Werkvorm: Bekend, Benieuwd en Bewaard.

Werkvorm: Bekend, Benieuwd en Bewaard.
Doel: Eén van jullie groep gaat opschrijven wat jullie al weten over De Tweede
Wereldoorlog (bekend). Daarna schrijven jullie op wat jullie graag willen weten
over De Twee Wereld Oorlog (benieuwd). Tot slot bewaard, dit vul je in na het
project. In deze kolom vul je dan in wat je zult onthouden.
Voorbereiding:
Pak een leeg blaadje en een pen.
Uitvoering:
1. Verdeel het lege blaadje in drie gelijke vakken
2. Zet in vak één bekend, in vak twee benieuwd en vak drie bewaard.
3. Schrijf nu met je groepje op wat je al weet over de Tweede
Wereldoorlog. Schrijf dit op in het vakje bekend.
4. Schrijf in het vakje benieuwd op wat je graag nog over dit onderwerp zou
willen weten.
5. Het vakje bewaard laat je open. Dit vakje vul je pas in na het project.
Hier vul je dan in wat je wilt onthouden van alle informatie die je
gekregen hebt.
De uitgewerkte informatie bewaar je goed zodat je aan het eind, bij het
voorbereiden van je presentatie, kunt bekijken wat je ook al weer gedaan hebt.
Werkvorm: Opzoeken, Bespreken en Uitwerken.
Doel: Jullie gaan vandaag informatie opzoeken over het ontstaan van de
Tweede Wereldoorlog. Welke personen en gebeurtenissen zijn belangrijk voor
het ontstaan van de Tweede Wereldoorlog. Hiervoor mogen jullie gebruiken
maken van de computers.
Voorbereiding:
Zorg voor voldoende papier om aantekeningen op te maken.
Uitvoering:
1. Iedere persoon in het groepje gaat apart informatie zoeken over het
ontstaan van de tweede wereldoorlog. Hiervoor heb je ongeveer 20
minuten.
2. Na deze 20 minuten komt iedereen van het groepje weer bij elkaar en
wissel je de gevonden informatie met elkaar uit.
3. Als jullie alle informatie besproken hebben bekijk je welke informatie het
nuttigste was.
4. Deze informatie werk je uit zodat je het later goed kan presenten.
De uitgewerkte informatie bewaar je goed zodat je aan het eind, bij het
voorbereiden van je presentatie, kunt bekijken wat je ook al weer gedaan hebt.
Werkvorm: Mind-map
Doel: Alle informatie die jullie weten over de verschillende sub-onderwerpen
moeten jullie ordenen in een mind-map
Voorbereiding:
Voor deze opdracht heb je een A3 formulier nodig. Midden op dit formulier zet
je “Tweede Wereldoorlog”. Daarom heen moeten er takken komen met de
volgende sub-onderwerpen: Collaboratie en verzet, Joden, Duitsers, Bevrijding
en slag om Arnhem. Weet je zelf nog een onderwerp mag je altijd een tak
bijvoegen.
Uitvoering:
1. Zet in het midden van het blad tweede wereldoorlog
2. Maak nu de takken voor de sub-onderwerpen. Denk eraan dat je met
verschillende kleuren werkt. Je kunt er natuurlijk ook plaatjes bij
tekenen.
3. Werk iedere tak verder uit zodat je diep op het onderwerp ingaat.
4. Tot slot kun je eigen sub-onderwerpen toevoegen en uitwerken.
De uitgewerkte informatie bewaar je goed zodat je aan het eind, bij het
voorbereiden van je presentatie, kunt bekijken wat je ook al weer gedaan hebt.
Werkvorm: Expert.
Doel: Bij deze werkvorm is het de bedoeling dat jij expert wordt van jouw stuk
tekst. Ben je expert en ken je jouw stuk tekst goed dan wissel je dat uit met je
groepsgenoten.
Voorbereiding:
Verdeel het stuk tekst in stukken. Net zoveel stukje als leerlingen in je groepje.
Uitvoering:
1. Lees allemaal het stukje tekst dat je gekregen hebt zelfstandig door.
2. Zorg dat jij expert wordt van jouw stukje tekst.
3. Als iedereen klaar is met lezen moet je de informatie van jouw stukje
tekst uitwisselen met de andere groepsgenoten.
4. Nadat alle stukje tekst behandeld zijn werk je de belangrijkste informatie
uit.
De uitgewerkte informatie bewaar je goed zodat je aan het eind, bij het
voorbereiden van je presentatie, kunt bekijken wat je ook al weer gedaan hebt.
Werkvorm: Kaarten op volgorde leggen.
Doel: Bij deze opdracht leer je hoe de Tweede Wereldoorlog is verlopen.
Hiervoor heb je 30 kaartjes die jullie op volgorde moeten leggen van tijd.
