Jaarverslagenanalyse 2013 Sectorrapport VVT”.

JAARVERSLAGENANALYSE 2013
SECTORRAPPORT VVT
Een analyse van de financiële en operationele kengetallen van
zorgorganisaties actief in de Verpleging, Verzorging en Thuiszorg
augustus 2014
Intrakoop, de inkoopcoöperatie van de zorg
Verstegen, accountants en adviseurs
i.s.m. Marlyse-Research
Inhoud
1.
Samenvatting ............................................................................................................................ 2
2.
Inleiding ..................................................................................................................................... 4
3.
4.
5.
6.
2.1
Verantwoording ....................................................................................................................... 4
2.2
Gehanteerde definities ............................................................................................................ 5
Financiële positie...................................................................................................................... 6
3.1
Resultaat ............................................................................................................................. 6
3.2
Solvabiliteit .......................................................................................................................... 7
3.3
Liquiditeit ............................................................................................................................. 7
Bedrijfslasten ............................................................................................................................ 8
4.1
Totale bedrijfslasten ............................................................................................................ 8
4.2
Inkoopuitgaven .................................................................................................................... 9
Personeel ................................................................................................................................. 12
5.1
Personeelskosten .............................................................................................................. 12
5.2
Aantal personeelsleden en fte’s ........................................................................................ 13
5.3
Vacatures .......................................................................................................................... 15
5.4
Verzuim ............................................................................................................................. 16
Capaciteit en productie .......................................................................................................... 17
Jaarverslagenanalyse VVT-sector 2013
1
1. Samenvatting
De sector Verpleging, Verzorging en Thuiszorg (hierna: VVT) heeft over 2013 een minder groot
positief resultaat behaald dan in 2012 het geval was. De 490 VVT-instellingen vertonen over 2013
een positief netto resultaat van € 237 mln. ten opzichte van € 424 mln. over 2012. In beide jaren
betreft het relatief bescheiden ‘winstmarges’, namelijk 1,5% en 2,7% van de totale
bedrijfsopbrengsten. De bedrijfsopbrengsten zijn weliswaar € 186 mln. hoger dan in 2012, maar ‘de
echte groei is eruit’. De daling van het netto resultaat komt door de totale bedrijfslasten (personeel,
inkoop) die € 375 mln. hoger zijn dan in 2012.
Dankzij de positieve exploitatieresultaten zijn zowel de solvabiliteits-, als de liquiditeitsratio’s licht
gestegen. De toename in het eigen vermogen zal nodig zijn, om toegenomen bedrijfsrisico’s af te
dekken die het gevolg zijn van (zorg)besluiten in de Tweede Kamer. De liquiditeitsratio (current-ratio)
nam toe van 1,1 naar 1,2. Hoewel de stijging anders doet vermoeden, ligt hier voor de VVT-sector de
belangrijkste financiële dreiging op korte termijn. De ontwikkeling dat gemeenten en
zorgverzekeraars achteraf gaan betalen, zal leiden tot een sterke liquiditeitsbehoefte op korte
termijn. Bovendien is het de vraag of de huidige wijze van bevoorschotting door de zorgkantoren in
de toekomst gehandhaafd blijft, ondanks de afspraak tussen Actiz en VWS. Tenslotte is er nog de
uitgaande cashflow die gepaard gaat met reorganisatie- en afvloeiingskosten personeel, c.q.
aanspreken van de daarvoor eerder gevormde voorzieningen.
Inkoop
De totale investeringen lopen met -1,5% licht terug. Het zijn echter vooral de investeringen in
lopende bouwprojecten die opvallend sterk dalen in 2013 met -23,8%. Zorgorganisaties durven
nauwelijks nog te bouwen vanwege teruglopende cliëntaantallen en onzekerheden in de bekostiging.
Bovendien zijn banken erg terughoudend bij het verstrekken van financiering voor
nieuwbouwprojecten.
