Notitie - Een andere kijk op het groen in de openbare ruimte

Een andere kijk op het groen in
de openbare ruimte
(omvormen om te bezuinigen)
Gemeente :
Steller:
Afdeling:
De Friese Meren
Ronald Stegink
Ruimtelijk beheer
Datum:
juni 2014
Inhoudsopgave
Inleiding
2
Uitgangspunten
1.
Wat is openbaar Groen
1.1. Wettelijk kader
1.2. Huidige situatie
1.3. Wijkbeheer
2.
Omvormingen
2.1. Kaders
2.2. Voorwaarden voor omvormingen
2.2.1. Beplanting typen
2.2.2. Technische randvoorwaarden
2.2.3. Functionele randvoorwaarden
2.3. Verwachte knelpunten
3.
Beheerstechnische ingrepen bomen
3.1
Veiligheid
3.2
Besmettingsgevaar
3.3
Standplaatsverruiming
3.4
Onevenredig veel onderhoud
4.
Zelfbeheer/ participatie
4.1
Voor –en nadelen zelfbeheer
4.2
Kaders zelfbeheer
5.
Investeren in behoud ruimtelijke kwaliteit
5.1. Investering en structurele besparing
5.2. Investering per omvorming
6.
Communicatie
6.1. Communicatieplan
3
4
4
5
6
7
7
9
9
9
11
12
14
14
14
15
15
16
16
17
18
18
19
20
21
Bijlage 1. Voorbeelden omvormingen
1
Inleiding
De bezuinigingen door de regering gaan ook de gemeente de Friese Meren niet voorbij.
Om de begroting de komende jaren sluitend te houden, moeten er op verschillende gemeentelijke
taken flink worden bezuinigd. Een van de bezuinigingstaken zal zijn het onderhouden van de
openbare ruimte.
Deze nieuwe kijk op het groen in de openbare ruimte geeft de uitwerking weer van de door Raad
besloten structurele bezuinigingstaak van € 334.364,- op het openbaar groen.
Met deze notitie wordt weergegeven hoe er op het huidige budget voor het openbaar groen
bezuinigd kan worden, maar het beeld van de openbare ruimte redelijk tot goed blijft.
2
Uitgangspunten
•
•
•
•
•
•
•
•
Bezuinigen zonder verloedering van de openbare ruimte
kwaliteit van het groen blijft behouden, maar verlagen van de kwantiteit is noodzakelijk.
Er zijn duidelijke kaders voor het omvormingen (veranderingen) van groen
Groen minder versnippert, maar op focus locaties
Bomen voldoende ruimte geven om te groeien.
Zelfbeheer/ participatie is mogelijk via lokale organisaties
Investeringen zijn nodig om te kunnen bezuinigen
Communicatie heeft een grote rol
3
1. Wat is openbaar Groen?
Openbaar groen heeft de waarde voor de leefbaarheid, gezondheid en natuur. Daarnaast heeft
openbaar groen een economische waarde. De groene ruimte biedt mogelijkheden voor recreatie en
ontmoeting. Het is aantrekkelijk om in een groene ruimte te wonen en te recreëren. Fraai ingericht
en goed onderhouden groen heeft een positieve invloed op de gezondheid van mensen, sociale
cohesie, ecologische kwaliteit, economische waarde en stimuleert te bewegen. Groen kan
schadelijke stoffen opnemen en invangen en hierdoor bijdragen tot een gezonder milieu. Groene
omgeving vormt een aantrekkelijke vestigingslocatie en objecten en nabij of in groen hebben een
economische waarde. Het doel van het openbaar groen is het bieden van een veilige, duurzaam en
aantrekkelijke woon- en recreatie omgeving.
In deze notitie wordt ingegaan op de bezuinigingen in het openbaar groen. Daarbij dient wel te
worden opgemerkt dat de rest van de openbare ruimte (wegen (incl. straatmeubilair en openbare
verlichting), water (vaarwegen en watergangen), sportvelden en begraafplaatsen) qua beeld en
beeldvorming niet los van elkaar kunt zien.
Openbare ruimte
Groen
Wegen
Water
Begraafplaatsen
Sport
1.1 Wettelijk kader
Voor groenbeheer geldt een kader van wetten en regelingen. De belangrijkste hiervan zijn: het
Burgerlijk Wetboek waarin de zorgplicht van de beheerder is vastgesteld en de Flora- en Fauna wet.
De gemeente gaat in 2014 het groenbeheer op een bestendige manier uitvoeren voor de
bescherming van flora en fauna. In de visie van de Friese Meren komt dit naar voren in onderstaande
speerpunten uit de visie:
• Ruimtelijke kwaliteit als speerpunt voor het bestuur en de ambtelijke organisatie
van De Friese Meren: wij respecteren en zetten ons actief in voor het behoud van
de kwaliteit van de open ruimte.
• De openheid en diversiteit die als kernkwaliteiten het landschap van De Friese Meren
kenmerken houden wij in stand.
• Water en bossen zijn beeldbepalende elementen in het landschap van De Friese Meren. Wij
koesteren en benutten actief de kracht van deze elementen voor zowel landschappelijke
doeleinden als recreatie & toerisme en werkgelegenheid.
4
1.2 Huidige situatie
Het huidige groen werd in de drie voormalige gemeenten op verschillende manieren onderhouden.
In Skarsterlân werd gewerkt volgens een van te voren door de raad vastgesteld beeldkwaliteit-niveau
en in Lemsterland en Gaasterlân-Sleat werd gewerkt volgens het onderhoudsrondensysteem.
In juni en in september van 2013 heeft een extern ingenieurs bureau een nulmeting gehouden om te
beoordelen wat het onderhoudsniveau is in de gehele gemeente. Uit de resultaten van deze
nulmeting blijkt dat het
verzorgingsniveau in de gemeente
overal basis is, de kwaliteit van de
openbare ruimte enorm verschilt. Met
name in voormalig Lemsterland blijkt
de kwaliteit beduidend minder te zijn
dan in overige delen van de gemeente.
