Werkplan kindcentrum De Noorderkroon Kinderdagverblijf Pedagogisch Werkplan Kinderdagverblijf de Noorderkroon Olieslagweg 138, Enschede Houder: Stichting Vrijescholen Athena Versie: September 2014 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding .......................................................................................................................... 3 2. Antroposofische visie en werkwijze ................................................................................. 4 2.1. Pedagogiek: ............................................................................................................................... 4 2.2. Aansluiten bij basisschool de Noorderkroon: ............................................................................. 4 3. Dagelijkse gang van zaken ............................................................................................. 5 3.1. Groepsindeling, dagindeling, opendeurenbeleid en personeelsbezetting ................................. 5 3.1.1. Beschrijving groepsindeling ................................................................................................. 5 3.1.2. Beschrijving dagindeling ...................................................................................................... 5 3.1.3. Opendeurenbeleid ............................................................................................................... 7 3.1.4. Personeelsbezetting ............................................................................................................ 8 3.2. Flexibele opvang ........................................................................................................................ 9 3.3. 3-Uursregeling .......................................................................................................................... 9 3.4. Ruilen en incidenteel en structureel afnemen van extra dagen ............................................... 10 3.5. Open cultuur ............................................................................................................................. 10 3.6. Meldcode .................................................................................................................................. 10 3.7. Eten en drinken ........................................................................................................................ 10 3.8. Activiteiten ................................................................................................................................ 11 3.9. VVE .......................................................................................................................................... 12 3.10. Ongevallen registratie ............................................................................................................ 12 4. Oudercontacten en wenprocedure .................................................................................12 5. Rapport Gunning ............................................................................................................14 5.1. Vierogen principe ..................................................................................................................... 15 5.2. Invalkrachten ............................................................................................................................ 15 5.3 Mobiele telefoon en Social Media ............................................................................................ 15 6. Overige zaken ................................................................................................................16 Bijlagen ..............................................................................................................................18 Bijlage 1: Vroeg- en Voorschoolse Educatie bij de Noorderkroon .................................................. 18 Bijlage 2: Contract wat ouders tekenen; ......................................................................................... 24 Bijlage 3: Activiteitenkaart VVE ....................................................................................................... 25 1 1 De inhoud van dit pedagogisch werkplan staat als link op de web-site van kindcentrum De Noorderkroon vermeld. 2 1. Inleiding Kindcentrum De Noorderkroon kunt u vinden in het gebouw van ‘Basisschool de Noorderkroon’ aan de Olieslagweg 138 in de wijk Twekkelerveld in Enschede. De opvang vindt plaats in de school de Noorderkroon naast de bso. Wij onderscheiden ons doordat wij ons nadrukkelijk willen presenteren als een Waldorfkindcentrum. Dit heeft bepaalde consequenties voor de uitstraling, de pedagogische uitgangspunten en de dagelijkse gang van zaken. Het is een prachtig, bijzonder gebouw waarin we een kleinschalig, gezellig en warm kinderdagverblijf dat momenteeel bestaat uit één groep en een groep buitenschoolse opvang hebben. Wij onderscheiden ons doordat wij ons nadrukkelijk willen presenteren als een Waldorf kinderdagverblijf. Dit heeft bepaalde consequenties voor de uitstraling, de pedagogische uitgangspunten en de dagelijkse gang van zaken. Het team van kdv De Noorderkroon bestaat uit vaste medewerkers die samen met de kinderen een hechte groep vormen, waarin iedereen zich op zijn gemak voelt. Het team wordt bijgestaan door een locatiemanager die zorgt voor de dagelijkse gang van zaken. Pedagogische medewerkers zijn allemaal gediplomeerd en worden daarnaast opgeleid in het werken binnen het Waldorfconcept. U vindt in hoofdstuk 2 onze antroposofische visie en werkwijze nader uitgewerkt. In hoofdstuk 3 staat de dagelijkse gang van zaken centraal. In dit hoofdstuk kunt u vinden hoe de groepsindeling er uit ziet en wordt nader ingegaan op de personeelsbezetting. Ook kunt u hierin zien hoe een globale dag is ingedeeld. In hoofdstuk 4 wordt nader ingegaan op de wijze waarop wij contact houden met ouders. Maar ook hoe de wenprocedure er uit ziet. Hoofdstuk 5 gaat in op het rapport Gunning en de uitwerking hiervan op ons kinderdagverblijf. Al het overige wat niet past in de voorgaande hoofdstukken vindt in dit 6 hoofdstuk een plekje. e Uiteraard blijft een werkplan een momentopname. Bij veranderingen wordt dit plan uiteraard aangepast. Deze versie is de meest recente en inhoudelijk vastgesteld op 5 september 2014 en voor de tenaamstelling formeel aangepast op 11 augustus 2014. Eindverantwoordelijk voor dit document is de locatiemanager en tevens schooldirecteur Anne Machiel. 3 2. Antroposofische visie en werkwijze 2.1. Pedagogiek: Het opvoeden en onderwijzen van kinderen kan praktisch worden ingevuld vanuit de antroposofie. Hierbij gaat het erom dat de pedagoog, dus zowel ouder als pedagogisch medewerker, zich realiseert dat voortdurende studie van de mens(kunde) enerzijds en voortdurende kunstbeoefening anderzijds, mogelijkheden geeft om de opvoeding zelf tot levende kunst te maken. Hierdoor kan het kind zich optimaal ontplooien, het wordt immers aangesproken in zijn denken, voelen en willen of anders gezegd hoofd, hart en handen komen gelijkelijk aan bod. Doordat het kind ziet dat de volwassenen aan zichzelf werken, zich scholen, ontstaat de behoefte om dat zelf ook te doen. Als het kind volwassen is geworden wordt opvoeding dan tot zelfopvoeding. 2.2. Aansluiten bij basisschool de Noorderkroon: De Noorderkroon is een streekschool met leerlingen uit Enschede, Hengelo en Glanerbrug. De school wil opvoeden voor hart, hoofd en handen: bewegelijkheid in het denken, empathie in het voelen en vitaliteit en doelgerichtheid in het handelen. Dit uitgangspunt moet ook te vinden zijn in de visie en werkwijze van het kinderdagverblijf en de buitenschoolse opvang. Het gehele onderwijs is doordrongen van expressieactiviteiten. In deze kunstzinnige activiteiten wordt de hele mens aangesproken: tekenen, schilderen, vormtekenen, toneelspel, boetseren, knutselen, muziek en handvaardigheid leveren overal in de week hun bijdrage. Toneel, poëzie en verhalen zijn onderdeel van de literaire beleving van ieder kind. Hierop dient de buitenschoolse opvang op aan te sluiten. De oudste kinderen op de school krijgen een extra stimulans in hun sociale ontwikkeling door jongere kinderen te helpen en een voorbeeld voor hen te zijn. Omdat iedereen een keer jongste en oudste kind in de klas is, wisselen de rollen die het kind heeft in de loop van de schoolperiode. Langzamerhand groeit de interesse voor hoe de mensen de dingen geleerd hebben. Van ‘Hoe maak je inkt’, tot ‘Kun je zelf kaas maken? Een zinvolle handelende verbinding met de omgeving is hier Leitmotiv; niet alleen weten, maar vooral ook zelf maken. Deelgenoot worden van de wereld om je heen. Dat alles is nog doordrongen van fantasie, sterke beleving en verwondering. Er wordt intensief waargenomen, gerekend en geleerd hoe je met de natuur verbonden bent. Ritme van de dag en het jaar Binnen de antroposofie speelt het ritme van de dag en het jaar een grote rol. Zo begint iedere dag met het opkomen van de zon, het midden van de dag en het ondergaan van de zon. Door het jaar heen is er het ritme van de seizoenen. Met de kinderen wordt bij