Intentieverklaring Ruimtelijke Adaptatie

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
Van:
Tel.nr. 8635
:
W. Visser
Nummer: 14A.00693
Datum: 16 september 2014
Team: Realisatie en Beheer
Tekenstukken: Nee
Bijlagen:
Afschrift aan:
3
M. Bekkers, W. van Bodegraven, M. Stam, W. Visser, J.
van den Dool
N.a.v. (evt. briefnrs.): N.v.t.
Onderwerp: Intentieverklaring Ruimtelijke Adaptatie
Advies:
1. Te besluiten tot het aangaan van een landelijke intentieverklaring ruimtelijke adaptatie in het kader van
Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering (zie bijlage 1 en 2).
2. Te besluiten tot het aangaan van een regionale intentieverklaring ruimtelijke adaptatie, de Coalitie Regio
Utrecht, in het kader van Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering (zie bijlage 3).
3. Het verlenen van een volmacht van de burgemeester van Woerden aan de wethouders C.J. van Tuijl en
M.J. Schreurs om de gemeente te vertegenwoordigen door het ondertekenen van beide overeenkomsten.
De ondertekening vindt plaats tijdens het Festival Ruimtelijke Adaptatie op 9 oktober 2014.
Begrotingsconsequenties
B . e n W. d . d . :
23-09-2014
Akkoord, portefeuillehouder ook weth. Schreurs
Portefeuillehouder:
wethouders Van Tuijl en Schreurs
NEE
Inl ei din g:
Inrichten met het oog op de toekomst
Ieder jaar op Prinsjesdag verschijnt een nieuwe editie van het Deltaprogramma, die vooruitkijkt naar
het jaar daarop. Op Prinsjesdag 2014 verscheen het Deltaprogramma 2015. De deltacommissaris
adviseerde aan het kabinet om 5 deltabeslissingen te nemen waaronder de deltabeslissing ruimtelijke
adaptatie (DBRA).
Met de DBRA wordt geanticipeerd op de kwetsbaarheid van ons land voor de gevolgen van
overstromingen en extreem weer (met wateroverlast, hitte, droogte als gevolg). Die kwetsbaarheid
neemt de komende decennia waarschijnlijk toe. Dit komt door verdergaande verstedelijking en de
verwachte klimaatverandering. Hierdoor wordt de kwaliteit van de leefomgeving in de bebouwde
gebieden aangetast. Dit is ook in gemeente Woerden merkbaar. Bij hevige regenbuien staan
regelmatig de straten blank. Om deze problematiek aan te pakken is een samenhangende aanpak
nodig.
Ondertekenen intentieverklaring ruimtelijke adaptatie
Als start van de implementatiefase van DBRA is er de mogelijkheid een intentieverklaring ruimtelijke
adaptatie te ondertekenen (zie bijlage 1 en 2). Het Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering
nodigt daartoe marktpartijen, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen en individuele
overheden uit om samen een coalition of the willing te smeden. Met deze landelijke overeenkomst
gaan betrokkenen een inspanningsverplichting aan en spreken zij de bereidheid uit te komen tot
uitvoeringsafspraken.
Daarnaast is het mogelijk een eigen regionale of lokale intentieverklaring te sluiten en te
ondertekenen. Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden heeft het initiatief genomen voor een
regionale samenwerking: de Coalitie Regio Utrecht. Gemeente Woerden is een van de zeven
betrokken gemeenten. Daarnaast sluiten ook provincie Utrecht en de Veiligheidsregio Utrecht aan bij
deze coalitie (zie bijlage 3).
De ondertekening van beide intentieverklaringen vindt plaats op het Festival Ruimtelijke Adaptatie op
9 oktober in Utrecht.
Bev o egd he id:
Het College van Burgemeesters en Wethouders is bevoegd om op grond van artikel 160, eerste lid,
sub e gemeentewet om te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten. De burgemeester kan op
grond van artikel 171, tweede lid, gemeentewet een volmacht verlenen om de gemeente Woerden te
vertegenwoordigen, zoals het ondertekenen van een overeenkomst.
Beo ogd ef fe ct:
Door het ondertekenen van de landelijke en regionale intentieverklaring ruimtelijke adaptatie
bekrachtigt het college dat gemeente Woerden werk maakt van een klimaatbestendige omgeving om
ook in de toekomst prettig te kunnen wonen, werken en recreëren. Door samen te werken met de
regionale partners kunnen kansen worden benut die de klimaatverandering met zich meebrengt en het
bebouwd gebied beter bestand te maken tegen hevige regenbuien, periodes van droogte en hitte en
de gevolgen van een mogelijke overstroming.
Ar g um ent en:
Aangaan landelijke intentieverklaring ruimtelijke adaptatie (Advies 1)
Door het ondertekenen van de intentieverklaring laat het college landelijk zien bestuurlijk achter de
ambities van de Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie te staan. Onderdeel van de implementatiefase
van de Deltabeslissing is een stimuleringsfonds om concrete projecten te ondersteunen. Binnen het
kader van het programma ontwikkeling veengebied van gemeente Woerden kunnen bijvoorbeeld
projecten ontstaan die passen binnen dit stimuleringsfonds. Het ondertekenen van deze
Intentieverklaring zal dan bijdragen om voor een dergelijke ondersteuning in aanmerking te komen.
