Handleiding voor biologie, natuurkunde, scheikunde of fysische

Profielwerkstuk
Stedelijk Gymnasium JvO
Handleiding voor het uitvoeren van
een natuurwetenschappelijk onderzoek of een technisch ontwerp
bij de vakken
biologie, natuurkunde, scheikunde of fysische geografie
PWS
2014
Inhoud
1
2
3
4
5
6
Introductie ................................................................................................................................................. 3
Opzet en beoordeling ............................................................................................................................... 4
Planning .................................................................................................................................................... 5
Eindproducten .......................................................................................................................................... 7
4.1 Schriftelijk verslag .......................................................................................................................... 7
4.2 Wervende samenvatting ................................................................................................................ 9
4.3 Mondelinge presentatie .................................................................................................................. 9
Mogelijke keuze-onderwerpen................................................................................................................ 12
Voortgangs- en beoordelingsformulieren ............................................................................................... 20
Formulier voortgangsmoment 1: onderwerp, partner(s) en gewenste begeleider.................................. 21
Formulier voortgangsmoment 2: onderzoeksvraag, begrippen en theoretische achtergrond ................ 22
Formulier voortgangsmoment 3: onderzoeksvoorstel ............................................................................ 23
Beoordelingsformulier 1: opzet, uitvoering en samenwerking ................................................................ 24
Beoordelingsformulier 2: schriftelijk verslag ........................................................................................... 25
Beoordelingsformulier 3: mondelinge presentatie .................................................................................. 26
Eindbeoordelingsformulier profielwerkstuk ............................................................................................. 27
Handleiding profielwerkstuk 2014 JvO
Natuurwetenschappelijk onderzoek of technisch ontwerp
Pag. 2
biologie, natuurkunde, scheikunde, fysische geografie
1
Introductie
Beste leerling aan het JvO,
Onderdeel van het schoolexamen is het profielwerkstuk. Via dit profielwerkstuk laat je zien dat je in staat bent
een onderzoeksproject uit te voeren met een onderzoeksvraag, een theoretische onderbouwing, een
onderzoeksdeel, conclusies, een kritische terugblik op de resultaten en de maatschappelijke en/of
wetenschappelijke implicaties en een kritische terugblik op het proces dat je tijdens het werken aan je
profielwerkstuk doorlopen hebt.
Eigenlijk is het niet iets nieuws: het profielwerkstuk is een grote praktische opdracht. Daarbij kies je het
onderwerp dit keer zelf.
Dit boekje is een praktische handleiding bij het maken van het profielwerkstuk. Het beschrijft hoe de keuze,
de begeleiding en de beoordeling geregeld zijn en het helpt je op weg.
Handleiding profielwerkstuk 2014 JvO
Natuurwetenschappelijk onderzoek of technisch ontwerp
Pag. 3
biologie, natuurkunde, scheikunde, fysische geografie
2
Opzet en beoordeling
Vakken
Je profielwerkstuk moet raakvlakken hebben met minstens één vak uit je profiel. Daarnaast mag je in de
profielen CM en EM kiezen voor de vakken Nederlands of Engels. Een profielwerkstuk voor een klassieke
taal mag je altijd kiezen, in welk profiel je ook zit.
Vorm
Het profielwerkstuk kan de vorm hebben van een kritische literatuurstudie, een sociaalwetenschappelijk
onderzoek, of een natuurwetenschappelijk onderzoek. Ook kun je werken aan een creatief of technisch
ontwerp. Welke vorm je mag kiezen, hangt af van het vak dat je centraal stelt in je profielwerkstuk:
- Voor de klassieke talen, Nederlands, Engels, Frans, Duits, filosofie of kunst mag je kiezen uit een
literatuurstudie of een creatief ontwerp. Voorbeelden van creatieve ontwerpen zijn: een compositie, een
twee- of driedimensionaal ontwerp, een audio-, video- of (multimediale) computerpresentatie.
- Voor de vakken economie, geschiedenis, aardrijkskunde of wiskunde mag je kiezen voor een
literatuurstudie of voor een sociaalwetenschappelijk onderzoek. Bij een sociaalwetenschappelijk
onderzoek maak je gebruik van sociaalwetenschappelijk methodes zoals interviews, enquêtes,
marketingonderzoek, veldwerk, archiefonderzoek.
- Voor de vakken biologie, natuurkunde, scheikunde of fysische geografie voer je een
natuurwetenschappelijk onderzoek uit waarbij een experiment centraal staat. Je mag ook werken aan
een technisch ontwerp.
Samenwerking
Het profielwerkstuk voer je niet alleen uit, maar in een drietal.
Tijdsbesteding
Je besteedt 80 uur aan het profielwerkstuk. Dat is ongeveer 20 dagdelen, inclusief voorbereiding,
verslaggeving en presentatie. Als je deelneemt aan het Olymposprogramma moet je 100 uur aan het
profielwerkstuk besteden. Dat is ook het geval als je zelf niet meedoet aan het Olymposprogramma, maar
wel samenwerkt met iemand die daaraan meedoet.
Begeleiding
Je wordt bij je profielwerkstuk begeleid door een docent die inhoudelijk affiniteit heeft met het onderwerp dat
je gekozen hebt.
Beoordeling
Je profielwerkstuk wordt beoordeeld volgens de criteria die in de beoordelingsformulieren in de bijlagen zijn
genoemd. Daarbij wordt niet alleen het eindresultaat beoordeeld, maar ook het doorlopen proces.
Je bent samen met je partner(s) verantwoordelijk voor je profielwerkstuk. Je krijgt dan ook in principe
dezelfde beoordeling. In bijzondere gevallen kan een individuele beoordeling gegeven worden.
Drie onderdelen worden beoordeeld: de opzet en uitvoering (waaronder de samenwerking), de schriftelijke
verslaglegging en de mondelinge presentatie. Deze beoordeling leidt tot een cijfer dat wordt afgerond op een
heel getal. Op de eindcijferlijst van je examen wordt het cijfer voor het profielwerkstuk opgenomen in het
combinatiecijfer. Op het JvO betekent dat dat het wordt gemiddeld met de afgeronde cijfers van ANW en
Maatschappijleer. Daarbij weegt elk van de drie cijfers even zwaar. Als je profielwerkstuk met een drie of
lager is beoordeeld, ben je gezakt voor je examen. Dat is onafhankelijk van de hoogte van het
combinatiecijfer.
Handleiding profielwerkstuk 2014 JvO
Natuurwetenschappelijk onderzoek of technisch ontwerp
Pag. 4
biologie, natuurkunde, scheikunde, fysische geografie
3
Planning
Datum/tijd/plaats
Maandag 3 maart
14.30 – 16.10 uur
lokalen worden nog
bekend gemaakt
Onderwerp
Docenten van vakken
waarin een pws kan
worden gedaan, zijn
aanwezig om te
brainstormen over
onderwerpen
Activiteiten
 Handleidingen zijn aanwezig.
 Je bespreekt globaal mogelijke ideeën met
docenten.
 Je kiest een (voorlopig) onderwerp, een partner en
een gewenste begeleider.
 Deadline inleveren van formulier
voortgangsmoment 1 bij dhr. Kooiman:
10 maart 2014.
Dinsdag 18 maart 2014
13.30 – 16.10 uur
lokalen worden nog
bekend gemaakt
Vóór 14 april 2014
(thuis)
PWS-werkmiddag:
Formuleren ingeperkte
onderzoeksvraag
Schrijven inleiding
Vóór 25 april 2014
(op afspraak)
Bespreking formulier
voortgangsmoment 2 en
bijlagen met begeleider
Vóór 16 mei 2014
(thuis)
Maken
onderzoeksvoorstel
Vóór 23 mei 2014
(op afspraak)
Bespreking formulier
voortgangsmoment 3 en
bijlagen met begeleider
Uitvoering experiment
Week 28/29
(9 t/m 17 juli 2014) of
eerder
Vóór 19 september 2014 Bespreking experiment
(op afspraak)
Handleiding profielwerkstuk 2014 JvO
Natuurwetenschappelijk onderzoek of technisch ontwerp
 Definitieve indeling wordt gepubliceerd uiterlijk 17
maart 2014, in de ELO en in de vitrine t.o. kamer
29
 Je komt samen met je toegewezen begeleider en
werkt aan een specifieke onderzoeksvraag en
deelvragen op basis van oriëntatie via bibliotheek,
internet, etc.
 Je schrijft een inleiding met theoretische
achtergrond, een begrippenlijst, de
onderzoeksvraag, eventuele deelvragen en
eventuele hypothese(s).
 Je levert formulier voortgangsmoment 2, in inclusief
de bijlagen.
 Deadline inleveren van Onderzoeksvraag,
deelvragen, begrippen (zie formulier
voortgangsmoment 2) bij je begeleider:
maandag 14 april 2014.
 Je bespreekt het formulier voortgangsmoment 2 en
de bijlagen met je begeleider. Eventueel doe je nog
aanpassingen.
 Bij toestemming van je begeleider, ga je verder met
de volgende fase.
 Je formuleert een onderzoeksvoorstel (benodigde
materialen en onderzoeksmethode).
 Je levert formulier voortgangsmoment 3 in, inclusief
de bijlagen.
 Deadline bespreken van Onderzoeksvoorstel
(zie formulier voortgangsmoment 3) bij je
begeleider: vrijdag 16 mei 2014.
 Je bespreekt het formulier voortgangsmoment 3 en
de bijlagen met je begeleider. Eventueel stel je het
onderzoeksvoorstel nog bij.
 Je voert het experiment uit, of werkt aan het
technisch ontwerp.
 Je werkt de resultaten uit en formuleert conclusies.
 Je bespreekt het uitgevoerde experiment of
technisch ontwerp en de resultaten en conclusies
met je begeleider.