deze ritmes stilgestaan door er over te zingen, verhalen over te vertellen en door de jaarfeesten te vieren. Een deel van de jaarfeesten schenkt op ondogmatische wijze aandacht aan religieuze thema's. Voor een ander deel geven de jaarfeesten ritme en samenhang met de seizoenpatronen in de natuur. Door elke seizoenswisseling een feest te vieren, krijgt het kind meer greep op de tijd en beleeft het de natuur veel intenser. Met de jaarfeesten sluiten wij aan op basisschool de Noorderkroon. Die vieren de volgende jaarfeesten: Michaelsfeest (29 september), St. Maarten (11 november), Advent (december), St. Nicolaas (5 december), Kerst (25 en 26 december), Driekoningen (6 januari), Carnaval, Palmpasen, Pasen/Lentefeest, Pinksteren, St. Jan 24 (juni). De Noorderkroon sluit tevens aan bij het landelijke cultuuraanbod, het aanbod in de Gemeente Enschede, het ‘Scoren in de Wijk’ aanbod van FC Twente, activiteiten van de TU Twente, van de Mileu-Educatieafdeling, de Landelijke Poëziedag en een aantal initiatieven die zij ad-hoc beoordeelt. . Een heel belangrijk en aansprekend hulpmiddel bij het laten zien en volgen van de seizoenen is de seizoenstafel. Op een vaste plek op het kinderdagverblijf is hier ruimte voor gereserveerd. Wij zorgen voor een gezellige sfeer vanuit een menskundig doordachte inrichting, waarin kinderen (en ook de ouders) zich prettig en vertrouwd kunnen voelen, zodat ze zich optimaal kunnen ontwikkelen. We gaan uit van het kind als individu, dat zijn eigen keuzes kan maken en dat een eigen wilsrichting heeft. We proberen het kind zoveel mogelijk te stimuleren en te begeleiden. Het kinderdagverblijf is voor elk kind toegankelijk, ongeacht geloof of levensovertuiging van ouders of verzorgers. 4 3. Dagelijkse gang van zaken 3.1. Groepsindeling, dagindeling, opendeurenbeleid en personeelsbezetting 3.1.1. Beschrijving groepsindeling Bij de Noorderkroon is één verticale (0-5 jaar) kinderdagverblijfgroep genaamd ‘beestje’ en 1 groep bso ‘boompje’. De jongste kinderen van de BSO spelen regelmatig samen met de oudste kinderen van het kinderdagverblijf. Ook is het samenspel tussen kinderen van verschillende leeftijd binnen de antroposofische gedachtegang van belang en wordt dus ook bij en met elkaar gespeeld. Zowel binnen als buiten. Kinderen die net naar de basisschool de Noorderkroon gaan, kunnen incidenteel gebruik maken van de slaapruimtes van het kinderdagverblijf als kinderen daar nog aan toe zijn. Dit uiteraard in nauw overleg tussen de pedagogische medewerkers en de kleuterjuf. Elke kdv-groep heeft maximaal twaalf kinderen. Omdat we een kleinschalig kinderopvang zijn, kennen alle pedagogisch medewerkers alle kinderen en ook andersom. De kinderen worden opogevangen in één groep. Samengevat: 1) Wij bieden opvang voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 5 jaar. 2) Soms komen de jonge BSO kinderen ook bij ‘beestje’ en/of ‘huisje’spelen. Dit is met ouders overlegd. 3) Soms kunnen de oudste peuters op de bso groep ‘boompje’ spelen. Dit is met ouders overlegd. 4) De vaste pedagogisch medewerkers bepalen aan de hand van de aanwezige kinderen of ze op één groep blijven of samengaan. De groepen mogen alleen samen als er een bekende/vaste pedagogisch medewerker op de groep staat. 5) Mocht er in incidentele gevallende een onbekende pedagogisch medewerkers nodig zijn dan dan is er in onze construcie altijd een bekend gezicht Ieder kind is geplaatst in een stamgroep van maximaal twaalf kinderen. 3.1.2. Beschrijving dagindeling Algemeen Binnen de antroposofie is het van belang dat wij de bereidheid hebben om onze reacties en verwachtingen aan te passen aan de veranderende behoeften van de aan onze zorg toevertrouwde kinderen. Dit maakt dat een beschrijving van een dagindeling een oriënterend karakter heeft. Ieder kind ontwikkelt zich stap voor stap en geheel uniek. Dicht bij de warneming blijven en meeleven ziijn de belangrijkste vaardigheden die dan worden in gezet. In een rijke, duurzame en natuurlijke omgeving kunnen kinderen een gevoel van welbevinden ontwikkelen. Het dagritme is belangrijk. Rust en aandacht van de pedagogische medewerker helpen het kind het dagritme te volgen. Specifiek Om dit gevoel te ontwikkelen en waarborgen gebruikt kinderdagverblijf de Noorderkroon de volgende middelen: - pedagogisch medewerker – kind – interactie - de groep - inrichting - spelmateriaal - activiteiten 5 Pedagogisch medewerkers spelen een belangrijke rol in het bieden van emotionele veiligheid. Het bieden van voldoende emotionele veiligheid voor het kind is de basis van kinderdagverblijf de Noorderkroon. Kinderen moeten zich ‘thuis’ voelen, moeten zich kunnen ontspannen en zichzelf kunnen zijn. Pas dan kunnen ze zich verder ontwikkelen. Op basis hiervan zijn drie uitgangspunten bepaald: 1. Ieder kind is geplaatst in een stamgroep waarop zoveel mogelijk vaste en sensitieve pedagogisch medewerksters werkzaam zijn. Elke dag is minimaal 1 van de vaste pedagogisch medewerkster werkzaam op de stamgroep van het kind. Deze pedagogisch medewerkster is het aanspreekpunt voor de ouders. Ouders zijn op de hoogte van de stamgroep van hun kind. 2. De aanwezigheid van bekende leeftijdsgenoten. 3. De inrichting van de groepen is gericht op een gevoel van geborgenheid. Kinderen zijn nieuwsgierig. Als ze zich veilig, vertrouwend en fit voelen, gaan ze de omgeving ontdekken. Kinderen hebben behoefte aan uitdaging en ontwikkeling en ook het verleggen van grenzen, zowel letterlijk als figuurlijk. Ook laten we kinderen kennismaken met de wereld buiten kinderdagverblijf de Noorderkroon. Wanneer kinderen eraan toe zijn, mogen ze mee wandelen, boodschappen doen in het winkelcentrum, naar de bieb etc. We halen de wereld ook binnen door in onze inrichting en gebruik van materialen rekening te houden met ontvouwende wereld van het kind. In hoofdstuk 1 staat beschreven hoe wij hier vanuit ons antroposofische levensvisie over denken en mee omgaan. De stamgroep van 0 tot 5 jaar Doordat kinderen in de leeftijd van 0 tot 5 jaar worden opgevangen geldt globaal de volgende dagindeling: - voor de jonge baby’s wordt zoveel mogelijk het dagritme van thuis aangehouden; - de dreumesen slapen soms nog twee keer per dag en volgen verder het dagritme van de groep. - de peuters slapen meestal nog één keer per dag en sommige grote peuters slapen overdag helemaal niet meer. - Daarnaast kunnen de kleuters van basisschool de Noorderkroon ook zo af en toe gebruik maken van de slaapfaciliteiten van het kinderdagverblijf. Ritme van de dag: - Tot ongeveer negen uur kunnen de kinderen gebracht worden. - Tussen negen en half tien krijgen de baby’s hun fruithapje. - Om ongeveer half tien gaan we opruimen en aan tafel zitten. We proberen zoveel mogelijk het meehelpen met opruimen spelenderwijs te stimuleren omdat wij kinderen graag willen leren zorg voor hun omgeving te hebben. - Alle kinderen komen aan tafel te zitten. De baby’s die wakker zijn maar nog niet kunnen zitten laten we zoveel mogelijk liggend bij de groep aanwezig zijn. Omdat we binnen onze visie streven naar een natuurlijke kindertijd maken we zo min mogelijk gebruik van hulpmiddelen als schommelstoeltjes, wippertjes etc. - Er worden liedjes gezongen en kinderen vertellen dingen die ze meegemaakt hebben. Ook worden er verhalen verteld die het ‘droombewustzijn’ versterken. Waarbij ook samenzijn, het naar elkaar leren luisteren een belangrijke vaardigheid is. - Er wordt sap gedronken en fruit gegeten. - We maken gedurende de dag veel gebruik van vaste rituelen, een lied voor het plassen of opruimen is hier een goed voorbeeld van. - Na dit moment zijn de meeste dreumesen toe aan hun slaapje en worden ze eventueel verschoond en naar bed gebracht. - Nu is het tijd (rond half elf) voor een verschoonronde waarbij het verschonen op zich niet het belangrijkste is. We verschonen de kinderen tussendoor, wanneer dit nodig is. Maar dit moment wordt voor de oudere kinderen vooral gebruikt om ze al te laten wennen aan het potje of de wc. Als hun luier uit is, mogen ze of op het potje of op de wc plaatsnemen, ongeacht of ze zindelijk zijn. Zelf doortrekken en handen wassen horen hier ook bij. Met een echte zindelijkheidstraining beginnen we pas als het kind fysiek in staat is zijn spieren te beheersen en als de ouders aangeven dat ze hier thuis ook aan begonnen zijn; - Nu is het tijd voor activiteiten (zie verder uitleg activiteiten) 6 - - - - - - De dreumesen worden zo langzamerhand allemaal wakker en uit bed gehaald en aangekleed. Rond elf uur krijgen de baby’s meestal een flesje en wordt er tijdens dit moment even volledige, en individuele aandacht aan de baby besteed. Om ongeveer half twaalf, na het opruimen en handen wassen, gaan we aan tafel voor de broodmaaltijd en ook nu geldt: elk kind dat wakker is, komt erbij. De maaltijd is immers een sociale groepsgebeurtenis. De zelfredzaamheid van de kinderen wordt zoveel mogelijk gestimuleerd: zelf je brood smeren, soms eten met een vorkje (ook heel goed voor de ooghand coördinatie). Ook het elkaar helpen is belangrijk: de dreumes die naast je zit af en toe een stukje brood geven; de pindakaas doorgeven, etc. Bij het brood wordt