Uitgaven aan voedingsmiddelen en hotelmatige kosten dalen in 2013 met -3,3%. De patiënt- en
bewonersgebonden kosten, die het dichtst bij de kernactiviteit van de VVT staan, stijgen in 2013 licht
met +1,7%. De energiekosten stijgen met +5,1% als gevolg van een relatief strenge winter.
Personeel
Binnen de bedrijfslasten nemen de personeelskosten veruit de belangrijkste plaats in, met een
aandeel van bijna 75%. In 2013 zijn de personeelskosten met +4,4 % sterk gestegen. Deze stijging
wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere sociale lasten en pensioenpremies, maar is ook een
gevolg van reorganisaties en aan afvloeiing verbonden kosten. De stijging van de bruto salarissen is
in 2013 met +2,8 % tweemaal zo hoog als op basis van de trendmatige loonstijging in de sector
Jaarverslagenanalyse VVT-sector 2013
2
verwacht mag worden. Mogelijke verklaringen hiervoor zijn de periodieke salarisverhogingen van
medewerkers en het toekennen van extra salaris bij afvloeiing.
Na jaren van toenemende flexibilisering is in 2013 in de VVT-sector slechts sprake van een zeer
geringe stijging in de uitgaven voor personeel niet in loondienst (PNIL). Deze inkoopgerelateerde
personeelskosten stijgen in 2013 met +1,8%. De komende jaren zullen de totale personeelskosten
binnen de VVT, ondanks de toenemende extramuralisering naar verwachting iets dalen, gezien de
daling in het aantal medewerkers in loondienst die in 2013 is ingezet.
Jaarverslagenanalyse VVT-sector 2013
3
2. Inleiding
2.1
Verantwoording
1
2
Intrakoop en Verstegen accountants en adviseurs hebben een analyse uitgevoerd op de 490
jaarverslagen van zorgorganisaties actief in de VVT-sector die medio augustus beschikbaar waren
over het jaar 2013. Doel van deze jaarverslagenanalyse is de financiële en operationele kengetallen
van deze zorgorganisaties in kaart te brengen, om het belang van inkoop in de bedrijfsvoering van
organisaties in de VVT-sector zichtbaar te maken.
De analyse is uitgevoerd op basis van 454 bruikbare jaarverslagen van zorgorganisaties actief in de
VVT-sector in Nederland over het jaar 2013 met vergelijkende cijfers over 2012. Van
36 relatief kleine zorgorganisaties zijn geen cijfers beschikbaar, omdat deze gebruik maken van een
beperkte jaarverantwoording. Bij de analyse is gebruik gemaakt van de gegevens uit DigiMV (bron:
CIBG, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, bewerkt en beschikbaar gesteld door
Intrakoop).
Bij interessante verschillen is ook een uitsplitsing gemaakt naar organisatie-omvang, uitgedrukt in
3
NVTZ -omzetklasse:
•
€ 0 tot € 10 mln.
•
€ 10 tot € 25 mln.
•
€ 25 tot € 60 mln.
•
€ 60 tot € 150 mln.
•
€ 150 tot 300 mln.
•
€ 300 mln. of meer.
1
Intrakoop is de inkoopcoöperatie van de zorg en helpt 579 zorgorganisaties op circa 7.079 locaties efficiënter te werken.
2
Verstegen accountants en adviseurs is de huisaccountant van meer dan 100 zorgorganisaties, waarbij zij de jaarcijfers
controleren en bedrijfseconomisch en fiscaal advies verstrekken.
3
Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in de Zorg
Jaarverslagenanalyse VVT-sector 2013
4
2.2
Gehanteerde definities
In deze rapportage vallen de bedrijfslasten uiteen in personeelskosten en inkoopuitgaven.
Personeelskosten bestaan uit:
•
Salariskosten
•
Sociale lasten
•
Pensioenpremies
•
Overige personeelskosten en
•
Kosten voor personeel niet in loondienst (PNIL).
Waarvan de laatste twee in deze rapportage ook gerekend worden tot de inkoopuitgaven.
