Instructies bij de ontwikkeling van examenprofielen

Bijlage 6.3.1)
versie juni 2014
Instructies bij de ontwikkeling van
examenprofielen
Bijlage 6.3.1)
Inleiding
Doel en functie van het examenprofiel
In een examenprofiel maken onderwijs en bedrijfsleven met elkaar afspraken over de inrichting van
examinering. In de inleiding van het model is een korte beschrijving gegeven.
De doelen / functies van het examenprofiel zijn:
 Het vertrouwen in het diploma vergroten door het organiseren van samenwerking tussen onderwijs
en bedrijfsleven, waarbij inspraak van het bedrijfsleven op bepaalde momenten en/of onderdelen
wordt geregeld.
 Communicatie-instrument tussen onderwijs en bedrijfsleven om gezamenlijk de essentie van het
beroep (= kenmerkende beroepssituatie) en de visie op de examinering daarvan te bespreken en
te beschrijven.
 Vertaalslag van het op een hoog abstractieniveau beschreven 'wat' uit de kwalificatiedossiers naar:
'wat wil je zien' en 'hoe zou je dat kunnen examineren'. Het gaat hier om de essentie / het cruciale
deel van een beroep.
De uitgangspunten zijn:
 De kwalificatie-eisen in het kwalificatiedossier vormen de basis voor de examinering.
 Het examenprofiel sluit hierop aan. Ook past het examenprofiel bij andere bestaande kaders, zoals
het Toezichtkader van de Inspectie.
 Het examenprofiel is een afsprakenkader dat als vertrekpunt dient voor de examinering van de
beroepsgerichte kwalificatie-eisen. Het examenprofiel bevat procesafspraken voor de vormgeving
van de samenwerking onderwijs en bedrijfsleven.
 De examenafspraken in het examenprofiel bevatten een weergave van de essentie van het beroep
en vormen de basis voor / bieden een handreiking voor de inrichting van de examinering. De
school blijft eindverantwoordelijk voor de examinering.
 Het examenprofiel is niet de plek om aanpassingen door te voeren in de kwalificatie-eisen. Als hier
wijzigingen nodig zijn als blijkt dat de eisen niet om te zetten zijn in onderwijs of examens, moet
dit aan de paritaire commissies worden teruggekoppeld.
 Sectoraal gemaakte afspraken in het examenprofiel zijn bindend volgens het principe ‘pas toe of
leg uit’.
Leeswijzer
In de eerste fase wordt de gezamenlijke visie op examinering vastgelegd, het aantal examenprofielen
benoemd en wordt de wijze waarop bedrijfsleven betrokken is op landelijk/sectoraal en regionaal niveau
bepaald. Resultaat van deze fase is dat deel 1 uit het examenprofiel gevuld is. Het aantal examenprofielen
is de verantwoordelijkheid van de sectorale partners en volgt uit het niveau waarop de rollen en
verantwoordelijkheden zijn beschreven.
In de tweede fase worden de examenafspraken per examenprofiel gemaakt op basis van de afspraken in
de eerste fase. Het doel is een overzicht van de rollen en verantwoordelijkheden van het beroepenveld bij
de verschillende onderdelen van het examineringsproces, inclusief een toelichting daarop. Resultaat van
deze fase is dat deel 2 uit het examenprofiel gevuld is. Dit deel kan op het niveau van de sector of subsector worden ingevuld.
Deel 3 bevat concrete afspraken over de examinering van de kwalificatie(dossier)s waar het examenprofiel
betrekking op heeft. Dit deel is per kwalificatie of kwalificatiedossier uitgewerkt. Per kwalificatie is
aangegeven wat de essentie van het beroep is. De afspraken gaan over wat aangetoond moet worden en
hoe dat getoetst kan, of moet, worden.
Ter informatie is in de bijlage van deze concept-instructies een notitie bijgevoegd over het traject van
actualisering van examenprofielen in 2014.
Instructies bij de ontwikkeling van examenprofielen - versie juni 2014
Lvl14-0757mr/EXAM_14
2
Bijlage 6.3.1)
Deel 1 Verantwoording
Doel: verantwoording van de structuur van de examenprofielen in de sector
In de eerste fase wordt de gezamenlijke visie op examinering vastgelegd, het aantal examenprofielen
benoemd en wordt de wijze waarop bedrijfsleven betrokken is op landelijk/sectoraal en regionaal niveau
bepaald. Het aantal examenprofielen volgt uit het niveau waarop de rollen en verantwoordelijkheden zijn
beschreven.
