Bekijk of download de Begroting 2015

Begroting 2015
Voorwoord en
toelichting
Leeswijzer
Zomernota 2015
Kompas 2014-2018
Programma’s
Mens en stad in beweging
Ruimtelijke inrichting in samenhang
Economie in ontwikkeling
Overheid in balans
§
1
Paragrafen
Financiële begroting
Voorwoord
Net als elke andere gemeente heeft Schiedam te maken met een aantal grote maatschappelijke
ontwikkelingen. Flexibel omgaan met maatschappelijke veranderingen en inspelen op nieuwe
situaties en kansen is voor een overheid een voorwaarde voor succes. Daarbij hoort een open
houding naar de stad en de gemeenteraad. De Schiedammers, de partners in de stad en de
ondernemers staan bij het maken van onze keuzes steeds centraal.
De kansen die wij in de Zomernota 2015 hebben benoemd, zijn verwerkt in deze Begroting 2015.
Na vaststelling van de begroting door de gemeenteraad kan, nog in het eerste jaar van deze
bestuursperiode, een begin worden gemaakt met het realiseren van de ambities en doelstellingen
van Kompas 2014-2018.
Het samenwerken met Schiedammers, ondernemers en partners aan de sociale ontwikkeling van
de stad, het versterken van de woon- en werkstad Schiedam door onze taken efficiënt uit te
voeren zien wij als onze opdracht voor de komende bestuursperiode. Vier maatschappelijke
opgaven staan daarbij centraal:
De eerste opgave is met de Schiedammers in beweging te komen bij de uitvoering van de
decentralisaties, waarbij aan kwetsbare Schiedammers de zorg geboden wordt die zij nodig
hebben. De tweede opgave is het realiseren van een goede samenhang in de ruimtelijke inrichting,
waarbij de inrichting van de openbare ruimte hand in hand gaat met het realiseren van een
aantrekkelijk woonmilieu.
De derde opgave is de ontwikkeling en versterking van de economische structuur via een krachtig
vestigingsklimaat en moderne bedrijventerreinen.
De vierde opgave is ondersteunend aan de andere drie opgaven en richt zich op een overheid die
in balans is en daarbij toegesneden is op het uitvoeren van taken op het gebied van dienstverlening,
veiligheid en wijkontwikkeling.
De Begroting 2015 is op basis van de bovenstaande ambities opgezet en toegankelijk gemaakt.
In de begroting is op een transparante wijze aangegeven hoe wij de komende bestuursperiode
willen gaan inspelen op de nieuwe situaties en de kansen die zich voordoen benutten.
De financiële huishouding van de gemeente is op orde. Er zijn voldoende reserves om de risico’s
af te dekken en voldoende middelen om de kansen uit de Zomernota 2015 uit te voeren. Hiermee
hebben we een solide positie voor de komende jaren.
College van burgemeester en wethouders
§
2
Toelichting
§
3
Begroting 2015
Verbeterpunten
De begroting kent de volgende verbeterpunten:
•Naast de veranderopgaven wordt het budget
per ER-doel aangegeven;
•Prestatiedoelstellingen zijn gericht op output
en niet op inspanningen;
•Het aantal prestatiedoelstellingen is
teruggebracht van 130 naar 43;
•Mogelijkheid om de per prestatiedoelstelling
aangegeven uitvoeringsprogramma’s
te downloaden.
2.Programma Ruimtelijke inrichting
in samenhang
In dit programma staat de samenhang van
de ruimtelijke inrichting met een aantrekkelijk
woonmilieu centraal. Alle hiermee verbonden
fysieke beleidsonderwerpen zijn in dit
programma opgenomen. Vergeleken met
de programma-indeling van de afgelopen
raadsperiode zijn de programma’s
Ruimtelijke ontwikkeling en Woonmilieu
bijeengebracht in één programma
Ruimtelijk inrichting in samenhang.
4.Overheid in balans
Het programma Overheid in balans richt zich
op een efficiënte en effectieve uitvoering van
de belangrijke kerntaken van de gemeente.
Dat wil zeggen dat wij bestuurskracht weten
om te zetten in uitvoeringskracht en daarbij invulling geven aan het begrip regiegemeente.
In het programma Overheid in balans zijn
de programma’s Bestuur & Dienstverlening,
Veiligheid en Wijkontwikkeling van de
afgelopen raadsperiode opgenomen in één
programma.
Daarnaast heeft de Begroting 2015 een nieuwe
programma-indeling. Grondslag voor de
nieuwe indeling zijn de in het voorwoord
aangegeven maatschappelijke opgaven
alsmede de samenhang met het
Kompas 2014-2018 en de aansluiting op de
programmasturing. De Begroting 2015 bestaat
uit de volgende vier raadsprogramma’s:
3.Programma Economie in ontwikkeling
Het programma Economie in ontwikkeling
betreft de versterking van de economische
structuur van de stad door voort te bouwen
op de economische kracht van de stad.
Vergeleken met de afgelopen raadsperiode
is het programma Stadseconomie
omgevormd in het programma Economie
in ontwikkeling met extra aandacht voor de
onderdelen aantrekkelijker ondernemersklimaat, modernisering van de bedrijventerreinen en revitalisering van de binnenstad. De onderdelen worden ondersteund
door een effectieve stadspromotie.
De 3 W-vragen van de begroting zijn daarbij
als volgt uitgewerkt:
De vraag Wat willen we bereiken is uitgewerkt
in de ER-doelen en de prestatiedoelstellingen.
De vraag Wat doen we daarvoor is uitgewerkt
in het per prestatiedoelstelling aangeven van
het uitvoeringsprogramma (via het aanklikken
kunnen deze worden gedownload).
De vraag Wat kost het betreft het inzichtelijk
maken van de extra inzet van de door de raad
vastgestelde kansen uit de Zomernota 2015,
het budget per ER-doel en de totale lasten
per programma.
1.Programma Mens en stad in beweging
In het programma Mens en stad in beweging
vormen sociale stijging en de bevordering
van het welzijn en de gezondheid van de
Schiedammers het kader voor de implementatie van de drie decentralisaties
(Wmo, Jeugdzorg en Participatiewet).
In dit programma zijn van het voormalige
programma Sociale infrastructuur de
beleidsonderwerpen werk en inkomen,
zorg en welzijn, sport en jeugd en de drie
decentralisaties verwerkt in één programma.
Algemene dekkingsmiddelen
In plaats van het programma Financiën uit
de afgelopen raadsperiode is een overzicht
algemene dekkingsmiddelen opgenomen.
Deze middelen zijn nodig voor de uitvoering
van de programma’s.
Paragrafen
De paragrafen vormen op basis van de BBV
een verplicht onderdeel van de begroting en
zijn dwarsdoorsneden van bepaalde gemeentebrede onderwerpen als bedrijfsvoering,
investeringsplannen, subsidies etc. Ook in de
teksten van de paragrafen is een verbeterslag
tot stand gebracht door meer samenhang en
beknoptere teksten. Zo is de paragraaf
Stedelijke samenwerking opgenomen in de
paragraaf Verbonden partijen. Ook de paragraaf
Investeringen is verdwenen. De paragraaf
Investeringen is ondergebracht bij de paragraaf
Onderhoud kapitaalgoederen. Op advies van de
provincie is een nieuwe paragraaf opgenomen:
paragraaf Taakstellingen en reserveringen.
§
4
§
5
Financieel beeld begroting
De Begroting 2015 is gebaseerd op de
uitgangspunten uit de Zomernota 2015, de
Bestuursrapportage 2014, landelijke ontwikkelingen en financieel-technische wijzigingen:
•De kansen uit de zomernota zijn verder
uitgewerkt in de nieuwe programma’s/
ER-doelen. Daarnaast zijn de onderdelen uit
de bijlage financieel beeld Zomernota 2015,
zoals autonome ontwikkelingen in de
begrotingscijfers verwerkt.
•De meerjarige financiële effecten van de
bestuursrapportage zijn meegenomen in
de Begroting 2015: € 125.000 tot € 171.000
per jaar
•De VNG en de vakorganisaties hebben op
15 juli 2014 een principeakkoord voor een
nieuwe CAO gemeenten voor de periode
2013-2015 gesloten. Een reële begroting
2015-2018 dient reeds rekening te houden
met hogere salarissen en sociale lasten.
De hogere salarissen en sociale lasten zijn
daarom in de begrotingscijfers opgenomen
(€ 1 miljoen).
•Het Rijk heeft via de meicirculaire 2014
bekendgemaakt hoeveel aan de gemeenten
beschikbaar wordt gesteld voor de drie
decentralisaties (3D’s). De 3D’s worden
uitgevoerd binnen het totaalbudget van de
extra middelen die vanuit het Rijk beschikbaar
zijn gesteld. Op deze manier zijn de middelen,
budgettair neutraal, in de begroting verwerkt.
Ter dekking van eventuele financiële risico’s
beschikt de gemeente over twee reserves:
de reserve Kanteling Sociaal Domein en de
reserve Participatie.
•Financieel-technische wijzigingen: met name
de herberekening van de kapitaallasten en
de rente over de langlopende leningen zorgen
voor wijzigingen in het financiële beeld. Als
gevolg van lagere rentelasten is sprake van
een gunstige ontwikkeling. Dit is een gevolg
van het gemeentelijk investeringsplan, dat
een dalende trend laat zien, alsmede de
verwachting dat op de grondexploitaties
in 2017 en 2018 positieve resultaten
worden gerealiseerd (zie ook
paragraaf Financiering).
Algemene reserve en risicoreserve
Rekening houdend met de besluitvorming in
de raad tot en met de Bestuursrapportage
2014 bedraagt de geraamde stand van de
algemene reserve per 1-1-2015 € 23,8 miljoen
en de risicoreserve € 22,7 miljoen. De hoogte
van de risicoreserve sluit aan bij het
risicoprofiel.