De inkoopuitgaven omvatten alle uitgaven van een organisatie waar een externe factuur tegenover
staat. Binnen de inkoopuitgaven wordt onderscheid gemaakt tussen kosten die in de exploitatie
worden opgenomen en investeringen:
Inkoopgerelateerde exploitatiekosten, waaronder:
•
Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten
•
Algemene kosten
•
Patiënt- en bewonersgebonden kosten
•
Onderhoud en energiekosten
•
Huur en leasing
•
Personeel niet in loondienst
•
Overige personeelskosten (grotendeels inkoopgerelateerd)
Investeringen:
•
Investeringen in gebouwen en terreinen
•
Investeringen in machines en installaties
•
Investeringen in andere bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting
•
Investeringen in materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen
Jaarverslagenanalyse VVT-sector 2013
5
3. Financiële positie
Figuur 4.1
Financiële kengetallen VVT 2013
Norm
2013
2012
Resultaat
Totaal resultaat (x € 1 mln.)
237
424
Resultaatsratio
1,5%
2,7%
Solvabiliteit
Totaal eigen vermogen (x € 1 mln.)
Omzetratio
3.904
3.676
15%
24,2%
23,0%
1,0
1,2
1,1
Liquiditeit
Liquiditeitsratio
3.1
Resultaat
Algemeen
De VVT-sector heeft over 2013 een minder groot positief resultaat behaald dan in 2012. De 490
VVT-instellingen vertonen over 2013 een positief netto resultaat van € 237 mln. ten opzichte van
€ 424 mln. over 2012. Uitgedrukt in een percentage van de totale bedrijfsopbrengsten, betreft het in
beide gevallen relatief geringe bedragen, namelijk 1,5% en 2,7%. De bedrijfsopbrengsten
(voornamelijk de wettelijke budgetten) zijn weliswaar met € 186 mln. hoger dan in 2012, maar ‘de
groei is eruit’. De daling van het netto resultaat wordt veroorzaakt door de hogere bedrijfslasten
(personeel, inkoop), die € 375 mln. hoger zijn dan over 2012, terwijl de opbrengsten niet navenant
zijn gestegen.
Bijzondere waardeverminderingen
Aan afboekingen van onrendabel materieel vast actief (impairment) is in 2013 € 51,8 mln.
verantwoord ten opzichte van € 101,6 mln. over 2012. Deze halvering is opmerkelijk, omdat de
financiële prognoses op het moment van het opmaken van de jaarrekening 2013 (voorjaar 2014)
ongunstiger waren dan een jaar geleden. De verwachting was dan ook dat juist in de jaarrekening
van 2013 aanzienlijke afwaarderingsverliezen zichtbaar zouden worden.
Jaarverslagenanalyse VVT-sector 2013
6
3.2
Solvabiliteit
De solvabiliteit van de VVT-organisaties is gestegen van 23,0% in 2012 naar 24,2% in 2013. Van de
490 onderzochte VVT-organisaties zijn er 27 met een negatief eigen vermogen. Dit aantal is
ongeveer gelijk aan 2012.
Ruim 56 zorgorganisaties hebben een solvabiliteitsratio van 50% of meer. In veel gevallen betreft dit
relatief kleine zorgorganisaties (omzet minder dan 10 mln.), bijvoorbeeld met één of twee (huur)locaties. Indien de solvabiliteit en de resultaatratio worden uitgesplitst naar organisatieomvang, blijkt
dat grotere organisaties doorgaans een lagere solvabiliteit en resultaatratio kennen.
Figuur 4.2
Solvabiliteit VVT-sector naar omvang zorgorganisatie
NVTZ-Omzetklasse
Solvabiliteit
Resultaatsratio
€ 0 tot 10 mln.
29,2%
2,5
€ 10 tot 25 mln.
29,5%
2,1
€ 25 tot 60 mln.
28,0%
1,9
€ 60 tot 150 mln.
24,9%
1,7
€ 150 tot 300 mln.
