a.vesalius - KU Leuven

a. v e s a l i u s
FA C U LT E I T G E N E E S K U N D E - P E R M A N E N T E V O R M I N G
AFGIFTEKANTOOR 3000 LEUVEN 1 - 26STE JAARGANG - NR. 3, SEPTEMBER 2014 - P3A9092 - DRIEMAANDELIJKS JULI-AUG-SEPT
VERENIGING VAN DE ALUMNI VAN DE
FACULTEIT GENEESKUNDE VAN DE KU LEUVEN - ALFAGEN
HEREST RAAT 4 9 - 3 0 0 0 L E UVE N
A. Vesalius | nr.3 september 2014
Inhoud
VOORWOORD ......................................................................................................................................................... 131
EDITORIAAL ............................................................................................................................................................ 132
NIEUWS VAN ALFAGEN
Si non e vero .................................................................................................................................................... 135
Van de galg........................................................................................................................................................ 136
Ereleden.............................................................................................................................................................. 141
Bijzondere editie ALFAGEN Therapiedag 2014............................................................................. 143
Lezersbrieven ................................................................................................................................................. 143
NIEUWS VAN DE FACULTEIT
Promotieviering artsen: toespraak dr. Philippe Gillis .............................................................. 146
MEDICA
60 jaar Medica: een jubileumjaar!....................................................................................................... 151
BMW
Promotieviering BMW: toespraak prof. dr. Kim De Keersmaecker .................................. 155
KUNST, CULTUUR EN REIZEN
ACCO .................................................................................................................................................................... 159
Boekbesprekingen : ‘Meesters met het ontleedmes’ (em. prof. dr. Paul Broos)........ 163
ANDREAS VESALIUS
Het Andreas Vesaliusjaar 2014-2015
Fonds Cultureel en Historisch Erfgoed KU Leuven ................................................................... 165
Kalender van evenementen.................................................................................................................... 165
Rembert Dodoens ........................................................................................................................................ 170
Andreas Vesalius en het aorta aneurysma (Prof. dr. Raphael Suy).................................. 171
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Ten huize van Dr. Marcel Reyners: een terugblik op een carrière
in de primaire gezondheidszorg en familieplanning
in Europa, Afrika en Azië............................................................................................................................ 180
Promotiejaar 1974 steunt ontwikkelingsprojecten van jaargenoot
dr. Philippe Gillis............................................................................................................................................. 183
NIEUWS UIT UZ LEUVEN
De noodzaak voor meer onderzoek naar zwangerschapsdiabetes in België:
start van de BEDIP-N studie ................................................................................................................. 185
Fertiliteitscentrum pionier op vlak van risicomanagement ................................................. 187
PROGRAMMA’S PERMANENTE VORMING
Pentalfa............................................................................................................................................................... 189
Dienst Kindernefrologie ............................................................................................................................ 191
Symposium: 11de Assistentendag Inwendige Geneeskunde ............................................. 191
IN MEMORIAM
Em. prof. dr. Ephrem Eggermont († 6 augustus 2014) ............................................................ 193
VERENIGING VAN ALUMNI VAN DE FACULTEIT GENEESKUNDE (ALFAGEN).................................. 194
COLOFON................................................................................................................................................................... 195
130
nr.3 september 2014 | A. Vesalius
Voorwoord
D
e Faculteit Geneeskunde van de KU Leuven viert dit jaar haar 50-jarig
bestaan. Ook onze alumnivereniging moet haast even oud zijn. Leuk
dat dit samenvalt met de viering van het 500ste geboortejaar van onze
meest roemrijke alumnus: Andreas Vesalius. En om volledig te zijn, is 2014
ook het 450ste jaar na de dood van de grote anatoom. Geen wonder dus, dat
dit nummer van het tijdschrift bol staat van faculteit, Vesalius, universiteit,
Leuven, de UZ en al wat van ver of dichtbij bij deze vereniging betrokken is.
Van onze altijd ijverige penningmeester, em. prof. dr. Luc Missotten, kreeg u
bij het vorige nummer al een bijzondere editie cadeau waarin u alle nodige
informatie en verwijzingen vindt over de viering. De man zelf heeft intussen stiekem zijn bed gemaakt in het Anatomisch Theater van rector Rega.
Hij bereidt er een ongelooflijke
opvoering voor van de ‘levende
Vesalius’ in het Leuven van de
16de eeuw.
Dat is echter nog niet alles.
dat Andreas Vesalius overbreken ons het hoofd over
passende manier onder de
De stadscampus St-Rafaël
Theater en de
goede locatie voor
een nocturne, een
dere leuke dingen.
niets concreets in gehebben de studenten of
nele ideeën?
De kenners onder u weten
leed op 15 oktober 1564. Wij
hoe wij dit evenement op
aandacht kunnen brengen.
samen met het Anatomisch
Kruidtuin lijken een
een
fakkeltocht,
nachtwake of anWij hebben nog
dachten. Misschien
onze alumni nog origi-
Ondertussen nodigt de decaan, prof. dr. Jan Goffin, alle alumni uit voor de
‘Academische Zitting’ ter gelegenheid van ‘50 jaar Nederlandstalige Faculteit Geneeskunde’ op zaterdag 4 oktober 2014 om 10.00 uur op Gasthuisberg.
Volg alle berichten hierover via het net van universiteit, faculteit en ALFAGEN.
In eenzelfde beweging maken wij van deze dag onze jaarlijkse ‘Therapiedag’
waarop al onze leden vriendelijk uitgenodigd worden. Wij hopen alvast dat u
zich snel hiervoor inschrijft.
131
A. Vesalius | nr.3 september 2014
Wij wensen u veel leesplezier met dit nieuwe nummer van het A.Vesaliustijdschrift. Uw reacties, suggesties en lezersbrieven zijn natuurlijk van harte
welkom!
Em. prof. dr. C. Geens
Voorzitter ALFAGEN
Editoriaal
Kwaliteitszorg vraagt samenwerking
Een kwalitatief aanbod
Een gezondheidszorgsysteem dat goed functioneert, biedt een zorg van hoge
kwaliteit aan. Wanneer wij het hier over kwaliteit hebben, betreft dit vooral de
juiste en wetenschappelijk verantwoorde zorg en een aanvaardbare prijs-kwaliteitverhouding. De vraag hierbij is hoe de individuele zorgverstrekkers, hoe ziekenhuizen en andere zorginstellingen zichtbaar maken, dat kwaliteitsvolle zorg wordt
aangeboden. Het moet voor de bevolking duidelijk zijn, dat men voor een bepaalde
zorgvraag ook bij de juiste zorgaanbieder terechtkan. Dit betekent dat men prestaties en resultaten kan vergelijken en dat iedereen er zeker kan van zijn dat bij de
zorg voldoende samenspraak, overleg en deskundigheid gewaarborgd zijn.
Het behoort dus zowel aan individuele zorgverstrekkers als aan praktijken of
instellingen, om voortdurend inzicht te hebben in de kwaliteit van eigen zorg
en hierbij aandacht te schenken aan: samenspraak, overleg en vergelijken met
elkaars aanpak en resultaten. De verwijzing naar internationale richtlijnen behoort vandaag ook tot de gebruikelijke regels van goede praktijk.
De dagelijkse praktijk
Men kan ervan uitgaan dat Vlaanderen een bijzonder goed kwaliteitsaanbod
van gezondheidszorg heeft. Van de gezondheidszorgverstrekkers mag men
aannemen dat zij degelijk werden opgeleid en dat diverse navormingssystemen, accrediteringstoestanden en andere controles ervoor zorgen dat hun
werk en resultaten een stevig niveau halen. Toch blijft er steeds een verschil in
appreciatie van kwaliteit van toegediende zorgen door de diverse zorgvragers
en durven ook de prijsverschillen ervan al eens tot vragen leiden.
132
nr.3 september 2014 | A. Vesalius
De gezondheidszorg is een zeer complex gebeuren geworden en de meeste
gebruikers hebben hier onvoldoende inzicht in. Zij vertrouwen op de correctheid van de aangeboden diensten. Gelukkig dus dat de gezondheidszorg in
Vlaanderen een goede waardering krijgt, want dit betekent dat de meeste dingen op de juiste wijze gebeuren. Maar het is en blijft voor de patiënten razend
moeilijk om kwaliteit van zorgen te vergelijken en het is vaak sociaal of economisch voor hen onmogelijk om bij de voorgestelde therapie vragen te stellen,
laat staan om een tweede advies in te winnen.
In de praktijk blijft een groot aantal patiënten voor medische beslissingen
honderd procent vertrouwen geven aan hun huisarts. Deze patiënten gaan ervan uit dat de huisarts wel weet wat voor hen het beste is.
En inderdaad, de huisartsgeneeskunde heeft een kernfunctie in de kwaliteitsvolle gezondheidszorg en heeft dus ook haar eigen regels en normen betreffende deze kwaliteit. En zo bestaan er ook op dit niveau belangrijke verschillen.
Om meteen een grote stap te zetten, kan men gerust stellen, dat in een multidisciplinaire groepspraktijk (waar naast het centraal medisch dossier en een degelijke praktijkondersteuning, ook regelmatig gestructureerd patiëntenoverleg
bestaat) de garantie op kwaliteitsvolle zorg voor de lokale patiëntenpopulatie
een grote kans maakt. Immers, dagelijks met elkaars aanpak, handelingen, resultaten en mislukkingen geconfronteerd worden en hier over discussies organiseren, vormen al een belangrijke stap binnen de kwaliteitscirkel.
Maar een volgende moeilijke fase is het maken van keuzes bij de juiste verwijzing van onze patiënten naar de andere disciplines. Neem het voorbeeld van
een delicate heelkundige ingreep of een complexe internistische oppuntstelling. Hoe beoordeelt de huisarts de kwaliteit van het werk van de collegae en
welk commentaar durft hij daarbij geven? Wat is de basis om te stellen dat
onze patiënt beter terecht kan in deze of gene instelling of meer kans maakt in
de handen van die collega of van een andere?
Samenwerking tussen huisartsenpraktijken en intramurale zorg
Voor een goede kwaliteitszorg gaan we ervan uit dat de aangeboden zorg in
de huisartsenpraktijk en in het ziekenhuis van goed en meetbaar niveau is.
Bij een concrete verwijzing houdt dat ook in, dat de artsen van de intramurale
sector weet hebben van de kwaliteit van de verwijzende huisartsenpraktijk
en dat omgekeerd, de verwijzende huisarts ook een kwalitatieve keuze kan
133
A. Vesalius | nr.3 september 2014
maken betreffende het ziekenhuis en de diverse diensten. Stel dat dit een realistisch gebeuren is, dan nog is de samenspraak tussen verwijzende arts en
de ontvangst van cruciaal belang voor de gunstige verdere ontwikkeling van de
verwijzing en de daarop volgende behandeling.
Neem een verwijzing naar de spoedafdeling van een patiënte met een onduidelijk klachtenbeeld waarbij tot een exploratieve laparatomie wordt besloten.
Hoe vaak gebeurt het niet dat de patiënt de beslissing van de artsen in het ziekenhuis krijgt te horen en de ingreep ondergaat terwijl de eigen huisarts pas
postfactum op de hoogte wordt gesteld? De huisarts, die heel wat medische en
ook contextuele informatie over de patiënt bezit, wordt graag mee in het debat
genomen en kan vaak nuttige gegevens aanreiken die een kwaliteitsvolle medische beslissing mee aansturen.
Moeilijker wordt het nog wanneer de huisarts tot een andere conclusie komt
en een tweede advies wenst of een heel andere aanpak voorstelt.
Denk hierbij aan een oudere dame met een moeilijk behandelbare kanker
waarbij een ziekenhuisarts stelt dat geen andere aanpak meer mogelijk is dan
afwachten en goede zorgen. Na overleg met arts, patiënt en familie wil men,
ondanks dit negatief advies in verband met de behandeling, toch een of andere
levensverlengende therapie.
De vraag is dan wat kwaliteit voor deze individuele patiënte en haar directe
omgeving betekent. Het praktische probleem is hier vaak dat één van de partijen heeft afgesproken alvorens overleg te houden met de andere partij of
deskundige.
De MOC is voor deze casus zeker al een stap in de goede richting. Toch dringt
verfijning zich op en ook verruiming van deze aanpak naar andere disciplines.
Arts - patiënt - arts
Kwaliteitsvolle gezondheidszorg gaat over veel meer dan de zorg van de arts
voor zijn patiënt. Het betreft inderdaad kwaliteitsvolle zorg voor de individuele
patiënt, die een centrale plaats bekleedt, maar ook de integrale opvang van de
lokale bevolking in de huisartsenpraktijk en de opvolging en begeleiding ook
ver daarbuiten.
134
nr.3 september 2014 | A. Vesalius
Artsen en andere zorg- en hulpverleners hebben dus een ruimere taak dan
enkel de zorg voor het individu in de eigen praktijk. Een belangrijk aspect dat
hier behandeld werd, is de multidisciplinaire samenwerking en de transmurale
zorg waarmee de meeste patiënten wel te maken hebben. Kwaliteit betekent
hier, dat er ook duidelijke spelregels bestaan over dit samen praten en samen
handelen rond en over onderzoek, diagnosestelling, behandeling en diverse
zorgen voor de patiënt. Een open communicatie tussen alle actoren is hier essentieel en vraagt zeker nog een aantal duidelijke afspraken en evaluaties.
Em. prof. dr. C. Geens
Voorzitter ALFAGEN
Nieuws van Alfagen
Si non e vero
Ik vermoed dat deze epidemie voor een
goed deel veroorzaakt is door Dr. Spock
die aanprees kinderen vrij en ongedwongen en ongestraft te laten opgroeien.
Bij onze geboorte krijgen wij hersenen
mee die ongeveer alles kunnen, op voor-
© Shutterstock
Zien en afzien
Ik lees in de krant dat een groeiend aantal volwassenen werkonbekwaam is
door burn-outs, chronisch vermoeidheidssyndroom, fibromyalgie en andere
nog onbenoemde ziekten, die allen dit gemeen hebben: de afwezigheid van
objectiveerbare, meetbare lichamelijke afwijkingen. Dit kan niet anders, want
de oorzaak ligt in de hersenen, dit wonderbaarlijk complex orgaan dat zich in
ons lichaam verschuilt achter de ‘bloodbrain barrier’. We kunnen het ondervragen maar kunnen het niet onderzoeken.
De huidige onderzoeksmethoden zijn
veel te grof.
135
A. Vesalius | nr.3 september 2014
waarde dat zij het tijdig leren. Als een kind gedurende de eerste twee levensjaren niet leert zien, dan kan het later nooit zien. Wat geldt voor het zien, geldt
allicht ook voor het afzien. Als een kind nooit ervaart wat afzien is, vrees ik dat
het een onvoldoende aantal ‘voel-je-goed’ neuronen ontwikkelt die nodig zijn
om na tegenspoed weer levenslust te ontwikkelen. Wat men jong niet heeft
geoefend, kan later onbereikbaar zijn. Em. prof. dr. Luc Missotten
Van de galg
Hoe dikwijls heb ik horen beweren en herhalen dat Vesalius zijn skelet samenstelde uit een lijk dat hij plukte van de galg die opgesteld stond op de plek waar
nu het universitair ziekenhuis Gasthuisberg staat. Sinds enkele tijd weet ik het
zeker: deze bewering is onjuist.
Waarop steunt mijn overtuiging en waar stond de galg dan wel? Ik kreeg
de hulp van twee medestudenten van Andreas Vesalius: Gemma Frisius en
Jacob van Deventer. Jacob was de oudste, Andreas de jongste. Alle drie hadden
in Leuven geneeskunde gestudeerd, maar daarna was hun beroepsactiviteit
zeer verscheiden.
Gemma Frisius werd professor aan de Leuvense universiteit en was, in de
woorden van Vesalius, "zowel een geleerd geneesheer als een door weinigen
geëvenaard wiskundige". In 1533 publiceerde Frisius zijn ‘Libellus de locorum
describendorum ratione’, een methode om met trigonometrie nauwkeurige
opmetingen te verrichten van plattegronden zonder dat men deze moet betreden. Kort nadien, in 1537, liet hij deze handleiding in het Nederlands drukken:
‘Een boecxken seer nut ende profitelic ...’ (zie fig. 1)
Met behulp van deze methode heeft Jacob van Deventer stadsplannen getekend die zo nauwkeurig waren, dat Keizer Karel hem de opdracht gaf alle
steden in de Lage Landen in kaart te brengen. Ongeveer tweehonderdzestig
plattegronden heeft van Deventer gemaakt; het stadsplan van Leuven was
allicht het eerste. (zie fig. 3)
Er staat geen datum op dit plan, maar het dateert van tussen 1537 en 1542,
want de toren van de Sint-Pieterskerk wordt er afgebeeld zonder torenspits.