In de vorige begroting was sprake van twee
kortingsreeksen: de kortingsreeks algemene
uitkering en kortingsreeks BUIG-gelden (wet
Bundeling van Uitkeringen Inkomensvoorziening
aan Gemeenten). Nadeel van het lager ramen
van de inkomsten is dat het minder inzichtelijk
is wat de inkomsten van de gemeente zijn.
Daarom worden vanaf de Begroting 2015 alle
te verwachten inkomsten reëel begroot. De
bedragen uit de kortingsreeks algemene
uitkering worden gestort in de nieuwe
behoedzaamheidsreserve algemene uitkering .
De bedragen uit de kortingsreeks BUIG-gelden
worden toegevoegd aan de reserve
Inkomensvoorziening.
De afspraak in het bestuurs- en beleidsakkoord
dat, indien nodig, aanvullende dekking voor de
decentralisaties in de behoedzaamheidsreserve
algemene uitkering, kan worden gevonden,
blijft gehandhaafd.
Een overzicht van alle reserves, waar ook
bovenstaande wijziging in is opgenomen, vindt
u in het deel Financiële begroting.
Samenvatting financieel beeld en doorkijk
richting balanssturing
Er zijn voldoende reserves om de risico’s af te
dekken en voldoende middelen om de kansen
uit de Zomernota 2015 uit te voeren. Deloitte
doet onderzoek naar de financiële positie van
de gemeente. In het najaar van 2014 wordt de
uitkomst van dit onderzoek aan de raad
gepresenteerd. Vervolgens wordt de raad in
de gelegenheid gesteld keuzes te maken en
kaders te stellen. Deze worden verwerkt in
een kadernota balanssturing.
Overzicht baten en lasten begroting 2015
Bedragen x € 1.000,-
Baten en lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
1. Mens en stad in beweging
86.494
-134.258
-47.764
78.624
-136.497
-57.873
56.174
-152.007
-95.833
2. Ruimtelijke inrichting in
samenhang
27.670
-54.226
-26.556
28.413
-60.475
-32.062
26.753
-52.763
-26.010
3. Economie in ontwikkeling
40.615
-42.553
-1.938
39.706
-43.655
-3.949
39.943
-45.797
-5.854
1.560
-28.109
-26.549
1.645
-28.591
-26.946
1.653
-27.767
-26.113
Algemene dekkingsmiddelen
132.063
-13.736
118.326
125.046
-6.190
118.855
157.736
-4.647
153.089
Totale baten en lasten
288.401
-272.883
15.518
273.434
-275.408
-1.974
282.260
-282.981
-722
5.454
-11.791
-6.337
3.632
-4.243
-611
1.851
-60
1.791
10.388
-12.550
-2.161
17.601
-11.227
6.374
10.193
-9.781
411
896
-1.556
-661
498
-725
-227
199
-567
-368
4. Overheid in balans
2.011
-910
1.101
3.681
-802
2.879
1.509
0
1.509
Algemene dekkingsmiddelen
7.556
-15.016
-7.460
5.679
-12.107
-6.427
4.230
-6.853
-2.623
Mutaties reserves
26.305
-41.823
-15.518
31.092
-29.104
1.988
17.983
-17.261
722
1. Mens en stad in beweging
91.948
-146.049
-54.101
82.256
-140.740
-58.484
58.025
-152.067
-94.042
2. Ruimtelijke inrichting in
samenhang
38.058
-66.776
-28.718
46.014
-71.702
-25.688
36.946
-62.544
-25.598
3. Economie in ontwikkeling
41.510
-44.109
-2.599
40.204
-44.380
-4.176
40.142
-46.364
-6.222
3.571
-29.019
-25.448
5.326
-29.393
-24.066
3.163
-27.767
-24.604
Algemene dekkingsmiddelen
139.618
-28.753
110.866
130.725
-18.297
112.428
161.966
-11.500
150.466
Totaal geraamd resultaat
314.706
-314.706
0
304.526
-304.512
14
300.243
-300.243
0
1. Mens en stad in beweging
2. Ruimtelijke inrichting in
samenhang
4. Overheid in balans
§
6
Begroting 2015
Lasten
3. Economie in ontwikkeling
Baten en lasten
Begroting 2014 na wijziging
Baten
4. Overheid in balans
Toevoegingen
en onttrekkingen reserves
Jaarstukken 2013
Leeswijzer
Indien u direct een beeld wilt hebben voor de
wijze waarop de kansen in de Zomernota 2015
en de ambities van Kompas 2014-2018 zijn
verwerkt in de Begroting 2015 is het aan te
bevelen de teksten van de vier programma’s
te lezen. Deze zijn via het hoofdmenu snel (via
aanklikken) te raadplegen.
De inleiding van de programma’s geeft daarbij
de inhoud van het programma weer. De door
de raad vastgestelde kansen van de
Zomernota 2015 zijn zichtbaar via het kopje
effect Zomernota (extra inzet) onder de
ER-doelen. Dit overzicht is direct na de
inleiding van het programma te vinden.
De ambities van Kompas 2014 - 2018 zijn
concreet zichtbaar in de prestatiedoelstellingen
per ER-doel. In de linkerkolom staan deze
aangegeven. Via aanklikken worden de
prestatiedoelstellingen zichtbaar.
§
7
Vanuit de programma’s kunt u altijd terug naar
het hoofdmenu. Vanuit het hoofdmenu zijn via
aanklikken de Zomernota 2015 en Kompas
2014-2018 te downloaden.
Indien u zich nader wil verdiepen in de financiële
positie van de gemeente kunt u de financiële
overzichten bij de programma’s, de paragrafen
en de financiële begroting lezen. In het
hoofdmenu kan, via aanklikken, direct naar
de paragrafen en financiële begroting
gegaan worden.
Vanuit de programma’s kunt u naar de
paragrafen en de financiële begroting doorklikken. Tevens zijn bij de programma’s de
door de raad vastgestelde kadernota’s in de
linkerkolom opgenomen en via aanklikken te
downloaden. Ook de bij de prestatiedoelstellingen (onder de ER-doelen) aangegeven
uitvoeringsprogramma’s zijn via aanklikken
te downloaden.
Programma Mens en stad in beweging
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
8
Met de meeste Schiedammers gaat het
gelukkig goed. Ze werken, leren, zijn lid van
een sportvereniging, doen vrijwilligerswerk,
kortom ze doen actief mee in de stad. Hiermee ontwikkelen ze hun talenten en leveren
ze een bijdrage aan de maatschappij.
Er zijn ook inwoners die een extra zetje
in de rug nodig hebben. Schiedam wil
hen goed onderwijs, efficiënte en samenhangende ondersteuning en zorg bieden
zodat ze (opnieuw) zelfstandig kunnen
meedoen in de samenleving. Vooral voor
deze Schiedammers verandert er vanaf
1 januari 2015 veel. Vanaf dat moment is
de gemeente verantwoordelijk voor de
participatie, zorg en ondersteuning als
gevolg van de invoering van de Wet
maatschappelijke ondersteuning 2015 en
decentralisaties van de Jeugdzorg en de
Participatiewet. Belangrijk doel hiervan
is contacten tussen en de inwoners en
de overheid dichterbij te organiseren, bij
voorkeur in de wijk. Schiedam is, samen
met de gemeenten in de regio, klaar voor
de transities en maakt in 2015 werk van de
transformatie. De samenhang in de taken
die de gemeente vanuit het Rijk krijgt
overgeheveld, biedt in combinatie met de
uitvoering van passend onderwijs, kansen
op betere zorg en toeleiding naar werk met
toegankelijke algemene voorzieningen als
het kan en maatwerk als het moet.
De invoering van de nieuwe Wet Jeugdwet
moet ervoor zorgen dat alle kinderen gezond
en veilig kunnen opgroeien. Gemeenten zijn
vanaf dat moment verantwoordelijk voor de
preventie, ondersteuning, hulp en zorg bij
opvoeden en opgroeien.
De nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning
(Wmo) regelt de overdracht van taken van het
Rijk op het gebied van ondersteuning, begeleiding en (extramurale) dagbesteding naar
de gemeenten.
Met de komst van de Participatiewet krijgen
gemeenten de verantwoordelijkheid voor
mensen die wel kunnen werken, maar daarbij
ondersteuning nodig hebben. Die ondersteuning
is nu nog georganiseerd in verschillende
regelingen. Met de invoering van de Wet
passend onderwijs krijgen scholen een zorgplicht. De verantwoordelijkheid voor de
invoering van deze wet ligt in eerste instantie
niet bij gemeenten maar bij samenwerkings
verbanden van het onderwijs. De Stadsvisie
2030 en de visienota Schiedams maatwerk
in het sociale domein vormen de basis voor het
programma Mens en stad in beweging en de
manier waarop we in Schiedam veranderingen
in het sociaal domein vormgeven. De gewenste
maatschappelijke effecten uit het programma
worden onderverdeeld in vier doelen:
1.versterken van de keten van zorg voor de
kwetsbare Schiedammer;
2.versterken van de eigen kracht en burgerkracht;
3.sociale stijging en maatschappelijke carrière;
4.meer gezonde Schiedammers door sporten
en bewegen.
De doelen vormen in onderlinge samenhang
een fundament. Het versterken van de eigen
kracht en burgerkracht ontlast de keten van
zorg voor kwetsbare burgers. Goed onderwijs
en het hebben van werk versterkt de eigen
kracht van de Schiedammer. Sport en
bewegen dragen bij aan de gezondheid van
de Schiedammers en bieden hen kansen om
hun netwerk te vergroten. Het hebben van een
netwerk vergroot op zijn beurt de kansen op
sociale stijging en helpt bij het inzetten van de
eigen kracht van Schiedammers.
Verdeling budgetten ER-doelen
Mens en Stad in beweging
Binnen het totale budget (€ 152 miljoen)
voor Mens en stad in beweging zijn de
middelen, voor de producten die bijdragen
aan de ER-doelen, per ER-doel verdeeld.