 Je begeleider vult beoordelingsformulier 1 in.
Pag. 5
biologie, natuurkunde, scheikunde, fysische geografie
Datum/tijd/plaats
Week 37 (8 t/m 12
september 2014)
Onderwerp
Activiteiten
Schrijven conceptverslag;  Je schrijft een schriftelijk concept-verslag en levert
geen lessen in deze week
dit in bij je begeleider.
 Deadline inleveren concept-verslag bij je
begeleider: 10 oktober 2014
Vóór 31 oktober 2014
(op afspraak)
Feedback op conceptverslag
Vóór 21 november 2014
(thuis)
Schrijven definitief
verslag
Enkele dagen voor
presentie
Oefenen presentatie
Donderdagavond
11 december 2014
Presentatie
Eind december (vóór
kerstvakantie)
Eindbeoordeling
 Het conceptverslag wordt vóór 31 oktober 2014
schriftelijk becommentarieerd door je begeleider,
eventueel met een mondelinge toelichting.
 Je schrijft op basis van het commentaar een
definitief verslag.
 Deadline inleveren definitief verslag bij je
begeleider: 21 november 2014.
 Deadline inleveren korte digitale samenvatting
bij je afdelingsleider: 26 november 2014.
 Je oefent je mondelinge presentatie van je
profielwerkstuk in het bijzijn van je begeleider. Op
basis van de ervaringen en kritieken stel je de
presentatie eventueel bij.
 Je geeft een mondelinge presentatie van je
profielwerkstuk op het JvO-symposium.
 Een jury vult beoordelingsformulier 3 in.
 Je begeleider informeert je over de eindbeoordeling
van je profielwerkstuk.
 Het verslag wordt vóór de kerstvakantie
nagekeken door je begeleider aan de hand van
beoordelingsformulier 2 en met je nabesproken.
Ook beoordelingsformulier 3 wordt
nabesproken. Bij deze bespreking krijg je ook
het eindoordeel.
 Je begeleider levert het eindbeoordelingsformulier in bij de afdelingsleider.
N.B. De data in het schooljaar 2014/2015 zijn onder voorbehoud. De definitieve data worden opgenomen in
de jaaragenda van 2014/2015.
Handleiding profielwerkstuk 2014 JvO
Natuurwetenschappelijk onderzoek of technisch ontwerp
Pag. 6
biologie, natuurkunde, scheikunde, fysische geografie
4
Eindproducten
Het eindproduct van het profielwerkstuk bestaat uit:
- een schriftelijk verslag
- een korte wervende samenvatting waarmee je publiek naar je presentatie lokt
- een mondelinge presentatie op het JvO-symposium.
4.1 Eindproduct: schriftelijk verslag
Je schrijft een schriftelijk onderzoeksverslag. Het verslag bestaat uit de volgende onderdelen:
- een titelblad met namen, datum en illustratie
- een inhoudsopgave
- een voorwoord met persoonlijke motivatie
- een inleiding met theoretische achtergrond, een begrippenlijst, de onderzoeksvraag, eventuele
deelvragen en eventuele hypothese(s)
- het gebruikte materiaal en de onderzoeksmethode
- de resultaten en verwerkte resultaten
- de conclusie, met antwoord op de onderzoeksvraag
- een discussie, waarin je het onderzoek kritisch nabespreekt
- de bronvermelding
- eventuele bijlagen met meetgegevens
Hieronder wordt een aantal onderdelen nader uitgewerkt.
Titel
Een creatieve titel die vooral de aandacht trekt, geeft soms onvoldoende duidelijkheid over de inhoud
van het werkstuk. Voeg er dan een ondertitel aan toe.
Voorwoord met persoonlijke motivatie
In het voorwoord beschrijf je hoe je gekomen bent tot het onderwerp, wat je geleerd hebt. Hier bedank
je ook eventueel je begeleiders.
Inleiding
Bij de theoretische achtergrond van het onderzoek beschrijf je wat er al bekend is over het
onderwerp, wat de kernbegrippen zijn, welke relaties er bestaan of worden verondersteld tussen de
kernbegrippen.
Het is van belang dat de informatie terzake is. Wanneer je bijvoorbeeld een onderzoek doet dat
betrekking heeft op “kleuren zien”, dan moet je wel de theorie van het “kleuren zien” bespreken, maar
niet de theorie van de accommodatie van de ooglens.
Materiaal en methode
In dit gedeelte van het verslag wordt allereerst beschreven welke materialen en eventueel
organismen je gebruikt hebt voor het onderzoek. Glaswerk mag onder de noemer “glaswerk” worden
samengevat. Vermeld ook concentraties van oplossingen.
Vervolgens beschrijf je hoe je het onderzoek hebt uitgevoerd en welke gegevens je hebt verzameld.
Denk hierbij aan zaken als meetmethode, aantal metingen, werkvolgorde, tijdsplanning en
taakverdeling. Maak eventueel een schets van de meetopstelling.
Leg ook goed uit wat de controlegroep of het controle-experiment is geweest. Als je een opstelling
hebt gebouwd, geef je hier een duidelijke schets van die opstelling.
Dit alles moet zó nauwkeurig dat het voor een lezer mogelijk is om aan de hand van het verhaal het
onderzoek exact te herhalen.
Voor standaardmethoden geldt dat er naar verwezen mag worden. Wel moeten natuurlijk alle
wijzigingen en bijzonderheden worden genoteerd.
Bij veldwerk: motiveer de verschillende monsterpunten (teken eventueel een kaartje). Als je werkt
met proefpersonen: noteer gegevens over je proefpersonen (geslacht, leeftijd en andere factoren
die van invloed zouden kunnen zijn op de resultaten).
Handleiding profielwerkstuk 2014 JvO
Natuurwetenschappelijk onderzoek of technisch ontwerp
Pag. 7
biologie, natuurkunde, scheikunde, fysische geografie
Resultaten
Hierin staat een overzicht van de resultaten van het onderzoek. Dat doe je door zo overzichtelijk
mogelijk je waarnemingen of meetwaarden weer te geven. De lezer moet de resultaten in één
opslag kunnen overzien; daarom is een tabel vaak handig.
Geef in het verslag niet alleen de gemiddelden: het moet de lezer mogelijk zijn om de spreiding in de
waarnemingen te zien. Alleen als je erg veel meetgegevens hebt, kun je de afzonderlijke resultaten als
bijlage geven en in dit gedeelte volstaan met de gemiddelden.
Wees je ervan bewust dat het onderzoek nooit mislukt kan zijn (mits je een goed onderzoeksplan hebt
gemaakt en je je daaraan hebt gehouden). Het resultaat kan echter anders zijn dan verwacht. Noteer
toch alle resultaten, ook al wijken ze sterk af. De betrouwbaarheid van het onderzoek hangt met name
af van deze objectieve, eerlijke gegevens.
Bij onderzoek is het belangrijk goed van elkaar te scheiden wat je werkelijk gezien hebt
(waarnemingen) en hoe je dit vervolgens verklaart ("verwerkte resultaten").
Verwerkte resultaten
Hier verwerk je de resultaten. Bijvoorbeeld berekeningen aan de meetwaarden (geef dan een
uitgewerkt voorbeeld), of een tabel of grafiek. Voorzie alle tabellen en grafieken van een titel en
eenheden/grootheden.
Ga na of je metingen extremen of anomalieën bevatten en geef duidelijk aan op welke wijze deze
wellicht de gemiddelden kunnen beïnvloeden.
Eventueel voer je ook een statistische analyse uit.
Conclusie
Als je de resultaten op een ordelijke manier verwerkt hebt, kun je je conclusie trekken. Dat betekent
dat je een antwoord geeft op de onderzoeksvraag. Indien het onderzoek uitgaat van een hypothese,
moet de vraag worden beantwoord of je onderzoek de door jou opgestelde hypothese al dan niet heeft
bevestigd. Geef daarbij precies aan op welke resultaten je de conclusie baseert (verwijs eventueel
naar tabellen of grafieken).
Soms wil een onderzoeker zijn hypothese zo graag bewijzen dat hij/zij de gegevens zo interpreteert dat
ze de hypothese steunen. Maar van een afwijzing van de hypothese kan de wetenschap ook veel
leren. Ook over een onderzoek waarin de hypothese niet wordt ondersteund, kun je een prima verslag
schrijven.
Maak bij het trekken van een conclusie nooit de (ernstige) fout dat je de conclusie te sterk formuleert.
Je kunt meestal niet zeggen of je hypothese juist is, maar alleen maar of je hypothese ondersteund of
niet ondersteund wordt door je onderzoek.
Discussie
In de discussie onderwerp je de resultaten en je onderzoek zelf aan een kritische beschouwing. Je
gaat na wat voor onzekerheden er in je metingen zitten en hoe die in je berekeningen en conclusies
doorwerken (onzekerheids- of foutenanalyse). Mogelijk vind je ook de manier van werken achteraf
niet goed en heb je ideeën voor verbeteringen van je onderzoeksmethode. Misschien was ook het
materiaal of de methode die je gekozen hebt achteraf niet zo geschikt. Geef dan aan hoe het beter zou
kunnen.
Elk onderzoek roept nieuwe onderzoeksvragen op. Probeer daarom tenslotte aan te geven welk
vervolgonderzoek zou kunnen worden verricht.
Bronvermelding
De bronvermelding vermeldt alle informatiebronnen die zijn geraadpleegd voor het onderzoek.
Vermeld bij Internet-sites het volledige adres en de door te klikken pagina(’s). Vermeld bij boeken en
tijdschriften de auteur, titel, boek/tijdschrift, pagina(‘s), jaar, uitgever. Verwijs in je verslag naar deze
literatuur door de naam van de auteur en het jaartal tussen haakjes te schrijven, achter de informatie
die je van hem/haar hebt overgenomen. Bijvoorbeeld: (J.Putz, 1990).
