(2012-04-15) Bijlage bij agendapunt 4.1 Beleidsplan versie 9, ter goedkeuring RvT d.d. 24 april 2012 Onderwijsgroep Amersfoort Beleid 2012-2015 (versie 9, 2 april 2012) Inhoud 1 Inleiding 2 Visie 3 Schaal- en schoolgrootte 4 Onderwijs 5 Personeel 6 Besturingsfilosofie, governance en financiën 1 Inleiding Bestuur en directieraad van de Onderwijsgroep Amersfoort streven een pluriforme onderwijsgroep na van zelfstandige, ondernemende en ambitieuze scholen die nauw samenwerken om van elkaar te leren; die zich verantwoordelijk voelen voor elkaar en elkaars kwaliteit; die uitstekend onderwijs verzorgen en die innoveren om het leren en de ontwikkeling van leerlingen systematisch te bevorderen. Dit document geeft op hoofdlijnen een overzicht van het beleid dat bestuur en directieraad van de Stichting Onderwijsgroep Amersfoort hiertoe voeren in de periode 2012-2015. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraden stemden in hun gezamenlijke vergadering van [DATUM] in met dit beleidsplan. De raad van toezicht keurde dit plan goed in zijn vergadering van [DATUM]. Dit beleidsplan markeert een overgangsfase in de ontwikkeling van Onderwijsgroep Amersfoort: van een fase met weinig tot geen gemeenschappelijk beleid en een hoge mate van autonomie voor de scholen, naar een fase waarin rond specifieke thema’s gemeenschappelijk beleid wordt geformuleerd. Vanaf de start in 1995 is de huidige samenstelling van de Onderwijsgroep in een aantal fasen tot stand gekomen. In die periode was er weinig wat de scholen onderling verbond. Schooldirecties richtten zich op hun eigen school en de autonomie van de scholen was een belangrijke waarde. In de laatste jaren is dit beeld gaan kantelen. De directieraad heeft zich ontwikkeld tot het platform waar thema’s die in of rond de scholen (gaan) spelen, worden besproken en waar wordt besloten of er ten aanzien van die thema’s gemeenschappelijk beleid moet worden ontwikkeld. Dit beleidsplan maakt die ontwikkeling expliciet, door thema’s ten aanzien waarvan college van bestuur en directieraad in ieder geval gemeenschappelijk beleid willen ontwikkelen, uit te werken. Het betreft de thema’s schaal- en schoolgrootte (hoofdstuk 3), onderwijs (hoofdstuk 4) en personeel (hoofdstuk 5). Deze thema’s zijn op basis van een oriënterende gespreksronde met alle schooldirecties en college van bestuur geïdentificeerd. Tijdens een tweedaagse conferentie van college van bestuur, directieraad en bestuursbureau zijn de thema’s nader uitgewerkt en is aan de hand ervan ook stilgestaan bij de vraag waar de Onderwijsgroep voor staat en wat gemeenschappelijkheid betekent voor de manier van samenwerken binnen de Onderwijsgroep (hoofdstuk 6). 2 Onderwijsgroep Amersfoort. Beleid 2012-2015 (versie 9, 2 april 2012) 2 Visie Op een openbare school is ieder kind dat voldoet aan de toelatingsnormen en iedere leraar die voldoet aan de functiebekwaamheden welkom, ongeacht zijn of haar sociale, culturele of levensbeschouwelijke achtergrond. Wij hechten veel waarde aan ons openbare karakter en willen het voor iedere leerling mogelijk maken om ons onderwijs te volgen. Als leerlingen eenmaal op eigen benen staan, is het belangrijk dat zij een bestaan kunnen verwezenlijken waarin hun behoeften worden bevredigd en waarin hun talenten worden gebruikt. Dit vergroot hun levensvreugde en heeft een positief effect op de samenleving. Bij de leerling passend onderwijs afgerond op het voor de leerling hoogst haalbare niveau, is hiervoor voorwaarde. Daarom investeren wij als Onderwijsgroep in het beste onderwijs, een uitstekend pedagogisch klimaat waarin onze medewerkers, individueel en in onderlinge samenwerking, rekening houden met de unieke eigenschappen, interesses, mogelijkheden en onderwijsbehoeften van de aan hen toevertrouwde leerlingen. Daarom investeren we ook in goed werkgeverschap en goed werknemerschap en in gebouwen waarin het goed werken en samenleven is. Wij bieden lokaal alle niveaus van voortgezet onderwijs aan voor leerlingen die wonen in Amersfoort of in de onmiddellijke omgeving van Amersfoort en die bereid zijn naar Amersfoort te reizen. Wij streven ernaar om leerlingen zoveel mogelijk in het reguliere voortgezet onderwijs te onderwijzen, maar bieden regionaal, speciaal onderwijs aan voor leerlingen die beperkt worden in het volgen van regulier onderwijs, een gedragshandicap of psychiatrische problemen. 