IETS LEUKS GEZIEN? - Vogelwacht Utrecht

IETS LEUKS GEZIEN?
Dit is een nieuwe rubriek. Heeft u iets leuks gezien in de natuur? Bijzonder gedrag? Gewoon iets dat u mooi vindt? Of wilt u ons laten meegenieten van uw
favoriete natuurgebied? Een bijzondere belevenis? Of een prachtige dag of tocht?
Dat kan allemaal in deze rubriek. Jeroen Steenbergen trapt af (kopij en info via
[email protected] of 030-2280037).
RANSUILEN IN KOOIKERSPARK
Jeroen Steenbergen
Er zijn van die plekken waar je geregeld komt zonder er nou specifiek naar onderweg te zijn. Het dorp Houten (of noem je het al een stad?) heeft een fraaie
groene zone door de bebouwing heen, maar ja: teveel honden, teveel herrie.
Maar af en toe zijn er goede redenen er wel een kijkje te nemen. Zo bevond zich
in een rietrand van de Kooikersplas afgelopen winter opeens een roerdomp en
scharrelde er een waterral door mijn kijkerbeeld.
Schitterende foto ransuil
Midden april van dit jaar ontving ik een what’s app-berichtje met een schitterende
foto van een ransuil: de vogel zat langs het wandelpad rond diezelfde Kooikersplas. De vogel bleek niet moeilijk te vinden, hij of zij zat in een hoge wilg recht
boven het pad en mocht zich verheugen in een flinke belangstelling van langslopende Houtenaren, al dan niet met hond. De vogel zelf keek rustig terug, trok zich
weinig aan van de aandacht.
Een ransuil midden april die op wacht leek te zitten, dat maakte nieuwsgierig en ik
besloot de boom eens goed te bekijken. Bovenin leek een oud kraaiennest te
zitten, wat de gedachte opriep dat er wie weet nog wel meer dan die ene uil in de
boom te vinden was. Maar dat bleek van onderen kijkend niet goed te beoordelen,
de tijd moest maar uitwijzen of er enige juistheid in die gedachte zou zitten.
Donskuikens
De weken erop bezocht ik af en toe het park en toch kwam, begin juni, opnieuw
via what’s app, de melding “jonge uilen in het Kooikerspark” onverwachts. Van
een behoorlijke afstand de boom afspeurend bleken er twee donskuikens in de
boom te zitten. Ransuilen kende ik tot nog toe van roestplekken en van onregelmatige waarnemingen van in de schemer overvliegende vogels, maar jongen had
ik nog nooit gezien. In de telescoop waren de lichtgrijze jongen met die grote
zwarte oogvlekken fraai te zien.
Enkele dagen later bleken er drie jongen in de boom en mogelijk een vierde op
het nest te zitten. Meestal zaten de vogels hoog, maar af en toe bleek er één erg
laag te zitten. Zo zat er een vogel vlak naast het wandelpad op ongeveer ander24
halve meter hoogte, die zich prachtig liet zien en fotograferen. De ransuilen werden inmiddels een toeristische attractie en er stonden steeds vaker groepjes mensen onder de betreffende boom. De uilen zelf leken er nog altijd geen last van te
hebben.
Zes jonge vogels
Ik ging mijn bezoekjes verplaatsen naar later in de avond. Rond tienen kwam er
meer leven in de eerst passief in de boom hangende jongen: ze begonnen rond te
klauteren en de bedelroep klonk steeds vaker. Dat de vogels nog niet erg handig
waren, bleek toen een jong zich enkele meters naar beneden liet vallen en op een
veel te dunnen twijg wilde gaan zitten, om zijn as tolde en ondersteboven bleef
hangen aan één poot. Je zag de vogel denken: “hoe kom ik hier nou weer uit!?”
Op 11 juni noteerde ik dat de vogels ook, zij het nog niet zo subtiel, door de boom
begonnen te vliegen. Regelmatig klonk de, bijna blaffende, alarmroep van pa of
ma, als ook de meer zuchtende roep. Naarmate de jongen groter werden, leken
deze minder beschermend te worden benaderd: de alarmroep werd niet meer
gebruikt.
Donskuiken - Jeroen Steenbergen
De dagen erna bleken de uilen soms lastiger te vinden: ze hadden hun vertrouwde boom verlaten, op een nakomertje na, die duidelijk kleiner was dan de andere.
Soms vond ik in een boom één jonge vogel, maar als het dan iets later werd,
25
doken er opeens nog een paar op uit het, inmiddels dichte, bladerdek. De uilen
toonden veel belangstelling voor wat er onder hen op het pad gebeurde: met veel
kopknikken en blikken naar beneden. Inmiddels was duidelijk dat er zelfs sprake
was van zes juveniele vogels, die hoe later het werd steeds actiever werden en
regelmatig van boom naar boom heen en weer vlogen. De oudervogels vlogen af
en aan met een muis, waarschijnlijk bejaagd net over de rondweg.
Jonge ransuil - Jeroen Steenbergen
Leuker dan WK-voetbal?
Enkele dagen lang was een hoge treurwilg de vaste zitplek: van onderen kijkend
zag je zeven uilen zitten, zes jonge en één oudervogel. De belangstelling voor
deze groep was nog altijd groot en ook fotografen wisten de boom te vinden, al
merkten zij op dat fotograferen van onderaf niet meeviel. Het was komisch om
alle voorbijgangers moeizaam te zien turen tussen de takken, waarbij er af en toe
een enthousiaste kreet klonk als iemand ”beet had”. Naarmate het donkerder
werd, bleven de “echte fans” over, waarbij gesprekken over het gedrag van de
vogels en het WK-voetbal (”Dit is toch veel leuker”) ontstonden.
De uilen hadden inmiddels ook de lokale pers bereikt, werden bijna een soort
ambassadeurs van stadsnatuur. Mooi om mee te maken was dat iedereen er plezier in had, van hondenuitlater tot jogger tot vogelaar. Al werd het mij af en toe
wat te druk, de uilen keken rustig naar beneden en bleven onverstoorbaar.
Nu, begin juli, ben ik het zicht op de familie kwijtgeraakt. De uilen zijn niet terug
te vinden, hebben zich mogelijk verspreid of zijn naar een ander terrein vertrokken. Het park ligt er weer rustig bij, af en toe is er een ijsvogel te horen, en hopelijk is er binnenkort weer een goede reden het park opnieuw te bezoeken.
26