Aangaan regionale Intentie Verklaring: de Coalitie Regio Utrecht (Advies 2)
In de regionale intentieverklaring spreken de bestuurders uit samen een Plan van Aanpak op te gaan
stellen om de ambities van de landelijke intentieverklaring te concretiseren. In dit Plan van Aanpak
wordt uitgewerkt welke regionale vraagstukken spelen en wat de lokale vraagstukken zijn. Voor
gemeente Utrecht zullen de accenten op het gebied van hitte bijvoorbeeld anders liggen dan voor
gemeente Woerden. Bovendien heeft Woerden onlangs al een Groenblauw omgevingsplan opgesteld
waarin ook aandacht is voor hitte. Daarentegen staat gemeente Woerden weer voor een grotere
uitdaging als het gaat om de gevolgen van bodemdaling. Naast het inzichtelijk maken van de
bestaande kennis wordt ook ingezet op samenwerking en een gezamenlijk leerproces.
Verlenen van volmacht (Advies 3)
Wethouder Cor van Tuijl is portefeuillehouder openbare ruimte (IBOR), bodemdaling en
duurzaamheid. Wethouder Martin Schreurs is portefeuillehouder ruimtelijke ordening. De gevolgen
van wateroverlast, overstroming, droogte en hitte zijn direct zichtbaar en merkbaar in de openbare
ruimte. Daarbij ligt een nauwe relatie tussen de bebouwde omgeving, de zakkende (veen)bodem en
het watersysteem in gemeente Woerden. Er is behoefte aan structurele en duurzame oplossingen.
Niet alleen in de techniek maar ook in de ruimtelijke ordening. Door slim om te gaan met de ruimtelijke
inrichting van een gebied kan geanticipeerd worden op bijvoorbeeld de toenemende zomerse
piekbuien. Juist vanwege de samenhang tussen deze portefeuilles wordt geadviseerd beide
wethouders een volmacht te verlenen om de intentieverklaringen te ondertekenen.
Kan tte k eni ng:
Het risico van de landelijke intentieverklaring is dat het afspraken op hoofdlijnen blijven en dat er geen
acties uit naar voren komen. Door het ondertekenen van de regionale intentieverklaring, de Coalitie
Regio Utrecht, wordt dit ondervangen. De Coalitie Regio Utrecht gaat samen aan de slag met
ruimtelijke adaptatie en klimaatopgaven. In het op te stellen Plan van Aanpak worden onder andere
regionale afspraken gemaakt en lokale klimaatopgaven inzichtelijk gemaakt.
Fin an ci ën:
N.v.t.
Uitv o er ing :
Conform het collegebesluit wordt het advies uitgevoerd.
Com mun ic at ie / Web s ite:
Persbericht
Op de dag van de ondertekening wordt een persbericht verspreid die ook naar de gemeenteraad
wordt gestuurd.
O nde rn em ing s r aad :
n. v. t.
S am enh ang m et e e rd er e b es lui tv or min g:
Collegevoorstel Toekomstvisie op de leefbaarheid van het veengebied (13A.01196), akkoord op
17-12-2013.
Raadsvoorstel Groenblauw omgevingsplan (14R.00043), akkoord op 17-12-2013.
Collegevoorstel Programma ontwikkeling veengebied gemeente Woerden (14A.00505), akkoord
op 24-06-2014.
Bij l ag en:
1. Brochure van Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Deltaprogramma | Nieuwbouw en
herstructurering Intentieverklaring Ruimtelijke Adaptatie (augustus 2014)
2. Algemene Intentieverklaring ruimtelijke adaptatie (definitief concept, 5 september 2014)
3. Intentieverklaring Ruimtelijke Adaptatie, Coalitie Regio Utrecht (concept 3, versie 10 september
en kenmerk DM 861120 (eindconcept)).
Deltaprogramma | Nieuwbouw en herstructurering
Intentieverklaring
Ruimtelijke Adaptatie
Wateroverlast
Hitte
Wateroverlast is waarschijnlijk het
meest zichtbare probleem. Steeds
vaker staan winkels en kelders vol
water. Zo viel in de provincies Utrecht
en Zuid-Holland in het weekend van
12 oktober 2013 net zoveel neerslag
als normaal gesproken in die hele
maand. Volgens het KNMI zullen
zulke buien steeds vaker voorkomen.
Dit levert enorme economische
schade op, zowel voor winkeliers
die hun winkels moeten sluiten,
als voor particulieren die schade
krijgen aan hun eigen huis en spullen.
Wateroverlast kan er ook voor zorgen
dat ziekenhuizen niet optimaal
meer functioneren en dat een
energievoorziening uitvalt.
Veel mensen vinden de stijgende
temperatuur aangenaam. Maar
vooral oudere mensen kunnen veel
hinder ondervinden van hittegolven.
Sterker nog, tijdens een hittegolf
stijgt het aantal sterfgevallen met
12 procent. Dat zijn veertig extra
doden per dag. Toch hebben niet
alleen ouderen last van hitte. De
arbeidsproductiviteit daalt en
het ziekteverzuim neemt toe als
het kwik stijgt. Dat is niet alleen
onaangenaam, maar heeft uiteraard
ook nadelige economische gevolgen.
Door verdergaande verstedelijking
wordt dit probleem steeds groter,
want hoe meer stenen en asfalt, hoe
hoger de temperaturen in de stad.