€ 57,8 miljoen maakt hiervan geen deel uit.
Dit bestaat voornamelijk uit uitgaven
inkomensvoorzieningen.
In de Begroting 2015 is voor het programma
Mens en stad in beweging € 100.000
opgenomen voor initiatieven uit de stad.
De extra inzet is niet direct aan één ER-doel
te relateren en daarom niet vermeld bij
Effect Zomernota 2015.
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
9
De inspanningen binnen het programma zijn
erop gericht dat iedere Schiedammer via leren
en werken zijn talenten kan ontwikkelen en
kan meedoen in de samenleving. Het deel
van de Schiedammers dat niet in staat is om
zelfstandig deel te nemen kan rekenen op
ondersteuning op maat.
In de visienota Schiedams maatwerk in
het sociaal domein zijn de volgende
ambities opgenomen:
- Schiedammers kunnen zo lang mogelijk
zelfstandig in de Schiedamse samenleving
functioneren en participeren;
- Schiedammers kunnen zich in voldoende
mate ontwikkelen en ontplooien en daarmee
een maatschappelijk sterke positie bereiken;
- op wijkniveau is er een goede sociale
samenhang en een veilig en gezond leefen opgroeiklimaat;
- Schiedammers voelen zich actief betrokken
bij de Schiedamse samenleving en willen zich
zo nodig inzetten voor anderen.
Het college zet de door de raad vastgestelde
beleidskaders zoals de Visie- en Kadernota
Sociaal Domein voort. De genoemde ambities
worden mede gerealiseerd door inspanningen
binnen de projecten van het Uitvoeringsprogramma Sociaal Domein 2015-2017.
De Zomernota 2015 “Kansen benutten met
Schiedam” en Kompas 2014-2018 “Samen
Schiedam Vernieuwen” geeft richting aan de
ontwikkeling van het programma Mens en stad
in beweging. Het college wil ruimte en middelen
bieden om snel te kunnen inspelen op en uitvoering te geven aan kansen en initiatieven
vanuit de stad. Hiervoor is een stimuleringsfonds gevormd.
In het Kompas 2014-2018 heeft het college
als aanvullende ambitie benoemd dat het
overhevelen van rijkstaken ook kansen biedt
om door samenhang en verbinding synergie
mogelijk te maken. Het instellen van één
adviesraad Sociaal Domein en het instellen
van een meldpunt Decentralisaties voor
individuele bewoners zijn hierbij belangrijke
inspanningen. Dit wordt hierna uitgewerkt in de
ER- en prestatiedoelen, maar ook in een korte
beschrijving van van het bestaande beleid
dat voor de realisering van de effecten binnen
deze doelen worden ingezet.
Het programma Mens en stad in beweging
hangt nauw samen met de andere programma’s
in de begroting. Vanuit het programma
Economie in Ontwikkeling wordt gewerkt aan
een goed ondernemersklimaat en de verbetering
van de aansluiting van het onderwijs op de
arbeidsmarkt. Hiermee komt er ruimte voor
banen voor Schiedammers en dragen we
bij aan een adequaat opgeleide beroepsbevolking. De woningvoorraad en de kwaliteit
van de openbare ruimte hebben effect op het
gebruik van voorzieningen in het sociaal
domein. Een gevarieerde woningvoorraad biedt
kansen voor een wooncarrière binnen Schiedam.
Daarnaast dragen sociale samenhang en
leefbaarheid in de wijken bij aan de veiligheid.
Mens en stad in beweging
Totaal budget: € 152 miljoen
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
STELLING
ER-DOELEN
Grotere sociale stijging en
maatschappelijke carrière
Meer eigen kracht
en burgerkracht
Meer gezonde Schiedammers
door sporten en bewegen
STELLING
Betere keten van zorg en
ondersteuning voor de
kwetsbare Schiedammer
STELLING
Budget: € 42,4 miljoen
Budget: € 42,5 miljoen
Budget: € 3,4 miljoen
Budget: € 5,8 miljoen
€ 230.000
€ 500.000
€ 300.000
4.Het percentage nieuwe
voortijdig schoolverlaters is
in 2018 maximaal 2,7%.
5.Het percentage huishoudens
met een inkomen uit werk stijgt
naar 87% in 2018.
6.Het percentage jongeren tot
21 jaar dat deelneemt aan
ongeorganiseerde en
georganiseerde
maatschappelijke activiteiten
in de vrije tijd neemt toe.
7.De gemiddelde score in de
sociale index van Schiedam op
het onderdeel sociale cohesie
blijft in 2018 tenminste gelijk
aan de score 6,0 in 2014.
8.Het percentage Schiedammers
dat vrijwilligerswerk verricht,
stijgt naar 30% in 2018.
9.In 2018 scoort de Schiedamse
bevolking op de NNGB
(Nederlandse Norm Gezond
Bewegen) maximaal 2% onder
het landelijk gemiddelde
(nulmeting 2011: NNGB 4%
onder landelijk).
10.In 2018 scoort de Schiedamse
bevolking op de RSO-norm
(Richtlijn Sportdeelname
Onderzoek) maximaal 4%
onder het landelijk gemiddelde.
(nulmeting 2011: RSO 7%
onder landelijk).
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
10
effect Zomernota
€ 75.000
PRESTATIEdoelstelling
1.80% van de Schiedammers
met een hulpvraag binnen de
drie decentralisaties (AWBZ,
Jeugdzorg, Participatiewet)
wordt geholpen met inzet van
eigen kracht en/of een
algemene voorziening.
Specialistische hulp blijft
beschikbaar voor Schiedammers
die dit nodig hebben.
2. Het percentage eenzame
65-plussers in Schiedam is
in 2018 gelijk of onder het
regionaal gemiddelde.
3. D
e doorlooptijd voor het
opstellen van een ondersteuningsplan binnen de
Wmo is maximaal 6 weken.
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
STELLING
Betere keten
van zorg en
ondersteuning
voor de
kwetsbare
Schiedammer
Kompas p. 11/13/14
STELLING
Prestatiedoelstelling 1
(Kompas p. 13/14)
Nulmeting
N.v.t.
Prestatie 2018
80%
Toelichting
Eén van de uitgangspunten binnen de decentralisaties is de verschuiving
van de inzet van gespecialiseerde, individuele voorzieningen naar algemene
voorzieningen met de inzet van eigen kracht en netwerken. Hiermee wordt
bereikt dat Schiedammers zelf (weer) de regie over hun leven kunnen
nemen en dat de sociale infrastructuur betaalbaar blijft. Het percentage
van 80% is gebaseerd op landelijke inschatting en gebaseerd op de
huidige inzichten.
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 1
• Uitvoeringsprogramma Sociaal Domein 2013-2015, vastgesteld in 2013
• Uitvoeringsprogramma WOT
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
Prestatiedoelstelling 2
(Kompas p. 11/13)
STELLING
Nulmeting
Prestatie 2018
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
11
Toelichting
Kaderstellende
beleidsnota’s
•Visienota Schiedams maatwerk in het
sociaal domein, vastgesteld in 2012
•Kadernota Sociaal domein, vastgesteld
in 2012
•Samen zorgen voor een gezond
Schiedam, Overbruggingsnota 2014,
vastgesteld in 2013
•Visienota participatiewet,
vastgesteld in 2013
•Nota intensivering armoedebeleid,
vastgesteld in 2013
80% van de Schiedammers met een hulpvraag binnen de drie
decentralisaties (AWBZ, Jeugdzorg, Participatiewet) wordt
geholpen met inzet van eigen kracht en/of een algemene
voorziening. Specialistische hulp blijft beschikbaar voor
Schiedammers die dit nodig hebben.
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 2
Het percentage eenzame 65-plussers in Schiedam is in 2018
gelijk of onder het regionaal gemiddelde.
Significante afwijking van regionaal gemiddelde (51%)
Gelijk aan het regionaal gemiddelde
In Schiedam is het percentage 65-plussers die aangeven matig tot zeer
ernstig eenzaam te zijn 51%. (Bron: gezondheid in kaart 2014, gebaseerd
op de meting in 2012). Dit is hoger dan het gemiddelde in de regio.
Zowel in de regio als in Schiedam is het aandeel eenzamen toegenomen
t.o.v. de vorige meting (bron: rapportage 2010, gemeten in 2008). Onder
de 65-plussers in Schiedam is de sociale eenzaamheid in de periode
2011-2012 significant gestegen.
• Samen zorgen voor een gezond Schiedam, Overbruggingsnota 2014,
vastgesteld in 2013
• Uitvoeringsprogramma Sociaal Domein 2013-2015, vastgesteld in 2013
Prestatiedoelstelling 3
(Kompas p. 11/13)
Nulmeting
Prestatie 2018
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
N.v.t. De doelstelling komt voort uit nieuwe wetgeving (per 01-01-2015).
6 weken
Toelichting
De gemeente dient een ontvangen melding op basis van de Wmo binnen
6 weken af te handelen. Nadat een melding is ontvangen wordt onderzoek
verricht naar de ondersteuningsbehoefte, het gewenste resultaat, de
persoonskenmerken en de eigen mogelijkheden. Dit resulteert in een
ondersteuningsplan op maat. Deze termijn zorgt ervoor dat eventuele
ondersteuning ook zo snel mogelijk geleverd kan worden.
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 3
• Uitvoeringsprogramma Sociaal Domein 2013-2015, vastgesteld in 2013
STELLING
STELLING
STELLING
De doorlooptijd voor het opstellen van een ondersteuningsplan
binnen de Wmo is maximaal 6 weken.