De vastgestelde hoge niveau locaties in
voormalig Skarsterlân worden niet
gehaald. Dit wordt meestal veroorzaakt
door een bepaalde inrichting van de
openbare ruimte.
In het kader van harmonisatie van het
areaal zijn begin 2013 alle
oppervlaktes; gazon, heesters en
aantal bomen in het openbaar groen
samen gevoegd. Uit deze harmonisatie
bleek dat ongeveer 70 % van het areaal
digitaal bekend is. In 2013 en 2014 is
de gehele openbare ruimte
geïnventariseerd, dit geeft nu een
volledig beeld van het totale areaal. In
de huidige situatie zijn de verschillen in
de inrichting en kwaliteit van de
openbare ruimte tussen de voormalige
gemeenten groot.
Vanaf 2013 is zoveel mogelijk gewerkt
naar een geharmoniseerde werkwijze in het onderhoud van de openbare ruimte, waarmee de
verzorgende staat overal in de gemeente op een basis niveau is gekomen. In 2014 wordt de
buitendienst gereorganiseerd waarmee de harmonisatie in het beheer en onderhoud overal gelijk
gesteld wordt.
In 2013 is het openbaar groen in de Balk, Lemmer en Joure doormiddel van een veldinspectie
beoordeeld en is geanalyseerd welke groenelementen in aanmerking kunnen komen voor
omvorming. Begin 2014 is door de Raad het begrotingsvoorstel aangenomen, waardoor de
investeringen voor de omvormingen goed gekeurd zijn. De uitwerking van het begrotingsvoorstel
voor de omvormingen zijn in deze Notitie verwoord.
5
1.3 Wijkbeheer
Alle medewerkers die zijn ondergebracht bij de uitvoerende dienst wijkbeheer, worden ingezet voor
het onderhoud van het openbaar groen. Ruim 80 % van de werkzaamheden bestaat uit groen
onderhoud en 20 % zijn taken die wijkgericht zijn, zoals afhandelen van klachten en meldingen,
diensten voor evenementen en verder onderhoud aan de openbare ruimte (speelterreinen,
bebording, paaltjes en straatwerkzaamheden).
Overzicht medewerkers
33 fte’s in wijkbeheer werkzaam
32 medewerkers van AB Fryslân (seizoen medewerkers)
17 medewerkers van het werkvoorzieningsschap Empatec
1 leerling plaats
Totaal zijn 83 medewerkers werkzaam in het openbaar groen.
De dagelijkse aansturen van de medewerkers wordt nu nog door de wijkbeheerders en de
coördinatoren uitgevoerd. De teamleider is verantwoordelijk voor de uitvoerende taken van
wijkbeheer en is verantwoordelijk voor het naleven van het beeldkwaliteit.
6
2. Omvormingen
De eerste stap is het duidelijk stellen van kaders. Want zonder kaders heb je geen grip op het
resultaat. Welke doelen wil je behalen en op welke locatie. We willen duidelijk keuzes gaan maken
over hoe we willen dat de kwaliteit van de openbare ruimte eruit ziet. Wat voor soorten groen zijn er
en wat is de functie van dit groen.
2.1 Kaders
Het openbaar groen bestaat in hoofdlijn uit bomen, beplantingen en gras. Deze hebben alle een
verschillende invloed op de beleving van de leefomgeving. Het openbaar groen heeft als doel een
logische en aangename leefomgeving te creëren; het groen is functioneel.
De plantsoenen (gras en beplantingen) kunnen verschillende functies vervullen:
• Aankleding en sfeer
Het groen kleedt de stenige omgeving van straten en gebouwen aan en vormt daar een contrast
mee. De variatie die zo ontstaat in stedelijke sferen vormt in belangrijke mate de ruimtelijke kwaliteit
van de stad. De variatie in grotere en kleinere plantsoenen en een gevarieerde inrichting daarvan
(verschillen in hoog en laag, in open en gesloten, in gras en beplanting etc.) maakt de leefomgeving
aantrekkelijk.
• Recreatie
Groenvoorzieningen bieden de mogelijkheid tot recreatie nabij de woon- en werkomgeving. Op
(grotere) grasvelden kan worden gespeeld of gesport. Een ommetje of wandeling gaat vaak door en
naar groen. Groen biedt de mogelijkheid om de natuur te beleven. Op of in het groen worden
activiteiten georganiseerd zoals het parkfeest of het circus. Zonder het groen zijn deze activiteiten
niet voor te stellen.
• Camoufleren en afschermen - beeld en veiligheid
Beplantingen kunnen worden ingezet als visuele afscherming van minder fraaie elementen. Zo wordt
vaak tegen kopgevels van huizen een plantvak gesitueerd. Ook objecten als transformatorhuisjes of
rioolgemalen worden vaak voorzien van een groene "camouflage". Ook wat grotere parkeerplaatsen
worden op deze wijze ingepakt, zodat de geparkeerde auto's minder dominant in de straat aanwezig
7
zijn. Rondom speelterreintjes staan in bijna alle gevallen een rand van beplanting; een fysieke
afscherming. Deze zorgt ervoor dat kinderen niet overal de rijbaan kunnen oprennen of dat, bij
trapveldjes, de bal niet steeds de weg op rolt. Deze afscherming heeft dus een veiligheidsaspect.
• Structuur en geleiding
Groenvoorzieningen kunnen worden gebruikt ter versterking van lijnen en structuren in de stad.
Langs de wegen zijn bermen of beplantingen aanwezig. Door de maat en aankleding wordt
bijgedragen aan de herkenbaarheid van wegen. Zo zijn hoofd wegen duidelijk onderscheiden van de
woonstraten. In de hoofdstructuur vormen de bermen bovendien een ruimte tussen het langzaamverkeer en de auto's, hetgeen het gebruikscomfort verhoogt.
