Commissie Wonen en Rijksdienst t.a.v.: dhr. S. Rouwe Postbus 20018 2500 EA Den Haag Datum: 15 juli 2014 Betreft: consequenties huurbeleid Geachte commissieleden, In de eerste plaats wil ik de Huurdersfederatie Alert aan u voorstellen. Wij zijn de overkoepelende huurdersorganisatie voor de Woningcorporatie Eigen Haard, en vertegenwoordigen de huurders van 56.000 woningen in Amsterdam, Amstelveen, Aalsmeer, Ouderkerk a/d Amstel en Landsmeer. De Huurdersfederatie Alert maakt zich ernstige zorgen over de betaalbaarheid van de huren. Sinds de invoering van de inkomensafhankelijke huurverhoging dreigt wonen voor veel huurders onbetaalbaar te worden. Doordat meeste woningcorporaties bij hun huurders de maximaal toegestane huurverhoging in rekening brengen, die varieert, afhankelijk van het huishoudinkomen, van 4 tot 6,5 procent, komen veel huurders in de financiële problemen. Maar liefst 28 procent van de huurders leeft nu al onder de armoedegrens en houdt na het betalen van de woonlasten niet genoeg over voor noodzakelijke levensbehoeften (zie het RIGO Rapport ‘Woonlasten van huurders’ 2013). Vooral senioren, eenoudergezinnen en bijstandsgerechtigden hebben het zwaar, maar ook middeninkomens tussen de €34.085 en €43.602 en huurders met een huishoudinkomen boven de €43.602. Een sociale huurwoning mogen zij niet huren. Maar betaalbaar wonen in de vrije sector of koop is voor hen nauwelijks mogelijk (zie bijlage 1). Door inkomensafhankelijke huurverhogingen worden huishoudens met een middeninkomen hun sociale huurwoning uitgejaagd. De overheid zou graag zien dat deze ‘scheefwoners’ verhuizen maar in de praktijk gebeurt dat nauwelijks aangezien deze groep huurders geen alternatieven heeft op de woningmarkt. Commerciële huurwoningen voor gezinnen bestaan er ten eerste nauwelijks, ten tweede worden daar prijzen voor gevraagd die huurders (ook scheefwoners) niet kunnen betalen. Bovendien brengt verhuizen ook een grote investering en mogelijk verlies van een ondersteunend netwerk met zich mee. Uit een analyse van de meerjarenprognoses over de periode 2013 t/m 2017 van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) blijkt dat corporaties, als gevolg van de overheidsmaatregelen uit het regeer- en woonakkoord die een stevige impact hebben op de financiële situatie van corporaties, de investeringen in nieuwbouw beperken. Als gevolg hiervan loopt het aanbod de komende jaren zelfs verder terug en stijgt de woningnood. Daardoor raakt de woningmarkt verder op slot. De sociale huursector is te klein afgebakend. Het overheidsbeleid moet zich met extra huurverhogingen niet richten op doorstroming van de zittende huurders - die vanwege gebrek aan alternatieven in de betaalbare huur- en koopwoningen toch niet kunnen verhuizen. Dat werkt in het nadeel van mensen met een beperkt inkomen die tot de primaire doelgroep (huishoudinkomen lager dan € 34.678) behoren omdat er geen betaalbare sociale woningen voor hun beschikbaar zijn - maar op het realiseren van betaalbare vrije sector huur en nieuwbouw. Hierbij is het belangrijk dat het taakgebied van corporaties niet wordt beperkt tot het huisvesten van lagere inkomens, maar alle huurders die betaalbaar willen huren. Als huurdersfederatie zijn wij ook verontrust over de onbetrokkenheid van huurders en hun vertegenwoordiger De Woonbond bij het compromis tussen de Vereniging van Woningcorporaties Aedes en het Kabinet betreffende de regeringsmaatregelen t.a.v. de jaarlijkse Verhuurdersheffing van €1,7 miljard. Het is verontrustend dat noch de huurders, als direct belanghebbenden, noch hun vertegenwoordiger, de Woonbond, werkelijk betrokken waren bij het overleg over dit compromis. Daarom willen wij u verzoeken om bij het beoordelen van lopende en komende (regerings)plannen extra aandacht te besteden aan de betrokkenheid van huurders en de Woonbond bij het besluitvormingsproces. We hopen u met deze brief voldoende te hebben geïnformeerd over onze zienswijzen met betrekking tot het huidige huurbeleid en de consequenties hiervan. Mocht u nog vragen hebben dan zijn we te allen tijde bereid een en ander toe te lichten. Met vriendelijke groet, Hennie van Rijn, voorzitter Stichting Huurdersfederatie Alert -2- Bijlage 1 Voorbeeld middeninkomens/scheefwoners Josine en Hans wonen samen en zijn ZZP’ers. Ze hebben drie schoolgaande kinderen. Als ZZP’ers hebben ze sterk wisselende inkomsten; in 2011 was dat €30.000 bruto maar in 2012 zaten ze samen boven de €44.000 bruto. Ze wonen in een ruim huis (sociale woningbouw) met €685 kale huur per maand en hebben nooit aanspraak gemaakt op huurtoeslag. Ze hebben het goed, maar niet te goed; een auto kunnen ze zich bijvoorbeeld niet veroorloven. Dankzij de inkomensafhankelijke huurverhoging is hun huur in 2014 met 6,5% omhoog gegaan. De huur ligt nu boven de huurtoeslaggrens en omdat zij nooit aanspraak hadden gemaakt op huurtoeslag, hebben ze daar nu ook geen recht op. Er komen bij ons en bij andere huurdersorganisaties zoals de Woonbond tientallen meldingen van huurders binnen die een vergelijkbare situatie zitten en in de problemen zijn geraakt of in de nabije toekomst problemen verwachten. Het is waarschijnlijk dat Josine en Hans de steeds stijgende huur over een aantal jaar niet meer kunnen betalen. Ze zijn dus gedwongen te verhuizen. Echter, verhuizen naar een andere woning betekent een nieuw huurcontract en dus huurverhoging die heel vaak nog een hogere huur inhoudt. Daar komen de verhuis- en herinrichtingskosten nog bij. Omdat Josine en Hans ZZP’er zijn, is er geen bank die ze een hypotheek wil verlenen. Kopen gaat dus ook niet. Een vrije sector woning is ook geen alternatief voor deze bescheiden middeninkomens. -3-
© Copyright 2024 ExpyDoc