Bijlage 9 Stoppen Met Roken

Zorgovereenkomst Huisartsgeneeskundige Zorg 2015
Bijlage 9 Stoppen met Roken
1.
Korte beschrijving van de prestatie
Indien patiënten gemotiveerd zijn om te stoppen met roken, kan de Zorgaanbieder begeleiding
aanbieden door middel van STIMEDIC. STIMEDIC behoort tot onderdeel 3 van de Zorgmodule
Stoppen met Roken van het Partnership Stop met Roken: begeleiden bij Stoppen met Roken en
is een speciaal voor de Nederlandse huisartsenpraktijk ontwikkelde kortdurende interventie ter
ondersteuning van stoppen met roken. STIMEDIC kan worden toegepast door zowel de huisarts
als de praktijkondersteuner. In zes stappen, verdeeld over twee tot drie consulten, worden het
motivatieniveau en de nicotineafhankelijkheid vastgesteld en barrières besproken, wordt een
stopdatum afgesproken, indien nodig farmacotherapie geadviseerd en een zelfhulpgids en
follow-upconsult aangeboden.
2.
Doel prestatie
Door begeleiding van stoppen met roken laagdrempelig aan te bieden, kunnen patiënten er op
attent gemaakt worden hun leefstijl aan te passen om klachten te verhelpen dan wel te
voorkomen. Daarnaast kan door stoppen met roken duurdere zorg worden voorkomen.
3.
Voorwaarden deelname aan de prestatie
-
-
4.
De Zorgaanbieder of zijn praktijkondersteuner is bekwaam om de STIMEDIC uit te
voeren. De betreffende Zorgaanbieder of praktijkondersteuner registreert zich bij
voorkeur in het kwaliteitsregister Stoppen met Roken.
De Zorgaanbieder levert zorg conform de CBO-richtlijn ‘Behandeling van
Tabaksverslaving, herziening 2009’ zoals door het Kwaliteitsinstituut voor de
Gezondheidszorg CBO is opgesteld. Indien bij het Stoppen-met-Rokenprogramma
farmacologische ondersteuning benodigd is (ook na een eerdere stoppoging) wordt door
de Zorgaanbieder gestart met nicotine vervangende middelen. Indien de combinatie
van gedragsmatige ondersteuning met nicotine vervangende middelen onvoldoende
effect heeft, wordt pas het gebruik van UR-geneesmiddelen (bupropion, nortriptyline of
varenicline) overwogen.
Bij farmacologische ondersteuning maakt de Zorgaanbieder gebruik van het aanvraag
formulier Stoppen met roken zoals beschikbaar wordt gesteld op
www.cooperatievgz.nl.
Aanvraagprocedure en looptijd
De prestatie kan worden aangevraagd door het aanvinken van de prestatie in de vragenlijst in
de digitale contracteeromgeving van Vecozo.
De prestatie geldt voor instromers in 2015 gedurende een kalenderjaar.
Zorgovereenkomst Huisartsgeneeskundige Zorg 2015 (HA-15-bijlage 9)
5.
Honorering van de prestatie
De beleidsregel en de regeling Stoppen-met-Rokenprogramma die worden gepubliceerd door de
NZa zijn onverkort van toepassing. De vergoeding bedraagt € 65,00 voor de gehele behandeling.
De consulten van de Zorgaanbieder in het kader STIMEDIC maken onderdeel uit van de
behandeling door de Zorgaanbieder. De consulten kunnen niet separaat door de Zorgaanbieder
worden gedeclareerd.
STIMEDIC bij stoppen-met-roken binnen de huisartspraktijk kan niet worden gedeclareerd voor
patiënten met een chronische aandoening die opgenomen zijn in een ketenprogramma. Voor
chronische patiënten die in een ketenprogramma zijn opgenomen maakt stoppen met roken
begeleiding onderdeel uit van het DBC-ketenprogramma.
6.
Declaratie en uitbetaling
De declaratie kan plaatsvinden onder de geldende prestatiecodes:
12850 SMR gedragsmatige ondersteuning
12851 SMR gedragsmatig en nicotine vervanging
12852 SMR gedragsmatig en UR-geneesmiddelen
12853 SMR gedragsmatig, nicotine vervanging en UR-middelen.
Voornoemde codes zijn nog niet definitief vastgesteld. Indien andere codes worden
vastgesteld, zal de Zorgverzekeraar de Zorgaanbieder daarover informeren.
De declaratiedatum is de datum van het eerste consult bij aanvang van de behandeling.
Per kalenderjaar en per verzekerde komt maximaal één poging Stoppen met Roken voor
vergoeding in aanmerking. Als de patiënt al via een organisatie gespecialiseerd in stoppen met
roken òf op andere wijze deelneemt aan een Stoppen met Roken programma is het niet
mogelijk bovenstaande declaraties bij ons in te dienen.
Zorgovereenkomst Huisartsgeneeskundige Zorg 2015 (HA-15-bijlage 9)