In de literatuurlijst of bronnenlijst noteer je bij:
 een boek: naam auteur, titel boek (cursief) , paginanummer(s), jaar, uitgever (in deze volgorde).
Bijvoorbeeld: J. Putz, Opmaken, schminken en haarverzorging, pag. 70-71. Amsterdam, 1990,
Schuyt en Co.
 een artikel: naam auteur, titel artikel (cursief), naam tijdschrift (cursief), jaargang of deel, jaar,
paginanummers.
Bijvoorbeeld: R. Ducastel, Milieuvriendelijk rijden op frites-vet, Archimedes, jrg. 34, nummer 2,
Handleiding profielwerkstuk 2014 JvO
Natuurwetenschappelijk onderzoek of technisch ontwerp
Pag. 8
biologie, natuurkunde, scheikunde, fysische geografie
1997, pag. 2-5.
 een CDrom: titel en plaats, jaar, uitgever, eventueel titel artikel.
Bijvoorbeeld: Het digitale archief IV, Maastricht 2002, Natuur & Techniek/Uitgeverij Segment.
 internet: de verwijzing naar de site: http//………… inclusief de door te klikken pagina(’s).
 een persoon: (titel,) naam, eventueel de instantie waar hij/zij werkt, zijn/haar functie, adres en
telefoonnummer, e-mail adres.
Bijlagen
De bijlagen bevatten informatie die niet direct in je verslag past, maar waarvan het wel nuttig is ze te
noemen. Verwijs in je verslag naar deze bijlagen.
4.2 Eindproduct: wervende samenvatting
Je schrijft een korte, wervende samenvatting van het onderzoek (ongeveer 10 regels) met een
pakkende titel. De samenvattingen worden gebundeld en op de website van het JvO geplaatst, zodat
men kan kiezen welke presentaties worden bijgewoond (er zullen parallelle presentaties gehouden
worden).
4.3 Eindproduct: mondelinge presentatie
Je houdt een mondelinge presentatie op het JvO-symposium. Voor deze presentatie worden ouders,
medeleerlingen van klas 5 en 6 en docenten uitgenodigd. Naast waarderende reacties zal er ook
plaats zijn voor kritische discussie.
Je presentatie moet 12 tot 15 minuten duren, met 5 minuten discussie. Je maakt daarbij gebruik
van Microsoft Powerpoint of een variant daarop zoals Prezi. Probeer jezelf te beperken tot hooguit 15
dia’s. Bij een technisch ontwerp laat je uiteraard ook je eindproduct zien.
Elk lid van het team doet een deel van de presentatie.
De mondelinge presentatie wordt beoordeeld door een jury.
De presentatie bestaat uit de volgende onderdelen:
- inleiding met achterliggende theorie, motivatie, onderzoeksvraag en deelvragen
- opzet van het onderzoek
- resultaten van het onderzoek met antwoord op de deelvragen
- eindconclusie en discussie met aanbevelingen voor vervolgonderzoek
- dankwoord
De mondelinge presentatie wordt onder andere beoordeeld op
- Inhoud (correct, duidelijk, presentator beheerst de stof)
- Logische volgorde
- Vormgeving
- Afstemming op het niveau van het publiek
- Interactie met publiek
Tips voor een goede mondelinge presentatie:
Je moet wel eens informatie geven of een mening beargumenteren voor een groep mensen,
bijvoorbeeld je klas. Misschien ben je daar onzeker over. Soms zit je te luisteren tijdens een
voordracht of een praatje en denk je:
- Hij praat niet erg duidelijk
- De spreker weet niet waar hij het over heeft
- Dat had ze eerder moeten vertellen
- Er zit niet veel lijn in het verhaal
- Dit had in vijf minuten gekund
- Wat heb ik hier nou aan? Dat weet ik allemaal al!
- Wat is die spreker zenuwachtig!
- Stom, hoor, die demonstratie lukte niet!
- Dit is saai!
Eigenlijk geven dit soort gedachten je al een aantal aanknopingspunten voor een goede mondelinge
presentatie. De volgende tips en suggesties helpen je bij de voorbereiding, het plannen en het houden
Handleiding profielwerkstuk 2014 JvO
Natuurwetenschappelijk onderzoek of technisch ontwerp
Pag. 9
biologie, natuurkunde, scheikunde, fysische geografie
van je presentatie. Probeer onderstaande vragen (A) te beantwoorden. Verwerk deze antwoorden
vervolgens in de lijst met aandachtspunten (B).
A
Vragenlijst bij de voorbereiding
Wat is het doel?
Wat is het doel van deze presentatie?
Wat wil ik het publiek vertellen?
Wat verwacht het publiek te gaan horen?
Als het publiek twee of drie dingen zou onthouden, wat zou dat moeten zijn?
Ken je situatie
Wie zijn je toehoorders?
Wat weet het publiek al?
Welke informatie heb ik dus nog nodig?
Hoe lang duurt de presentatie?
Hoe is de ruimte waar je de presentatie geeft?
Welke hulpmiddelen heb je tot je beschikking
Ken je onderwerp
Weet ik voldoende over het onderwerp?
Welke vragen kan men stellen en kan ik die beantwoorden?
B
Aandachtspunten bij de voorbereiding van de mondelinge presentatie
Voorbereiden op papier
Breng een heldere structuur aan in je verhaal. Dit bepaalt voor het grootste deel je succes.
1. Zorg voor een pakkend begin. Maak je publiek nieuwsgierig naar jouw verhaal.
2. Vertel kort het onderwerp van je verhaal en welke sub-onderwerpen je gaat bespreken. Het
publiek zal dan de lijn in je verhaal beter kunnen volgen.
3. Bespreek je sub-onderwerpen puntsgewijs. Je kondigt een punt aan en bespreekt het,
daarna ga je naar het volgende punt. Vraag je bij alles af of je publiek het echt moet weten,
het verhaal wordt anders snel te lang.
4. Betrek je publiek erbij door bijvoorbeeld zelf vragen te stellen of het publiek de gelegenheid
te geven vragen te stellen.
5. Besluit je verhaal met een opsomming van de hoofdpunten en een conclusie.
6. Bedenk iets waarin jouw verhaal zich kan onderscheiden. Dat kan zijn door een pakkend
begin, een interessante ervaring, een demonstratie, gebruik van een 3-dimensionaal
model, etc.
Controleer je presentatie als hij klaar is. Komen alle belangrijke zaken aan bod:

Bereik je je doel?

Vormt het verhaal een logisch geheel?

Loopt je verhaal soepel?
C
Boodschappenlijstje vóór de presentatie
-
-
-
Leer je verhaal niet uit je hoofd en lees het verhaal ook niet van een blaadje voor, maar
maak een spiekbriefje met hoofdpunten (of je Powerpoint dia’s vormen je spiekbriefje).
Oefen je presentatie een aantal malen hardop. Dit helpt om a) de volgorde goed te krijgen,
b) onnodige stukjes te elimineren, c) binnen de tijd te blijven, d) zelfvertrouwen op te
bouwen.
Niet iedereen uit het publiek denkt en onthoudt op dezelfde manier. Gebruik dus niet alleen
je stem, maar ook visuele informatie (plaatjes, grafieken, tekeningen of zelfs 3dimensionale modellen).
Als afsluiting kun je je publiek een ‘hand-out’ geven, dit is een A4-blaadje waarop de
samenvatting van je verhaal staat en/of achtergrondinformatie bij jouw onderwerp. Kondig
aan het begin van de presentatie aan dat er na afloop een samenvatting wordt uitgedeeld,
dan weet men dat er geen aantekeningen gemaakt hoeven te worden.
Handleiding profielwerkstuk 2014 JvO
Natuurwetenschappelijk onderzoek of technisch ontwerp
Pag. 10
biologie, natuurkunde, scheikunde, fysische geografie
D
De presentatie zelf
Tips
Spreek duidelijk en in een rustig tempo.
Laat het volume en de toonhoogte van je stem wisselen.
Laat af en toe een stilte vallen in je verhaal, bijvoorbeeld tussen twee subonderwerpen.
Zoek oogcontact, glimlach naar je toehoorders.
Reageer op je publiek, bijvoorbeeld als je merkt dat mensen gaan praten of rondkijken.
Wees jezelf.
Wees enthousiast.
Het ontspant als je met je buik ademt.
Het geeft je rust als je stevig gaat staan, je benen iets uit elkaar.
Vermijd
Te vaak ‘hm’ en ‘ja’: stopwoordjes.
Gehaast zijn en praten zonder pauzes.
Praten met je gezicht naar het bord of de poster, kijk altijd naar het publiek.
Voorlezen van papier.
Handleiding profielwerkstuk 2014 JvO
Natuurwetenschappelijk onderzoek of technisch ontwerp
Pag. 11
biologie, natuurkunde, scheikunde, fysische geografie
5
Mogelijke keuze-onderwerpen
Als je moeite hebt een geschikt eigen onderwerp te vinden, kun je ook een keuze maken uit de onderstaande
mogelijkheden.
Ideeën voor biologische onderwerpen:
Spiegelneuronen
Als iemand kijkt naar een persoon die een handeling uitvoert, worden bij hem dezelfde hersendelen
actief als wanneer hij die handeling zelf uitvoert. De neuronen die hiervoor zorgen noemen we
spiegelneuronen. Heeft de een meer van deze neuronen dan de ander en is er een verband met
karaktereigenschappen, bijvoorbeeld sociaal gedrag?
Verschillen in denken
tussen mannen en vrouwen
Er wordt vaak beweerd dat mannen vaardiger zijn in rekenen dan vrouwen;
vrouwen zouden in taal beter zijn. Klopt dit en wat is een mogelijke verklaring? Zijn er misschien
andere verschillen in denken te onderzoeken?