136
nr.3 september 2014 | A. Vesalius
Fig. 1: Een boecxken seer nut ende profitelic allen Geographiens / leerende hoemen eenighe plaetsen beschrijven ende het verschil oft distancie der selver meten zal / welch te voren nopt ghesien en is gheweest /
ghemaeckt by Gemmam Frisium Mathematicien ende Licenciaat inde Medicijnen.
Die werd er in 1542 op geplaatst. (zie fig. 2)
Hoe van Deventer te werk ging, kan men afleiden uit
het prachtige stadspanorama dat Jodocus vander Baren
tekende voor Justus Lipsius’ boek ‘Lovanium’. Fig. 4
toont een deel van dit panorama.
Waarschijnlijk werkte van Deventer als volgt:
Hij kocht de nodige precisie-instrumenten: een vizier met hoekmeter, Astrolabium of Scala geometrica, die Frisius samen met een juwelier in zijn werkplaats liet bouwen. (Een professor moet toch van
iets kunnen leven). Dan installeerde hij zich met zijn
‘boecxken’ op de hoogste verdieping van de Mechelse stadspoort, vanwaar hij een goed zicht had op Fig. 2: (detail uit fig. 3) Het centrum van Leuven. Boven: de SintLeuven. Met een vizier registreerde hij, één voor één, Pieterskerk, met een plat dak op
de hoek tussen de ‘Verloren Kost’ wachttoren en alle de toren. Onder: het Stadhuis
andere torens en gebouwen die hij kon zien, en noteerde die op zijn planchet. Daarna installeerde hij zich in de Verloren Kost toren en hernam de hoekmetingen, ditmaal tussen het Mechelse Poortgebouw
en de gebouwen in de stad. Waarschijnlijk herhaalde hij deze metingen vanuit
andere observatieposten om delen van de stad, die hij niet goed kon zien van137
A. Vesalius | nr.3 september 2014
Fig. 3: van Deventer’s eerste stadsplan van Leuven, getekend in ± 1537, bewaard in de Koninklijke Bibliotheek
van België. De fijne details van het plan zijn bij deze vergroting niet zichtbaar. De kleine circel heb ik toegevoegd.
uit de eerste opstelling, ook op te meten. De afstand tussen Mechelse Poort
en de Verloren Kost was gekend. Dit volstond om met Gemma Frisius’ handleiding deze waarnemingen om te zetten in een nauwkeurige plattegrond van
de stad. Het resultaat (zie fig. 3) wordt bewaard in de Koninklijke Bibliotheek
van België.
138
nr.3 september 2014 | A. Vesalius
Fig. 4: Gedeelte van het panorama van Leuven getekend door Jacob vander Baren omstreeks 156O. Op de
voorgrond: de Mechelse Poort (11), daarboven: de Borght (12), rechts: de Verloren Kost (1O), rechtsboven: de
Wijngaardpoort (= huidige Brusselsepoort) (9), daarboven: de Kalvarenberg (C).
Na deze ‘korte inleiding’ komen wij tot de vraag: haalde Vesalius zijn kadaver
bij een galg op de Gasthuisberg?
Ongeveer op de plaats waar het huidig universitair ziekenhuis staat, tekende
van Deventer een kapel en een klein huisje gelegen aan de splitsing van een
weg die vertrekt aan de Brusselse Poort (in Vesalius’ tijd Wijngaardpoort genoemd). Op Deventer’s kaart heb ik het gemerkt met een circel. Deze kapel
is ook zichtbaar op het panorama dat kunstenaar Jodocus vander Baren in
± 1560 tekende als illustratie voor Justus Lipsius’ boek over Leuven. Daar
wordt de naam van de kapel vermeld: Kalvarenberg of Calvarieberg.
Het woordenboek van Brabantse dialecten leert dat een Calvarieberg een
monument is, voorstellend Christus aan het kruis geflankeerd door Maria
en Maria Magdalena. In Brabant waren ze talrijk. Een recente foto van de
Calvarieberg in Messelbroek (zie fig. 5) toont dat het volk nu nog, in benarde
139
A. Vesalius | nr.3 september 2014
tijden, als tijdens een wereldkampioenschap voetbal, steun
zoekt bij de Calvarieberg.
De Calvarieberg lag aan een weg
die vertrekt aan de Brusselse
Poort (Wijngaardpoort) en die na
zowat 500 meter in vier takken
splitst. Met een stevig vergrootglas kan men op van Deventer’s
kaart het monumentje zien of
tenminste vermoeden: men ziet
duidelijk de schaduw van het
kruis van de Calvarieberg op de
gevel van de kapel. Op de kaart
van ± 1537 stond er, behalve
de kapel, maar één klein huisje
op die plek, maar honderd jaar
Fig. 5: De Calvarieberg in Messelbroek tijdens het wereld- later, in 1635, op de kaart van
kampioenschap voetbal. Maria Magdalena supportert voor de Blaeu, telt het gehucht al een
Rode Duivels.
dozijn woningen. Deze weg en
dat gehuchtje verdwenen waarschijnlijk bij de aanleg van de nieuwe, brede, rechtlijnige Brusselse Steenweg
in 1706-9.
Deventer’s kaart is zo nauwkeurig, dank zij de driehoeksmetingen, dat men ze over
het huidige stadsplan kan
leggen. Hieruit blijkt dat de
Calvarieberg op het verste
deel van de parking De Villa
van de UZ Gasthuisberg stond,
in de buurt van de Sellekensstraat. Volgens van Deventer
stond daar geen galg. Het is
trouwens ondenkbaar dat men
een galg zou oprichten in de
140
Fig. 6: (detail uit fig. 3) De Calvarieberg
nr.3 september 2014 | A. Vesalius
buurt van huizen. Calvarie betekent schedelplaats, misschien heeft iemand
dat aanzien als een terechtstellingplaats.
Er is geen twijfel mogelijk: op de Gasthuisberg noteerde van Deventer geen
galg maar wel een Calvarieberg. De Leuvense galg waar Vesalius zijn skelet
roofde, stond niet op de Gasthuisberg.
Wordt vervolgd.
PS Waar dan wel? Als u niet kunt wachten tot het volgende nummer van dit
tijdschrift, dan raad ik u aan na 1 oktober een bezoek te brengen aan het
Anatomisch Theater, waar u de galg kunt ontdekken op het reuzegrote en uiterst gedetailleerde stadsplan van Leuven in Vesalius’ tijd. (ALFAGEN’s bijdrage tot het stadsbreed Vesaliusproject). Lukt dat niet, ga dan naar de website:
uurl.kbr.be/1043830, daar toont de Koninklijke Bibliotheek het Leuvens stadsplan door van Deventer. Op die site kun je die kaart gemakkelijk doorzoeken en
vergroten om de galg te vinden.
Em. prof. dr. Luc Missotten
Bibliografie
Justus Lipsius. Leuven, beschrijving van de stad en haar universiteit.
Latijnse tekst met inleiding, vertaling en aantekeningen door Jan Papy.
Lovaniensa vol 09,
Woordenboek der Brabantse dialecten. Deel III, sectie 3 aflev.3 Kerk en Geloof.
Ed. Koninklijke Van Gorchum, 2004
Ereleden 2014
Een bijzonder dankwoord gaat naar onze groeiende groep ereleden die jaarlijks hun erelidbijdrage (€ 150) storten. ALFAGEN kan dankzij deze alumni
een aantal activiteiten steunen en opzetten. Ereleden worden daarom door
ALFAGEN als echte VIP’s behandeld en kunnen rekenen op bijzondere aandacht
en zorg bij diverse activiteiten. De geüpdatete namenlijst kan u steeds vinden op:
www.vesaliusonline.be. Nieuwe ereleden zijn natuurlijk nog altijd meer dan welkom!
141
A. Vesalius | nr.3 september 2014
DokterAGTEN
Clement
Dokter
Dokter
Dokter
Dokter
Dokter
Dokter
Dokter
Dokter
Dokter
Dokter
Dokter
Em. prof. dr.
Dokter
Dokter
Dokter
Em. prof. dr.
Prof. dr.
Dokter
Prof. dr.
Dokter
Em. prof. dr.
Prof. dr.
Dokter
Dokter
Dokter
Prof. dr.
Maurits
Emile
Emmanuel
Luc
Jan
Jan
Elisabeth
Paul
Marc
Hubert
Maria
Chris
Pieter
Frank
Stefaan
Jaak
Daniel
André
Joannes
Gustaaf
Frans
Philippe
Paul
Maria
Eric
Chris
BIESBROUCK
BOULPAEP
BRACKE
BROECKAERT
CALLEWAERT
DE PAEP
DE WITTE
DEPUYDT
DEROOVER
FLORE
FLOUR
GEENS
GEUSENS
GOES
HEYLEN
JAEKEN
KNOCKAERT
LEONARD
MENTEN
NIETVELT
VAN DE WERF
VAN HOOTEGEM
VANDER DONCK
VANSTEENKISTE
VERHOEVEN
VERSLYPE
Tijdens het Vesaliusjaar ontvangt u als erelid van
2014 een unieke Vesaliusmedaille
Em. prof. dr. C. Geens
Voorzitter ALFAGEN
142
nr.3 september 2014 | A. Vesalius
Bijzondere editie ‘ALFAGEN Therapiedag 2014’
Aankondiging
Prof. Dr. Jan Goffin, decaan van de Faculteit Geneeskunde, en de leden van het faculteitsbestuur nodigen u van harte uit op de Academische zitting ter gelegenheid van:
‘50 jaar Nederlandstalige
Faculteit Geneeskunde’
zaterdag 4 oktober 2014 te 10 uur
Bent u geïnteresseerd? Contacteer ons dan via
[email protected]
U ontvangt het volledige programma en praktische informatie in de loop
van september 2014.
Programma
Welkom
Rector Rik Torfs
&
Prof. Dr. Jan Goffin
Prominente sprekers belichten markante
ontwikkelingen in verschillende aspecten
van de gezondheidszorg.
Zo schetsen ze de evolu?e van de Faculteit Geneeskunde de voorbije vijf decennia. Onderwijs Prof. dr. Bernard Himpens Onderzoek Em. prof. dr. Albert Baert & Em. prof. dr. Jean-­‐Jacques Cassiman Maatschappij Prof. dr. Frank Vandenbroucke Universitaire ziekenhuizen Leuven Em. prof. dr. Jan Peers Slotwoord Dr. Liesbet Nys Publica?e '50 jaar Nederlandstalige Faculteit Geneeskunde'
U bent ook welkom op de feestelijke receptie achteraf!
Lezersbrieven
Reacties van lezers zijn een eerder zeldzaam verschijnsel op onze redactie,
maar daarom niet minder welkom. En wanneer wij dan een uitgebreid en weldoordacht antwoord op een editoriaal mogen ontvangen van een zeer gewaardeerde ‘éminence grise’ van onze faculteit, dan openen wij hiervoor een nieuwe
rubriek ...
Zoals u hierna kunt lezen, heeft professor J. Gruwez nog steeds een eigen en
goed onderbouwde mening en is hij best fier op de realisaties van onze gezondheidszorg. Ook blijft hij sterk geïnteresseerd in de verdere ontwikkeling ervan.
In mijn persoonlijk antwoord aan de auteur heb ik gesteld dat zijn commentaar
best terecht is, maar dat mijn grote zorg gaat naar de bereikbaarheid van de
aangeboden zorgen voor de steeds groeiende groep kansarmen. Wij moeten
namelijk onze kwaliteitsvolle gezondheidszorg voldoende openstellen voor de
143
A. Vesalius | nr.3 september 2014
steeds groter wordende groep mensen die het niet alleen erg moeilijk hebben,
maar ook om zeer diverse redenen niet aan de juiste zorg geraken. Voortdurende innovatie en ruime creativiteit binnen het huidige systeem blijven een
dwingende noodzaak. Professor J. Gruwez denkt hier vast niet anders over.
Veel leesgenot. Wij kijken uit naar meer reacties van onze alumni.
Em. prof. dr. C. Geens
Voorzitter ALFAGEN
Prof. Dr. Jacques A. Gruwez
Hon. FRCS ENG., FRCS hon. EDIN.
Chirurgie
Heverlee, 14 maart 2014
Mijnheer de Voorzitter,
Ik heb uw editoriaal in het laatste nummer van Vesalius grondig gelezen.
Het druipt van het pessimisme! Ik vraag mij wel af waarom u spreekt
over een 5 voor 12 voor de Belgische gezondheidszorg, daar waar we
ervaren dat vele andere Europeanen verzorging zoeken in onze Belgische ziekenhuizen en verscheidene van onze prominenten specialisten
zo hoog in den vreemde geapprecieerd worden?
En denkt u werkelijk dat de gezondheidszorg erop zal vooruitgaan omdat
ze onder de bevoegdheid van de gemeenschappen zal vallen? Waarom
stelt u dat de "kwaliteit van onze gezondheidszorg" niet goed is? Hebt
u wel van bv. het Francis Report gehoord over de catastrofale gezondheidszorg in bepaalde ziekenhuizen in Groot-Brittannië?
Eerder dan te spreken over "gewoonte" en "overtuiging" zou men het
kunnen hebben over "ervaring" en "opleiding"!
Dat "verscheidene nationaliteiten, jeugdwerkloosheid en kansarmoede"
een rol spelen in de volksgezondheid is een complicerende factor, maar
geen pejoratief aspect van de zorg zelf!
144
nr.3 september 2014 | A. Vesalius
Wat bedoelt u met de "integratie van de
gezondheidszorg"? En wat betekent "automatisatie van de gezondheidszorg"?
Bedoelt u "digitalisering?"
"Multidisciplinaire praktijk" is evident,
maar mag de "gepersonaliseerde geneeskunde" niet vervangen! In welke
zin zou u de intramurale geneeskunde
herstructureren? En wat bedoelt u
met "de ziekenhuizen moeten hun
programmatie afstemmen op de reële noden?" U spreekt over "technologische hoogstandjes"! U bent toch
niet tegen de vooruitgang van de
technologie in de geneeskunde?
4
A. Vesaliu
s | nr.1 maa
rt 2014
Editoriaal
Ons syste
em van ge
zondheids
zo
rg
Na meer
dan 40 jaa
r werken
huisartse
in een
npraktijk
in Vlaand
de rand
eren, in
van onze
hoofdstad
het tijd om
, wordt
vanuit dez
e ruime erv
enige reflec
aring
tie neer te
de toesta
schrijven
nd van de
over
gezondhei
in Vlaand
dszorg
eren.
zijn met opz Ook het jarenlang
bezig
etten van
wetensch
lijke studie
appedagen en
het begele
honderden
iden van
studenten
maken ons
enige mate
ook ervarin
in
gsd
deze mater
ie. De verder eskundige in
e uitbouw
een aangeb
van onze
oden zorg
eigen multid
van degelij
te vertellen
isciplinaire
k niveau,
over de Vla
praktijk me
geeft ons
amse gez
over deze
het recht
t
ondheidsz
materie, het
om een ver
org. Ook het
blijvend con
de opleiding
haal
voortdure
tact met de
, lidmaatsch
nd nadenk
realiteit via
ap van zee
ziekenhui
en
zen, univer
r diverse rad
blijvend act
siteit en bas
ief zijn in
en van bes
samenvatt
tuur en com
isgezondh
ing te ma
eidszorg dw
ken van de
missies in
gezondhei
ingen mij
vele tekste
dszorg nee
om een kor
n en
rschreef en
te
die er divers verhalen die ik reeds
e aspecten
over onze
Met alle res
van belich
pect voor
ten.
bevriende
dere deskun
medische
digen ter
wetensch
zake, die reg
ik hier toc
appers, min
h een and
elmatig de
isters en
er verhaa
vinger op
het niet heb
anl te vertell
de wonde
ben over
en dat de
leggen, we
het feit dat
gezondhei
innovatie
ns
het nu ‘vijf
dszorg, die
voor twaalf voorbijgaat. Ik wil
momente
haar koppos
el onder de
is voor de
itie binnen
middelma
Belgische
Europa kan
bij, maar ove
at evolue
innemen’
r de contin
ert
en opnieu
, want daa
gentering
w
r voel ik we
heb ik die
inig emotie
des te me
Sinds de bijz
er.
ondere we
t van 8 aug
de bevoeg
dheid van
ustus 198
0 behoort
de gemeen
de gezond
schappen.
heidszorg
Ook al heb
tot
ben meerd
ere staats
van nog nie
hervormin
t concreet
gen op rij
gemaakt,
de praktis
toch moete
che realisa
n wij vastst
tie hierellen dat het
met de kw
a-
En waarom moet het UZ Leuven meer dan andere
goedwerkende ziekenhuizen "de bakermat worden van de toekomstige
Vlaamse en Europese gezondheidszorg"? Andere centra mogen daar
wellicht ook aan bijdragen?
