Woordpakket 5 hele ww aanschaffen afkeuren druipen druppelen gieten inschenken kliederen klotsen morsen scheppen sijpelen sluiten slurpen sproeien vrijlaten BS De Grienden ik hij/zij/het wij tt schaf aan schaft aan schaffen aan vt schafte aan ik hij/zij/het wij keur af keurt af keuren af keurde af ik hij/zij/het wij druip druipt druipen droop ik hij/zij/het wij druppel druppelt druppelen druppelde ik hij/zij/het wij giet giet gieten goot ik hij/zij/het wij schenk in schenkt in schenken in schonk in ik hij/zij/het wij klieder kliedert kliederen kliederde ik hij/zij/het wij klots klotst klotsen klotste ik hij/zij/het wij mors morst morsen morste ik hij/zij/het wij schep schept scheppen schepte ik hij/zij/het wij sijpel sijpelt sijpelen sijpelde ik hij/zij/het wij sluit sluit sluiten sloot ik hij/zij/het wij slurp slurpt slurpen slurpte ik hij/zij/het wij sproei sproeit sproeien sproeide ik hij/zij/het wij laat vrij laat vrij laten vrij liet vrij groep 7 deelwoord aangeschaft schaften aan afgekeurd keurden af gedropen dropen gedruppeld druppelden gegoten goten ingeschonken schonken in gekliederd kliederden geklotst klotsten gemorst morsten geschept schepten gesijpeld sijpelden gesloten sloten geslurpt slurpten gesproeid sproeiden vrijgelaten lieten vrij Werkwoordpakketten 5, 6, 7 en 8 pagina 1 van 4 Woordpakket 6 hele ww afbreken balanceren bengelen dwingen glunderen huiveren inbouwen kalmeren knakken omroepen opspringen sparen spinnen tekenen wegvluchten BS De Grienden ik hij/zij/het wij tt breek af breekt af breken af vt brak af ik hij/zij/het wij balanceer balanceert balanceren balanceerde ik hij/zij/het wij bengel bengelt bengelen bengelde ik hij/zij/het wij dwing dwingt dwingen dwong ik hij/zij/het wij glunder glundert glunderen glunderde ik hij/zij/het wij huiver huivert huiveren huiverde ik hij/zij/het wij bouw in bouwt in bouwen in bouwde in ik hij/zij/het wij kalmeer kalmeert kalmeren kalmeerde ik hij/zij/het wij knak knakt knakken knakte ik hij/zij/het wij roep om roept om roepen om riep om ik hij/zij/het wij spring op springt op springen op sprong op ik hij/zij/het wij spaar spaart sparen spaarde ik hij/zij/het wij spin spint spinnen spon ik hij/zij/het wij teken tekent tekenen tekende ik hij/zij/het wij vlucht weg vlucht weg vluchten weg vluchtte weg groep 7 deelwoord afgebroken braken af gebalanceerd balanceerden gebengeld bengelden gedwongen dwongen geglunderd glunderden gehuiverd huiverden ingebouwd bouwden in gekalmeerd kalmeerden geknakt knakten omgeroepen riepen om opgesprongen sprongen op gespaard spaarden gesponnen sponnen getekend tekenden weggevlucht vluchtten weg Werkwoordpakketten 5, 6, 7 en 8 pagina 2 van 4 Woordpakket 7 hele ww aflopen binnenstormen boksen breken drukken grijpen inbreken insluiten opknappen plegen smokkelen spoken tegenstribbelen treuzelen uitslapen BS De Grienden ik hij/zij/het wij tt loop af loopt af lopen af vt liep af ik hij/zij/het wij storm binnen stormt binnen stormen binnen stormde binnen ik hij/zij/het wij boks bokst boksen bokste ik hij/zij/het wij breek breekt breken brak ik hij/zij/het wij druk drukt drukken drukte ik hij/zij/het wij grijp grijpt grijpen greep ik hij/zij/het wij breek in breekt in breken in brak in ik hij/zij/het wij sluit in sluit in sluiten in sloot in ik hij/zij/het wij knap op knapt op knappen op knapte op ik hij/zij/het wij pleeg pleegt plegen pleegde ik hij/zij/het wij smokkel smokkelt smokkelen smokkelde ik hij/zij/het wij spook spookt spoken spookte ik hij/zij/het wij stribbel tegen stribbelt tegen stribbelen tegen stribbelde tegen ik hij/zij/het wij treuzel treuzelt treuzelen treuzelde ik hij/zij/het wij slaap uit slaapt uit slapen uit sliep uit groep 7 deelwoord afgelopen liepen af binnengestormd stormden binnen gebokst boksten gebroken braken gedrukt drukten gegrepen grepen ingebroken braken in ingesloten sloten in opgeknapt knapten op gepleegd pleegden gesmokkeld smokkelden gespookt spookten tegengestribbeld stribbelden tegen getreuzeld treuzelden uitgeslapen sliepen uit Werkwoordpakketten 5, 6, 7 en 8 pagina 3 van 4 Woordpakket 8 hele ww aanbreken aantasten afbakenen beetnemen handelen harken losrukken omspitten opgraven schikken slingeren snoeien stekken tuinieren wrikken BS De Grienden ik hij/zij/het wij tt breek aan breekt aan breken aan vt brak aan ik hij/zij/het wij tast aan tast aan tasten aan tastte aan ik hij/zij/het wij baken af bakent af bakenen af bakende af ik hij/zij/het wij neem beet neemt beet nemen beet nam beet ik hij/zij/het wij handel handelt handelen handelde ik hij/zij/het wij hark harkt harken harkte ik hij/zij/het wij ruk los rukt los rukken los rukte los ik hij/zij/het wij spit om spit om spitten om spitte om ik hij/zij/het wij graaf op graaft op graven op groef op ik hij/zij/het wij schik schikt schikken schikte ik hij/zij/het wij slinger slingert slingeren slingerde ik hij/zij/het wij snoei snoeit snoeien snoeide ik hij/zij/het wij stek stekt stekken stekte ik hij/zij/het wij tuinier tuiniert tuinieren tuinierde ik hij/zij/het wij wrik wrikt wrikken wrikte groep 7 deelwoord aangebroken braken aan aangetast tastten aan afgebakend bakenden af beetgenomen namen beet gehandeld handelden geharkt harkten losgerukt rukten los omgespit spitten om opgegraven groeven op geschikt schikten geslingerd slingerden gesnoeid snoeiden gestekt stekten getuinierd tuinierden gewrikt wrikten Werkwoordpakketten 5, 6, 7 en 8 pagina 4 van 4
© Copyright 2024 ExpyDoc