Geheugen en leeftijd
Oude mensen hebben vaak moeite om iets te onthouden. Hoe verandert ons
korte-termijngeheugen in de loop van ons leven?
Biologische landbouw en
gangbare landbouw
Is de bodemkwaliteit bij biologische landbouw beter of anders dan bij “gewone” lanbouw? Waar
bestaan de verschillen uit?
Effecten van suikervrije
kauwgom
Op de verpakking van suikervrije kauwgom staat te lezen dat zij een gunstig effect hebben op het
gebit. Wat is er van waar? Doen ze echt iets anders dan gewone kauwgom?
Geluid en concentratie
Kun je concentreren bij geluid? Maakt het uit wat voor geluid dat is? Maakt leeftijd verschil?
Zonnebrandcrème
Hebben zonnebrandcrèmes met een verschillende beschermingsfactor ook echt een ander effect op
de invloed van UV-stralen? Laten ze UV-stralen anders door?
Aëroob
uithoudingsvermogen
Kunnen mensen die veel sporten, een inspanning langer volhouden omdat hun aëroob
uithoudingsvermogen groter is?
Relatie vogeltrek en weer
Het ene jaar begint de winterkou later dan verwacht of duurt de winter langer of korter dan anders.
Passen vogels hun trekgedrag daarop aan? Komen ze op een ander tijdstip ons land binnen of
vertrekken ze eerder of later?
Het uiterlijk van voedsel en
de smaakbeleving
Maakt het uit hoe voedsel eruit ziet of is alleen de smaak van belang. En kunnen we door het uiterlijk
van voedingsmiddelen een bepaalde smaak suggereren?
Psychische gesteldheid en
menstruele cyclus
Vaak wordt beweerd dat vrouwen in de loop van hun cyclus anders reageren op emotionele zaken,
hun gemoedstoestand verandert onder invloed van de hormoonwisselingen. Wat is hier van waar?
Signaalstoffen in water
Vissen scheiden stoffen af in het water die als signaal dienen voor soortgenoten. Het is bekend dat
prooidieren op de aanwezigheid van deze stoffen kunnen reageren. Hoe?
Het aflezen van emoties aan
iemands gelaatsuitdrukking
Kunnen wij aan iemands gezicht zien hoe hij zich voelt? Kunnen we dat allemaal even goed? Mannen
even goed als vrouwen? Is er een verband met de hoeveelheid spiegelneuronen die iemand heeft?
Schoonmaakmiddelen
Welke poetsmiddelen maken het beste schoon? Worden er nog bacteriën gevonden na een
schoonmaakbeurt, welke en hoeveel soorten?
Visvoer en hun effect op
vissen
Groeien vissen op elk soort visvoedsel even goed? Zijn er andere verschillen te ontdekken in hun
ontwikkeling, kleur e.d.? En welke stoffen in visvoer zijn hiervoor verantwoordelijk?
Biologische klok
Veel dieren hebben een biologische klok. Is deze te beïnvloeden, hoe en wat is het nut hiervan?
Aanpassingen van planten
Planten en dieren moeten zich in de moderne wereld kunnen aanpassen aan veranderingen in het
milieu of aan stress door bijvoorbeeld milieuvervuiling of temperatuurwisselingen. Hoe passen planten
zich aan aan abiotische factoren? Welke invloed heeft de omgeving op het fenotype van een
organisme?
Planten op de dijk
Dijken aan rivieren overstromen soms ten dele. Daarom herbergen ze vaak een specifieke vegetatie
waarbij je onderscheid kunt maken in verschillende vegetatiezones. Welke soorten zijn specifiek voor
deze veranderlijke biotoop? Welke factoren spelen daarbij een belangrijke rol?
Handleiding profielwerkstuk 2014 JvO
Natuurwetenschappelijk onderzoek of technisch ontwerp
Pag. 12
biologie, natuurkunde, scheikunde, fysische geografie
Planten als bio-indicator
De kwaliteit van het Nederlandse oppervlaktewater verschilt enorm. Bio-indicatoren zoals waterplanten
en dieren kunnen ons veel wijzer maken over de toestand van de waterkwaliteit. Welke factoren
spelen een rol voor een gezond water-ecosysteem? Welke soorten kunnen we daarbij als ‘flagship’soorten onderscheiden?
Begrazing
In veel natuurgebieden in Nederland lopen tegenwoordig koeien, paarden of schapen. Zij zorgen
ervoor dat de ‘natuurlijke’ samenstelling van de vegetatie in stand blijft. Maar is deze samenstelling
wel natuurlijk? Wat is het effect op de biodiversiteit van de begrazing door dieren in natuurgebieden?
Planten in straatputten
Stadsecologie; het specifieke microklimaat in de schachten van straatputten zorgt voor een specifieke
groeiplek voor een flora die afwijkt van de normale stadsflora. Welke planten zijn er nu opgewassen
tegen die specifieke omgeving. Onderzoek de puttenflora van Amersfoort en breng de verspreiding
hiervan in kaart.
Effecten van verzuring
Waarom is intensieve landbouw en bemesting van de bodem een probleem geworden voor de
diversiteit van planten in aangrenzende gebieden? Onderzoek het effect van de verzuring van de
bodem op planten.
Tredvegetatie
In stadsparken en op straat vind je soms planten op de meest ongelofelijke plekken. Zelfs in een
gedeelte waar veel gelopen wordt door mensen of dieren lijken sommige planten het prima naar hun
zin te hebben. Hoe komt dat? Onderzoek het verschil in bouw van tredvegetatie en niet-tredvegetatie
en breng het verschil in verband met de vindplaats.
Invasieve dier- en
plantensoorten
Invasieve dier- en plantensoorten zijn het gevolg van de mondiale klimaatverandering en cultivering
voor tuinbouw en landbouw. De organismen nemen plaatsen in en soms over in onze ‘wilde’
Nederlandse natuur. Kent Amersfoort ook invasieve soorten? Vormen ze een bedreiging voor
inheemse biodiversiteit of is er niets om ons zorgen over te maken?
Een hooi-infuus
Maak een hooi-infuus en volg gedurende een lange tijd de ontwikkeling van de biodiversiteit en breng
dit in verband met de veranderde milieu omstandigheden. Wat heeft dit proces te maken met
biologische begrippen als successie en selectiedruk?
Biodiversiteit op eilanden
Biodiversiteit op eilanden is afhankelijk van oppervlak en afstand tot het vaste land. Wat is de
eilandtheorie en hoe kan deze worden toegepast in milieubeleid? Onderzoek de biodiversiteit op
artificiele eilanden en vergelijk dit met de bestaande eilandentheorie (macArthur en Wilson).
Wolfsspinnen
In tegenstelling tot de meeste andere spinnen hebben wolfspinnen een goed zichtvermogen en
kunnen zodoende goed jagen. Voor vrouwtjesspinnen helpt het goede gezichtsvermogen bij de
bescherming van de eiercocon die ze tijdens de broedtijd met zich meedragen. Hoe reageert een
wolfspin op het kwijtraken van deze cocon? Aan welke kleur en afmetingen moet de cocon voldoen?
Onderzoek het broedgedrag van de wolfspin.
Microbiële groei
Bacterie groei kan veel gevolgen hebben voor de gezondheid van de mens. Voedsel kan bederven en
ook binnen het lichaam kan dit schadelijke gevolgen hebben. Onderzoek hoe de bacteriegroei
beïnvloed kan worden.
Genetische kruisingen bij
fruitvliegen
Fruitvliegen worden vaak gebruikt als model bij genetische kruisingen aangezien zij een klein aantal
chromosomen hebben. Onderzoek of de verwachte fenotypes terug te vinden zijn in de nakomelingen.
Zadengroei
Zaden ontkiemen vaak pas als bij een combinatie van de juiste omstandigheden. Onderzoek de
invloeden van biotische en abiotische invloeden op het ontkiemen van zaden
Vergisting
In de voedingsmiddelen industrie wordt veel gebruikt gemaakt van gist (bv. brood en alcohol).
Onderzoek de invloed van biotische en abiotische invloeden op de effectiviteit van vergisting
Vogelzang
Zangvogels zijn, afhankelijk van de soort, op bepaalde momenten van de dag te horen. Is er een
dagelijkse vogelzangklok op te stellen?
Vogelzang
Zangvogels zijn seizoensafhankelijk actief. Stel een vogelzangkalender op. Gebruik richtmicrofoons
om een vogelzangkaart op te stellen in Google Maps.
Waterkwaliteit
Breng de waterkwaliteit in kaart in een van de toestromende beken van Amersfoort en vergelijk die
met de afstromende Eem.
Zwemwater
Hoe is de zwemwaterkwaliteit in het Henschotermeer? Welke organismen zitten er in dit natuurwater
van een zandafgraving? Waar zwem je in?
Watervlooien
Wat is het gedrag van watervlooien ten opzichte van (zon)licht, warmte, zoutgehalte, etc.?
Watervlooien
Hoe is de fysiologie van watervlooien in een bepaalde omgeving: hartslag, roeibeweging, etc.?
Kikkerdril
Onderzoek de onwikkelingsbiologie van kikkers aan de hand van kikkerdril of een zomerse amfibie.
Handleiding profielwerkstuk 2014 JvO
Natuurwetenschappelijk onderzoek of technisch ontwerp
Pag. 13
biologie, natuurkunde, scheikunde, fysische geografie
Paardenbloemen
Hoe kun je paardenbloemen bestrijden in een gazon.
Pollencollectie
Bijen verzamelen pollen als voedsel (eiwit, vitamine en vetbron) voor het broed. Onderzoek de
verzamelde pollen in bijenvolken rond Amersfoort.
Vliegen I
Hoe vliegt een vogel? Hoe verschillen de vliegmechanismen binnen de klasse Vogels?