1.1
Algemene informatie
Doel: vastleggen van gegevens van betrokkenen
Onder regie van:
Betrokken brancheorganisaties / onderwijs / kenniscentrum / anders
Onder regie van:
Geef hier aan welke paritaire commissie vaststelt hoeveel en welke examenprofielen er ontwikkeld zijn, die
de commissie voorlegt aan het bestuur SBB.
Betrokken brancheorganisaties / onderwijs / kenniscentrum / anders
Geef hier aan welke branche(organisatie)s, welke onderwijsinstellingen en/of andere partijen betrokken zijn
bij de ontwikkeling van de examenprofielen. Indien dit niet voor alle examenprofielen gelijk is, geef dit dan
per (set van) examenprofiel(en) aan.
1.2
Overzicht examenprofielen
Doel: overzicht relatie kwalificatiedossiers en examenprofielen
Dit examenprofiel is ontwikkeld ten behoeve van de volgende kwalificatiedossiers en Crebonummers:
Examenprofiel nr.
XXXX
Kwalificatiedossier(s)
XXXX
Crebonummer
XXXX
Verwante examenprofielen voor andere kwalificatiedossiers binnen de sector zijn: (optioneel)
Examenprofiel nr.
XXXX
XXXX
Kwalificatiedossier(s)
XXXX
XXXX
Crebonummer
XXXX
XXXX
Invulling tabel(len)
Vul in de eerste tabel in op welke kwalificatiedossiers dit examenprofiel van toepassing is en welke
Crebonummers daaronder vallen. Vul in de 1e kolom het nummer en de naam van het examenprofiel in. In
de 2e kolom het kwalificatiedossier en in de 3e kolom de bijbehorende Crebonummers.
De tweede tabel is optioneel. Als er in een bepaalde sector meerdere examenprofielen zijn, dienen ook de
andere kwalificatiedossiers van de betreffende sector opgenomen te worden. Zo is duidelijk welke
gerelateerde examenprofielen er zijn aan welke kwalificatiedossiers deze gerelateerd zijn.
1.3
Visie op examinering in de sector
Doel: kaders voor examenafspraken en verantwoording van het proces
Borging in de sector (relatie dossier / examenprofiel / Toezichtkader Onderwijsinspectie / handboek
examinering; uitgangspunten arbeidsmarkt / bedrijfsleven/ onderwijs)
Instructies bij de ontwikkeling van examenprofielen - versie juni 2014
Lvl14-0757mr/EXAM_14
3
Bijlage 6.3.1)
Beschrijf hier het soort afspraken dat in het examenprofiel wordt vastgelegd en geef aan of er al effectieve
afspraken zijn in de sector, die bruikbaar zijn voor de sector als totaal. De bestaande afspraken kunnen
landelijk of regionaal zijn. Als er al afspraken zijn: op welke manier zijn deze verwerkt in het examenprofiel?
Keuze voor het aantal examenprofielen
Beschrijf hier hoe men tot de keuze is gekomen voor het aantal en welke examenprofielen. Neem hierin
mee of gekozen is voor een examenprofiel op het niveau van een aantal kwalificatiedossiers samen, een
kwalificatiedossier of een (aantal) kwalificatie (s). De keuze dient ook onderbouwd te worden vanuit de
wijze waarop de sector georganiseerd is (een of meer brancheorganisaties die landelijk/sectoraal of
regionaal functioneren, …..).
Betrokkenheid bedrijfsleven en onderwijs
Beschrijf hier op welke manier onderwijs en bedrijfsleven betrokken zijn bij het ontwikkelen van het
examenprofiel. Doe dit voor deel 1 (deze tekst is voor alle examenprofielen binnen een sector gelijk) en
deel 2 en 3 (deze zijn specifiek per examenprofiel). Beschrijf hier ook welke eisen gesteld worden aan de
betrokkenen bij deel 2 en 3. Denk bijvoorbeeld aan functie in het bedrijfsleven, ervaring met examinering,
kennis van het kwalificatiedossier, soort betrokkenheid in onderwijs (docent/stagebegeleider/…).
