Rugpijn en andere onbegrepen klachten

1
Rugklachten, hoe groot is het
probleem?
Samenvatting
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd dat het grootste probleem van rugklachten
niet zit in de kosten of hoe vaak het voorkomt. Het grootste probleem van rugklachten is het persoonlijke leed. Rugklachten kunnen levens overhoop halen
en gedroomde toekomsten in rook laten opgaan. Een tweede groot probleem
bij rugklachten is dat er ongelooflijk veel verschillende opvattingen over het
ontstaan en bestrijden van rugklachten zijn. Tussen die opvattingen zit heel
veel nonsens, of op zijn minst achterhaalde kennis, waardoor te veel mensen
te lang met hun problemen blijven kwakkelen.
1.1
Willem – 2
1.2
Heftige klacht – 2
1.3
Griep – 3
1.4
De specialist – 3
1.5
Laatste redmiddel: pijnpoli of revalidatie – 3
1.6
Ra, ra, wat klopt er niet? – 4
1.7
Medische kennis – 4
1.8
Kijken naar functioneren – 5
1.9
Trage wetenschap – 6
1
2
1
Hoofdstuk 1 • Rugklachten, hoe groot is het probleem?
In de meeste boeken over rugklachten worden allerlei cijfers over aantallen, ernst en
kosten van rugklachten gepresenteerd. Het meest in het oog springende probleem van
rugklachten, naast alle mogelijke maatschappelijke gevolgen, is echter het persoonlijke
leed. Laten we, om dit te verduidelijken, eens bekijken hoe het iemand met rugklachten
in de praktijk vergaat.
1.1
Willem
Willem is 43 jaar oud en timmerman van beroep. Hij heeft al vijf jaar rugklachten. In het
begin, toen zijn klachten net begonnen, kon hij het nog wel redden met een pijnstiller of
ontstekingsremmer. De klachten bleven echter terugkomen, steeds vaker en heviger, tot
hij niet meer kon werken vanwege de pijn. De behandeling door een fysiotherapeut gaf
aanvankelijk wat verlichting, maar hielp op den duur ook niet meer. Na enige jaren tobben
bezocht Willem een orthopedisch chirurg. De orthopeed stelde met een röntgenfoto vast
dat er niets bijzonders met zijn rug aan de hand was. Afgezien van wat slijtage. Maar, zo zei
de specialist, dat was normaal voor iemand van Willems leeftijd. Aangezien de orthopeed
niets voor Willem kon doen, bezocht hij enige tijd later de anesthesioloog van een pijnpoli.
Die gaf Willem injecties in zijn rug. De injecties leken aanvankelijk te helpen, maar na
enkele weken kwamen de klachten weer in alle hevigheid terug.
Inmiddels is Willem, na twee jaar ziekteverzuim, ontslagen door zijn werkgever. Hij is
ten einde raad. De anders zo vrolijke en opgeruimde man wordt steeds stiller en trekt zich
steeds meer terug. Zijn vrouw vreest dat hij depressief wordt. Uiteindelijk heeft de huisarts
Willem verwezen naar een revalidatiecentrum voor pijnbehandeling. Daar hebben ze hem
heel duidelijk gemaakt dat ze aan de pijn niets kunnen doen, maar dat ze hem wel kunnen
leren beter met zijn pijn om te gaan. Willem volgt een zogenaamd cognitief gedragsmatig
programma. In dit programma wordt hij beetje bij beetje gestimuleerd om zijn dagelijkse
activiteiten op te bouwen. Hij heeft zich erbij neergelegd dat hij zijn beroep als timmerman,
wat ook zijn passie was, nooit meer zal kunnen uitoefenen. Willem leeft van een uitkering
en probeert zich om te scholen. Thuis doet hij nog wat aan hobbyknutselen. Willem heeft
zich bij de situatie neergelegd, maar echt gelukkig is hij niet. En hij heeft nog steeds pijn.
1.2
Heftige klacht
Willem is verzonnen. Maar talloze mensen zullen zich in het verhaal van Willem herkennen. Die mensen hebben een ander beroep, of gaan naar een andere specialist, maar het
principe blijft steeds hetzelfde: mensen hebben rugklachten en er wordt lichamelijk niets
gevonden. Voor heel veel mensen zijn chronische rugklachten een onderdeel van hun dagelijks leven. Ze staan ermee op en gaan ermee naar bed. Vaak worden de klachten in de loop
van de dag wat erger. Een pijnstiller kan wat verlichting brengen, maar vaak slechts in beperkte mate. Tegen het eind van de dag zijn deze mensen blij dat ze naar bed mogen, want ze
zijn uitgeput. De volgende ochtend staan ze al moe op en begint het hele verhaal opnieuw.
