10 april 2014 - Stichting Fondsenbeheer Waterbouw

Concept
NOTULEN
Aanwezig:
van de vergadering van de deelnemersraad en het bestuur van de Stichting
Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw op 10 april 2014
Deelnemersraad
W.A.B. Boogaart
J. Drost
G. van Eck
J. Klein
J. Lanser
A.J.C. Oosterbaan
H. Stamkot
C. Zuidweg
secretaris
lid
lid
voorzitter
lid
lid
lid
lid
Bestuur
A. v.d. Brink
J.G. Crombeen
A. Struijk
werknemersbestuurslid
werknemersvoorzitter, fungerend voorzitter
werkgeversvoorzitter
Stichting Fondsenbeheer Waterbouw
B. Keddeman
algemeen directeur
J. van Doorn
directeur
Afwezig met:
kennisgeving
A. Vijverberg
notuliste
M. Hulsebos
H. de Jong
H. Kamps
J. Kroeze
B. Veltman
lid deelnemersraad
werkgeversbestuurslid
werkgeversbestuurslid
werknemersbestuurslid
lid deelnemersraad
1. Opening
De heer Crombreen treedt in deze vergadering op als fungerend voorzitter. Waar verder in deze
notulen gesproken wordt van ‘de voorzitter’ wordt bedoeld de ‘fungerend voorzitter’.
De voorzitter heet de aanwezigen welkom en vraagt naar de beroepstermijn in de zaak Van de
Wetering. De heer Van Doorn geeft aan dat er nog geen tekenen van het indienen van beroep van de
kant van Van de Wetering zijn.
1
Conceptnotulen deelnemersraad – bestuur BPF Waterbouw
10 april 2014
2. Conceptnotulen vergaderingen bestuur en deelnemersraad
2.1. Conceptnotulen vergadering van 4 december 2013
De notulen worden ongewijzigd vastgesteld.
2.2. Conceptnotulen vergadering van 31 januari 2014
Tekstueel:
Pag. 2, punt 2, 1e bullet, laatste zin ‘Verder hebben zij …….. worden gemaakt’ wordt vervangen door
de zin ‘Verder hebben zij een sectorraad, waar, als bij CAO-Partijen, advies via de sectorraad aan
leden van het bestuur kan worden gegeven.’
De notulen worden met inachtneming van de wijziging vastgesteld.
3. Toekomst BPF
Er wordt een matrix rondgedeeld waarop de resultaten van de onderzoeken ten behoeve van de
besluitvorming omtrent de toekomst van de pensioenregeling van de waterbouwsector zijn
samengebracht. De matrix is geen mening, maar een weergave van feiten en geeft inzicht in
verwachtingen en kosten. Het onderzoek is nu afgerond.
Het bestuur geeft aan dat het de matrix nog niet uitgebreid wil bespreken in dit stadium, maar in het
kader van de transparantie wel wil meegeven aan de deelnemersraad.
De voorzitter zegt dat een aantal bestuursleden gisteravond bij PGB een aantal zaken nader heeft
besproken. De wijzigingen die daaruit zijn voorgekomen, moeten nog verwerkt worden in dit
document. In het document bevinden zich verder nog een aantal open plekken; dit zijn zaken waarop
nog geen antwoord is of waarover nog discussie plaatsvindt. Dit document is deze week ook aan caopartijen verzonden ten behoeve van het Breed Overleg op 16 april a.s. De voorzitter vraagt de
deelnemers dit document niet verder te verspreiden voor het overleg met cao-partijen in het Breed
Overleg. Op 16 april worden er nog geen besluiten genomen. De matrix wordt dan gepresenteerd en
er kunnen vragen worden gesteld. Er zullen enkele bestuurders bij aanwezig zijn. Vervolgens gaan de
cao-partijen uiteen en wordt de toekomst van BPF Waterbouw binnen de eigen kring van iedere caopartij verder besproken.
In het Breed Overleg vindt het gesprek plaats over de nieuw op te bouwen rechten. Over de
opgebouwde rechten gaan het bestuur, de deelnemersraad en het verantwoordingsorgaan een
oordeel vellen. De opgebouwde en nieuw op te bouwen rechten hoeven niet noodzakelijkerwijs naar
hetzelfde fonds/verzekeraar over te gaan, alle partijen hebben hierin hun eigen
verantwoordelijkheid.
De secretaris vraagt of hieruit afgeleid mag worden dat er nog geen besluitvorming door bestuur of
cao-partners heeft plaatsgevonden. De voorzitter bevestigt dit. Hij geeft aan dat het tijdpad ruim
voor 1 juli 2014 gereed moet zijn, gezien het feit dat voor de overgang naar een ander fonds de
verplichtstellingsbeschikking aangepast moet worden. Daar trekt het ministerie een half jaar voor uit.