STELLING
Bestaand beleid
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
12
Kaderstellende
beleidsnota’s
•Visienota Schiedams maatwerk in het
sociaal domein, vastgesteld in 2012
•Kadernota Sociaal domein, vastgesteld
in 2012
•Samen zorgen voor een gezond
Schiedam, Overbruggingsnota 2014,
vastgesteld in 2013
•Visienota participatiewet,
vastgesteld in 2013
•Nota intensivering armoedebeleid,
vastgesteld in 2013
Algemeen Maatschappelijk Werk
Door het inzetten van het Algemeen
Maatschappelijk Werk heeft de Schiedamse
bevolking toegang tot laagdrempelige,
psychosociale en materiële hulpverlening
waarbij vroegtijdige inzet van belang is.
De hulpverlening is erop gericht dat:
-de cliënt zo snel mogelijk weer op eigen
kracht en/of met behulp van de omgeving
verder kan deelnemen aan de maatschappij;
-kinderen positief kunnen opgroeien en
ouders tools krijgen om dit te kunnen doen;
-er integrale zorg wordt geboden voor de
meest kwetsbare Schiedammers.
Om dit te bereiken is investeren in de keten
van zorg van belang.
Volksgezondheid
De Wmo en Wpg nota 2015-2018 wordt in
december 2014 uitgebracht. In de
gemeentelijke nota gezondheidsbeleid wordt
aan vijf speerpunten aandacht besteed, die
ook landelijke prioriteit hebben:
• overgewicht;
• diabetes;
• roken;
• alcohol;
• depressie.
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
13
Door het inzetten van voorlichters gezondheid
heeft de Schiedamse bevolking toegang tot
kennis, informatie, handvatten en begeleiding
naar de juiste zorg. Mensen met gezondheidsproblemen hebben vaak meerdere problemen.
Deze hebben regelmatig niets te maken met
gezondheid, maar zijn bijvoorbeeld het gevolg
van: geen werk, geen inkomen, schulden,
slechte huisvesting etc. De inzet van de voorlichters gezondheid is preventief en richt zich
op de lage sociaal-economische status (SES),
jeugd en senioren. Een inspanning van het
college is om de ongezonde levensstijl bij
(jonge) senioren aan te pakken. Het gezondheidsbeleid wordt preventief ingestoken, maar
tegelijkertijd ook met duidelijke samenwerking
op het gebied van de wijkondersteuningsteams,
onderwijs, sociaal-cultureel werk, sport, milieu
en openbare ruimte. Er worden voorlichtingen
en cursussen aangeboden, maar ook begeleiding
bij het maken van een afspraak met een
professional. Dit heeft als doel dat de juiste
zorgvraag bij de juiste zorgverlener terechtkomt. Uit onderzoek is gebleken dat burgers
en professionals elkaar vaak niet goed begrijpen,
waardoor er verkeerde hulp wordt geboden
of de burger te laat bij de juiste zorgverlener
terechtkomt. De kosten liggen dan vaak
nog hoger.
Grotere Sociale
stijging en
Maatschappelijke
carrière
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
Kompas p. 11/12/15
Prestatiedoelstelling 4
(Kompas p. 15)
Nulmeting
2,7%
Prestatie 2018
2,7%
Toelichting
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 4
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
14
Kaderstellende
beleidsnota’s
•Visienota Schiedams maatwerk in het
sociaal domein, vastgesteld in 2012
•Kadernota Sociaal domein, vastgesteld
in 2012
•Lokaal onderwijsbeleid Schiedam,
vastgesteld in 2013
•Bestuursafspraken VVE/Schakelklassen,
vastgesteld in 2012
Het percentage nieuwe voortijdig schoolverlaters is in 2018
maximaal 2,7%.
In het schooljaar 2012/2013 heeft Schiedam uitzonderlijk goed gescoord
met slechts 2,7% nieuwe voortijdig schoolverlaters. Voortijdig schoolverlaters zijn jongeren van 12 tot 23 jaar die geen startkwalificatie (minimaal
een havo- of mbo-diploma vanaf niveau 2) hebben, niet aan het werk zijn
en ook niet staan ingeschreven op een school. Het behalen van een startkwalificatie is essentieel voor de kansen van jongeren om mee te (blijven)
doen in de samenleving. Het beleid wordt regionaal vormgegeven in
het convenant Voortijdig schoolverlaten. De ambitie is om dit niveau de
komende jaren te handhaven, maar dit is niet eenvoudig. Het betreft
immers elk schooljaar nieuwe voortijdige schoolverlaters. Overigens dient
te worden opgemerkt dat niet alle jongeren een startkwalificatie kúnnen
behalen (bijvoorbeeld de doelgroep praktijkonderwijs).
• Uitvoeringsprogramma Sociaal Domein 2013-2015, vastgesteld in 2013
Prestatiedoelstelling 5
(Kompas p. 12)
Nulmeting
Prestatie 2018
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 5
• Re-integratieplan 2014, Werk en Inkomen Schiedam
• Uitvoeringsprogramma Sociaal Domein 2013-2015, vastgesteld in 2013
• Startnotitie aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt, vastgesteld in 2014
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
15
Kaderstellende
beleidsnota’s
•Visienota Schiedams maatwerk in het
sociaal domein, vastgesteld in 2012
•Kadernota Sociaal domein, vastgesteld
in 2012
•Convenant voortijdig schoolverlaten,
vastgesteld in 2013
•Lokaal onderwijsbeleid Schiedam,
vastgesteld in 2013
•Bestuursafspraken VVE/Schakelklassen,
vastgesteld in 2012
87%
Het hebben van een inkomen uit werk is een goede graadmeter voor de
mate van zelfredzaamheid. ‘Inkomen uit werk’ betekent dat meer dan
de helft van het inkomen wordt gegenereerd uit werk. Er kan dus sprake
zijn van een aanvullende uitkering. In Schiedam was het percentage in
2011 85,5%. Het streven om dit te verhogen naar 87% in 2018 (1% staat
gelijk aan 250 huishoudens) is ambitieus en ook afhankelijk van externe
factoren die moeilijk zijn te beïnvloeden door de gemeente. Behalve de
inspanningen van Werk en Inkomen zijn ook factoren als de ontwikkeling
van de economie en werkgelegenheid en de instroom van hogeropgeleiden
in Schiedam bepalend voor het resultaat. Meer Schiedammers toeleiden
naar werk geldt in het bijzonder voor het bestrijden en voorkomen van
jeugdwerkloosheid. Jongeren en schoolverlaters moeten sneller de weg
naar werk vinden en er moet meer worden ingespeeld op talenten van
mensen om de aansluiting met de arbeidsmarkt te verbeteren.
STELLING
STELLING
85,5%
Toelichting
STELLING
STELLING
Het percentage huishoudens met een inkomen uit werk stijgt
naar 87% in 2018.
Prestatiedoelstelling 6
(Kompas p. 11/14)
Nulmeting
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
Prestatie 2018
DOEL
Toelichting
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 6
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
16
Niet bekend
Nader te bepalen
Schiedam wil voor de jeugd een aantrekkelijke stad zijn. De nieuwe
Jeugdwet zet vooral in op zorg en preventie. In de in het najaar 2014
vastgestelde kadernota Jeugd wordt de implementatie van de Jeugdwet
nader uitgewerkt, maar wordt ook ingegaan op het stimuleren van extra
kwetsbare jeugd in de stijgingsroutes. De kansen van jongeren om hun
talenten te ontwikkelen worden vergroot door te participeren in de samenleving, naast school, opleiding en werk. Enerzijds gaat het hierbij om het
vergroten van de invloed van jongeren op het beleid, anderzijds om de
mogelijkheden van jongeren tot informeel leren en het opdoen van sociale
vaardigheden te vergroten. Voor dit doel is op dit moment geen nulmeting
voorhanden. In overleg met Onderzoek & Statistiek wordt begin 2015 een
eerste meting gedaan in de vorm van een lokale Jeugdmonitor.
• Jong zijn in Schiedam, Ieders Zorg!, Uitvoeringsprogramma
2013 t/m 2014
Bestaand beleid
STELLING
STELLING
Het percentage jongeren tot 21 jaar dat deelneemt aan
ongeorganiseerde en georganiseerde maatschappelijke
activiteiten in de vrije tijd neemt toe.
Kaderstellende
beleidsnota’s
•Visienota Schiedams maatwerk in het
sociaal domein, vastgesteld in 2012
•Kadernota Sociaal domein, vastgesteld
in 2012
•Convenant voortijdig schoolverlaten,
vastgesteld in 2013
•Lokaal onderwijsbeleid Schiedam,
vastgesteld in 2013
•Bestuursafspraken VVE/Schakelklassen,
vastgesteld in 2012
Onderwijsbeleid
De ontwikkeling van Brede school naar
Integrale Kindcentra wordt voortgezet. Scholen
en instellingen werken aan de integratie van de
pedagogische grondslag en de doorgaande lijn
van de voor- en vroegschoolse educatie in
aansluiting op het basisonderwijs. De aandacht
voor de versterking van de kwaliteit in het basisonderwijs wordt voortgezet door continuering
van de ‘Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs’. Nu
het aantal zwakke basisscholen is afgenomen
zou de kwaliteitsaanpak zich enerzijds moeten
gaan richten op het borgen van de behaalde
resultaten, maar anderzijds moet er in de
komende jaren ook gericht aandacht komen
voor excellente leerlingen. Met de directies van
het voortgezet onderwijs wordt gesproken over
de mogelijkheid en de noodzaak van soortgelijke
projecten in het voortgezet onderwijs. Het
onderzoek naar de uitplaatsing van de schoollogopedie naar het samenwerkingsverband
Weer Samen Naar School wordt afgerond. De
resultaten van de pilot regionalisering leerlingvervoer worden begin 2015 opgeleverd en de
resultaten worden in het schooljaar 2015/2016
geïmplementeerd. Per 1 januari 2015 maakt
het Regionaal Bureau Leerplicht deel uit van de
gemeenschappelijk regeling MVS. De middelen
voor buitenonderhoud van het basisonderwijs
worden per 1 januari 2015 door het Rijk overgeheveld naar de schoolbesturen. De Schiedamse
jeugd moet hoger worden opgeleid en worden
behouden voor de stad. Dit betekent dat in
de komende jaren initiatieven moeten worden
onderzocht voor het realiseren van hoger en/
of universitair onderwijs in onze stad met de
daarbij behorende huisvestingsvoorzieningen
voor studerenden.
