Tussenkomst ombudsman in parlementaire commissie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Ons jaarverslag 2013 behandelt drie welzijns-topics, die we u vandaag graag geactualiseerd presenteren. Maar omdat het meteen ook de eerste kennismaking is met een nieuwe parlementaire commissie, eerst kort een algemene introductie over ongenoegen en welzijn. Introductie over ongenoegen & welzijn 1. De Vlaamse overheid werkt met een systeem van klachtenbehandeling, dat vertrekt vanuit de mogelijkheid om onvrede eerst aan te kaarten bij de klachtendiensten van Vlaamse overheidsdiensten (deze diensten behandelen allemaal samen, jaarlijks zo’n 50.000 klachten). Daarna is er nog de weg “in tweede lijn” naar de ombudsman, op wie zo’n 9.000 keer per jaar een beroep wordt gedaan; en die dus - de individuele zaak bekijkt (en heel vaak moet bevestigen dat de overheid deed wat van de overheid verwacht mag worden); - maar die ook rapporteert aan het parlement, om daar dan stukjes beleid aan te kaarten, zonder zich volop te smijten in het hart van het beleid (verwacht van ons dus geen breed uitgewerkte dossiers over de indexering van de kinderbijslag of de wachtlijsten bijvoorbeeld). 2. Het klachtenmanagement bij Welzijn is in dat systeem een wat atypische sector, omdat er ook interne tweedelijnsklachtenbehandeling is: de diverse publieke overheidsentiteiten van het beleidsdomein (VAPH, Kind & Gezin,…) behandelen daarbij bijkomend ook klachten over de dienstverlening van private voorzieningen die door hen worden aangestuurd (dit wil zeggen geregistreerd, erkend, gesubsidieerd etc.). Deze klachtenstructuur is trapsgewijs opgebouwd: in eerste instantie kunnen de verzoekers terecht bij de aangeklaagde voorziening zelf; indien de klacht op dat niveau niet opgelost geraakt, kan de verzoeker terecht bij de interne tweede lijn (departement of agentschappen). De Vlaamse Ombudsdienst is daarbij de externe tweedelijn. Deze opbouw maakt dat de klachtenbehandeling binnen WVG een heel ruim gamma bestrijkt, dat gaat van CAW, kinderdagverblijven, consultatiebureaus, vertrouwenscentra kindermishandeling, woonzorgcentra, tehuizen voor werkenden over Verenigingen waar armen het woord nemen, de zorgverzekering, de gemeenschapsinstellingen, VIPA enz. 1 JV Ombudsman 2013 – Baanbrekende sprong in het klachtenmanagement Onder deze hoofding illustreert het jaarverslag de positieve evoluties in dat klachtenmanagement (zie uitgebreid jaarverslag). Maar er zijn ook twee pijnpunten: 1. Soms beslist de functionele entiteit (bvb. Kind en Gezin of VAPH) om, na ontvangst van een klacht, een opdracht te geven aan Zorginspectie met de vraag om de voorziening te bezoeken en het klachtenpatroon te bekijken. De Vlaamse Ombudsdienst denkt dat verzoekers nauwer betrokken moeten worden bij de behandeling van de klacht. Nu hebben ze immers geen plaats in de verdere procedure en krijgen ze op het eind van de rit enkel een finale conclusie vanuit de functionele entiteit, zonder nog een wederwoord te kunnen hebben. Dit leidt tot heel wat (soms te vermijden) frustratie. 2. Deze observatie hangt erg nauw samen met de (al eerder in deze commissie aangehaalde) verkeerde verwachtingen ten opzichte van wat Zorginspectie kan ondernemen. Tussen de verschillende inspectiediensten die de Vlaamse overheid heeft, is Zorginspectie namelijk één van die inspecterende diensten, die geen politionele bevoegdheid heeft. Zorginspectie zal daarom de focus vooral leggen op de vraag of een bepaalde toestand nog blijft voortbestaan (en mogelijks leidt tot een gevarensituatie), eerder dan een gedetailleerd feitenonderzoek te gaan verrichten. De ombudsman denkt dat er best zou worden nagedacht over hardere handhavingsbevoegdheden voor de inspectie (ook in heel wat andere onderdelen van het jaarverslag formuleert de Vlaamse