Regionale verantwoording
Beschrijf hier op welke onderdelen nadere concretisering op regionaal niveau nodig is. Geef hierbij aan wie
hier verantwoordelijk voor zijn. Ook kan hier worden aangegeven of er bestaande regionale afspraken zijn,
die als voorbeeld kunnen dienen.
Instructies bij de ontwikkeling van examenprofielen - versie juni 2014
Lvl14-0757mr/EXAM_14
4
Bijlage 6.3.1)
Deel 2 Betrokkenheid beroepenveld
Doel: overzicht van de rollen en verantwoordelijkheden van het beroepenveld, incl. een toelichting daarop
In de tweede fase worden de examenafspraken per examenprofiel gemaakt op basis van de afspraken in
de eerste fase. Het doel is een overzicht van de rollen en verantwoordelijkheden van het beroepenveld bij
de verschillende onderdelen van het examineringsproces, inclusief een toelichting daarop. Dit deel kan op
het niveau van de sector of sub-sector worden ingevuld.
Het (georganiseerde) bedrijfsleven is landelijk/sectoraal en regionaal op de volgende manieren bij de
processen van examinering betrokken.
Landelijk/sectoraal
Regionaal
Betrokkenheid bedrijfsleven
Medeverantwoordelijk
Adviserend
medeverantwoordelijk
Adviserend
Processen examinering
Kaders stellen
Construeren examens
Vaststellen examens
Uitvoeren examens
Beoordelen examens
Vaststellen resultaat
Diplomeren
Evalueren
Invulling tabel:
Geef in de tabel door middel van een kruisje aan of de betrokkenheid van het bedrijfsleven bij het
onderdeel van examenontwikkeling dat beschreven staat in de meest linker kolom op landelijk/sectoraal
en/of regionaal niveau plaatsvindt. Geef in de toelichting onder de tabel aan wat de betekenis is van dat
kruisje: wat is de rol van het bedrijfsleven, wat houdt die rol in.
Hiervoor zijn standaardteksten opgenomen waarbij een vooraf opgesteld lijstje met mogelijkheden voor de
invulling van die rol staat. Vink die rol aan die van toepassing is. Hieronder staat de standaardtekst.
Omschrijving begrippen
Voorafgaand aan de toelichting op de rollen kan worden aangegeven wat in het betreffende examenprofiel
wordt verstaan onder landelijk/sectoraal en regionaal bedrijfsleven.
Kaders stellen
In dit procesgebied stelt u de kaders voor het inrichten van het examineringsproces. De Wet educatie en
beroepsonderwijs (WEB), het kwalificatiedossier en het sectorale examenprofiel zijn uitgangspunt voor het
opstellen van een aantal documenten binnen een mbo-school. Daarbij gaat het om een examenvisie, het
examenreglement van een school en het handboek examinering.
De vastgestelde versies van deze documenten zijn bepalend voor het opstellen van een examenplan per
(uitstroom)kwalificatie. Het examenplan wordt pas opgesteld, nadat binnen de mbo-school besloten is met
de opleiding te starten. De school gebruikt het examenplan in de overige processen als leidraad waarbinnen
de examinering moet plaatsvinden.
Construeren examens
Als duidelijk is dat een bepaalde opleiding binnen een mbo-school start, wordt een beslissing genomen over
het inkopen en/of in eigen beheer ontwikkelen van examenproducten bij die opleiding. De constructie heeft
betrekking op het complete examen, inclusief de matrijs, correctie- of beoordelingsvoorschriften,
handleidingen en het beoordelingsprotocol.
Instructies bij de ontwikkeling van examenprofielen - versie juni 2014
Lvl14-0757mr/EXAM_14
5
Bijlage 6.3.1)
Vaststellen examens
De examencommissie stelt de examenproducten vast. Hierbij kan zij zich laten adviseren door een
vaststellingscommissie. Deze vaststellingscommissie heeft de taak om examen(onderdelen/-eenheden) te
borgen op hun toetstechnische kwaliteit. Onder andere op validiteit en betrouwbaarheid.
Uitvoeren examens
De examencommissie ziet erop toe dat alle onderdelen van het examenplan deel uitmaken van het totaal
aan examens, inclusief de centrale examens voor Nederlandse taal en rekenen.