Droogte
Door hogere temperaturen krijgen
we ook steeds vaker te maken met
periodes van droogte. De gevolgen
daarvan zijn voor de burgers in de
stad misschien minder zichtbaar,
maar niet minder groot. Paalrot
is een groot probleem bij huizen
met een houten fundering en
zorgt tussen nu en 2050 voor een
schadepost die kan oplopen tot
zo’n 25 miljard euro. Droogte zorgt
ook voor verzakking van de grond
en mogelijke scheuren in dijken. En
dat heeft weer gevolgen voor de
veiligheid.
Overstroming
Nederland is een veilige delta, maar
overstromingen zijn niet uit te sluiten.
En de gevolgen van zo’n mogelijke
overstroming worden steeds groter.
Dat heeft te maken met de groei van
het aantal mensen achter de dijk
en de economische bedrijvigheid.
Driekwart van de woningen in
binnendijks gebied kan schade
ondervinden bij een doorbraak
van de primaire waterkeringen.
Vitale en kwetsbare functies, zoals
ziekenhuizen en energiecentrales,
zijn vaak niet bestand tegen een
mogelijke overstroming.
Onderteken de Intentieverklaring
Ruimtelijke Adaptatie
Om ook in de toekomst prettig te kunnen wonen, werken en recreëren in ons
land moeten we onze steden inrichten met het oog op de toekomst. Door samen
te werken kunnen we kansen benutten die de klimaatverandering met zich
meebrengt en het stedelijk gebied beter bestand maken tegen hevige regenbuien,
periodes van droogte en hitte en de gevolgen van een mogelijke overstroming.
Werkt u of wilt u werken aan het klimaatbestendig en waterrobuust maken van
het stedelijk gebied? Teken dan ook de Intentieverklaring Ruimtelijke Adaptatie.
De onderteking van de Intentieverklaring vindt plaats op het Festival Ruimtelijke
Adaptatie op 9 oktober in Utrecht. Maak tijdens dit festival bovendien kennis met
andere partijen die zich bezighouden met ruimtelijke klimaatadapatie, woon de
presentatie van het Kennisportaal Ruimtelijke Adaptatie bij en leer meer over het
Stimuleringsprogramma.
Slim veranderen
Om bedreigingen tegen te gaan en kansen te benutten moet klimaatbestendig
en waterrobuust inrichten een vanzelfsprekend onderdeel worden bij ruimtelijke
(her)ontwikkelingen. Door nú maatregelen te nemen, maken we onze steden
mooier en voorkomen we in de toekomst grote schade. Voor veel maatregelen geldt
bovendien dat ze kosteneffectief zijn, als ze maar in een vroeg stadium in het proces
worden meegenomen. Alle betrokken overheden en marktpartijen zijn hier samen
verantwoordelijk voor en spelen daarbij dus een belangrijke rol.
Manifest Klimaatbestendige Stad
‘Nú bouwen aan de stad van de toekomst’ – dat is de titel van het Manifest
Klimaatbestendige Stad dat in 2013 is opgesteld door de vier coalities van het
Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering (DPNH). Deze coalities – op
het gebied van bouw en stedelijke ontwikkeling, stedelijk water, openbare ruimte
en groen en infrastructuur – bestaan uit mensen van verschillende overheden en
het bedrijfsleven. In het manifest doen de coalities een appèl aan overheden en
marktpartijen om samen met de inwoners van de stad verantwoordelijkheid te
nemen voor de klimaatbestendige stad. Daarnaast zijn er acties in opgenomen,
die momenteel verder worden uitgewerkt. Zo is onder meer de Intentieverklaring
Ruimtelijke Adaptatie hieruit voortgekomen.
Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie
Het Manifest Klimaatbestendige Stad is het vertrekpunt geweest voor twee van elkaar
onafhankelijke trajecten. Het eerste traject is gericht op de deltabeslissing Ruimtelijke
adaptatie (DBRA). De DBRA bevat bestuurlijke afspraken tussen overheden. Na het
vaststellen van de DBRA in een bestuursakkoord, start via het Stimuleringsprogramma
de implementatie.
Het tweede traject richt zich op de Intentieverklaring Ruimtelijke Adaptatie. DPNH
nodigt marktpartijen, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen en individuele
overheden uit om samen een coalition of the willing te smeden als bekrachtiging van het
Manifest. Het is de bedoeling dat zij met het ondertekenen van de Intentieverklaring
Ruimtelijke Adaptatie de intenties onderschrijven, waar ze in de periode van
2015 tot‐2020 invulling aan gaan geven. Met deze landelijke overeenkomst gaan
betrokkenen een inspanningsverplichting aan en spreken zij de bereidheid uit te
komen tot uitvoeringsafspraken.
Sluit een Ruimtelijke Adaptatie Deal
Daarnaast is het mogelijk een extra bijdrage te leveren aan het realiseren van
de Intentieverklaring Ruimtelijke Adaptatie door een eigen regionale of lokale
intentieverklaring te sluiten om te komen tot een Ruimtelijke Adaptatie Deal. Met
deze Ruimtelijke Adaptatie Deal kunnen partijen hun samenwerking bestendigen om
een bijdrage te leveren aan het waterrobuust en klimaatbestendig maken van het
stedelijk gebied in Nederland door concrete afspraken te maken over een specifiek
project of programma. Dit kan om een klein of een groot project of programma gaan,
het kan over water gaan of droogte. Omvang en onderwerp maken niet uit, zolang het
de klimaatbestendigheid van een bepaald gebied maar ten goede komt.