De secretaris vraagt waar het advies van de deelnemersraad in de tijd geplaatst wordt tussen 16 april
en 1 juli 2014. Hij benadrukt dat de deelnemersraad de tijd moet krijgen om een goed onderbouwd
advies voor te bereiden, dat wellicht van invloed kan zijn bij de besluitvorming binnen het bestuur.
2
Conceptnotulen deelnemersraad – bestuur BPF Waterbouw
10 april 2014
De voorzitter geeft aan dat het bestuur daarom de matrix nu al aan deelnemersraad geeft, zodat
men zich alvast kan inlezen en voorbereiden op een advies. Als daar nog een extra bijeenkomst met
de directie / het bestuur voor nodig is, wordt dit georganiseerd.
De secretaris deelt een stappenplan van het traject van het advies uit, zoals dit volgens de
deelnemersraad zou moeten zijn en licht dit toe. Hij geeft aan ruim de tijd te vragen, zodat ook de
actieve leden van de deelnemersraad aanwezig kunnen zijn bij de bespreking en opstelling van het
advies en vraagt het bestuur of het hiermee kan instemmen. De voorzitter merkt op dat hij het
zelfstandig voortbestaan mist in de titel van het stappenplan. De secretaris geeft aan dat hij daarvan
uitgaat.
De voorzitter geeft in een eerste reactie aan dat hij denkt dat het tijdpad juist is weergegeven, maar
vraagt zich af of die maand precies zo te timen is. Het bestuur wil in haar besluit ook het besluit van
cao-partijen meenemen. Dat maakt het lastig om in de tijd afspraken te maken. De voorzitter zegt
dat hij op 16 april a.s. bij cao-partijen / Breed Overleg aan zal geven dat er bij de vaststelling van het
traject ook rekening gehouden moet worden met het adviestraject van de deelnemersraad. Het
bestuur kan het Breed Overleg vragen om op een zo kort mogelijke termijn met een besluit te
komen. Vervolgens moet het bestuur een voorgenomen besluit nemen en dit voorleggen aan de
deelnemersraad. Het bestuur is op 16 april tijdens het Breed Overleg aanwezig als toehoorder en om
vragen te beantwoorden.
Een bestuurslid geeft aan dat nu al begonnen kan worden met het inlezen ten behoeve van het
mogelijk uit te brengen advies nu de matrix is verstrekt. De heren Keddeman en Van Doorn zullen
vanmiddag in de deelnemersraadvergadering een toelichting op de matrix geven.
Een bestuurslid geeft aan dat er naar aanleiding van de bijeenkomst gisteravond met PGB nog een
aantal zaken aangepast moeten worden c.q. open punten zijn:
 Reorganisatie personeel (pag. 3): moet worden ‘allen kunnen overgaan’.
 Hogere koopsom door het niet toepassen van UFR: dit levert een verlies van € 11 mln. op. Er
zijn argumenten uitgewisseld, maar men is er niet uitgekomen.
 Verschil koopsom door afwijkende sterfteleeftijd bij Waterbouw. Dit levert het fonds een
boekwinst op van € 2,5 miljoen. Eerst moet er overeenstemming over de
berekeningsmethode komen. Een nadere berekening wordt in verband met de hoge kosten
pas uitgevoerd als definitief is gebleken dat er wordt overgegaan naar PGB.
Een deelnemersraadlid vraagt hoe het staat met het Pf Koopvaardij (PK). De voorzitter geeft aan dat
dit een fonds is met relatief oude populatie, de verhouding actieven / gepensioneerden is daar heel
anders dan bij Pf Grafische Bedrijven (PGB) of Waterbouw. Getracht is om alle eigen regelingen bij
een overgang naar PK overeind te houden. Dit is gelukt voor slechts drie jaar, maar het is niet gunstig
als na drie jaar moet worden overgegaan op de grondslagen van PK.
Een deelnemersraadlid vraagt hoe zit het met alle nieuwe regels, eenzijdige verandering vanuit de
overheid, die eraan komen. De nieuwe governance kost veel meer dan de oude structuur. De
voorzitter geeft aan dat de Pensioenfederatie, de belangenbehartiger van de pensioenfondsen, begin
dit jaar aan de overheid heeft laten weten dat ze boos is dat ze niet langer betrokken wordt bij de
besluitvorming van de staatssecretaris. Op het laatste bericht van het ministerie heeft de
3
Conceptnotulen deelnemersraad – bestuur BPF Waterbouw
10 april 2014
Pensioenfederatie gereageerd dat het de consistentie mist en de blik op de generatieverschillen.