Ik geef u wel volmondig gelijk wanneer u het hebt over "de belangrijke
rol van gewoonte en overtuiging" of over uw scepticisme (dat ik met u
deel) over de organisatie voor "chronische ziekten" en "multipathologie".
Toch vraag ik mij af, Mijnheer de Voorzitter, of we moeten veronderstellen dat uw defaitistische beschrijving van onze gezondheidszorg het resultaat is van een negatieve ervaring van uw loopbaan of gewoon het
resultaat is van de coïncidentie van de nood aan een editoriaal en een
zwaarmoedige bui?
Met bijzondere hoogachting,
Jacques Gruwez
145
A. Vesalius | nr.3 september 2014
Nieuws van de faculteit
Promotieviering artsen:
toespraak dr. Philippe Gillis
(26 juni 2014)
Geachte rector,
Geachte decaan,
Geachte professoren,
Geachte promovendi,
Geachte dames en heren,
Als Alumnus van het voorbije jaar komt me de eer toe om u, de promovendi,
namens de Alumnivereniging van de Faculteit Geneeskunde, ook afgekort onder de naam van ALFAGEN, u hartelijk te feliciteren en tevens de alumnivereniging ALFAGEN u meer kenbaar te maken.
Misschien wist u het niet, maar behalve de titel arts draagt u vanaf vandaag
ook de bijkomende belangrijke eervolle titel van ‘Alumnus Lovaniensis’, ‘Alumnus van de Faculteit Geneeskunde van de KU Leuven’. Want wanneer we hierover de woordenboeken en de elektronische versie op ‘Wikipedia’ raadplegen,
betekent alumnus: hij die aan een universiteit of hogeschool is afgestudeerd.
Meer en meer zien we dat aan verschillende universiteiten alumniverenigingen
opgericht worden om de netwerking onder de afgestudeerden te bevorderen.
U mag terecht fier zijn alumnus te zijn van één van de oudste en meest prestigieuze universiteiten van het vasteland. Bovendien staat deze medische faculteit nationaal en internationaal zeer hoog aangeschreven voor haar baanbrekend onderzoek, publicaties, patiëntenzorg en haar bekommernis om het
medisch onderwijs aan te passen aan de huidige noden van de 21ste eeuw.
Als Alumnus Lovaniensis bevindt u zich in goed gezelschap als Andreas Vesalius
(dit jaar wordt door ALFAGEN zijn 500ste geboortedag intens gevierd);
prof. Lemaitre, beroemd om zijn revolutionair inzicht over het ontstaan van
het heelal en de Big Bang theorie; prof. Verstraeten en prof. Desiré Collen met
hun wereldvermaard hemostaseonderzoek; prof. Peter Carmeliet als paus
in de angiogenese; prof. Mathieu, met haar gelauwerd diabetes onderzoek;
146
nr.3 september 2014 | A. Vesalius
prof. Jaak Jaeken die meerdere voorheen onbekende metabole aandoeningen
kon in kaart brengen en zoveel meer boeiende mensen.
In de middeleeuwen zou men een alumnivereniging als ALFAGEN als een gilde
omschrijven, de gilde van de chirurgijnen, heden ten dage in bepaalde patiëntengroeperingen als een zelfhulpgroep, doch ALFAGEN is inhoudelijk zoveel
rijker en heeft een belangrijke missie als doelstelling.
Als arts alleen zullen er dagen zijn waarop we graag met gelijkgestemden willen
overleggen, en algemeen leven we niet op een eiland maar is het belangrijk naast
een stabiel thuisfront ook in een netwerk te kunnen participeren met het moederhuis, met vrienden en inspirerende collega’s. Behalve ons specifiek geneeskundig werk zijn sociale en culturele contacten essentieel om een evenwichtige
balans te realiseren tussen werk, gezin, vrienden, ontspanning en wereldbeeld.
En hier tracht ALFAGEN, de alumnivereniging van deze faculteit, aan tegemoet
te komen en biedt zij haar leden een platform aan om een inspiratie te zijn
voor haar mede-collega’s alumni.
De hoofdtaak van onze vereniging is het informeren van oud-studenten over
de wetenschappelijke, onderwijskundige, culturele en sociale actualiteit binnen de KU Leuven alsook netwerken uit te werken die, onder andere in het
verleden, gezorgd hebben voor goede stageplaatsen voor stagiairs en assistenten. Actieve leden krijgen ook viermaal per jaar het tijdschrift A.Vesalius,
krijgen de Campuskrant en hebben allerlei lidmaatschapsvoordelen als: gratis toegang tot de bibliotheek, korting op het abonnement van het sportkot,
kortingen bij Acco, culturele activiteiten en universitaire concerten en zoveel
meer. Hiervoor verwijs ik graag naar de website van ALFAGEN.
Ongelooflijk boeiend zijn de maandelijkse causerieën in de universiteitshallen
georganiseerd door de overkoepelende Alumnus Lovaniensis rond belangrijke
maatschappelijke thema’s onder de hoofding ‘Kennis en Maatschappij’, lezingen gegeven door topmensen in hun vakgebied met accenten die inzichtelijke
en wetenschappelijke beschouwingen zijn over zowel pure wetenschap, economie, politiek, muziek, cultuur en maatschappij.
Al deze inspirerende activiteiten geven ons als arts een breder inzicht in de
maatschappelijke context waarin we leven en werken, en helpen ons verder
147
A. Vesalius | nr.3 september 2014
148
© KU Leuven - Rob Stevens
nr.3 september 2014 | A. Vesalius
149
A. Vesalius | nr.3 september 2014
te ontwikkelen in ons mens- en arts zijn, en het begrijpen van en inleven met
de patiënt.
De meer specifieke activiteiten van ALFAGEN, naast die van de overkoepelende
Alumnus Lovaniensis, zijn: de jaarlijkse ledenvergadering, medische studiedagen allerhande, lenteconcerten, de therapiedagen, de seminaries, de Vesaliusleergangen, de viering van de Alumnus van het Jaar en de logistieke ondersteuning bij de promotiejaargangen onder andere na 5, 10, 25, 30, 40 en 50 jaar
afgestudeerd zijn waarbij het fijn is de vrienden van vroeger weer te zien.
Wat ik nog niet heb besproken, en door mij en de ganse alumnivereniging bijzonder gekoesterd wordt, is de afdeling Ontwikkelingssamenwerking binnen
ALFAGEN.
De zustervereniging ‘Ontwikkelingshulp, Geneesheren en Apothekers Alumni
Leuven’, opgericht in 1977, heeft als hoofdopdracht: het steunen en bevorderen van ontwikkelingswerk, gerealiseerd door artsen en apothekers
alumni van de KU Leuven. Dit jaar werd in dit kader ook de tweejaarlijkse
‘Prijs Prof. Van De Pitte’, toegekend aan prof. Muyembe van de universiteit
van Kinshasa en dr. Armand Van Deun, beiden microbiologen opgeleid hier in
Leuven, werkzaam in Afrika en aan het Tropisch Instituut van Antwerpen en
gelauwerd vooral voor hun begeleiding in PhD's en hun werk rond tuberculose.
Naast steun aan eigen derdewereldprojecten van alumni ligt het hoofdaccent op medische universitaire opleiding van een broodnodig wetenschappelijk kader, met vooral aandacht voor doctorale opleiding van veelbelovende
Congolese jonge artsen, en ondersteunen van klinisch wetenschappelijk onderzoek.
Deze activiteiten worden voornamelijk uitgevoerd door alumniprofessoren
werkzaam in het UZ Leuven. Ook participeert ALFAGEN in projecten van LUMOS
(Leuvense Medische Ontwikkelingssamenwerking en Solidariteit) met projecten
in Kameroen, Congo en Rwanda, waarbij de aandacht gaat naar duurzame capaciteitsopbouw, en dit in samenwerking met artsen, verpleging van UZ Leuven en
van de netwerkziekenhuizen alsook aanverwante faculteiten.
En u begrijpt dat al deze activiteiten, zowel hier als overzee, toch wel geld kosten en dat uw actief lidmaatschap en milde steun derhalve onontbeerlijk zijn.
150
nr.3 september 2014 | A. Vesalius
Het is een bescheiden en zinnig lidmaatschap dat voor pas afgestudeerden
slechts 25 euro bedraagt en kan aangevuld worden met een vrijwillige fiscaal
aftrekbare storting voor het ontwikkelingsfonds.
U bent vandaag ongetwijfeld en terecht heel gelukkig met het bereiken van
een reeds lang gepland einddoel! Geluk is het enige in het leven dat zich vermenigvuldigt door het te delen. Deel en verhoog uw geluk en solidariteit met
de pas afgestudeerde jonge collega’s in derdewereldlanden met zoveel minder
mogelijkheden dan hier en treed toe tot de wereldgrote solidariteit van alumni.
Ik wil eindigen met een persoonlijke boodschap: ik wens jullie allen proficiat
met uw keuze voor het mooiste beroep op aarde; blijf levenslang uw oorspronkelijke doelstellingen en passie getrouw en ondersteun waar ook uw collega’s
alumni. Sta op uw beurt ook paraat om de functie van opleider van jonge collega’s in wording op te nemen, dit in samenwerking met en de ondersteuning van deze universiteit, faculteit en alumnivereniging.
Ik dank u
Dr. Philippe Gillis
Medica
60 jaar Medica: een jubileumjaar!
This house is clean enough to be healthy and dirty enough to be
happy. Dit is een mooie typering van Medica zoals we het vandaag kennen. Ook al zijn er soms strubbelingen, we zijn en blijven één grote familie, al 60 jaar! Ieder jaar wordt onze familie groter en hechter. Het jubileum
doet natuurlijk de vraag rijzen: hoe is dit sprookjesverhaal begonnen? Hieronder volgt een korte schets van onze geschiedenis gebaseerd op het artikel van
Jan Blykers, gepubliceerd in Aktu op 11 maart 2013.
Wanneer we teruggaan in de tijd, dan zien we dat er van Medica of Doc’s Bar
nog geen sprake was. Maar iedereen weet: waar studenten zijn, zijn verenigingen nooit veraf. En destijds was er voor de studenten geneeskunde een ruime
keuze.
151
A. Vesalius | nr.3 september 2014
Medica’s voorloper
Vooreerst was er Taal en Kennis, een overkoepelende en uitgesproken Vlaamsgezinde vereniging uit 1902 als reactie op het Franstalig overaanbod aan verenigingen. Een vereniging met oorspronkelijk meerdere afdelingen voor de
verschillende opleidingen, waar de geneeskundige tak dus slechts een deel
van was. Stuk voor stuk
verdwenen die afdelingen
tot uiteindelijk Taal en Kennis vereenzelvigd werd met
de geneeskundige afdeling. Verder waren er ook de
St.-Lucasgilde, een deontologische kring voor alle
Vlaamse artsen en artsen
in spe, Pteron, de kring voor de geneeskundige pendelstudent, en had elk jaar
een eigen jaarkring. In 1945 vormden Taal en Kennis, de St.-Lucasgilde, de Farmaceutische Kring en de Kring der Lichamelijke Opvoeding samen de Geneeskundige Federatie. Deze vertegenwoordigde de studenten verbonden aan de
opleidingen van de toenmalige Faculteit Geneeskunde in de Confederatie der
Leuvense Kringen.
Afsplitsen en overkoepelen
De Federatie was slechts een kort leven beschoren want in ’54-’55 bereidde
Dolf Holemans de afsplitsing voor van een ‘Centrale Raad’. Het academiejaar
erna had de student geneeskunde een eigen faculteitskring. Tegelijk was het
een afsplitsing en een overkoepeling, want die verenigingen bleven nog verschillende tientallen jaren bestaan. De samenwerking van Taal en Kennis, de
St.-Lucasgilde, Pteron, de zeven jaarkringen en het medische wetenschappelijke magazine Palfijn leidde tot de geboorte van Medica. Rik Vandekerckhove,
die het later schopte tot minister van Wetenschapsbeleid, beet de spits af als
praeses.
Taal en Kennis, Pteron, de St.-Lucasgilde, ze bleven nog even bestaan binnen
Medica, maar doofden geleidelijk uit en wie er nu nog iets van wil terugvinden
moet al behoorlijk diep graven. Palfijn was standvastiger en bleef decennia
lang bestaan in een knipperlichtrelatie met Medica. Nu eens Medica’s vlaggenschip, dan weer een radicaal onafhankelijk blad ‘voor alternatieven in de
geneeskunde’: het verloor om de zoveel jaar zijn vaste klanten en de concur152
nr.3 september 2014 | A. Vesalius
rentie met de meer standvastige studentenbladen (lees: Akuut) nekte zijn populariteit. Sinds de jaren ’80 daalde het aantal medewerkers, exemplaren en
edities, maar het duurde tot in 2011 voor Medica het blad definitief ten grave
droeg, een beslissing die menig Medicaminnend hart beroerde. Het blad heeft
een grotere geschiedenis dan Medica zelf en Medica is nu een van de weinige
grote Leuvense kringen zonder periodiek verschijnend magazine. De Aktu’s
vullen dat gemis niet op, maar trachten terug bekendheid en interesse op te
wekken bij het lezerspubliek. Het was immers het gebrek daaraan dat het blad
de das omdeed.
Het Medicahuis
Een faculteitskring heeft uiteraard nood aan een huis, een vaste stek, wat
Medica in de beginjaren werd geboden in het Bellarmino op het Pater
Damiaanplein dankzij de gastvrijheid van een zekere pater Fimmers. In 1962
vormde de praeses Jan Goris Medica om tot een vzw en maakte het zo mogelijk om datzelfde jaar nog in een eigen fakhuis te trekken. De oplettende lezer
heeft nu al door dat dat onmogelijk het 25-jarige Doc’s Bar kan zijn. Effectief, na het krappe secretariaat op het Pater Damiaanplein huurde Medica een
bouwval in de Onze-Lieve-Vrouwstraat.
Onder Jan Carlier ('70-'71) verhuisde Medica van nr. 6 naar nr. 2 in dezelfde
straat, maar het eerste echte Medicahuis werd onder Jos De Smedt (’76’77) aangekocht in de Tervuursestraat nr. 9. Het is pas na al deze omzwervingen dat Medica in ’87-’88 haar intrek nam in Doc’s Bar, en de rest is
geschiedenis.
153
A. Vesalius | nr.3 september 2014
Evolutie
In het prille begin was Medica enkel een Centrale Raad, bedoeld om de verschillende verenigingen, die elk een sterke onafhankelijke werking hadden, te coördineren. Geleidelijk aan kwamen er werkgroepen op initiatief van Medica zelf.