melk, water, rijstmelk of sap gedronken; Na het brood gaan de dreumesen/peuters die nog één keer per dag slapen naar bed. Zij proberen zichzelf zoveel mogelijk uit te kleden en hun pyjama aan te doen, hierna zwaaien ze alle andere kinderen uit en worden ze naar hun bed gebracht; Voor of na het eten worden de kinderen verschoond. Wij hanteren de slaaptijden altijd in goed overleg met ouders, deze tijden willen we zoveel mogelijk aanpassen aan de tijden die voor het kind wenselijk zijn. Voor de dreumesen is nu de tijd aangebroken voor een gerichte activiteit of vrij spel. De peuters die niet slapen, doen mee met de dreumesen of kiezen zelf waarmee ze willen spelen. De kinderen die een halve dag komen, worden rond dit tijdstip gehaald of gebracht; Rond twee uur gaan de dreumesen weer naar bed nadat zij hun koekje gegeten hebben en iets hebben gedronken; Om ongeveer half drie komen de meeste kinderen uit bed en nadat ze aangekleed zijn, gaat de hele groep om de tafel om iets te drinken en een koekje of soepstengel te eten. Ook nu staat het samen zijn en samen iets doen (zingen, voorlezen, praten) centraal. Hierna is er weer tijd voor een gerichte activiteit of vrij spel en wordt er gekeken of er nog kinderen verschoond moeten worden. Rond vier uur/half vijf krijgen sommige kinderen een warme maaltijd in overleg met de ouders en afhankelijk van het tijdstip van ophalen. Om ongeveer vijf uur gaan we meestal nog even aan tafel met alle kinderen zodat we nog iets kunnen drinken en een crackertje kunnen eten en daarna kunnen de kinderen vrijspelen met speelgoed dat voor het grijpen ligt of met materiaal dat wordt aangeboden. Rond diezelfde tijd worden de luiers wederom nagekeken en eventueel verschoond. Tussen half vijf en half zeven worden de kinderen opgehaald in het lokaal en bij mooi weer buiten. De pedagogisch medewerkers nemen de tijd voor een praatje met de ouders en nemen afscheid van het kind. Vanaf de geboorte tot ongeveer het zevende levensjaar is het spel van vitaal belang. Het is voor het kind zowel de basis van zijn of haar toekomstige welzijn als het fundament van zijn of haar intellectuele, sociale en fysieke ontwikkeling. Van belang is dat wij de kinderen de ruimte en gelegenheid te geven om te kunnen spelen. De druk om kinderen op deze jonge leeftijd al veel abstracte dingen te leren staat op ons kinderdagverblijf niet op de eerste plaats. Wij leggen de nadruk op het fantasierijke, creatieve spel. Sprookjes, fantasie, spelletjes en muziek vinden wij belangrijke onderdelen van het dagelijks dagprogramma. Hiernaast hebben we uiteraard een weekritme en jaarritme. 3.1.3. Opendeurenbeleid Op dit moment bestaan er niet twee simultaan optredende groepen van gelijke signatuur. Het open deuren beleid is wel van toepassing op de interactie tussen bso en kdv. Hetopen deuren beleid is een middel om ruimte te geven aan kinderen, aan te sluiten bij hun behoeften en mogelijkheden, meer mogelijkheden bieden voor eigen initiatief, zorgen dat kinderen zichzelf kunnen en mogen zijn. Het idee is dat kinderen meer de ruimte en mogelijkheid tot exploreren krijgen, wanneer zij de mogelijkheid hebben om met regelmaat buiten hun stamgroep te spelen. Vooral de interactie tussen verschillende leeftijden is van belang. Het open deurenbeleid passen wij toe met de verticale groep (0-5 jaar) ‘het beestje’, die met een binnendeur aan de bso vast zit. Kinderen krijgen soms de ruimte om ook op de andere groep te spelen, met in achtneming van klein speelgoed en kleine materialen. 7 3.1.4. Personeelsbezetting Elke groep heeft zoveel mogelijk vaste medewerkers. Doordat de kinderen al regelmatig met elkaar binnen en buiten spelen kennen ze alle vaste pedagogisch medewerkers goed. Ook zijn onze invalkrachten bekend bij de kinderen. Bij uitzondering (ziekte, vakantie) maken we gebruik van invalkrachten van andere vestigingen. Wij maken nooit gebruik van uitzendkrachten. Regeling: - Bij de aanwezigheid van 6 kinderen of minder (afhankelijk van de leeftijd van de kinderen) mag er 1 pedagogisch medewerker op de groep werken. Zie onder kopje vierogenprincipe. - Bij meer dan zes kinderen op het kinderdagverblijf, is er altijd een tweede pedagogisch medewerker aanwezig. - Bij calamiteiten kan de pedagogisch medewerker voor het grootste deel van de dag gebruik maken van de school. Er zijn daar ook voldoende BHV-ers aanwezig. - Tijdens vakanties wordt bovenstaande intern opgelost zodat we wel voldoen aan de vierogenprincipe. Hiervoor is een vrijwilligers groep geformeerd die allen in het bezit zijn vaneen geldige vog of wordt een stagiaire ingezet. - De pedagogisch medewerkers zijn in het bezit van een mobiele telefoon en er is een vaste telefoonlijn. Verhouding tussen groepsleiding en aantal kinderen: In onze groepen bedraagt het maximum aantal kinderen 12 kinderen. De toewijzing van aantallen pedagogisch medewerkers aan de stam-/basisgroepen vindt plaats volgens de verhoudingen zoals die voortkomen uit de Regeling Kwaliteit Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdige aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: KDV: o één pedagogisch medewerker per vier aanwezige kinderen tot 1 jaar; o één pedagogisch medewerker per vijf aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; o één pedagogisch medewerker per zes aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; o één pedagogisch medewerker per acht aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep moeten gemiddelden berekend worden voor de vaststelling van het aantal kinderen per pedagogisch medewerker. Het aantal kinderen in relatie tot een pedagogisch medewerker is de basis van de berekening Om te bepalen of er voldoende beroepskrachten zijn voor het aantal kinderen, is een rekentool ontwikkeld. De toewijzing van aantallen pedagogisch medewerkers aan de stamgroep vindt plaats volgens de verhoudingen zoals die voortkomen uit de Regeling Kwaliteit Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en zoals die beschreven staan in het pedagogisch beleid. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen bij 0-1 jaar en maximaal zestien kinderen bij 0-4 jaar (waarvan maximaal acht kinderen tot 1 jaar) De kinderen kunnen bij activiteiten de stamgroep verlaten; dan wordt de maximale omvang van de stamgroep tijdelijk losgelaten. Wel blijft het aantal kinderen per pedagogisch medewerkster van kracht, toegepast op het totaal aantal aanwezige kinderen op de locatie. De op de locatie aanwezige pedagogisch medewerksters houden zich bezig met taken die direct met de kinderen te maken hebben. Voor de flexibiliteit in de organisatie is het mogelijk dat in de dagopvang ten hoogste drie uur per dag (niet aaneengesloten) minder beroepskrachten worden ingezet, maar nooit minder dan de helft van het afgesproken aantal pedagogisch medewerksters. Is er in zo’n situatie slechts één pedagogisch medewerkster in het kinderdagverblijf, dan is er ter ondersteuning ten minste één andere volwassene als ‘achterwacht’ in het kindercentrum aanwezig. Ieder kind is geplaatst in een stamgroep. Dit is de vaste groep waarin hij / zij worden opgevangen. Ouders zijn op de hoogte van de stamgroep (en koppelgroep) waarin een kind is geplaatst. Iedere woensdag en vrijdag voegen wij structureel de groepen samen, ouders 8 zijn hiervan op de hoogte en er worden zo veel mogelijk vaste pedagogisch medewerkers ingezet op deze dagen en kinderen worden in dezelfde groepsruimte opgevangen. Actieve pedagogisch medewerkers Wij zijn partner van het kind in zijn ontwikkeling. Door te kijken, luisteren en mee te doen kunnen wij afstemmen op wat kinderen nodig hebben. Wij scheppen voorwaarden voor leren en ontwikkeling door bijvoorbeeld aandacht voor groepssfeer, inrichting en materialen en het zorgen voor veiligheid en duidelijkheid. Daarnaast zien wij kansen voor spel, leren en contact die zich spontaan voordoen. We grijpen deze kansen door aan te sluiten bij wat het kind doet en beleeft gedurende de verschillende verzorgings- én speelmomenten van de dag. We creëren kansen door activiteiten aan te bieden en kinderen uit te nodigen mee te helpen bij de dagelijkse werkzaamheden op en om het kinderdagcentrum. De daarvoor benodigde beroepstechnieken worden geleerd in de aangeboden scholing vanuit het Ervarend Leren. Directie en bestuurder: Binnen onze organisatie kennen we twee leidinggevende functies. a. De directeur heeft de dagelijkse leiding van het kinderdagverblijf in handen voor de tijd van de transitiefase: Anne Machiel, bereikbaar op 053-4354654; [email protected]. b. De bestuurder. Deze vertegenwoordigt formeel het houderschap. Alle functionarissen in de hierboven genoemde functies zijn in het bezit van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) afgegeven door het Ministerie van Justitie. In de transitiefase wordt onderzocht op welke wijze een adequate leidinggevende positie moet worden ingevuld. Rechtspersoon en houderschap moeten opnieuw worden vormgegeven. Dit geschiedt in overleg met de raad van toezicht van de St. Vrijescholen Athena. Leidinggevende De locatiemanager/directeur is het eerste aanspreekpunt voor pedagogisch medewerkers. Verder biedt hij aan pedagogisch medewerkers o.a. werkbegeleiding en ondersteuning bij knelpunten, bijvoorbeeld door individuele, groeps-, team-, kindbesprekingen. Daarnaast draagt zij zorg voor deskundigheidsbevordering, bijscholing en het inroepen van deskundigen indien nodig. Ook onderhoudt hij contacten met de oudercommissie (en ouders wanneer die niet terecht kunnen bij de pedagogisch medewerker). 