De voorzitter geeft aan dat de besluitvorming van het bestuur over de toekomst van het fonds niet
samenhangt met de overheidsmaatregelen om te komen tot minder pensioenfondsen, maar dat
gekeken wordt wat het beste is voor de deelnemers van het fonds. Een ander bestuurslid geeft aan
dat de door de overheid opgelegde veranderingen er toch aankomen, of het fonds nu zelfstandig is
of niet. Gezegd wordt dat het fonds al langer te maken heeft met een toename van de kosten,
bijvoorbeeld door het instellen van de visitatiecommissie, vermogensbeheerkosten. Het bestuur
geeft aan dat bij een hoger aantal deelnemers, de kosten per deelnemer lager uitvallen. De secretaris
merkt op dat er bij een groter fonds weer meer kosten zijn door het hogere aantal
managementlagen. De voorzitter merkt op dat bij zelfstandigheid er ook extra kosten komen zoals
kosten voor de Raad van Toezicht en externe bestuursleden.
De plannen die er nu liggen zijn niet alleen op besturen gericht, maar ook op het verkrijgen van meer
zekerheid, zoals DNB wil, door middel van het opbouwen van een veel grotere reserve (+ 5%),
hetgeen ten kosten gaat van de indexatie.
Op een vraag van een lid van de deelnemersraad of de matrix is gebouwd op het advies van TW
antwoordt de voorzitter dat dit het geval is voor de gegevens van PGB. Die zijn in een later stadium
aangescherpt door gesprekken tussen PGB, het bestuur en de directie. De directie heeft de gegevens
van PK en het eigen fonds samengebracht. De voorzitter wijst de leden van de deelnemersraad erop
dat zij keuzes kunnen maken, want er zijn grote verschillen tussen de drie voorliggende opties. PK
heeft in vergelijking met de andere twee fondsen veel risico afgedekt, wat de kans op korten
verkleint, maar ook de kans op indexatie. De prognose voor de kans op indexeren is het grootst bij
Bpf Waterbouw. De kans op korten is het grootst bij PGB, die momenteel een dekkingsgraad van
104,8%. De keus moet eigenlijk gemaakt worden tussen risicoloos met een lage kans op indexatie of
risicovoller met een hogere kans op indexatie.
Er zijn ook toekomstscenario’s gemaakt. De directie deelt ze vanmiddag uit.
De secretaris geeft aan dat de invloed bij PGB een stuk kleiner is dan wanneer het fonds zelfstandig
doorgaat. Het bestuur geeft aan dat er vanuit de waterbouw geen invloed is in het bestuur van PGB;
er wordt door de waterbouw geen bestuurslid geleverd. Er is wel een sectorraad die met bestuurders
praat.
Bij de mogelijkheid van PK is er sprake van een nieuwe opzet. Er kan gekeken worden of het mogelijk
is een bestuurslid te leveren, maar het is niet noodzakelijk.
Bij Bpf Waterbouw levert de sector zelf het bestuur en moet gekeken worden of de waterbouwsector
bestuurders kan en wil leveren. Een lid van de deelnemersraad vraagt of er in de toekomst ook
deskundigheid van buitenaf het bestuur zal versterken. De voorzitter geeft aan dat het bestuur hier
nog niet over heeft gesproken, omdat allereerst de discussie over de toekomst moet plaatsvinden.
Voorlopig is gekozen voor de paritaire bestuursvorm, omdat die het dichtst tegen de huidige
bestuursvorm aan ligt. Bij het zelfstandig voortbestaan moet gekeken worden naar een herinrichting
van de governance. Bij een overgang naar een ander fonds wordt de focus gericht op een zo goed
mogelijke overgang naar PK of PGB.
Door DNB is, ondanks het verzoek hiertoe, geen uitstel gegeven voor de aanmelding van de nieuwe
4
Conceptnotulen deelnemersraad – bestuur BPF Waterbouw
10 april 2014
bestuurssamenstelling, daar er nog geen getekende contracten liggen. De heer Van Doorn vult aan
dat hij bij de toelichting bij de benoeming van de leden van de Raad van Toezicht bij DNB ook heeft
aangegeven dat, mocht de keuze vallen op zelfstandig doorgaan, de governancestructuur opnieuw
aan de orde komt. De huidige keuze is gemaakt in afwachting van de besluitvorming.