• Klimaat
Groenvoorzieningen dempen het klimaat in de dorpen. Groenvoorzieningen warmen veel minder
snel op dan verhardingen en koelen ook veel minder snel af. In de zomer is daarom de temperatuur
op bijvoorbeeld een grasveld enkele graden lager dan boven de verharding. Ook neemt de
luchtvochtigheid door groen toe. Groen veraangenaamt daarmee het klimaat.
• Milieu
Met het toenemen van de neerslagintensiteiten wordt het van steeds groter belang hemelwater te
bergen en vertraagd naar de bodem of naar het oppervlakte water af te voeren. Daarom wordt in het
openbaar groen steeds vaker voorzien in wadi's (gras) of waterpartijen. Beplantingen vangen vuil en
(fijn) stof in en dragen daarmee bij aan een verbetering van de luchtkwaliteit.
• Ecologie
Het groen vormt de leefomgeving van en biedt een voedselbron voor insecten, vogels etc.
Waar grotere beplantingen aan vogels een nestgelegenheid bieden en vaak een kruidenrijke
ondergroei hebben, zijn vaak de kleinere struiken van belang voor bijen en hommels omdat ze een
nectarbron zijn. Daarnaast zijn kruidenrijke bermen ook zo’n nectarbron voor verschillende insecten.
Omdat het slecht gaat met bijen (bijensterfte) is door landelijke en plaatselijke belangenverenigingen
aandacht gevraagd voor deze functie van het openbaar groen.
Vaak vervullen groenvoorzieningen tegelijkertijd meerdere van deze functies. Het groen is niet
toevallig in zijn bestaande vorm en omvang in de wijken en buurten aanwezig. Groenvoorzieningen
zijn bewust gesitueerd, vormgegeven en aangelegd.
8
2.2 Voorwaarden voor omvorming
Of het mogelijk en wenselijk is om beplantingen om te vormen naar gras is afhankelijk van een aantal
technische, functionele en ruimtelijke aspecten. In de navolgende paragrafen worden deze
beschreven. Daarbij zijn harde randvoorwaarden (eisen) gemarkeerd met het symbool. Als aan deze
voorwaarden niet wordt voldaan, ontstaat een situatie die niet kan worden beheerd. Ten aanzien
van deze randvoorwaarden bestaat feitelijk geen keuzevrijheid.
2.2.1 Beplantingstypen
Het onderhoud van kruidenrijkgras is aanzienlijk goedkoper dan dat van gazons. De ecologische
kwaliteiten van kruidenrijkgras is veel hoger dan die van gazons, maar inwoners waarderen
kruidenrijkgras direct in de omgeving van hun huis zeer laag. Men is bang van ongedierte (muizen)
dat in kruidenrijke gras zou huizen en van overwaaiende onkruidzaden.
•
Omvorming van beplantingen naar kruidenrijkgras is alleen toelaatbaar mits dit op meer dan
20 meter afstand van woningen ligt.
De jaarlijkse onderhoudskosten van bosplantsoen zijn slechts beperkt hoger dan die van gazon. De
terugverdientijd van een omvorming van bosplantsoen naar gazon bedraagt meer dan 30 jaar. Het is
economisch niet verantwoord bosplantsoen om te vormen. Alleen omvorming van bosplantsoen
naar kruidenrijkgras zou rendabel kunnen zijn. Perken met bosplantsoen in centrumgebied en langs
trottoirs geven vaak overlast van overhangende takken. De eigenlijke plantfout vergt dan meer
beheer en onderhoud en kan daardoor duurder zijn dan bosplantsoen die de juiste functie vervult.
(Bijvoorbeeld door “scheren” of herhaaldelijk snoeien van overhangende takken. )
•
Bosplantsoen komt niet voor omvorming in aanmerking. Tenzij deze ten aanzien van de
standplaats fout is aangeplant en meer dan normaal onderhoudsmaatregelen nodig heeft.
De jaarlijkse onderhoudskosten van sierheesters zijn hoger dan die van vaste planten. Vaste planten
geven doorgaans meer bloei en kleur. De diversiteit is goed voor overige flora en fauna als bijen die
op hun beurt weer andere planten en bomen bestuiven.
•
Om kleur en diversiteit te geven worden heesters ook omgevormd naar vaste planten.
2.2.2 Technisch randvoorwaarden
Omvorming van een beplantingsvak naar gazon of kruidenrijkgras is alleen zinvol als het dan ook kan
worden onderhouden. In de wijken die in jaren 1960 tot 1990 zijn gebouwd komen relatief veel
kleine, smalle groenvakken voor die wel als snippergroen worden aangeduid. Deze vakken zijn in veel
gevallen smaller dan een maaimachine. Onderhoud is niet goed mogelijk omdat maaisel dan op het
trottoir terecht komt en aanvullende veegwerkzaamheden noodzakelijk zijn. De kosten zouden dan
juist weer sterk toenemen. Vaak zijn vakken zodanig van vorm dat het relatief veel manoeuvreren
vraagt om deze te maaien of de inzet van een kleinere machines vereist. Ook dan neemt de
productiviteit fors af en nemen de kosten evenredig toe.
•
Om in aanmerking te komen voor omvorming moeten vakken een voldoende afmeting
bezitten.
In nogal wat plantvakken staan bomen. Het maakt voor de vitaliteit en levensverwachting van de
bomen niet uit of er beplanting of gras onder groeit, maar de boom vormt wel een obstakel voor het
maaiwerk. De bomen kunnen zo dicht bij elkaar staan of zo dicht op de perceelgrens, daar
9
daartussen eigenlijk geen machine meer kan door rijden. Het maaien wordt dan op delen van het
gras onmogelijk. Dit geldt ook voor andere obstakels zoals regelkasten, CAI-kastjes,
transformatorhokjes etc.
•
•
In het gras mogen bomen of obstakels staan, maar die moeten het maaien niet onmogelijk
maken. Onmaaibare vakken komen niet voor omvorming in aanmerking.