19,1%
0,7
€ 300 mln. of meer
16,7%
0,3
3.3
Liquiditeit
De positieve resultaten in de VVT-sector hebben zich ook vertaald in verbetering van de
liquiditeitscijfers. De gemiddelde current ratio laat een geringe verbetering zien van 1,1 naar 1,2. Het
aandeel VVT-organisaties met een liquiditeit boven de traditionele norm van 1,0 is in 2013 nagenoeg
gelijk gebleven.
Het is sterk de vraag of een current ratio van 1,2 de komende periode nog toereikend is. Veel
zorgorganisaties ondervinden grote moeite om financieringsafspraken te maken. Banken reageren
terughoudend met het aanbieden van financieringen of het aanpassen van rekening courantafspraken. En zeker in een periode van reorganisaties hebben VVT-organisaties veelal met acute
financiële aanspraken te kampen. Bij de organisaties die in 2013 al gedeeltelijk moesten
reorganiseren was een merkbare vermindering van de liquide middelen het gevolg.
Daarnaast zal de overgang van een deel van de activiteiten naar de WMO en de
Zorgverzekeringswet een negatieve invloed hebben op de liquiditeit. Gemeenten en
zorgverzekeraars vergoeden de zorg nu achteraf en niet meer op basis van voorschotten zoals de
zorgkantoren momenteel de AWBZ-activiteiten vergoeden. Kortom de toereikendheid van de
liquiditeit verdient alle aandacht. Faillissementen worden immers veroorzaakt door een gebrek aan
cash en niet door een ontoereikend eigen vermogen.
Jaarverslagenanalyse VVT-sector 2013
7
4. Bedrijfslasten
4.1
Totale bedrijfslasten
Voor het eerst in jaren is de groei in de bedrijfslasten in de VVT-sector afgenomen. De totale
bedrijfslasten stijgen weliswaar nog met +2,5% naar een totaal van € 15,7 mld., maar de stijging is
duidelijk aan het afvlakken. In 2012 stegen de bedrijfslasten en bedrijfsopbrengsten in de VVT-sector
nog met respectievelijk +7,7% en +8,0%.
De bedrijfslasten stijgen bovendien iets sterker dan de toename in de bedrijfsopbrengsten van
+1,3%. De totale omzet van de VVT-sector bedraagt in 2013 ruim € 16 mld.
De totale personeelskosten, inclusief inhuur van derden, neemt in 2013 bijna driekwart van de totale
lasten in beslag. De overige bedrijfskosten, waartoe het grootste deel van de inkoopuitgaven wordt
gerekend omvat 22% van de totale lasten van een gemiddelde VVT-organisatie.
Figuur 3.1
Verbijzondering bedrijfslasten 2013
22%
5%
73%
Personeelskosten
Jaarverslagenanalyse VVT-sector 2013
Afschrijvingen
Overige bedrijfskosten
8
4.2
Inkoopuitgaven
De inkoopuitgaven vertegenwoordigen in de VVT-sector in 2013 € 6,2 mld. en dalen in 2013 licht met
-1,0%. Binnen inkoop gaan de bestedingen vooral naar voedingsmiddelen en hotelmatige kosten,
algemene kosten en investeringen in bedrijfsgebouwen en terreinen (allen circa € 0,9 mld.).
Binnen de inkoopuitgaven zijn de investeringen met -1,5% net als in 2012 licht teruggelopen. Echter,
vooral de investeringen in materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering waartoe de lopende
bouwprojecten worden gerekend, dalen in 2013 hard met -23,8%. Zorgorganisaties durven
nauwelijks nog te bouwen vanwege teruglopende cliëntaantallen, onzekerheden in de bekostiging en
terughoudendheid van banken bij financiering.
De inkoopgerelateerde exploitatiekosten, waarvan ook de cliëntgebonden kosten en de
voedingsmiddelen en hotelmatige kosten deel uitmaken, dalen licht: gemiddeld met -0,8%.
Figuur 3.2
Verbijzondering inkoopuitgaven Verpleeg- en verzorgingshuizen en Thuiszorg (VVT)
2013
Inkoopuitgaven
Totaal: € 6,2 mld.