Waarom een Intentieverklaring Ruimtelijke Adapatie?
Partijen die hieraan meedoen zeggen hierover het volgende:
• Ruimtelijke klimaatadaptie is een actueel en urgent onderwerp. Met het tekenen
van de Intentieverklaring Ruimtelijke Adaptatie laten betrokken partijen zien dat
ze het belangrijk vinden ermee aan de slag te gaan.
• Ruimtelijke klimaatadapatie heeft meer bekendheid nodig. De Intentieverklaring
kan daarbij helpen.
• Steeds meer landen krijgen te maken met de negatieve effecten van klimaatverandering. Vaak in hevigere mate dan in ons land. Daarom is werken aan
ruimtelijke adaptatie een belangrijk exportproduct, waarvan het belang door de
Intentieverklaring Ruimtelijke Adaptatie wordt onderschreven.
• Het is belangrijk alle mogelijke kansen te benutten die waterrobuust en
klimaatbestendig bouwen bieden. Door intenties te delen, worden die kansen
beter zichtbaar.
Meedoen
Iedereen kan tijdens het Festival op 9 oktober 2014 aansluiten: marktpartijen,
maatschappelijke organisaties, kennisinstituten en overheden. Met het ondertekenen
van de landelijke Intentieverklaring Ruimtelijke Adaptatie – en mogelijk ook eigen
regionale of lokale Ruimtelijke Adaptatie Deals – sluit u zich aan bij de coalition of the
willing: de partijen die zo snel mogelijk samen concrete stappen op het gebied van
ruimtelijke klimaatadaptatie willen zetten.
Laat het ons weten
Overweegt u of uw organisatie de landelijke Intentieverklaring Ruimtelijke Adaptatie
te ondertekenen? Heeft u een project of programma in gedachte dat geschikt zou
zijn voor een lokale of regionale Ruimtelijke Adaptatie Deal? Laat het ons weten via:
[email protected].
Aanmelden? Ga naar www.ruimtelijkeadaptatie.nl
Dingen in beweging krijgen
Geurt van Randeraat, directeur
van SITE urban development is
ambassadeur voor de Klimaatbestendige Stad en was als
voorzitter van de coalitie bouw
en stedelijke ontwikkeling blij
verrast over de betrokkenheid
van de deelnemers uit zijn
coalitie. Van Randeraat: “Dat
engagement heeft naar mijn
idee te maken met het feit dat het thema klimaatbestendige stad de sector
raakt. Het zou een kans kunnen zijn om de dingen weer in beweging te
krijgen. Het is goed te kijken naar de mooie voorbeelden. Neem
bijvoorbeeld de wijk Lanxmeer in Culemborg. Leven in en om water en de
natuur is daar het uitgangspunt. Daar is vraag naar, dat willen mensen
graag. Dat zo’n wijk ook klimaatbestendig wordt gebouwd is vervolgens
mooi meegenomen. Een ander prachtig voorbeeld is het ontwerp voor een
nieuwe markt in Beverwijk. De eigenaar heeft daar een volledig duurzaam,
klimaatbestendig plan neergelegd. Hij doet dat vanuit zijn eigen visie.
Maar het moet voor hem ook commerciële meerwaarde opleveren, anders
zou hij het niet doen. Dat kan blijkbaar.”
Muren slechten
Van Randeraat: “Wij zoeken vooral naar manieren waarop de overheid private partijen uit kan dagen om zelf die klimaatadaptatie aan te pakken. En
naar manieren om de muur te slechten die lijkt te bestaan tussen waterschappen en private partijen. Misschien bestaat die muur vooral in hoofden van de betrokken partijen, want de bereidheid tot kennisdelen is bij
beide partijen groot. Maar het blijft een uitdaging die twee partijen in een
vroeg stadium samen om tafel te krijgen bij grote projecten.”
De Klimaatbestendige stad
Opgaven
10
[netto contant:
miljard]
Schade
71
miljard
[netto contant:
22
miljard]
Droogte
problematiek
42
miljard
[netto contant:
12
miljard]
{
{
{
Bron: Deltares 2012.
Geschatte schade als gevolg van
neerslag- en droogteproblematiek,
gecumuleerd over de periode 2013-2050.
De schade als gevolg van paalrot heeft
betrekking op woningen in gebieden met
wegzijging; deze gebieden zijn gevoeliger
voor droogte dan andere gebieden.
[Netto contant: schade over 50 jaar
teruggerekend naar de waarde van deze
schade in 2013 met een jaarlijkse
ontwaarding van 5½%.]
Natschade
20
miljard
3
Bebouwing (incl. tuinen)
miljard
Infrastructuur
45
12
miljard
25
miljard
miljard
4,2
9
miljard
Zakking
Aangetast groen
Slechte waterkwaliteit
Paalrot
Hittestress
BLAUWAL
G!
6
miljard
Arbeidsproductiviteit
& gezondheid
Openbare
ruimte & groen
8
miljard
miljard
8
miljard
6
= 250 miljoen
miljard
Slechte waterkwaliteit
0,3 miljard
29
0,04 miljard
Neerslag
problematiek
0,2 mijlard
bedragen in euro
Deltaprogramma
Nieuwbouw en Herstructurering
Stad en water komen elkaar steeds vaker
tegen. Waterveiligheid is niet alleen meer
een kwestie van dijken bouwen en onderhouden, maar ook van ruimtelijke inrichting.