Bijmaaien rondom obstakels wordt alleen voor veiligheidsaspecten uitgevoerd
Bomen staan binnen de gemeente veelal op een afstand van 4,6, 8, 10 of 15 meter. De bomen op
een onderlinge afstand van 4,6 en 8 meter groeien veelal met de kronen in elkaar. Voor het behoud
van een goede bomenstructuur, zou er binnen deze bomenstructuur gedund (kap) kunnen worden.
Deze dunning/ kap kan niet gezien worden als een bezuinigingsmaatregel maar moet gezien worden
als beheermaatregel waarbij de huidige bomenstructuur intact blijft .
•
Bij een dunning/ kap van bomen moet de bomenstructuur zoveel mogelijk in stand blijven.
Enkel bij een slechte kwaliteit van de gehele bomenstructuur kan een hele rij gekapt worden.
Taluds steiler dan 1:3 (30%) zijn met een maaimachine eigenlijk niet te berijden. Het gevaar dat de
machine omvalt of naar beneden glijdt is te groot.
•
Beplantingsvakken op taluds komen niet voor omvorming in aanmerking.
Maaimachines kunnen niet onder hekwerken of tegen gevels etc. aan maaien. Er blijft daar altijd een
rand gras staan dat handmatig (bosmaaier) moet worden gemaaid; het bijmaaien. Dat bijmaaien
gebeurt ook rondom obstakels en bomen. Bijmaaien is relatief duur.
Als beplantingsvakken op de kopse zijde van haaks-parkeer-vakken worden omgevormd naar gazon,
zullen in praktijk vaak auto's zover over het gazon heen steken, dat delen daarvan niet kunnen
worden gemaaid. Ook bijmaaien is daar vaak niet mogelijk. Bij langs-parkeer-vakken doet dit
probleem zich nauwelijks voor omdat daar langs een uitstapstrook is aangelegd.
•
Als omvorming zou resulteren in onevenredige extra bijmaai-werkzaamheden, moet van
omvorming worden afgezien.
10
Op diverse plaatsen in woonstraten zijn in het verleden verhoogde beplantingsvakken aangelegd.
Deze functioneren vaak als verkeersremmer. Omvorming van deze vakken zou een forse investering
vragen omdat de omsluitende banden en het vak zelf moeten worden verlaagd, anders kan de
maaimachine het vak niet maaien. Ook andere omstandigheden kunnen forse
omvormingsinvesteringen vragen.
•
Als de beheerbaarheid van vakken een onevenredige investering vereist, moet van
omvorming worden afgezien.
2.2.3 Functionele randvoorwaarden
Rondom speelplaatsen staan beplantingen. Die hebben een tweeledig doel. Door de beplanting
wordt de speelplek een eigen, behaaglijke verblijfsplek waar kinderen zich veilig en beschermd
voelen en graag zijn. Daarnaast voorkomt de beplanting, waarin vaak maar twee of drie doorgangen
zijn opgenomen, dat kinderen vanaf de speelplaats de rijweg kunnen oplopen.
•
Beplantingen bedoeld voor de veiligheid bij speelplaatsen komen niet voor omvorming in
aanmerking
Wat oudere woonwijken zijn niet afgestemd op het huidige autobezit, zodat haar bewoners een
gebrek aan parkeercapaciteit ervaren. Vaak is het zo dat iets verder van de woning wel voldoende
parkeerruimte is, maar mensen willen graag hun auto zo dicht mogelijk bij hun deur parkeren. In
beplantingsvakken wordt vrijwel nooit geparkeerd, maar wel op gazons en in bermen. Sommige
plantvakken zijn aangebracht om dit probleem te voorkomen, vaak op verzoek van bewoners. Op het
moment dat we beplantingen gaan omvormen naar gazons zal dit misbruik toenemen of terugkeren.
Alleen met het aanbrengen van hekwerken of hagen kan worden voorkomen dat mensen (deels) op
het gras gaan parkeren. Deze flankerende maatregelen zijn duur in aanleg, maar ook in onderhoud.
Van handhavingsmaatregelen mag geen afdoende resultaat worden verwacht. Sommige
groenvoorzieningen zijn aangeplant om te voorkomen dat mensen de route van en naar hun woning
afsnijden door een kortere weg door het plantsoen te kiezen, zelfs met de auto. Als we deze
beplantingen gaan omvormen zal dat gedrag vrijwel zeker terugkeren. Ook dit is alleen met
flankerende maatregelen te voorkomen. Het zijn de bewoners zelf die de meeste overlast van dit
misbruik ervaren, maar het is vaak wel zo dat "vele goeden" moeten lijden onder "enkele kwaden".
Maar het misbruik levert ook de gemeente overlast op omdat de groenvoorzieningen hierdoor
worden beschadigd en moeilijker te onderhouden zijn.
•
Het toepassen van flankerende maatregelen bij omvorming moet zo veel mogelijk worden
voorkomen.
•
Locaties waarvan we vrijwel zeker weten dat er parkeer- of verkeersmisbruik zal ontstaan
komen niet voor omvorming in aanmerking.
11
2.3 . Verwachte knelpunten
Weerstand
Inwoners stellen veranderingen van hun woonomgeving in het algemeen niet bijzonder op prijs en
zullen zich defensief opstellen tegen een voornemen tot omvorming. Meestal ontstaat pas na
verloop van tijd de erkenning (gewenning en acceptatie) dat reconstructie verbetering heeft
gebracht. Maar het perspectief van een gemiddelde inwoner is vanuit zijn of haar particuliere belang
en niet vanuit het algemene belang. Tegen een omvormingsoperatie, in welke vorm en hoe
weloverwogen ook, zal weerstand ontstaan, vooral omdat deze is ingegeven door bezuinigingen.