Exploitatiekosten (-0,8%):
Ontwikkeling 2013-2012
Totaal: -1,0%
Voedingsmiddelen en hotelmatige
kosten
€ 0,9
Algemene kosten
€ 0,9
Patiënt- en bewonersgebonden
kosten
-3,3%
-6,3%
+1,7%
€ 0,3
Energie
+5,1%
€ 0,2
Onderhoud
-1,2%
€ 0,3
Huur en leasing
€ 0,6
Personeel niet in loondienst
-,7%
€ 0,7
Overige personeelskosten
+1,8%
€ 0,4
+8,4%
Investeringen (-1,5%):
Bedrijfsgebouwen en terreinen
€ 0,9
Machines en installaties
-1,%
€ 0,2
Andere vaste bedrijfsmiddelen,
technische en adm. Uitrusting
+7,4%
€ 0,3
Materiële vaste bedrijfsactiva in
uitvoering
+13,8%
€ 0,2
€-
€ 0,5
-23,8%
€ 1,0
-30% -20% -10% 0% 10% 20% 30% 40%
Miljarden
Jaarverslagenanalyse VVT-sector 2013
9
Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten
Uitgaven aan voedingsmiddelen en hotelmatige kosten komen in de care-sector naar verhouding
vooral voor binnen de VVT en vertegenwoordigen daar ruim € 900 mln. aan kosten. Deze uitgaven
vormen 20% van de inkoopgerelateerde exploitatiekosten van een gemiddelde VVT-organisatie.
Na een stijging van +4,2% in de uitgaven aan voedingsmiddelen en hotelmatige kosten in 2012, laat
de VVT-sector in 2013 een duidelijke daling zien van -3,3%. Indien wordt gelet op de
organisatieomvang laten alleen de kleinste organisaties in de VVT-sector nog een toename zien van
2 á 3%. De grotere organisaties zien hun uitgaven van voedingsmiddelen en hotelmatige kosten
dalen. Een verklaring hiervoor is dat de kleinere zorgorganisaties met een omzet tot € 10 mln. in
2013 nog een toename in aantal cliënten laten zien, waar bij de grotere organisaties veelal sprake is
van een afname. Dit beeld is ook terug te zien in de ontwikkeling van de bedrijfsopbrengsten. De
omzetstijging is bij kleinere organisaties gemiddeld hoger dan bij grotere organisaties. De kleinere
organisaties kopen bovendien niet zelden hun voedingsmiddelen decentraal bij de plaatselijke retail,
wat doorgaans hogere kosten met zich meebrengt.
Uit door Intrakoop uitgevoerde grootboekanalyses, blijkt dat de verhouding voedingsmiddelen ten
opzichte van de hotelmatige kosten ongeveer 55% versus 45% is. De belangrijkste hotelmatige
kosten in de VVT-sector betreffen schoonmaak, linnenvoorziening en vervoerskosten.
Patiënt- en bewonersgebonden kosten
De patiënt- en bewonersgebonden kosten, zijn de kosten die het dichtst bij de kernactiviteit van de
VVT staan en omvatten onder meer de kosten voor onderzoek en behandeling,
incontinentiemateriaal, verplaatsingshulpmiddelen en psychosociaal of pastoraal werk. Deze kosten
stijgen in 2013 licht met +1,7%. Deze stijging komt vooral voor rekening van de kleinere en
middelgrote organisaties met een omzet tot € 60 mln. De grotere organisaties zien hun patiënt- en
bewonersgebonden kosten dalen, mede als gevolg van een teruglopend aantal intramurale cliënten.
Algemene kosten
Algemene kosten omvatten onder meer communicatiekosten, kosten voor administratie en externe
advisering. Waar in 2012 de algemene kosten in de VVT-sector nog een sterke stijging vertoonden
van +17,4%, dalen de algemene kosten in 2013 het hardst van alle kostensoorten: -6,3%. De
algemene kosten vertegenwoordigen zo’n 20% van de inkoopgerelateerde exploitatiekosten.