Daarnaast wordt die ruimtelijke inrichting
van steeds groter belang bij het aanpakken
van de problemen die hevige regenbuien,
droogte en hitte met zich meebrengen. Het
Deltaprogramma Nieuwbouw en
Herstructurering verkent hoe ruimtelijke
maatregelen kunnen bijdragen aan het
beperken van de gevolgen van een overstroming, een hevige regenbui, langdurige
droogte en extreme hitte. De resultaten
dragen bij aan de deltabeslissing Ruimtelijke
adaptatie.
www.ruimtelijkeadaptatie.nl
Dit is een uitgave van:
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Augustus 2014
Deltaprogramma | Nieuwbouw en Herstructurering Algemene Intentieverklaring ruimtelijke adaptatie Definitief Concept DPNH 5 september 2014 Robert de Graaff Garmt Arbouw Jasper Groos 1 1. DePartijen
1. A, B, … hierna te noemen: ‘Marktpartijen, Maatschappelijke Organisaties, Kennis- ,
Onderwijsinstellingen Die Ondertekenen’;
2. C, hierna te noemen: ‘Ministerie’;
3. M, N, … hierna te noemen: ‘Individuele Waterschappen Die Ondertekenen’;
4. K, L, … hierna te noemen: ‘Individuele Provincies Die Ondertekenen’;
5. O, P, … hierna te noemen: ‘Individuele Gemeenten Die Ondertekenen’;
6. Genoemden onder 2., 3. 4. en 5. samen te noemen: ‘Overheden Die Ondertekenen’
Hierna tezamen ook genoemd: Partijen,
2. constaterendat:
a) Marktpartijen, maatschappelijke organisaties, kennis- , onderwijsinstellingen een coalition of the willing willen smeden; b) overheden1 samen het beleidsvoorstel ‘Deltabeslissing ruimtelijke adaptatie’ hebben
voorbereid; het Rijk, IPO, UvW en VNG bereid zijn om voor de beleidsmatige verankering
hiervan het ‘Bestuursakkoord Deltaprogramma’ te sluiten2;
c) Een coalition of the willing van individuele niet‐overheden èn individuele overheden de Deltabeslissing ruimtelijke adaptatie en het Bestuursakkoord Deltaprogramma verbreedt en versterkt, 3. onderschijvenhetbelangvanklimaatbestendigenwaterrobuust(her)ontwikkelen,omdat:
a) steden en dorpen de plekken zijn waar Nederlanders wonen, werken, ondernemen en hun
vrije tijd doorbrengen. Dat de stad de motor is van de economie. Dat een goede kwaliteit
van de leefomgeving van steden en dorpen daarom essentieel is;
b) door voortgaande verstedelijking de kwetsbaarheid van grote delen van Nederland
toeneemt voor de gevolgen van overstromingen, extreem weer, relatieve bodemdaling,
stijging van de zeespiegel, een grotere kweldruk en verzilting3;
c) het bebouwde gebied in Nederland door extreem weer zoals zware regenval, langdurige
droogte en hoge temperaturen nu al regelmatig te maken heeft schade aan gebouwen,
boven- en ondergrondse infrastructuur, groenvoorzieningen, groter gezondheidsrisico voor
bewoners. Een schade die tot 2050 tot tientallen miljarden kan oplopen4;
d) klimaatverandering en de aanpak daarvan kansen biedt, die benut kunnen worden door
slim te investeren, realiseren en beheren; en kansen biedt voor ondernemerschap en
innovatie,
4. sprekendevolgendeintentiesuit:
Deel1:Ambitiesvoorklimaatbestendigestadin2050entussendoelenin2020
Partijen delen als ambitie voor het stedelijk gebied dat in 2050, bij hevige neerslag of bij hoog
water aan de kust en in rivieren, schade aan gebouwen waar redelijkerwijs mogelijk, wordt
1
Ministerie van IenM, IPO, UvW, VNG De koepels ondertekenen het Bestuursakkoord Deltaprogramma. Voor deze intentieverklaring gaan de ondertekenaars er vanuit dat de ondertekenende overheden de Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie uitvoeren en in dat kader voor 2020 klimaatbestendigheid van het eigen plangebied analyseren (‘weten’), de resultaten van deze analyse vertalen in een gedragen ambitie en een adaptatiestrategie met concrete doelen (‘willen’) en de beleidsmatige en juridische doorwerking van deze ambitie borgen voor uitvoering (‘werken’). 3
DPNH, Knelpuntenanalyse DPNH, 2011 4
Hoogvliet, Schades door watertekorten en –overschotten in stedelijk gebied, 2012 2
2 voorkómen, mensen en diensten de hoofdwegen kunnen blijven gebruiken en de gezondheid niet
bedreigd wordt; dat slachtoffers, schade en maatschappelijke ontwrichting, waar redelijkerwijs
mogelijk, worden voorkómen; dat in 2050 de waterkwaliteit nog goed is.