Ombudsdienst bedenkingen rond handhaving; deze bedenkingen kunnen worden samengevat als het project “één Vlaamse boete-ambtenaar”). JV Ombudsman 2013 – Geschillencommissie kinderopvang 1. Vooraleer hierna in te gaan op deze heel specifieke aanbeveling rond K&G, duiden we eerst dat heel wat ouders moeite hebben met het onderscheid tussen de verscheiden rollen van Kind en Gezin: - enerzijds heel nabij op het vlak van preventieve gezinsondersteuning door de bezoekjes aan het kraambed en de afspraken in de consultatiebureaus, - maar daarnaast veel meer afstandelijk inzake kinderopvang. Veel ouders beschouwen elke kinderopvang (ten onrechte) als kinderopvang van Kind en Gezin, en reageren sterk teleurgesteld op het (in hun ogen) povere resultaat van de klachtenbehandeling (zie hiervoor). Dat was zeker ook zo, de voorbije maanden, met de inwerkingtreding van het nieuwe decreet Kinderopvang van baby’s en peuters en de nieuwe (gedigitaliseerde) manier van het aanvragen van een kindcode in de inkomensgerelateerde kinderopvang. In het JV 2013 benadrukten we al begrip te hebben voor de digitale voorlopersrol die Kind en Gezin opneemt, en we vinden het ook positief dat er daadwerkelijk iets wordt gedaan met de klachtenreacties (bvb. nieuwe richtlijnen rond de gereserveerde opvangdagen (“het korfje”). 2 Opnieuw moeten we ook de pijnpunten durven benoemen: - rechtsonzekerheid ingevolge bijsturingen, waarbij de eigen diensten soms zelf niet meer op de hoogte zijn van de laatste wijzigingen of waarbij de verschillende interne diensten begrippen anders interpreteren. - de communicatie: de Kind en Gezin-lijn en vooral de Kind en Gezin-website kunnen transparanter (het zou goed zijn om eens heel goed te kijken naar wat “onderwijs” doet met de nieuwe website) en ook de ouderbrochure kinderopvang moet prominenter in beeld komen, want nu moeten ouders toch nog te vaak zelf op zoektocht naar deze informatie. In de nabije toekomst valt te verwachten dat het aantal klachten over de mogelijkheid om een individueel verminderd tarief aan te vragen enkel zal toenemen en ook nu nog blijven enkele klassiekers in het klachtenbeeld, zoals de (her)berekening van de inkomensgerelateerde bijdrage in de kinderopvang voor zelfstandigen. Heel wat zelfstandigen vallen immers uit de boot om een tarief gedaald inkomen aan te vragen omdat zij hiervoor niet de juiste bewijsstukken kunnen aanleveren. 3. Onze concrete aanbeveling, ten slotte, rond de Geschillencommissie, speelt in op de problemen in verband met betwiste facturen en onenigheid over de opzegtermijnen in de kinderopvang. Dergelijke zaken vallen bijna altijd buiten de scope van de klachtendienst, en ouders krijgen steevast de raad om hun heil elders te zoeken (justitiehuizen en rechtsbijstandsverzekering). Heel wat ouders gaan er inderdaad aan voorbij dat ze een contract hebben afgesloten met hun opvang en dat de contractvoorwaarden en bepalingen in het huishoudelijk reglement dus van tel zijn (uiteraard in zoverre die niet ingaan tegen regelgeving). Vandaar die geschillencommissie die zou bestaan uit vertegenwoordigers van de sector en gebruikers, en die bevoegd zal zijn om dergelijke klachten te behandelen, zodat deze laagdrempeliger kunnen worden opgelost dan door middel van justitie. JV Ombudsman 2013 – bevrijdende boete in de zorgverzekering We zagen dat onze aanbeveling in verband met de zorgverzekering “focus niet enkel op de boete, maar ook op de gederfde rechten en durf na te denken over de kwijtschelding van het verlies van rechten bij de niet tijdige betaling” (ondanks weinig animo tijdens een eerdere bespreking hier in commissie) nu ook aan bod komt in het regeerakkoord. “Met betrekking tot de zorgverzekering heroverwegen we de sanctie opschorting met verlies van rechten bij niet-tijdige betaling. Om de boetes verder terug te dringen wordt de mogelijkheid om de niet-betaalde bijdragen van de tegemoetkomingen af te trekken verder uitgebreid.” 