3 Onderwijsgroep Amersfoort. Beleid 2012-2015 (versie 9, 2 april 2012) 3 Schaal- en schoolgrootte 3.1 De schaal van de Onderwijsgroep Context De stichting is in de afgelopen jaren gegroeid door fusie en doordat de scholen meer leerlingen trokken. Naast scholen in Amersfoort heeft de Onderwijsgroep, o.a. ten gevolge van bestuursoverdracht, ook scholen buiten de directe regio. Deze ontwikkelingen roepen de vraag op naar schaal en grenzen van de Onderwijsgroep. Visie De grenzen van het voedingsgebied van de Onderwijsgroep worden bepaald door de huidige leerlingstromen. Uitgangspunten voor beleid 1 De Onderwijsgroep biedt voortgezet onderwijs in de volle breedte aan, van praktijkonderwijs tot en met gymnasium en is daarmee toegankelijk voor alle aangemelde leerlingen die toelaatbaar zijn. Daarnaast biedt de stichting speciaal (voortgezet) onderwijs. 2 De Onderwijsgroep streeft niet naar uitbreiding van het voedingsgebied. a. De Onderwijsgroep gaat geen actief beleid voeren om perifere locaties af te stoten. Dit kan wel bespreekbaar worden gemaakt wanneer ontwikkelingen hiertoe aanleiding geven. Beoogde resultaten In 2015 willen we ten aanzien van dit thema de volgende resultaten bereikt hebben: - handhaving van de bestaande situatie voor wat betreft het voedingsgebied en de spreiding van de scholen, tenzij dat niet langer verantwoord is, bijvoorbeeld op bedrijfsmatige gronden. 3.2 Accommoderen van de groei Context Door de verwachte groei van het aantal leerlingen in de komende jaren is het nodig beleidsmatige uitspraken te doen ten aanzien van de schaalgrootte van de scholen. Visie Leerlingen kiezen voor een specifieke school - en niet voor de Onderwijsgroep of voor openbaar onderwijs in het algemeen. Daarom zijn we van mening dat leerlingen in principe op de school van hun keuze moeten worden geplaatst. Uitgangspunten voor beleid 1 Wanneer het problematisch gaat worden schoolkeuzen van leerlingen te honoreren, bijvoorbeeld door ruimtegebrek van een school, dan is het aan de Onderwijsgroep als geheel om hierin te voorzien. a. De keuze voor een oplossingsrichting is een gemeenschappelijke zaak waarbij alle scholen medeverantwoordelijkheid dragen. Het bestuur besluit op basis van een advies van de directieraad. b. Het inrichten van een tijdelijke nevenvestiging is een mogelijke oplossing, die voor zover bekostiging van de gemeente tekortschiet, uit de algemene reserve kan worden gefinancierd. 4 Onderwijsgroep Amersfoort. Beleid 2012-2015 (versie 9, 2 april 2012) 2 De verwachte groei van het leerlingenaantal betreft vooral de avoscholengemeenschappen en het gymnasium. De avo-scholen hebben circa 1.000 leerlingen nodig om een goed programma met voldoende keuzemogelijkheden te kunnen bieden. a. Of een school meer leerlingen op een goede manier kan bedienen, hangt af van de school-specifieke situatie. Scholen van meer dan 1500 leerlingen achten wij niet wenselijk. b. Voor de andere schooltypen binnen de Onderwijsgroep - scholen voor praktijkonderwijs, voor voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs en voor speciaal onderwijs - moeten ondergrenzen voor het leerlingenaantal worden geformuleerd om op een verantwoorde manier de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen. Beoogde resultaten In 2015 hebben we ten aanzien van dit thema de volgende resultaten bereikt: elke toelaatbare leerling die wordt aangemeld, kan worden geplaatst op de school van zijn of haar keuze; iedere school/vestiging heeft, vanuit bedrijfsmatig perspectief gezien, voldoende leerlingen en is voor wat betreft gebouw en voorzieningen zo toegerust dat de leerlingen ook op een verantwoorde en prettige wijze onderwijs kunnen volgen. 