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
17
Primair Onderwijs
De inzet van het college op de verbetering van
onderwijskwaliteit richt zich ook op onderwijshuisvesting. Het voornemen is om in 2015 te
investeren in vervangende nieuwbouw voor de
basisscholen IBS El Furkan, OBS De Troubadour
en RKBS De Regenboog Groenoord. Hierbij
dient te worden aangetekend dat er wordt
gebouwd voor scholen met een evenwichtige
schoolgrootte (leerlingaantal). Uitgangspunten
zijn een hoge kwaliteit en efficiënter gebruik
van onderwijsaccommodaties. De gemeente
verwacht dat er samenwerking tussen schoolbesturen tot stand komt waarbij serieus wordt
gekeken naar het samengaan van scholen
met een zeer laag leerlingenaantal. Hierbij kan
ook sprake zijn van samenwerking tussen de
verschillende denominaties. Op basis hiervan
zal er in Groenoord worden gebouwd voor
maximaal twee scholen.
Voortgezet Onderwijs
In 2015 wordt gestart met de nieuwbouw voor
de Mavo Schravenlant XL.
Milieu-educatie
De gemeenten Maassluis, Vlaardingen en
Schiedam nemen deel in het Regionaal
Educatief Overleg NWN (REON). Vanuit
dit overleg worden gezamenlijke projecten
uitgevoerd. Deze worden gefinancierd
conform de bestaande afspraak 1-2-2.
De gemeente Schiedam beheert deze
gezamenlijke middelen.
Bibliotheekwerk
Een belangrijke doelstelling is het bevorderen
van de maatschappelijke participatie,
persoonlijke ontwikkeling van Schiedammers
en ondersteuning van het onderwijs. De
bibliotheek is geen exclusief culturele instelling,
maar actief op de beleidsterreinen cultuur,
onderwijs, welzijn en informatie. In de afgelopen
jaren zijn op de meeste scholen voor basisonderwijs de zgn. Service Plus Punten
geïmplementeerd. Bibliotheekafdelingen in de
scholen met een gezamenlijke financiering en
beheer door onderwijs en bibliotheek. In de
komende jaren wordt dit concept doorontwikkeld
met het project De bibliotheek op school
(Debos). Hierbij wordt op de nog resterende
basisscholen en de school voor speciaal
basisonderwijs eveneens geïnvesteerd in
een bibliotheekpunt. Zie hiervoor ook
Onderwijsbeleid.
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
18
Kinderopvang
De gemeente heeft een toezichthoudende taak
met betrekking tot de kinderopvang. Het betreft
hierbij zowel de registratie en opvang bij
kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang,
gastouders en peuterspeelzalen als het
toezien op de kwaliteit. Dit laatste wordt in
opdracht uitgevoerd door de GGD RotterdamRijnmond. Integraal peuterspeelzaalwerk/
voor- en vroegschoolse educatie (VVE) is bij
alle basisscholen gerealiseerd. In het integraal
peuterspeelzaalwerk zijn de functies ‘spelen,
ontmoeten en ontwikkelen’ uitgebreid met de
functies ‘signaleren en ondersteunen (van
ouders) bij ontwikkelingsachterstanden’. Door
het realiseren van VVE bij alle basisscholen
worden meer kinderen met een onderwijsachterstand bereikt met een VVE-programma
en is de kwaliteit van het aanbod in het
peuterspeelzaalwerk verhoogd.
Werkgelegenheidsbeleid
Een goede aansluiting van het onderwijs op
de arbeidsmarkt heeft een hoge prioriteit. De
hoge werkloosheid in de arbeidsmarktregio
Rotterdam Rijnmond wordt voor een deel
veroorzaakt door een mismatch tussen
onderwijs en arbeidsmarkt. Het verkleinen van
deze mismatch heeft prioriteit. Realisatie van
deze opgave komt tot stand in samenwerking
met het bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en
maatschappelijke organisaties. Om vraag en
aanbod op de arbeidsmarkt bij elkaar te krijgen
wordt samengewerkt met het regionaal
werkgeversservicepunt, het regionale werkbedrijf.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee
vormen van werkgeversbenadering. Enerzijds
vanuit het spoor van ontwikkeling en plaatsing
van de (totale) doelgroep, waarbij de ondernemer
de mogelijke werkgever is. Anderzijds vanuit
het spoor van acquireren van (productie)werk
voor het werk-leerbedrijf, waarbij de ondernemer
de opdrachtgever is. Het college ziet daarnaast
goede kansen in het initiatief van werkgevers
en het middelbaar beroepsonderwijs om een
stimuleringsfonds op te zetten. Doel is om
gezamenlijk te komen tot activiteiten die
bijdragen aan een goede aansluiting van het
mbo op de arbeidsmarkt. De gemeente
participeert en stelt een impulsbudget
beschikbaar vanuit Economische Zaken.
In samenwerking met het programma
Economie in ontwikkeling worden initiatieven van
Stichting Technetkring Maassluis, Vlaardingen,
Schiedam ondersteund voor de aandacht voor
techniek en maritiem onderwijs in relatie tot de
arbeidsmarkt in onze regio.
Participatiebudget
Op 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in
werking. De gemeente is dan verantwoordelijk
voor alle mensen met arbeidsvermogen die
ondersteuning nodig hebben. Omdat het
beschikbare budget beperkt is, moeten er keuzes
worden gemaakt. Binnen het programma Mens
en stad in beweging wordt integraal gewerkt
aan het realiseren van een goede bemiddeling
van leerlingen uit het praktijkonderwijs naar
de arbeidsmarkt.
Meer eigen kracht
en burgerkracht
Prestatiedoelstelling 7
(Kompas p. 14)
Kompas p. 14
Nulmeting
Prestatie 2018
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
Toelichting
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 7
De gemiddelde score in de sociale index van Schiedam
stadsbreed op het onderdeel sociale binding blijft in 2018
tenminste gelijk aan de score 6,0 in 2014.
6,0 (2014)
6,0
Deze score is opgebouwd uit de factoren verhuisbewegingen, gevoelens
van binding en vertrouwen in de toekomst van de wijk. De score loopt per
wijk uiteen van 3,8 in Oost tot 8,6 in Kethel. De verbetering van de score
is een proces van lange adem en vraagt om wijkgericht beleid, waarin
de kracht en de talenten van de bewoners centraal staan. Hierbij gaat het
vooral om het consolideren van de goede scores en het verbeteren van de
minder goede scores in specifieke wijken. De sociale-indexscore dateert
van 2012 en er is een nieuwe meting voorzien eind 2014.
• Uitvoeringsprogramma Sociaal Domein 2013-2015, vastgesteld in 2013
STELLING
Prestatiedoelstelling 8
(Kompas p. 14)
STELLING
Nulmeting
STELLING
Prestatie 2018
Toelichting
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
19
Kaderstellende
beleidsnota’s
•Visienota Schiedams maatwerk in het
sociaal domein, vastgesteld in 2012
•Kadernota Sociaal domein, vastgesteld
in 2012
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 8
Het percentage Schiedammers dat vrijwilligerswerk verricht,
stijgt naar 30% in 2018.
26% (2012)
30%
Binnen de decentralisatie van de jeugdzorg en de AWBZ vindt een
verschuiving plaats van formele naar informele ondersteuning. Vrijwilligers
kunnen hierin, mits goed ondersteund, een belangrijke rol spelen. Ook
buiten de zorg leveren vrijwilligers een bijdrage aan een vitale samenleving.
In 2012 (bron: Leefbaarheids- en veiligheidsmonitor) was het aandeel
Schiedammers dat vrijwilligerswerk verricht 26%. Mantelzorg is een
bijzondere vorm van vrijwilligerswerk, waarbij niet zo zeer de uitbreiding
van het aantal mantelzorgers, maar de ondersteuning centraal staat. Er
wordt ingezet op versterking van het vrijwilligerswerk en vanuit bestaande
budgetten zijn structureel middelen beschikbaar.
• Uitvoeringsprogramma Sociaal Domein 2013-2015, vastgesteld in 2013
Bestaand beleid
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
20
Sociaal cultureel werk
Het welzijnswerk richt zich steeds meer op het
ondersteunen van burgers die zelf activiteiten
organiseren. Deze beweging zal in 2015
verder worden doorgezet. Ook door deelname
van het welzijnswerk aan de wijkondersteuningsteams wordt dit versterkt. Het welzijnswerk zal
namelijk ook vanuit de wijkondersteuningsteams
de taak krijgen de nulde-lijn te versterken
(eigen kracht, burgerkracht). Daarnaast zullen
de algemene voorzieningen die door de
professionele welzijnsorganisaties worden
uitgevoerd in opdracht van de gemeente worden
gescreend op resultaten en effecten die
bijdragen aan de doelstellingen die de raad en
het college zich hebben gesteld in de huidige
collegeperiode. Voor wat betreft het kinder- en
jongerenwerk wordt verder gewerkt aan
de samenwerking met het onderwijs.
Voor wat betreft de ouderen zulllen het aanbod
en het gebruik van de algemene welzijnsvoorzieningen voor senioren nader worden
bekeken en verbeterd. Verder zet de gemeente
in op het verbeteren van de advisering en
cliëntondersteuning van deze doelgroep. Deze
acties passen weer in het verbeteren van de
afstemming van de gehele keten van welzijn
en zorg voor ouderen. De middelen voor
cultuureducatie en muziekonderwijs zijn vanaf
2014 toegevoegd aan de subsidieregeling
Brede School/Sociale stijging.