Niet zelden zijn de gevolgen van deze klachten heftig. Mensen verliezen hun werk of
bedrijf, hun sociale leven en soms zelfs hun partner. Sport of hobby’s worden opgegeven.
1.5 • Laatste redmiddel: pijnpoli of revalidatie
3
Vrouwen die bij een zwangerschap bekkenklachten (een specifieke vorm van rugklachten)
gekregen hebben, besluiten geen kinderen meer te nemen. Er zijn vrouwen die uit angst
voor verergering van hun bekkenklachten abortus laten plegen. Deze schrijnende voorbeelden zijn gelukkig uitzonderingen. Maar het geeft wel weer hoe heftig de impact van
rugklachten in ons leven kan zijn.
1.3
Griep
Rugklachten zijn qua ernst en verloop te vergelijken met de griep. Bijna iedereen krijgt
er in zijn leven wel eens last van. De klachten zijn meestal niet ernstig en gaan op afzienbare termijn vanzelf weer over. Soms houden de klachten aan, verergeren ze of komen
steeds weer terug. Rugklachten die de dagelijkse activiteiten beperken, hebben een grote
impact op het leven van mensen. Het grootste en meest voorkomende probleem voor
zowel de patiënten als de behandelaars is dat er in het lichaam niets gevonden wordt dat
de klachten kan verklaren. Als er niets gevonden wordt, is er ook geen aangrijpingspunt
voor een behandeling. De huisarts of fysiotherapeut stelt mogelijk vast dat er wel veel
spierspanning is of dat iemand niet soepel beweegt. Maar daarmee zijn de klachten niet
afdoende te verklaren. Na herhaalde bezoeken aan de huisarts en vergeefse behandelingen fysiotherapie krijgt de patiënt een doorverwijzing naar een specialist. Als de huisarts
een mechanisch probleem vermoedt, zal hij naar een orthopeed verwijzen. Denkt de
huisarts meer aan een probleem met de zenuwbanen, dan ligt een verwijzing naar de
neuroloog voor de hand.
1.4
De specialist
Deze specialisten laten nogal eens, als onderdeel van het onderzoek, een röntgenfoto,
MRI of CT-scan maken. Dit zijn relatief kostbare onderzoeken waarvan er enkele ook
belastend zijn voor het lichaam (bijvoorbeeld door röntgenstraling). De resultaten van
deze onderzoeken laten meestal weinig bijzonders zien en de patiënt wordt teruggestuurd
naar de huisarts. Voor de huisarts blijven er dan nog maar weinig opties over: de pijnpoli
of pijnrevalidatie.
1.5
Laatste redmiddel: pijnpoli of revalidatie
De pijnpoli kan pijn bestrijden, maar geeft eigenlijk geen oplossing voor het probleem.
Het is meer het wegnemen van de symptomen (pijn). Het laatste alternatief is de pijnrevalidatie. Pijnrevalidatie is gebaseerd op de nieuwste neurofysiologische en psychologische
inzichten op het gebied van chronische pijn. Helaas leidt deze kennis tot het inzicht dat:
1. er met het lichaam niets aan de hand is (behalve dat de conditie achteruit is gegaan), en
2. dat de pijn ingebakken zit in het zenuwstelsel en dat er daardoor weinig aan de pijn
te doen is.
1
4
1
Hoofdstuk 1 • Rugklachten, hoe groot is het probleem?
Het relatief ‘goede’ nieuws is dat de patiënt met een psychologische behandelvorm kan
leren met de klachten om te gaan en zo nog enigszins aan het maatschappelijke leven kan
deelnemen.
Voor veel mensen met chronische pijn lijkt deze toch weinig hoopvolle boodschap
evenzogoed realistisch. Hun pijn heeft immers al bewezen zeer hardnekkig te zijn. De
behandeling wordt dan ook vaak met twee handen aangegrepen om nog iets van het leven
te kunnen maken.
1.6
Ra, ra, wat klopt er niet?