3.3 Huisvesting Context De huisvesting van een aantal scholen en vestigingen laat te wensen over. Dit geldt voor het voortgezet onderwijs sterker dan voor het speciaal (voortgezet) onderwijs. Visie In onze gebouwen moet het goed werken en samenleven zijn. Onze scholen moeten voldoen aan wet- en regelgeving, sociaal-veilig zijn, aantrekkelijk gelegen in een woonomgeving en goed bereikbaar. Daarnaast moeten (substantiële delen van) de gebouwen makkelijk her in te delen zijn. Uitgangspunten voor beleid 1 2 3 4 5 In Amersfoort ligt elke school, waar je ook woont, op fietsafstand. Een evenwichtige spreiding van de scholen over Amersfoort heeft daarom geen prioriteit. In het geval een school een regiofunctie vervult, is ligging nabij een treinstation belangrijk. Wij bieden onderwijs in unilocaties omdat: a. zo de meeste verbinding ontstaat tussen leerlingen en hun school; b. leerlingen van alle leeftijden door elkaar heen, beter leren samenleven; c. dit bijdraagt aan een goed pedagogisch klimaat; d. dit de foutgevoeligheid van de organisatie beperkt; e. de overhead in unilocaties lager is; f. het een blijk van goed werkgeverschap is als medewerkers niet hoeven pendelen; g. je zo voorkomt dat grote groepen leerlingen zich veelvuldig in het stadsverkeer moeten verplaatsen. Het schoolgebouw en de mogelijkheden van het schoolterrein bepalen de omvang van een school. Onderhoud wordt gepleegd op basis van een gedetailleerd meerjaren 5 Onderwijsgroep Amersfoort. Beleid 2012-2015 (versie 9, 2 april 2012) onderhoudsplan dat op de school is toegesneden. Beoogde resultaten In 2015 willen we ten aanzien van dit thema het volgende hebben bereikt: een huisvestingsplan voor de stichting; een investeringsplan; een oplossing voor de meest urgente problemen (Johan van Oldenbarnevelt en De Amersfoortse Berg; een unilocatie voor het Trivium College; uitzicht op een verbetering van de huisvesting van ‘t Atrium. 6 Onderwijsgroep Amersfoort. Beleid 2012-2015 (versie 9, 2 april 2012) 4 Onderwijs 4.1 Passend onderwijs Onder de noemer passend onderwijs is het beleid van de overheid erop gericht het aantal plaatsen in het speciaal onderwijs te stabiliseren door het voortgezet onderwijs handelingsbekwamer te maken ten aanzien van leerlingen met een ondersteuningsbehoefte. Onderwijsgroep Amersfoort biedt opleidingen op ieder niveau van voortgezet onderwijs. Bovendien biedt de Onderwijsgroep een (nagenoeg) volledig continuüm van onderwijsondersteuning, doordat de Onderwijsgroep zowel regulier voortgezet onderwijs als (voortgezet) speciaal onderwijs omvat.1 Context Visie Onderwijsgroep Amersfoort onderschrijft het doel van passend onderwijs en wil de beweging inzetten naar meer preventieve onderwijsondersteuning. We willen dat zoveel mogelijk leerlingen in het reguliere voortgezet onderwijs een succesvolle onderwijsloopbaan volgen en streven ernaar de uitstroom van leerlingen naar speciale onderwijsondersteuningsvoorzieningen te reduceren. In vergelijking met de huidige situatie willen we bereiken dat een categorie leerlingen die nu nog instroomt in speciaal onderwijs, in de toekomst met succes een reguliere school voor voortgezet onderwijs bezoekt. Dit betekent dat we leerlingen die zich aanmelden voor en toelaatbaar zijn tot het voortgezet onderwijs daar passend onderwijs bieden, tenzij de ondersteuningsvraag van een leerling de mogelijkheden van het voortgezet onderwijs overstijgt, bijvoorbeeld omdat er bij de leerling sprake is van externaliserende problematiek. Uitgangspunten voor beleid 1 2 3 4 De Onderwijsgroep laat