Onze hoopvolle filosofie door De hele wereld verspreiden

President Ikeda’s Nieuwjaarsboodschap voor 2015
Onze hoopvolle f ilosof ie door
De hele wereld verspreiden
Wij hebben het ‘Jaar van dynamische ontwikkeling in het nieuwe tijdperk van wereldwijde
kosenrufu’ ingeluid met de belofte de hoopvolle filosofie van de SGI van respect voor de
waardigheid van het leven nog verder te verbreiden over onze blauwe planeet, het magnifieke
podium voor onze inspanningen.
U allen, de leden van de SGI, zet zich als goede burgers oprecht in om bij te dragen aan het
welzijn van de samenleving op de plek van uw eigen levenstaak. Met een wens voor vrede en geluk
voor ieder van u in het komende jaar bid ik dat u van 2015 een werkelijk betekenisvol jaar van
dynamische ontwikkeling maakt, vol voorspoed, goede gezondheid en vreugde.
740 jaar geleden, in een zorgelijke tijd waarin de samenleving werd verscheurd door oorlog en
natuurrampen, schreef Nichiren Daishonin: “Kan er dan (…) ook maar enige twijfel bestaan over het
feit dat (…) de grote zuivere Wet van de Lotus Soetra [Nam-myoho-renge-kyo] wijd en zijd zal
worden verspreid in heel Japan en alle andere landen van Jambudvipa [de hele wereld]?” (WND-I,
550) Zo luidde de onwankelbare overtuiging en grandioze visie van de Daishonin, wiens wens het
was dat de hele mensheid vrede en geluk zou kennen. En wij, SGI-leden, hebben deze overtuiging
kracht bijgezet en maakten van zijn visie een realiteit.
Dit jaar is het 70 jaar geleden dat de Tweede Wereldoorlog ten einde kwam, een conflict dat
ongekend grote vernietiging en ongeëvenaard veel slachtoffers ten gevolge had.
Op 3 juli 1945, net voordat de oorlog eindigde in Japan, werd Josei Toda, tweede president van
de Soka Gakkai, vrijgelaten uit de gevangenis. Hij was samen met zijn leermeester Tsunesaburo
Makiguchi, de eerste president, vastgenomen en opgesloten wegens zijn weerstand tegen het
militaristische gezag van Japan; hij weigerde een compromis te sluiten met zijn overtuiging. Als de
ware leerling van meneer Makiguchi, die in de gevangenis overleed, stond meneer Toda op te
midden van de ruïnes van het door oorlog verwoeste Japan. Hij maakte bekend dat hij van plan
was de mensen van lijden te bevrijden, en verklaarde dat de tijd was aangebroken om aan
kosenrufu te beginnen en het lot van de mensheid te veranderen.
Laten we met deze moedige verklaring in gedachten die meneer Toda 70 jaar geleden deed, ons
netwerk van wereldburgers verder versterken en verstevigen, dat gebouwd is op vriendschap en
vertrouwen waarbij verschillen in etniciteit en cultuur worden overstegen, en ons nu richten op de
dynamische ontwikkeling van kosenrufu - oftewel vrede en de harmonieuze coëxistentie van alle
mensen.
*
Vorig jaar heb ik een dialoog gepubliceerd met de Australische vredesgeleerde en dichter Stuart
Rees. Dr. Rees vertelt hierin over een foto die (in 2000) in Sydney genomen werd van Nelson
Mandela (1918–2013), die een dierbare vriend van mij is geweest. Op de foto staat een lachende
Mandela die zijn lof uit voor de prestaties van twee Australische vrouwen die zich onvermoeibaar
hadden ingezet voor de zaak van mensenrechten en vrede.
Dr. Rees merkte op dat een van deze vrouwen, dr. Stella Cornelius (1919-2010), oprichter van
het Conflict Resolution Network, voortdurend mensen aanmoedigde om “en” te zeggen in plaats
van “maar”. Zij deed dit, legde hij uit, vanuit het besef dat “maar” vaak voorafgaat aan een
1
pessimistische opmerking, en dat “en” eerder gevolgd wordt door positieve woorden die een
1
constructieve oplossing voor een probleem aanreiken.
Het is zeker zo dat we, als we voor grote moeilijkheden staan, makkelijk toegeven aan gevoelens
van machteloosheid en dingen zeggen als: “Ik wil het wel proberen, maar het is niet realistisch”, of:
“Ik wou dat ik het kon doen, maar de omstandigheden lenen zich er niet toe.” Deze benadering
roept niet de moed op om voorwaarts te gaan.
Nichiren Daishonin schrijft: “De drie hindernissen en vier duivels zullen onveranderlijk
opdoemen, waarop de wijzen zich verheugen en dwazen terugdeinzen.” (GND-I, 124) Als er
tegenspoed op ons pad komt, doen we dan een stap achteruit met een hart vol angst, of gaan we
er met optimisme en moed tegenaan? De Mystieke Wet is de bron van de hoogste kracht en
wijsheid waarmee alle mensen kunnen stralen van de moed van de wijze en blijven doorzetten
zonder ooit bang te zijn, te wanhopen of op te geven.
Er ontvouwt zich een schitterend spel van menselijke revolutie, wanneer we een stap voorwaarts
zetten met een vastberaden gebed en met grenzeloze levenskracht.
*
Vijfenvijftig jaar geleden (in oktober 1960) begon ik aan mijn reis voor wereldwijde kosenrufu. Ik
ben mijn strijd begonnen door ieder die ik voor me had van harte aan te moedigen - of dat nu was
in Hawaii of andere delen van de Verenigde Staten, Canada en Brazilië - door samen die eerste
stap in menselijke revolutie te doen.