Mogelijke substappen:
1. Bepaal welke rollen en taken er zijn bij het organiseren, uitvoeren en beoordelen van het examen
en beleg deze taken.
2. Plan en organiseer het examen volgens de in het examenmateriaal beschreven examencondities.
Werk hierbij, indien van toepassing, goed samen met het bedrijfsleven.
3. Nodig de student uit voor het afleggen van het examen.
4. Voer het examen uit.
5. Laat de student (en eventueel de beoordelaars of andere betrokkenen) een evaluatieformulier
invullen over het examen.
6. Evalueer periodiek de uitvoering van de examens door het betrokken bpv-bedrijf om input te
vragen.
7. Evalueer het proces van het uitvoeren van de examens. Benoem en beschrijf wat er goed gaat en
leg verbeterpunten vast.
Beoordelen examens
Tijdens en na de uitvoering van het examen beoordeelt één (of beoordelen meerdere) beoordelaar(s) de
student aan de hand van een beoordelingsprotocol.
Mogelijke substappen:
1. Noteer bevindingen.
2. Bespreek en vergelijk de bevindingen na het examen.
3. Vul de beoordelingsformulieren in.
4. Stel een proces-verbaal op over het procedurele verloop van het examen.
5. Koppel de beoordeling terug aan de student.
6. Beoordelaars: evalueer het proces van het beoordelen. Benoem en beschrijf wat er goed gaat en
leg verbeterpunten vast. Focus hierbij op de eigen deskundigheid, het verloop van de processen,
de instrumenten/documenten die gebruikt worden en de organisatorische aspecten. Rapporteer de
bevindingen aan de examencommissie.
Vaststellen resultaat
Op basis van de evaluaties van het proces, het exameninstrument en de verwerking van de uitkomsten van
een eventuele bezwaar- en beroepsprocedure, stelt de examencommissie vast of is voldaan aan de
gestelde procedures en afspraken. Als de kwaliteit voldoet, stelt de examencommissie het resultaat vast.
Nadat zij het resultaat van het examen heeft vastgesteld, informeert zij de betrokkenen. Hierna archiveert
de examencommissie het examenresultaat.
Diplomeren
Zodra de examencommissie van de mbo-school heeft vastgesteld dat alle resultaten van alle
examenonderdelen aan de gestelde diploma- en exameneisen (de zak-/slaagregelingen) van de betreffende
kwalificatie voldoen, reikt de commissie een diploma uit met een bijbehorende resultatenlijst. Wanneer de
kandidaat in voldoende mate aan de eisen van een certificeerbare eenheid heeft voldaan, mag de
examencommissie van de school een certificaat uitreiken.
Instructies bij de ontwikkeling van examenprofielen - versie juni 2014
Lvl14-0757mr/EXAM_14
6
Bijlage 6.3.1)
Evalueren (Check-Act)
Tijdens de pdca-cyclus verzamelt de examencommissie gegevens over de kwaliteit van de examinering.
Nadat op basis van evaluatie-activiteiten en de analyse van de resultaten daarvan antwoord is gegeven op
de vraag ‘voldoet de kwaliteit van de examinering aan de in- en externe kwaliteitseisen en –doelen?’, is het
van belang dat de conclusies leiden tot vervolgacties. Het plannen en uitvoeren van vervolgacties is de actfase van de pdca. Conclusies worden vastgelegd, gedeeld en besproken met betrokkenen. Hier volgen
verbeteracties uit, die weer input zijn voor de volgende pdca-cyclus.
Toelichting (voorbeeld):
Onder landelijk/sectoraal bedrijfsleven wordt in dit examenprofiel verstaan:
Onder regionaal bedrijfsleven wordt in dit examenprofiel verstaan:
Kaders stellen

Het georganiseerde bedrijfsleven heeft een adviserende rol bij het opstellen en vaststellen van de
kaders voor het examineringproces (examenvisie met examenmodel, examenreglement en handboek
Examinering). Deze rol wordt op een van de volgende manieren door een of meerdere
vertegenwoordigers van het bedrijfsleven ingevuld:
o Adviserend lid van de commissie die de kaders opstelt
o Adviserend lid van de commissie die de kaders vaststelt
Construeren examens

Het (georganiseerd) bedrijfsleven heeft een adviserende rol bij het construeren van de examens.