3 Tussenkomst ombudsman in parlementaire commissie Wonen, Armoedebeleid en Gelijke Kansen Vandaag presenteren we u graag – geactualiseerd – de topics wonen, armoede, en gelijke kansen uit ons jaarverslag. Introductie over ongenoegen & Wonen 1. De Vlaamse overheid werkt met een systeem van klachtenbehandeling, dat vertrekt vanuit de mogelijkheid om onvrede eerst aan te kaarten bij de klachtendiensten van Vlaamse overheidsdiensten (deze diensten behandelen allemaal samen, jaarlijks zo’n 50.000 klachten). Daarna is er nog de weg “in tweede lijn” naar de ombudsman, op wie zo’n 9.000 keer per jaar een beroep wordt gedaan; en die dus - de individuele zaak bekijkt (en heel vaak moet bevestigen dat de overheid deed wat van de overheid verwacht mag worden); - maar die ook rapporteert aan het parlement, om daar dan stukjes beleid aan te kaarten, zonder zich volop te smijten in het hart van het beleid (verwacht van ons dus geen breed uitgewerkte dossiers over het levenslang wonen in een sociale woning of over de schrapping van gratis water in het regeerakkoord). 2. Het klachtenmanagement bij Wonen is in dat systeem een wat atypische sector, omdat we ook de (in principe “tweedelijns“)-ombudsman van de vele tientallen Sociale Huisvestingsmaatschappijen zijn, zonder dat elke huisvestingsmaatschappij daar in werkelijkheid op de eerste lijn écht klaar voor is. We proberen daar een stuk van onze verantwoordelijkheid méé op te nemen. Zo brengt de Vlaamse Ombudsdienst op 24 oktober 2014 de klachtenbehandelaars van de sociale huisvestingsmaatschappijen samen om te werken aan een betere klachtenbehandeling: indicatoren van kwaliteitsvolle klachtbehandeling voor SHM’s en beste praktijken als voorbeeld. De klacht als instrument voor het verbeterproces. JV Ombudsman “Wonen” 2013 en vroeger Wonen digitaal Er is sinds enkele jaren een goede informatiesite van Wonen-Vlaanderen (www.wonenvlaanderen.be + premiezoeker), maar digitale aanvragen voor woonpremies kunnen tot op vandaag niet; ongeveer de helft van de SHM’s had in voorbije jaren geen website. Voorbije jaren toch wel klachten over het al dan niet tijdig aanvragen/verzenden van woonpremies. Ook gebrek aan goede informatie over de SHM’s die geen website hebben. 4 Verkrotting van woningen: graag 1 overheid Klachtendossiers uit Antwerpen en Gent rond de heffing op verkrotting. Het traject is voor de burger heel verwarrend omdat er zowel een gewestelijke als een lokale heffing is. Confrontatie met 4 overheden rond 1 verkrottingsprobleem: inventarisatie ( Vlaams Gewest én stad), aanvragen voor vrijstellingen (verschillende regelgeving op lokaal en gewestelijk niveau) om geschrapt te worden moet men naar de burgemeester voor de aanvraag van een conformiteitsattest en de uiteindelijke heffingen komen van de stedelijke financiële diensten én van Vlabel…. De Vlaamse Ombudsdienst pleit voor 1 heffing op lokaal niveau, met minimale garanties vanuit Vlaanderen per analogie met de leegstandheffing (en meent te begrijpen dat het regeerakkoord die aanbeveling oppikt). Stimuleer alternatieve woonvormen De Vlaamse Ombudsdienst heeft jaren aangedrongen om de renovatiepremie ook toe te kennen bij opsplitsing van gebouwen die ouder zijn dan 25 jaar en sinds 1 januari is de regelgeving gewijzigd. Nu kan het. Het is een goede stap in de richting om het verdichten van woningen te stimuleren. Naar aanleiding van een klacht over een ambtenaar op de bevolkingsdienst die niet overweg kon met de aanmelding van een zorgwoning, heeft de ombudsdienst ook aangedrongen om de informatie rond het concept van de “zorgwoning” (of kangoeroewoning) te verbeteren voor alle betrokkenen, wat ook gebeurd is. Binnen het regeerakkoord hebben