De secretaris vraagt of de deelnemersraad een kopie van de aanmelding van de tijdelijke benoeming
van de heer Kroeze als bestuurslid namens de gepensioneerden bij DNB kan krijgen. Naar aanleiding
van een vraag van een deelnemersraadlid geeft de heer Van Doorn aan dat hij geen nieuwe toetsing
van de heer Kroeze verwacht, want hij zat al in het bestuur. Hij zegt wel dat informeel is aangegeven
dat als iemand van pet veranderd, DNB die persoon zal toetsen. De heer Van Doorn laat verder
weten dat hij niet alle benodigde gegevens voor 1 april jl. binnen had, zodat hij de gegevens niet voor
1 april 2014 aan DNB heeft kunnen toesturen. Daardoor is mogelijk de instemming van DNB met de
invulling van het gekozen bestuursmodel niet voor 1 juli 2014 binnen.
Het nieuwe verantwoordingsorgaan (VO) moet de benoeming van de heer Kroeze per 1 juli a.s.
bevestigen.
4. Nota inzake conceptstatuten en verkiezingsreglement (nieuwe) verantwoordingsorgaan
De secretaris geeft aan dat de deelnemersraad nog niet de tijd gehad om met elkaar te overleggen.
Zij zullen dit doen na deze vergadering. De heer Van Doorn geeft aan dat het passeren van de
statuten pas eind juni gebeurt. Afgesproken wordt dat dit agendapunt nu wordt behandeld en de
deelnemersraad vanmiddag een besluit neemt, dat wordt opgenomen in deze notulen.
De heer Van Doorn geeft een toelichting bij de nota. Hij geeft aan dat er bij het werken met twee
externe bestuurders opnieuw gekeken moet worden naar de (gewogen) stemverhouding en of er
nog extra bepalingen moeten worden opgenomen. Ook door het opnemen van een bestuurslid
namens de gepensioneerden als aparte groep verschuift het evenwicht in de stemverhoudingen. Een
ander nieuw aspect is de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht heeft een aantal bijzondere
bevoegdheden, zoals medezeggenschap in het beloningsbeleid en ontslagaanzegging. Dit komt terug
in de statuten. Verder is er een regeling voor een patstelling opgenomen, waarbij het VO een
bindend advies kan geven, omdat zij, als deelnemers, uiteindelijk degenen zijn voor wie het fonds
werkt.
Kijkend naar het verantwoordingsorgaan ten opzichte van de huidige deelnemersraad is het aantal
bevoegdheden behoorlijk teruggeschroefd. Er is bijvoorbeeld geen recht meer op ongevraagd advies.
Er zouden meer bevoegdheden aan het verantwoordingsorgaan kunnen worden toegewezen dan de
wet toekent, maar het nadeel daarvan is dat de leden dan mogelijk getoetst zouden moeten worden
door DNB als mede-beleidsbepalers. Bij veel fondsen zijn er afspraken gemaakt tussen bestuur en
deelnemersraad over het raadplegen van het verantwoordingsorgaan bij bepaalde besluiten. De heer
Van Doorn stelt voor om de hier gebruikelijke besluiten te blijven voorleggen aan het
verantwoordingsorgaan. In een later stadium kan altijd nog gekeken worden of de bevoegdheden
aangepast kunnen worden. Op een vraag van een lid van de deelnemersraad uit hoeveel leden het
verantwoordingsorgaan bestaat, antwoordt de heer Van Doorn dat het orgaan bestaat uit twee
leden vanuit de werkgevers en twaalf leden vanuit gepensioneerden en actieven die gekozen moeten
5
Conceptnotulen deelnemersraad – bestuur BPF Waterbouw
10 april 2014
worden, met een minimum van zes leden, twee werkgevers, twee gepensioneerden en twee
actieven.
De heer Van Doorn geeft een toelichting op het verkiezingsreglement. Hij heeft getracht de drempel
zo op te stellen dat het geen verschil maakt of de verkieslijst door een organisatie wordt aangemeld
of door een individueel persoon. Er is eenzelfde hoeveelheid steun nodig. De verkiezingen werken
per kiesgroep; er zijn acht zetels beschikbaar voor de kiesgroep ‘gepensioneerden’ en vier voor de
kiesgroep ‘actieven’.
Om zich kandidaat te stellen heeft iemand vijftig handtekeningen nodig of een organisatie /
vereniging dient ten minste vijftig leden te hebben onder de betreffende kiesgroep voor een zetel
namens die kiesgroep. Alle kieslijsten worden verzameld en toegestuurd naar alle
pensioengerechtigden in het fonds en die kunnen hun keuze uitbrengen op één van de lijsten of één
van de personen op die lijst of per individu. Met een stemverdeling wordt gekeken wie de meeste
stemmen heeft en vervolgens worden de zetels verdeeld over de lijst.