Deze rol wordt op een van de volgende manieren door een of meerdere vertegenwoordigers van het
bedrijfsleven ingevuld:
o Adviserend lid van de commissie of persoon die verantwoordelijk is voor het construeren van de
examens
Vaststellen examens

Het bedrijfsleven is medeverantwoordelijk voor het vaststellen van de exameninstrumenten, de
instelling is eindverantwoordelijk. Deze rol wordt op de volgende manier door een of meerdere
vertegenwoordigers van het bedrijfsleven ingevuld:
o Lid van de commissie die verantwoordelijk is voor de vaststelling van de exameninstrumenten
(vaststellingscommissie)
o Lid van een commissie die feedback geeft op de ontwikkelde examens
Uitvoeren examens

Het bedrijfsleven participeert in de uitvoering van de examens in de praktijk. Deze rol wordt door
een of meer deskundigen (voorgedragen door het betrokken bedrijfsleven) ingevuld in overleg met de
voor de uitvoering verantwoordelijke onderwijs- of exameninstelling.
Beoordelen examens

Het bedrijfsleven is medeverantwoordelijk voor de beoordeling van de examens. Deze rol wordt op
de volgende manier door een of meerdere vertegenwoordigers van het bedrijfsleven ingevuld:
o Medebeoordelaar van de prestatie van de examenkandidaat
Vaststellen resultaat

De examencommissie is verantwoordelijk voor de vaststelling van de examenresultaten. Het
bedrijfsleven is niet daadwerkelijk betrokken bij de vaststelling van de resultaten.
Diplomeren

De examencommissie is verantwoordelijk voor de diplomering. Het bedrijfsleven is niet daadwerkelijk
betrokken bij de diplomering.
Instructies bij de ontwikkeling van examenprofielen - versie juni 2014
Lvl14-0757mr/EXAM_14
7
Bijlage 6.3.1)
Evalueren

Het georganiseerd bedrijfsleven participeert in de evaluatie van het examenproces. Deze rol wordt
op de volgende manier ingevuld:
o De voor de uitvoering van de examens verantwoordelijke instelling bevraagt de bij de
examenprocessen betrokkenen uit het bedrijfsleven over hun ervaringen
o De voor de uitvoering van de examens verantwoordelijke onderwijs- of exameninstelling
informeert het georganiseerd bedrijfsleven (de brancheorganisaties) over uitgevoerde
verbeteracties n.a.v. een evaluatie
Instructies bij de ontwikkeling van examenprofielen - versie juni 2014
Lvl14-0757mr/EXAM_14
8
Bijlage 6.3.1)
Deel 3 Examenafspraken per kwalificatie (dossier)
Doel: essentie van het beroep vaststellen en specifieke (inhoudelijke) afspraken
Deel 3 bevat afspraken over de examinering van de kwalificatie(dossiers) waar het examenprofiel
betrekking op heeft. Dit deel is per kwalificatie of kwalificatiedossier uitgewerkt. Per kwalificatie is
aangegeven wat de essentie van het beroep is. De afspraken gaan over wat aangetoond moet worden en
hoe dat geëxamineerd kan, of moet, worden.
Onderwijs en georganiseerd bedrijfsleven hebben de volgende afspraken gemaakt over de inhoud en de
essentie van het beroep, de dekking van de beroepsgerichte kwalificatie-eisen en de afnamecondities
waaronder de examinering plaatsvindt op landelijk / sectoraal en regionaal niveau.
3.1 < Naam kwalificatie(s) / kwalificatiedossier >
3.2 < Naam kwalificatie(s) / kwalificatiedossier>
Kenmerkende beroepssituaties (= essentie van het beroep)
Per kwalificatie worden kenmerkende beroepssituaties beschreven. Voor de beschrijving hiervan is een
instructietekst ontwikkeld waar gebruik van kan worden gemaakt. Het is ook mogelijk om de essentie van
het beroep op een andere manier te beschrijven.