Meer gezonde
Schiedammers
door sporten
en bewegen
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
Kompas p. 16
Prestatiedoelstelling 9
(Kompas p. 16)
Nulmeting
Prestatie 2018
Toelichting
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 9
STELLING
In 2018 scoort de Schiedamse bevolking op de NNGB
(Nederlandse Norm Gezond Bewegen) maximaal 2% onder het
landelijk gemiddelde.
4% onder landelijk gemiddelde (2011)
Maximaal 2% onder landelijk gemiddelde
De Nederlandse Norm Gezond Bewegen is vooral gericht op het
onderhouden van gezondheid op de lange termijn. Bewegen en sporten
levert een preventieve bijdrage aan het gezond houden van lichaam en
geest. Omdat Schiedammers te maken hebben met een groot aantal
gezondheidsproblemen wil de gemeente bewegingsarmoede tegengaan
door Schiedammers te motiveren om meer te gaan bewegen/sporten. Sporten beweeginterventies dragen hiermee optimaal bij aan maatschappelijke
doelstellingen. Eenzaamheid wordt tegengegaan en de gezondheid en
sociale vaardigheden verbeteren. Door het realiseren van drie sportparken
en de ondersteuning van goede en vitale sportvoorzieningen en
-verenigingen moet de deelname aan sport en beweging toenemen.
Dit zal de aantrekkelijkheid van Schiedam vergroten.
• Uitvoeringsprogramma Sociaal Domein 2013-2015, vastgesteld in 2013
• Samen zorgen voor een gezond Schiedam, Overbruggingsnota 2014,
vastgesteld in 2013
STELLING
Prestatiedoelstelling 10
(Kompas p. 16)
STELLING
STELLING
Nulmeting
Prestatie 2018
STELLING
§ €
21
Toelichting
Kaderstellende
beleidsnota’s
•Een leven lang sport en bewegen,
vastgesteld in 2009
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 10
In 2018 scoort de Schiedamse bevolking op de RSO-norm
(Richtlijn Sportdeelname Onderzoek) maximaal 4% onder het
landelijk gemiddelde.
7% onder landelijk gemiddelde (2011)
Maximaal 4% onder landelijk gemiddelde
Het vergroten van het aantal sporters in Schiedam draagt bij aan
gezondheidswinst, leidt tot meer sociale contacten, zorgt voor verbinding
tussen mensen en meer participatie. De RSO definieert iemand als een
sporter als hij in de afgelopen twaalf maanden ten minste twaalf keer heeft
gesport. Het gaat hier om gestandaardiseerde vragenlijst, waarmee de
motivatie en frequentie van sporten, sporttak, sportvorm, organisatievorm
en accommodatiebenutting van bevolkingsgroepen in kaart wordt gebracht.
• Uitvoeringsprogramma Sociaal Domein 2013-2015, vastgesteld in 2013
• Samen zorgen voor een gezond Schiedam, Overbruggingsnota 2014,
vastgesteld in 2013
Bestaand beleid
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
22
Sport en recreatie
De inzet richt zich op de inactieve Schiedammer.
Het huidige sport- en beweegaanbod in
Schiedam wordt verder geoptimaliseerd en
uitgebreid (bijvoorbeeld wijksportverenigingen)
en nieuw aanbod wordt opgezet (bijvoorbeeld
sport-zorgarrangementen). De deelname aan
sport en bewegen neemt hierdoor toe en
vergroot de aantrekkelijkheid van Schiedam.
De Schiedamse sportverenigingen worden op
verschillend niveau gefaciliteerd om zich verder
te ontwikkelen en bij te dragen aan goede en
vitale sportvoorzieningen. Sportverenigingen
worden ondersteund in het verbinding leggen
met andere beleidsvelden, waaronder onderwijs
(scholen) en zorg (onder andere WOT). Op
deze wijze kunnen verenigingen hun bijdrage
aan maatschappelijke doelen vergroten, wordt
eenzaamheid tegengaan en de gezondheid en
sociale vaardigheden verbeterd. In de openbare
ruimte worden plekken gecreëerd (al dan niet
met voorzieningen) waar mensen (gestimuleerd
worden te) spelen, bewegen, sporten, ontmoeten
en zich te verplaatsen. Daar waar voorzieningen
worden aangelegd (Schoolplein 14) is een
sport- en beweegaanbod gekoppeld ten
behoeve van actieve stimulatie en duurzaam
gebruik van de voorziening.
Sportaccommodaties
Per 1 januari 2014 is het beheer en de exploitatie
van de binnensportaccommodaties bij één
marktpartij ondergebracht. De gymzalen zijn
overgedragen aan Stichting Primo. Vanuit de
gemeente zal regie worden gevoerd op de
exploitant van de binnensportaccommodaties om
het maatschappelijk rendement te waarborgen.
In 2015 wordt verder uitwerking gegeven aan
de eerste fase van de ontwikkelvisie Schiedam
in Beweging. Aangaande de realisatie van
Park A4 en de nieuwe hockey-accommodatie
op Harga wordt met de betrokken sportverenigingen gewerkt aan inrichting, organisatie
en exploitatie. Ook met verenigingen die niet
zijn betrokken bij de eerste fase van Schiedam
in Beweging wordt gesproken over gebruik en
onderhoud van de huidige sportvoorzieningen.
Het groot onderhoud aan de
sportaccommodaties wordt optimaal afgestemd
op de ontwikkelingen ten aanzien van Schiedam
in Beweging. Investeringen in accommodaties
worden geoptimaliseerd ten behoeve van de
voortgang van het project en de uiteindelijk
definitieve situatie op de drie sportparken. Aard
en omvang van investeringen worden bezien
in de mogelijke afschrijvingsduur en op deze
wijze zo duurzaam mogelijk ingezet.
Wat gaat het kosten?
(bedragen x € 1.000,-)
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
23
Begroting 2014 na wijziging
Begroting 2015
Productomschrijving
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Onderwijsbeleid
5.651
-9.518
-3.867
6.120
-10.314
-4.194
1.928
-4.799
-2.871
Primair onderwijs
234
-4.946
-4.712
116
-4.189
-4.073
116
-4.648
-4.532
Voortgezet onderwijs
104
-3.231
-3.127
78
-2.573
-2.496
78
-2.664
-2.586
0
-7
-7
15
-27
-12
15
-28
-13
14
-891
-876
22
-1.415
-1.393
22
-900
-878
1.626
-5.521
-3.894
1.326
-5.232
-3.905
1.326
-4.933
-3.607
3
-2.570
-2.567
0
-2.593
-2.593
0
-2.508
-2.508
Culturele activiteiten
12
-1.068
-1.056
31
-1.217
-1.186
31
-1.286
-1.255
Sociaal-cultureel werk
20
-3.641
-3.622
0
-3.140
-3.140
0
-43.100
-43.100
Maatschappelijk werk
311
-11.924
-11.613
0
-13.002
-13.002
0
-400
-400
44
-649
-605
0
-881
-881
0
-839
-839
Inkomensvoorziening
49.047
-49.648
-600
47.461
-57.391
-9.930
47.461
-55.703
-8.242
Werkgelegenheidsbeleid
20.293
-23.567
-3.274
17.980
-20.218
-2.237
5.193
-18.681
-13.488
0
-331
-331
0
-22
-22
0
0
0
19
-4.043
-4.023
0
-4.047
-4.047
0
-2.298
-2.298
Wet op de lijkbezorging
8
-88
-80
4
-33
-29
4
-32
-28
Kwijtschelding gemeentelijke
belastingen
0
-650
-650
0
-696
-696
0
-695
-695
Dierenwelzijn
0
-96
-96
0
-145
-145
0
-116
-116
9.107
-11.870
-2.763
5.470
-9.363
-3.892
0
-8.378
-8.378
86.494
-134.258
-47.764
78.624
-136.497
-57.873
56.174
-152.007
-95.833
5.454
-11.791
-6.337
3.632
-4.243
-611
1.851
-60
1.791
91.948
-146.049
-54.101
82.256
-140.740
-58.484
58.025
-152.067
-94.042
Milieu-educatie
Sport en recreatie
Sportaccommodaties
Bibliotheekwerk
Kinderopvang
Vormingswerk
Volksgezondheid
Participatiebudget
§ €
Jaarstukken 2013
Mens en stad in beweging
Totaal baten en lasten
Mutaties reserves
Geraamd resultaat
Programma
Ruimtelijke Inrichting in Samenhang
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
DOEL
13
DOEL
14
DOEL
15
DOEL
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
24
Inleiding
Schiedam wordt door Schiedammers en
bezoekers aan de stad, of zij hier nu zijn uit
zakelijk oogpunt of voor hun plezier, beleefd
als een aantrekkelijke stad om te wonen,
werken en verblijven. Het programma Ruimtelijke
Inrichting in Samenhang heeft tot doel deze
kwaliteiten van de stad te versterken. Dit
programma richt zich op de ruimtelijk-functionele
ontwikkeling en programmatische ontwikkeling
van de stad en op de vormgeving. Duurzame
ontwikkeling is steeds het uitgangspunt:
ontwikkeling die milieutechnisch verantwoord,
klimaatbestendig en kwalitatief hoogwaardig
is. De ambitie van het gemeentebestuur is dat
Schiedam, ook in de toekomst, een stad blijft
waar Schiedammers zich mee verbonden
voelen en met rede trots op kunnen zijn.
De Stadsvisie Schiedam 2030 en de evaluatie
daarvan uit 2014 vormen (Voortgang Stadsvisie
Schiedam 2030) samen met alle sectorale en
gebiedsgerichte uitwerkingen de basis voor
het programma Ruimtelijke Inrichting
in Samenhang.
Verdeling budgetten
ER-doelen Ruimtelijke
inrichting in samenhang
Binnen het totale budget (€ 52,8 miljoen)
voor Ruimtelijke Inrichting in Samenhang zijn
de middelen, voor de producten die bijdragen
aan de ER-doelen, per ER-doel verdeeld.
