Nieuwsbrief mini-symposium 2014

Nieuwsbrief
Highlights minisymposium november 2014
In deze nieuwsbrief:
De highligts van het SynQuest minisymposium 11 november:

GGz Breburg wint prijs beste ROM praktijkvoorbeeld 2014

Bruikbaarheid van ROM voor cliënt en hulpverlener centraal tijdens symposium

ROM vanuit cliëntenperspectief: een opmaat naar herstel?

Privacybescherming bij het verwerken van persoonsgegevens

Uitkomsten voorspellen

Databewerking 2014: workshops

Routine Process Monitoring: workshop

Best practices 2014
GGz Breburg wint prijs beste ROM praktijkvoorbeeld 2014
Deelnemers van het SynQuest symposium ‘De bruikbaarheid van Routine Outcome Monitoring
(ROM) voor cliënt en hulpverlener’ kozen op dinsdag 11 november het team Zorggroep
Volwassenen van GGz Breburg als ROM-Implementatietopper 2014. GGz Breburg heeft laten zien
dat ROM de eigen regie van psychiatrische cliënten in de behandeling stimuleert en benut ROM om
de effectiviteit van de behandeling te verbeteren. Met ROM maken GGZ instellingen voor cliënten
en hulpverleners inzichtelijk hoe het herstel van de cliënt tijdens de behandeling verloopt.
Voor hun prestatie kregen Marjon Verhaeren en Elke van der Sterren de VitalHealth Software ROM
Award 2014 uitgereikt. Dit is de wisseltrofee van SynQuest. Aan de award is een prijs voor het
team verbonden. De prijs werd uitgereikt door klinisch psycholoog Walter Arts samen met
psychiater en bestuurder Iris Bandhoe van GGZ Delfland, de award winnende organisatie van 2013.
De Zorggroep Volwassenen van GGz Breburg zet ROM in tijdens de interactie tussen cliënt en
behandelaar om de doelen van de behandeling te bepalen en de voortgang te meten. Zij lopen
voorop in de inzet van ROM als instrument om de eigen regie en verantwoordelijkheid van de cliënt
bij zijn of haar herstel te versterken. Dit vanuit het motto: ‘De cliënt vraagt om zijn z’n eigen ROM’.
Manager Elke van der Sterren van GGz Breburg zegt hierover: “Wij hebben ons gericht op goede
informatievoorziening en manier van communiceren met de cliënt. Alle behandelaren zijn getraind
in het interpreteren van de informatie en het terugkoppelen van de resultaten naar cliënten. Die
terugkoppeling staat centraal in het evaluatiegesprek tussen de cliënt en zijn hoofdbehandelaar dat
direct na de eerste vervolg-ROM plaatsvindt.”
Door jaarlijks een ROM Award uit te reiken wil SynQuest de uitwisseling van best practices
stimuleren. Dit heeft als doel ROM vooral zinvol in te zetten in de behandeling ten behoeve van het
herstel van de cliënt.
1
Voorzitter van SynQuest en bestuurder van GGZ Delfland Iris Bandhoe: ”We zijn trots dat we ook
dit jaar de VitalHealth Software ROM Award kunnen uitreiken aan een team dat ROM optimaal inzet
ten bate van goede zorg aan cliënten. Immers SynQuest maakt zich sterk voor de toepassing van
ROM in de spreekkamer zodat de uitslag ook standaard wordt gebruikt in het gesprek tussen cliënt
en hulpverlener over de behandeling. Een andere pijler waarmee SynQuest investeert in de
verbetering van de kwaliteit van de behandeling is het gezamenlijk analyseren van de ROMuitkomsten door deze in verband te brengen met cliëntkenmerken en behandelgegevens. Dit jaar is
bij deze analyse ingezoomd op cliënten in de ouderenpsychiatrie en cliënten met een depressie”.
Bruikbaarheid van ROM voor cliënt en hulpverlener centraal
Het mini-symposium trok ook dit jaar veel belangstelling; het was volgeboekt. De deelnemers
waren niet alleen afkomstig van de tien betrokken organisaties maar ook van daarbuiten. Het
programma was gevarieerd en uitdagend en de presentaties leverden boeiende discussies op. Het