iedere aangemelde leerling toe die voldoet aan de gestelde toelatingscriteria. Onze scholen/vestigingen moeten beschikken over een kwalitatief hoogwaardig lesaanbod (toegespitst op de doelgroep en het individu), een goed en veilig pedagogisch klimaat en adequate ondersteuning. “Adequate ondersteuning” wil zeggen; hulp die tijdig, in zo licht mogelijke vorm, zo dicht mogelijk bij huis, op de meest effectieve wijze en door de meest aangewezen persoon of instelling wordt gegeven. De scholen voor voortgezet onderwijs van de Onderwijsgroep Amersfoort gaan gezamenlijk het volledige pakket van basisondersteuning aanbieden. a. Iedere school rekt hiertoe zijn ondersteuningsbreedte op. b. Een onderwijsgroepbreed multidisciplinair team van bescheiden omvang ondersteunt de medewerkers en de directies op de plek waar onderwijs en ondersteuning worden verleend. De Onderwijsgroep streeft naar een nauwe samenwerking met de overige besturen van het samenwerkingsverband. c. De ondersteuningscoördinator vervult in de ondersteuningsstructuur een sleutelrol. d. De Onderwijsgroep werkt nauw samen met gemeenten, met relevante ondersteuningsaanbieders en waar nodig met besturen buiten de regio. In het geval een leerling in het voortgezet onderwijs extra ondersteuning 1 Zorg wordt in het vervolg ondersteuning genoemd. De onderwijsgroep sluit hiermee aan bij een nieuw landelijk gebruik. 7 Onderwijsgroep Amersfoort. Beleid 2012-2015 (versie 9, 2 april 2012) 5 6 (ondersteuning die uitgaat boven het in het regionaal samenwerkingsverband afgesproken niveau van basisondersteuning) nodig heeft, dan zorgt de Onderwijsgroep voor een professionele onderbouwing van de aanvraag voor die extra ondersteuning en een waterdicht dossier. Onderwijsgroep Amersfoort streeft naar een samenwerkingsverband dat zo effectief en efficiënt mogelijk is georganiseerd om zo te bevorderen dat de leerling en de school zo direct mogelijk profiteert van ondersteuning. De doelstelling die het ministerie heeft ten aanzien van de leerlingen die van oudsher behoorden tot het cluster 4 onderwijs is te ambitieus. Door innovatie onderzoeken we of het mogelijk is om, ondanks de bezuinigingen, een groot deel van onze capaciteit in het speciaal (voortgezet) onderwijs in stand te houden. We doen dit voor kinderen voor wie het niet verantwoord is om ze te introduceren in het regulier onderwijs. Beoogde resultaten In 2015 willen we ten aanzien van dit thema: - voldoen aan de doelen van passend onderwijs; - als Onderwijsgroep het volledige pakket aan basisondersteuning bieden; - beschikken over een goed functionerend multi-disciplinair team; - een functioneel aanbod aan nascholing op het gebied van onderwijs en ondersteuning kunnen bieden; - het speciaal onderwijs duidelijk en levensvatbaar hebben gepositioneerd. 4.2 Ouderbetrokkenheid Context Uit onderzoek blijkt dat een goede opleiding de gezondheid en het welbevinden van mensen bevordert. Van de drie leefwerelden van een leerling (thuis, school en ‘straat’) zijn school en thuis door ouders en school te beïnvloeden teneinde de periode van scholing zo goed mogelijk te benutten. Visie Ouderbetrokkenheid levert betere onderwijsprestaties op, lagere doublurecijfers, minder schooluitval en meer vervolgonderwijs. Daarom vinden wij een goede samenwerking met ouders belangrijk. Uitgangspunten voor beleid 1 Wij zijn transparant in de manier waarop wij ons onderwijs organiseren. 2 Wij stimuleren de samenwerking met ouders. - Wij geven ouders desgewenst handvatten hoe zij hun kind thuis kunnen begeleiden teneinde de schoolopbrengsten te verbeteren. - Wij stimuleren ouderbezoek op voorlichtingsavonden. Beoogde resultaten In 2015 willen we ten aanzien van dit thema hebben bereikt - dat de ouders zich aantoonbaar betrokken voelen bij de school van hun kind en - dat de scholen/vestigingen de ouders systematisch bevragen, bijvoorbeeld op het gebied van oudertevredenheid. 