De verdeling betreft het totale budget.
Schiedammers en Schiedamse ondernemers
‘krijgen’ letterlijk ‘de ruimte’. Het programma
Ruimtelijke Inrichting in Samenhang is gericht
op het ‘ruimte geven’ aan maatschappelijke
ontwikkelingen en aan wensen en behoeften
van Schiedammers. In de afwegingen die de
gemeente daarbij moet maken, staat voorop
dat initiatieven moeten bijdragen aan het
versterken van kwaliteit en samenhang in de
structuur van de stad en het ontwikkelen van
een goed vestigings- en verblijfsklimaat. Voortbouwend op de bestaande kwaliteit en identiteit
van de stad wordt gewerkt aan verbetering,
vernieuwing en versterking, met als doel een
hoogwaardige, duurzame toekomst voor
de stad.
Voor de uitvoering van de doelstellingen binnen
dit programma wordt samengewerkt met private
partijen, andere overheden en belanghebbende
Schiedammers. De samenwerking voor grote
stedelijke ontwikkelingen, zoals de ontwikkelingen die plaatsvinden in het kader van
Schiedam in Beweging, de aanpak van de
opgaven in de binnenstad of de ontwikkeling
van Oranjeburgh, wordt georganiseerd in
projecten. De gemeentelijke organisatie
ontwikkelt daarin steeds beter haar regierol,
met als doel verantwoordelijkheden daar te
leggen waar zij horen en initiatiefnemers de
ruimte te geven hun eigen verantwoordelijkheid
te nemen.
Schiedam maakt deel uit van het stedelijke
netwerk van de Rotterdamse regio, de Metropoolregio en de Zuidvleugel van de Randstad.
Op alle beleidsvelden en thema’s worden
verbindingen gezocht en gelegd met partijen in
de omgeving van Schiedam en de afwegingen
die de gemeente moet maken, worden in een
bredere context geplaatst.
Het programma Ruimtelijke Inrichting in
Samenhang beschrijft de gemeentelijke ambities
voor de fysieke stad. De kansen die in de
zomernota zijn benoemd voor dit programma,
zijn hierin meegenomen
ER- en prestatiedoelstellingen
De gewenste effecten van de aanpak zijn in
het Kompas 2014-2018 onderverdeeld in vijf
ER-doelstellingen:
1.hogere kwaliteit woningen in een meer
gedifferentieerde woningvoorraad ;
2.beter duurzaam bereikbaar;
3.hogere kwaliteit van de buitenruimte;
4.duurzamere leefomgeving;
5.duurzamere Stedelijke ontwikkeling.
Om de effecten van het programma
Ruimtelijke Inrichting in Samenhang meetbaar
en navolgbaar te maken, zijn hierna voor
elk van de ER-doelstellingen drie prestatiedoelstellingen opgesteld.
Ruimtelijke Inrichting in Samenhang
Totaal budget: € 52,8 miljoen
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
DOEL
13
DOEL
14
DOEL
15
DOEL
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
ER-DOELEN
Hogere kwaliteit woningen
in een meer gedifferentieerde woningvoorraad
Beter Duurzaam
bereikbaar
Hogere kwaliteit van de
buitenruimte
Duurzamere leefomgeving
Duurzamere Stedelijke ontwikkeling
Budget:
€ 7,4 miljoen
Budget:
€ 1,0 miljoen
Budget:
€ 36,8 miljoen
Budget:
€ 2,3 miljoen
Budget:
€ 5,3 miljoen
€ 1.990.000
€ 0
€ 0
€ 0
7.Hogere kwaliteitsbeleving van bewoners,
waardering van 6,6 naar
7,0 in 2018.
8.Hogere technische
kwaliteit.
9.Hogere kwaliteit dagelijkse zorg, maximaal 10%
onderschrijding van de
overeengekomen
beeldkwaliteit.
10.Schiedam voldoet ruim
aan de normen voor
luchtkwaliteit. De jaargemiddelden concentraties
NO2 en PM10 blijven
onder 38µg/m3.
11.Het aantal Schiedammers dat hinder ondervindt van verkeerslawaai is eind 2017
gedaald.
12.Het aantal huishoudens/
bedrijven dat duurzame
energie opwekt in de
stad zal met minimaal
25% per jaar toenemen.
13.Ontwikkeling van de
gemiddelde WOZ-waarde
in Schiedam ten opzichte
van het regionale
gemiddelde.
14.Ontwikkeling van de
grondwaarde (erfpachtinkomsten) ten opzichte
van het regionale
gemiddelde.
15.Waardering van de
kwaliteit van de
woonwijken/bedrijventerreinen/binnenstad/
groen- en recreatiegebieden.
effect Zomernota
STELLING
€ 265.000
STELLING
PRESTATIEdoelstelling
STELLING
1.Eind 2018 bestaat de
woningvoorraad voor
52% (nu 50%) uit
koopwoningen en 32%
(nu 31%) eengezinswoningen.
2. D
e gemiddelde waardering van de woning blijft
minimaal gelijk (7,7) en
van de woonomgeving
stijgt deze van 6,9 naar
minimaal een 7,0.
3. Particuliere woningverbetering (PWV) gaat
verder met de aanpak
van 40 woningen
funderingsherstel en
100 woningen cascoherstel per jaar.
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
25
4.Bereikbaarheid: beter
benutten, versterken
openbaar vervoer en
fiets; bevorderen
duurzame logistiek.
5.Gewogen score woonen leefmilieu: verbetering
in de waardering van
Schiedammers voor het
woon- en leefmilieu in
termen van overlast
van verkeer.
6.Verkeersveiligheid:
terugdringen van het
aantal verkeersslachtoffers.
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
DOEL
13
DOEL
14
DOEL
15
DOEL
STELLING
Hogere kwaliteit
woningen in
een meer
gedifferientieerde
woningvoorraad
Kompas p. 17/18
Prestatiedoelstelling 1
(Kompas p. 17)
Nulmeting
Koopwoningen: 50%; eengezinswoningen: 31%
Prestatie 2018
Koopwoningen: 52%; eengezinswoningen: 32%
Toelichting
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 1
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
26
Kaderstellende
beleidsnota’s
•Woonvisie Schiedam 2030
ind 2018 bestaat de woningvoorraad voor 52% uit
E
koopwoningen en 32% eengezinswoningen.
De eerste pijler van de Woonvisie is gericht op nieuwe woonmilieus door
stedelijke vernieuwing. Er is behoefte aan meer verschillende woningen
voor Schiedammers. Het huidige percentage koopwoningen ligt op 50%.
Door sloop van circa 200 huurwoningen en de nieuwbouw van circa 500
koopwoningen binnen de huidige plannen is het mogelijk het percentage
in de komende vier jaar te verhogen naar 52%. De sloop heeft vooral
betrekking op huurflats waardoor samen met nieuwbouw van voornamelijk
eengezinswoningen het percentage eengezinswoningen van 30% naar
31% kan stijgen. In de nieuwbouwplannen staan ruima 500 eengezinswoningen gepland de komende vier jaar. Een belangrijke bijdrage aan het
behalen van deze aantallen komt van woningcorporatie Woonplus.
In deze prestatiedoelstelling is gekozen voor percentages in plaats
van aantallen nieuwbouw, omdat naast nieuwbouw ook sloop, functieverandering en samenvoeging van invloed zijn op het evenwicht van
de woningvoorraad.
• Uitvoeringsprogramma Woonvisie Schiedam 2030
Prestatiedoelstelling 2
(Kompas p. 18)
Nulmeting
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
DOEL
13
DOEL
14
DOEL
15
Prestatie 2018
DOEL
STELLING
Toelichting
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 2
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
27
Kaderstellende
beleidsnota’s
•Woonvisie Schiedam 2030
De gemiddelde waardering van de woning blijft minimaal
gelijk (7,7) en van de woonomgeving stijgt deze van 6,9
naar minimaal een 7,0.
Waardering woning: 7,7; waardering woonomgeving: 6,9
Waardering woning: minimaal 7,7; waardering woonomgeving:
minimaal 7,0
Schiedam wil voor jong en oud een levensloopvriendelijke stad creëren
(pijler 2 van de Woonvisie). Het gaat om prettig wonen met voldoende
voorzieningen: niet alleen tevredenheid over de woning is van belang,
maar ook over de woonomgeving. In de monitor Leefbaarheid en Veiligheid in
Schiedam wordt bij het onderdeel Wonen en Sociale samenhang mensen
gevraagd naar de tevredenheid over hun woning en hun woonomgeving.
De cijfers variëren per wijk en per leeftijdscategorie. De waardering van
de woning zelf is met een 7,7 een mooi cijfer, de waardering van de
woonomgeving moet minimaal van een 6,9 naar een 7,0. Dit zal vooral
bereikt worden door in gebieden waar laag wordt gescoord in te zetten
op verbetering van waardering van de woonomgeving. In de wijken Oost,
Nieuwland en Groenoord is het cijfer over tevredenheid van de
woonomgeving zelfs aan het dalen. Een onderdeel van de waardering
is de aanwezigheid van voorzieningen zoals winkels, maar ook de
mogelijkheden tot verkrijgen van zorg. Met name het laatste is een belangrijke
speerpunt die de gemeente samen met partners in de stad oppakt.
• Uitvoeringsprogramma Woonvisie Schiedam 2030
Prestatiedoelstelling 3
(Kompas p. 18)
Particuliere woningverbetering (PWV) gaat verder met de
aanpak van 40 woningen funderingsherstel en 100 woningen
cascoherstel per jaar jaar en gaat meer vraaggestuurd werken.
Nulmeting
2014: 40 woningen funderingsherstel en 100 woningen cascoherstel;
PWV wil nog meer vraaggestuurd werken.