centraal thema was de bruikbaarheid van ROM voor cliënt en hulpverlener. Een thema dat als een
rode draad terug kwam in alle presentaties.
Voorzitter Iris Bandhoe en bureaumanager Margot Metz van Synquest introduceerden de
onderwerpen en sprekers en openden het symposium met de hoogtepunten van afgelopen jaar,
waarbij in het oog sprongen de landelijke erkenning van Symptom Questionnaire (SQ-48), de ROM
instructies en –filmpjes , bespreking over keuzecriteria met het Landelijke Platform GGZ, de
ontwikkelagenda QuestManager en natuurlijk alle ontwikkelingen op het gebied van databewerking,
uitwisseling over feedback met ROM-data en de pilot datavergelijking van Stichting Benchmark
GGz via de Benchmark Rapportage Module (BRaM).
Tijdens het plenaire gedeelte belichtten de sprekers achtereenvolgend ROM vanuit
cliëntenperspectief, privacybescherming bij het verwerken van cliëntgegevens en ROM-uitkomsten
in relatie tot cliënt- en behandelkenmerken. Deelnemers aan de workshops konden zich verdiepen
in databewerking ROM SynQuest (voor volwassenen met een depressie en voor senioren) of een
blik op de toekomst werpen, namelijk op Routine Process Monitoring. Het symposium sloot af met
de presentatie van de vier beste praktijkvoorbeelden uit de betrokken GGZ instellingen. De keuze
voor de implementatietopper was spannend; alle vier de toppers behaalden flink wat stemmen.
Een telling was dan ook noodzakelijk. Het publiek was het erover eens: volgend jaar graag weer
een symposium! In deze nieuwsbrief gaan we kort in op de presentaties en de workshops.
ROM vanuit cliëntenperspectief: een opmaat naar herstel?
Dikkie Roelofsen, ervaringsdeskundige en trainer/coach, vertelt zeer inspirerend over de verbinding
tussen het herstelperspectief en ROM als instrument. Een van de tips die Dikkie ons mee geeft is
om niet alleen probleemgericht te meten, maar met ROM juist in te zoomen op een betekenisvol
leven. Laat de herstelcriteria (dienstbaar aan proces van cliënt, actieve acceptatie, persoonlijke
zeggenschap en hoop op een betekenisvol leven) meewegen bij de keuze voor het meetinstrument
en heb daarbij ook oog voor de kenmerken van de cliëntengroep bijvoorbeeld de fase van herstel,
is het advies van Dikkie. Cliënten kunnen met ROM alleen meer zeggenschap in de eigen
behandeling krijgen als het doel en de waarde van het meten helder is, het juiste wordt gemeten,
de uitslag gebruikt wordt in de werkrelatie tussen cliënt en hulpverlener en ROM-uitkomsten
onderdeel zijn van de evaluatie van de behandeling met de cliënt. Als hieraan voldaan wordt, biedt
2
ROM informatie voor diagnostiek, keuze van het zorgpad, het bijstellen van de behandeldoelen en
het aanpassen van het eigen handelen van de cliënt.
Tijdens het gesprek in de zaal werd vanuit het cliëntenperspectief als aanvulling benoemd dat de
betrokkenheid van de familie bij de afname en terugkoppeling van de ROM zeer waardevol is en
dat hiervoor meer aandacht zou moeten komen.
Privacy bescherming bij het verwerken van persoonsgegevens
Professor Martin Buijsen van de Erasmus Universiteit neemt ons mee in de wetgeving en actuele
ontwikkelingen rond privacyaspecten bij het verwerken van persoonsgegevens. Dit thema is zeer
actueel in de gezondheidszorg. Met de uitzending van Zembla in april 2014, die inging op de DBC
systematiek en de benchmark in de GGZ, zijn betrokken partijen nog eens extra gewezen op het
belang van zorgvuldig handelen. Voor SynQuest was de uitleg van Martin over dit actuele,
juridische thema daarom zeer nuttig.