Voorbereiding:
Hiervoor heb je de 30 kaartjes nodig
Uitvoering:
1. Verspreid de 30 kaartjes over de tafel.
2. De kaartjes moeten op chronologische volgorde worden gelegd.
3. Denk hierbij aan oorzaak en gevolg.
4. Probeer de anderen uit jouw groepje er van te overtuigen waarom het
kaartje op die plek op de tijdlijn hoort. Beargumenteer goed waarom
volgens jouw het kaartje op deze plek hoort.
5. Als de tijdlijn is afgerond mag je bij de leerkracht een antwoord formulier
ophalen.
6. Bekijk nu wat er goed en fout was.
7. Werk eventueel belangrijke informatie uit zodat je dit kunt gebruiken
voor de presentatie.
De uitgewerkte informatie bewaar je goed zodat je aan het eind, bij het
voorbereiden van je presentatie, kunt bekijken wat je ook al weer gedaan hebt.
Werkvorm: Zoek de fout.
Doel: Je hebt een stuk tekst gekregen met het levensverhaal van Adolf Hitler. In
dit stukje tekst staan meerdere fouten. Aan jullie de taak om deze fouten op te
zoeken en te verbeteren. De fouten die gemaakt zijn komen niet over een met
de werkelijkheid.
Voorbereiding:
Pak het stuk tekst die behoort bij deze werkvorm. Zorg ervoor dat je een
blaadje hebt om eventueel aantekeningen op te maken.
Uitvoering:
1. Lees de tekst eerst in zijn geheel door met de groep.
2. Overleg samen wat er fout zou kunnen zijn in de tekst.
3. Loop nu stap voor stap de tekst door en markeer de fouten.
4. Samen met je groepje overleg wat de werkelijkheid is.
5. Verbeter de fouten op een apart papier.
De uitgewerkte informatie bewaar je goed zodat je aan het eind, bij het
voorbereiden van je presentatie, kunt bekijken wat je ook al weer gedaan hebt.
Werkvorm: What happend next?
Doel: Bij deze opdracht ga je een het levensverhaal van Hannie Schaft
afschrijven.
Voorbereiding:
Pak het stuk tekst die behoort bij deze werkvorm. Zorg ervoor dat je een
blaadje hebt om eventueel aantekeningen op te maken.
Uitvoering:
1. Lees de tekst in zijn geheel door met het groepje.
2. Bekijk de begrippen die verwerkt moeten worden in het verhaal.
3. Bedenk in het groepje wat het vervolg kan zijn op het verhaal
4. Werk het verhaal uit op een apart papier.
De uitgewerkte informatie bewaar je goed zodat je aan het eind, bij het
voorbereiden van je presentatie, kunt bekijken wat je ook al weer gedaan hebt.
.
Werkvorm: Waarde Kwadrant
Doel: In deze oefening ga je kijken naar verschillende mensen die in de oorlog
keuzes hebben gemaakt. Dat doen we in twee delen. Eerst kijken we naar de
vraag hoe zij tegenover de Duitsers stonden? Daarna kijken we of ze deze
keuze uit eigen belang of met het oog op het algemeen belang hebben
gemaakt.
Voorbereiding:
Zorg ervoor dat je het opdrachtformulier klaar hebt liggen. Het blaadje met de
persoonsbeschrijvingen en voor iedere leerling in het groepje een kwadrant
plus één extra.
Uitvoering
1. Lees stap voor stap op het opdrachtenformulier wat jullie moeten doen.
2. Let vooral op dat je niet vooruit werkt.
3. Bij de laatste opdracht, waarin jullie samen één kwadrant moeten
invullen moeten jullie het allemaal met elkaar eens zijn.
De uitgewerkte informatie bewaar je goed zodat je aan het eind, bij het
voorbereiden van je presentatie, kunt bekijken wat je ook al weer gedaan hebt.
Werkvorm: Groepsreis
Doel: Bij deze werkvorm presenteer je jullie bevindingen aan de rest van de
groep.
Voorbereiding.
Tijdens de voorbereiding bereiden jullie de presentatie voor. Hierbij moet je
gebruik maken van alle informatie die jullie verkregen hebben de afgelopen
lessen. Alle werkvormen die tot nu toe uitgevoerd kunnen van belang zijn voor
jullie presentatie.
Uitvoering
1. Kies één leerling die bij alle andere groepjes gaat presenteren.
2. Zorg dat je presentatie ongeveer vijf tot zeven minuten duurt.
3. Werk je presentatie uit in steekwoorden op papier. Dit mag je er bij
houden als je de presentatie geeft.
4. De leerling die presenteert gaat nu na het eerst groepje
5. De leerlingen die overblijven luisteren naar de andere leerlingen en
geven daar cijfers voor.
6. Na alle presentaties komt de presentator terug naar het groepje en krijgt
dan van de andere groepjes een cijfer.
7. Het gemiddeld van deze cijfers is het eindcijfer voor het hele groepje.