alternatieve woonvormen aandacht gekregen bij ruimtelijke ordening, maar vanuit wonen zullen stappen moeten gezet worden. Sociale huursector 1. Huurlasten, huurlasten en huurlasten Moeilijke, hoge, laattijdige en verkeerde afrekeningen. Een rode draad doorheen de klachten. Nog recent: na jaren kan een grote SHM de gratis 15m³ water nog niet correct toekennen…. Ook bij gedwongen verhuis (bv. voor renovatie) blijft de huurprijs verplicht gelijk, maar de huurlasten kunnen wél veranderen en de woonkost voor de betrokkene flink duurder maken. Energiecorrectie zit sinds 2007 in het Kaderbesluit Sociale Huur, maar werd niet uitgevoerd… Collectieve meters zetten huurders niet aan tot energiezuinig handelen. We voegen een aanbevelingsrapport van 2011 toe, dat nog altijd actueel is. De Vlaamse Ombudsdienst blijft aandringen op tijdige en duidelijke afrekeningen en vraagt om sociale huurders te sensibiliseren voor energiezuinigheid. 5 2. Onderbezetting sociale huurwoningen We ontvingen de voorbije legislatuur geregeld klachten van overbezette sociale woningen (dossier: gezin met 7 kinderen in huis met 3 slaapkamers) en hele lange wachttijden voor grote gezinnen. Een groot aantal sociale huurwoningen is echter onderbezet (meer dan 30 % alleenstaanden): de toeslag voor de “overtollige slaapkamers” (art 50 KBSH) werd nooit uitgevoerd. Verplichte verhuis naar kleinere wooneenheid is maatschappelijk gezien lastig maar vooral komt er een immense druk op de kleine wooneenheden ( wat de wachttijden voor die wooneenheden dan weer gaat verlengen). 3. Schimmelproject - Armoedebestrijding Een Panorama-uitzending op de VRT over kinderen in armoede uit 2013 startte met een reportage van een sociaal huurappartement met zware schimmelproblematiek in Aalst. Slechte woningen waarin kinderen opgroeien: schaamte, armoede en gezondheidsproblemen. Er worden geen vriendjes uitgenodigd om te komen spelen. Dit deed ons nadenken: we hebben het afgelopen jaar extra aandacht besteed aan vocht en schimmelproblemen in sociale huurwoningen. Een 30-tal klachtdossier hebben ons bereikt. In een aantal dossiers kan na de klacht een herstelling of kleine ingreep gebeuren om aan het probleem te verhelpen (bv. het plaatsen van een ventilator). Maar nog al te vaak wordt het probleem afgedaan als een probleem van wooncultuur: er wordt niet voldoende verlucht… Een dampkap en voldoende ventilatie zijn normen voor de nieuwe woningen, maar ontbreken vaak in de oude. De VVH (de Vereniging voor Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen) heeft aandacht besteed aan het probleem in haar brochure en met een opleidingsvoormiddag. Maar nog niet elke SHM gaat voor een stappenplan in de aanpak… Soms moeten de bewoners gewoon wachten op een renovatie gepland in …2018. De Vlaamse Ombudsdienst pleit voor een alerte aanpak van vocht- en schimmelproblemen bij sociale huurwoningen Klachtenbeeld Armoede Twee thema’s bij de ombudsman: 1. Wat waterarmoede betreft, heeft de Vlaamse Regering de regelgeving inzake verborgen lekken en inzake bescherming tegen afsluiting van de watertoevoer vanaf 2014 merkelijk verbeterd, en is daarmee tegemoet gekomen aan enkele ombudsaanbevelingen. Toch blijven klachten over afsluitingen toekomen. In de behandelde ombudsdossiers zien we dat zij die afgesloten zijn, om een of andere reden niet zijn komen opdagen tijdens de zitting van de LAC. Dat blijkt zelfs algemeen de regel te zijn, blijkt uit de Statistieken over de toepassing van het AWVR (jaar 2013: p.14). Dat pijnpunt is half september 2014 gesignaleerd aan het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting. 6 De Vlaamse Ombudsdienst rekent alvast op de OCMW’s om via sociale onderzoeken tijdig een onderscheid te maken tussen wie niet kan en wie niet wil betalen, en om zich in de LAC’s voldoende assertief op te stellen ten aanzien van de drinkwatermaatschappijen, ook bij vragen tot heraansluiting. In de concrete ombudsdossiers tracht de Ombudsdienst de afgesloten klant en het OCMW bij elkaar te brengen voor een open gesprek over alle openstaande schulden. 