Conclusie van Martin was dat aan de ene kant de wetgeving stringenter is geworden, maar dat in
de gezondheidszorg niet altijd wordt voldaan aan deze juridische regels. Let bij het verwerken van
cliëntgegevens daarom goed op aspecten als: nauwkeurige doelomschrijving van de
dataverzameling, de toestemming van de betrokkene, een goed en openbaar privacyreglement en
voorkom herleidbaarheid naar persoonsniveau. Kortom neem privacybescherming serieus!, was de
boodschap van Martin.
Uitkomsten voorspellen
Annet Nugter, hoofd afdeling Onderzoek & Monitoring van GGZ Noord-Holland-Noord, vertelt ons
waarom feedback via data zo interessant is voor medewerkers in de GGZ. Feedback in de
behandeling blijkt vooral effectief te zijn als het herstel van de cliënt niet loopt zoals verwacht. Ook
geeft ze aan dat het beloop van het herstel bij diverse cliëntpopulaties anders is. Dat was ook te
zien in de databewerking SynQuest in 2012 en 2013.
De uitkomsten uit onderzoek via RCT’s (Randomized Controlled Trials) zijn niet altijd even goed
toepasbaar in de praktijk. In de praktijk van alledag zijn de situaties vaak net wat anders,
waardoor met data verzameld in de praktijk (o.a. via ROM) aanvullende voorspellers gevonden
kunnen worden die van invloed blijken te zijn op het herstel van cliënten.
Het is ook leerzaam om uitkomsten uit de eigen organisatie te vergelijken met die van collegainstellingen om zo op zoek te gaan naar best practices.
Voor behandelaars is het vooral interessant om over informatie te beschikken die inzicht geeft in
het verwachte herstel van een cliëntengroep. De SynQuest databewerking van dit jaar (en
voorgaande jaren) bieden handvatten hiervoor. Het zou, volgens Annet Nugter, een mooi streven
zijn om vanuit SynQuest toe te werken naar een beslissingsondersteunende tool, waarmee een
behandelaar webbased een profiel van een cliënt kan ingeven en ziet wat het verwachte herstel is.
Zij presenteert een inspirerend voorbeeld vanuit Australië (te zien via: https://wdst.amhocn.org/).
3
Workshops databewerking 2014
Voor het derde achtereenvolgende jaar is in opdracht van SynQuest een bewerking met ROM-data
uitgevoerd, dit keer door een viertal onderzoekers (Sylvana Robbers, BJ van Pelt vanuit Yulius en
Jan Theunissen, Nanda Mooij vanuit GGZ In Geest). In 2014 is gekozen voor de doelgroepen
Gerontopsychiatrie (GP) en Volwassenen Depressie. De databewerking bij GP werd vanuit
SynQuest voor de eerste maal uitgevoerd. De aard was daarom meer verkennend. Er kwamen al
interessante bevindingen uit. In beide analyses zijn extra variabelen meegenomen ten opzichte van
vorig jaar namelijk: somatiek en aanvullende behandelvariabelen, zoals aantal, type en intensiteit
van de contacten. Insteek was om te laten zien in hoeverre de data representatief waren, hoe
behandeluitkomsten van deze doelgroepen er uit zien en na te gaan welke variabelen voorspellend
zijn voor deze uitkomsten.
Workshop databewerking Volwassenen depressie: wat waren opvallende uitkomsten?
De doelgroep met een geldige voor- en nameting in een zorgtraject blijken minder complex dan de
groep die niet (volledig) is gemeten. De grootste behandeluitkomsten werden gezien op de
stoornisspecifieke lijst IDS-SR. Verder is gebleken dat het geboorteland, de wachttijd, de
behandelduur en de beginscore voorspellend zijn voor behandeluitkomst bij volwassenen met een
depressie. Er zijn in deze analyse ook variabelen gevonden die geen invloed hadden op de ROM
eindscore namelijk: start zorgtraject in kliniek, crisiscontacten, opnamedagen, leeftijd en As 4.
Workshop databewerking ouderenpsychiatrie: wat waren opvallende uitkomsten?