Instructietekst:
Een kenmerkende beroepssituatie is een beschrijving van een situatie die de essentie van de kwalificatie
weergeeft, inclusief het daarbij te vertonen gedrag en/of houding. De kenmerkende beroepssituatie is
zodanig beschreven, dat:
 de onderlinge samenhang van onderdelen in de kwalificatie (basis en profiel) duidelijk wordt;
 duidelijk wordt hoe een goede beroepsbeoefenaar functioneert in een authentieke context;
 er een goede balans is tussen handelingen, gedrag, houding en resultaat.
De kenmerkende beroepssituatie beschrijft de essentie van de beroepssituatie, waarin handelingen, gedrag,
houding en het resultaat in een samenhangende tekst zijn opgenomen.
Functie
Kenmerkende beroepssituaties geven sturing aan de inhoud (het 'wat') van de examinering van de
beroepsgerichte kwalificatie-eisen en geven op hoofdlijnen aan welke onderdelen van de kwalificatie in
ieder geval in het examen terug moeten komen. Ze vormen het venster voor de examensituatie: praktische
en realistische kaders voor de examinering welke geconcretiseerd worden in het examenprofiel ('wat' wordt
er getoetst en in welke samenhang).
De kerntaken en werkprocessen blijven de basis voor de exameninhoud en de uitwerking van het examen.
De elementen van de kenmerkende beroepssituatie liggen als het ware op een hoger aggregatieniveau dan
die in de uitwerking van de werkprocessen.
Instructies voor het beschrijven van kenmerkende beroepssituaties
Een kenmerkende beroepssituatie wordt beschreven op het niveau van het profiel. Een profiel kan
meerdere kenmerkende beroepssituaties bevatten, maximaal het aantal kerntaken van de kwalificatie.
Binnen de kenmerkende beroepssituatie wordt de essentie van de kwalificatie weergegeven: een
dwarsdoorsnede van handelingen (werkprocessen), gedrag, typerende beroepshouding en resultaat die
representatief zijn voor het beroep.
Instructies bij de ontwikkeling van examenprofielen - versie juni 2014
Lvl14-0757mr/EXAM_14
9
Bijlage 6.3.1)
De instructies zijn:
 Bepaal, in enkele woorden, welke situaties kenmerkend zijn voor de beroepsuitoefening. De beschrijving
kán samenvallen met een kerntaak, maar kan ook kerntaak-doorsnijdend zijn. Dit wordt de titel van de
kenmerkende beroepssituatie.
Controlevraag: Wat staat er in een vacaturetekst als je solliciteert op dit beroep?
Geef op hoofdlijnen aan welke handelingen de beroepsbeoefenaar in deze situatie uitvoert.
Geef, in één of enkele zinnen, aan welk gedrag en/of welke typerende houding essentieel (en evt. echt
noodzakelijke vakkennis en vaardigheden) is in deze situatie(s).
Controlevraag: Waar kijkt de leidinggevende of praktijkbegeleider vooral naar wanneer hij het functioneren
van de (startende) beroepsoefenaar beoordeelt?


Werk deze elementen uit in een samenhangende lopende tekst van maximaal een kwart A4. Iedere
kenmerkende beroepssituatie is herkenbaar, simpel eenvoudig en overzichtelijk beschreven.
Tip: beschrijf wat je wél wilt zien, niet wat je níet wilt zien.

De opbouw van een kenmerkende beroepssituatie is dus als volgt:
- Titel
- Omschrijving van de essentiële beroepshandelingen van een groot afgerond geheel van de
beroepsuitoefening
- Essentieel gedrag (competenties), houding en evt. vakkennis en vaardigheden
- Resultaat van de situatie
Controlevragen zijn:
- is de beschrijving volledig?
- is examinering op basis van de situatie(s) uitvoerbaar, op school of in de beroepspraktijk?
Wat zijn kenmerkende beroepssituaties niet?




Onderdelen uit de kwalificatie (=basis en profiel) waar de beroepsbeoefenaar 'zo af en toe' mee te
maken krijgt, behoren doorgaans niet tot de kern en worden niet in de kenmerkende beroepssituatie
opgenomen.
De kenmerkende beroepssituatie is geen 'afvinklijst' en bevat dus geen nummers van werkprocessen
(maar alle situaties samen moeten wel dekkend zijn voor de essentie van de kwalificatie).
De kenmerkende beroepssituatie mag niet voorschrijven hoe er getoetst wordt.
