Verrijking Spelling

Verrijking Spelling
GroepHuiswerk
subgroep
Maak er langere woorden van:
4a
Seizoen  seizoensgerecht e.d.
Feedback
Inleveren bij leerkracht,
fouten verbeteren
4b
4c
4d
5a
Eventueel in groepje
Maak een zin met elk woord
aan elkaar laten
Maak een kaartje van de spellingsregel met de uitleg
Maak een woordzoeker met alle woorden (uit pakket A of B) voorlezen
Maak zinnen met 2-4 pakketwoorden tot elk woord gebruikt
Elkaars fouten laten
is
verbeteren in een
Schrijf de betekenis op van de woorden
5b
groepje kinderen met
Maak een kaartje van de spellingsregel met de uitleg en een
5c
verrijking
plaatje erbij
Maak een legpuzzel met alle woorden (uit pakket A of B)
5d
Laat de kinderen (af en
Maak een verhaal met alle pakketwoorden
6a
toe) hun werk
Maak een raadsel, je vertelt over het woord uit het
6b
presenteren aan de klas
woordpakket, de ander moet het woord raden.
Maak een kaartje van de spellingsregel met de uitleg en een
6c
Laat puzzels/raadsels
ezelsbruggetje
door de klas oplossen
Maak woordrebussen van 10 woorden
6d
als (klaarwerk)
Maak een verhaal met van … werkwoorden de ik-vorm, jij7a
vorm, hij/zij-vorm en het meervoud. Ook gebruik je in het
Vanaf groep 6 ook
verhaal … woorden uit het woordpakket.
fouten laten verbeteren
Maak rebuszinnen: Maak eerst een zin met woorden uit het
7b
in de overige
pakket en maak van deze zin een rebus. In totaal moet je x(werk)woorden
aantal woorden uit het pakket gebruiken.
Maak een gedicht met 5 woorden uit het woordpakket
7c
Zoek woorden op die hetzelfde betekenen (synoniemen) als
7d
minimaal 10 woorden uit je woordpakket
Maak een verhaal met van … werkwoorden de ik-vorm, jij8a
vorm, hij/zij-vorm en het meervoud in tegenwoordige tijd en
verleden tijd. Ook gebruik je in het verhaal … woorden uit het
woordpakket.
Maak een kruiswoordpuzzel met de woorden uit het
8b
woordpakket A of B
Maak een gedicht met 10 woorden uit het woordpakket
8c
Zoek van 10 woorden op hoe ze zijn ontstaan of uit welk land
8d
ze komen, bijvoorbeeld: Pen komt van het Latijnse woord
penna dat vogelveer betekent. Wij noemen pennen zo omdat
we vroeger met ganzenveren schreven.
Tip: laat de kinderen de woorden uit het woordpakket arceren, dat scheelt een heleboel zoekwerk
met nakijken.
Woordzoeker digitaal maken voor klasgenoten
http://www.smhc.info/spelletjes/woordzoeker/zelf_woordzoeker_maken.php
© Onderwijssupport-PO 2014
of http://www.onlineklas.nl/flash/woordzoekermaker.html of op papier
© Onderwijssupport-PO 2014
Woordzoeker
Stap 1: schrijf alle woorden uit het pakket in het woordveld en schrijf ze daaronder
A P P E L M O E
A
E
I
A
E
R A B A R B E
Appelmoes
Paar
S
S
A P
R
Peer
Rabarber
Ei
Sap
Stap 2: Vul alle lege vakjes in met letters naar keuze, pas op dat de woorden er niet twee keer in
komen te staan!
© Onderwijssupport-PO 2014
Kruiswoordpuzzel
Zo maak je een kruiswoordpuzzel.
