Checklist ten behoeve van de toetsing aanvraag extra ondersteuning binnen, of buiten de school Formele aspecten aanvraag: Er is een volledig ingevuld en geëvalueerd OPP, ondertekend door ouders, leerling, betrokken gedragswetenschapper SWV VO Delflanden, de jeugdprofessional en het bevoegd gezag van de school (directeur). Uit het OPP blijken de volgende zaken: 1. Inspanningsverplichting van de school: ☐ Ouders en de leerling zijn nadrukkelijk betrokken geweest bij het opstellen van het OPP. ☐ De aangevraagde onderwijsondersteuning (basisondersteuning en extra ondersteuning) sluit aan bij de onderwijsbehoeftes van de leerling. ☐ De aangevraagde onderwijsondersteuning wordt in het OPP specifiek omschreven: Wat gaan we doen? Wie gaat het uitvoeren? Voor hoeveel uur per week? ☐ In het OPP wordt beargumenteerd waarom de basisondersteuning, eventueel in combinatie met een hulpverleningsaanbod, niet (of onvoldoende) toereikend is voor het adequaat functioneren van de leerling binnen de school. ☐ Uit de stukken in (de bijlage van) het OPP blijkt dat er niet langer dan een jaar geleden bemoeienis vanuit het begeleidingsteam op de school is geweest (bv: observatieverslag, gespreksverslagen, rapportage Time-in, rapportage huisbezoek jeugdprofessional). ☐ Bij een aanvraag voor het FLEX-college blijkt uit het OPP bovendien dat er niet langer dan een jaar geleden extra ondersteuning vanuit het SWV binnen de school is ingezet. De resultaten daarvan zijn minimaal twee keer samen met de ouders geëvalueerd. De behaalde resultaten in relatie tot de geformuleerde doelen zijn vastgelegd in een evaluatieverslag en opgenomen in het OPP. ☐ Voorafgaand aan de aanvraag van een verlening of uitbreiding van een bestaand arrangement , is door het Loket Passend Onderwijs een tevredenheidsonderzoek over het huidige ondersteuningsarrangement afgerond bij school, ouders en leerling. ☐ Een gedragswetenschapper van het SWV VO Delflanden heeft in het voorgaande traject een adviserende rol gehad en is betrokken geweest bij de aanvraag extra ondersteuning binnen en buiten de school. 1 2. Kenmerken van de leerling: ☐ Uit observatieverslag(-en), incidentenregistratie, cijferlijst(-en), verzuimregistratie en/of diagnostische rapportage(s) blijkt dat er sprake is van gezondheids-, leer-, gedrags- en/of psychiatrische problematiek, waarbij het kind zonder extra ondersteuning niet in staat is het beoogde uitstroom niveau te halen. ☐ Uit de geformuleerde stimulerende en belemmerende factoren en het ingevulde VPI blijkt dat de leerling op tenminste één van de onderstaande gebieden een( zware) ondersteuningsbehoefte heeft: Emoties en persoonskenmerken: ☐ De leerling vraagt om veel individuele ondersteuning op het gebied van (regulatie van) emoties en gedrag (bijvoorbeeld: onrust, les verstoren, niet opvolgen van instructies, omgaan met autoriteit, vermijdingsgedrag, angst, verzuim). ☐ Begeleiding door een docent met specialistische kennis m.b.t. de gedragsproblematiek en/of gedragsstoornissen is noodzakelijk. Omgaan met anderen: ☐ De leerling vraagt om veel ondersteuning in de omgang met anderen (samenwerking, assertiviteit, conflicthantering, pesten). Voorwaarden om te kunnen leren: ☐ De leerling heeft behoefte aan een prikkelarme omgeving, waarin veiligheid, structuur en consequent handelen wordt geboden. ☐ De leerling vraagt veel individuele aandacht van de docent m.b.t bijvoorbeeld de werkhouding, concentratie, taakgerichtheid, zelfcontrole, plannen, organiseren en agendabeheer. Didactische begeleiding: ☐ De leerling heeft (structureel) behoefte aan aangepast lesmateriaal/aangepaste lesstof. De aanpassing daarvan vergt aantoonbaar veel tijd van het docententeam. Integrale onderwijs- en zorgbehoeften: ☐ De leerling heeft zowel in het onderwijs, als in de thuissituatie/vrijetijdsbesteding een duidelijke ondersteuningsbehoefte ten aanzien van zijn/haar sociaal-emotionele ontwikkeling en/of gedrag. 2
© Copyright 2024 ExpyDoc