Vliegen II
Hoe vliegt een vlieg?
Vliegen II
Welke bacteriën worden overgebracht door de huisvlieg? Hoe verloopt zo’n besmetting?
Effect van speciale
plantenlampen
Groeien planten echt beter bij het licht van daarvoor ontwikkelde lampen in vergelijking tot gewoon
licht?
Slootwater
Wat is de invloed van de temperatuur op de ontwikkeling van het leven in slootwater. Dit kan
onderzocht worden met twee aquaria met slootwater. Wat zijn de gevolgen voor het broeikaseffect?
Nat voorjaar, droge zomer
Is er verschil in de groei van planten die de eerste maanden veel water krijgen en daarna minder en
planten waarbij dit andersom is. Is er effect op klimaatverandering?
Uilenballen
Onderzoek aan de hand van uilenballen wat verschillende soorten uilen eten. Of voorspel uit de
vondst van uilenballen welke soorten uilen er voorkomen.
Biodiversiteit
Is er verschil tussen de fauna in de bodem onder grasvelden van oude en nieuwe plantsoenen?
Voedsel
Wat eten leerlingen op verschillende schooltypen tijdens hun pauzes op school? Hoe groot is de rol
van de aanwezigheid van een kantine?
Handleiding profielwerkstuk 2014 JvO
Natuurwetenschappelijk onderzoek of technisch ontwerp
Pag. 14
biologie, natuurkunde, scheikunde, fysische geografie
Ideeën voor scheikundige onderwerpen:
Chemie van het koken
Onderzoek doen aan bereidingswijzen van voedsel en dat op moleculair niveau. Als je begrijpt wat
er op moleculaire schaal gebeurt tijdens kookprocessen kun je recepten aanpassen of verbeteren.
Vitamines
Sommige voedingsmiddelen zijn ‘verrijkt’ met bijvoorbeeld vitamine C. Zit er echt zoveel vitamine C
in als er op een etiket staat? Verloopt het gehalte aan vitamine C in de tijd? Hoeveel vitamine C zit
er in verschillende groentes?
Brandstoffen
Er zijn veel verschillende brandstoffen. Welke brandstoffen of mengsels daarvan zijn geschikt als
bijvoorbeeld raketbrandstof? Hoe veilig zijn die brandstoffen? Hoe kan een raketlancering worden
gesimuleerd?
Lichtgevende stoffen
Sommige stoffen verspreiden licht. Hoe werken deze lichtgevende stoffen? Met welke reacties zijn
lichtgevende stoffen te produceren? Hoe worden lichtgevende stoffen toegepast?
Viscositeit
De ene vloeistof is visceuzer (stroperiger) dan de andere? Hoe bepaal je de viscositeit van een
vloeistof? Hoe hangt de viscositeit af van de temperatuur? Wat is het belang van de viscositeit van
een vloeistof, die als brandstof wordt gebruikt?
Spiegelbeelden
Veel natuurlijk voorkomende stoffen zijn optisch actief. Van veel organische moleculen bestaan
spiegelbeelden. Waarom is het belangrijk voor biochemische processen welke van twee
spiegelbeelden je hebt? Kun je spiegelbeeldmoleculen herkennen aan de kristalvorm van een stof?
Hoe kun je mengsels van spiegelbeeldmoleculen van elkaar scheiden?
Rijping van fruit
Het gas etheen speelt een belangrijke rol bij het rijpen en rotten van fruit. Wat is die rol precies? Hoe
is de afhankelijkheid van de rijping van fruit van de etheenconcentraties?
Brandwerende stoffen
Aan veel producten worden brandwerende stoffen toegevoegd. Welke stoffen zijn dat en hoe werken
ze? Werken ze allemaal even effectief? Kunnen brandwerende stoffen ook uit een product
migreren? Onder welke omstandigheden en hoe snel?
Zoetstoffen
Behalve de bekende suikers zijn er ook andere zoetstoffen in gebruik. Stoffen zoals aspartaam. Is
de ene stof zoeter dan de andere? Hoe is de zoetkracht van een zoetstof vast te stellen?
Optische activiteit
Veel natuurlijk voorkomende stoffen zijn optisch actief. Hoe is die optische activiteit te meten? Kan
met eenvoudige middelen een polarimeter worden gebouwd en daarmee bekende optisch actieve
stoffen worden gemeten?
Wijn
Ontwerp een methode om zelf rode of witte wijn te maken. Bepaal vervolgens het alcoholgehalte
van de zelfgemaakte wijn. Hoe maak je zoete wijn? Hoe kun je uit wijn ‘gedestilleerd’ maken?
Vlamvertragers
Vlamvertragers redden levens. Bij een brand geven ze mensen meer tijd om te ontsnappen doordat
ze de vorming van rook en giftige gassen verminderen. Hoe doen ze dat? Zijn vlamvertragers zelf
wel veilig?
Parfums
Welke soorten geurstoffen zijn er? Hebben spielbeeldisomeren dezelfde geur? Hoe onderzoek je of
een geurstof niet alleen lekker ruikt, maar ook stabiel is? Wat is een geurdrempel en hoe kun je die
bepalen?
Biobrandstoffen
Triglyceriden in plantaardige olie vormen de basis voor biodiesel. Vooral koolzaadolie wordt veel
gebruikt. Maar pure olie is te stroperig om de motor gesmeerd te laten lopen. Gaat dat beter als ze
worden omgezet in methylesters?
Papier
Een wereld zonder papier is ondenkbaar in deze huidige tijd. Ondanks de komst van de computer is
de papierconsumptie alleen maar gestegen in plaats van gedaald! Met de recycling van papier is het
mogelijk om in deze papierconsumptie te voorzien. Hoe ziet het recyclingproces van papier er uit?
Probeer ook zelf papier te recyclen!
Feromonen
Feromonen zijn signaalstoffen: chemische stoffen die een boodschap over brengen. Ze worden
door insecten en sommige andere dieren geproduceerd om eenvoudige boodschappen over te
brengen. Wat voor soort stoffen zijn het? Hoe is de werking van feromonen? Is de gevoeligheid van
bepaalde feromonen bij verschillende organismen meetbaar?Z
Handleiding profielwerkstuk 2014 JvO
Natuurwetenschappelijk onderzoek of technisch ontwerp
Pag. 15
biologie, natuurkunde, scheikunde, fysische geografie
Ideeën voor natuurkundige onderwerpen:
Muziekinstrumenten
Onderzoek naar eigenschappen van verschillende soorten instrumenten.
Praktisch: ontwerpen en vervaardigen van een snaar of blaasinstrument. (technisch ontwerp)
Motoren
Onderzoek naar de verschillende soorten verbrandingsmotoren. Tweetakt, viertakt, turbine.
Praktisch: onderzoek naar rendement, afhankelijkheid van ontstekingstijdstip, toerental,
brandstofmengsel, overbrenging.
Bruggen
Onderzoek naar verschillende soorten bruggen, welke brug voor welke toepassing. Toepassing van
profielen en materialen. Invloed van wind op bruggen, resonantieproblemen.
Praktisch: bouw en testen van verschillende soorten bruggen, testen in windtunnel en met belasting.
Afslag van dijken
Dijkafslag is afhankelijk van toegepast materiaal, hoogte golven, helling van de dijk en de diepte van
het water voor de dijk.
Praktisch: Onderzoek van verschillende dijkprofielen in een golfslagbak (eventueel in samenwerking
met Universiteit Delft of Twente)
Geluid
Onderzoek naar analysemogelijkheden van geluid (Fourieranalyse).
Praktisch: synthese van geluid of spraak uit formanten.
Windstromingen rond
gebouwen
Onderzoek naar het gedrag van wind rond gebouwen. Hoe gedraagt de wind zich bijvoorbeeld
tussen wolkenkrabbers? Hoe reageert het gebouw daarop? Is de wind van invloed op de afvoer van
afvalgassen?
Praktisch: windtunnelonderzoek aan maquettes.
Vleugelvormen lift
Waarvan hangt de lift van een vleugelprofiel af? Toepassingen van Bernouilli en meer. Verband
tussen vleugelvorm en vliegsnelheid. Wat is de invloed van vleugeltips?
Praktisch: windtunnelonderzoek aan vleugelmodellen.
Windmolens
Onderzoek naar verschillende typen windmolens. Voor- en nadelen van horizontale en verticale
molens, tandwielkastloze molens, gebruik van tips, rendement verschillende types bij verschillende
snelheden. Kosten/batenanalyse.
Praktisch: rendementsonderzoek naar te bouwen windmolen (technisch ontwerp).
Holografie
Hoe werkt een hologram? Welke soorten hologrammen zijn er? Hoe fabriceert men de verschillende
soorten? Monochrome en kleurenhologrammen.
Praktisch: vervaardigen van transmissie of reflectiehologram.
SPM
Scanning Probe Microscopen kunnen atomen en moleculen op oppervlakken zichtbaar maken. Er
zijn verschillende varianten van SPM en ze kunnen allemaal in verschillende omgevingen worden
toegepast.
De uitvinding van de eerste variant (de STM in 1981) leverde een Nobelprijs op voor de uitvinders:
Binnig en Rohrer van IBM Zwitserland.
Praktisch: onderzoek met een STM aan imperfecties in oppervlakken of nanotubes (in
samenwerking met bijvoorbeeld Universiteit Leiden).
Rendement van
scheepsschroeven
Onderzoek naar de invloed van de vorm en het aantal bladen van een scheepsschroef op het
rendement.
Praktisch: bij een Technische Universiteit (Delft?) onderzoek naar waterverplaatsing en
voortstuwingskracht van scheepsschroeven en turbines.
Stralingsexperimenten
Onderzoek naar doordringend vermogen van verschillende soorten straling afhankelijk van energie.