Energie
Van de inkoopkosten die tot de exploitatie worden gerekend, stijgen de energiekosten in 2013 het
hardst. In 2013 stijgen de energiekosten met +5,1% van € 223 mln. naar € 235 mln. De kosten voor
aardgas stijgen met +9,4% aanzienlijk sterker dan de kosten voor stroom (+0,1%). Het jaar 2013
kende een betrekkelijk koude winter: ten opzichte van 2013 lag het aantal graaddagen 7,8% hoger
Jaarverslagenanalyse VVT-sector 2013
10
4
(3.047 graaddagen in 2013 versus 2.868 graaddagen in 2012) . Het aantal graaddagen is het aantal
dagen dat de temperatuur onder de 18 graden lag, maal het aantal graden dat de temperatuur naar
beneden afweek van de 18 graden.
4
Bron: KNMI 2013, 2012
Jaarverslagenanalyse VVT-sector 2013
11
5. Personeel
5.1
Personeelskosten
In de VVT-sector nemen de personeelskosten met € 11,4 mld. 73% van de totale lasten voor hun
rekening. In 2013 bedraagt de stijging van de personeelskosten +4,4% (in 2012: +6,5%). Binnen de
totale personeelskosten zijn het de uitgaven aan sociale lasten en pensioenpremies die met
respectievelijk +8,4% en +7,2% bovengemiddeld stijgen. De salariskosten stijgen gemiddeld met
+2,8%, net iets meer dan de 1% salarisstijging die in de cao VVT is vastgelegd.
Na jaren van toenemende flexibilisering is in 2013 in de VVT-sector slechts sprake van een zeer
geringe stijging in de uitgaven voor personeel niet in loondienst (PNIL). Deze inkoopgerelateerde
personeelskosten stijgen in 2013 met +1,8%. Uit aanvullende grootboekanalyses van Intrakoop blijkt
ruim 70% van de PNIL-uitgaven uitzendkrachten betreft. 30% omvat overige kosten voor werk
derden, zoals zzp-ers.
Eveneens inkoopgerelateerd zijn de overige personeelskosten. Deze kosten, die onder meer
reiskostenvergoedingen, opleidingskosten, ARBO en uitgaven voor uitplaatsing omvatten, stijgen in
2013 met +8,4%, na in 2012 al eerder te zijn gestegen met 7,9%. Een mogelijke verklaring voor deze
stijging is dat de kosten voor afvloeiing van medewerkers zijn toegenomen.
Figuur 4.1
Verbijzondering personeelskosten VVT 2013
Personeelskosten
Totaal: € 11,4 mld.
Ontwikkeling 2013-2012
Totaal: +4,4%
Lonen en salarissen
+2,8%
€ 8,3
Sociale lasten
+8,4%
€ 1,2
Pensioenpremies
€ 0,7
Personeel niet in loondienst
€ 0,7
Andere personeelskosten
+7,2%
+1,8%
+8,4%
€ 0,4
€0
€2
€4
€6
€8
€ 10
-10%
0%
10%
20%
Miljarden
Jaarverslagenanalyse VVT-sector 2013
12
30%
5.2
Aantal personeelsleden en fte’s
Bij de 389 VVT-organisaties waarvan cijfers over het aantal medewerkers beschikbaar zijn, werken
in 2013 ruim 352.000 mensen. Van de overige ruim 100 organisaties zijn geen cijfers bekend omdat
zij vrijgesteld zijn voor publicatie van de jaarrekeningen (36x), of omdat deze gegevens niet in de
verslaglegging zijn opgenomen (65x). Op basis van extrapolatie wordt het totaal aantal medewerkers
bij deze organisaties geschat op zo’n 55.000, waarmee het totaal aantal medewerkers in de sector
uitkomt op circa 405.000 medewerkers.