Naar mate de ingrepen grootschaliger zijn, tot een grotere aantasting van het ruimtelijk beeld leiden
of meer aan de directe woonsituatie raken, zal de weerstand groter zijn. Een goed voorbeeld hiervan
is de omvorming van het ter Huivra park te Joure, waar eerst veel weerstand tegen was. Door een
goede communicatie met de tegenstanders van de omvorming en het inzichtelijk maken van de
goede veranderingen is deze omvormingen een groot succes.
•
Weerstand onder de bewoners tegen voorgenomen omvormingen is onvermijdelijk.
Overlast spelen en hangjeugd
Beplantingen rondom speelterreinen, trapveldjes etc. zorgen er vaak voor dat omwonenden en jeugd
minder zicht hebben op elkaar en daarmee minder last hebben van elkaar. Dit is een zuiver
psychologisch effect, want geluid wordt door beplanting niet noemenswaardig gedempt en
activiteiten of spel worden door de afschermende beplanting niet beïnvloed. Door de beplanting
neemt het gevoel van privacy toe. Als deze beplantingen worden gerooid zullen de "overlast" en
daarmee de klachten, zeker toenemen
•
Afschermende beplantingen tussen tuinen en trapveldjes komen veelal niet voor omvorming
in aanmerking.
•
Angst voor hangjeugd en spelende kinderen of historisch gegroeide situaties vormt geen
reden om af te zien van omvorming.
Hondenpoep
Het merendeel van de hondenbezitters laten hun hond alleen uit op de uitlaatvoorzieningen en ruimt
de poep op de andere plaatsen op. Maar misbruik komt ook voor; ook in of op andere
groenvoorzieningen en paden ligt soms hondenpoep. Op gazons is dit meer het geval en zichtbaarder
dan in beplantingen. Omvorming van heesters naar gazons zal daarom meer overlast en klachten
opleveren.
•
Honden-uitlaatvoorzieningen komen niet voor omvorming in aanmerking.
•
Een toename van overlast door hondenpoep is niet te voorkomen.
Eigendom en gebruik
Op diverse locaties in de gemeente wijkt de werkelijke situatie af van de kadastrale begrenzingen.
Vaak gaat het om afwijken van maximaal 1 m, maar soms ook meer. Rondom scholen bijvoorbeeld is
theoretische begrenzingen van het schoolterrein vastgelegd in een overeenkomst tussen school en
gemeente. In praktijk beheert de school alleen het groen tot aan de terrein-afrastering.
•
Rondom scholen wordt in de omvormingsoperatie uit gegaan van de actuele beheersituatie.
12
Met enige regelmaat wordt de gemeente geconfronteerd met bewoners die een deel van het
openbaar groen in gebruik hebben genomen, meestal aansluitend aan de tuin. In de meeste gevallen
is dat op dit moment vanaf de openbare weg nauwelijks waarneembaar. Als in het kader van de
omvormingsoperatie tot omvorming van beplanting aangrenzend aan particuliere tuinen wordt
overgegaan en dit "landje pik" de afwerking van de omvorming in de weg staat zal de oorspronkelijke
eigendomsbegrenzing worden hersteld.
•
Illegale tuinvergrotingen worden zo spoedig mogelijk aangeschreven en zullen worden
hersteld voor zover ze de omvormingsoperatie in de weg staan
Er zijn veel smalle stroken openbaar groen grenzend aan tuinen van woningen binnen de gemeente
De Friese Meren. Deze stroken zijn vaak smal en lastig te beheren. Vaak zie je hier dat bewoners deze
gemeentelijke eigendommen in gebruik hebben genomen. Deze lastige beheersbare openbaar groen
stukken zouden collectief verkocht kunnen worden aan bewoners, mits hier een zeer lage prijs voor
gehanteerd wordt en het voordeel in de mindering van de beheerkosten wordt gezien. Voordat
overgegaan wordt van omvormen van beplantingsvakken naar gras, zou de optie van verkoop
voorgelegd kunnen worden aan de bewoners. Dit is echter alleen collectief mogelijk en als er geen
kabels en leidingen onder de verkoopbare gronden liggen. Eventueel zou er bij verkoop de
opmerking geplaatst moeten worden dat gemeente en kabel/ leiding maatschappijen ter alle tijde bij
de kabels en leidingen mogen komen. Verkoop, verhuur, of om niet in grond aanbieden om te
onderhouden kan alleen collectief
•
•
Collectief aanbieden openbaar groen grenzend aan particuliere tuinen als optie meenemen.
Handhaven van in gebruik genomen grond voorrang geven i.v.m. geplande omvorming.
13
3. Beheerstechnische ingrepen bomen
Bomen zijn het meest duurzame groen van de gemeente. Bijna alle bomen zijn ooit aangeplant met
het oogmerk langdurig een waardevolle bijdrage te leveren aan een leefbare omgeving, in allerlei
opzichten. Daarom is het belangrijk zorgvuldig om te gaan met bomen.
Een ingreep in het bomenbestand is meestal niet direct terug te draaien. Het boombeheer moet dan
ook zorgvuldig en vanuit de visie worden uitgevoerd. Het beheer wordt geënt op het eindbeeld
waardoor ingrepen alleen om beheerstechnische redenen worden uitgevoerd. Op deze wijze wordt
het bomenbestand duurzaam in stand gehouden (en kapitaalvernietiging in de toekomst
voorkomen). Toch is het kappen van bomen in sommige gevallen vanuit beheerstechnische redenen
noodzakelijk. Beheerstechnische redenen voor het kappen van een boom zijn; veiligheid,
besmettingsgevaar, standplaatsverruiming en onevenredig veel onderhoud. Verwachting is dat er
vanuit beheers oogpunt tussen de 5000 en 10.000 bomen gekapt kunnen worden. Naast de
beheerstechnische redenen levert dit ook een structurele bezuiniging op.
Vanuit de beheervisie verdienen bomen een boomwaardige standplaats waar zij zich duurzaam en
gezond tot volwasdom kunnen ontwikkelen. Bomen verdienen een beheer op maat waarbij een
voorspoedige ontwikkeling en veiligheid voorop staan.