3.2. Flexibele opvang Wanneer flexibele opvang (dit is een incidenteel, onregelmatig en onvoorspelbaar aanbod in aanvulling op een vast aanbod of om een structureel aanbod wat door omstandigheden van ouders onregelmatig wordt afgesproken) wordt aangeboden in het kinderdagverblijf dan worden met de ouders maandelijks afspraken gemaakt over de dagen die worden afgenomen (naast de evt. structurele afname). Het pedagogisch klimaat kan bij deze vorm van opvang worden gewaarborgd doordat op het dagverblijf een vast team van pedagogisch medewerkers werkt volgens een zelfde visie en werkwijze. Er wordt bij deze vorm van opvang op onderstaande items een uitzondering gemaakt: 1.Aan ouders en kinderen wordt duidelijk aangegeven welke pedagogisch medewerkers in principe welke dag bij de groep horen; 2. Aan één kind worden maximaal drie vaste pedagogisch medewerkers gekoppeld. De koppeling van vaste pedagogisch medewerkers aan kinderen geldt behoudens ziekte, verlof of vakantie; 3.Een kind zal waar dat aan de orde is maximaal gebruik maken van twee stamgroepruimtes per week. Wij werken bij kinderdagverblijf de Noorderkroon met een structureel aanbod wat door omstandigheden van ouders op maandbasis kan worden afgesproken. 3.3. 3-Uursregeling Voor de flexibiliteit in de organisatie is het mogelijk dat in de dagopvang ten hoogste drie uur per dag (niet aaneengesloten)minder beroepskrachten worden ingezet dan volgens de leidster-kind ratio is vereist, maar nooit minder dan de helft van het benodigde aantal leidsters. Is er in zo’n situatie slechts één pedagogisch medewerker in het kindercentrum, dan is er ter ondersteuning ten minste één andere volwassene als achterwacht in het kindercentrum aanwezig. Afwijken van de vereiste leidster-kind ratio is niet toegestaan tussen 9.30 en 12.30 uur en tussen 15.00 en 16.30 uur. 9 Vóór 9.30 uur en na 16.30 uur mag de afwijking van de leidster-kind ratio niet langer duren dan anderhalf uur aaneengesloten en in de pauzeperiode tussen 12.30 en 15.00 uur niet langer dan twee uur aaneengesloten. Dit alles met een maximum van drie uur per dag. 3.4. Ruilen en incidenteel en structureel afnemen van extra dagen Het is mogelijk om incidenteel een extra dag (deel) af te nemen buiten de vaste contracturen en een dagdeel te ruilen. Extra afname of ruilen kan binnen de eigen groep van het kind mits het aantal kinderen dit toelaat. Het structureel afnemen van een extra dagdeel is mogelijk, mits het aantal kindplaatsen dit toelaat, aangezien er sprake is van een 1 groeps dagverblijf. De locatiemanager geeft toestemming voor het ruilen van dagen en het incidenteel en structureel afnemen van extra dagen. 3.5. Open cultuur Binnen het kindentrum de Noorderkroon heerst een open cultuur.Dit houdt in dat medewerksters elkaar aanspreken en knelpunten signaleren. De pedagogisch medewerk(st)ers kunnen altijd terecht bij de locatiemanager i.c. de directeur. Er is wekelijks inhoudelijk en praktisch overleg in de teamvergadering op een vast tijdstip waar alle vaste medewerkers worden verwacht. Er kan altijd een gesprek ingepland worden met vragen en opmerkingen. Bij functioneringsgesprekken komt de samenwerking tussen collega’s aan bod. Hierdoor wordt inzichtelijk op welke manier de open cultuur in praktijk wordt vormgegeven. Daarnaast wordt er door de locatiemanager gestuurd op de communicatie (feedback geven, verbeterpunten etc.) binnen het team. De locatiemanager handelt op het moment wanneer zich situaties voordoen die de open cultuur binnen de locatie in de weg staan. 3.6. Meldcode Binnen het kinderdagverblijf de Noorderkroon werken wij met de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Elke pedagogisch medewerker handelt volgens deze Meldcode. De pedagogisch medewerkers zijn middels een (team)vergadering getraind om te werken met dit protocol. Tijdens (team) vergaderingen wordt er aandacht besteedt aan de borging van dit protocol. De locatiemanager is aangesteld als aandachtsfunctionaris. De Meldcode ligt op iedere groep en op kantoor bij de locatiemanager De sociale kaart ligt tevens bij de hand in de kast met administratie. 3.7. Eten en drinken Het kind heeft van nature aanleg om ‘zuivere’ producten, zonder kunstmatige toevoegingen, te verteren. Daarom wordt bij kinderdagverblijf de Noorderkroon zoveel mogelijk biologisch-dynamische voeding gebruikt, zonder toegevoegde suikers. Waar mogelijk houden we rekening met specifieke wensen, c.q. diëten. Het kan zijn dat ouders bepaalde voeding zelf meegeven. De volgende regels zijn van toepassing: - De flesvoeding wordt door de ouders meegegeven in flessen,voorzien van de naam van het kind. Sinds 1 januari 2005 moeten ouders de fles leeg of alleen met water meegeven en de poeder (afgemeten) in een bakje doen. Als het tijd is voor een fles wordt deze aangemaakt en opgewarmd in de magnetron of de flesverwarmer (borstvoeding). Borstvoeding moet gekoeld aangeleverd worden en op de flessen moet duidelijk de naam van het kind staan. Borst- en/of flesvoeding mogen wij geen 2e keer opwarmen! - Kinderen tot 1 jaar krijgen als sap diksap, na een jaar krijgen ze roosvicee. Voor de afwisseling wordt er weleens thee gedronken. Bij het brood wordt melk, sap rijstmelk of water gedronken. - Alle kinderen kunnen in overleg een groentehapje bij ons krijgen, het groentehapje moet wel van huis meekomen met de naam van het kindje erop. - Aan het begin van de ochtend en aan het einde van de middag geven we bij het drinken wat fruit (ochtend) of (middag) een soepstengel of een cracker (Cracottes, etc.) Af en toe wordt dit afgewisseld door een gewoon (biologisch) koekje 10 - - - Tijdens de broodmaaltijd eten we licht bruin brood met verantwoord beleg. We beginnen pas met het geven van brood (en/of ander broodbeleg) aan baby’s als de ouders dit aangeven. Ook in het broodbeleg brengen we af en toe afwisseling, waarbij we biologische producten gebruiken. Snoep: in principe niet. M.b.t. snoep dat in de vorm van een traktatie komt, hanteren we de regel dat één snoepje gegeten wordt, de rest wordt mee naar huis gegeven. U kunt dan thuis zelf bepalen of en wanneer u deze snoep aan uw kind geeft. Zoete spekjes/lollies/kleine (harde/gevaarlijke) snoepjes zullen we sowieso mee naar huis geven omdat wij hier geen voorstanders van zijn. Gelieve deze dus sowieso niet te trakteren. Wij geven de kinderen vers fruit, gebaseerd op het seizoen. Als kinderen een bepaald dieet volgen, houden wij ons hier uiteraard aan. Als het dieet erg afwijkend is van ons voedingspatroon en het daardoor niet door ons aangeschaft kan worden, vragen wij de ouders het voedsel mee te geven. Als het Consultatiebureau voor zuigelingen een ander ritme of andere voeding adviseert, willen wij dit graag vernemen via de ouders en zullen wij dit advies opvolgen als het past binnen het dagritme en het niet ten koste van het groepsgebeuren gaat. Wekelijks bakken wij ons eigen biologische brood. 3.8. Activiteiten Spel komt bij het kind van binnenuit en vloeit niet voort uit een programmatisch initiatief van de pedagogisch medewerkers, hoewel die natuurlijk een essentiële rol spelen door het kind de gelegenheid te geven tot spelen. Bij het spelen onderzoekt en gebruikt het kind zijn of haar verbeeldingskracht en wij gaan er vanuit dat het kind in zijn of haar ontwikkeling dezelfde creatieve volgorde volgt als alle kinderen. Uiteraard zien we variatie in de manier van spelen, maar ieder kind speelt ongeveer op dezelfde manier met een doel en om een reden. ‘ De volgende punten zijn in dit werkplan opgenomen m.b.t. het doen van activiteiten binnen de antroposofische visie. Sommige hiervan staan in hoofdstuk 1 nader omschreven: - - - - - - Bij ieder kind is spelen de hoeksteen van zijn of haar vroege ontwikkeling. a. De basis van het spel in vooral de eerste twee jaar vloeit voort uit de natuurlijk ontwikkelings- en exploratiedragng van het kind die sterk zintuig gestuurd is. b. Vanaf het tweede jaar spreken we van het stadium van de verbeelding. Het kind gaat rollen spelen en zet de kracht van de fantasie in. c. Vanaf de geboorte tot zeven jaar is het spel van vitaal belang. Wij werken niet direct met een vastgesteld activiteitenprogramma, maar geven vooral de gelegenheid om te spelen en dus ook om te ontwikkelen. Vooral het bieden van een warme prettige omgeving is een basisvoorwaarde om kinderen tot spel te laten komen. Het kind heeft zowel fysieke als innerlijke ruimte nodig om te kunnen spelen. Hij of zij moet de eigen bezigheden vrij kunnen kiezen. De materialen die wij gekozen hebben zijn gericht op het ontwikkelen van de creativiteit en de verbeeldingskracht, de versterking van de zintuigen en de bevordering van de beheersing over zijn of haar bewegingen. In de groepsruimtes zijn speelhoeken ingericht die vooral aantrekkelijk zijn voor dreumesen en peuters en hun fantasiespel: een poppenhoek, een bouwhoek, etc. Wij maken zoveel mogelijk gebruik van natuurlijke materialen. Wij houden van ‘open speelgoed’. Dit betekent dat er ruimte moet zijn voor verbeelding. Op bepaalde momenten van de dag bieden we ook gerichte activiteiten aan de peuters. Daarbij hoort ook het knutselen: meestal gebruiken we hiervoor de hoge tafels die gebruikt worden om samen met een leidster allerlei knutselactiviteiten te doen, maar die regelmatig ook door de peuters alleen gebruikt kan worden en waarbij ze dan kunnen kiezen uit de materialen die dan voor het grijpen liggen. Vooral water, deeg, zand en klei bieden veel mogelijkheden. Het voorlezen, voordragen en zingen neemt een belangrijke plaats in tussen al deze activiteiten. Zo wordt er altijd een verhaaltje voorgelezen in de ochtend na het drinken. Ook op momenten dat er een paar kinderen op zijn, wordt er al snel voorgelezen. Uiteraard hebben we een aantal eigen boeken, omdat voorlezen ook altijd een stukje herkenning is: het verhaal van de mol die op zijn hoofd is gepoept, wordt steeds leuker naarmate het vaker verteld wordt. 