De doelgroep met een geldige voor- en nameting in een zorgtraject, ten opzichte van de groep die
niet (volledig) is gemeten, is in tegenstelling tot bij volwassenen depressie niet minder complex.
Een aannemelijk argument hiervoor is dat in de ouderenpsychiatrie gemeten wordt met de
HONOS65+, een beoordelingsschaal die door behandelaren wordt ingevuld.
Bij deze analyse is ingezoomd op de veranderingen bij verschillende diagnosegroepen, namelijk:
angst, stemming, cognitief, persoonlijkheid, psychotisch. De groep met cognitieve stoornissen blijkt
bijna niet vooruit te gaan en de groep met angst- en stemmingsstoornissen gaat het meest
vooruit. Ook de groep met psychotische en persoonlijkheidsstoornissen laat vooruitgang zien, maar
heeft hogere (slechtere) begin- en eindscores dan de angst- en stemmingsgroep.
Een interessante conclusie is dat over het algemeen minder vooruitgang is te zien bij cliënten in de
ouderenpsychiatrie met een hogere leeftijd, een cognitieve stoornis, een lagere GAF en cliënten die
eerder zorg gehad hebben en/of opgenomen zijn geweest.
Workshop: Routine Process Monitoring: de ROM van de toekomst?
Bram Bovendeerd, klinisch psycholoog, psychotherapeut, onderzoeker & teamleider bij Dimence
neemt ons allereerst mee in een stukje geschiedenis van de ROM. Hij zoomt in op zienswijzen van
onderzoekers naar factoren die het herstel van cliënten beïnvloeden. Volgens Bram weten we
inmiddels dat therapie effectief is. Alleen een groot deel van de effectiviteit van therapie kan nog
niet met zekerheid verklaard worden: zowel universele als specifieke factoren spelen hierin een rol.
Bram geeft aan dat Routine Process Monitoring (RPM), een vorm van ROM, een middel is om de
behandeling te optimaliseren. Met RPM wordt tijdens elke sessie de Outcome Rating Scale (ORS)
en Session Rating Scale (SRS) afgenomen. Hiermee krijgen cliënt en hulpverlener systematische
feedback over de vorderingen in het functioneren van de cliënt (ORS) én over de kwaliteit van de
sessies (SRS). Kortom, met de ORS meet je of de therapie al dan niet werkt en met de SRS krijg je
4
aan het eind van de sessie feedback van de cliënt over de samenwerking en aanpak van de sessie.
Door deze systematische feedback kun je je behandeling voortdurend in samenspraak met de
cliënt bijstellen en optimaliseren, aldus Bram.
Hij laat ons vervolgens via scores op de ORS nadenken over welke interventies passend zijn bij een
aantal voorbeeld cliënten in de Generalistische Basis GGZ, Specialistische GGZ en langdurige GGZ.
ROM is immers naast een uitkomst ook een instrument om hypotheses voor (verdere) behandeling
te genereren. Belangrijk is om bij ROM aandacht te hebben voor verschillende meetgebieden:
welbevinden, functioneren en klachtenreductie. Ook laat Bram zien welke feedback hij als
hulpverlener regelmatig via de SRS krijgt. Tot slot mag het publiek ook haar feedback (SRS!)
geven over de workshop.
Best practices
Naast de implementatietopper 2014 van GGz Breburg dongen nog drie praktijkvoorbeelden mee
naar de ROM award. Hieronder een korte impressie van hun prestaties.
Kristal Centrum Psychiatrie en Verstandelijke Beperking van GGZ Rivierduinen
Kristal is koploper op het gebied van de ontwikkeling van ROM voor mensen met een verstandelijke
beperking. Psychiater Jannelien Wieland van Kristal: ‘ROM is voor ons een belangrijk instrument
om bij cliënten op een gestandaardiseerde manier klachten te inventariseren die de omgeving van
de cliënt mogelijk anders interpreteert en labelt. In de dagelijkse praktijk is ROM voor onze