3.1 Veiligheid
Als eigenaar van ca. 50.000 bomen moet de gemeente voldoen aan haar zorgplicht. Hiervoor worden
alle bomen volgens de zogenaamde VTA-methode (Visual Tree Assessment) gekeurd. Dat houdt in
dat de bomen structureel en op een objectieve wijze visueel worden geïnspecteerd op stabiliteit en
veiligheid. Wanneer door de gecertificeerde inspecteur gebreken worden geconstateerd die een
gevaar vormen voor de omgeving, worden deze weggenomen door het uitvoeren van de benodigde
maatregelen. Wanneer het gevaar niet kan worden weggenomen, moet de boom worden gekapt.
•
Levert een gemeentelijke boom een gevaar op voor zijn omgeving? En kan het gevaar alleen
weggenomen worden door de boom te verwijderen? Dan wordt de boom gekapt.
3.2 Besmettingsgevaar
Er bestaan een aantal ziekten en plagen die dodelijk zijn voor de boom, of die de stabiliteit van de
boom in gevaar brengen. Voorbeelden hiervan zijn de iepziekte en de aanwezigheid van de boktor in
een boom. Bij beide voorbeelden vormt een aangetaste boom een besmettingsbron voor andere
bomen en moet deze meteen verwijderd worden.
•
Een boom mag gekapt worden als deze is aangetast door een zeer besmettelijke ziekte of
plaag, waardoor hij een besmettingsbron vormt voor andere bomen.
3.3 Standplaatsverruiming
Het komt voor dat bomen in het verleden erg dicht op elkaar zijn aangeplant. In zo’n situatie vindt
een concurrentiestrijd plaats tussen de bomen en belemmeren ze elkaars groei. Wanneer in een
dergelijke situatie één of meer bomen worden verwijderd, kunnen de overige bomen zich tot volle
wasdom ontwikkelen. Dit zelfde geldt ook voor het zogenaamde wijker-blijver systeem. Volgens dit
systeem zijn bewust wijkers (vaak snelgroeiende soorten) en blijvers (vaak langzaam groeiende
soorten) door elkaar aangeplant. Dit heeft als doel dat de wijkers snel een groen beeld vormen. Deze
worden weer verwijderd wanneer de blijvers groot genoeg zijn. De duurzamere boomsoorten als es,
iep, kastanje etc. krijgen hierdoor de mogelijkheid zich beter te ontwikkelen en volledig uit te
14
groeien. Veel bomen in de gemeente zijn bij de inrichting voor een groot deel aangeplant met het
“blijver en wijker” systeem. Dit betekent dat de bomen op een plantafstand van ongeveer 6 meter
zijn aangeplant om snel een mooi beeld te realiseren. Na verloop van tijd, als de boomkronen elkaar
raken, zal dunning als beheermaatregel uitgevoerd worden om het beoogde eindbeeld te realiseren.
De gemeente (voormalige gemeenten) is (zijn) al enkele jaren bezig om deze dunning uit te voeren.
Als er geen dunning wordt uitgevoerd zullen de “blijvers” overgroeid worden door de “wijkers” en
uiteindelijk afsterven.
•
Vormt de boom veel concurrentie voor andere bomen? Dan mag deze in sommige gevallen
gekapt worden om andere bomen tot volle wasdom te laten uitgroeien.
3.4 Onevenredig veel onderhoud
Voor sommige bomen geldt dat ze zo veel en vaak moeten worden onderhouden, dat het niet
realistisch is een dergelijke boom nog langer te behouden. In een dergelijk geval wordt ervoor
gekozen de boom al dan niet te vervangen door een jonge gezonde boom.
•
Een boom mag gekapt worden als er structureel zo veel onderhoud aan een boom gepleegd
moet worden, dat de kosten onevenredig hoog zijn.
15
4. Zelfbeheer/ participatie
Ongetwijfeld zullen inwoners aanbieden om het onderhoud op zich te nemen, om daarmee de
omvorming van beplantingen in hun directe woonomgeving te voorkomen. Dit is in eerste indruk een
sympathiek aanbod. Voor de gemeente immers dalen dan de onderhoudskosten. Echter levert
zelfbeheer de gemeente geen noemenswaardige besparing op in het onder houd. Veel inwoners zien
het ook als een taak van de gemeente.
4.1 Voor -en nadelen zelfbeheer
Aan zelfbeheer door inwoners zitten voor -en nadelen. Deze te verwachten voor -en nadelen
worden hieronder puntsgewijs weergegeven.
Voordelen
Het creëert een grote betrokkenheid/ binding van inwoners met de buurt/ dorp.
Bewoners hebben zelf invloed op het groen.
Hoger onderhoudsniveau.
Nadelen
Geen concrete besparing op het budget van de gemeente. Er moeten contracten
worden afgesloten.
Geen besparing door de benodigde ondersteuning vanuit de gemeente voor
materiaal en organisatie.
Kans op verloedering door verlies van interesse op termijn.
Uitvoering vindt vaak plaats door een beperkt aantal personen.
16
4.2 Kaders zelfbeheer
In gevallen waar zelfbeheer mogelijk is worden er geen individuele contracten afgesloten.
Eventuele contracten worden met Plaatselijke belangen of buurtverenigingen gemaakt.
•
Voor bewonersondersteuning door individuen bij het onderhoud is geen ruimte. Zelfbeheer
kan in uiterste gevallen een optie zijn.
Wanneer zelfbeheer mogelijk is vertaald dit zich naar onderstaande kaders voor zelfbeheer
groenonderhoud:
1. Zelfbeheer kan alleen collectief zonder dat het beeld wordt aangetast
2. De geplande omvorming wordt in omvang grootschalig aangepakt en heeft daardoor
aanbestedingsvoordeel. Zelfbeheer wordt daarom voor een langere periode (minimaal 2
jaar) afgesproken. Bij mislukken treed het oorspronkelijke omvormingsplan in werking. De
omvorming wordt dan alsnog, op een door de gemeente nader te bepalen tijdstip,
uitgevoerd. Tot die tijd zal het perk op de afgesproken kwaliteit in zelfbeheer onderhouden
worden.