11 - - - - Voor alle activiteiten geldt dat ze vrijblijvend zijn. Uiteraard stimuleren wij de kinderen om deel te nemen aan de activiteiten en zullen we zoveel mogelijk tegemoet komen aan de individuele wensen van het kind, maar wij zullen een kind nooit dwingen mee te doen met een activiteit. Als het (een beetje) droog weer is, gaan we naar buiten. Daar kunnen ze in de zandbak spelen, fietsen, met de bal spelen, tikkertje doen, verstoppertje spelen. Als het geregend heeft en de ondergrond erg nat is, blijven de kruipers binnen, maar alles wat kan lopen, gaat mee naar buiten. Ook baby’s gaan mee naar buiten: bij mooi weer in de box of op een kleed. Bij minder mooi weer letten we erop dat het niet te koud is, omdat baby’s nu eenmaal stilliggen. Jaargetijden en jaarfeesten nemen een belangrijke plaats in ons activiteitenaanbod in. De vier elementen (aarde, wind, water en vuur), de wisselende Seizoenstafel en speelgoed wat we uit de natuur halen vormen vaste punten in het jaar. Als een vader/moeder of opa/oma jarig is, willen we uiteraard iets met uw kind maken, indien het kind hier natuurlijk ook wel plezier aan beleeft. 3.9. VVE Het VVE-programma staat beschreven in een apart document. 3.10 Ongevallen registratie Voor ongevallen registratie wordt het incidentenformulier Kindcentrum De Noorderkroon gebruikt. Een kopie zit altijd in de Arbo map. 4. Oudercontacten en wenprocedure Aanname Voordat een kind op ons kdv komt, spreekt de pedagogisch medewerker met de ouders een datum af voor een intakegesprek. In dit gesprek vertelt de pedagogisch medewerker iets over de organisatie, ons concept en de manier waarop wij werken. De ouders vertellen ook iets over hun kind en hoe het thuis gaat. Of wat ze belangrijk vinden. Voorafgaande ontwikkelingsinformatie wordt door de ouders beschikbaar gesteld. In overleg met de ouder(s) bespreken we wat wenselijk is qua wennen (voorafgaand aan de plaatsingsdatum). Over het algemeen komt een kind één dagdeel wennen in zijn of haar nieuwe groep (waarbij altijd wordt voldaan aan de beroepskracht/kindratio). De ouder wordt dat dagdeel bij het wegbrengen in staat gesteld om met de pedagogisch medewerkster nog een keer alles goed door te nemen m.b.t. hun kind. Mocht het nodig zijn voor ouder of voor het kind (indien het kind al wat ouder is) dan kan er vaker gewend worden. Dit wordt altijd in overleg met de ouders afgesproken. Wennen voorafgaand aan de plaatsingsdatum kan maximaal twee dagdelen. Voortgang Ook als het kind al langer bij ons is vinden we het belangrijk om goede contacten met de ouders te onderhouden. In het 10-minuten gesprek gaat het met name over de ontwikkeling van hun kind. En verder zijn er de de ouderavonden en deelname aan de oudercommissie. Ook middels de nieuwsbrief worden ouders op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen. Deze wordt digitaal verstuurd. Op verzoek kan de brief ook op papier worden verstrekt en via de pedagogisch medewerkers uitgedeeld worden. Halen en brengen Wij vinden belangrijk dat ouders de gelegenheid hebben om rustig te halen en te brengen.Er is dan even gelegenheid om met elkaar in gesprek te komen. In ons ouders-als-medewerkers-concept zijn goede oudercontacten essentieel. Ouders kunnen altijd bij de pedagogisch medewerk(st)ers of locatiemanager terecht met vragen en/of opmerkingen. Basisvoorwaarden hiervoor zijn respect en begrip voor ouders en hun eventuele denkwijze en omgekeerd. Oudercommissie De oudercommissie bestaat uit betrokken ouders waarmee wij graag in gesprek gaan over de lopende gang van zaken en toekomstige verbeteringen. 12 In de oudercommissie zijn ouders van zowel het KDV als de BSO vertegenwoordigd. De oudercommissie vergadert ongeveer 1x in de 5 a 6 weken. De locatiemanager is hierbij aanwezig. Van de vergaderingen worden notulen gemaakt. Zelfevaluatie Elke 2 jaar vindt er een digitale zelfevaluatie van het kindcentrum plaats. Hierin wordt geëvalueerd hoe ouders bepaalde zaken ervaren en welke verbetervoorstellen zij hebben. 13 5. Rapport Gunning Op 15 april 2011 is het Rapport Gunning gepresenteerd. Het rapport is het verslag van de Commissie Gunning die in opdracht van de burgemeester van Amsterdam onderzoek heeft gedaan rond de Zedenzaak in Amsterdam. In de maanden die daarop volgden is er veel aandacht besteed aan de Amsterdamse zedenzaak en aanbevelingen uit het rapport Gunning. Gezamenlijk is gekeken wat al bestaand beleid is, wat nog verder aangescherpt kan worden en waar verbeteracties nodig zijn. Op ons kinderdagverblijf worden maatregelen genomen, waardoor pedagogisch medewerkers zo kort mogelijk voorspelbaar lang alleen zijn met kinderen. Gedacht kan worden aan bouwkundige maatregelen, rooster technische maatregelen en maatregelen die het open werkklimaat in het team bevorderen. Zo werken wij onder anderen met: Een open, professioneel werkklimaat waarbij de drempel om elkaar op bepaalde gedragingen aan te spreken zo laag mogelijk is. o Het bespreken van waarden en normen t.a.v. intimiteit en lichamelijk contact behoort tot de vaste onderwerpen in werkbegeleidingsbijeenkomsten. o Tijdens de werkbegeleiding is er aandacht voor het geven van feedback aan collega’s. o Pedagogisch medewerkers worden getraind/gecoacht ten aanzien van het geven en ontvangen van feedback. o Er is een gedragscode binnen de organisatie en pedagogisch medewerkers zijn op de hoogte van het bestaan en de inhoud van deze code. o Er wordt gewerkt met de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Pedagogisch medewerkers zijn op de hoogte van het bestaan en de inhoud van deze Meldcode. Het aan de randen van de dag samenvoegen van stamgroepen; o Of, aan de randen van de dag zorgt het binnenlopen van ouders (die kinderen komen halen en brengen) en collega’s (de gedag komen zeggen bij begin en einde van de dienst) ervoor dat pedagogisch medewerkers niet voorspelbaar lang alleen zijn met kinderen. o We werken met een open-deuren-beleid, waardoor op vastgestelde tijden de kinderen gebruik kunnen maken van de verschillende groepsruimtes. Alle pedagogisch medewerkers kennen hierdoor elkaar en alle kinderen. Dit bevordert een open werkklimaat. Boventallige inzet, als extra paar ogen, van pedagogisch medewerkers in opleiding; o Er wordt gestreefd naar een situatie waarin op elke groep een stagiaire boventallig aanwezig is. Bouwkundige voorzieningen die wij binnen ons kinderdagverblijf hebben zijn: o Een babyfoon op een andere groep en op de slaapruimtes als een pedagogisch medewerker alleen op de groep verblijft of alleen een kind naar bed brengt. Communicatie met ouders o Ouders worden uitgenodigd vragen te stellen over het Pedagogisch beleid en het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers (een open werkklimaat). o Onbekende ophalers moeten van te voren bij ons bekend zijn o Het vier-ogen-principe en andere maatregelen naar aanleiding van het rapport Gunning worden jaarlijks met de oudercommissie besproken. o Ouders worden (via website/nieuwsbrief e.d.) jaarlijks geïnformeerd over de Meldcode. o Ouders ontvangen regematig een nieuwsbrief en bezoeken de ouderavonden. 14 Anders: - Aandacht voor dit principe in de functioneringsgesprekken met de pedagogisch medewerkers. - Fotobeleid en geen (eigen) telefoons/camera’s op de groepen, tenzij voor activiteiten afgesproken met akkoord van de ouders. 