Een van de eerste was bijvoorbeeld de werkgroep Sport, die voetbalwedstrijden organiseerde tussen de jaarkringen. Later kwamen er ook de cursusdienst
en werkgroepen voor internationalisering en cultuur. Tegelijkertijd werden de
oorspronkelijke verenigingen minder populair en in de loop van Medica’s geschiedenis zijn die dus volledig verdwenen. De huidige structuur van Medica
is dubbel: enerzijds is het een faculteitskring met een dagelijks bestuur dat
Kernraad heet en een strategisch beslissingsorgaan dat historisch nog steeds
de Centrale Raad of kortweg CeRa genoemd wordt. Op de tweewekelijkse CeRa
komen de werkgroepverantwoordelijken en de jaarverantwoordelijken samen,
maar deze is open voor elk Medicalid en de verslagen worden openlijk gepubliceerd in Akuut. Deze doorgedreven openheid is iets waar Medica zo trots op
is, maar had ook tot gevolg dat er nood was aan een Kernraad die gevoelige
thema’s toch besloten kon bespreken. Deze Kernraad kan je de ‘top negen’
noemen: de praeses, vice-praeses, beheerder, secretaris, onderwijsverantwoordelijken, cursusdienstverantwoordelijke, WG Sociaal-verantwoordelijke
en barverantwoordelijke. Beslissingen die deze personen nemen kunnen zo’n
grote impact hebben dat ze de verantwoordelijkheid onderling delen. Maar als
het dagelijks bestuur gesloten is, heb je natuurlijk communicatielijnen nodig
van de werkgroepen naar de Kernraadleden. De jaarraden worden bijvoorbeeld
opgevolgd door de praeses, de meeste ‘activiteitenwerkgroepen’ (Aperitiefconcert, Ski, Halftime ...) door de vice-praeses en Akuut door de secretaris. Medica
groeide zo van een centraliserend overlegorgaan naar een sterk hiërarchische
organisatie.
Doorheen de jaren kende Medica vele gezichten maar één ding is niet veranderd, namelijk de vriendschap en het plezier. Laat ons hopen dat
dit nog vele jaren mag bestaan. Dit academiejaar bestaan we
60 jaar en dit jubileum wordt gevierd met allerlei activiteiten.
Hopelijk mogen we u hierop ook verwachten.
Michiel Vandenbosch (vice-praeses)
154
nr.3 september 2014 | A. Vesalius
BMW
Promotieviering BMW:
toespraak prof. dr. Kim De Keersmaecker (3 juli 2014)
Geachte heer rector,
decaan en vicedecaan,
programmadirectrice,
professoren,
promovendi en ouders, familie en vrienden
Vooreerst ook van mij een zeer hartelijke proficiat aan alle promovendi hier
vandaag maar zeker ook een even welgemeende proficiat aan alle mensen die
hebben bijgedragen tot het opleiden en ondersteunen van al de jonge mensen
die hier vandaag hun diploma halen.
© KU Leuven - Rob Stevens
When I was asked a while ago to give a short speech on this celebration today,
I realized that it was exactly ten years ago that I was sitting here myself as one
of the students obtaining the degree of master in biomedical sciences. At that
155
A. Vesalius | nr.3 september 2014
time, the training in biomedical sciences was still quite new here at the university. In fact, ten years ago it was only the second year that students were
graduating in biomedical sciences.
Ik ben ervan overtuigd dat, net als destijds voor mij, de opleiding BMW voor de
promovendi onvergetelijke jaren zijn geweest:
• Dankzij de universiteit en de professoren zijn jullie omgevormd van dummies tot heuse experten in de BMW.
• Jullie hebben hier in Leuven allicht heel veel nieuwe mensen leren kennen en
mooie vriendschappen opgebouwd.
• Jullie hebben geleerd op eigen benen te staan en nog zo veel meer.
Ik kan me dan ook voorstellen dat er een aantal onder jullie zijn die wat met
weemoed terugkijken op de onvergetelijke periode hier in Leuven die ze achter
de rug hebben. Maar als ik uit mijn eigen ervaring mag spreken zou ik jullie
allemaal willen geruststellen. Sterker zelfs, ik zou durven zeggen: "The best
is yet to come!". En ik dacht dat ik jullie het best kan illustreren hoe leerrijk,
uitdagend en opwindend de komende jaren voor jullie kunnen zijn door mijn
ervaringen met jullie te delen en jullie te vertellen hoe alles voor mij gelopen is.
In fact all started already during the years I studied biomedical sciences here
in Leuven. During our training, we got the opportunity to get in contact with
the biomedical research going on here in Leuven. At that time, I got really interested, fascinated and inspired by the passion of the researchers at our university and realized that I would love to participate in biomedical research by
performing a PhD.
En dat gebeurde dan ook. Ik heb de kans gekregen om een doctoraat te maken
aan het Centrum Menselijke Erfelijkheid hier in Leuven. Dat is voor mij een
enorm boeiende en leerrijke periode geweest:
• Ik heb het geluk gehad een heel goede promotor te hebben die zelf heel gepassioneerd is door wat hij doet en echt zijn best heeft gedaan om me de
kneepjes van het vak zo goed mogelijk te leren.
• Ik heb enorm veel nieuwe mensen leren kennen en heb kunnen werken in
een fantastisch internationaal team van onderzoekers waar het echt heel
fijn om werken was.
• Ik heb aan de lijve kunnen ondervinden wat wetenschappelijk onderzoek
nu echt is: vaak is het een werk van lange adem met heel wat tegenslagen
156
nr.3 september 2014 | A. Vesalius
en teleurstellingen, maar ook met momenten die heel wat voldoening kunnen geven wanneer je lange zwoegen, doorbijten en troubleshooten beloond
worden met een mooi resultaat dat misschien een vooruitgang kan betekenen voor de patiënten of voor het domein.
Wat ik ook zo fantastisch vond aan de doctoraatsperiode, was dat je na die vijf
jaar opleiding BMW, die ik zelf een prima voorbereiding vond op een doctoraat,
de kans krijgt om fulltime aan onderzoek te doen en de kans krijgt om in de
praktijk te leren en te ondervinden wat wetenschappelijk onderzoek nu echt is.
Na vier jaar doctoraat was mijn wetenschappelijke honger nog altijd niet gestild
en ik heb de kans gekregen om een postdoc te gaan doen in een toplabo aan
Columbia University in New York. Weerom een ervaring die ik iedereen warm
kan aanbevelen. Niet alleen is het enorm boeiend om eens onderzoek te doen
in een ander instituut, waar ze op een andere manier werken. Ook op persoonlijk vlak is het een unieke ervaring om een aantal jaren in een totaal andere omgeving terecht te komen, weerom heel veel nieuwe mensen te leren kennen en
eens de cultuurshock te ervaren van enkele jaren in het hartje van Manhattan
te leven. Het is niet altijd gemakkelijk en vraagt wel wat organisatie om zoiets
te doen wanneer je een vriend, echtgenoot of zelfs al kinderen hebt, maar als
er langs alle kanten goede wil is, zijn daar oplossingen voor. Ik denk dat mijn
echtgenoot en ik daarvan het levende bewijs zijn. Het was niet altijd makkelijk,
zeker omdat mijn echtgenoot (destijds mijn vriend), niet mee naar daar kon
verhuizen. Maar we zijn creatief geweest om elkaar toch zo veel mogelijk te
kunnen zien en uiteindelijk is mijn postdoc in New York ook voor hem een onvergetelijke ervaring geweest. We hebben al vaak tegen elkaar gezegd dat het
een grote blunder zou zijn geweest destijds, om deze kans niet te grijpen.
Maar na zo enkele jaren postdoc in New York was het toch tijd voor mij om
terug te komen naar België. De passie voor wetenschappelijk onderzoek was
nog steeds niet uitgedoofd en ik heb een tweede postdoc-periode gedaan hier
aan de KU Leuven. In die periode heeft mijn promotor me de kans en ruimte
gegeven om meer en meer mijn eigen onderzoekslijn te gaan uitbouwen. In
de laatste jaren heb ik ook eigen nationale en Europese financiering kunnen
verwerven voor mijn onderzoek, ik heb een mandaat als professor aan deze
universiteit gekregen en ik run nu sinds kort mijn eigen onderzoeksgroep. Ook
dat is weer een nieuwe ervaring en ik leer nog elke dag bij. Ik vind het heel
interessant om nog steeds aan wetenschappelijk onderzoek te kunnen doen
157
A. Vesalius | nr.3 september 2014
en ik hoop nu op mijn beurt mijn passie voor onderzoek te kunnen delen en
doorgeven aan de mensen die in mijn groep werken.
This was my story. Now, I am sure there are promovendi here today in the
room that also got very inspired by all the scientific research they were surrounded with during their studies here on campus and that some of you have
decided to also surrender themselves to this craving to do scientific research
in an academic setting and will start a PhD here or at another university.
But the diploma of master in biomedical sciences offers much more opportunities and many exciting career tracks are open to all of you. Some of you may
start a research, quality control or other career track in industry. Others will
choose for a career in clinical trials or in the clinic and again others may find
their way in teaching or in the world of media and communication.
Welke weg jullie ook uitgaan, om af te sluiten zou ik elk van jullie nog graag een
paar zaken willen meegeven uit mijn eigen ervaring:
• Kies een carrièrepad waar je je goed bij voelt, kies datgene wat je graag doet
en waar jouw passie en interesse liggen en laat je niet leiden door andere
factoren, want naar mijn gevoel heb je de hoogste kans om succesvol te zijn
in wat je doet als je het ook echt graag doet.
• Ik zou ook aanraden om geen angst te hebben om af en toe eens te durven.
Soms moet je gewoon eens je stoute schoenen durven aantrekken en gewoon appliceren in dat toplabo in het buitenland dat je op het oog hebt of
appliceren voor de promotie waarvan je droomt. Zo’n kansen doen zich niet
zomaar voor, maar je moet er soms actief naar op zoek durven gaan.
• Wat voor mij ook heel belangrijk is om goed te kunnen werken, is je goed in
je vel voelen en zorgen dat je een goeie thuisbasis hebt die je steunt in wat
je doet. Dat houdt in dat je moet zoeken naar een goede balans tussen je
werk en je privé-leven. Dat is niet altijd makkelijk en kan een hele uitdaging
zijn wanneer je bv. voor het werk een hele tijd naar het buitenland gaat en
je partner niet mee kan verhuizen of wanneer er ook kinderen zijn die heel
wat aandacht en energie vragen. Maar mijn echtgenoot en ik zeggen altijd
tegen elkaar: "Voor alles is een oplossing!". Als je van goede wil bent, flexibel
en een beetje creatief bent, zijn er altijd mogelijkheden om te zorgen dat je
gezin niet hoeft te lijden onder de situatie en dat je een warme thuis kan
creëren.
158
nr.3 september 2014 | A. Vesalius
Om te besluiten zou ik het volgende willen zeggen: "Welke weg jullie ook ingaan nu na jullie studies, ik hoop dat ik jullie heb kunnen overtuigen, dat er elk van jullie zeer opwindende tijden en tal van
uitdagingen te wachten staan. Ik wens elk van jullie dan ook een
heel erg succesvol en boeiend traject toe in de komende jaren!"
Kim De Keersmaecker
Kunst en cultuur
ACCO
www.accomedical.be
ACCO, vroeger en nu ...
Oude Markt
ACCO, de grootste studentencoöperatie van België, met ruim 190.000 aandeelhouders, is ook na de studentenperiode aanbieder van professionele literatuur.
Een stukje historie...
De oprichting van ACCO is onlosmakelijk verbonden met de naoorlogse WestEuropese - en meer bepaald Leuvense - studentenbeweging. Studentenleiders ijverden voor een verbetering van de sociale positie van de student zelf
en streefden naar een ‘democratisering van de universiteit’. Zij verdedigden de
stelling dat iedereen met de nodige talenten de kans moest krijgen om universitaire studies aan te vatten. In 1951 werd daarom binnen het Leuvens Studentencorps, een overkoepelende studentenvereniging, besloten tot het drukken van goedkope cursussen middels de oprichting van de ‘Cursusdienst’. Men
159
A. Vesalius | nr.3 september 2014
besefte echter snel dat, om de continuïteit van hun ‘sociale onderneming’ te
verzekeren, studentenidealisme gekoppeld diende te worden aan kwaliteitszorg en degelijk beheer. Daarom werd op 17 september 1960 een coöperatieve
vennootschap met de naam ACCO (Academische Coöperatief) opgericht.
Het drukken en verkopen van cursussen aan de Leuvense studenten vormde in
de beginjaren veruit de belangrijkste commerciële activiteit. Daarbij bleef ACCO
trouw aan het ‘solidariteitsprincipe’ dat in de jaren vijftig bij de cursusdienst
voorop had gestaan: de verkoopprijs per bladzijde was voor elke cursusuitgave
identiek, ongeacht de oplage en de productiekosten van de desbetreffende
titel. ACCO kon zich mede daardoor in de loop van de jaren zestig ontwikkelen tot een vaste waarde binnen de Leuvense studentengemeenschap. ACCO
groeide snel uit tot een middelgrote onderneming en verhoogde in de volgende
decennia de productiecapaciteit door te investeren in een offsetdrukkerij en
de uitbreiding van verkooppunten. Bovendien stimuleerde de onderneming de
uitbouw van een volwaardige wetenschappelijke en educatieve uitgeverij.
Na een moeilijkere periode begin jaren negentig ontstond er opnieuw ruimte
voor investeringsprojecten en creëerde men bijkomende groeimogelijkheden
voor de boekhandel en de uitgeverij in de andere Vlaamse universiteitssteden. Op korte termijn werd er gestreefd naar een verregaande samenwerking
met hogescholen en kleinere universiteiten. Hiertoe opende de coöperatie filialen in Antwerpen (1996), Heverlee (1999), Gent (2006), Woluwe (2006), Brugge
(2008) en Kortrijk (2013). Bovendien manifesteerde ACCO zich veel sterker dan
voorheen als aanbieder van medische literatuur door de overname van de Leuvense onderneming FonteynWouters.
Vandaag levert ACCO nog altijd inspanningen om de banden met de Leuvense
studenten aan te halen, waardoor ACCO uitdrukkelijk aanknoopt bij de sociale
wortels van de onderneming.
Het ACCO-aandeel, een exponent van de bedrijfswaarden
Bij de oprichting van ACCO lanceerde men het idee van een aandelensysteem.
Als verbruikerscoöperatie verleende ACCO haar aandeelhouders een korting
van tien tot twintig procent op alle aankopen. De aandeelhouderskorting werd
tijdens de jaren zestig niet rechtstreeks toegekend, maar middels ristornozegeltjes van 1 BEF, die via een persoonlijke zegelkaart konden worden ingeruild
tegen cash geld. Dat maakte van de studentencoöperatie een echte prijsbreker
160
nr.3 september 2014 | A. Vesalius
op het vlak van studiemateriaal: nergens in Leuven konden cursussen, boeken
en cursuspapier zo goedkoop worden aangekocht. Met het oog op de invoering
van de btw in 1970 schakelde de coöperatie over op een systeem van rechtstreekse aandeelhouderskorting door middel van dubbele prijzen per product,
één voor aandeelhouders en één voor niet-aandeelhouders, een gebruik dat
nog altijd van kracht is. Vandaag kan het aantal ACCO-coöperanten op ruim
190.000 worden geraamd. Het coöperatief project verwijst na vijftig jaar nog
steeds naar samenhang, idealisme, solidariteit, medebeheer en maatschappelijke meerwaarde.
Een gevestigde waarde in academisch Vlaanderen!
De naam ACCO is tegenwoordig onlosmakelijk verbonden met academisch
Vlaanderen. Niet alleen door de zeven boek- en kantoorhandels in Leuven, Heverlee, Antwerpen, Gent, Brugge, Kortrijk en Sint-Lambrechts-Woluwe, maar
door de bloeiende wetenschappelijk-educatieve uitgeverij én een eigen drukkerij in Herent. Een korte voorstelling:
ACCO Leuven
In ons Leuvens filiaal kan de student alles vinden wat hij aan studiemateriaal
nodig heeft. Naast studieboeken beschikt ACCO Leuven over een uitgebreid
aanbod papier- en kantoorwaren.
De afdelingen psychologie, pedagogie en geneeskunde zijn het paradepaardje
van het Leuvense filiaal. Het aanbod medische vakliteratuur is met ACCO Medical het meest uitgebreide van het land.
>Maria Theresiastraat 2-4 - Ma-vrij: 9u.-18u., zat: 10u.-17u.
016 29 11 00 - [email protected]
ACCO Heverlee
ACCO Heverlee is een goed uitgebouwde campusshop, centraal gelegen in het
ontmoetingscentrum De Moete op Arenberg campus. Het voorziet de studenten van studieboeken, aanvullende literatuur en vervult al hun printwensen in
de printshop. De bezoeker kan er gebruik maken van enkele kopieerapparaten
die voor iedereen ter beschikking staan.
>Celestijnenlaan 200P - Ma-vrij: 9u.-18u.
016 32 78 70 - [email protected]
161
A. Vesalius | nr.3 september 2014
ACCO Gent
ACCO Gent herbergt zowat alles wat de student aan studiemateriaal gebruikt.