2. Wat energiearmoede betreft: in Vlaanderen werd - vanaf 2010 - het aantal mensen dat in aanmerking komt voor het statuut van beschermde afnemer beperkt tot degenen die kunnen genieten van het (federale) sociaal tarief voor gas en elektriciteit. Zo komen sindsdien o.a. personen met een verhoogde tegemoetkoming van het ziekenfonds, personen in collectieve schuldenregeling en personen in budgetbegeleiding bij het OCMW niet meer in aanmerking voor het statuut van beschermde afnemer. Hierdoor kunnen deze geschrapte beschermde afnemers bovendien binnenkort ook niet meer genieten van een energielening van het Fonds voor de Reductie van de Globale Energiekost (FRGE) want dit fonds zal volgens het regeerakkoord beperkt worden tot de beschermde afnemers. Tevens zullen deze geschrapte afnemers niet kunnen genieten van de verhoogde energiepremies die door het regeerakkoord voor beschermde afnemers in het vooruitzicht worden gesteld. Ter vergelijking: in Wallonië komen wel nog meer doelgroepen dan enkel de gerechtigden voor het sociaal tarief in aanmerking voor het statuut van beschermde afnemer. Klachtenbeeld Gender Het regeerakkoord situeert het klachtenbeeld inzake “gender” bij de ombudsman. De ombudsman zal zijn verantwoordelijkheid opnemen als hij geroepen wordt, zonder uit het oog te verliezen wat p. 41-42 van ons jaarverslag 2013 zegt over toegankelijkheid en stroomlijning van de dienstverlening ten dienste van de burger. Die stroomlijning en dienstverlening geldt vanzelfsprekend ook ten dienste van al wie een genderklacht formuleert. 7 Tussenkomst ombudsman in parlementaire commissie Mobiliteit en Openbare Werken Ons jaarverslag 2013 behandelt drie topics over Mobiliteit en Openbare Werken, die we u vandaag graag geactualiseerd presenteren. Maar omdat het meteen ook de eerste kennismaking is met een nieuwe parlementaire commissie, eerst kort een algemene introductie over ongenoegen en Mobiliteit en Openbare Werken. Introductie over ongenoegen & Mobiliteit en Openbare Werken 1. De Vlaamse overheid werkt met een systeem van klachtenbehandeling, dat vertrekt vanuit de mogelijkheid om onvrede eerst aan te kaarten bij de klachtendiensten van de Vlaamse overheidsdiensten zelf (deze diensten behandelen allemaal samen, jaarlijks zo’n 50.000 klachten). Daarna is er nog de weg “in tweede lijn” naar de ombudsman, op wie zo’n 9.000 keer per jaar een beroep wordt gedaan; en die dus - de individuele zaak bekijkt (en heel vaak moet bevestigen dat de overheid deed wat van de overheid verwacht mag worden); - maar die ook rapporteert aan het parlement, om daar dan stukjes beleid aan te kaarten, zonder zich volop te smijten in het hart van het beleid (verwacht van ons dus geen standpunt over bijvoorbeeld de schrapping van het gratis openbaar vervoer). 2. Het klachtenbeeld MOW is kwantitatief buiten categorie: driekwart van alle geregistreerde meldingen en klachten bij de Vlaamse overheid, zijn MOWklachten, waarbij De Lijn voor 2013 over meer dan 32.000 meldingen en klachten rapporteert; en AWV over meer dan 13.000. En ook vanuit het Vlaams Parlement is dit een veel bevraagd beleidsdomein, met meer dan 5500 schriftelijke vragen de afgelopen legislatuur (de ombudsman rekent er overigens op dat we die aantallen samen gaan laten dalen, o.a. door meer pro-actief te handelen). JV Ombudsman 2013 - De centrale klantendienst zet de klant centraal 1. In het jaarverslag 2013 keken we uit naar de aangekondigde centrale klantendienst bij De Lijn. De boetedienst en de abonnementendienst centraliseren momenteel en de ombudsman staat erg positief