INFOR Dyslexieprotocol INFORMATIE OVER ONS DYSLEXIEBELEID VOOR DOCENTEN, OUDERS EN LEERLINGEN Dyslexieprotocol Mavo Schravenlant XL Inhoudsopgave Inleiding………………………………………..………2 Uitgangspunten.………………………………..……..3 Compenserende en dispenserende maatregelen…4 Dyslexiepas……………………………………………5 Eindexamens…………………………………………..7 Verantwoordelijkheid………………………………….8 juli 2014 1 Dyslexieprotocol Mavo Schravenlant XL Inleiding Op Mavo Schravenlant XL hanteren wij de definitie zoals deze is geformuleerd door de Stichting Dyslexie Nederland (SDN) en wij onderschrijven daarmee ook de uitgangspunten die hebben geleid tot deze definitie. „Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau.“ Een omvangrijke doelgroep die bijzondere aandacht nodig heeft, want dyslexie is een complex probleem. Dyslectische leerlingen zijn niet dom of lui, hun falen is geen onwil. Deze leerlingen doen vaak extra hun best en behalen toch nog een onvoldoende. Hierdoor verliezen velen hun zelfvertrouwen, worden gespannen of geven het op. Hulp gedurende de hele schooltijd is noodzakelijk. Wij streven ernaar om op de leerling aangepaste ondersteuning te bieden. Dit dyslexieprotocol beschrijft de wijze waarop met dyslexie wordt omgegaan. Het biedt alle betrokkenen duidelijkheid over de specifieke aanpak van dyslexie op onze school. juli 2014 2 Dyslexieprotocol Mavo Schravenlant XL Uitgangspunten Leerlingen met een officiële dyslexieverklaring komen in aanmerking voor de faciliteiten die wij bieden. 1. Bij aanmelding brengen de ouders de erkende dyslexieverklaring en handelingsplannen mee. 2. Alle brugklasleerlingen maken in één van de eerste schoolweken het dictee: “Het wonderlijke weer” en de stilleestoets “Hoe gevaarlijk is een tekenbeet”. Dat dictee wordt afgenomen en nagekeken door de docenten Nederlands. De resultaten worden bekeken door de coördinator zorg en de teamleider. 3. De coördinator zorg neemt contact op met de ouders van leerlingen die zodanig uitvallen bij het dictee dat er een vermoeden van dyslexie is. 4. Ouders kunnen er voor kiezen om een dyslexie-onderzoek te laten doen, zodat de leerling ook gedurende het eindexamen gebruik kan maken van de faciliteiten die daarvoor staan. o Ouders kiezen in principe een eigen orthopedagoog/psycholoog om het onderzoek te laten doen. o Intern kan dan de Klepel (test leesvaardigheid pseudowoorden) en de Brus (1-minuut test) afgenomen worden. 5. De coördinator zorg stuurt ter kennisgeving een lijst met namen van dyslectische leerlingen naar alle docenten en werkt deze lijst regelmatig bij. 6. De dyslectische leerling krijgt een dyslexiepas met de aanbevelingen en rechten van de betreffende leerling. 7. De leerlingen krijgen van de coördinator zorg uitleg over het gebruik van de afsprakenkaart en de faciliteiten die wij als school bieden. 8. Ouders krijgen deze informatie over de geboden faciliteiten ook op papier. 9. De extra faciliteiten die horen bij een dyslexieverklaring zijn ook van toepassing voor leerlingen bij wie dyslexie in latere leerjaren wordt vastgesteld. juli 2014 3 Dyslexieprotocol Mavo Schravenlant XL Compenserende en dispenserende maatregelen voor leerlingen met een volledige dyslexieverklaring We gaan ervan uit dat de leerling zelf aangeeft, welke hulp voor hem het best passend is en op welk moment. Zo mag de leerling faciliteiten tijdens alle lessen inzetten als hij dit wenselijk acht. De hulp van ouders en/of docenten is in de eerste jaren zeker wenselijk. 1. De leerlingen krijgen verlenging van proefwerktijd (25%). 2. Schriftelijke overhoringen en proefwerken worden in een heldere lay-out aangeboden, in Arial, minimale lettergrootte 12. 3. Zo nodig worden de opgaven in vergroot lettertype aangeboden (lettergrootte 14 en/of op A3 formaat). 4. Bij Nederlands tellen spelfouten niet mee, behalve bij schrijf- en spellingopdrachten. 5. Bij dictees tellen fouten tegen de grammaticale regels wel altijd mee. Verschrijvingen passend bij het dyslexiebeeld worden niet meegerekend. 6. Bij de vreemde talen worden spelfouten niet aangerekend als er geen spelling getoetst wordt. Dus schrijffouten worden niet meegeteld bij vakinhoudelijke toetsing. 7. Taalstructuurkaarten voor de diverse talen mogen tijdens de les en tijdens toets-momenten door dyslectische leerlingen gebruikt worden. De kaarten mogen niet gebruikt worden als de inhoud van de kaart onderwerp van toetsing is. De docent beslist hierover. 