In de kenmerkende beroepssituatie mogen geen nieuwe kwalificatie-eisen toegevoegd worden.
Specifieke afspraken
Beschrijf op het door de partij die eindverantwoordelijk is voor het examenprofiel bepaalde niveau
(kwalificatie / kwalificatiedossier / set van kwalificatiedossiers) specifieke afspraken over:
examenmix
plaats van examinering (welk deel altijd in beroepspraktijk, wat kan in een simulatie)
Optioneel kunnen afspraken worden opgenomen over:
(extra) eisen aan praktijkbeoordelaars
Beoordelingssystematiek
…
Bijlage 6.3.1)
BIJLAGE Traject van actualisering en invoering sectorale examenprofielen (2014)
Het algemeen bestuur SBB heeft in januari 2014 ingestemd met het advies van de thema-adviescommissie
Kwalificeren & Examineren om de komende maanden in alle sectoren van start te gaan met het maken en
vastleggen van sectorale examenafspraken.
In deze
1.
2.
3.
4.
notitie is kort het traject geschetst. Dat bestaat uit vier onderdelen:
Bijstellen en testen van het model examenprofiel
Actualiseren van examenprofielen, ervaringen opdoen en invoeren van examenprofielen
Communicatie over examenprofielen
Onderzoeken van mogelijkheden voor borging van examenprofielen t.b.v. advies aan bestuur SBB
1. Conceptmodel examenprofiel
Het conceptmodel examenprofiel is op enkele punten bijgesteld. Belangrijkste toevoeging is een
gespreksleidraad met de thema's en vraagstukken die onderwijs en bedrijfsleven ondersteunen bij het
maken van afspraken over de inrichting van examinering. Examenprofielen moeten voor beide partijen
ervaren worden als een ondersteuning. Daarom wordt het traject gestart met de formulering van een
gemeenschappelijke visie op examinering en doelstellingen voor de te maken afspraken. De afspraken
moeten vervolgens bijdragen aan de gezamenlijke doelen en de partijen kunnen elkaar eraan houden.
Ook is in het model ingebouwd dat over kenmerkende beroepssituaties, elementen die altijd in het examen
aan de orde moeten komen, afspraken worden gemaakt. Het uiteindelijke aantal examenprofielen is de
verantwoordelijkheid van de sector, mits voor iedere kwalificatie is aangegeven wat kenmerkend is.
Voor het vastleggen van de afspraken is een conceptinstructie opgesteld, zodat ook tussen de verschillende
examenprofielen grotere eenduidigheid en meer transparantie ontstaat.
Op grond van de ervaringen van werkgroepen in de komende maanden (zie hierna) zullen de conceptdocumenten zonodig worden bijgesteld. In juni 2014 is het model examenprofiel naar verwachting definitief.
2. Actualiseren examenprofielen
Vanaf februari worden sectorale werkgroepen ingericht om aan de slag te gaan met het conceptmodel
examenprofiel. SBB stelt daarvoor procesbegeleiding ter beschikking (met projectmiddelen OCW). Elke
werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers vanuit het bedrijfsleven, vertegenwoordigers vanuit het
onderwijs (waaronder bij voorkeur een coördinator examinering) en een vertegenwoordiger vanuit een
kenniscentrum die zal optreden als secretaris. Elke werkgroep zal naar schatting vijf tot tien leden hebben.
Momenteel kan voor dit proces gebruik gemaakt worden van de structuur die is opgezet voor de
gebruikerstest van de herziene kwalificatiedossiers. Haalbaarheid en uitvoerbaarheid van examenafspraken
is een belangrijk criterium; daarvoor is de inbreng van praktijk-deskundigen waardevol.
Het proces wordt gemonitord vanuit SBB. Het traject is er mede op gericht om waardevolle informatie en
casuïstiek te verzamelen over het proces zelf, "do's en don'ts" met het oog op aanscherping van het model,
gespreksleidraad en instructie. Inspirerende voorbeelden van bestaande of nieuwe afspraken, op een
passend aggregatieniveau, zullen worden toegevoegd aan de instructie. Mocht het proces tussen onderwijs
en bedrijfsleven onverhoopt stagneren, dan is een vorm van doorzettingsmacht te overwegen.