tegenover deze ontwikkelingen. We zien momenteel ook volop de eerste veelbelovende resultaten en blijven mee de vinger aan de pols houden, tot en met bijvoorbeeld de afgelopen maanden, bij het gemediatiseerde incident rond een dame, die van de bus werd gezet. De Lijn zet trouwens ook in op de ontwikkeling van een beleid inzake sociale media en ons jaarverslag merkt op dat dit beleid haaks staat op de 30 cent per minuut, die de passagiers nog altijd moeten betalen om via het 070-nummer bij de LijnInfo een reisroute te vragen, een verloren voorwerp te melden of een klacht te uiten. En de ombudsman is er van overtuigd dat De Lijn ook nog op een ander vlak een flink stuk vooruitgang kan maken aan de telefoon, namelijk door in bepaalde 8 dossiers zelf wat vaker de telefoon te nemen. Nog te vaak is de ombudsman zelf “het eerste luisterend oor” voor reizigers van De Lijn, terwijl een simpel telefoongesprek véél ongenoegen had kunnen voorkomen. 2. Het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) krijgt een mooie pluim van ons voor de nieuwe frisse aanpak van het klachtenrapport en de ombudsman heeft begrepen dat het hele beleidsdomein de bereidheid toont om méé die weg in te slaan. Dé uitdaging blijft om meer lijn te krijgen in de doorlooptijden, in de kwaliteit van de antwoorden en in de opvolging en uitvoering van beloofde acties. We merken wel degelijk dat er in heel wat gevallen snel en accuraat geantwoord wordt, in die zin dat we soms zelfs klachten ontvangen over het niet ontvangen van een antwoord, terwijl vervolgens al snel blijkt dat dit na terugkoppeling met AWV onterecht is. We merken echter ook nog te veel dat het hapert en klachten of bijkomende vragen niet beantwoord geraken binnen een redelijke termijn. Als gevolg van de communicatie-inspanningen van AWV geraakt het meldpunt wegen natuurlijk beter bekend waardoor ook het aantal klachten stijgt. Maar zeker bij dergelijke online-meldpunten vinden burgers een snel antwoord vanzelfsprekend. Bij infrastructuurwerken speelt natuurlijk ook mee dat een antwoord geven een zaak is, een andere zaak is de uitvoering op het terrein, waar vaak (noodgedwongen) heel wat tijd tussen zit (overheidsdopdrachten, aannemers, bestelling, weer,…), zodat het lijkt of er niets gebeurt. Ten slotte, heeft ook AWV géén écht uniek luisterend oor om dit ongenoegen te stroomlijnen, nu de wegentelefoon deze ambitie écht niet waarmaakt. Ook hier zou het gebruik van 1700 misschien een oplossing kunnen bieden. De gesprekken hierover lopen. JV Ombudsman 2013 - Wegen & Verkeer: resultaat in de strijd tegen geluidshinder verkeer 1. In ons jaarverslag haalden we aan dat klachten over geluidshinder door wegverkeer doorheen de jaren een belangrijke constante is in het klachtenbeeld. Ondertussen lezen we dat ook in het jaarverslag 2013 van het Agentschap Wegen en Verkeer niet langer de slechte staat van de weg oorzaak nummer 1 is om te klagen, maar dat deze positie nu wordt ingenomen door klachten over geluid en trillingen. Het mag dan niet verbazen dat ook in ons jaarverslag over 2014 opnieuw klachten over geluid een belangrijke plaats zullen innemen want ze blijven toekomen bij de ombudsdienst In die zin is de ombudsman dan ook tevreden dat hij in het regeerakkoord kan lezen dat er specifiek aandacht zal zijn voor onder meer geluidsarme toplagen en dat er een dienst zal opgericht worden die bij hinder door geluid, geur, trillingen,… zal zorgen voor een klantvriendelijk klachtenbeheer en de klacht ook effectief zal opnemen en terugkoppelen met de klagers. We moeten echter anno 2014 vaststellen dat er nog steeds geen (duidelijk) regelgevend kader is inzake wegverkeerslawaai, terwijl we aan tal van andere actoren via specifieke regelgeving wel duidelijke geluidsnormen opleggen en afdwingen. Uit de klachten blijkt ook dat zelfs voor wegen die nieuw worden aangelegd de in de vergunning opgelegde geluidsschermen als gevolg van de 9 MER-studie soms pas geplaatst worden nadat de weg al is opengesteld. Dit wekt natuurlijk weinig vertrouwen in de overheid. 