5.1. Vierogen principe Een aanbeveling vanuit het Rapport Gunning is het zogenaamde ‘vierogenprincipe’. Dit houdt in dat er twee volwassenen aanwezig moeten zijn, die de kinderen in een groep kunnen zien of horen. Binnen de locatie is het belangrijk dat de groepen overzichtelijk zijn. Pedagogisch medewerk(st)ers moeten te allen tijde de groep kunnen overzien. Door het gebruik van ramen en hekjes bij de binnendeuren zorgen we ervoor dat er transparante ruimtes ontstaan. Dat betekent dat deze ramen en ruimte voor de hekjes vrij moeten blijven om goed zicht te houden. Dat betekent: geen kasten voor de ramen niet vol hangen met tekeningen van de kinderen slaapkamerraampjes niet afplakken deuren tussen de groepen open houden met hekjes en niet sluiten. Dit betekent voor kinderdagverblijf de Noorderkroon dat wij starten en sluiten met minimaal twee medewerksters/stagiaires. Als dit door de kinderaantallen niet mogelijk is en wij slechts één pedagogisch medewerker op de groep nodig hebben, dan is het in de praktijk geoorloofd, binnen de kaders van de regelingen, om alleen op een groep te staan. Zolang er maar op elk moment een andere volwassene de mogelijkheid heeft om mee te kijken of te luisteren. Dit betekent dat we een vrijwilliger in het bezit van een geldige vog of een stagiaire op die groep inzetten. Op de school de Noorderkroon is bekend wanneer wij alleen werken. Regelmatig loopt iemand van school langs. Ook voldoen we aan de regeling doordat onze mensen goed zijn opgeleid, problemen bespreekbaar maken en open communiceren over wat zij doen. Daarnaast ze toegerust zijn om signalen te herkennen. Daar waar we weten dat er maar één beroepskracht een dag(deel) werkt op een groep worden de deuren open gehouden door hekjes. Wanneer er baby’s/dreumesen op bed liggen wordt er gebruik gemaakt van een babyfoon. Hier kunnen de pedagogisch medewerksters de kinderen in de gaten houden en de slapende kinderen horen als ze wakker worden. Tevens zijn medewerkers hoorbaar als ze de kinderen naar de slaapkamer brengen of vandaan halen. 5.2. Invalkrachten Indien noodzakelijk wordt inval ingezet, maar er wordt eerst gekeken naar een interne oplossing. Eigen invalkrachten maken deel uit van team en worden als vaste medewerkers beschouwd. Onbekende invalkrachten zijn niet alleen in het pand en worden niet alleen op een groep ingeroosterd. Met uitzendkrachten wordt niet gewerkt. Bij pauzes, werkoverleg wordt er gekeken naar de beste oplossing. Dit om er voor te zorgen dat de onbekende invaller niet alleen op de groep staat en daarbij is het belangrijk om regelmatig te kijken en te vragen of de invaller nog hulp nodig heeft. De invaller wordt van tevoren op de hoogte gebracht van de belangrijke afspraken van de locatie. 5.3 Mobiele telefoon en Social Media De regels rondom het gebruik van mobiele telefoons, het maken van foto’s en Social Media zijn aangescherpt. Hieronder de afspraken: * * * Mobiele telefoons zijn niet toegestaan op de groep. Er worden geen foto’s en/of filmpjes met eigen fotocamera en/of mobiele telefoon gemaakt op de vestiging. Dit gebeurt alleen met een camera die eigendom is van het kinderdagverblijf. Met de camera van het kinderdagverblijf mogen er foto’s gemaakt worden van de verschillende activiteiten, uitjes, verjaardagen en bijvoorbeeld voor het ontwikkelingsvolgsysteem op het kinderdagverblijf. 15 * * * * * * * * Het is niet toegestaan om ontklede kinderen of kinderen in luiers te fotograferen en/of te filmen. Op verzoek van ouders mogen foto’s gemaakt worden met een camera van ouders/verzorgers. Op deze foto’s mogen ook andere kinderen, tenzij die ouders hebben aangegeven dit niet te willen (dit kan aangegeven worden in het intakeformulier). Deze foto’s blijven in het bezit van betreffende ouders/verzorgers. Externen zoals bijvoorbeeld pers, fotografen, studenten, tv programma’s of andere externen mogen geen foto’s en/of filmpjes maken op de vestiging. Hier moet altijd toestemming voor gevraagd worden. Dit kan de locatiemanager aangeven bij zijn of haar clustermanager. Beeldmateriaal blijft op de vestiging. De foto’s en/of filmpjes worden op de bedrijfscomputer en/of laptop ge-upload en in mapjes geordend en opgeslagen. Beeldmateriaal wordt niet thuis ge-upload vanaf de camera. Wanneer er foto’s afgedrukt worden gebeurt dit alleen met toestemming van de locatiemanager. Foto’s en/of filmpjes die gemaakt worden op de vestiging of tijdens een buitenactiviteit worden niet geplaatst op het internet en dan met name de sociale media zoals: Hyves, Facebook, Twitter, Blogs of een eigen website. Van alle pedagogisch medewerkers wordt verwacht dat zij zich aan deze regels houden. Daarnaast hebben de pedagogisch medewerkers een meldingsplicht als collega’s zich hier niet aan houden. De locatiemanager ziet er op toe dat bovenstaande afspraken worden nageleefd en spreekt de pedagogisch medewerkers aan wanneer dit niet gebeurt. 6. Overige zaken 6.1 Klachtenprocedure Goed contact en overleg met ouders vinden wij belangrijk. Wij staan altijd open voor vragen, twijfels of opmerkingen. Toch kan het voorkomen dat iemand ergens ontevreden over is of een klacht heeft. In eerste instantie is de pm-er aanspreekpunt. Zij zal proberen samen tot een oplossing te komen. Lukt dat niet dan is het afspreken met de locatiemanager/directeur de volgende stap. Deze zorgt voor coördinatie en afhandeling van de klachten. In onze visie is een goede afhandeling van essentieel belang in het kader van de verbetering van de dienstverlening. Indien een klacht niet naar de tevredenheid wordt afgehandeld kunt u gebruik maken van een externe klachtenprocedure. Externe klachtenprocedure Indien u een klacht heeft die naar uw mening niet door de locatiemanager kan worden afgehandeld, heeft u de mogelijkheid direct contact op te nemen met de Externe Klachtencommissie. Deze klachtencommissie hanteert een eigen klachtenreglement en bestaat uit onafhankelijke deskundigen. De sKK is voor vragen tijdens kantooruren bereikbaar op het algemene informatienummer 0900-0400034. Tevens is de sKK bereikbaar via het e-mailadres: [email protected]. Nadere informatie is te verkrijgen via www.klachtencommissiekinderopvang.nl 6.2 Stagiaires Binnen BSO de Boomgaard dragen wij graag ons steentje bij aan het opleiden van nieuwe medewerkers binnen de kinderopvang. Wanneer het mogelijk is geven we een stagiaire de kans om op onze BSO haar stageperiode te volbrengen. Voor pedagogisch medewerker in de kinderopvang is de gangbare opleiding: Pedagogisch Werk niveau 3 (PW3). Deze opleiding kent twee varianten: - de BOL-opleiding van 3 jaar. Een leerling van deze opleiding volgt 5 dagen per week theorie en loopt stage. Zij wordt boventallig ingezet. - de BBL-opleiding van 3 jaar. Een leerling van deze opleiding krijgt bij ons een leerarbeidsovereenkomst voor 20 tot 30 uur per week en gaan daarnaast 1 dag in de week naar school. De BBL-er wordt altijd naast een ervaren pedagogisch medewerker ingezet en kent in principe een opbouw tot inzetbaarheid van 100% in negen maanden. 16 Daarnaast is het mogelijk stage faciliteiten te bieden voor o.a. de volgende opleidingen: - Pedagogisch Werk, niveau 4 - Sociaal Pedagogische Hulpverlening (HBO-SPH) - Pedagogisch Management Kinderopvang (HBO) Tenslotte is het mogelijk dat wij zgn. snuffelstagiaires de kans geven een kortdurende stage van enkele weken voor enkele dagen per week ter oriëntering op de beroepskeuze bij ons te volgen. 6.3 Externe vertrouwenspersoon Wij hechten veel waarde aan kwaliteit. Zowel in onze dienstverlening als in onze organisatie willen wij transparant zijn. Ongewenst gedrag, zoals pesten, agressie en seksuele intimidatie horen niet thuis binnen onze werkvloer en binnen onze organisatie. Wanneer toch ongewenst gedrag wordt ervaren, moet dit bespreekbaar zijn. In dit geval is het belangrijk om te weten bij wie je terecht kunt. Daarom beschikt het kindcentrum De Noorderkroon over een externe vertrouwenspersoon. Een vertrouwenspersoon verzorgt de opvang van personen (medewerkers en klanten) die zich benadeeld of bedreigd voelen. Dit kan betrekking hebben op alle vormen van ongewenst gedrag. De vertrouwenspersoon helpt om te komen tot een bevredigende oplossing. De vertrouwenspersoon is Sandra Verschuren. Zij is Manager Kwaliteit van Regio Midden Nederland en is te bereiken op telefoonnummer: 06-11529154 6.4 Huisregels zieke kinderen Huisregels met betrekking tot zieke kinderen zijn op de groep opvraagbaar. 17 Bijlagen Bijlage 1: Vroeg- en Voorschoolse Educatie bij de Noorderkroon Visie De visie op Vroeg- en Voorschoolse Educatie (VVE) is als volgt gedefinieerd: VVE is onderdeel van ons primaire proces. Hierdoor wordt kinderen spelenderwijs een gelijkwaardige kans voor de toekomst geboden. Taal is één van de fundamenten waarop een kind zich verder kan ontwikkelen. Onze medewerkers helpen daaraan bouwen door een rijk talaanbod. Zij kunnen taalproblemen/achterstand signaleren en in samenwerking met de ouders een programma aan bieden waarbij, rekening houdend met de competenties van kind en ouder, minimaliseren van een ontwikkelingsachterstand uitgangspunt is. VVE beleid Het VVE beleid is in Enschede voor de vestiging de Noorderkroon vertaald in de gekwalificeerde VVE methode Startblokken van Basisontwikkeling. Medewerkers van deze vestigingen met een vast dienstverband en werkzaam in de kinderopvanggroepen hebben de training Startblokken gevolgd of gaan deze in de toekomt volgen. Tevens is er een VVE coördinator aangesteld. De coördinator is verantwoordelijk voor de totale uitvoer van het VVE programma aan kinderen die geïndiceerd zijn voor VVE. Tevens speelt deze persoon ook een belangrijke rol in het motiveren van de andere teamleden in de uitvoer van VVE. De ib-er van het Kindcentrum zal toezicht houden op de totale uitvoering. 