Doel is om in juni 2014 voor elke sector geactualiseerde examenprofielen gereed te hebben, die aansluiten
bij de herziene kwalificatiedossiers en die vanaf dat moment telkens opnieuw bekeken worden bij het
onderhoud van dossiers. In het najaar is ruimte om de uitvoerbaarheid van de examenprofielen te laten
beoordelen en aansluitend te laten valideren door paritaire commissies. Per 1 februari 2015, wanneer de
minister de herziene kwalificatiedossiers formeel vaststelt, hebben onderwijs en bedrijfsleven voor alle
kwalificaties sectorale examenafspraken gemaakt en vastgelegd. Vanaf de datum van vrijwillige invoering, 1
augustus 2015, kunnen scholen ook met de geactualiseerde examenprofielen aan de slag.
Instructies bij de ontwikkeling van examenprofielen - versie juni 2014
Lvl14-0757mr/EXAM_14
11
Bijlage 6.3.1)
3. Communicatie
De ontwikkeling van examenprofielen sluit aan bij het proces van herziening van kwalificatiedossiers.
Onderwijs, bedrijfsleven en kenniscentra kunnen dit samen oppakken, onder verantwoordelijkheid van
paritaire commissies. Dit vraagt gerichte en eenduidige communicatie. SBB partners, bedrijfstakgroepen en
brancheorganisaties (en in het verlengde mbo-scholen en leerbedrijven) zullen worden geïnformeerd over
het bijgestelde model en over de opdracht van bestuur SBB om per sector afspraken te maken over
examinering en deze vast te leggen in de examenprofielen.
Daarvoor zal gebruik worden gemaakt van bestaande kanalen, zoals de websites en nieuwsbrieven van
SBB, MBO Raad, sociale partners en het servicepunt Examinering. Een communicatieplan wordt uitgewerkt
in de eerste helft van februari. De boodschap daarbij is dat examenprofielen niet een doel op zich zijn.
Wederzijds vertrouwen ontstaat niet langs de weg van examenprofielen alléén. Het doel van SBB is om
partijen in een sector bij elkaar te brengen om het gesprek aan te gaan over samenwerking - onder meer
over examinering. Waar het overleg goed is, groeit het enthousiasme en de betrokkenheid.
4. Borging van het examenprofiel
Als het veld zelf, per sector, paritair afspraken maakt rondom examinering, biedt dat voor alle partijen
kansen. Het bedrijfsleven weet zich verzekerd van beroepskrachten die aantoonbaar beschikken over
benodigde kennis en vaardigheden. De kwaliteit van examinering is herkenbaar en eenduidig, waarbij
onderwijsinstellingen ruimte behouden voor toepassing van het eigen onderwijsmodel. Efficiency neemt
toe. Waar sectoren al goede afspraken hebben gemaakt, worden ze voor iedereen herkenbaar.
Overall moet dit proces leiden tot toezicht op afstand en tot het afwenden van centrale examinering in het
mbo. Er zijn verschillende varianten denkbaar om examenprofielen vanaf 2016 te positioneren: van
servicedocument tot wettelijke verankering. SBB zal verschillende varianten voor borging voorleggen aan
het ministerie van OCW (februari). De uitkomsten daarvan worden besproken in de thema-adviescommissie
Kwalificeren & Examineren.
Borging van examenprofielen volgt op kwaliteit en is niet vooraf af te dwingen. SBB zal in de loop van het
proces examenprofielen voorleggen aan de inspectie, om te beoordelen of de gemaakte afspraken kunnen
leiden tot toezicht op afstand. De tac K&E zal hierover in juni advies uitbrengen aan het bestuur SBB.
Samenvatting proces
Februari 2014 Conceptmodel gereed, start werkgroepen en start achterbanberaad
Maart 2014
Terugkoppeling thema-adviescommissie Kwalificeren & Examineren
April 2014
Voortgangsrapportage bestuur SBB
Juni 2014
Examenprofielen geactualiseerd, definitief advies TAC over model en borging aan bestuur SBB
Najaar 2014
Gebruikerstest examenprofielen, evt. bijstelling, validering paritaire commissies
Februari 2015 Publicatie examenprofielen voor alle herziene kwalificatie
Instructies bij de ontwikkeling van examenprofielen - versie juni 2014
Lvl14-0757mr/EXAM_14
12