De instroom van nieuwe medewerkers bij de 389 VVT-organisaties met beschikbare cijfers, bedraagt
in 2013 66.234 medewerkers. 73.675 medewerkers hebben daarentegen hun werkgever in de VVTsector verlaten. Uitstroom van medewerkers komt met name voor bij grotere organisaties met een
omzet vanaf € 25 mln. Na in 2012 nog te zijn gestegen met +3% daalt het aantal medewerkers in
2013 met zo’n -2%. De ingezette daling is een opmaat naar een verwachte verdere uitstroom van
personeelsleden in 2014. De tijd dat de zorgsector een veilige haven is in tijden van economische
teruggang lijkt daarmee voorbij.
De daling in het aantal personeelsleden lijkt samen te hangen met een afname in het aantal cliënten
van circa -5% die vooral het eigen personeelsbestand raakt. Het aantal medewerkers dat niet in
loondienst (PNIL) werkzaam is, lijkt ten opzichte van 2012 ongeveer gelijk gebleven, afgaande op de
geringe stijging (+1,8%) in deze inkoopgerelateerde personeelskosten. Een verklaring hiervoor is dat
een deel van de uitstroom het aanbod krijgt om als zzp-er aan de slag te gaan.
Figuur 4.2
In- en uitstroom personeel per saldo VVT-sector, naar organisatie-omvang
In- en uitstroom personeel
per saldo
€ 0 tot 10 mln.
€ 10 tot 25 mln.
per
saldo
uitstroom

€ 25 tot 60 mln.
€ 60 tot 150 mln.
€ 150 tot 300 mln.
78
per
saldo
instroom

-1.140
-4.047
-2.175
€ 300 mln. of meer
-5.000
Jaarverslagenanalyse VVT-sector 2013
875
-946
-2.500
0
2.500
5.000
13
Uitgedrukt in fte’s werken in de zorg 220.000 fte. Door het totaal aantal fte’s in de sector te delen
door het aantal medewerkers is de deeltijdfactor te berekenen. De gemiddelde deeltijdfactor in de
VVT-sector bedraagt in 2013 54% en is nagenoeg onveranderd ten opzichte van 2012. Naar
schatting werkt ongeveer de helft van de medewerkers in de VVT-sector minder dan 24 uur per
week.
Een fte kost in de VVT-sector in 2013 gemiddeld € 51.000 aan salariskosten, sociale lasten en
pensioenpremies.
Jaarverslagenanalyse VVT-sector 2013
14
5.3
Vacatures
De onderzochte VVT-organisaties laten in 2013 een flinke daling in het aantal beschikbare vacatures
zien van -29,6% naar een totaal van 7.251 vacatures in 2013.
De VVT-sector heeft in 2013 ook minder moeite om moeilijk vervulbare vacatures vervuld te krijgen.
Dit zijn vacatures waarvoor binnen een periode van drie maanden geen indiensttreding heeft
plaatsgehad. Het aantal moeilijk vervulbare vacatures daalt in 2013 sterk met -39,2%. In 2013 maken
de moeilijk vervulbare vacatures 15% uit van het totaal aantal vacatures.
Cliëntgebonden vacatures maken circa 80% uit van het totaal aantal vacatures in de sector.
Figuur 4.3
Aantal vacatures in de VVT-sector 2013, uitgesplitst naar type
2%
19%
14%
65%
Cliëntgebonden
Cliëntgebonden, moeilijk vervulbaar
Niet-cliëntgebonden
Niet-cliëntgebonden, moeilijk vervulbaar
Jaarverslagenanalyse VVT-sector 2013
15
5.4
Verzuim
Het jaar 2013 laat een aanzienlijke daling in het verzuimpercentage zien van -7,2%. Het
verzuimpercentage daalt van 5,5% in 2012 naar 5,1% in 2013.
Indien het verzuimpercentage wordt uitgesplitst naar organisatie-omvang uitgedrukt in NVTZomzetklasse valt op dat het verzuim bij grotere organisaties hoger is dan bij kleinere organisaties.
Grote organisaties met een omzet vanaf € 300 mln. kennen in 2013 een verzuimpercentage van
6,2% versus een verzuimpercentage van 4,8% bij kleinere organisaties tot € 10 mln.