Bovendien biedt de winkel een uitgebreid en up-to-date assortiment wetenschappelijke literatuur waaronder een selectie van de belangrijkste medische
titels.
ACCO Antwerpen
ACCO Antwerpen staat volledig in het teken van de Universiteit Antwerpen en
haar omringende hogescholen. Studenten kunnen er terecht voor al hun studiemateriaal, alsook een assortiment literatuur uit verschillende disciplines.
ACCO Woluwe
Het ACCO-filiaal in Sint-Lambrechts-Woluwe op de Brusselse universiteitscampus van de UCL richt zich met haar aanbod vooral naar de studenten geneeskunde. Door de ligging nabij het St-Luc hospitaal, bereikt het met haar
gespecialiseerde vakliteratuur veel medische professionals.
ACCO Brugge (KHBO)
De campusshop in Brugge-Sint-Michiels op de campus van de Katholieke
Hogeschool Brugge-Oostende biedt naast studiemateriaal een printshop waar
men terecht kan voor allerhande printopdrachten.
ACCO Kortrijk (KULAK)
De campusshop in Kortrijk op de campus van de KULAK opende in 2013 haar
deuren en bedient de student van zijn studiemateriaal en printopdrachten in
de bijhorende printshop.
ACCO Uitgeverij Leuven
In 1970 besloot ACCO tot de oprichting van een wetenschappelijk-educatieve
uitgeverij. Sindsdien publiceert ACCO kwalitatief hoogstaande handboeken en
professionele literatuur middels een uitgebreide en professionele begeleiding.
ACCO biedt bovendien een breed draagvlak voor innovatieve uitgaven en multimediale publicaties, toegespitst op nieuwe technologieën, leermethodes en
onderwijsvormen.
ACCO Drukkerij Herent
Bij ACCO drukkerij kunt u terecht voor al uw digitaal en offset-drukwerk in één
of meerdere kleuren. Jarenlange ervaring gecombineerd met een geavanceerd
162
nr.3 september 2014 | A. Vesalius
machinepark zorgen voor een vlotte en kwalitatief hoogstaande realisatie van
uw drukwerk. Duurzaamheid en milieuvriendelijkheid worden hierbij hoog in
het vaandel gedragen.
Boekbesprekingen
Meesters met het ontleedmes
(em. prof. dr. Paul Broos)
Aan niemand van onze alumni moeten wij
em. prof. dr. Paul Broos voorstellen. Hij is de
opvolger in rechte lijn van roemrechte voorgangers als em. prof. dr. Albert Baron Lacquet en
em. prof. dr. Jacques Gruwez, die bij de genade
Gods nog steeds in leven en welzijn en in goede gezondheid verkeert.
Dat prof. Broos meer dan heelmeester en
traumatoloog is, weten onze alumni, en dat hij
iets met de geschiedenis van de geneeskunde
heeft, is evenzeer bekend. Maar dat zijn eruditie en gedrevenheid zover reiken, dat geen naam van een chirurg of anatoom
van enige betekenis uit de voorbije millennia hem onbekend is, was nog niet
tot ons doorgedrongen. Dit blijkt evenwel duidelijk uit dit encyclopedisch werk
waarbij zijn kennis over en liefde voor Andreas Vesalius de rode draad in het
verhaal zijn. In zijn bekende kort gekapte stijl neemt deze jonge emeritus ons
mee doorheen dertig eeuwen geneeskunde.
Hij maakt het de lezer erg makkelijk om de draad vast te houden via een uitgebreide inhoudstafel en een erg nuttig register.
Het lijkt wel de Wikipedia van de chirurgie door de eeuwen heen maar dan door
prof. Broos op noten en muziek gezet.
Het is vast en zeker een goed cursusboek voor de student die het keuzevak
‘geschiedenis van de geneeskunde’ volgt. Maar ook voor alle ‘Vesalianen’ lijkt
mij dit zeer uitvoerig en sober uitgegeven werk een heus hebbeding. Het wordt
163
A. Vesalius | nr.3 september 2014
zeker een mooi geschenkboek voor alle artsen en alumni die van de heelkunde
en anatomie wat meer willen weten dan dat hun eigen bistouri lang is.
Proficiat Paul en dank voor al het werk.
Em. prof. dr. C. Geens
Voorzitter ALFAGEN
‘Meesters met het ontleedmes’ is verkrijgbaar bij de betere boekhandel: Acco,
Davidsfonds Uitgeverij ...
Hierin toont em. prof. dr. Broos het belang van Vesalius voor de verdere ontwikkeling van de geneeskunde. Waar stond de anatomie voor zijn ontdekkingen? Op welke manier was zijn werk vernieuwend en leidde het ook effectief
tot een betere heelkunde? Het boek volgt het spoor van Vesalius in het werk
van andere geneeskundigen en hun ontdekkingen.
Leden van ALFAGEN kunnen genieten van een exclusieve korting op dit boek:
Bestellen kan via de webshop (http://www. davidsfonds.be)
aan € 25 ipv € 27,50!
Uw korting verzilveren?
1) Surf naar www.davidsfonds.be , ga naar het boek ‘Meesters met
het ontleedmes’
2) Klik onderaan op ‘Bestel’
3) Naast ‘Kortingscode’ (onderaan uw bestelling) typt u code ‘Alfagen’
(hoofdlettergevoelig)
4) Vul uw adresgegevens verder in en bevestig de bestelling
5) Davidsfonds Uitgeverij zorgt voor de levering aan huis (met overschrijvingsformulier)
[email protected]
164
nr.3 september 2014 | A. Vesalius
Andreas Vesalius
Het Andreas Vesaliusjaar 2014-2015
Fonds Cultureel en Historisch Erfgoed KU Leuven
ALFAGEN-leden kunnen dit initiatief steunen door een bijdrage te storten op rekening BE45 7340 1941 7789 (BIC: KREDBEBB) van Fonds Cultureel
en Historisch Erfgoed KU Leuven, met de gestructureerde mededeling:
+++400/0007/31781+++.
Giften vanaf 40 euro geven recht op een fiscaal attest.
Milde schenkers, die meer dan 125 euro schenken, worden opgenomen in de
ALFAGEN-VESALIUSKRING.
Zij ontvangen het ereteken: de bronzen Vesaliuspenning.
Met deze gift kunnen ALFAGEN-leden de activiteiten steunen die de KU Leuven
tijdens het academiejaar 2014-15 organiseert in verband met deze viering.
Bij vragen over uw gift aan KU Leuven en de fiscale aftrekbaarheid, kan u
steeds terecht bij het Leuvens Universiteitsfonds (LUF):
[email protected].
Wij danken onze alumni erg hartelijk voor hun inspanningen en kijken samen
uit naar het resultaat ervan.
Em. prof. dr. C. Geens
Voorzitter ALFAGEN
Mede namens Andreas Vesalius
Kalender van evenementen
Bezoek aan de tentoonstelling ‘Vesalius Alumnus Lovaniensis’
in het Theatrum Anatomicum
(hoek Minderbroederstraat - Kapucijnenvoer)
Van woensdag 1 oktober 2014 tot zondag 18 januari 2015
165
A. Vesalius | nr.3 september 2014
Het Anatomisch Theater, in 1744 gebouwd
op initiatief van rector Rega, is een prachtig
gebouw. De inrichting van de tentoonstelling
geeft een goede indruk hoe het er destijds aan
toeging.
Tijdens de begeleide bezoeken wordt met video en een interactieve voorstelling nader
kennisgemaakt met Vesalius en met Leuven
zoals het was in 1537 toen hij er studeerde.
Een facsimile van zijn meesterwerk ‘de Humani Corporis Fabrica’ en een identieke versie
in het Nederlands liggen ter inzage voor de
bezoekers.
Praktische informatie:
Geleid bezoek (met voorstelling)
met gids van de Koninklijke Leuvense Gidsenbond KLG
Ofwel in het kader van een Vesaliusstadswandeling
u met begin en aankomst in het stadscentrum
u langsheen o.a. het Anatomisch Theater en de Kruidtuin
Ofwel bezoek rechtstreeks aan het Anatomisch Theater
u met voorstelling
Aanvraag voor een geleid bezoek:
u liefst meer dan drie weken vooraf
u groepstarief: € 5 per persoon (met een minimum van € 75)
Aanvraag via: Dr. J. Vandeven, voorzitter van de KLG
[email protected]
Individueel bezoek (geen begeleiding, geen voorstelling)
Van woensdag 1 oktober 2014 tot zondag 18 januari 2015
Openingsuren: dinsdag, donderdag, zaterdag en zondag 13.30 u. tot 16.30 u.
Vrije toegang
166
nr.3 september 2014 | A. Vesalius
Historische rondleiding: De verborgen werkplek van Vesalius
Organisatie: HistarUZ
Een unieke rondleiding
op de oude ziekenhuissite van Leuven herdenkt
de invloed van Vesalius op het medisch wetenschappelijk denken en laat u
kennismaken met de gedrevenheid waarmee vele generaties zorgverleners
streefden naar een betere geneeskunde en gezondheidszorg. U bezoekt plekjes die normaal niet toegankelijk zijn voor het publiek. En uiteraard houdt het
genie van Vesalius u de hele tijd gezelschap.
Van woensdag 1 oktober 2014 tot zondag 18 januari 2015
Rondleiding met gids
Startplaats: ingang museum HistarUZ (campus Sint-Rafaël, Kapucijnenvoer 35,
3000 Leuven)
Aantal: minimaal 10 personen - maximaal 40 personen
Duur: 2 uur
Prijs: € 60 voor rondleiding met 1 gids - € 120 voor rondleiding met 2 gidsen
Reservatie: minstens 3 weken op voorhand
Niet volledig toegankelijk voor rolstoelen
Reserveren:
Voor rondleidingen op dinsdag- en donderdagvoormiddag, contacteert u het
Leuvense M-Museum via tel. +32 16 27 29 29 of [email protected] (maandag - vrijdag van 9 tot 17.00 u.).
Voor rondleidingen op andere momenten contacteert u [email protected].
http://www.uzleuven.be/histaruz/calendar/2014/historische-rondleidingde-verborgen-werkplek-van-vesalius
Voordrachten
Grenzen verleggen
Lezing door de internationaal gerenommeerde toponderzoeker
prof. Peter Carmeliet (VIB/KU Leuven).
Dinsdag 18 november 2014 in Pieter De Somer Aula, 20.30 uur
Vrij toegankelijk
167
A. Vesalius | nr.3 september 2014
Vesalius - Grenzeloze geneeskunde
Lezingen en activiteiten op verscheidene locaties
Organisatie: Vorming plus Oost Brabant
Inlichtingen en inschrijving:
http://vormingplusob.be/vesalius-grenzeloze-geneeskunde
Tentoonstelling Vesalius in campus Gasthuisberg
Van woensdag 1 oktober 2014 tot zondag 18 januari 2015
Een permanente tentoonstelling in de inkomhal UZ Gasthuisberg
‘De persoon Vesalius in historische context’
Posters door Prof. P. Broos
Tentoonstelling
HistarUZ
Prof. Van Hee
‘De anatomische iconografie van Vesalius’
Donderdagavond 16 oktober 2014 in Centraal Auditorium HistarUZ
Prof. P. Broos
Sluiting Vesaliusproject
Donderdag 22 januari 2015
KUNST Leuven: kort programma overzicht 01/10/2014
(Inter)nationale persconferentie om 10.30 u.
Start projecten ALFAGEN
in het Anatomisch Theater,
video-installatie Werktank
in de Bib Leuven en rondleidingen
Opening Vesalius stadsproject:
Academische zitting (Pieter De
Somer Aula) + receptie
(M-Museum om 20.00 u.)
KRUIPT ONDER
JE HUID IN
EXPO VESALIUS
M-MUSEUM LEUVEN
500 jaar Vesalius. Ontdek het verrassende leven en
werk van de anatoom die over lijken ging.
Ontleed het volledige programma van het culturele
stadsproject.
02/10/2014 Start lezingenreeks in M-Museum, HistarUZ en Gasthuisberg (tot januari)
168
nr.3 september 2014 | A. Vesalius
07-08/10/2014
Dans 30CC: Trisha Brown Dance Company
13/10/2014
Opening Vesalius Tentoonstelling in UZ Leuven
13 - 18/10/2014
Dansfestival STUK ‘Move Me: Imagining the Body’ met choreograaf Tuur
Marinus voor UUR KULtuur
18/10/2014
Kinderuniversiteit KU Leuven
26/10/2014
Start ‘Magnus is ziek’ in M-Museum
10 & 30/10/2014
Premières theatervoorstellingen Fabuleus en Braakland/ZheBilding
12/11/2014
Opening tentoonstelling ‘The Divided Body’ van Luca School of Arts (13/11-07/12)
18/11/2014
Lezing Peter Carmeliet (Pieter De Somer Aula om 20.30 u.)
22/11/2014
Theater: ‘Vesalius, de loëkepikker’ (Academie van het Leives Dialect)
23/11/2014
Dag van de Wetenschap KU Leuven
03/12 of 10/12/2014
Studentennacht en schenk je lichaam aan de kunst en de wetenschap in
M-Museum
05/12/2014
Opera van Frascati
169
A. Vesalius | nr.3 september 2014
Rembert Dodoens
Rembertus Dodonaeus
Civis Mechlinaeus
Austriae Caesaris Medicus
Astronomicus et Botanicus
Dees ghroot gheleerde uyt het zuyden
cweeckt campernoeliën ende cruyden,
syn roemrucht plante classement
is weireltwyde sehr beckend.
Hij schreef in Nederlandse tale
van kruidremedies tegen kwalen
tot chagrijn van Latijn sprekers
maar tot jolijt van d’apothekers.
Hij zag uit de stamper van de bloemen
wel een nieuwe plant opdoemen,
toch heeft hij nooit kunnen vinden
waarvoor dan wel die meeldraad diende.
Em. prof. dr. Dirk Lahaye
170
nr.3 september 2014 | A. Vesalius
Andreas Vesalius en het aorta aneurysma (prof. dr. Raphael Suy)
Inleiding
Andreas Vesalius was de centrale figuur wiens inspanningen het meest hebben bijgedragen tot de Renaissance van de Anatomie,1 en hij was ook een clinicus en een chirurg die meerdere nieuwe operatietechnieken heeft ingevoerd of
voorgesteld.2 Het arterieel aneurysma, sinds mensenheugenis een heelkundige pathologie, ontsnapte ook niet aan zijn aandacht. Zijn ervaring in Augsburg
(Zuid-Duitsland) met een patiënt met een aorta aneurysma is belangrijk voor
wie begaan is met de geschiedenis van het aneurysma.
Deze bijdrage hierover is gebaseerd op een rapport van de doctores medicinae
Adolph Occo junior (1524-1606) en Achilles Pirmin Gasser (1505-1577) die in
1555 Vesalius in consult vroegen bij Leonard Welser, een inwoner van Augsburg, die klaagde over verschrikkelijke onbehandelbare rugpijn. Hoe konden
Welsers geneesheren Vesalius overtuigen om die vermoeiende en gevaarlijke
reis van Brussel naar Augsburg te ondernemen?3 We mogen veronderstellen dat Vesalius de nodige waardering had voor de patiënt, een telg van de
befaamde Welser familie, bankiers en financiers van de Habsburgers.4 Maar
Fig. 1 a en b
1 Cunningham 3.
2 Van Hee 141.
3 Anoniem 15. Zo’ reis werd meestal te paard afgelegd en moet ongeveer twee weken geduurd hebben. De reizigers reden in
gezelschap van postbodes die de afstand van 720 kilometer tussen Brussel en Augsburg in vier dagen en vier nachten in draf
afreden. Er waren 25 wisselposten waar de reizigers konden overnachten.
4 von Welser (1962) 45-52.