8 Onderwijsgroep Amersfoort. Beleid 2012-2015 (versie 9, 2 april 2012) 5 Personeel 5.1 Professioneel werkgever- en werknemerschap Context De behoefte aan kwalitatief goed onderwijs blijft, ook in een tijd waarin de scholen bij een ongeveer gelijkblijvende leerlingenpopulatie in het voedingsgebied, te maken krijgen met uitstroom van ervaren medewerkers die de pensioengerechtigde leeftijd behalen. De Onderwijsgroep heeft de komende jaren een grote vraag aan goede medewerkers. Om als werkgever aantrekkelijk te zijn voor zittende en aankomende medewerkers is het van belang de relatie werkgever-werknemer verder te professionaliseren. Visie Een school is zo goed als de mensen die er werken. Goed werk leveren is de norm en werknemer en werkgever doen dat wat nodig is om die norm te handhaven. Uitgangspunten voor beleid 1 2 3 4 Binnen de kaders die zijn afgesproken door bestuur en directieraad, zijn de scholen/vestigingen zelf verantwoordelijk voor de uitvoering van het personeelsbeleid. a. Het bestuur zal in zijn rol als werkgever aan de hand van kwantitatieve en kwalitatieve gegevens scholen op de uitvoering van het personeelsbeleid bevragen. In de relatie werkgever-werknemer begint alles bij betrokkenheid. a. Wij definiëren wat wij verstaan onder betrokkenheid. Een werknemer mag van een werkgever verwachten dat hij zijn zaken voor elkaar heeft. - Wij voeren een ordentelijke salaris- en personeelsadministratie. - Wij maken duidelijk wat we van onze medewerkers verwachten en zijn daarin consistent. - Wij zijn regelmatig in gesprek met onze medewerkers over het werk. - Wij zijn duidelijk over welk gedrag we vragen van onze medewerkers. - Wij voeren een realistisch taakbeleid dat per school mag verschillen. - Wij zorgen voor een plezierige en veilige werkomgeving. - In het geval van langdurige ziekte, betrekken wij de zieke frequent bij de school en zorgen voor een goede re-integratie. - Wij moedigen medewerkers aan om zich met enige regelmaat te bezinnen op hun loopbaan. - Wij geven regelmatig competentie gerichte cursussen. - Wij maken gebruik van de expertise van onze medewerkers voor onze medewerkers. - Goed werk leveren is de norm. Medewerkers die onvoldoende presteren worden verplicht om zich te verbeteren of worden begeleid naar ander werk. - Wij horen wat onze medewerkers ons vertellen en reageren daarop. - Wij maken gebruik van onze omvang om mobiliteit tussen scholen te bevorderen. Een werkgever mag van zijn werknemer verwachten dat deze zich als een 9 Onderwijsgroep Amersfoort. Beleid 2012-2015 (versie 9, 2 april 2012) goed werknemer gedraagt en verantwoordelijkheid toont voor zijn functioneren en voor zijn loopbaan. Beoogde resultaten In 2015 heeft de werkgever zijn zaken voor elkaar op het gebied van werkgeverschap en zijn beleidsuitspraken over werknemerschap gemeengoed binnen de stichting. 5.2 Leiderschap Context Een onderwijsorganisatie is plat georganiseerd en niet vanzelfsprekend veranderingsgezind in een omgeving die behoorlijk aan veranderingen onderhevig is. Leidinggevenden bereiken organisatiedoelen zoals docenten onderwijsdoelen bereiken. Leidinggeven is een loopbaankeuze; net als onderwijzen een loopbaankeuze is. De invoering van passend onderwijs is de grootste verandering die het onderwijs in decennia heeft gehad en treft alle docenten en niet-onderwijzend personeel. Dit betekent dat er de komende jaren, meer nog dan al het geval was, een groot beroep zal worden gedaan op de capaciteiten van leidinggevenden. Leidinggevenden die zich richten op blijvende resultaten, op resultaten die ook de schoolomgeving ten goede komen en die met inzet van iedereen in de organisatie worden bereikt. Visie Een leidinggevende is bepalend voor het succes van het onderdeel waaraan hij leiding geeft, of dat nu een school is of een onderdeel van een school. Uitgangspunten