Bij chronische rugpijn is er aan het lichaam niets te vinden, maar zijn er wel allerlei veranderingen in het zenuwstelsel. We moeten dus het zenuwstelsel aanpakken en niet het
lichaam. Slechts weinig mensen, patiënten, therapeuten noch wetenschappers, lijken te
beseffen dat er in deze denkwijze iets heel erg scheef gaat. Waar voorheen rugklachten
werden gezien als een fysiek probleem, vormen nu plotseling het zenuwstelsel en de menselijke geest het terrein waarop de problemen bestreden moeten worden. De oorzaak voor
deze verandering van visie is het biopsychosociale model. Dit model heeft het mogelijk gemaakt om naast (!) lichamelijke (bio) ook psychologische en sociale factoren te betrekken
in het begrijpen van het ontstaan en chronisch worden van klachten. Maar in plaats van
dat de biologische en psychologische aspecten evenredig in verklaringsmodellen betrokken worden, is nagenoeg alle aandacht bij de psychologische aspecten komen te liggen.
Fysieke aspecten spelen niet of nauwelijks nog een rol. Dat fysieke aspecten een minder
belangrijke rol spelen is op zich niet zo vreemd: er wordt immers zelden iets lichamelijks
gevonden dat de klachten kan verklaren. En aangezien er niets wordt gevonden, is er lichamelijk ook niets aan de hand. Waar het hier scheef gaat, is dat niemand zich lijkt af te
vragen of we wel goed kijken!
Als de dokter zegt dat er niets is te vinden, wordt dat zonder meer aangenomen. Niemand vraagt zich af of de dokter wel goed kijkt. Dit is op zich verklaarbaar. Traditioneel
wordt de dokter gezien als de persoon die bij uitstek beschikt over de kennis over het
menselijk lichaam. Dat vertrouwen is noodzakelijk. Waarom zou u anders uw (niet zelden
intieme) problemen aan hem toevertrouwen? Bovendien wordt algemeen aangenomen
dat een specialist op zijn vakgebied over meer kennis beschikt dan een leek. Er zijn verbazend weinig mensen die voorafgaand aan het consult nog even aan de specialist vragen in
hoeverre zijn kennis nog up-to-date is, en welke vakliteratuur hij recent heeft nageslagen.
1.7
Medische kennis
Medische kennis is vaak veel minder diepgaand en algemeen geaccepteerd dan wij veronderstellen. Er zijn ook maar weinig medische onderwerpen waarover alle specialisten
het met elkaar eens zijn. Daar merkt u als patiënt over het algemeen weinig van. In het
dagelijks leven zien wij alleen de topjes van de medische kennis-ijsberg. Bijvoorbeeld als
er weer een nieuwsitem is rond de discussie over de invloed van cholesterol op hart- en
vaatziekten, of over het gebruik van suiker of vetten.
1.8 • Kijken naar functioneren
5
Vanuit het oogpunt van medische techniek zijn er ongelooflijk veel en wonderbaarlijke
ontwikkelingen. Het is bijvoorbeeld echt geweldig te zien welke mogelijkheden er zijn op
het vlak van operaties en pijnbestrijding, de ontwikkeling van kunstnieren of het kweken
van organen van eigen cellen. Des te schrijnender is de grote tegenstelling met onze kennis
over en inzicht in de werking van het menselijk lichaam. In die kennis zitten nog enorme
gaten. Ons begrip over hoe het lichaam werkt, is eigenlijk nog zeer beperkt. Doordat die
kennis zo beperkt is, ontstaat er ruimte voor persoonlijke, subjectieve interpretatie. Of wat
platter uitgedrukt: invulling naar eigen fantasie. Daarom zijn er in de medische wereld
zoveel visies en meningen. Visies en meningen die helaas erg lastig te toetsen zijn. Dit geldt
ook voor rugklachten.