3. Er wordt 1 aanspreekpunt (binnen dorpsbelang of buurtvereniging) aangewezen voor de
communicatie en afleggen verantwoording.
4. Er zal geen onkostenvergoeding worden verstrekt.
5. De (verkeers)veiligheid mag niet in het geding komen. Ook zal bij het uitvoeren van
maatregelen langs wegen de juiste attenderende maatregelen worden genomen.
6. Er mogen geen chemische onkruidbestrijdingsmiddelen worden toegepast.
7. Het beheer en onderhoud is gericht op instandhouding/ conservering van het groen.
(stedenbouwkundig)
8. De kwaliteit van de onkruidbeheersing is op basis op kaart aangegeven beeldkwaliteit.
9. Handhaven van de bestaande soort(en) en het bestaande beeld in openbaargroen.
10. Er worden geen wijzigingen of andere elementen in het plantsoen aangebracht.(of in overleg
met de gemeente)
11. Groenafval zal in eigen groene container afgevoerd worden. Bij grotere arealen kan in
overleg met de gemeente afspraken worden gemaakt.
12. Collectieve groepen welke beheer uitvoeren moeten voor ongevallen/ schades verzekerd
zijn.
17
5. Investeren in behoud ruimtelijke kwaliteit
In het vorige hoofdstuk blijkt dat een gevarieerde inrichting van het openbaar groen belangrijk is
voor de kwaliteit van de openbare ruimte. Het openbaar groen bestaat in hoofdlijn uit bomen, gras
en beplantingen. Omdat de onderhoudskosten van gras beduidend lager zijn dan die van
beplantingen is het vanuit economisch perspectief aantrekkelijk om beplantingen om te vormen naar
gras. Om de omvormingen in het openbaar groen te realiseren dient er eerst te worden geïnvesteerd
om resultaat in de toekomst te kunnen behalen.
In het voorgaande hoofdstuk zijn de randvoorwaarden benoemd voor omvorming van beplanting naar
gazons, waarbij de ruimtelijke kwaliteit van de dorpen niet of nauwelijks afneemt. Met deze
uitgangspunten is een analyse uitgevoerd van de omvang van het areaal dat voor omvorming in
aanmerking zou komen, welke kosten daarmee zouden zijn gemoeid en welk voordeel daar mee kan
worden behaald.
5.1 Investering en structurele besparing
De omvormingen vragen een investering van €1.100.000,- Om de lichte versobering van de wijken te
compenseren moet er ook € 100.000,- geïnvesteerd worden in zichtlocaties, zoals bij een rotonde en bij
invalswegen van de dorpen. Na een veldinspectie van de openbare groene ruimte in de drie grote dorpen
is gebleken dat het groen in lemmer in grote mate verschilt met dat van Balk en Joure. Lemmer heeft
enkele wijken waar geïnvesteerd moet worden in het groen om dit te harmoniseren met de andere
dorpen in de gemeente. Met name de kwaliteit en de afwezigheid van groen bleek op te vallen. Uit een
Enquête in de wijk Lemstervaart komt duidelijk naar voor dat men de aanwezigheid van groen en
speeltoestellen mist. Kijkende naar de harmonisatie van het openbaargroen in de drie gemeenten, is het
noodzakelijk om €150.000,- in het groen van de openbare ruimte in lemmer te investeren. De benodigde
investering komt daarmee op €1.350.000,Van het totale areaal aan beplantingen kan ca. 35% verantwoord worden omgevormd. Dat levert een
structurele bruto besparing op de onderhoudskosten op van € 455.864,-
Extra maatregelen voor structurele besparingen kunnen zijn:
•
het stoppen van de subsidie verstrekt voor natuurbeheer in Gaasterlân-Sleat
€13.000,-
•
verlagen onderhoudsniveau ‘s industrieterreinen 2 naar 3
€15.000,-
•
verlagen onderhoudsniveau ‘s bedrijventerrein 1 naar 2
€ 7.000,-
Resumerend:
Bruto besparing budget en formatie (6,5 fte)
€ 455.864
Investering (€ 1.350.000; afschrijving 25 jaar; rente 5%)
€ 121.500
Netto besparing
€ 334.364
De investering en de omvorming worden verspreidt over vier jaar.
18
5.2 Investering per omvorming
De investeringen en besparing per onderdeel verschillen onderling van elkaar. In onderstaande overzicht
is goed te zien dat met name in de sierheesters en de rozenperken omvorming naar gras veel te halen
valt. Daarnaast levert de omvorming van intensief gras naar extensief gras, zonder een investering een
ruim besparing op.
Totaal overzicht omvormingen
(er is gerekend vanuit areaalgegevens, niet vanuit begrotingsposten)
Bomen (wijkbeheer)
Knotbomen
Opgaande Heesters naar gras
Sierheesters naar gras
Bodembedekkers naar gras
Rozenperk naar gras
Botanische rozen naar gras
Vaste planten naar gras
Intensief gras naar extensief gras
investering zichtlocaties
harmoniseren van het groen (Lemmer)
projectbegeleiding, communicatie &
voorlichting
kosten onvoorzien
subtotaal
investering
€ 125.000,00
€
20.000,00
€
94.743,81
€ 621.753,44
€
1.401,40
€
61.720,20
€
28.444,40
€
1.932,96
€
€ 100.000,00
€ 150.000,00
besparing/ jaar
€
49.050,00
€
13.681,71
€
22.808,70
€ 183.699,88
€
1.137,05
€
69.889,05
€
12.632,66
€
11.315,87
€
91.649,09
€ 100.000,00
€
45.003,79
€ 1.350.000,00 €
455.864,00
Haalbare bruto bezuiniging €
455.864,00
Investering (€ 1.350.000; afschrijving 25 jaar; rente 5%)
€ 121.500
Netto besparing
€ 334.364
De netto besparing wordt gehaald door het bezuinigen op het personeelsbestand.