Voor perioden van droogte en/of hitte en lage grondwaterstanden delen Partijen de ambitie dat in
2050 aantasting van funderingen, ongelijkmatige zetting en schade aan groen, aantasting van de
gezondheid van mensen en van de leefbaarheid van de stad zo veel mogelijk wordt voorkómen en
de stedelijke infrastructuren5 zo veel mogelijk blijven functioneren.
Partijen onderschrijven het doel dat klimaatbestendig en waterrobuust inrichten uiterlijk 2020
integraal onderdeel is van beleid en handelen. Partijen ontwikkelen de kennis die hiervoor nodig is
en die het benutten van de kansen, die de adaptatiestrategie2 biedt, mogelijk maakt. De partijen in
de realisatieketen (overheden en niet-overheden) hebben in 2020 samen werkwijzen ontwikkeld
(o.a. voor aanbestedingen), die innovatie op het gebied van klimaatadaptatie mogelijk maken en
zo veel mogelijk ruimte bieden voor dialoog tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers.
Overheden Die Ondertekenen zorgen ervoor dat in 2020 de uitkomsten van de analyse, de
ambities, concrete doelen en de adaptatiestrategie die zij in het kader van de implementatie van de
Deltabeslissing ruimtelijke adaptatie (zie bijlage 1) opstellen6 bij derden bekend zijn.
Partijen bevorderen, waar mogelijk, draagvlak voor deze gezamenlijk te stellen ambities, concrete
doelen en adaptatiestrategie.
Deel2:GovernanceKlimaatbestendigeStad
Partijen hebben de intentie samen te bouwen aan de klimaatbestendige stad door (voor zover van
toepassing vanuit de eigen rol):
 klimaatmitigatie en -adaptatie, ruimtelijke kwaliteitsopgaven, economie, leefbaarheid en
gezondheid te zien als één stedelijke opgave die om integrale oplossingen vraagt;
 het water in de stad in beschouwing te nemen als één systeem, waarvan de onderdelen
grond-, hemel-, oppervlakte-, en afvalwater samenhangen, zowel onderling en als in hun
relatie tot de openbare ruimte: kwantitatief en kwalitatief, functioneel en financieel;
 bij financiële berekeningen en afwegingen uit te gaan van een tijdshorizon die past bij de
levensduur van de objecten (Life Cycle Costs) en daarbij de gevolgen van
klimaatverandering te betrekken;
 potentiële maatregelen voor klimaatbestendigheid7 standaard te verwerken in ontwerpend
onderzoek, ontwerpen, ruimtelijke plannen, beheer en onderhoud;
 waar mogelijk, burgers en burgerinitiatieven op het gebied van klimaatadaptatie te
stimuleren en versterken;
 ondersteunen initiatiefnemers van gebiedsontwikkelingsprojecten (bestaande stad en
nieuwbouw) met het vroegtijdig in overleg gaan en inbrengen van beschikbare kennis over
bodem, het watersysteem en ondergrond;
 aan te sporen tot innovatie en co-creatie en daaraan zelf bij te dragen door vanuit de eigen
rol en verantwoordelijkheid kennis en ervaringen over klimaatadaptatie te ontwikkelen en
delen met partners en in samenwerkingsverbanden;
 in samenwerkingsverbanden initiatieven te ontwikkelen om bij gebiedsontwikkeling
kansrijke maatregelen voor klimaatbestendigheid te ontdekken en toe te passen, door
bijvoorbeeld het sluiten van regionale/lokale deals over ruimtelijke adaptatie in concrete
projecten of programma’s.
5
zoals de verkeers‐, afvalwater‐, drinkwater‐, gas‐, elektriciteits‐, ICT‐ en datainfrastructuur De overheden gaan aan de slag met de stappen ‘weten’, ‘willen’ en ‘werken’ en organiseren daarbij draagvlak. In deze intentieverklaring verklaren de partijen hieraan vanuit hun eigen rol bij te willen dragen. 7
Zie ‘Handreiking Ruimtelijke Adaptatie’ 6
3 Marktpartijen, Maatschappelijke Organisaties, Kennis- , Onderwijsinstellingen Die Ondertekenen:


besteden in diensten en producten op het gebied van onderzoek, onderwijs, plannen,
realisatie, beheer en onderhoud van ruimtelijke initiatieven en hun corporate communicatie
actief aandacht aan klimaatadaptatie; stimuleren onderwijs en onderzoek voor verdere ontwikkeling van kennis ten behoeve van
klimaatadaptatie van het stedelijke gebied.
Overheden Die Ondertekenen:
 delen de bevindingen uit analyse van effecten van klimaatverandering met burgers,
bedrijven en maatschappelijke organisaties en informeren hen over maatregelen die zij zelf
kunnen treffen;
 beschrijven in ruimtelijke plannen, indien analyse van effecten van klimaatverandering
hiertoe aanleiding geeft, de wijze waarop klimaatadaptatie is opgenomen in het betreffende
plan.
Individuele Gemeenten Die Ondertekenen: 
spannen zich samen met andere partijen (zoals het waterschap) in om te voorkomen dat
de gezondheid van de inwoners van de gemeente wordt aangetast en de leefbaarheid van
het stedelijk gebied afneemt door klimaatverandering.
Individuele Waterschappen Die Ondertekenen:
 zoeken voor ruimtelijke adaptatie waar mogelijk naar synergie tussen eigen plannen en
andere ruimtelijke ontwikkelingen in de stedelijke omgeving.