Waar ik ook in de wereld ging, vurig reciteerde ik Nam-myoho-renge-kyo, als om het land te
doordrenken met mijn daimoku, en met het gebed dat daar op een dag Bodhisattva’s van de Aarde
vreugdevol zouden verschijnen. Ook heb ik me oprecht ingezet om ieder die ik ontmoette in staat
te stellen een band te vormen met het boeddhisme.
De SGI werd 40 jaar geleden opgericht tijdens de 1e Wereldvredesconferentie, gehouden in
Guam op 26 januari 1975. Ik heb bij deze gelegenheid gezegd: “Men zou kunnen zeggen dat dit
een kleine conferentie is, een verzameling naamloze mensen uit verschillende landen en gebieden.
Maar ik denk dat de bijeenkomst van vandaag als een schitterend moment in de geschiedenis zal
worden vastgelegd voor de komende eeuwen, en dat uw naam ongetwijfeld niet alleen in de
annalen van de wereldwijde verspreiding van het boeddhisme, maar eveneens in de geschiedenis
van de mensheid wordt geëtst.”
Er waren op deze bijeenkomst vertegenwoordigende leden uit 51 landen en gebieden. Vandaag
de dag is de machtige rivier van kosenrufu uitgegroeid en omvat nu 192 landen en gebieden, en
wordt de wereld verlicht door het boeddhisme van de zon. Het zaad van de Mystieke Wet bloeit als
bloemen van geluk, en de namen van onze leden die ontzaglijk veel hebben bijgedragen aan
wereldvrede, zijn roemrijk.
*
Op het schiereiland Balkan in Europa, het toneel van een vreselijk etnisch conflict tijdens de jaren
90, betrekken SGI-leden nu anderen in hun activiteiten en verspreiden ons humanistisch netwerk.
Er worden levendige discussiebijeenkomsten gehouden die zich kenmerken door een prachtige
eenheid in verscheidenheid, en veel nieuwe leden, vooral jonge mensen, sluiten zich bij de SGI aan.
1
Vgl. Stuart Rees en Daisaku Ikeda, Heiwa no tetsugaku to shi-gokoro o kataru (Een dialoog over
vredesfilosofie en de poëtische geest) (Tokio: Daisanbunmei-sha, 2014), 277. De opmerkingen van dr. Rees
zijn gebaseerd op zijn oorspronkelijke Engelse tekst.
2
Ik ben blij en opgetogen om onze leden daar te zien samenwerken om hun eigen lot te veranderen
en ook het lot van de samenleving.
Samen bidden, elkaar aanmoedigen, je best doen om de boeddhanatuur, het hoogste en meest
positieve potentieel dat het leven eigen is, van jezelf en van anderen naar buiten te brengen - dit is,
dat geloof ik absoluut, de zekerste en grondigste manier om vrede te realiseren in onze wereld,
waar oorlog en geweld onverminderd blijven woeden.
*
Prof. Kim Chong-suh van de Nationale Universiteit Seoul, voormalig voorzitter van het Koreaanse
Genootschap voor Religieuze Studiën, heeft gezegd dat het criterium waaraan een religie moet
voldoen niet de duur van haar geschiedenis is. Eerder, zo verklaart hij, geldt het criterium of een
bepaalde religie effectief is bij het helpen van mensen die lijden. De SGI heeft velen de hand
2
gereikt en geholpen om hun lijden te overwinnen, reden waarom zij blijft groeien, concludeert hij.
Met een onwankelbaar geloof en vol compassie reciteert u, onze SGI-leden, daimoku voor het
geluk van anderen en zet u zich actief in voor de waarde creërende dialoog. U zet zich in als goede
burgers om maatschappelijke bloei en wereldvrede te bevorderen. Hierdoor bent u de schat van
uw directe omgeving en van de mondiale samenleving.
Meer dan een jaar is nu voorbij sinds de voltooiing van de ‘Zaal van de grote gelofte voor
kosenrufu’ in Shinanomachi, Tokio. Dag in, dag uit komen leden uit heel Japan en uit de hele
wereld vreugdevol bijeen in deze schitterende citadel, die vervuld is van de gedeelde gelofte van
meester en leerling.
Vorig jaar november heb ik daar een onvergetelijke ontmoeting gehad met deelnemers aan de
SGI Herfsttrainingscursus. In hun ogen schitterden een nobele gelofte en toewijding, een krachtig
besluit en onbedwingbare vreugde. Zij zijn allen leiders die stevig verenigd zijn met hun
medeleden en zich inzetten voor kosenrufu in hun eigen omgeving. In deze ontmoeting met hen
leek het alsof ik een ontmoeting had met al mijn mede-Bodhisattva’s van de Aarde over de hele
wereld.
*
Dit jaar, dat het 40-jarig bestaan aangeeft van de oprichting van de SGI, is een belangrijk jaar
waarin het Nichiren Boeddhisme zich dynamisch zal blijven ontwikkelen als een wereldreligie.
De Daishonin roept zijn leerlingen op: “Daarom moet u meer dan ooit de grote kracht van
geloof oproepen.” (GND-I, 177)
Laten we, vastbesloten om ons “meer dan ooit” in te zetten, weer verdergaan en ons opnieuw
uitdagen in dit ‘Jaar van dynamische ontwikkeling in het nieuwe tijdperk van wereldwijde
kosenrufu’, en samen in harmonie, moedig en hoopvol inzetten.
Mijn dierbare en kostbare medeleden, ik wens u en uw familie in het komende jaar een goede
gezondheid, geluk en overwinning toe.
Daisaku Ikeda
president Soka Gakkai Internationaal
2
Uit een artikel in de Seikyo Shimbun, 10 juni 2014.
3