171
A. Vesalius | nr.3 september 2014
doorslaggevend was wellicht zijn vriendschap voor Gasser, voor de Occo familie, en voor zo vele anderen die hij in zijn functie van hofarts van Keizer Karel
had leren kennen ter gelegenheid van de Rijksdagen tussen 1547 en 1551.5
Occo junior (1524-1606), die een belangrijke rol speelt in dit verhaal, was een
grote fan van Andreas Vesalius. Op de achterzijde van de drie bronzen penningen van Occo junior is het denkend geraamte uit de Fabrica van Vesalius
afgebeeld.6 (Fig. 1 a en b)
Het medisch dossier van Leonard Welser
De ziektegeschiedenis is neergeschreven door Occo junior en werd in 1609 gepubliceerd in een verzamelwerk 7 over beroemde voorbeelden van aneurysmata.8 De vrij vertaalde en beknopt gemaakte, maar naar inhoud niet veranderde
tekst luidt als volgt:
Ongeveer 40 jaar geleden had ik, samen met Achilles Gasser uit Lindau,
Leonard Welser, een patriciër van Augsburg, in behandeling. Na een zware dreun tijdens een rit op een wild paard werd Leonard aanhoudend ziek
met als voornaamste klacht verschrikkelijke rugpijn die niet reageerde op
de medicatie die hem door zijn geneesheren was voorgeschreven. Daarop
werd Vesalius vanuit België, waar hij anatomie doceerde [sic]9en in die tijd
daarin zijns gelijke en zeker zijn meerdere niet had, om advies gevraagd.
Deze herkende onmiddellijk de symptomen van een aorta aneurysma en
voorspelde een fatale afloop. Onmiddellijk na het ontdekken van een pulserend gezwel onderaan de rug zei hij dat het een aneurysma was door
dilatatie van de aorta (dicebat άνεύɋισμα [sic] esse ex dilatatione aortae arteriae), met, zoals men ook ziet bij spataders, in het midden bloed; en [hij
zei] dat het onbehandelbaar was omdat het veroorzaakt was door contusie of door een sprong van het paard (idque ex saltu seu concussione equi
contigisse). [Hij zei ook] dat hij zo’n ziekte gezien had in de hals, borstkas,
knieholte en arm en dat het altijd gepaard ging met verschrikkelijke pijn
en tenslotte met sideratie, 10 en dat deze afwijking ongeneesbaar is tenzij
men het aangetaste deel kon wegnemen (nec curati nisi abscissa parte affecta), en dat aneurysmata vaak een verharde vloeistof bevatten die lijkt op
5
6
7
8
9
Houtzager (1978a) 11-15.
Houtzager (2000) 27-29.
Verzamelwerken van de meest waanzinnige ziekte beelden (zie titel van het boek) waren in die tijd zeer populair.
Occo 787.
Deze omschrijving duidt er op dat Occo 40 jaar na de feiten zich niet precies meer herinnerde dat Vesalius in 1555 geen anatomie doceerde maar sinds 1543 als lijfarts van Keizer Karel ook hofarts was.
10 Deze term werd gebruikt om in het eindstadium van een acute ziekte een rottende of afstervende toestand te omschrijven (Zie
Kennedy 274).
172
nr.3 september 2014 | A. Vesalius
ijs of op het glasachtig lichaam van het oog, soms op gestold bloed of op
een polipeuze massa, en dat tijdens het leven het bloed in het aneurysma
vloeibaar is, maar dat het zwart en sidereus is na de dood, en dat de patiënt
sterft in verschrikkelijke pijn. [Vesalius zei ook dat] vasculaire verwijdingen
soms spontaan ontstaan, en soms ook het gevolg zijn van een uitwendige
oorzaak, zoals in onderhavig geval. Twee jaar na de consultatie was de patiënt door de onbehandelbare pijn ten einde raad en ging hij bij een kwakzalver (empiric) die hem een soort inwendige medicijn (catatonia) voorschreef.
Kort hierop begon de patiënt bloed op te spuwen waarin hij op 25 juni 1557
verstikte met de dood voor gevolg. Bij de lijkschouwing vonden we, zoals
voorspeld door Vesalius, een zeer groot, hard en vlezig met hard slagaderlijk
bloed opgevuld gezwel uitgaande van de aorta waardoor de rugpijn en de
pulsaties veroorzaakt werden. Zoals ook door Vesalius voorspeld stierf deze
brave man aan de gevolgen van zijn onbehandelbare ziekte.
De lijkschouwing werd de dag van het overlijden uitgevoerd door vader en
zoon Occo, door Ambrosius Jungius en door Lucas Stengelius, allen goede
vrienden van Vesalius. Achilles Gasser stuurde een autopsierapport naar
Vesalius in Brussel die hierop onmiddellijk antwoordde. Het autopsierapport
en het antwoord van Vesalius werden bewaard door Joannes Uldaricus Rumler
(?? - 1606), een kleinzoon van Achilles Gasser,11 in 1668 uitgegeven12 en in 1964
in het Engels vertaald door Charles D. O’Malley.13
De vrije vertaling van het autopsieverslag van Achilles Gasser luidt als volgt:
Bij het op de gebruikelijke manier openen van de buikholte bleken de inwendige organen vrijwel normaal. Er was geen letsel aan maag en darmen en de
lever was intact maar zeer groot. De vena cava was extreem breed, misschien
wel breder dan we ooit bij een sectie gezien hebben, en was gescheurd op de
plaats waar ze contact had met het aneurysma. De milt was klein, gedeeltelijk bleek en gedeeltelijk verteerd. De nieren [bleken] normaal. Het grote hart
was vol bloed. Op de aorta was er een verwijding die de grootte had van een
handpalm en die in die mate vast zat aan de ribben en de dorsale wervels
dat ze er niet ongeschonden kon van losgemaakt worden. [Eens verwijderd]
kwam er dun rood bloed uitgevloeid, zuiver als slagaderlijk bloed en omringd
door een vlezige vezelloze vaste materie omgeven door een bleke harde
11 Leibowitz 377-378.
12 Rumler
13 O’Malley 264, 406.
173
A. Vesalius | nr.3 september 2014
vingerdikke substantie die van
kleur en samenstelling op spek
leek. Het aneurysma had ongeveer de grootte van een vuist van
een middelgrote man of van een
struisvogelei. Ter hoogte van het
midden van het aneurysma waren de ribben bijna verteerd; één
rib was (wellicht door zeer sterke
druk) gescheurd en gebroken. Boven het diafragma, op de plaats
van contact met het aneurysma,
waren de wervels sponsachtig en
aangevreten zodat de top van een
kleine vinger er in kon gedrukt
worden. [Er was] maar weinig
stank, er waren geen letsels aan
de longen en gezien de patiënt
voor zijn overlijden zoveel bloed
Fig. 2
had gespuwd meenden de omstaanders te weten dat hij gestikt
was in dat bloed. Ter hoogte van
het gezwel en van de pulsaties
bij leven was na het overlijden de
opperhuid blauwachtig verkleurd
en doordrongen van bloed zoals
gezien wordt bij geselaars (flagellanten). Dit zijn de dingen die
we zo zorgvuldig mogelijk hebben
Fig. 3
waargenomen. Andere bevindingen
worden niet vermeld omdat ge alles weet over deze aandoening.
Tot zover het autopsieverslag van Leonard Welser. Met de huidige kennis van
zaken kunnen we, met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, weerhouden dat Leonard Welser een syfilitisch aneurysma had. De localisatie op de
thoraco-abdominale aorta, het in opeenvolgende lagen opgebouwd stolsel
(zoals in Fig. 2 en 3), de onbehandelbare pijn door erosie van de wervels en de
ribben (zoals in Fig. 4) en de doorbraak doorheen weke delen, in casu de rug174
nr.3 september 2014 | A. Vesalius
spieren, zijn hiervan typische kenmerken.
Meestal barst zo’n aneurysma naar buiten toe (Fig. 5a en 5b) of in de thoraxholte
(zoals in Fig. 6). Ruptuur van een aorta
aneurysma in de holle ader met vorming
van een aortocavale fistel, is een zeer uitzonderlijk fenomeen14 waarvan het volgende gelijkaardig geval gerapporteerd
werd in 1831.15 Een grote aortocavale
fistel resulteert in een massieve linksrechts shunt (in het onderhavig geval ter
hoogte van het bovenste segment van de
vena cava inferior). Dit verklaart de stuwing in de lever, de maximale uitzetting
van de holle ader, de overvulling van het
hart die na het overlijden nog vol bloed
was, en tenslotte, maar vooral, het bloedspuwen in die mate dat ‘de omstaanders
meenden te weten dat de patiënt in dat
bloed gestikt was’.
Fig. 4
Het antwoord van Vesalius werd
geschreven te Brussel op 18 juli
1557. De vrije vertaling ervan
luidt als volgt:
Hooggeleerde
vriend
en
Heer Achilles, ik heb uw brief,
waarin ge uw bevindingen bij
de lijkschouwing van de heer
Leonard uiteenzet, samen met
een brief van de heer Bartholomeus Welser ontvangen. Ik ben Fig. 5a en 5b
er zeer erkentelijk voor omdat
ik besef dat we verplicht zijn de ziekten op verschillende manieren te leren
kennen. Het is merkwaardig hoe een verbreding van zo’n slagader vooral ge14 Kwam in de periode van 1970 tot 2000 op de dienst van Vasculaire Heelkunde (UZ Leuven) zes maal voor op 2000 ingrepen voor
aorta aneurysma.
15 Syme 104-105.
175
A. Vesalius | nr.3 september 2014
kenmerkt wordt door de verschillende soorten van dicht op één gepakte
materie. In onze patiënt leek het op
spek, in andere [aneurysmata] vond
ik een vocht dat lijkt op het glasachtig
lichaam van het oog, of alleen maar
een vleesachtige substantie die lijkt
op de binnenwand van de hartkamers. De zuster van de Bisschop van
Arras, Antoine Perrenot de Granvelle,
de latere kardinaal en eerste aartsbisschop van Mechelen, heeft onder de maag in het voorste gedeelde
van de buik een dergelijke afwijking
die zo beweeglijk is dat men ze kan
vergelijken met een bal (globum) die
ofwel links, ofwel rechts gelegen is
naargelang haar houding. Ze heeft
deze aandoening al vele jaren, van in
haar jeugd; haar moeder schreef dat
Fig. 6
ze het begin er van heeft waargenomen en [dat ze] dacht dat het de polsslag was.16 Indien we zo vaak [aneurysmata] ontdekken in levende mensen,
[dan is de vraag] hoe vaak ze verscholen zijn in de hersenen, de borstkas of
het bekken. Ik mag doodvallen (disperiam) indien ik na mijn bezoek aan de
heer Leonard niet minstens zes dergelijke afwijkingen gezien heb in verscheiden lichaamsdelen. Zoals ik u vertelde, heb ik voor het eerst in de borstkas
dicht bij de hals een ziekte gezien die gelijkaardig was als die van Uw Heerschap en waardoor de bovenste ribben van de borstkas afgeschaafd waren,
net als de ribben en de dwarse uitsteeksels bij de Heer Leonard eerder dan
dat ze aangetast waren door bederf en verrotting.
Bespreking
Zoals reeds vermeld had Leonard Welser zeer waarschijnlijk een syfilitisch
aorta aneurysma. In de 16de eeuw werd Europa overspoeld door een nieuwe
16 Deze zeer beweeglijke pulserende tumor was waarschijnlijk een aangeboren congenitale enterische duplicatio waarover meegedeelde pulsaties te voelen zijn door contact met de onderliggende abdominale aorta.
176
nr.3 september 2014 | A. Vesalius
ziekte waarvoor Girolamo Fracastore van Verona (1483-1553) de termen ‘syfilis of de Franse ziekte’ introduceerde. Syfilis evolueert in drie stadia, het derde
treedt op 5 tot 30 jaar na de besmetting en is onder meer gekenmerkt door
vorming van zakvormige aneurysmata op de aorta en op de grote zijtakken.
Het bestaan van aneurysmata op de inwendige bloedvaten werd voor het
eerst vermeld door Jean-François Fernel (1505-1558), één van de leermeesters
van Vesalius in Parijs, die, zonder verdere commentaar, schreef dat ‘aneurysmata ook voorkomen in de borstkas, de milt en het mesenterium waar het
bloed hevig klopt’.17 De verantwoordelijke kiemen waren in die tijd blijkbaar erg
virulent. Binnen één generatie waren er rapporten over overlijden door ruptuur van een aorta aneurysma. Antoine Saporta (1507 - 1573), hoogleraar aan
de universiteit van Montpellier, beschreef in zijn manuscript (uitgegeven als
Chirurgia Magna in 1624) meerdere gevallen waaronder een patiënt die hij in
1554 zag omwille van verschrikkelijke rugpijn en waarbij hij onder het linker
schouderblad een aneurysma voelde. Later zou bij de autopsie blijken dat het
een doorbraak was van een thoracaal aneurysma.18 Gelijkaardig dus aan de pathologie bij
Leonard Welser met dien verstande dat Vesalius reeds voor het overlijden van de patiënt
verwees naar het oorzakelijk aorta aneurysma.
Een vroegere lijkschouwing van iemand met
verschrikkelijke rugpijn en erosie van de ribben
door een thoracaal eroderend aneurysma (zie
antwoord Vesalius aan Gasser) heeft hem wellicht op die geniale gedachte gebracht.
Eeuwenlang werd er gefilosofeerd over de oorzaak van het aorta aneurysma. Vesalius dacht
dat het aneurysma bij Leonard Welser veroorzaakt was door schokken (contusio) tijdens
een rit te paard, maar hij voegde er aan toe
dat vasculaire dilataties ook spontaan kunnen
ontstaan. Overbelasting en contusie bleven de
meest gangbare verklaringen voor het aorta
aneurysma tot op het einde van de 19de eeuw.
Fig. 7
17 Fernel 169.
18 Saporta 171-172.
177
A. Vesalius | nr.3 september 2014
Wel werd reeds van in de 16de eeuw de behandeling van syfilis met zweetkuren beschouwd als een risicofactor voor de vorming van aneurysmata op de
grote bloedvaten omdat, zoals Ambroise Paré 1510-1590) schreef : ‘leur sang
a éte échauffé et subtilié, qui est cause que celui qui est contenu aux artères
cherche à sortir dehors, et fait dilatation du corps de l’ artère, voire quelquefois
à y mettre le poing.’ 19 Pas op het einde van de 19de eeuw werd het duidelijk
dat syfilis geen risiscofactor maar de oorzaak was van aneurysmavorming.
Door publieke voorlichting over de risico’s van vrije seks, en door aangepaste
antibiotica verdween het syfilitisch aneurysma binnen de 50 jaar om, door veralgemeend overdadig gebruik van tabak en door de vergrijzing, in nog een grotere incidentie vervangen te worden door het zogenaamde ‘arteriosclerotisch
aneurysma’.20
Voor Vesalius was het aneurysma van Leonard Welser ongeneesbaar tenzij men
het zieke deel kon wegnemen (nec curati nisi abscissa parte affecta). Gezien zijn
gebrek aan kennis en ervaring terzake was die uitspraak wellicht een gok. Maar
hij had gelijk! Ondanks langdurende behandeling met antibiotica is de totale
resectie van een infectieus of geïnfecteerd aneurysma21 nog steeds de beste
behandeling. Na resectie van het zieke deel van de aorta en van de omgevende
zieke weefsels wordt hierna de circulatie hersteld met een extra-anatomische
bypass of door een in-situ veneuze autogreffe of arteriële homogreffe.22
Wellicht dacht Vesalius bij de voorspelling van de fatale afloop aan een ruptuur van het aneurysma naar buiten of in de thoraxholte. Voor Leonard Welser werd het uiteindelijk een ruptuur van het aneurysma in de vena cava met
onderlopen van de longen in het bloed vanuit de rechter hartkamer. Zelfs de
grootste geleerden van die tijd konden deze fatale afloop nog niet vatten omdat ze verblind waren door de Galenische doctrine van de centrifugale bloedsdoorstroming volgens dewelke het bloed doorheen de aders niet naar het hart
maar naar de perifere organen stroomt.
19 Paré VII, XXXIII. (Hun bloed wordt opgewarmd en verdund waardoor het tracht de slagaders te doorbreken met vorming van
vuistgrote verwijdingen)
20 Suy 354-360.
21 Een ‘geïnfecteerd aneurysma’ is een aneurysma dat secundair besmet is bv. door salmonella bacteriën of door stafylokokken.
Een ‘infectieus aneurysma’ is een aneurysma dat ontstaat door besmetting van de vaatwand van een niet verwijd bloedvat
(zoals door Treponema pallidum bij syfilis). In 1885 introduceerde Sir William Osler de term mycotisch aneurysma omdat infectieuze aneurysmata de vorm aannemen van paddenstoelen die op de slagader groeien. (zie fig. 7) Deze term wordt nu ook
gebruikt om geïnfecteerde aneurysmata te omschrijven maar is misleidend omdat men hierdoor ten onrechte aan schimmelinfectie denkt.