voor beleid 1 2 3 Beoogde resultaten Leidinggeven is een vak. Voor een deel kun je dit van elkaar en van anderen leren. Voor een deel zit het in iemand. Bestuur en directieraad moeten zicht hebben op het functioneren van leidinggevenden en waar nodig ondersteuning bieden teneinde excellentie te bevorderen. Het is een goede zaak als leidinggevenden elkaar jaarlijks als groep treffen om ervaringen uit te wisselen met collega’s van andere scholen om zo van elkaar te leren en een netwerk op te bouwen. In 2015 willen we ten aanzien van dit punt bereikt hebben dat de verwachtingen die bestuur en directieraad hebben van leidinggevenden worden benoemd en vertaald in competenties. er per competentie een ondersteuningsaanbod wordt geformuleerd dat deels intern en deels extern wordt georganiseerd volgens een buffetmodel: je neemt wat je nodig hebt. de Onderwijsgroep een jaarlijkse conferentie organiseert voor al zijn leidinggevenden. 10 Onderwijsgroep Amersfoort. Beleid 2012-2015 (versie 9, 2 april 2012) 6 Besturingsfilosofie, governance en financiën 6.1 Besturingsfilosofie In de laatste jaren heeft de directieraad zich ontwikkeld tot het platform waar thema’s die in of rond de scholen (gaan) spelen, worden besproken. Op basis van het besprokene besluit het bestuur of er ten aanzien van die thema’s gemeenschappelijk beleid moet worden ontwikkeld. De kwaliteit van de onderwijs- en ondersteuningsresultaten van onze scholen wordt bepaald door de succesvolle inzet van mensen. Die inzet is in hoge mate afhankelijk van het succesvol functioneren van de directeur. In de besturingsfilosofie staat daarom de directeur (de directeuren voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs en de vestigingsdirecteuren) centraal. Onderstaand besturingsmodel voldoet aan drie belangrijke voorwaarden: het beleid van de stichting is gestoeld op een gedeelde ambitie van bestuur en directeuren; elke directeur heeft formele zeggenschap in zijn school/vestiging en een behoorlijke mate van vrijheid om naar bevind van zaken te handelen om zo met gezag te kunnen functioneren; het bestuur kan in dit model zijn verantwoordelijkheid nemen. Besturingsfilosofie onderwijsgroep Gedeelde ambitie: “Wij streven een pluriforme Onderwijsgroep na van zelfstandige, ondernemende en ambitieuze openbare scholen die nauw samenwerken om van elkaar te leren; die verantwoordelijkheid nemen voor elkaar en elkaars kwaliteit; die uitstekend onderwijs verzorgen en die innoveren om het leren en de ontwikkeling van leerlingen systematisch te bevorderen.” stichting school vo gehele so vestiging so Uitgangspunt 1 Uitgangspunt 2 Uitgangspunt 3 doelstelling stichting doelstelling stichting doelstelling stichting doelstelling stichting gedeelde ambitie gedeelde ambitie gedeelde ambitie gedeelde ambitie eindverantwoordelijke gesprekscyclus bestuur bestuur bestuur overkoepelend beleid speciaal onderwijs bestuur raad van toezicht met bestuur bestuur met directeur voortgezet onderwijs bestuur met directeur speciaal onderwijs beleid: voorbereiding bestuur, directieraad en BMO directeur voortgezet onderwijs (desgewenst met BMO) directeur speciaal onderwijs (desgewenst met BMO) Instemming/advies beleid: goedkeuring gmr VO en gmr SO mr gmr-so raad van toezicht bestuur bestuur beleid: uitvoering bestuur en directieraad bestuur en raad van toezicht directeur voortgezet onderwijs bestuur (mbv BMO) directeur speciaal onderwijs bestuur (mbv BMO) toezicht op uitvoering directeur speciaal onderwijs met vestigingsdirecteur speciaal onderwijs vestigingsdirecteur speciaal onderwijs en directeur speciaal onderwijs (desgewenst met BMO) directeur speciaal onderwijs en/of bestuur vestigingsdirecteur speciaal onderwijs directeur speciaal onderwijs en bestuur(mbv BMO) 11 Onderwijsgroep Amersfoort. Beleid 2012-2015 (versie 9, 2 april 2012) 6.2 Governance Context Governance heeft betrekking