Onderzoek naar diffractiepatronen bij röntgenstraling aan amorf en kristallijn materiaal.
Praktisch: stralingsproven in samenwerking met Universiteit Utrecht (stralingslab).
Lasertechnologie
Onderzoek naar typen lasers. Kleurstoflasers, halfgeleiderlasers.
Praktisch: is het mogelijk zelf een laser te bouwen?
Radiosterrenkunde
Hoe gaat het onderzoek van radiobronnen in het heelal in zijn werk? Radiointerferometrie, Lofar.
Praktisch: analyseren van door universiteiten of sterrenwachten opgenomen stralingsbronnen (21cm straling).
Roodverschuiving van
sterren
Analyseren van spectra van sterren.
Praktisch: eigenbeweging in open sterrenhopen bepalen met behulp van dopplerverschuiving.
Hieruit leeftijd van open sterrenhoop bepalen. Is de gekozen open sterrenhoop echt een sterrenhoop
of een toevallige samenstelling van sterren?
Handleiding profielwerkstuk 2014 JvO
Natuurwetenschappelijk onderzoek of technisch ontwerp
Pag. 16
biologie, natuurkunde, scheikunde, fysische geografie
Biodome
Een Biodome of Biosfeer is een zichzelf onderhoudend ecologisch systeem. Een dergelijk systeem
zou kunnen functioneren op bijvoorbeeld de maan en alleen voor de invoer van energie van de
buitenwereld afhankelijk zijn. Is het mogelijk een dergelijk systeem te bouwen?
Praktisch: een hermetisch afgesloten broeikas/aquarium bouwen waarin metingen gedaan kunnen
worden. In de broeikas/aquarium is plantengroei en bijvoorbeeld insektenleven. Wanneer zal de
vervuiling toeslaan?
Stromingspatronen in water
Onderzoek naar het ontstaan van boeg en hekgolven in water, afhankelijk van bootlengte, vorm en
snelheid. Wanneer gaat een boot planeren?
Praktisch: onderzoek in golfbak (Technische Universiteit Delft?)
Robots bouwen
Technisch ontwerp: Bouw en programmeer een robot die in staat is enkele opdrachten uit te voeren.
Denk aan: lopen, een glas bier inschenken, een ei oppakken.
Zeilboten afstellen
Het zeilgedrag van een boot is afhankelijk van de zeilvorm en de vorm van het onderschip. Deze
vormen bepalen de aangrijpingspunten en grootte van de krachten die op het schip werken. Een
torengetuigd schip vaart anders dan een gaffelgetuigd schip.
Praktisch: trimmen van een zeilschip, bepalen van aangrijpen van krachten met behulp van
modellen en een windtunnel.
Materiaalonderzoek
Onderzoek naar treksterkte en elasticiteit van bijvoorbeeld kunststoffen. Hoe gedragen
themoplasten, thermoharders en elastomeren zich bij verschillende temperaturen. Wanneer verliest
bijvoorbeeld rubber zijn elasticiteit? (denk aan het ongeluk met het ruimteveer Challenger). Wanneer
verliest een autoband grip?
Praktisch: Uitvoeren van trek- en buigproeven bij verschillende temperaturen.
De invloed van spoilers op
auto’s
Hoe effectief en nuttig is het creëren van de zogenaamde downforce op auto’s? Een auto krijgt
meer grip maar ook meer weerstand.
Praktisch: windtunnelonderzoek m.b.v. automodellen en spoilermodellen.
Perpetuum Mobile
Is het mogelijk een perpetuum mobile te ontwerpen? Nee dus… Historische ontwerpen en hun
fouten.
Praktisch: technisch ontwerpen en maken van een PM.
CM-golven
Onderzoek naar ontstaan van staande golven in trilholtes. De magnetron. Hoe werken klystrons?
Hoe zorg je voor een gelijkmatige verhitting in een magnetron?
Stofexplosies
Onderzoek naar het verbranden van vaste stoffen in fijn verdeelde toestand. Is het mogelijk een
motor op vaste brandstof in fijn verdeelde toestand te laten werken?
Spectraallijnen
Hoe ontstaan spectraallijnen? Onderzoek naar opbouw van spectraallijnen, ontstaan van dubbele
lijnen.
Praktisch: uitvoeren van de proef van Franck en Hertz, analyseren van spectra.
Isolatiemethoden
Onderzoek naar de in de woningbouw toegepaste isolatiemethoden en materialen. Hoe
milieuvriendelijk zijn de verschillende materialen (denk bijvoorbeeld aan de belasting door
materialen als PUR en PVC). Hoe effectief zijn verschillende vormen van isolatie?
Praktisch: onderzoek aan warmtetransmissie door verschillende in bouwmarkten te verkrijgen en
natuurlijke materialen.
Zonnecellen
Onderzoek aan de verschillende soorten zonnecellen. Rendement, kostenanalyse. Hoe werkt een
zonnecel? Voor en nadelen van dunne en flexibele zonnecellen? Aansluiten van zonnecellen op het
elektriciteitsnet, voor en nadelen.
Praktisch: rendement van zonnecellen bepalen bij verschillende omstandigheden.
Biogas
Hoe werkt een biogasinstallatie? Is het mogelijk in Nederland een gedeelte van de energie uit
biogas te halen? Hoe voorkom je stankoverlast?
Praktisch: Bouwen van een kleine biogasinstallatie of labopstelling waarin biogas geproduceerd kan
worden.
Handleiding profielwerkstuk 2014 JvO
Natuurwetenschappelijk onderzoek of technisch ontwerp
Pag. 17
biologie, natuurkunde, scheikunde, fysische geografie
Ideeën voor wiskundige onderwerpen:
Wiskunde in de maatschappij
De IQ-test: testconstructie en
statistiek
Het woord intelligentie is beladen. In de psychologie wordt daarom een strakke definitie van het
woord gebruikt, meestal is dat: "Intelligentie is datgene dat een intelligentietest meet." Dat is
tamelijk ontnuchterend.
Duidelijk is in ieder geval dat de test heel belangrijk is. Hoe worden tests gemaakt? Hoe kun je
controleren of de test relevant is? Hoe bepaal je of een test wel meet wat hij moet meten?
Optimaliseringvraagstukken
economie
De econometrie is de studie die zich bezighoudt met de wiskundige grondslagen van economische
processen. Bijvoorbeeld: hoe kun je op basis van wiskundige principes een portefeuille van
aandelen samenstellen die een maximale winst zal opleveren?
Hoe leer je kinderen rekenen?
Bij dit onderwerp gaat het niet alleen om het beschrijven van het rekenen zelf, maar ook om hoe dat
uitgelegd kan worden op een manier die past bij de mentale ontwikkeling en kennis van een kind.
Correlatie en regressie
Vooral als de bevolking wordt onderzocht, kunnen de belangen heel groot zijn. Op de uitkomsten
van onderzoek kunnen door de wetenschap, het bedrijfsleven en de overheid zware beslissingen
worden gebaseerd, die allen raken.
Maar, hoe kun je er achter komen of dingen echt met elkaar samenhangen en hoe moet je de
onderzoeksgegevens eigenlijk analyseren?
Matrixrekenen &
toepassingen
Wanneer grote hoeveelheden informatie geordend moeten worden, is het handig om dit te doen met
behulp van matrices. Zo worden analyses van bevolkingsonderzoek gedaan met matrixrekenen,
werken computergraphics van computerspellen met behulp ervan, en worden matrices ingezet bij
grotere economische modellen.
Technisch toegepaste wiskunde
Navigatie
Tegenwoordig hebben veel voertuigen satellietnavigatiesystemen. Zeker in auto's is dat een
handige, maar wat overbodige luxe: het ergste dat je kan overkomen als je verkeerd rijdt, is dat je
een kwartier langer over de reis doet. Enkele eeuwen geleden was, bijvoorbeeld in de scheepvaart,
verdwalen een iets groter probleem. Elke vorm van navigatie is gebaseerd op meetkundige
principes en kent zijn eigen uitdagingen.
3D-Graphics for gaming
Voor het programmeren van een game-engine moet je niet alleen de programmeertaal kennen,
maar ook begrijpen hoe je ruimtelijke objecten op het beeldscherm van een computer kan
afbeelden. Slimme meetkunde en hard rekenwerk staan aan de basis van elke goede game.
Informatietheorie
Wat is informatie eigenlijk? En wat heeft het met wiskunde te maken? Computers en radiosignalen
zijn in wezen wiskundige dingen. Hoe kun je bijvoorbeeld weten wat ruis is en wat het echte signaal
is in een verstuurd bericht?
In SETI (het zoeken naar buitenaards intelligent leven) wordt met behulp van de informatietheorie
gezocht naar berichten in radiosignalen uit het heelal.
Cryptologie en cryptografie
Kraak de code / hou je geheim veilig. Onderzoek welke technieken er bestaan om berichten geheim
te houden, of geheimen te ontcijferen. De cryptografie heeft in de Tweede Wereldoorlog een
belangrijke rol gespeeld, omdat de Britse wiskundige Alan Turing de Duitse “Enigma-code” wist te
ontcijferen, waardoor de geallieerde troepen op de hoogte waren van de oorlogsplannen van HitlerDuitsland. Dit heeft ervoor gezorgd dat de oorlog veel minder lang heeft hoeven duren.
Rekenmachines
Geen scholier kan meer zonder de rekenmachine. Soms lijkt het of voor elke berekening de
‘zakjapanner’ erbij gehaald wordt. Het apparaat heeft natuurlijk niet een geheugen waarin de
antwoorden van elke mogelijke som geschreven staat. Welke methoden gebruikt je rekenmachine?
Wat is de geschiedenis van rekenmethoden? Van penningtafels en abaci, via Babbage’s
rekenmachine op stoom, tot de rekenliniaal en de grafische rekenmachine.