18 Wat is Startblokken Startblokken van Basisontwikkeling is een pedagogisch werkplan om de ontwikkeling van baby's, peuters en jonge kleuters optimaal te stimuleren. Het zorgt ervoor dat pedagogisch medewerkers aangrijpingspunten zoeken bij de spelontwikkeling van jonge kinderen om de (taal)ontwikkeling van de kinderen te stimuleren. In het - door de pedagogisch medewerker begeleide en gestuurde - spel liggen de beste mogelijkheden om taal en denken te prikkelen en te stimuleren. Betekenisvolle spelactiviteiten lokken interesse, enthousiasme en actieve betrokkenheid van kinderen uit. Dé voorwaarden voor een continue ontwikkeling voor jonge kinderen. In Startblokken van Basisontwikkeling nemen kinderen deel aan spelactiviteiten en verkennen interessante actuele thema's. Het is een doelgerichte aanpak die aansluit bij wat de meeste jonge kinderen zelf willen: meedoen aan de wereld om zich heen en natuurlijk veel leren en nieuwsgierig blijven. De pedagogisch medewerkers zijn betrokken deelnemers en geven bewust sturing aan leeren ontwikkelingsprocessen. Brede ontwikkeling staat daarbij voorop. Sociaal competent handelen, taalontwikkeling, cognitieve ontwikkeling en persoonlijke zelfstandigheid versterken elkaar. De brede ontwikkeling is onderverdeeld in 6 ontwikkelingsgebieden waarbinnen de VVE activiteiten middels de schijf van 5 (Marianne de Valck) worden aangeboden zodat kinderen gevarieerde activiteiten ondernemen waarbij aandacht is voor uitdaging en afwisseling. Welbevinden, betrokkenheid en de ontwikkeling van een kind zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Door in te spelen op de behoeftes van een kind zal het zich prettig voelen (welbevinden) en nieuwsgierig zijn naar wat de omgeving te bieden heeft. Door te zorgen voor een aanbod dat aansluit bij de interesses, behoeftes van een kind en uitdagend, maar ook veilig genoeg is, zal hij met plezier hier helemaal in op kunnen gaan (betrokkenheid), waardoor een kind zich kan ontwikkelen. Een kind dat betrokken is zal met echte belangstelling en een hoge mate van geboeidheid opgaan in een bezigheid. Een voorwaarde hiervoor is ook dat een kind zich fit voelt. Aandacht voor een gezonde levensstijl vinden wij belangrijk. In Startblokken Basisontwikkeling worden deze basisbehoeften (welbevinden, betrokkenheid en ontwikkeling) vertaald in zelfvertrouwen, emotioneel vrij zijn en nieuwsgierig zijn, zie ook de doelencirkel van Startblokken. Thema’s en rijke speelleeromgeving Jonge kinderen leren door bezig te zijn met thema’s uit de echte wereld. 19 De pedagogisch medewerker speelt daarop in door kinderen te betrekken bij onderwerpen uit het leven van alledag, zoals naar de dokter gaan, brood kopen bij de bakker op de hoek, eendjes voeren, de baby de fles geven en de post versturen. Gezamenlijke thema's zorgen ervoor dat gedeelde ervaringen mogelijk worden. Wij werken met vaste thema’s zoals de jaargetijden, feesten, zintuigen, gezond eten en leven en rituelen/voorbereiding basisonderwijs etc. Deze thema’s liggen vast in een jaar- en maandplanning waarbij wij het belangrijk vinden om hiervan af te wijken wanneer er actuele gebeurtenissen zijn. De thema’s komen tot uiting in het activiteitenaanbod en de aankleding van de groepsruimten. Kinderen leren spelend en actief in relatie met de omgeving: hun (groot)ouders, pedagogisch medewerkers, andere kinderen, de fysieke omgeving (inrichting, spelmateriaal), school, sportclub e.d. Ieder kind heeft de drang in zich om zich te ontwikkelen en doet dit in zijn eigen tempo en op zijn eigen wijze. Daarbij heeft het kind echter ook de omgeving nodig. Een omgeving die voldoende veiligheid en geborgenheid biedt, waarin het zich gerespecteerd en gewaardeerd weet, én die voor voldoende stimulans en uitdaging zorgt, waarin het kind zijn talenten kan ontplooien. Steeds zal er sprake zijn van een wisselwerking tussen aanleg (datgene wat het kind in zich heeft) en de ervaringen die de omgeving biedt. Wij gaan uit van: Het Waldoronderwijs is gericht op een rijke zintuigelijke ontwikkeling binnen de kaders van het conteextueel leren. Welbevinden, betrokkenheid, vitaliteit; Een veilige uitdagende omgeving Actieve en betrokken medewerkers; Ruimte voor eigenheid, vertrouwen, respect en een positieve benadering. Spelactiviteiten Spelactiviteiten bieden de beste kansen op leer- en ontwikkelingsprocessen. Dit sluit aan bij de interesse van jonge kinderen. Baby's leren via contactspel de ander en hun omgeving kennen. Peuters en kleuters spelen om te experimenteren, te onderzoeken, te maken, te ervaren wat het is om samen te zijn, te praten en te denken met elkaar. In spel ontwikkelen jonge kinderen zich optimaal. Ze vinden wegen om zich steeds beter uit te drukken, zich dingen voor te stellen en te verbeelden, zich aan regels te houden. De pedagogisch medewerker is actief betrokken bij de spelactiviteiten in de groep. Zij zorgt voor een samenhangend en gevarieerd aanbod en doet intensief mee aan de ontwikkeling en verdieping van de spelactiviteiten van de kinderen. Zij heeft kennis van de spelomgeving en materialen, oppert spelideeën, regisseert en speelt mee zodat de kinderen optimaal van elkaar leren maar ook de vrijheid krijgen om zelf te ontdekken en leren. Ook heeft zij oog voor het toevoegen van nieuwe ervaringen en handelingsmogelijkheden zodat kinderen begeleiding krijgen bij wat ze nog kunnen leren en gemotiveerd worden in het zelfstandig uitvoeren van handelingen die zij al kunnen. Tevens zorgt de pedagogisch medewerkervoor gesprekken met groepjes kinderen over hun spel. Spelactiviteiten die aan bod komen: spel waarin het maken van contact centraal staat; spel met ongevormde materialen, zoals zand, water, speelklei; spel met duurzame en natuurlijke materialen; spel waarin gebouwd en geconstrueerd wordt; spel waarin rollen worden ingevuld en spelscripts tot stand komen; spel waarbij de zelfstandigheid van kinderen wordt gestimuleerd; spel met klankervaring, vormoefeningen en ontluikende geletterdheid en rekenen (ordenen, groeperen etc.). Gesprekken en verhalen Gesprekken zijn verbonden aan het thema in de groep en aan de verschillende activiteiten. Er is aandacht voor de verhalen van de kinderen, uit spel, vanuit eigen ervaringen en uit boeken en teksten over het thema dat speelt. Dit wordt o.a. tot uitdrukking gebracht d.m.v. tekenen en 20 boetseren, zang, dans en spel van het kind. Wij houden een portfolio van ieder kind bij waar het kind zijn eigen werkjes in kan stoppen en die hij aan zijn ouder/verzorger kan laten zien. Ruimte voor diversiteit Geen kind is gelijk en ook geen achtergrond is gelijk. Deze diversiteit in autonomie, cultuur, gezinssamenstelling, normen/waarden, woonomgeving, taalachtergrond maakt dat in het VVE aanbod ruimte moet zijn voor deze diversiteit. Door kinderen op spelenderwijs kennis te laten maken met de onderlinge verschillen en door een stukje van de achtergrond van het kind in de dagopvang te brengen proberen wij kinderen naar elkaar te leren luisteren en bewust te maken van diversiteit. Binnen onze VVE methode Startblokken voor Basisontwikkeling bieden we bij de Noorderkroon specifieke woorden aan behorend bij het betreffende thema. Deze methode biedt duidelijke woordenlijsten en bijpassende afbeeldingen voor onze VVE activiteiten. Op deze manier is het een verrijking voor onze werkwijze, kan dit naast elkaar gebruikt worden en vormt dit een aanvulling op elkaar zonder dat het verwarrend wordt voor de kinderen. Verwijsprocedure Gemeente Enschede Het team van de Noorderkroon is getraind in Startblokken van Basisontwikkeling. Dit is een VVE programma wat is gestoeld op het ontwikkelingsgericht werken. VVE is onderdeel van ons primair proces, hierdoor wordt kinderen spelenderwijs een gelijkwaardige kans voor de toekomst geboden. Daarom bieden wij het programma aan al onze kinderen aan, waarbij de doelgroepkinderen een intensiever programma aangeboden krijgen. Zie VVE beleid voor de vastgestelde criteria. Het consultatiebureau (JGZ) is de verwijzende instantie voor VVE. De verwijzing kan afgegeven worden bij het consult vanaf 18 maanden. Het verwijsschema vindt u in ons VVE beleid. Met alle partijen (de ouders, kinderopvang en gemeente) worden afspraken gemaakt en deze worden vast gelegd in een contract, zie bijlage 1 van dit werkplan. Doelgroepkinderen hebben recht op 104 VVE e uren per jaar. Kinderen kunnen een VVE programma volgen tot hun 7 jaar, waarbij vanaf 4 jaar de basisschool de uitvoerende partij is. Van alle kinderen doen wij een schriftelijke overdracht naar de basisschool, voor onze VVE kinderen doen we hiernaast ook een mondelinge, warme overdracht naar de leerkracht of intern begeleider van betreffende school (zie stroomschema in ons VVE beleidsplan). Een kind heeft het voorschoolse gedeelte VVE afgerond indien het minimaal 12 maanden of 1 schooljaar een VVE-programma heeft gevolgd. De instelling geeft het kind een VVEcertificaat en bericht zowel de gemeente als de basisschool over het afgeronde traject. VVE kinderen bij de Noorderkroon 5.9.1 VVE Programma: Bij de Noorderkroon werken wij met het programma Startblokken, zie hoofdstuk 5.3. Elke maand werken we met een thema en bieden we kinderen de woorden aan passend bij dit thema. Ouders krijgen ook een lijst met woorden mee naar huis om thuis te oefenen met de kinderen en hiernaast regelmatig een activiteit voor thuis, bijvoorbeeld een memoriespel. 