behandeling en de ontwikkeling van zorg onmisbaar gebleken. Daarom denken we steeds na over
verdere ontwikkeling van ROM voor onze cliënten. We zoeken voortdurend naar betere
instrumenten en manieren om bij een steeds grotere groep cliënten ROM af te kunnen nemen. De
psychiatrische zorg voor mensen met een verstandelijke beperking is volop in ontwikkeling. ROM
helpt om de zorg op individueel niveau te verbeteren en op termijn hopelijk ook de zorg voor alle
cliënten met een verstandelijke beperking. Daarom doet Kristal ook veel onderzoek naar en met
ROM.’
Centrum Stemmings- en Angststoornissen van GGZ Noord-Holland-Noord
Tot nu toe zijn er alleen voorbeelden voor de terugkoppeling van ROM ontwikkeld voor cliënten in
individuele therapie. Centrum Stemmings- en Angststoornissen van GGZ Noord-Holland-Noord past
ROM nu ook toe bij cliënten in groepstherapie. GZ-psycholoog Marjolein Koementas-de Vos: ‘Voor
onze hulpverleners is het een behoorlijke taak om meerdere cliënten tegelijk te monitoren en te
signaleren dat het met één van hen niet goed gaat. Voor cliënten in groepstherapie is het vaak
lastiger dan voor cliënten in individuele therapie om op tijd aan te geven dat het minder goed met
hen gaat en na te denken over de oorzaken daarvan. Daarom hebben wij een tool ontwikkeld voor
de terugkoppeling van ROM in groepstherapie. Deze ROM-tool zorgt ervoor dat de
behandelvoortgang van alle cliënten in de groep wekelijks in kaart wordt gebracht. Zowel cliënten
als hulpverleners worden over de behandelvoortgang geïnformeerd en bespreken deze in de groep.
Als de voortgang stagneert biedt de ROM-tool suggesties voor vervolgstappen. De eerste
ervaringen zijn positief. Onze verwachting is dat het gebruik van de ROM-tool leidt tot betere
resultaten. Aan het gebruik van de ROM-tool in groepstherapie is een wetenschappelijk onderzoek
verbonden’.
5
Centrum Eetstoornissen Ursula van GGZ Rivierduinen
Centrum Eetstoornissen Ursula gebruikt de ROM-methode al sinds 2003 bij de individuele
behandeling en tijdens de eerste behandelplanbespreking. De respons op ROM is erg goed.
Psycholoog en directeur Eric van Furth: ‘Onze lange ROM traditie en de goede implementatie
hebben geleid tot 90% valide ROM metingen bij aanvang van de behandeling en 70% valide vooren eindmetingen bij afgesloten DBC’s’.
Daarnaast voegt Centrum Eetstoornissen Ursula de data per jaar samen en vergelijkt deze met
voorgaande jaren. De teams bespreken de resultaten hiervan. Ook zet het centrum ROM in voor
wetenschappelijk onderzoek. Er is inmiddels een aantal wetenschappelijke publicaties verschenen.
Colofon
Deze nieuwsbrief is een uitgave van SynQuest, een samenwerkingsverband van tien GGZorganisaties: Dimence, GGz Breburg, GGZ Delfland, GGZ inGeest, GGZ Noord-Holland-Noord,
Mondriaan, Reinier van Arkel Groep, Rivierduinen, Yulius en Emergis.
Samen stimuleren en faciliteren zij de doorontwikkeling en implementatie van Routine Outcome
Monitoring (het meetbaar maken van de behandelingen) in de geestelijke gezondheidszorg. Zij
maken zich er sterk voor om de zorg inzichtelijk te maken, te evalueren en te verbeteren.
Projectleiders SynQuest

GGz Breburg: Margot Metz, tevens bureaumanager SynQuest

Dimence: Erik de Groot

GGz inGeest: Natasja van Vliet

Rivierduinen: Monique van Bueren

GGZ Delfland: Lian de Bruijn

GGZ Noord-Holland-Noord: Tessy Verhagen

Mondriaan: Diana van Trigt

Reinier van Arkel Groep: Henri Reniers

Yulius: Otto Dekkers

Emergis: Niels Wattel
SynQuest, p/a GGZ Rivierduinen, Postbus 405, 2300 AK Leiden, e-mail [email protected]
(communicatieadviseur Hanneke de Zwart), www.synquest.nl
6