2. Ook voor wat trillingen als gevolg van (weg)verkeer(swerken) betreft, bestaan er in de Vlaamse regelgeving geen normen, terwijl klachten over trillingen vaak het resultaat zijn van aanzienlijke schadegevallen. De Vlaamse ombudsman moet ook vaststellen dat hij bij klachten over geluid beroep kan doen op een dienst van de Vlaamse overheid die dan ter plaatse metingen gaat uitvoeren zodat de discussie geobjectiveerd kan worden. Bij klachten over trillingen krijgen de burgers echter te horen dat ze zelf maar een expert onder de arm moeten nemen om de overdreven trillingen te bewijzen. De omgekeerde aanpak dus. Maar zelfs als een burger dat zou doen, dan blijft er nog steeds discussie mogelijk omdat er nu eenmaal geen enkel aftoetsingskader in de Vlaamse regelgeving terug te vinden is. JV Ombudsman 2013 - identieke problemen vragen identieke oplossingen 1. We drukten in ons jaarverslag onze waardering uit voor de samenwerking tussen de twee waterwegbeheerders rond identieke problemen waarmee ze geconfronteerd worden zoals bijvoorbeeld het gebruik van de jaagpaden. Die aanbeveling is wat achterhaald door het regeerakkoord, dat een samenvoeging tussen beide entiteiten in het vooruitzicht stelt. 2. Ook AWV zal samengevoegd worden met het Departement MOW. Hopelijk kan dat ook het einde betekenen van het apart beheer van de meldpunten fietspaden en wegen, zodat meldpunt wegen verder kan uitgroeien als hét meldpunt voor alle problemen in verband met weginfrastructuur. Het is dan ook jammer dat nog te weinig gemeenten écht meewerken aan dit meldpunt, alhoewel ze ook klachten over hun wegen doorgestuurd krijgen. 3. In ons jaarverslag 2013 drukten we ook onze bezorgdheid uit over de veelheid van websites die de burgers moeten consulteren willen ze zicht krijgen op een bepaalde problematiek. We gaven daarbij een voorbeeld voor wegen en verkeer, zonder de garantie op volledigheid (want er zijn ook nog: mobiliteitsplanvlaanderen.be, gewoongroter.be, pendelfonds.be, vlotvlaanderen.be, …) en zonder dan nog alle specifieke projectsites (r4verbindt.be, a11verbindt.be, denoordzuid.be, noordzuidkempen.be, poortoost.be,…) te vermelden. Maar ook elders binnen het Beleidsdomein MOW duikt deze problematiek van veel te veel afzonderlijke websites op. Ter illustratie geven we hier een ander voorbeeld voor wie zicht wil krijgen op de ontwikkeling en bereikbaarheid van de haven van Antwerpen: - de uitbating gebeurt door het havenbedrijf: www.portofantwerp.com - Flanders Port Area: www.flandersportarea.be - afdeling Maritieme toegang: www.maritiemetoegang.be - Maatschappij Linkerscheldeoever: www.mlso.be/ - Deurganckdoksluis: www.deurganckdoksluis.be - Amoras: www.amoras.be - de ontwikkeling van het havengebied Antwerpen www.havenvandetoekomstantwerpen.be - de bemiddelaar grootschalige infrastructuurprojecten www.mow.vlaanderen.be/bemiddelaar/index.htm - Vlaamse havencommissie: www.vlaamsehavencommissie.be 10 - Departement MOW: http://departement-mow.vlaanderen.be/nl Vlaamse havendag: www.vlaamsehavendag.be Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel: www.bamnv.be Overleggroep Duurzaam Antwerpen Mobiel: www.vlaanderen.be/dam Oosterweelverbinding: http://hoevlothet.nu/ Liefkenshoektunnel : www.liefkenshoektunnel.be Misschien kan het beleidsdomein MOW een voorbeeld nemen aan de nieuwe klantvriendelijke website van de onderwijsadministratie om haar online inspanningen toch wat meer te concentreren en zo een paar sterke merken uit te bouwen in plaats van steeds maar weer via afzonderlijke websites te communiceren. 11
© Copyright 2024 ExpyDoc