22 Een gepaste veneuze autogreffe wordt gemaakt van de venae femorales van de patiënt; de beste homogreffe is de gedenatureerde aorta van een jonge donor.
178
nr.3 september 2014 | A. Vesalius
Epiloog
Ook na zijn aanstelling tot hofarts van Keizer Karel greep Vesalius nog elke
zeldzame gelegenheid te baat om aan wetenschap te doen. De zaak Welser
is daar een voorbeeld van. De publicatie in 1668 van het autopsieverslag van
Leonard Welser en het antwoord van Vesalius hadden een grote weerklank.
Theophiel Bonnet (1620-1689) nam ze op in zijn Sepulcretum, het eerste boek
over pathologische anatomie,23 en Joannes Baptista Morgagni (1682-1771),
de pionier van de anatomopathologie, roemde Vesalius om die ‘voor zijn tijd
bewonderenswaardige diagnose’ (diagnosim eo tempore admirabilem). 24 Met
kennis van zaken kunnen we nu stellen dat Vesalius’ bijdrage in deze zaak
geniaal was... tenzij de ziektegeschiedenis van Leonard Welser, 40 jaar na de
feiten neergeschreven door een fan van Vesalius, wat verdraaid en flink aangedikt is tot meerdere eer en glorie van de ‘onovertroffen Professor in anatomie uit België’.9 Indien dit het geval was dan is ‘Diagnosim eo tempore impossibilem’ misschien wel een betere omschrijving van Vesalius’ bijdrage in deze
casus.
Hoe dan ook, het blijft jammer dat een dergelijk genie reeds op 30 jarige leeftijd
de Universiteit van Padua, in die tijd voor geneeskunde de beste universiteit
ter wereld, heeft verlaten om een frustrerend leven te leiden aan het Keizerlijk
Hof.25
Prof. dr. Raphael Suy
Bibliografie
Anoniem, ‘De Post van Thurn und Taxis’, (Brussel 1992).
Bonnet, Theopiel, Sepulcretum sive Anatomia practica (Geneve 1679).
Cunningham, A., ‘The Anatomical Renaissance’, (Aldershot 1997).
Fernel, J-Fr., ‘De externis corporis affectibus’, Pathologiae libri septem
(Venetie 1555).
Hee, R. van, ‘André Vésale, éminent chirurgien du XVIe siècle’,
Hist. Sc. Méd. 30 (1996) 2, 141-150.
Houtzager, H.L., ‘De Augsburgse vriendenkring van Andreas Vesalius’,
Arts en wereld 11 (1978a), 11-15.
23 Bonnet 1553.
24 Morgagni 370.
25 Nuland 114.
179
A. Vesalius | nr.3 september 2014
Houtzager, H.L., ‘Andreas Vesalius and the Occo Medals of Augsburg.
Evidence of a professional friendship’, Vesalius VI (2000) 1, 20-31.
Kennedy J., ‘Illustrations of Rupture in the Vena Cava’, London Medical
Repository XX (1823) 118, 269-305.
Leibowitz, J.O., ‘Johan Uldaric Rumler and a Letter of Vesalius’, Med Hist 85
(1964) 4, 377-378.
Morgagni, Joannes Baptista, ‘De Sedibus et Causis Morborum Indagatis’
(Leuven 1767).
Nuland, Sh. B., Artsen. Een biografie van de geneeskunde (Amsterdam 1997).
Occo, A., ‘Aneurismatis exempla illustra’, in: Schenkius à Grafenberg J. (ed) Observationum medicarum, rararum, novarum, admirabilium (Frankfurt 1609) 787.
O’Malley, Ch. D., Andreas Vesalius of Brussels 1514-1564 (Berkeley and
Los Angeles 1964).
Rumler, J.U., ‘Observatio medicae’, Georgei Hieronymi Velschii Sylloge
Curationem et Observationum Medicinalium (Ulm 1688) 45-46.
Saporta, A., ‘De Aneurismate’, De Tumoribus praeter naturam Libri quinque
(Lyon 1674)
Syme, J., ‘Case of Spontaneous Varicose Aneurism’, The Edinburgh Medical
and Surgical Journal (1831) 36, 104-105.
Suy, R. ‘The varying morphology and aetiology of the arterial aneurysm.
A historical review’, Acta Chirurgica Belgica 106 (2006) 3, 354-360.
Welser, H. von, ‘Bartholomäus Welser und seine Zeit’(Augsburg 1962).
Ontwikkelingssamenwerking
www.alumni-ontwikkelingssamenwerking-leuven.be
Ten huize van dr. Marcel Reyners:
een terugblik op een carrière
in de primaire gezondheidszorg
en familieplanning in Europa, Afrika en Azië
In april 2014 zette dr. Marcel Reyners (promotie 1968) een punt achter een
loopbaan als gynaecoloog/verloskundige met meer dan 40 jaar ervaring op
gebied van basisgezondheidszorg en - financiering, reproductieve zorg en familieplanning, en HIV/ AIDS preventie in Europa, Afrika en Azië.
180
nr.3 september 2014 | A. Vesalius
Na zijn studies geneeskunde aan de KU Leuven en
specialisatie in gynaecologie/verloskunde in Leuven
en Sittard, vertrok hij naar
Tunesië waar hij terecht
kwam in projecten van de
Nederlandse
(1972-1974)
en Belgische Ontwikkelingssamenwerking (19751976). De focus lag hierbij
op familieplanning en moeEm. prof. dr. Verdonck en dr. Reyners
der- en kindzorg via opleiding van medisch personeel en vroedvrouwen. Zoals zovelen in die tijd startte zijn carrière in de ontwikkelingssector als een alternatief voor legerdienst.
Slechts enkelen bleven hun leven lang actief in die sector. Dit was ook zo voor
dr. Reyners. Maar na Tunesië volgde eerst nog een lange omweg via Nederland waar hij als gynaecoloog/verloskundige gedurende 17 jaar actief was in
Meppel (1976-1993). Maar Afrika was er nooit ver weg. In die tijd groeide de interesse voor de problematiek van genitale mutilatie van vrouwen in Afrika, een
problematiek die vooral aan de orde kwam door de aankomst van Somalische
vluchtelingen in Nederland, en die hem steeds bijgebleven is. In 1994 vervolgt
hij zijn internationale loopbaan in Madagascar, nu als technische adviseur op
gebied van familieplanning in een door USAID ondersteund project. In 1999 vinden we hem terug in Cambodja, opnieuw in een USAID-project op gebied van
reproductieve gezondheidszorg. Daarna volgt nog een opdracht in Albanië (eind
2004-begin 2007) in een project van primaire gezondheidszorg. Gedurende twee
jaar (2008-2010) is hij landvertegenwoordiger van het International Centre for
Reproductive Health geleid door prof. Marleen Temmerman van de Universiteit
van Gent in Mombasa, Kenya. Zijn laatste functie in openbare dienst speelt zich
opnieuw in Cambodja af als programmadirecteur, maar nu in opdracht van de
Duitse Ontwikkelingssamenwerking. Tijdens al deze functies als projectleider
lag het hoofdaccent op het organiseren van moeder- en kindzorg en familieplanning, zowel in de private als de publieke sectoren, en meestal in samenwerking met NGO’s. Het belangrijkste onderdeel van al deze projecten was het vormen van lokale mensen en verhogen van de lokale expertise. Voor dr. Reyners
ging het managen van de projecten hand in hand met de technische uitwerking
ervan, waarbij hij zichzelf omschrijft als een ‘doenerstype’ die moeilijk vast te
181
A. Vesalius | nr.3 september 2014
pinnen was met administratieve functies. Hij eindigde zijn actieve loopbaan als
directeur van een grootschalig sociaal-zekerheidsproject in Cambodja.
Een lange reeks ervaringen met verschillende culturen en sociopolitieke achtergronden leidt automatisch tot vragen over de randvoorwaarden om tot
een efficiënte en duurzame ontwikkelingssamenwerking te komen. Volgens
dr. Reyners zijn er enkele elementen die essentieel zijn voor het lukken van
een ontwikkelingsproject:
1. Het project moet lang genoeg duren, en middelen moeten voorzien worden
over een lange termijn, d.w.z. dat een project minimaal 10 jaar moet volgehouden worden. Hij heeft daarom grote twijfels over projecten die slechts
enkele jaren duren, en vervolgens volledig stoppen.
2. Het project moet kaderen in een lokaal programma van gezondheidszorg,
d.w.z. moet geschraagd worden door een politieke wil tot verbetering van
de volksgezondheid. Dit lijkt evident, maar is het niet altijd zo in landen met
een hoge graad van corruptie.
3. Dit sluit aan bij een minimale vereiste van solidariteit in de gemeenschap.
Het kleine percentage superrijken dat in alle lage-inkomenslanden aan
de macht is, is meestal niet geïnteresseerd in de uitbouw van een zorgsysteem: reizen om zich medisch te laten verzorgen behoort tot één van
hun voorrechten. En een groeiende middenklasse, indien ze al bestaat, is
evenmin geïnteresseerd in het betalen van bijdragen voor de grote massa
armen. Het gebrek aan een minimale vorm van solidariteit is frappant in de
meeste van deze landen.
4. Een project moet administratief goed ondersteund worden, zonder in
bureaucratie te vervallen, wat dikwijls het lot is van in oorsprong goeddraaiende NGO’s. Goede opvolging en coördinatie zijn hiervan inherente
kenmerken. Dit houdt ook in dat de jongere generatie oor heeft voor de
expertise van de ouderen in het project en een goede verstandhouding bestaat tussen veldwerk en de theorie.
5. Een project moet uitgewerkt worden in het perspectief dat het na enige
tijd self-supporting is in het land zelf, d.w.z. een goed project moet zichzelf
overbodig maken.
182
nr.3 september 2014 | A. Vesalius
Onze vereniging heeft geopteerd om te investeren in de heropbouw van medische faculteiten in één van de meest precaire landen ter wereld: Congo. Een
zwakke staat met weinig intrinsieke interesse voor volksgezondheid en onderwijs en geen uitgebouwd solidariteitsnetwerk. Toch proberen we, met medewerking van Leuvense promotoren/copromotoren, een kritische massa Congolese
artsen te vormen en te begeleiden in klinisch wetenschappelijk onderzoek met
een grote relevantie voor de Congolese bevolking. Hierbij hopen we dat door deze
groep zal meewerken aan het creëren van de bovenvermelde noodzakelijke randvoorwaarden. Ook de activiteiten van LUMOS (Leuvense Universitaire Medische
Ontwikkelingssamenwerking en Solidariteit) moeten in dit licht gezien worden.
Het gesprek met dr. Reyners was boeiend en leerrijk, ook voor onze eigen werking. Weinigen hebben een zo brede internationale ervaring met het promoten
van basisgezondheidszorg in lage-inkomenslanden als hij. Daarom ook onze
beste dank voor deze gedachtewisseling.
Promotiejaar 1974 steunt ontwikkelingsprojecten van
jaargenoot dr. Philippe Gillis
Naar aanleiding van de lustrumviering 1974-2014 heeft het organiserend
comité besloten ook de zusterorganisatie van ALFAGEN, Alumni Ontwikkelingssamenwerking (Ontwikkelingssamenwerking Artsen & Apothekers
Alumni Leuven), in de viering te betrekken. Dr. Philippe Gillis, door ALFAGEN
gelauwerd als Alumnus van het Jaar 2013, behoort tot de lustrumvierders.
Ontwikkelingswerk in Afrika behoort tot één van de veelzijdigheden van
Philippe als lesgever. Philippe en echtgenote dr. Carla Verpoorten participeerden al verschillende keren aan ontwikkelingswerk in Kisantu, Bas-Congo. Dit
werk kadert in één van de projecten van LUMOS (Leuvense Universitaire Medische Ontwikkelingssamenwerking en Solidariteit), een ontwikkelingsinitiatief
van UZ Leuven, sinds 2014 in samenwerking met Memisa. Philippe en Carla,
die de Afrikaanse context door en door kennen, ontpopten zich als ervaren en
enthousiaste lesgevers en opleiders in de pediatrie, in de zin van ‘teach the
teachers’. Zoals in de meeste Afrikaanse ziekenhuizen is pediatrie met 100
bedden het belangrijkste onderdeel van het ziekenhuis van Kisantu.
In 2014 vertrekken Philippe en Carla tweemaal op missie naar Kisantu (6 september en 29 november), telkens voor 2 weken. Philippe zal opleiding geven in
neonatologie; het werk van Carla concentreert zich op verschillende aspecten
183
A. Vesalius | nr.3 september 2014
van malnutritie. Bij dit werk zullen ook drie andere ziekenhuizen van Congo
betrokken worden. Zo deint het opleidingsinitiatief dat in Kisantu begonnen
werd uit naar andere gezondheidszones.
Het promotiejaar 1974 ondersteunt het didactisch werk van Philippe met
500 euro. Dit zal besteed worden aan de aankoop van didactisch materiaal
(o.a. reanimatiekit voor neonati) dat ontwikkeld werd in samenwerking met de
firma Laerdal (Noorwegen), de American Society of Pediatrics en de WHO. Op
plaatsen waar verplegend personeel opgeleid werd met dit didactisch materiaal daalde de neonatale sterfte significant.
Em. prof. dr. Fons Verdonck
184
nr.3 september 2014 | A. Vesalius
Nieuws uit UZ Leuven
De noodzaak voor meer onderzoek
naar zwangerschapsdiabetes in België:
start van de BEDIP-N studie
In 2008 ontwikkelde de ‘International Association of Diabetes and Pregnancy
Study Groups (IADPSG)’ een aanbeveling voor een nieuwe screeningsstrategie
naar glucoseafwijkingen tijdens de zwangerschap en diagnose van ZWDM (1).
Deze consensus raadt aan om alle vrouwen op 24-28 weken van de zwangerschap te gaan screenen naar ZWDM [zonder een voorafgaande glucose challenge test (GCT)] door middel van een 2uur 75g orale glucose tolerantie test
(OGTT). Er wordt gebruik gemaakt van verstrengde criteria voor de diagnose
van ZWDM en slechts één afwijkende waarde is nu voldoende voor de diagnose van ZWDM. Er is rond deze
nieuwe aanbeveling voor screening
naar ZWDM nog veel controverse
internationaal, mede gezien omdat
hiermee beduidend meer zwangeren als ZWDM zullen worden gelabeld en dus behandeld.
Er is in Vlaanderen een grote varia in gebruikte screeningsstrategieën ZWDM (2). Dit is wellicht mee
te verklaren door het gebrek aan
consensus zowel internationaal
als nationaal in de richtlijnen rond
screening naar ZWDM.
Om in de toekomst tot meer robuuste aanbevelingen te kunnen
komen rond opsporing naar diabetes in de zwangerschap, gebaseerd
op wetenschappelijke evidentie na
onderzoek in de eigen populatie,
werd nu dan ook een initiatief ge-
Dr. Katrien Benhalima
185
A. Vesalius | nr.3 september 2014
nomen om een grote studie op te starten met de deelname van zowel universitaire als niet-universitaire centra met als doel een grote groep zwangeren te
onderzoeken om gegevens te verzamelen rond de frequentie van vooraf bestaande suikerziekte in de zwangerschap en de frequentie van ZWDM op basis
van de nieuwe IADPSG screeningsstrategie voor ZWDM. Deze studie ontving
hiervoor een subsidie van de Nationale Loterij.
Zeer recent werd daarom de ‘Belgian Diabetes in Pregnancy’ studie (BEDIP-N
studie) opgestart, met de deelname van UZ Leuven, UZA, Imelda Bonheiden, OLV-Aalst-campus Aalst, OLV-Aalst-campus Asse en Kliniek St Jan
Brussel (3). UZ Leuven is het coördinerend centrum van deze grootschalige
studie.