Zuivere Wiskunde
Verzamelingenleer
Heel lang werden in de wiskunde vaak stellingen geformuleerd over eigenschappen van dingen,
zonder precies te definiëren voor welke zaken die uitspraken golden. Pas in de negentiende eeuw
kon hier goed een eind aan worden gemaakt doordat de Duitse wiskundige Georg Cantor de
verzamelingenleer ontwikkelde. Sindsdien is de verzamelingenleer uitgegroeid tot een van de
grondslagen van de wiskunde.
Handleiding profielwerkstuk 2014 JvO
Natuurwetenschappelijk onderzoek of technisch ontwerp
Pag. 18
biologie, natuurkunde, scheikunde, fysische geografie
De Koningin van de
Wetenschappen
Wiskunde wordt de Koningin van de Wetenschappen genoemd. Niet alleen schrijft de wiskunde
voor hoe wetenschappelijke modellen gebouwd moeten worden, zij heeft ook de logica
geformaliseerd. En waar de natuurwetenschappen zich moeten behelpen met conclusies uit
waarnemingen, lijkt de wiskunde echte zekerheden te bieden.
Je kunt bij dit onderwerp bijvoorbeeld onderzoeken hoe het bouwwerk van de wiskunde in elkaar zit,
wat haar grondslagen zijn, of hoe wiskunde zich verhoudt tot de (natuur-) wetenschappen.
NP-problemen
Sudoku, het handelsreizigerprobleem en het in elkaar zetten van lesroosters hebben als
gemeenschappelijke eigenschap dat ze relatief moeilijk op te lossen zijn, terwijl een mogelijke
uitkomst eenvoudig te controleren valt. Het probleem zit hem in het grote aantal mogelijke
oplossingen. De problemen met deze eigenschap worden NP-problemen genoemd.
BONUS: wie kan bewijzen of ontkrachten dat N = NP kan $1.000.000 ophalen bij het Amerikaanse
Clay Mathematics Institute.
De Riemann-Hypothese
De Universiteit van Amsterdam (UvA) heeft een webklas over de Riemann-hypothese. Deze
hypothese heeft te maken met priemgetallen. Het onderwerp blijkt veel uitgebreider en uitdagender
te zijn dan je aanvankelijk zou denken. De leerlingen worden tijdens enkele contactmomenten door
medewerkers van de UvA begeleid bij het maken van een aantal opdrachten. De omvang van de
webklas is ongeveer 10 slu.
Het werk voor de webklas kan prima als uitgangspunt dienen voor een Profielwerkstuk. Voor meer
informatie zie: http://www.studeren.uva.nl/webklassen/
Ideeën voor fysisch-geografische onderzoeksvragen/onderwerpen:
Aardwetenschappen:
Gaat de Middellandse Zee verdwijnen?
Hoe kunnen we zorgdragen voor voldoende drinkwater voor de landbouw bij toename van de wereldbevolking?
Peakoil en dan?
Hoe risicovol is CO2-opslag in de ondergrond?
“Verdrinkt” de Waddenzee als de zeespiegel stijgt?
Wat moeten we van de ondergrond weten om veilig te kunnen bouwen?
Kunnen we aardbevingen voorspellen?
Krijgt Marokko steeds meer last van woestijnvorming?
Welke processen bepalen de hoeveelheid CO2 in de lucht?
El Nino voorspellen.
Wanneer is ons drinkwater in de Utrechtse Heuvelrug op?
Grondboringen, maak een excursie voor klas 2 met verschillende grondsoorten.
De ijsbeer sterft uit, is dat erg?
Maak een werkend model van seizoenen op een globe.
Maak een werkend model van de waterdoorlatendheid van verschillende grondsoorten.
Maak een werkend model van een erosiedelta.
Maak een werkend model van capillaire werking.
Maak een werkend model van tsunami.
Bodemverzakking in Groningen, wie zal de schade betalen?
Aardwarmte, de oplossing voor het milieu?
Als de permafrost ontdooit?
Teerzanden.
Schaliegas.
Wateronderwerpen:
Infiltreren van “verontreinigd” water in de bodem.
Drinkwaterwinning en de gevolgen door verdroging.
Grijze watersystemen in en om het huis.
De blauwe energiecentrale, opwekken van energie door menging zoet en zout water.
Waterberging in de stad, het verwerken van piekneerslag, zonder groot ruimtebeslag.
Kunstmatige eilanden voor de kust, landwinning, kustverdediging.
Nieuwe deltawerken voor de toekomst.
Rioolwaterafvoer bij extreme neerslag.
Waterfootprint.
Waar kunnen we de Rijn meer ruimte geven?
Waterkwaliteit in de Eem.
Waterkwaliteit in de grachten van Amersfoort.
Zwemmen in de vijvers van Amersfoort, kan dat?
Handleiding profielwerkstuk 2014 JvO
Natuurwetenschappelijk onderzoek of technisch ontwerp
Pag. 19
biologie, natuurkunde, scheikunde, fysische geografie
6
Voortgangs- en beoordelingsformulieren
Handleiding profielwerkstuk 2014 JvO
Natuurwetenschappelijk onderzoek of technisch ontwerp
Pag. 20
biologie, natuurkunde, scheikunde, fysische geografie
Formulier voortgangsmoment 1:
Onderwerp, partner(s) en gewenste begeleider
Inleveren in de brievenbus van je afdelingsleider
Naam groepslid (voor- en achternaam)
profiel
hoofdvak
ander vak
Onderwerp van PWS:
Gewenste begeleider (docent):
Het kan zijn dat je keus voor de begeleidende docent niet gehonoreerd kan worden, omdat veel leerlingen
dezelfde docent gekozen hebben. In dat geval wordt nader overlegd.
Handleiding profielwerkstuk 2014 JvO
Natuurwetenschappelijk onderzoek of technisch ontwerp
Pag. 21
biologie, natuurkunde, scheikunde, fysische geografie
Formulier voortgangsmoment 2:
Onderzoeksvraag, begrippen en theoretische achtergrond
Namen van leerlingen: ……………………………………………………………………………………………….
Kopiëren en indienen bij je begeleider. De gevraagde uitwerkingen voeg je als bijlagen aan dit formulier toe.
De uitwerkingen worden besproken met je begeleider. Indien je begeleider met één of meer aspecten niet
akkoord is, werk je de betreffende onderdelen bij en volgt een tweede gesprek.
De uitwerkingen die je op dit moment schrijft zijn:
1)
Een inleiding met theoretische achtergrond, een begrippenlijst, de onderzoeksvraag, eventuele
deelvragen en (indien passend) hypothese(s)
2)
Een eerste bronnenlijst
Werk de delen uit op een tekstverwerker
Aanwijzingen voor het schrijven van een onderzoeksverslag kun je vinden in hoofdstuk 4 van deze
handleiding.
Dit formulier wordt afgevinkt door je begeleider om te zien of dit onderdeel volledig is.
terug
Voortgangsaspect
akkoord
Het onderwerp en de daarbij behorende onderzoeksvraag hebben een vakinhoudelijk
niveau dat past in de bovenbouw van het VWO
De belangrijkste begrippen zijn gedefinieerd
Wat al bekend is over het te onderzoeken verschijnsel is voldoende beschreven
De onderzoeksvraag en eventuele deelvragen is/zijn voldoende toegespitst
Bij de onderzoeksvraag zijn reële hypothesen geformuleerd en/of verwachte uitkomsten
geformuleerd (indien passend)
De gebruikte bronnen zijn vermeld
Opmerkingen/afspraken indien bij eerste gesprek niet akkoord:
……………………………………………………………………………………………………………………………..
……………………………………………………………………………………………………………………………..
……………………………………………………………………………………………………………………………..
……………………………………………………………………………………………………………………………..
……………………………………………………………………………………………………………………………..
Eerste bespreking met begeleider op ……………………………… (datum)
Naam begeleider:……………………………………………………………………..
Handtekening begeleider:……………………………………………………………
Eventuele tweede bespreking met begeleider op ……………………………… (datum)
Handtekening begeleider:……………………………………………………………
Handleiding profielwerkstuk 2014 JvO
Natuurwetenschappelijk onderzoek of technisch ontwerp
Pag. 22
biologie, natuurkunde, scheikunde, fysische geografie
Formulier voortgangsmoment 3:
Onderzoeksvoorstel
Namen van leerlingen: ……………………………………………………………………………………………….
Kopiëren en indienen bij je begeleider. De gevraagde uitwerkingen voeg je als bijlagen aan dit formulier toe.
Het onderzoeksvoorstel wordt besproken met je begeleider. Indien de begeleider met één of meer aspecten
niet akkoord is, werk je het voorstel bij en volgt een tweede gesprek.
De uitwerkingen die je op dit moment schrijft zijn:
1)
Een bijgewerkte inleiding met theoretische achtergrond, een begrippenlijst, de onderzoeksvraag,
eventuele deelvragen en (indien passend) hypothese(s)
2a) Bij een natuurwetenschappelijk onderzoek: de benodigde materialen en gekozen
onderzoeksmethode
2b) Bij een technisch ontwerp: de benodigde materialen en de ontwerpeisen
3)
Een bijgewerkte bronnenlijst
Werk de delen uit op een tekstverwerker
Aanwijzingen voor het schrijven van een onderzoeksverslag kun je vinden in het Vaardighedenboekje
Exacte vakken.