19
6. Communicatie
Tegen deze mate van omvorming zal duidelijk weerstand bestaan. Er is geen achteruitgang in ruimtelijke
kwaliteit, maar bewoners zullen de aanpassingen toch als achteruitgang ervaren. Er worden geen
ruimtelijke of functionele knelpunten verwacht. Aangetekend moet worden dat als geen omvormingen
worden uitgevoerd (autonome ontwikkeling) op langere termijn ook de ruimtelijke kwaliteit zal afnemen.
De gemeenteraad heeft via het vaststellen van de begroting besloten tot het bezuinigen op het
openbaar groen. Op het moment dat het college van burgemeester en wethouders de kaders
vastlegt voor de omvormingsoperatie, zijn heldere en eenduidige uitgangspunten gedefinieerd. Er is
daarna weinig ruimte voor inspraak. Verwachting is dat vrijwel elke omvormingsmaatregel zal stuiten
op weerstand. Omdat de omvormingen worden ingegeven vanuit een bezuinigingsdoelstelling
bestaat er bijna geen ruimte voor aanvullende verzachtende maatregelen. De kosten zouden
daardoor toenemen en het rendement van de omvormingen afnemen of zelfs teniet worden gedaan.
•
•
Voor inspraak is beperkt ruimte. Communicatie met bewoners zal gericht zijn op het
informeren en zoeken naar kansen van collectieve participatie.
Specifieke (niet voorziene) bezwaren worden besproken met dorpsbelang en individueel
behandeld zonder gevolgen voor of recht op precedentwerking.
. Arbeidsintensief rozenperken, omvormen naar gazon
Arbeidsintensief groen, omvormen naar gazon
Het afgelopen jaar is in Skarsterlân en gedeeltelijk in Lemsterland al een begin gemaakt met het
omvormen van het openbaar groen. Voorbeelden hiervan zijn in bijlage 2 weergegeven.
20
6.1 Communicatieplan
Een goed communicatieplan is in deze bezuiniging essentieel . De omvormingen vinden in de directe
omgeving plaats van de inwoners, waardoor dit veel mensen raakt. Doormiddel van deze notitie en
het communicatietraject hopen we helderheid te geven waarom en dat het niet perse een minder
fraaie leefomgeving wordt.
De volgende stappen worden in het communicatie traject genomen.
Wat
Doel
Gereed
Opstellen concept
Onderbouwing
Juni - juli 2014
Notitie “andere kijk op voor de
het groen in de
bezuiniging /
openbare ruimte”
omvorming
Uitnodiging opsturen
Uitnodigen voor
6 juni 2014
naar dorpsbelangen,
presentatie op
verenigingen, etc.
hoofdlijnen
Informeren raad via
Informatie
6 juni 2014
uitnodiging
startbijeenkomst
Startbijeenkomst
Informeren en
Op 3 juli
dorpsbelangen,
dorpsbelangen,
verenigingen, raad etc. verenigingen, raad
etc.
Opstellen kaarten
In detail aangeven
Juli – augustus 2014
omvorming
Bespreken kaarten
met
stedenbouwkundigen
Bespreken kaarten
met Wijkbeheerders
Afstemmen
beeldkwaliteit en
onderbouwing
keuze omvorming
Afstemmen met
de praktijk en
creëren draagvlak
Mei – augustus 2014
Wegnemen illegale
situatie die botsen
met de omvorming
Actief informeren
Juli – augustus 2014
Persbericht
Informeren
bewoners en
bedrijven
Inwoners kunnen
informatie op
detailniveau
inwinnen
Ter besluitvorming
naar college
September 2014
Vaststellen Notitie
“andere kijk op het
groen in de openbare
ruimte”
Bijeenkomst voor genodigden
algemeen informeren op
grote lijnen met beelden
Kaarten zijn nodig voor
communicatie en
aanbesteding
April - augustus 2014 De onderbouwing is van
belang voor de presentatie.
Bespreken bekende
illegale situaties met
Wijkbeheerder
informatiepanelen
Drie inloopdagen
Toelichting
Augustus 2014
September/ oktober
2014
Input en draagvlak
Wijkbeheerders is van belang
om vragen en discussie in veld
te pareren/voorkomen.
De borden verwijzen naar de
website waar gedetailleerde
omvormingskaarten staan.
Via sociaalmedia, website,
krant
Op Steunpunten en
gemeentehuis
September/ oktober
2014
21
Persoonlijke
gesprekken
Handhaven op illegale
situaties door
aanschrijven
Collectieve zelfbeheeraanvragen
beoordelen en
behandelen
Informeren illegale
situaties
Om doorgang bij
uitvoering te
borgen
Vastleggen
collectieve
initiatieven van
zelfbeheer
Voor 1-1 2015
Oktober / november
2014
1 aanspreekpunt voor
communicatie en
verantwoording (plaatselijk
belang)
Opmaken bestek
Gesprekken
dorpsbelang bij
specifieke situaties
Voor aanbesteding
Bepalen
uitzondering
indien niet
voorzien
Eigenwerk en
betrokkenheid
1-1-2015
Vooraf en/of in het
werk
UAV-gc met emvi- criteria
Persoonlijk maar wel collectief
bij zelfbeheer. Eenduidig
beeld staat voorop.
Herfst 2014
Eigen uitvoering inplannen.
Beste uitvoering
kwaliteit / prijs
Uitvoeren werk
Januari 2015
Werkzaamheden
bespreken
buitendienst
Aanbesteden werk
publiceren/ uitnodigen
Gunnen werk aan
aannemer
Projectleiding, Directie
en Toezicht
Evaluatie
Rechtstreeks benaderen. Bij
onwil procedure
September/ oktober
2014
Februari / maart /
april 2015
Let op Flora & Faunawet
22