Lezing Zelf activering door Ouderen VBOB themadag

Lezing Zelf activering door Ouderen
VBOB themadag, gehouden op 13 oktober 2014 in Veldhoven
Dames en heren,
We leven in een tijd met een groeiende belangstelling voor zelf activering door burgers. Ook
de overheid is in de afgelopen decennia sterk gaan aanleunen tegen de zelf
activeringsgedachte. Ik zal naast het grote goed van zelf activering wijzen op waakzaamheid
om inschattingsfouten die op de loer liggen tegen te gaan.
Anekdote
Voor een deel is zelf activering cultuurgebonden. Toen mijn moeder 85 jaar oud werd,
vertrok ik naar Paramaribo. Er was een grote danstent opgezet, een muziekband was
ingehuurd, de familie, buren, vrienden en kennissen waren vertegenwoordigd en moeder en
haar leeftijdsgenoten waren swingend op de dansvloer op de opzwepend ritmische en
temperamentvolle Surinaamse muziek in volle vreugde aan het dansen, het ultieme moment
van de viering.
In ons land heb ik van nabij meegemaakt hoe de 85 jarige keurig gekleed in een brede
versierde stoel de komst van de burgemeester afwacht als het ultieme moment van viering.
Een heuse tegenstelling als voorbeeld van verschil tussen twee culturen. Zo ziet u maar:
jong geleerd is oud gedaan, maar dat terzijde.
Het streven naar het activeren van het zelfvermogen van burgers is niet nieuw. U herinnert
zich wellicht de verschillende pogingen die de overheid gewaagd heeft om over dit thema
maatschappelijke discussie te ontlokken. Steeds was de drijfveer om met de zelfkracht van
burgers onze maatschappelijke ordening te vernieuwen.
Laten we terugkijken op het jaar2004. In navolging van één van zijn ministers introduceerde
de toenmalige minister-president de maatschappelijke discussie over normen en waarden.
De kern van die ontstane discussie had tot doel om meer sociaal-maatschappelijke binding,
solidariteit en respect onder de aandacht van burgers te brengen. Ofschoon de discussie
over normen en waarden in één van de regeringsverklaringen werd opgenomen ontbrak het
aan politieke uitwerking. Daarmee raakte die discussie meer en meer op de achtergrond.
Het was dezelfde minister-president die in 2006 vrij plotseling de gedachte over het
nastreven van een VOC mentaliteit lanceerde. Wellicht zag hij in gedachten voor zich een
samenleving met gelukkige blije mensen, vooral mensen met een optimistische inslag. Geen
samenleving dus met zuurpruimen en negatief denkenden, die als pessimisten te boek
staan. We moesten meer over de grenzen kijken om het allemaal anders te laten zijn bij ons
in Nederland, was zijn opvatting. De zo geroemde handelsijver, de grote daadkracht en durf
uit het VOC verleden werd als nastrevenswaardig ons indringend voorgespiegeld. Met in
achtneming van de zelfkracht van burgers werd Nederland gepropageerd als een
dynamische samenleving!
Nog voordat de maatschappelijke discussie over de VOC-Mentaliteit op gang kwam, stierf
die een vroege dood, nadat de schaduwzijde van de VOC en WIC aan het licht kwam. Onder
meer de uitbuiting van de bevolking van Zuidoost Azië in ons koloniaal verleden werd als
struikelblok opgeworpen tegen de gedachte van een voc mentaliteit, met alle gevolgen van
dien.
1
Na de mislukte oproep tot het nastreven van de VOC mentaliteit kwamen in een rep tempo
nieuwe maatschappelijke thema’s in het vizier. Met Actief Burgerschap werd een nieuw
maatschappelijk fenomeen geboren, gevolgd door het latere kleinkind met de naam
Participatiesamenleving, zij het dat de laatst geborene een nieuwe vader kende, de huidige
minister-president.
Als we spreken over het zelf activeren door ouderen spelen beide thema’s een cruciale
maatschappelijke rol. Vooral nu aan de vooravond van de komende transitie van de AWBZ
naar de WMO, althans de overheveling van de jeugd- en ouderenzorg naar de gemeenten.
Dubbele vergrijzing
De dubbele vergrijzing van burgers is een wereld fenomeen. Vandaar ook dat de
toenemende vergrijzing van de bevolking over de hele wereld, de World Health Organisation
(WHO) heeft bewogen om een aanzienlijke inspanning te leveren door landen aan te
moedigen om de kwaliteit van leven van de ouder wordende mens te bevorderen.
Belangrijke aandachtspunten zijn onder meer mogelijkheden die moeten leiden tot het
optimaliseren van de participatie in de samenleving, het bevorderen van de gezondheid van
ouderen en het vergroten van hun psychische weerbaarheid. De veronderstelling daarbij is
dat de overgrote meerderheid van de mensen van alle leeftijden, in het bijzonder oudere
mensen, zich een actievere rol in hun leven moeten gaan vervullen om zo een substantiële
bijdrage te leveren aan zichzelf en de samenleving.
Actief burgerschap en participatiesamenleving worden als politieke instrumenten ingezet
om te komen tot herverdeling van taken en verantwoordelijkheden in de zorg tussen
overheden, burgers en ziektekostenverzekeringsmaatschappijen. Daarmee wordt tevens in
zekere mate een bezuinigingspolitiek gevoerd.
Zelf activeren door senioren
In de participatiesamenleving is zelf activeren door senioren het sleutelbegrip geworden. Van
het zelf activeren door senioren wordt verwacht dat zij met gebruikmaking van het eigen
netwerk hun gezondheid en participatie in de samenleving zelf moeten kunnen organiseren
en verbeteren. Zelf activeren moet worden gezien als het zetten van ouderen in hun eigen
kracht, een aansprekende vertaling van patientempowerment die ik heb ontleend aan Ad
Rovers die als goeroe gezien kan worden van de VBOB projecten Ouderen Ondersteuning
en Vrijwillige Ouderen Adviseur (VOA).