8. De leerling krijgt de gelegenheid, binnen redelijke kaders en naar het oordeel van de docent, om een deel van gemaakt werk mondeling toe te lichten. Vooraf wordt de normering daarbij afgesproken. 9. Schrijffouten worden niet meegeteld bij vakinhoudelijke toetsing. 10. Leden van een vaksectie hebben afspraken met elkaar gemaakt over hoe zij gemaakt werk beoordelen, zodat dat binnen één sectie op dezelfde manier wordt uitgevoerd. 11. Wanneer in het orthopedagogische verslag/handelingsplan van het dyslexieonderzoek auditieve ondersteuning wordt geadviseerd, mag op school van deze ondersteuning gebruik gemaakt worden. De ouders/verzorgers zijn in dat geval verantwoordelijk voor de aanschaf van materiaal, zoals een Daisyspeler of Kurzweil. Dit is mogelijk voor een beperkt aantal vakken tot en met het examen. 12. Conflicten over het beleid worden in eerste instantie besproken met de vakdocent en teamleider. De eindverantwoordelijkheid ligt bij de schoolleiding. Daarnaast heeft een leerling met dyslexie de mogelijkheid om op school bijles te krijgen: in de reguliere bijlessen Nederlands, of individueel door een leerling uit klas 3 of een gespecialiseerde vrijwilliger. juli 2014 4 Dyslexieprotocol Mavo Schravenlant XL Dyslexiepas Op de dyslexiepas van Mavo Schravenlant XL zijn voor de leerling met dyslexie relevante compenserende en dispenserende maatregelen vermeld. Hieronder zullen de compenserende en dispenserende factoren die op de kaart vermeld staan nader toegelicht worden. Aangepaste normeringen voor spelfouten Spelfouten worden niet geteld bij (onderdelen van) vakken waar het om begrip gaat. Bij de moderne vreemde talen wordt maximaal 2 punten afgetrokken voor fouten in de spelling. Het oorspronkelijke woord moet dan wel herkenbaar zijn; het is alleen fonetisch opgeschreven. (Maatstaf: bij een mondelinge overhoring zou het goed zijn.) Werkwoordspelling wordt, mits er gebruik gemaakt wordt van een stappen- of regelschema, normaal beoordeeld (bijvoorbeeld de spiekkaarten bij Nederlands). Extra tijd of vermindering van vragen De leerling heeft recht op meer werktijd bij alle onderdelen waarbij veel gelezen en/of geschreven moet worden. De dyslectische leerling mag er minstens 10 en maximaal 30 minuten langer over doen (25%). Omdat dit niet praktisch is buiten toetsweken om kan de docent ook beslissen om het aantal vragen te verminderen. Mondeling overhoren/herkansen Indien noodzakelijk (als blijkt dat dyslexie een belemmerende factor is) mag de leerling een proefwerk mondeling doen. De klassensituatie moet zich hier wel voor lenen. De leerling heeft recht op een mondelinge herkansing van onderdelen uit de toets, waarop hij slecht gepresteerd heeft, uiteraard moet wel duidelijk zijn dat de dyslexie een belemmering is geweest. Schriftelijk toetsen Proefwerken hebben een duidelijke lay-out en een voldoende groot lettertype: lettertype Arial, lettergrootte 12. Toetsen worden getypt aangeleverd en er is genoeg ruimte tussen de verschillende onderdelen. De vragen staan op papier en worden niet gedicteerd of op het bord geschreven. In geval van het gebruik van een laptop zorgt de docent dat de leerling de toets digitaal krijgt. Niet onvoorbereid lezen De docent geeft van te voren aan wanneer een leerling een leesbeurt krijgt, zodat de leerling zich kan voorbereiden. Dit geldt ook voor het oplezen van huiswerk tijdens de les. Gebruik laptop/computer De leerling mag een laptop gebruiken. De voorwaarde hiervoor is dat de leerling hiermee overweg kan (voldoende typevaardigheid) en zonder de les te storen ermee werkt. juli 2014 5 Dyslexieprotocol Mavo Schravenlant XL De leerling mag gebruik maken van een tekstverwerkingsprogramma (met spellingcontrole) voor opdrachten, brieven, verslagen en werkstukken. Op het moment dat misbruik wordt geconstateerd kan de leerling het recht op een laptop in de les verspelen. Auditieve ondersteuning moderne Vreemde Talen (MVT) Bij de moderne vreemde talen worden teksten of woordjes voorgelezen zodat de leerling de juiste uitspraak hoort en mee kan lezen. Het computerprogramma WRTS (www.wrts.nl) biedt ook de mogelijkheid om woordjes en zinnen te laten voorlezen. Verlenging examentijd Compenserende de leerling heeft