Slotbepalingen
Deze intentieverklaring treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening en geldt tot 31
december 2020. De intentieverklaring kan worden ondertekend in meerdere exemplaren. Ieder
ondertekend exemplaar wordt geacht een origineel exemplaar te zijn en alle exemplaren
gezamenlijk vormen een en dezelfde intentieverklaring. De handtekeningpagina van ieder
exemplaar kan worden toegevoegd aan ieder ander exemplaar om de volledig ondertekende
intentieverklaring te vormen. De intentieverklaring en/of de handtekeningpagina's kunnen via email of fax tussen partijen worden uitgewisseld en een via e-mail of fax uitgewisselde handtekening
van iedere partij wordt geacht een originele handtekening te zijn.
Het ministerie van IenM evalueert in 2017 met Partijen de intentieverklaring en doet Partijen een
voorstel voor het vervolg. Alle in deze intentieverklaring genoemde afspraken worden zo snel
mogelijk ter hand genomen.
Partijen komen overeen dat de afspraken van deze intentieverklaring niet in rechte afdwingbaar
zijn.
Ondertekening
Getekend te Utrecht op 9 oktober 2014
<organisaties en namen>
4 Bijlage 1: Voorstel Deltabeslissing ruimtelijke adaptatie (Deltaprogramma 2015 versie
23 mei 2014)
NB: deze tekst wordt vervangen door de definitieve tekst zodra deze openbaar is.
De deltacommissaris stelt voor over ruimtelijke adaptatie te beslissen dat:

Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen de gezamenlijke ambitie vastleggen dat
Nederland in 2050 zo goed mogelijk klimaatbestendig en waterrobuust is ingericht en bij
(her)ontwikkelingen geen extra risico op schade en slachtoffers ontstaat voor zover dat
redelijkerwijs haalbaar is;

klimaatbestendig en waterrobuust inrichten uiterlijk 2020 onderdeel is van het beleid en
handelen van deze partijen, door bij hun regionale en lokale ruimtelijke afwegingen de
waterrobuustheid en klimaatbestendigheid van het eigen plangebied te analyseren (‘weten’),
de resultaten van deze analyse te vertalen in een gedragen ambitie en een adaptatiestrategie
met concrete doelen (‘willen’) en de beleidsmatige en juridische doorwerking van deze ambitie
te borgen voor uitvoering (‘werken’);

ieder van deze partijen aan de overeengekomen gezamenlijke ambitie invulling geeft op basis
van de eigen verantwoordelijkheden en bevoegdheden;

deze partijen hiervoor een aantal generieke uitgangspunten hanteren, zoals beschreven in
onderstaande toelichting en bijlage xx;

de watertoets zijn wettelijke verankering als procesinstrument behoudt en de toepassing
vroeg in het ruimtelijk proces plaatsvindt;

de overheden gezamenlijk de Handreiking ruimtelijke adaptatie en een
Stimuleringsprogramma ruimtelijke adaptatie beschikbaar stellen als ondersteunende
instrumenten voor het realiseren van de ambitie;

het Rijk ervoor zorgt dat nationale vitale en kwetsbare functies uiterlijk in 2050 beter bestand
zijn tegen overstromingen (zie interdepartementale afspraken in bijlage xx) en daarvoor zo
nodig in 2020 of zoveel eerder als mogelijk beleid en regelgeving heeft vastgesteld;

in 2017 en daarna regelmatig in het Deltaprogramma een evaluatie plaatsvindt over de
voortgang van de klimaatbestendige en waterrobuuste inrichting en de instrumenten die
beschikbaar zijn om de ambitie te realiseren.
Toelichting op de generieke uitgangspunten
Weten, willen, werken
Rijk, provincies en gemeenten geven samen met de waterschappen een regionale en lokale
uitwerking aan de ambitie. Zij doorlopen hiervoor eventueel samen met maatschappelijke
organisaties en marktpartijen drie stappen aan de hand van de volgende generieke
uitgangspunten:
1. ‘weten’: analyse van de waterrobuustheid en klimaatbestendigheid van het (plan)gebied en de
functies. Deze analyse vindt - voor zover de gegevens beschikbaar zijn - plaats binnen de
bandbreedte van de deltascenario’s en met de meest recente datasets die hieraan ten
grondslag liggen, met 2030 en 2050 als richtjaren. De overheden kiezen voor deze analyse
een passend schaalniveau.
2. ‘willen’: vertaling van de bedreigingen en kansen uit de analyse in een gedragen ambitie en
adaptatiestrategie. De overheden formuleren hiervoor concrete doelen. Zij leggen een relatie
tussen de adaptatiestrategieën op regionale en lokale schaal en waarborgen de samenhang
met de voorkeursstrategieën voor waterveiligheid en zoetwater van het Deltaprogramma.
3. ‘werken’: beleidsmatige en juridische doorwerking van de ambitie. Iedere overheid geeft aan
hoe de ambitie doorwerkt in het eigen beleid (voor het gehele fysieke domein), ruimtelijke
plannen en verordeningen, business cases, uitvoering, beheer en ‘groot’ onderhoud.