Het doel is om zo’n 2500 vrouwen te recruteren op twee jaar tijd in het eerste
trimester van de zwangerschap. Bij elke vrouw zal tussen 6-14 weken van de
zwangerschap een niet gekende vooraf bestaande diabetes of ZWDM opgespoord worden door het bepalen van de nuchtere glycemie. Indien er diabetes
of ZWDM wordt vastgesteld, zal patiënte verwezen worden naar het diabetesteam voor de standaard behandeling en opvolging in de zwangerschap zoals
deze nu ook in de normale routine gebeurt. Indien er geen diabetes of ZWDM
wordt vastgesteld vroeg in de zwangerschap, zullen alle vrouwen tussen
24-28 weken van de zwangerschap zowel een 50g GCT als een 2uur 75g OGTT
(met de IADPSG criteria) krijgen. Zowel patiënte als de onderzoeker zullen blind
zijn voor het resultaat van de GCT gezien dit enkel zal dienen voor latere analyses in kader van de studie om na te gaan of het gebruik van de GCT in combinatie met de 75g OGTT en IADPSG criteria een valabel alternatief zou kunnen zijn
als opsporingsstrategie. Indien er ZWDM wordt vastgesteld later in de zwangerschap, zal patiënte zoals normaal verwezen worden naar het diabetesteam
voor de standaardbehandeling en opvolging zoals deze nu ook in de normale
routine gebeurt.
De rekrutering is sinds april 2014 gestart en de verwachte einddatum van de
studie is oktober 2017. Meer informatie rond dit grote project kan u vinden op
de website: www.bedip.be.
Dr. Katrien Benhalima,
adjunct kliniekhoofd Dienst Endocrinologie, UZ Leuven
[email protected]
186
nr.3 september 2014 | A. Vesalius
Referenties 1. Benhalima K., Van Crombrugge P., Devlieger R., Verhaeghe J., Mathieu C. De
nieuwe IADPSG-aanbevelingen voor screening en diagnose van zwangerschapsdiabetes: hoe implementeren? Tijdschr. voor Geneeskunde 2011; 67
(18):851-857.
2. Benhalima K., Van Crombrugge P., Devlieger R., Verhaeghe J., Verhaegen A.,
De Catte L., Mathieu C. Screening for pregestational and gestational diabetes in pregnancy: a survey of obstetrical centers in the northern
part of Belgium. Diabetology & Metabolic Syndrome. 2013, 5:66. DOI:
10.1186/1758-5996-5-66.
3. Benhalima K., Van Crombrugge P., Verhaeghe J., Vandeginste S., Verlaenen H.,
Vercammen C., Dufraimont E., De Block C., Jacquemyn Y., Mekahli F.,
De Clippel K., Devlieger R., Mathieu C. The Belgian Diabetes in Pregnancy
study (BEDIP-N), a multi-centric prospective cohort study on screening for diabetes in pregnancy and gestational diabetes: methodology and design. BMC
Pregnancy and Childbirth. 2014, 14:226. DOI: 10.1186/1471-2393-14-22.
Fertiliteitscentrum pionier op
vlak van risicomanagement
Het Leuvens universitair fertiliteitscentrum (LUFC) behaalde
zopas de nieuwe ISO Healthcarenorm voor kwaliteitsmanagement
in de zorg (ISO 15224)
Primeur
Voor zover bekend is het daarmee
het eerste centrum voor reproductieve geneeskunde ter wereld dat
met de ISO 15224 kan uitpakken.
Een patiënt die naar het Leuvense
fertiliteitscentrum gaat, kan zeker
zijn dat fouten zo veel mogelijk
vermeden worden.
De ISO 15224, ook wel ISO Healthcare genoemd, is een vertaling van
Prof. dr. Thomas D’Hooghe
187
A. Vesalius | nr.3 september 2014
ISO 9001 voor de gezondheidszorg. De meeste fertiliteitscentra in de Benelux
werken met de klassieke ISO 9001-norm, die eigenlijk op punt werd gesteld
voor bedrijven en industrie. Het nieuwe ISO Healthcare-norm daarentegen is
een kwaliteitslabel specifiek geschreven voor zorgorganisaties. Het label kijkt
niet alleen naar het voortdurend verbeteren van kwaliteit, maar hecht ook veel
belang aan risicobeheersing, efficiëntie en veiligheid.
Risico’s
Prof. dr. Thomas D’Hooghe, coördinator Leuvens universitair fertiliteitscentrum: "De toegevoegde waarde is het enorme belang dat men hecht aan risicomanagement. Door alle complicaties, risico’s en de impact ervan in kaart te
brengen, ben je je pas echt bewust van wat er fout kan gaan. We inventariseren
elk incident, om zo het risico in de toekomst te vermijden. Voor een fertiliteitscentrum gaat dat heel concreet over bijvoorbeeld complicaties na een ingreep,
de identificatie van spermastalen van patiënten, veiligheid voor het personeel
of de kwaliteit van de diepvriezers waarin embryo’s bewaard worden."
188
nr.3 september 2014 | A. Vesalius
Pionier
Het LUCF is een belangrijk centrum voor medisch begeleide bevruchting, met
technieken als IVF, ICSI, inseminaties, invriezen van eicellen, zaadcellen en
embryo’s, genetische diagnostiek en fertiliteitspreservatie van patiënten met
kanker. Tegelijk is het LUFC - in tegenstelling tot heel wat andere fertiliteitscentra - ook een trendsetter op het vlak van voortplantingschirurgie, met operaties voor endometriose, vergroeiingen en hersteloperaties na sterilisaties.
De nieuwe ISO-norm werd behaald voor álle onderdelen van het centrum, terwijl de meeste fertiliteitscentra enkel een ISO 9001-norm hebben voor hun lab.
"Van het moment dat de patiënt toekomt in het centrum tot wanneer hij het
ziekenhuis verlaat, is elke stap en elk mogelijk risico bekeken."
"Dat geïntegreerd werken maakt ons vrij uniek", aldus professor D’Hooghe.
"Elke patiënt die bij ons komt voor een vruchtbaarheidsprobleem kunnen we
een totaalpakket aanbieden. We zijn dan ook trots dat de ISO-norm voor al die
uiteenlopende onderdelen behaald werd: een patiënt kan zeker zijn dat fouten
zoveel mogelijk vermeden werden."
Het LUFC zal binnenkort ook een meeting organiseren met andere Nederlandse en Belgische fertiliteitscentra die een ISO-certificaat hebben. Het is de bedoeling om samen met andere centra de kwaliteitsindicatoren te bepalen die
in België en Nederland van toepassing zullen zijn.
Bron: www.uzleuven.be
Programma’s
Permanente Vorming
Op 9 oktober gaat Pentalfa weer van start. Zoals elk jaar gaan de sessies door
op donderdagavond. U wordt onthaald met een hapje en een drankje vanaf
19.30 uur en om 19.55 uur beginnen we eraan. Rond 22.00 uur worden de sessies beëindigd. Na het succes van vorig jaar zijn er ook dit jaar weer heel wat
189
A. Vesalius | nr.3 september 2014
sessies die gebruik maken van de interactieve app. Indien u een smartphone,
tablet of laptop heeft, breng die dan zeker mee naar sessies die op de website aangeduid zijn met het interactieve icoontje! De sessie van 20 november
‘Topics uit de kinderdermatologie’ zal zelfs geheel interactief verlopen, maar
geen nood, ook zonder smartphone, tablet of laptop is de sessie gemakkelijk
te volgen en bent u van harte welkom.
Pentalfaprogramma eerste trimester 2014-2015
09/10/2014 Dieet bij voedselintolerantie Prof. dr. Martin Hiele
en -allergie
16/10/2014 Implementatie van het golden Prof. dr. Vincent Thijs
hour concept bij beroerte
06/11/2014 Update in de tabakologie
Prof. dr. Kristiaan Nackaerts
20/11/2014 Topics uit de kinder-
Prof. dr. Jaan Toelen
dermatologie:
interactieve sessie
27/11/2014 ‘Bevallen buiten de lijntjes’ Prof. dr. Roland Devlieger
Bijzondere wensen tijdens
de bevalling: hoe ver mogen/
moeten we gaan?
04/12/2014 Het kind met gedragsproblemen Prof. dr. Birgitte Schoenmakers
op school: samenwerking tussen
eerste en tweede lijn
11/12/2014 Communicatie in het zorgproces Prof. dr. Chantal Van
Audenhove
18/12/2014 Van revalidatie Prof. dr. Hein Heidbuchel
tot competitiesport bij
hartpatiënten
Blijf op de hoogte!
Website: http://www.pentalfa.be/. Wenst u graag per sessie een herinneringsmail te ontvangen of tweemaal per jaar per post of e-mail de brochure te ontvangen, dan kan u zich registreren via de website onder de rubriek ‘Registreren’.
Sessie gemist? Dan kan u de opname bekijken onder de rubriek ‘Herbekijken’.
Facebook: http://www.facebook.com/kuleuven.pentalfa
Twitter: http://www.twitter.com/KUL_Pentalfa
LinkedIn: http://www.LinkedIn.com/groups/Pentalfa-4571026
190
nr.3 september 2014 | A. Vesalius
Heeft u nog vragen of wenst u meer informatie, dan kan u ons ook via de gebruikelijke kanalen contacteren:
Adres: Pentalfa - Onderwijs en Navorsing II
Herestraat 49 bus 400 - 3000 Leuven
Telefoon: +32 16 37 77 09
E-mail: [email protected]
Dienst Kindernefrologie
De dienst Kindernefrologie organiseert op donderdag 9 oktober 2014 haar
jaarlijkse nefrodag.
Op donderdag 30 oktober 2014 staat het ‘Symposium Renal Replacement
Therapy bij kinderen - meer dan een nierfunctievervanging’ met aansluitend
Benefietconcert (ten voordele van het Fonds Kind en Orgaantransplantatie)
centraal.
Benefietconcert met SARAH LETOR
Donderdag 30 oktober 2014 om 20.30 u.
Centraal Auditorium Gasthuisberg, Leuven
www.kind-en-orgaantx.be
Voor meer info:
Kim Rowan, secretariaat Kindernefrologie
en Orgaantransplantatie
Tel. + 32 16 34 38 22 - [email protected]
(programma, antwoordkaart en sponsordossier beschikbaar op
www.vesaliusonline.be)
Symposium: 11de Assistentendag Inwendige Geneeskunde
ORGANISATOR:
DATUM:
PLAATS: Assistentenvertegenwoordiging van Inwendige
Geneeskunde i.s.m. het Competentiecentrum Inwendige
Geneeskunde en de Stuurgroep Academisering ASO-IG
zaterdag 4 oktober 2014
UZ Leuven, campus Gasthuisberg
Auditorium Onderwijs & Navorsing 4
Herestraat 49, 3000 Leuven
191
A. Vesalius | nr.3 september 2014
PROGRAMMA:
12u30
13u00
16u00
17u30
19u30
Problems in Internal Medicine for dummies
Ontvangst, koffie
Interactieve workshops:
Prof. D. Cassiman: Metabole ziekten bij volwassenen
Prof. W. Meerseman: Moeilijke bloedgassen
Prof. G. Hermans: Moeilijke beademing
Dr. N. Van Regenmortel: Praktisch infuusbeleid
Prof. D. Dierckx: Benigne hematologie
Dr. W Lemahieu: Moeilijke ionenstoornissen
Prof. C. Mathieu: Praktisch insulinebeleid
Dr. E. Frans: Praktisch antibioticabeleid
Koffiepauze
Key note speakers:
Prof. D. Knockaert: Diagnostic pitfalls in internal medicine
Prof. Steven Callens: De Ebola crisis in Afrika
Slotwoord en aansluitend walking diner
Prijs: inclusief pauzes en walking diner
ASO KU Leuven € 15
ASO niet KU Leuven € 25
Niet ASO - alumni KU Leuven € 60
Niet ASO - geen alumni KU Leuven € 70
Betaling: per overschrijving op het rekeningnummer BE78 3300 0057 5586 BB RU BE BB van UZ Leuven, Herestraat 49 te 3000 Leuven met gestructureerde mededeling +++899/9000/46363+++ (gelieve geen andere vermelding
toe te voegen!), of cash op het Algemeen Secretariaat Interne Geneeskunde.
INFORMATIE:
Carine Pollaris en Chris Artoos
Secretariaat Competentiecentrum
Interne Geneeskunde
UZ Leuven campus Gasthuisberg
Herestraat 49
3000 Leuven
telefoon: +32 16 34 42 59
e-mail: [email protected]
192
nr.3 september 2014 | A. Vesalius
Vooraf inschrijven is vereist! U kunt het inschrijvingsformulier downloaden
op www.forumig.be. U kunt uw aanwezigheid bevestigen door het ingevulde
inschrijvingsformulier door te mailen naar [email protected], op
te sturen naar bovenstaand adres of op het Algemeen Secretariaat Interne
Geneeskunde.
Het inschrijvingsformulier kunt u verkrijgen op het secretariaat van het
Competentiecentrum Interne Geneeskunde.
In Memoriam
Em. prof. dr. Ephrem Eggermont
(† 6 augustus 2014)
De alumnivereniging van de Faculteit Geneeskunde is diep getroffen door het overlijden van
professor Ephrem Eggermont. Deze prominente pediater, neonatoloog, bio-ethicus en nog zoveel meer, was ook jarenlang de zeer
gewaardeerde secretaris van ALFAGEN. De talloze notulen die wij van hem in
zijn typisch microgeschrift mochten ontvangen, getuigden steeds van een bijzondere correctheid en volledigheid.
De begrafenisplechtigheid werd bijgewoond door een
haast nooit geziene stoet van togati, faculteitsleden,
collegae, bestuursleden van de universiteit en talloze andere organisaties.
Em. prof. dr. Ephrem
Eggermont
Kortom, hier is een groots man ten grave gedragen.
De redevoeringen die wij ter publicatie kregen aangeboden, vertellen ons op illustere wijze over de bijzondere
figuur van deze zeer bescheiden, maar o zo roemrijke
pediater en schitterende alumnus van de KU Leuven.
Wij bieden u deze redevoeringen aan in het volgende
A. Vesaliusnummer.
Em. prof. dr. C. Geens
Voorzitter ALFAGEN
193
A. Vesalius | nr.3 september 2014
Vereniging van Alumni van de faculteit Geneeskunde
(ALFAGEN) van de KU Leuven
O&N2 − Campus Gasthuisberg − Herestraat 49 bus 400 − 3000 Leuven
Tel. +32 16 33 06 24 / +32 16 33 06 11
Email: [email protected]
Lidmaatschap 2014: ................................................................................................................................. € 45
Erelid: ................................................................................................................................................................. € 150
Afgestudeerd vóór 1973: ...................................................................................................................... € 30
Afgestudeerd in 2011, 2012 of 2013: .......................................................................................... € 25
Laatste fase basisopleiding arts: ........................................................................................... GRATIS
Laatste fase BMW: ............................................................................................................................. GRATIS
Werkzaam in een ontwikkelingsland: ................................................................................ GRATIS
Ontwikkelingshulp geneesheren en apothekers
Alumni Leuven
O&N2 − Campus Gasthuisberg − Herestraat 49 bus 400 −
3000 Leuven
Tel. +32 16 33 06 24 / +32 16 33 06 11
Email: [email protected]
Website: www.alumni-ontwikkelingssamenwerking-leuven.be
Bijdragen voor de actie "Medische Ontwikkelingshulp" zijn steeds welkom op
rekening IBAN: BE80 4310 0585 0177 en BIC: KREDBEBB
van "Ontwikkelingshulp Geneesheren en Apothekers-Alumni Leuven"
Meer info op www.alumni-ontwikkelingssamenwerking-leuven.be
***Stortingen van minimum 40 euro zijn fiscaal aftrekbaar***
194
nr.3 september 2014 | A. Vesalius
Hoofdredactie: Chris Geens
Redactieraad: Chris Geens, Luc Missotten, Fons Verdonck, Jaak Jaeken,
Anouk De Smet, Chris Mertens, Sonja Wuyts en Hilde Terclavers
Lay-out & druk: Drukkerij Van der Poorten - Leuven
Verantwoordelijke uitgever: Chris Geens, O&N2 − Campus Gasthuisberg
Herestraat 49 bus 400 − 3000 Leuven
195
COÖRDINATIE: VERENIGING VAN DE ALUMNI VAN DE FACULTEIT GENEESKUNDE VAN DE KU LEUVEN
O&N2, HERESTRAAT 49 BUS 400, B-3000 LEUVEN. TEL. +32 16 33 06 24 / +32 16 33 06 11
V E R A N T W O O R D E L I J K E U I T G E V E R : O & N 2 - C . G E E N S , H E R E S T R A AT 4 9 B U S 4 0 0 , B - 3 0 0 0 L E U V E N