5.9.2 VVE coördinatoren: De Noorderkroon heeft een VVE coördinator. Zij zorgt er voor dat het programma goed wordt aangeboden (zie ook functieprofiel VVE coördinator in ons VVE beleidsplan). Zij halen iedere week op meerdere dagdelen (volgens rooster) de VVE kinderen uit de groep om een speciale ‘taal-activiteit’ met de kinderen uit te voeren. Bv een bezoek aan de bakker; met de kinderen gaan ze naar de bakker toe, continu leggen zij uit wat ze zien en bieden ze de woorden aan (meestal) passend bij het thema. De VVE coördinator zal ook regelmatig kiezen om in de grote groep kinderen met de VVE kinderen samen een activiteit uit te voeren. Dit doen we om de pegagogisch medewerkers van de groep optimaal te laten deelnemen aan het VVE programma, omdat kinderen veel meer van andere kinderen leren dan van volwassenen en omdat de thema’s op deze manier goed overeen zullen komen. Hiernaast wordt op de overige dagdelen door de pedagogisch medewerkers van de groep zelf, precies hetzelfde thema aangeboden waardoor herhaling continu gewaarborgd is. 5.9.3 Kind portfolio: Elk kind heeft een kind-portfolio, de VVE kinderen hebben hier nog speciale VVE aanvullingen bij. In dit portfolio wordt bijgehouden wat het thema is, welke woorden naar voren zijn gekomen en hoe het kind hierop reageerde. Hiernaast maakt de VVE coördinator veel foto’s. Samen met de kinderen houdt ze het portfolio bij en hierdoor 21 zorgt ze wederom voor de, zeer belangrijke, herhaling. De VVE coördinator van dit dagdeel schrijft na ieder dagdeel een korte overdracht (op ons vaste activiteitenformat) voor betreffende pm-er van het kind, zodat zij goed op de hoogte zijn van elkaars handelen en hoe het kind hierop heeft gereageerd. Uiteraard moet de vaste pm-er van de groep ook zijn/haar bevindingen noteren in dit portfolio zodat de VVE coördinator ook op de hoogte is van de ontwikkelingen van dit kind in de groep. Daarnaast worden er spelletjes en tips voor thuis toegevoegd. Het portfolio kan worden ingezien door ouders en na het verlaten van het kinderdagverblijf wordt dit meegegeven naar huis. In dit portfolio komen naast foto’s, tekeingen, knutselwerkjes ook verslagen van de tien minutengesprekken, de observatielijsten en het overdrachtsformulier. 5.9.4 Volgsysteem: Onze VVE kinderen willen we gaan volgen in Parnassys. 5.9.5 Contactpersonen gemeente: Per kwartaal worden alle wijzigingen met betrekking tot de VVE kinderen doorgegeven aan de gemeente (zie recente gegevens op de locatie). 5.9.6 Pedagogisch overleg: Om de week moet de VVE coördinator de mogelijkheid krijgen om de VVE bespreekbaar te maken in het (pedagogisch) overleg van het complete team. Zie ook het Integraal Personeelsbeleid van ons VVE beleidsplan. 5.9.7 104 uren VVE per kind: Wanneer kinderen bij ons VVE volgen krijgen zij 10 uur per week aangeboden. Zij krijgen minimaal 4 x 2,5 uur per week aangeboden door middel van ‘intensieve begeleiding’ in een klein groepjes met de VVE coördinator. Daarmee is voldoende herhaling van de klanken en woordgroep gewaarborgd. De in bijlage 2 toegevoegde activiteitenkaart wordt door de pedagogisch medewerkers gebruikt om de activiteiten gestructureerd aan te kunnen bieden. Deze kaarten worden toegevoegd aan het kind portfolio. Ouderbetrokkenheid Ouderbetrokkenheid is uitermate belangrijk bij een VVE-programma. Het VVE-programma heeft pas kans van slagen bij de kinderen als we ouders zoveel mogelijk proberen te betrekken. In het intakeformulier ‘bindt’ een VVE ouder zich ook aan bepaalde afspraken, met name om zoveel mogelijk betrokken te zijn en ook thuis bepaalde activiteiten aan te bieden. Intakeformulieren en verwijsbrief; Het intake formulier is wederom aangepast en kan gebruikt worden voor alle kinderen. De pedagogisch medewerker geeft bij betreffende locatiemanager aan dat hij/zij verwacht dat betreffend kind voor VVE in aanmerking komt. Vervolgens sluit de locatiemanager dit kort met de VVE coördinator en geeft de pedagogisch medewerker de VVE verwijsbrief mee aan de ouder. Deze brief geven ouders bij het consultatiebureau af en hier krijgen zij een officiële VVE verwijzing, welke zij bij locatiemanager/VVE coördinator moeten overhandigen. Hierna laat locatiemanager/VVE coördinator de ouder direct tekenen (deze wordt opgeborgen in de VVE map en blijft bij betreffend kinderdagverblijf) voor akkoord om het kind te laten starten met VVE, in dit akkoord staan de eisen vanuit de gemeente beschreven (zie bijlage 1 van dit werkplan) 10 minuten gesprekken; Bij start VVE heeft de VVE coördinator een startgesprek, zij legt uit wat VVE inhoudt bij ons kinderdagverblijf en hoe het kind zich tot dan toe ontwikkeld heeft. De 10 minuten gesprekken worden 4x jaar gevoerd voor alle VVE kinderen. Dit gesprek wordt gevoerd met ouders, door de VVE coördinator en eventueel de pedagogisch medewerker van de groep zelf Hier worden ook eventuele nieuwe afspraken gemaakt en uiteraard wordt hier een (kort) verslag van gemaakt. Het gesprek wordt gevoerd naar aanleiding van de erkende observatielijsten. Het eindgesprek vindt plaats vlak voor een kind 4 wordt, hierbij tekenen ouders ook voor de overdracht naar de basisschool. Deze warme overdracht kan ook zeker plaatsvinden met ouder, intern begeleider/leerkracht van school en VVE coördinator 22 Nieuwsbrief; Eens per maand maakt de VVE coördinator een VVE nieuwsbrief. De VVE coördinator zorgt dat er ook altijd een VVE nieuws brief in de kindportfolio komt van betreffend VVE kind. Ouders worden middels de nieuwsbrief gevraagd materialen binnen het thema mee te nemen naar het kinderdagverblijf. Voor VVE-kinderen worden regelmatig spelletjes geselecteerd, die de kinderen mee naar huis mogen nemen om met de ouders nogmaals te gebruiken. De VVE-coördinatoren zijn hiervoor verantwoordelijk en uiteraard zijn de locatiemanagers eindverantwoordelijk. Voor meer informatie over ouderbetrokkenheid zie het hoofdstuk ‘Ouderbetrokkenheid’ van ons VVE beleidsplan. Toekomstplannen We willen de betrokkenheid van ouders bij kinderopvang en de rol van de oudercommissie ten aanzien van ouders vergroten. We vinden het educatief partnerschap belangrijk voor ontwikkeling van de kinderen. Om dit nog duidelijker in de organisatie neer te zetten, hebben we de volgende doelen met betrekking tot ouderbetrokkenheid per onderwerp vastgelegd in de pdca-cyclus, die verkrijgbaar is als bijlage 3 bij de locatiemanager. De volgende algemene doelen zullen in 2014 worden meegenomen, afhankelijk van de ontwikkelingen in het veld. Dit betreft de volgende 5 punten: 1. Rekenen verwerken op een bepaalde manier. 2. Ontwikkeling in kaart brengen voor kinderen van 0-3,5 jaar 3. SLO overdrachtsformulier beoordelen en eventueel vervangen i.o.m. stuurgroep Kindcentra van de geemeente Enschede 4. Gemeentelijke rapportage, die nu volgens een eigen format wordt aangeboden, aanpassen aan een format dat vanuit de gemeente wordt verstrekt. Dit format zal in het jaarplan worden opgenomen. 5. Ontwikkelingsvolgsysteem opnieuw bekijken en SLO (eind)doelen hierin verwerken Onze gehele VVE werkwijze behoeft een regelmatige product- en procesevaluatie. Maandelijks zullen, wanneer dat aan de orde is, de VVE coördinator en de locatiemanager de stand van zaken evalueren. Het VVE beleid zal jaarlijks worden bijgesteld enverrrijkt. Bijlagen VVE werkplan (exemplaar VVE beleidsplan verkrijgbaar bij locatiemanager of VVE coördinator): 1. Contract wat ouders tekenen met de kinderopvangorganisatie voor VVE deelname 2. Activiteitenkaart 3. (Pdca-cyclus ouderbetrokkenheid) en bijlage 4. (Pdca-cyclus algemene doelen) op verzoek verkrijgbaar. 23 Bijlage 2: Contract wat ouders tekenen; Overeenkomst VVE KDV de Noorderkroon Naam ouder; ……… Naam en geboortedatum kind:………. Geplaatste groep;……….. Geplaatste dagdelen;……… 1. Mijn kind mag (minimaal een jaar) deelnemen aan het VVE programma. 2. Er mag een schriftelijke en mondelinge overdracht plaats vinden naar de basisschool van mijn kind/andere opvang. (uiteraard zien ouders de overdracht voor deze naar school gaat). 3. Ouder(s) zal/zullen zoveel mogelijk (minimaal 3x pj) naar ouderbijeenkomsten gaan die in het teken van taalontwikkeling staan. 4. Ouder(s) zal/zullen met behulp van aangereikte oefenspelletjes, ook thuis de taalontwikkeling stimuleren. Bij deze teken ik voor akkoord: ………………………………….. 24 Bijlage 3: Activiteitenkaart VVE Datum: Uitvoerende pedagogisch medewerker: Thema: Beschrijving van de activiteit: Wat gaan we doen en voor welke doelgroep is de activiteit geschikt? Benodigdheden van de activiteit: Wat en wie hebben we nodig en wat kost het? Doel van de activiteit; wat willen we de kinderen leren? Evaluatie van de activiteit; is het doel behaald en hoe ging het? Naam kind (indien van toepassing): Individuele beschrijving; hoe heeft dit kind de activiteit ervaren? (indien van toepassing) 25
© Copyright 2024 ExpyDoc