1. Surf naar: http://puzzlemaker.discoveryeducation.com/CrissCrossSetupForm.asp
2. Bedenk een naam voor je kruiswoordpuzzel en voer die in bij “Step 1”.
3. Voer bij “Step 2” in hoeveel hokjes breed en hoog jouw kruiswoordpuzzel moet worden.
4. Voer bij “Step 3” in hoe groot de hokjes van jouw kruiswoordpuzzel moeten worden. De
standaardwaarde is 30 en is een mooie grootte
5. Voer bij “Step 4” jouw vragen en jouw antwoorden in.
- Voer eerst een antwoord in. (Zorg ervoor dat je geen schrijffouten maakt in de antwoorden: anders
kunnen anderen jouw puzzel niet oplossen. Gebruik ook geen hoofdletters, leestekens en spaties).
- Geef direct na het antwoord een spatie.
- Voer direct na de spatie de vraag in die bij het antwoord past. (Begin de vraag met een hoofdletter
en eindig de vraag met een punt, vraagteken of uitroepteken. Type door totdat de hele vraag klaar is, ook als de
cursor naar de volgende regel springt. Pas als je op de enter-toets drukt ga je naar een volgende vraag en
antwoord).
6. Ben je klaar met het invoeren van vragen en antwoorden klik dan op de knop “Create my
puzzle”.
7. Maak een print van je kruiswoordpuzzel en laat hem oplossen door een ander.
NB. Wil je je kruiswoordpuzzel later nog eens maken en wil je voorkomen dat je dan alle vragen en antwoorden
opnieuw moet intypen ga dan als volgt te werk. - Selecteer alle vragen en antwoorden voordat je op de knop
“Create my puzzle” drukt.
- Kopieer de vragen en antwoorden en plak ze in een Wordbestand.
- Sla het Wordbestand op en bewaar het voor later.
- Later kun je de vragen en antwoorden dan weer plakken in de Puzzlemaker.
© Onderwijssupport-PO 2014
Legpuzzel maken
Nodig: ruitjespapier, liniaal, potlood
Stap 1: schrijf de woorden uit het woordpakket op het blad, zorg dat ze aan elkaar vast komen
Stap 2: Trek dikke lijnen om de vakjes van de woorden
Stap 3: Maak een puzzel waar de woorden nog niet in staan op een leeg blad ruitjespapier
Stap 4: schrijf de woorden onder de puzzel in rijtjes van even lange woorden
A P
P
a
n
n
e
n
k
o
e
k
E
L
L
O E
M O E
E
K
5 letters
Lepel
8 letters
Steelpan
© Onderwijssupport-PO 2014
P
E
E
S
T H E E Z
E
E
L
P A N N E
A
N
N P
A K
J
E
N L
A P
A N
9 letters
Koekenpan
Appelmoes
Theezakje
Pannenlap
10 letters
pannenkoek
© Onderwijssupport-PO 2014
Woordrebussen
Een rebus is een soort van woordpuzzel waarin figuren gebruikt worden om woorden
of woorddelen voor te stellen. Naast de figuren bestaat de rebus meestal uit letters
die toegevoegd, verwijderd, of vervangen moeten worden door andere letters.
Enkele voorbeelden:
Opdracht:
Je maakt van … woorden uit het woordpakket een rebus. Het kan zijn dat je voor één
woord uit het pakket meer dan één plaatje nodig hebt, dat mag. Je gaat eerst in
potlood tekenen, daarna inkleuren en versieren.
© Onderwijssupport-PO 2014
Rebuszinnen
Een rebus is een soort van woordpuzzel waarin figuren gebruikt worden om woorden
of woorddelen voor te stellen. Naast de figuren bestaat de rebus meestal uit letters
die toegevoegd, verwijderd, of vervangen moeten worden door andere letters.
Een voorbeeld:
Opdracht:
Je maakt eerst een zin met woorden uit het woordpakket. Van deze zin maak je een
rebus. Je gaat eerst in potlood tekenen, daarna inkleuren en versieren.
Let op: je mag meerdere zinnen maken, in totaal moet je …. woorden uit het
woordpakket hebben gebruikt.
© Onderwijssupport-PO 2014