op het waarborgen van de onderlinge samenhang van het sturen, beheersen en toezicht houden van een organisatie, gericht op een efficiënte en effectieve realisatie van beleidsdoelstellingen, en het op een open wijze communiceren en verantwoording afleggen ten behoeve van belanghebbenden. (Onderwijsraad, 2006) Visie Governance is het laatste onderdeel van het door de Onderwijsgroep toegejuichte beleid van deregulering en autonomievergroting en zij is er als maatschappelijke onderneming aan gehouden om daaraan zo goed mogelijk invulling te geven. Uitgangspunten voor beleid 1 2 3 4 De vergaderingen van de gmr-en, de directieraad, de raad van toezicht en de werkzaamheden van het bureau bestuur- en managementondersteuning worden inhoudelijk op elkaar afgestemd. De Onderwijsgroep werkt met inzicht gevende kwartaalrapportages en een jaarlijkse risicoanalyse. De Onderwijsgroep evalueert haar beleid en brengt waar nodig verbeteringen aan. De Onderwijsgroep formuleert hoe zij belanghebbenden die invloed hebben op, of beïnvloed worden door onze prestaties, het best bij de beleidsdoelstellingen van de Onderwijsgroep en de uitvoering hiervan kunnen worden betrokken. Beoogde resultaten In 2015 willen we ten aanzien van dit punt bereikt hebben - dat de onderwijsgroep haar governance op orde heeft in de ogen van een landelijke externe beoordelaar; - dat de vergaderingen van de rvt, de directieraad, de gmr-en en de werkzaamheden van het bureau bestuur- en managementondersteuning goed op elkaar zijn afgestemd; - dat de Onderwijsgroep een goed functionerend stakeholder beleid heeft; - dat de kwartaalrapportages door de betrokken partijen gewaardeerd worden als een inzicht gevend document in het reilen en zeilen van de Onderwijsgroep; - dat de risicoanalyse een bruikbaar instrument blijkt. 6.3 Financiën Context De onderwijsgroep draait om onderwijs. Onderwijs kost geld. De budgetten zijn niet zo ruim dat we alles kunnen doen wat we willen en daarom moeten wij keuzes maken en zo verstandig mogelijk met ons geld omgaan. Visie Wij besteden de ontvangen gelden op een verantwoorde manier, binnen de daaraan gestelde eisen van verstrekkers, zodanig dat deze optimaal ten gunste komen aan het onderwijs aan - en de ondersteuning voor onze leerlingen. Daarbij zorgen wij voor een duidelijke, juiste, volledige en tijdige verantwoording aan de betrokken partijen. Wij 12 Onderwijsgroep Amersfoort. Beleid 2012-2015 (versie 9, 2 april 2012) hanteren een voldoende ruime buffer om calamiteiten op te vangen en om te kunnen investeren in verbetering en gaan regelmatig na of ons handelen financieel verstandig is. Uitgangspunten voor beleid 1 2 3 4 Beoogde resultaten Wij actualiseren de administratieve organisatie en de interne controle met enige regelmaat. De overhead in de organisatie van de scholen en de stichting moet periodiek worden gemeten om uitspraken te kunnen doen over de optimale besteding van overheidsmiddelen. We maken afspraken als onderlegger voor beslissingen over investeringen in verbeteringen. Naar aanleiding van de kwartaal rapportages en de risicoanalyse worden conclusies, waar nodig, verwerkt in de (meerjaren) begroting van de school. In 2015 willen we ten aanzien van dit punt bereikt hebben dat: - de interne controle o.a. d.m.v. functiescheiding op orde is; - er een geactualiseerd document is vastgesteld ten aanzien van de financiële bevoegdheden; - er een bruikbare methode is gevonden om de overhead te beoordelen; - er daadwerkelijk geïnvesteerd wordt in verbeteringen die blijken te werken; - bestaande afspraken op het gebied van algemene reserve, investeringenbeleid, debiteurenbeleid; liquide middelenbeleid, schatkistbankieren en wat dies meer zij, cf. een planning worden geëvalueerd, bijgesteld en opnieuw vastgesteld. 13 Onderwijsgroep Amersfoort. Beleid 2012-2015 (versie 9, 2 april 2012)
© Copyright 2024 ExpyDoc