recht op een half uur verlenging van de examentijd. Gebruik spiekkaart In overleg met de docent Nederlands of MVT mag een spiekkaart gebruikt worden. juli 2014 6 Dyslexieprotocol Mavo Schravenlant XL Eindexamens Dispensatie Er moeten grondige redenen aanwezig zijn voor vrijstelling van onderwijs in de Moderne Vreemde talen. Vervolgens moet melding gedaan worden bij de inspectie. Dit kan echter gevolgen hebben voor de vervolgstudies. Besluiten hierover worden altijd gedaan in overleg met de leerling, ouders, zorg coördinator, de voorzitter van de examencommissie en de directie. De lestijd die vrijkomt door dispensatie dient gebruikt te worden voor de andere vakken of begeleiding. Faciliteiten eindexamen De volgende faciliteiten mogen bij het examen ingezet worden: Verlenging examentijd Voor het centraal examen kan een dyslectische leerling verlenging van examentijd aanvragen. De leerling krijgt maximaal 30 minuten extra tijd om het examen te maken. Computer De leerling mag gebruik maken van audio ondersteuning. Examenteksten zijn te zien en te beluisteren via de computer. De leerling moet wel al minstens 18 maanden gebruik maken van een laptop. De genoemde faciliteiten worden door de eindexamensecretaris aan het begin van het vierde leerjaar aangevraagd. juli 2014 7 Dyslexieprotocol Mavo Schravenlant XL Verantwoordelijkheid Om dit beleid te laten slagen, wordt er van zowel de school als de leerling en de ouders een bepaalde attitude verwacht. In dit gedeelte wordt precies beschreven wat ieder zijn rol is. De rol van de leerling Van de dyslectische leerling wordt een positieve houding en voldoende inzet verwacht. Verder wordt er van de dyslectische leerling verwacht dat hij/zij meteen vermeldt als de begeleiding naar zijn/haar gevoel niet goed verloopt en bespreekt dit met zijn/haar mentor. De rol van de ouders De belangrijkste taak van ouders is om het kind te blijven bemoedigen en ondersteunen bij het leren omgaan met dyslexie. Niet alle kinderen vinden het prettig om door hun ouders geholpen te worden. Wil een leerling wel geholpen worden, dan kan de ouder een rol spelen in het oefenen en trainen met lezen. Samen lezen of voorlezen en vooral ervoor zorgen dat de leerling lezen leuk gaat/blijft vinden. Kies daarom boeken die aansluiten op de belevingswereld van uw kind. Geef veel complimentjes, ook al gaat het lezen niet foutloos. Tenslotte is het belangrijk dat u goed luistert naar de signalen van uw kind en die doorgeeft aan school. De rol van de coördinator zorg De coördinator zorg is verantwoordelijk voor het proces van de begeleiding van de dyslectische leerling. Zij bestudeert de dyslexieverklaring en de handelingsgerichte adviezen voor een leerling en stelt een dyslexiepas op. Deze dyslexiepas is leerlinggebonden. De coördinator zorg verstrekt ook de nodige informatie aan teamleiders, mentoren en docenten. In het begin van het schooljaar zal de coördinator zorg een bijeenkomst organiseren voor de leerlingen met dyslexie en hun ouders. De coördinator zorg evalueert ieder schooljaar het dyslexiebeleid van mavo Schravenlant XL met leerlingen en docenten en stelt bij waar nodig. De rol van de vakdocent/mentor Wij vinden een begripvolle houding van de vakdocent c.q. mentor ten opzichte van de dyslectische leerling van groot belang. Fundamenteel is de acceptatie van het probleem: Dyslexie is niet tijdelijk maar blijvend. Leerlingen met hardnekkige lees- en spellingsproblemen worden nooit leerlingen zonder lees- en spellingsproblemen, ongeacht de maatregelen die genomen worden. Dyslectische leerlingen zijn niet ongeconcentreerd of ongemotiveerd, maar zijn vaak in de loop van de jaren gedemotiveerd geraakt. Wij verwachten daarom van de docent dat hij/zij de nadruk legt op wat de leerling wel kan, concrete bewoordingen gebruikt tijdens het lesgeven en bijvoorbeeld vraagt hoe de leerling zijn /haar werk gaat aanpakken. juli 2014 8 Dyslexieprotocol Mavo Schravenlant XL De vakdocent merkt als eerste wanneer een leerling vast dreigt te lopen en houdt dus rekening met datgene waar dyslectische leerlingen tegenaan kunnen lopen, geeft indien nodig en mogelijk extra ondersteuning tijdens de les. De mentor is de contactpersoon op school en op de hoogte van het gedrag en de resultaten van de leerling. juli 2014 9
© Copyright 2024 ExpyDoc