Monitoring en evaluatie
In het kader van het Deltaprogramma wordt jaarlijks in beeld gebracht in hoeverre de
klimaatbestendige en waterrobuuste ruimtelijke inrichting van het bebouwd gebied en de vitale en
5 kwetsbare sectoren onderdeel is van het handelen van de partijen. In 2017 vindt een evaluatie
plaats over de voortgang, die ook ingaat op de vraag of aanvullend instrumentarium nodig is om
de ambitie te bereiken. Het Rijk en de koepels zorgen samen voor het ontwerp en de uitvoering
van het monitoringsprogramma en de evaluatie en zorgen daarbij voor afstemming met andere
meetmomenten, zoals de benchmarks in de waterketen.
6 Intentieverklaring
Ruimtelijke Adaptatie
Coalitie Regio Utrecht
Concept 3, versie 10 september
Kenmerk: DM 861120
Bron afbeeldingen:
Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering
1
Intentieverklaring Ruimtelijke Adaptatie, Coalitie Regio Utrecht
1. Ondergetekenden
Gemeente Bunnik
Gemeente Houten
Gemeente Nieuwegein
Gemeente Oudewater
Gemeente Stichtse Vecht
Gemeente Utrecht
Gemeente Woerden
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
Provincie Utrecht
Veiligheidsregio Utrecht
Hierna tezamen ook genoemd: Partijen;
2. Overwegende dat:
a) Partijen erkennen dat klimaatverandering en de daarmee samenhangende risico’s van
overstroming, extreme neerslag, droogte en hitte op economische waarden (of publieke en
private bezittingen/assets) en volksgezondheid aanleiding is om op een andere wijze naar
de bebouwde omgeving (en daarmee de ruimtelijke ordening) te kijken.
b) Partijen op dit op deelthema’s al langer bezig zijn, en ook nog zoekende zijn hoe zij op een
doelmatige en effectieve manier de gevolgen van de klimaatverandering het hoofd kunnen
bieden.
c) Partijen aangeven dat samenwerking met andere partijen in de regio bijdraagt aan de
onder b) genoemde doelmatigheid en effectiviteit.
d) Partijen al samenwerken aan een doelmatige, duurzame en efficiënte afvalwaterketen en
regionaal afvalwaterketen beleid;
e) Partijen een samenwerking voorbereiden op het concept meerlaagsveiligheid, waaronder
het thema overstromingsrobuust bouwen, dat het vigerend beleid van rijk en provincie in
de praktijk kan brengen;
f) Partijen samenwerken vanuit ieders eigen rol, bevoegdheid en verantwoordelijkheid en
vigerend beleid uitgangspunt is;
3. verbinden zich aan de volgende intenties:
g) Gaan samen in “Coalitie Regio Utrecht” verder aan de slag met ruimtelijke adaptatie en
klimaatopgaven, door het verder in beeld brengen van de lokale klimaatveranderingsopgave(n) en hiervoor gebruik te maken van een gedeeld referentiekader.
h) Nodigen andere partijen uit om deel te nemen in deze Coalitie. Zowel andere overheden als
regionale corporaties, burgers, NGO’s en diverse soorten bedrijven en lokale industrie, om
zich aan te sluiten bij deze Coalitie.
i) Gaan als Coalitie een Plan van Aanpak opstellen. In dit Plan van Aanpak staat onder andere
aangegeven:
o De overwegingen om een Plan van Aanpak op te stellen;
o De rol en bijdragen van de betrokken partijen in tijd en geld;
o Op welke manier hierbij wordt samengewerkt met de andere partijen.
2
Intentieverklaring Ruimtelijke Adaptatie, Coalitie Regio Utrecht
o Slotbepalingen.
j) De Coalitie dient het Plan van Aanpak in voor het Stimuleringsprogramma Ruimtelijke
Adaptatie (als onderdeel van de Klimaatagenda, Adaptatieplan).
k) Het sluiten van een Coalitie betekent onder andere dat Partijen gebruik maken van
bestaande kennis (lopende projecten, programma’s en onderzoeken) en aansluiten bij
vigerend beleid en initiatieven die reeds lopen op dit terrein en gaat deze niet opnieuw
doen;
l) Het waterschap treedt voor de duur van deze intentieverklaring op als begeleider van het
proces.
4. Slotbepalingen
Deze intentieverklaring treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening en geldt voor de
periode tot 1 januari 2016.
Deze intentieverklaring mag openbaar worden gemaakt, waardoor andere partijen kennis kunnen
nemen van de afgesloten intentieverklaring, zodat navolging van deze intentieverklaring kan
worden bevorderd en andere partijen zich kunnen aansluiten bij de Coalitie.
De intentieverklaring kan worden ondertekend in meerdere exemplaren. Ieder ondertekend
exemplaar wordt geacht een origineel exemplaar te zijn en alle exemplaren gezamenlijk vormen
een en dezelfde intentieverklaring. De handtekeningenpagina van ieder exemplaar kan worden
toegevoegd aan ieder ander exemplaar om de volledig ondertekende intentieverklaring te vormen.
De intentieverklaring en/of de handtekeningenpagina's kunnen via e-mail of fax tussen partijen
worden uitgewisseld en een via e-mail of fax uitgewisselde handtekening van iedere partij wordt
geacht een originele handtekening te zijn.
Partijen komen overeen dat de afspraken van deze intentieverklaring niet in rechte afdwingbaar
zijn.
5. Ondertekening
Getekend te Utrecht op 9 oktober 2014
3
Intentieverklaring Ruimtelijke Adaptatie, Coalitie Regio Utrecht