1.8
Kijken naar functioneren
Even terug naar de dokter die niets kan vinden. Als de dokter met zijn scan en lichamelijk
onderzoek zegt dat hij niets kan vinden, moeten we dan ook direct aannemen dat er – in
lichamelijke zin− niets aan de hand is? Zou het misschien mogelijk kunnen zijn dat de
dokter niet goed kijkt? Dat hij niet weet hoe hij moet kijken? In de medische wereld is
het gebruikelijk te kijken naar hoe het lichaam er vanbuiten en vanbinnen uitziet. Of het
lichaam, in dit geval de rug, ook goed werkt, is een geheel andere vraag. Met de vraag of de
rug goed werkt, kan men in de medische wereld nog niet zo veel. In de technische wereld,
bijvoorbeeld bij de autotechniek, ligt het al veel meer voor de hand dat men naar het functioneren kijkt. Hoewel ook daar computers steeds meer de overhand krijgen, zult u toch
zelden een monteur bij een stilstaande motor horen mompelen: ‘niks aan te zien…’ Als er
problemen zijn met een motor, zal de monteur de auto starten om vervolgens te kijken en
luisteren hoe de motor loopt. Vervolgens zal hij hier en daar iets aandraaien of bijstellen
en kijken hoe de motor reageert. Op basis daarvan stelt hij zijn ‘diagnose’. Die monteur
heeft het al lang door: het beoordelen van de werking, het functioneren is van belang. Aan
de motor zelf is weinig te ontdekken. Pas als de motor zo lang slecht functioneert, dat er
dingen kapotgaan of afbreken, dan is er een structurele verandering zichtbaar. Maar daar
gaat niemand bij zijn auto op wachten. Waarom bij het lichaam dan wel? Simpelweg omdat we niet gewend zijn zo te kijken naar het lichaam. En omdat lichamen − anders dan
auto’s − veel langer doorlopen, ook wanneer ze slecht functioneren. Daar zijn ze namelijk
op gemaakt: om te blijven doorlopen. Ons lichaam heeft een enorm vermogen om, ook bij
fikse problemen of beperkingen, nog lange tijd te blijven functioneren. Of het nu gaat om
een slecht eetpatroon, roken, alcohol of drugs, te weinig of te veel fysieke inspanning, te
weinig slaap, stress. Het lichaam vangt het wel op. En wij maken daar onbewust misbruik
van. Omdat het lichaam het schijnbaar moeiteloos opvangt, kunnen we nog wel even door
met onze dagelijkse bezigheden, ook al hebben we een pijntje of voelen we ons niet helemaal in orde. Het trouwe lijf houdt het wel vol. Desnoods drukken we de noodsignalen
van het lichaam weg met pijnstillers. Dat dóórgaan terwijl het lichaam aangeeft dat er iets
niet goed gaat, heeft een prijs. Vroeg of laat worden er veranderingen in het lichaam zichtbaar. We zien dan dat kraakbeen in de gewrichten verminderd is of zelfs verdwenen, dat
de vorm van botten niet meer mooi strak is, maar grillig en vreemde uitsteeksels vertoont
1
6
Hoofdstuk 1 • Rugklachten, hoe groot is het probleem?
45
46
1
47 52
44
53
54 55
59 60
56
57 58
61
51
42
48
43
50
49
62
41
40
39
35 36
34
63
38
76
6 7 8 9
37
10
33
5
64
75
65
77
78
74
66
11
32
31
30
12
4
21
22
29
28
23
24
27
72
13
71 70
67
69
14
20
25
3
2
68
73
19
26
1
18
15
17 16
. Figuur 1.1 Verbind de punten met elkaar en zie het hele plaatje.
(zie 7 figuur 5.2). Deels is dit een onderdeel van natuurlijke veroudering, maar langdurig
misbruik van het lijf veroorzaakt op termijn structurele verandering. Misbruik van het
lichaam. Omdat we niet beseffen dat het ook anders kan.
1.9
Trage wetenschap
Gelukkig staat de wetenschap niet stil. Er komt steeds meer kennis over hoe het lichaam,
en ook de rug, werkt. Het is jammer dat deze wetenschappelijke ontwikkelingen maar
heel langzaam doordringen in de wereld van de behandelaars, dokters en therapeuten.
Het duurt soms meer dan twintig jaar voor nieuwe wetenschappelijke kennis gemeengoed is geworden in het dagelijks medisch handelen. Voor de rug is dit niet anders. Een
bijkomend probleem is dat we, ondanks die ontwikkelingen, eigenlijk nog steeds niet zo
heel veel weten en begrijpen. Onze kennis over de werking van de rug is nog verre van
volledig en vertoont nog heel veel gaten. Daarbij zijn er veel verschillende, soms radicaal
uiteenlopende meningen, waardoor de beschikbare kennis ook niet netjes aansluit. Er zit
nog veel lege ruimte tussen de brokjes informatie. U zou dit kunnen vergelijken met die
kinderplaten met genummerde puntjes (. figuur 1.1). Verbind de punten met elkaar in de
volgorde van de nummertjes en de afbeelding wordt zichtbaar.
Dit boek tracht de wetenschappelijke punten met elkaar te verbinden om te komen tot
een inzichtelijk beeld van de rug. Een beeld waardoor te begrijpen is hoe de rug werkt, hoe
het verkeerd kan gaan en hoe we de rug zo kunnen stimuleren, dat de werking herstelt.