Actief burgerschap houdt onder meer in: Mondige burgers, in plaats van passieve,
klagende en afhankelijke zeurpieten, mensen met een negatieve inborst, zoals ik al zei.
De vraag is of de actieve burger de gemiddelde Nederlander is. Die vraag moet op grond
van diverse wetenschappelijke onderzoeken, (universiteit van Amsterdam), ontkennend
worden beantwoord.
Tot actieve burgers kunnen onder meer worden gerekend:
- mensen als u, personen die vrijwilligerswerk durven te verrichten;
- burgers die ingaan op inspraakprocedures;
- mensen die tijd maken voor burenhulp.
2
Bovendien komt actief burgerschap doorgaans voor bij:
- hoger opgeleide personen en/of;
- personen in relatief kleine leefgemeenschappen waar er een sterke betrokkenheid
op elkaar is.
Participatiesamenleving:
Het zetten van senioren in hun eigen kracht (empoweren) plaatst hen in het hart, het
middelpunt van het zorgaanbod. Het is dan ook van belang om bij het samenstellen van de
zorgcomponenten en het leveren van zorg de senioren in staat te stellen om de controle over
hun gezondheid mogelijk te maken en te behouden.
Senioren die in hun eigen kracht gezet worden:
◾hebben inzicht in en begrijpen hun gezondheidstoestand, zo ook het effect daarvan op hun
lichaam;
◾voelen zich deelnemer in de besluitvorming over hun toestandsbeeld;
◾hebben het gevoel dat zij op basis van goede informatie keuzes kunnen maken over hun
eventuele behandeling(en);
◾zijn in staat tot gedragsverandering door aanpassingen van hun levensstijl om op
passende wijze om te kunnen gaan met hun aandoening(en);
◾durven kritische vragen te stellen aan hun zorgverleners;
◾nemen verantwoordelijkheid met betrekking tot hun gezondheid en zoeken dié zorg op die
echt nodig is;
◾stellen zich actief op in de beoordeling van informatie die zij van hun zorgverleners
ontvangen.
Kortom:
Mondige patiënten begrijpen heel goed hoe zij hun weg kunnen vinden in de wereld van de
verschillende spelers in het veld van de zorg, waaronder familie, mantelzorgers, artsen,
zorgverzekeraars, gezondheidszorg toezichthouders, apothekers, enzovoort. En als zij
tussen al die zorgverleners geconfronteerd worden met twijfel en niet goed weten hoe te
handelen gaan ze net zo lang op zoek naar informatie totdat zij uit die onzekerheid geraken.
Op grond van deze te verwachten hypothetische output, geven bepaalde slagzinnen een te
rooskleurig beeld over het zelf activeren door senioren. Het gaat meer over ideologieën dan
feiten.
Denkt u bijvoorbeeld aan de metaforische uitspraken, zoals:
-
senioren zitten zelf aan de knoppen van hun gezondheid als het gaat om wat
genoemd wordt e-health, of e-hulp. Dit met het oog op het gebruik van nieuwe
informatie- en communicatietechnologieën door de ouder wordende mens;
- senioren organiseren zelf in hun netwerk hun eigen hulp.
Het klinkt mooi in de oren. In de praktijk is het de professional die aan de knoppen zit.
Het in toenemende mate verschuiven van zorgtaken van de overheid naar de burgers dient
behoedzaam plaats te vinden:
-
gevaar voor het overvragen van de burger dreigt;
mantelzorgers kunnen overbelast raken met alle gevolgen van dien;
het risico is aanwezig dat de zo gewaardeerde kracht van de senioren ontkracht kan
worden, doordat het hen allemaal te veel wordt.
3
Dames en heren,
Van het zelf activeren door senioren met de te verwachten overstelpende effecten
daarvan, zoals eerder genoemd, moet geen wonderen verwacht worden.
Participatiesamenleving voor wat betreft het zelf activeren door senioren heeft dezelfde
kenmerken als actief burgerschap. Ik heb die eerder al genoemd (korte herhaling).
Bovendien is het effect daarvan, evenals bij actief burgerschap, nihil bij personen die
geestelijk niet gezond zijn.
Ik pleit voor meer wetenschappelijk onderzoek dat moet leiden tot methodiek
ontwikkeling op het gebied van zelf activeren door ouderen.
En tot slot,
De participatiesamenleving is te waarderen, maar kan niet in de plaats worden gesteld
van wat langere tijd gold als verzorgingsstaat. Participatiesamenleving kan tot bloei
komen als aanvulling op de verzorgingsstaat.
Het is niet ondenkbaar dat een op onbeholpen wijze eenzijdig vasthouden aan de
participatiesamenleving tot hernieuwde maatschappelijke ongelijkheid kan leiden. Dan
zijn we terug naar af, een samenleving waarbij maatschappelijke uitsluiting op de loer ligt.
Een samenleving met een aftekenende tweedeling tussen rijke senioren en arme
senioren die hun AOW en pensioen zien verdampen in handen van de overheid.
En naar de burgers toe: zij moeten ook de hand in eigen boezem steken, gelet in wat in
het journaal van rtl 4 afgelopen vrijdag werd vermeld dat ouderen bereid zijn tegen
betaling burgers in te huren om een dagje uit mogelijk te maken. We laten het dus voor
ons doen via uitbesteding. Ook hier geldt: Jong geleerd is oud gedaan.
Veldhoven, 13 oktober 2014
Dr. Headly R. Binderhagel,
4