Figuur 4.4
Verzuimpercentage uitgesplitst naar organisatie-omvang
Ontwikkeling 2013-2012
Totaal: -7,2%
Verzuimpercentage 2013
Totaal: 5,1%
€ 0 tot 10 mln.
11,1%
4,8%
€ 10 tot 25 mln.
5,3%
€ 25 tot 60 mln.
5,4%
€ 60 tot 150 mln.
5,5%
€ 150 tot 300 mln.
5,5%
€ 300 mln. of meer
-2,3%
-5,6%
-4,2%
-,1%
-5,5%
6,2%
0%
Jaarverslagenanalyse VVT-sector 2013
2%
4%
6%
-15%
-10%
-5%
0%
16
6. Capaciteit en productie
5
Het totaal aantal cliënten in de VVT stijgt in 2013 met ruim 12% naar een totaal van 693.000 . Het
aantal intramurale cliënten op basis van een ZZP bedraagt aan het eind van 2013 zo’n 230.000
cliënten: een daling van -6,6% ten opzichte van 2012. De trend waarin cliënten steeds vaker zorg
thuis ontvangen, is in de cijfers van 2013 duidelijk zichtbaar. In 2013 is het totaal aantal extramurale
cliënten, dat al dan niet maakt van begeleiding of dagbesteding, gestegen met +25,5%. Het aantal
cliënten dat op basis van een volledig pakket thuis zorg ontvangt gelijk aan de zorg die de
verzekerde in de instelling zou krijgen (VPT), is met circa 11.500 cliënten nog gering te noemen,
maar neemt aanzienlijk toe met +15,7%.
Figuur 4.5
Aantal cliënten VVT-sector
Ontwikkeling 2013-2012
Totaal: +12,5%
Cliënten VVT 2013
Totaal: 693.077
Cliënten in instelling op basis van
een ZZP
-6,6%
231
Cliënten met verblijf op basis van
volledig pakket thuis (VPT)
+15,7%
11
Extramurale cliënten (inclusief
cliënten met begeleiding of
dagbesteding 2013
451
0
100
200
300
400
500
+25,5%
-20%
-10%
0%
10%
20%
30%
x 1.000
De beschikbare capaciteit, uitgedrukt in het aantal bedden/plaatsen is in de VVT-sector in 2013 met
-2,5% gedaald naar een totaal van 250.400 bedden. VVT-organisaties lijken hiermee voor te sorteren
op een verdere extramuralisering van de zorgvraag. Doordat het aantal intramurale cliënten sterker
daalt dan het aantal beschikbare bedden/plaatsen, neemt ook de bezettingsgraad af: van 96,2% in
2012 naar 92,2% in 2013. Kleinere zorgorganisaties kennen doorgaans een hogere bezettingsgraad
dan de grotere concerns.
5
De cijfers in dit hoofdstuk zijn tot stand gekomen op basis van een extrapolatie van 198 VVT-
organisatie met beschikbare DigiMV-cijfers.
Jaarverslagenanalyse VVT-sector 2013
17
© 2014 Intrakoop en Verstegen accountants en adviseurs. Overname of reproductie van de inhoud
van deze rapportage, op welke wijze dan ook, is uitsluitend toegestaan met bronvermelding
‘Intrakoop en Verstegen accountants en adviseurs: Jaarverslagenanalyse Zorgsector 2013’. Het
gegevensbestand dat ten grondslag ligt aan deze rapportage is eigendom van Intrakoop en voor
geïnteresseerden tegen vergoeding opvraagbaar.
Intrakoop u.a.
Verstegen accountants en adviseurs
Regterweistraat 11a, 4181 CE Waardenburg
Noordendijk 189, 3311 RN Dordrecht
Postbus 67, 4180 BB Waardenburg
Postbus 574, 3300 AN Dordrecht
http://www.intrakoop.nl
http://www.verstegenaccountants.nl
http://twitter.com/intrakoop
http://twitter.com/VerstegenAcc
Jaarverslagenanalyse VVT-sector 2013
18