Dit formulier wordt afgevinkt door je begeleider om te zien of dit onderdeel volledig en uitvoerbaar is.
terug
Voortgangsaspect
akkoord
Het onderwerp en de daarbij behorende onderzoeksvraag hebben een vakinhoudelijk
niveau dat past in de bovenbouw van het VWO
De belangrijkste begrippen zijn gedefinieerd
Wat al bekend is over het te onderzoeken verschijnsel is voldoende beschreven
De onderzoeksvraag en eventuele deelvragen is/zijn voldoende toegespitst
Bij de onderzoeksvraag zijn reële hypothesen geformuleerd en/of verwachte uitkomsten
geformuleerd (indien passend)
De gebruikte bronnen zijn vermeld
De werkwijze is duidelijk en realistisch beschreven (noodzakelijke deelactiviteiten,
logische volgorde, uitvoerbaarheid, gekozen onderzoeksmethode), er is een duidelijke en
eerlijke taak- en tijdverdeling gemaakt en er is een complete lijst van benodigdheden
gemaakt
Bij een technisch ontwerp: er is bovendien een overzicht van ontwerpeisen gemaakt
Opmerkingen/afspraken indien bij eerste gesprek niet akkoord:
……………………………………………………………………………………………………………………………..
……………………………………………………………………………………………………………………………..
……………………………………………………………………………………………………………………………..
……………………………………………………………………………………………………………………………..
Eerste bespreking met begeleider op ……………………………… (datum)
Naam begeleider:……………………………………………………………………..
Handtekening begeleider:……………………………………………………………
Eventuele tweede bespreking met begeleider op ……………………………… (datum)
Handtekening begeleider:……………………………………………………………
Handleiding profielwerkstuk 2014 JvO
Natuurwetenschappelijk onderzoek of technisch ontwerp
Pag. 23
biologie, natuurkunde, scheikunde, fysische geografie
Beoordelingsformulier 1:
Opzet en uitvoering
Namen van leerlingen: ……………………………………………………………………………………………….
Met dit formulier wordt de opzet en uitvoering van het profielwerkstuk beoordeeld door de begeleider (kort na
uitvoering van het onderzoek).
N.B. alle partners krijgen dezelfde beoordeling tenzij zij een zeer verschillende bijdrage geleverd hebben.
Beoordelingsaspect
Toegekende score
De leerlingen hebben het onderzoek zorgvuldig
opgezet
0
1
2
3
4
De leerlingen hebben de experimenten of het
technisch ontwerp juist uitgevoerd en indien
nodig de onderzoeksvraag bijgesteld
0
1
2
3
4
De leerlingen hebben voldoende waarnemingen
verricht en voldoende meetgegevens verzameld
0
1
2
3
4
De leerlingen hebben de meetresultaten
geordend, verwerkt, geschematiseerd en
gestructureerd
0
1
2
3
4
De leerlingen hebben zelfstandig gewerkt en
steeds op tijd hun werk getoond en toegelicht
(voortgangsmomenten) en ingeleverd
0
1
2
3
4
slecht
matig
voldoende
goed
zeer goed
kwalificatie
Subtotaal beoordeling 1
(minimaal 0, maximaal 20)
…..
Toelichting:
……………………………………………………………………………………………………………………………..
……………………………………………………………………………………………………………………………..
……………………………………………………………………………………………………………………………..
……………………………………………………………………………………………………………………………..
……………………………………………………………………………………………………………………………..
……………………………………………………………………………………………………………………………..
……………………………………………………………………………………………………………………………..
……………………………………………………………………………………………………………………………..
……………………………………………………………………………………………………………………………..
Besproken met begeleider op ……………………………… (datum)
Naam begeleider:……………………………………………………………………..
Handtekening begeleider:……………………………………………………………
Handleiding profielwerkstuk 2014 JvO
Natuurwetenschappelijk onderzoek of technisch ontwerp
Pag. 24
biologie, natuurkunde, scheikunde, fysische geografie
Beoordelingsformulier 2: Schriftelijk verslag
Namen van leerlingen: ……………………………………………………………………………………………….
Met dit formulier wordt het eindverslag beoordeeld door de begeleider.
N.B. alle partners krijgen dezelfde beoordeling tenzij zij een zeer verschillende bijdrage geleverd hebben.
Beoordelingsaspect
Toegekende score
Het onderwerp en de daarbij behorende
onderzoeksvraag hebben een vakinhoudelijk niveau dat
past in de bovenbouw van het VWO
0
1
2
3
4
De onderzoeksvraag, eventuele deelvragen en (indien
passend) hypothese(s) zijn helder verwoord
0
1
2
3
4
De theoretische achtergrond is helder en compleet en
heeft voldoende niveau; de leerlingen hebben inzicht in
de sleutelbegrippen en relevante theorie
0
2
4
6
8
Bij een natuurwetenschappelijk onderzoek: de
onderzoeksopzet is helder verwoord
Bij een technisch ontwerp: de benodigde materialen
en de ontwerpeisen zijn helder weergegeven
0
2
4
6
8
Bij een natuurwetenschappelijk onderzoek: de
metingen/resultaten en verwerkte resultaten zijn
overzichtelijk weergegeven, waar mogelijk in de vorm
van tabellen en grafieken; interpretaties en conclusies
zijn helder en correct weergegeven
Bij een technisch ontwerp: het uitgevoerde ontwerp is
van hoge kwaliteit
0
2
4
6
8
Problemen tijdens het werk en gekozen oplossingen
zijn helder weergegeven.
Er worden suggesties gedaan voor verbetering (“als ik
het weer zou doen, wat zou ik dan anders doen?”) en
voor follow-up (“als iemand verder zou gaan met het
onderzoek, dan …”)
0
1
2
3
4
Er zijn voldoende bronvermeldingen en ze zijn correct
en compleet weergegeven
0
1
2
3
4
Het verslag ziet er aantrekkelijk uit
0
1
2
3
4
Het verslag is begrijpelijk zonder mondelinge toelichting
0
1
2
3
4
De leerlingen hebben zelfstandig gewerkt en steeds op
tijd hun werk getoond, toegelicht en ingeleverd
0
1
2
3
4
kwalificatie
slecht
Subtotaal beoordeling 2
(minimaal 0, maximaal 52)
matig
voldoende
goed
zeer goed
…..
Toelichting:
……………………………………………………………………………………………………………………………..
……………………………………………………………………………………………………………………………..
……………………………………………………………………………………………………………………………..
Besproken met begeleider op ……………………………… (datum)
Naam begeleider:…………………………………………………paraaf: …………………..
Handleiding profielwerkstuk 2014 JvO
Natuurwetenschappelijk onderzoek of technisch ontwerp
Pag. 25
biologie, natuurkunde, scheikunde, fysische geografie
Beoordelingsformulier 3:
Mondelinge presentatie
Namen van leerlingen: ……………………………………………………………………………………………….
Met dit formulier wordt de mondelinge presentatie beoordeeld door een jury.
N.B. alle partners krijgen dezelfde beoordeling tenzij zij een zeer verschillende bijdrage geleverd hebben.
Beoordelingsaspect
Toegekende score
Presentatie: stemgebruik; de leerlingen spreken helder,
hebben een goede intonatie, articuleren goed
0
1
2
3
4
Presentatie: de leerlingen spreken enthousiast en
geïnspireerd over hun onderzoek
0
1
2
3
4
Presentatie: taalgebruik van de leerlingen is goed
afgestemd op het publiek en de leerlingen leggen relevante
begrippen goed uit
0
1
2
3
4
Presentatie: de leerlingen maken een duidelijk onderscheid
tussen hoofd- en bijzaken in hun verhaal
0
1
2
3
4
Inhoud: de theoretische achtergrond en onderzoeksvraag
zijn goed beschreven door de leerlingen en hebben een
goed vwo niveau
0
1
2
3
4
Inhoud: de onderzoeksopzet is door de leerlingen goed
beschreven en heeft een goed vwo niveau
0
1
2
3
4
Inhoud en vormgeving: de leerlingen hebben de resultaten
goed en helder weergegeven en toegelicht
0
1
2
3
4
Inhoud: de leerlingen geven inhoudelijk adequaat antwoord
op vragen uit het publiek
0
1
2
3
4
Planning: de leerlingen houden de presentatie binnen de
gestelde tijdsgrenzen (12 tot 15 minuten)
0
1
2
kwalificatie
slecht
Subtotaal beoordeling 3
(minimaal 0, maximaal 34)
matig
voldoende
goed
zeer goed
…..
Eventueel commentaar of verdere relevante punten van beoordeling:
……………………………………………………………………………………………………………………………..
……………………………………………………………………………………………………………………………..
……………………………………………………………………………………………………………………………..
……………………………………………………………………………………………………………………………..
Datum: ………………….
Juryleden:
Handtekening:
………………………….
………………………….
………………………….
………………………….
………………………….
………………………….
Handleiding profielwerkstuk 2014 JvO
Natuurwetenschappelijk onderzoek of technisch ontwerp
Pag. 26
biologie, natuurkunde, scheikunde, fysische geografie
Eindbeoordelingsformulier Profielwerkstuk
Namen van leerlingen: ……………………………………………………………………………………….
Titel van profielwerkstuk: …………………………………………………………………………………………….
Subtotaal beoordeling 1
(minimaal 0, maximaal 20)
Subtotaal beoordeling 2
(minimaal 0 maximaal 52)
Subtotaal beoordeling 3
(minimaal 0, maximaal 34)
Totaal
(minimaal 0, maximaal 106)
Eindbeoordeling
Puntentotaal
0 t/m 5
7 t/m 17
18 t/m 29
30 t/m 41
42 t/m 52
53 t/m 64
65 t/m 76
77 t/m 88
89 t/m 100
101 t/m 106
Cijfer
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Besproken met begeleider op ……………………………… (datum)
Naam begeleider:……………………………………………………………………..
Handtekening begeleider:……………………………………………………………
De begeleider levert dit formulier in bij de afdelingsleider
Handleiding profielwerkstuk 2014 JvO
Natuurwetenschappelijk onderzoek of technisch ontwerp
Pag. 27
biologie, natuurkunde, scheikunde, fysische geografie