Op een vraag van een lid van de deelnemersraad wordt aangegeven dat het mogelijk is om stemmen
te verwerven door middel van een presentatie op de website van het fonds. Daar wordt een aparte
pagina verkiezingen verantwoordingsorgaan opengesteld, waarop informatie geplaatst kan worden
door iemand op de kieslijst. Zittende leden van de deelnemersraad kunnen zich herkiesbaar stellen.
De deelnemersraad zal vanmiddag een eerste verkenning houden onder de leden om te kijken wie
voornemens zijn zich herkiesbaar te stellen.
Een bestuurslid zegt dat er meerdere mogelijkheden zijn, bijvoorbeeld door voor de kiesgroep
‘actieven’ dezelfde methode te handhaven als nu gebruikt wordt bij de ‘actieven’ in de
deelnemersraad. Er wordt aangegeven dat het bestuur hier niet voor heeft gekozen.
Alle pensioengerechtigden in het fonds worden in de loop van volgende week aangeschreven om zich
kandidaat te stellen. De vakorganisaties stellen zelf een kieslijst samen. Andere organisaties worden
niet aangeschreven, maar er komt wel een mededeling over de kandidaatstellingstermijn op de
website.
Een lid van de deelnemersraad vraagt of er nog een bijscholing plaatsvindt voor leden van het
verantwoordingsorgaan. De heer Van Doorn geeft aan dat als die behoefte na de verkiezingen bij de
leden bestaat, daar door het fonds waarschijnlijk wel ruimte voor geboden wordt. De secretaris vult
aan dat het SPO een eendaagse cursus biedt voor het verantwoordingsorgaan.
Een ander deelnemersraadlid vraagt of het aantal bezoekers aan de site aanleiding geeft om veel
reacties te verwachten. De heer Van Doorn geeft aan dat het zenden van een brief of Reflecties altijd
zorgt voor een toename van het bezoek aan de website. Verder is er de mogelijkheid om iedereen
die zich hiervoor heeft aangemeld een mailbericht te sturen, wat volgende week ook zal worden
gedaan. Van een digitale stemknop wordt geen gebruik gemaakt, want daarmee kan je niet zien of
iemand een deelnemer is en of er maar één keer gestemd wordt. De voorzitter geeft verder aan dat
ook de verenigingen ook activiteiten zullen organiseren om onder hun achterban te werven. De heer
Van Doorn geeft aan dat het mooi zou zijn als er twaalf gegadigden zijn
6
Conceptnotulen deelnemersraad – bestuur BPF Waterbouw
10 april 2014
De heer Van Doorn stelt voor om het verantwoordingsorgaan na de verkiezingen het deel op de
website laten behouden om de aandacht en interesse van de deelnemers vast te houden. Er wordt
nog gesproken over het gecombineerd verzenden van de brief over de verkiezingen, gekoppeld aan
het verzenden van UPO of andere informatie. Men besluit de brief apart te verzenden, daar men
bang is dat een te veel aan informatie afleid van de inhoud van de brief.
Met betrekking tot de communicatie wordt afgesproken na 16 april a.s. een extra Reflecties uit te
brengen met de onderzoeksresultaten. Daarna begint, zegt de voorzitter, het traject te lopen over de
besluitvorming. Half april gaan de brieven voor de kandidaatstelling de deur uit.
De deelnemersraad zal in de middagvergadering een advies vormen, hetgeen hieronder in de
notulen is opgenomen.
De deelnemersraad adviseert positief ten aanzien van het voornemen van het bestuur om de
statuten vast te stellen conform het concept als opgenomen als bijlage 1 bij de nota inzake concept
statuten en verkiezingsreglement (nieuw) verantwoordingsorgaan.
De deelnemersraad adviseert eveneens positief ten aanzien van het voornemen van het bestuur om
het verkiezingsreglement vast te stellen conform het concept als opgenomen als bijlage 2 bij de nota
inzake concept statuten en verkiezingsreglement (nieuw) verantwoordingsorgaan.
5. Rondvraag
Er wordt geen gebruik gemaakt van de rondvraag.
6. Sluiting
De voorzitter dankt een ieder voor zijn aanwezigheid en sluit de vergadering.
Getekend te Rijswijk op 3 juni 2014
Voorzitter deelnemersraad
Voorzitter bestuur
7
Conceptnotulen deelnemersraad – bestuur BPF Waterbouw
10 april 2014