. Telefoonnummer (024) 365 93 91 Telefoon (024) 365 94 09 Pijnbehandelcentrum Nijmegen Telefoon (0485) 84 53 50 Second opinion orthopedie Voor een aanvraag moeten zowel patiënt als verwijzer het registratieformulier invullen via onze website: Revalidatiegeneeskunde Polikliniek Nijmegen Telefoon (0348) 42 78 00 Polikliniek Boxmeer Telefoon (0485) 84 53 82 Telefoon (024) 365 96 59 (ma - vrij, 08.30 - 17.00 uur). Website: www.maartenskliniek.nl behandelingen pijnbehandelingen Telefoon (024) 365 94 00 (ma - vrij, 08.00 - 16.30 uur) Polikliniek Boxmeer Telefoon (0485) 84 52 55 RealHealth Polikliniek CWZ Telefoon (024) 684 16 40 Website: www.realhealth.nl Telefoon (024) 365 87 68 Polikliniek Tiel Telefoon (0344) 67 38 80 Sportmedisch centrum Maartenskliniek Patiënten kunnen met en zonder verwijzing terecht bij de sportarts voor een consult, keuring of inspanningstest. Afhankelijk van het verzekerde pakket worden de kosten hiervoor al dan niet vergoed. Voor het aanvragen van een afspraak kunt u ook het formulier op onze website invullen: www.smcmaartenskliniek.nl afspraak maken Locatie Nijmegen Telefoon (024) 378 65 44 (ma - vrij, 09.00 - 16.30 uur) Website: www.smcmaartenskliniek.nl ZOOM-IN Telefoon (024) 327 27 17 Website: zoom-in.maartenskliniek.nl Patiëntenadviesraad Locatie Beuningen Telefoon (024) 378 65 44 (ma - vrij, 09.00 - 16.30 uur) Website: www.smcmaartenskliniek.nl E-mail PAR Nijmegen: [email protected] E-mail PAR Woerden: [email protected] Volg de Maartenskliniek op twitter! www.twitter.com/maartenskliniek OOG VOOR DETAIL Een eenvoudige deze keer. Een kam of een heggenschaar? Misschien. Of is het toch iets anders? Weet u misschien om welk detail het gaat en waar het zich bevindt? Mail dan uw antwoord naar [email protected] o.v.v. uw naam en adres. Onder de juiste inzendingen verloten we een prijs.
© Copyright 2024 ExpyDoc