DOEL
Prestatie 2018
2018: 200 woningen funderingsherstel en 500 woningen cascoherstel
gerealiseerd; PWV werkt vooral vraaggestuurd.
STELLING
Toelichting
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
DOEL
13
DOEL
14
DOEL
15
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 3
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
28
Kaderstellende
beleidsnota’s
•Woonvisie Schiedam 2030
Er is besloten om de aanpak Particuliere Woningverbetering met vijf jaar
te verlengen tot en met 2019.
In de lopende aanpak van funderings- en cascoherstel wordt het steeds
lastiger om herstel te realiseren: de laatste loodjes wegen het zwaarst.
Daarbij hoort nu ook de inzet van handhaving voor die panden die nog
niet zijn aangepakt. Extra inzet op handhaving betekent dat in de wijken
waar jarenlang is gewerkt aan particuliere woningverbetering nu eindelijk
de zogenoemde ‘rotte kiezen’ kunnen worden aangepakt. Dit is een
beloning voor de welwillende eigenaren die hun woning vrijwillig verbeteren.
De onwillige eigenaar heeft ruime mogelijkheden gehad om in de aanpak
te participeren. Voor enkele ‘vergeten’ gebiedjes wordt nog een programma
gestart waarbij het stimuleren van eigenaren voorop staat.
In de komende periode gaat de aanpak van funderingsproblemen
onverminderd verder.
Daarnaast wordt gestart met een nog meer vraaggestuurde manier van
werken. In dat kader worden in 2015 twee nieuwe projecten gestart met
als doel om met deze manier van werken ervaring op te doen. In deze
pilots ligt de focus op woningverbetering, energiebesparing en het beter
toegankelijk maken van flatgebouwen voor rolstoelen en rollators. Het
Servicepunt Particuliere Woningverbetering biedt huiseigenaren eerste
hulp bij onderhoud. Ook het servicepunt gaat nog meer vraaggestuurd
werken en wordt mede daarom vernieuwd.
• Uitvoeringsprogramma Woonvisie Schiedam 2030
Bestaand beleid
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
DOEL
13
DOEL
14
DOEL
15
DOEL
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
29
Bouw- en woningtoezicht
Binnen het beleid Bouw- en woningtoezicht
vallen alle kosten voor bouw- en woningtoezicht
en handhaving en daarnaast de kosten en
opbrengsten betreffende kosten leges bouwen sloopbeschikkingen. In de legesverordening
Schiedam is opgenomen hoe de leges voor de
omgevingsvergunning zijn opgebouwd.
Stadsvernieuwing (PWV) en
Volkshuisvesting (Woonvisie)
Inspanningen die worden geleverd om te
komen tot een hogere kwaliteit woningen in
een meer gedifferentieerde woningvoorraad
worden in hoofdzaak uitgevoerd binnen de
beleidsvelden Stadsvernieuwing en
Volkshuisvesting. Daarnaast is er een
belangrijke bijdrage vanuit projecten en
de daarbij behorende grondexploitaties.
De reserve Woonvisie wordt ingezet voor
projecten die een extra impuls moeten geven
om de doelstellingen te behalen, zoals
kluswoningen, handhaving bij particuliere
woningverbetering, stimulering vervolg
herstructureringsplannen Woonplus en woonpromotie. Inspanningen en activiteiten worden
verder toegelicht in het uitvoeringsprogramma
van de woonvisie, dat jaarlijks wordt
geactualiseerd. Met de woningcorporatie
Woonplus worden prestatieafspraken jaarlijks
geactualiseerd. Binnen het project Particuliere
Woningverbetering wordt in 2014 het vervolg
voor de jaren 2015-2018 verder vormgegeven.
Meer differentiatie in de woningvoorraad wordt
bereikt door projecten en activiteiten gericht
op het afmaken wat we zijn begonnen
(nieuwbouw), aanjagen van het vervolg op
de herstructurering, ontwikkeling toekomstige
nieuwbouwlocaties en beoordelen en faciliteren
van nieuwe initiatieven.
Dit betekent een betere kwaliteit van de
bestaande voorraad door projecten en activiteiten
gericht op stimuleren van particuliere woningverbetering, energiebesparing, levensloopvriendelijk maken en het beter maken van de
leefomgeving. Bij het onderdeel levensloopvriendelijke stad, het realiseren van voldoende
woningen voor bijzondere doelgroepen en
beter bereikbare voorzieningen wordt ingezet
op samenwerking met betrokken partijen,
maatschappelijke opvang en voorzieningen
op niveau.
In de Zomernota 2015 heeft het college
impulsgeld beschikbaar gesteld voor extra
inzet op de handhavingscapaciteit. Doel is
hiermee versnelling te brengen in de afronding
van het project Particuliere Woningverbetering,
zodat het project twee maal zo snel kan worden
afgerond als was beoogd.
Beter Duurzaam
bereikbaar
Kompas p. 19/20
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
DOEL
13
DOEL
14
DOEL
15
Prestatiedoelstelling 4
(Kompas p. 19/20)
Nulmeting
Prestatie 2018
DOEL
Toelichting
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 4
Bereikbaarheid: beter benutten, versterken openbaar vervoer
en fiets; bevorderen duurzame logistiek.
Wordt nader bepaald; monitoring is in ontwikkeling.
Wordt nader bepaald.
Schiedam wil haar strategische positie in de Zuidvleugel van de Randstad
behouden en versterken. Schiedam is goed bereikbaar voor alle vervoersmodaliteiten: auto, openbaar vervoer (trein, tram, metro en bus) en fiets.
Ten behoeve van de leefbaarheid én de bereikbaarheid wordt het verkeer in
goede banen geleid. Duurzame bereikbaarheid is uitgangspunt van beleid.
Enerzijds wordt ingezet op een goede bereikbaarheid en voldoende
parkeervoorzieningen, anderzijds wordt de vervoerswijzekeuze beïnvloed
door het bieden van goede openbaarvervoers- en fietsvoorzieningen. Bij
goederenvervoer wordt samen met bedrijven ingezet op duurzame logistiek
(efficiënter goederenvervoer).
• Uitvoeringsprogramma GVVP (is nog in bewerking)
STELLING
Prestatiedoelstelling 5
(Kompas p. 19/20)
STELLING
STELLING
Nulmeting
STELLING
Prestatie 2018
STELLING
Toelichting
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
30
Kaderstellende
beleidsnota’s
•Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan
(GVVP)
In 2014 ondervindt 22% van de Schiedammers hinder door verkeersoverlast (geluid).
In 2018 ondervindt maximaal 18% hinder door verkeersoverlast.
Ten behoeve van de kwaliteit van het woon- en leefmilieu in Schiedam is een
samenhangend hoofdwegennet opgezet, waarop het autoverkeer zoveel
mogelijk wordt gebundeld. Woongebieden worden zo gevrijwaard van
doorgaand autoverkeer en bestemmingsverkeer wordt zo snel mogelijk van
en naar de hoofdwegen geleid.
Een ander aspect is de belasting van het milieu door de uitstoot van
verkeer. Naast het hiervoor genoemde mobiliteitsbeleid wordt ingezet op
duurzaam goederenvervoer. Met stadsdistributie wordt de bevoorrading
van de binnenstad georganiseerd en in samenwerking met een aantal
grote bedrijven in Schiedam wordt gewerkt aan het verduurzamen van
het goederentransport (duurzame logistiek: bevorderen vervoer over water,
gebruik grotere en schonere vervoerseenheden, bevorderen efficiency
van voertuigen).
STELLING
STELLING
Gewogen score woon- en leefmilieu: verbetering in de waardering van Schiedammers voor het woon- en leefmilieu in termen
van overlast van verkeer.
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 5
• Uitvoeringsprogramma GVVP (is nog in bewerking)
Prestatiedoelstelling 6
(Kompas p. 20)
Nulmeting
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
DOEL
13
DOEL
14
DOEL
15
Prestatie 2018
DOEL
Toelichting
STELLING
STELLING
STELLING
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 6
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
31
Het aantal ernstige verkeersongevallen is met 60% afgenomen.
Het aanpakken van onveilige verkeerssituaties is een van de benoemde
kansen, waarvoor het college in het Kompas 2014-2018 extra inzet heeft
vastgelegd. De ambitie is om de komende jaren in elk geval de 10 meest
urgente onveilige verkeerssituaties aan te pakken (onder meer
herinrichting van kruisingen).
• Uitvoeringsprogramma GVVP (is nog in bewerking)
Verkeer, Openbaar vervoer
en Parkeren
De bestedingen op het gebied van verkeer
zijn vaak wat onzichtbaar in de begroting.
Infrastructurele bestedingen vallen onder het
beleid Beheer openbare ruimte en liften mee
in onderhoudsprojecten. Vaak dragen ook
regionale subsidies bij aan de realisatie van
gemeentelijke prioriteiten. Openbaar vervoer
wordt zelfs voor 100% gefinancierd door
de Stadsregio.
STELLING
§ €
In 2010 telde Schiedam 23 ernstige verkeersongevallen.
Bestaand beleid
STELLING
STELLING
Verkeersveiligheid: terugdringen van het aantal
verkeersslachtoffers.
Kaderstellende
beleidsnota’s
•Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan
(GVVP)
Er zijn geen aparte begrotingsposten voor
auto, fiets, verkeersveiligheid en mobiliteit/
duurzame logistiek. Daarmee vallen alle
aspecten van verkeer, met uitzondering van
openbaar vervoer en parkeren, onder de
algemene post het beleid Verkeer.
Prioriteit wordt in 2015 gegeven aan:
-Verkeersveiligheid, met name de aanpak
van black-spots. Daarnaast wordt de aanpak
van de zgn. ‘grijze wegen’ opgesteld. De
aanpak van onveilige verkeerssituaties is
een van de kansen die het college heeft
benoemd in de Zomernota 2015 en hiervoor
zijn middelen gereserveerd.
-Het fietsnet zal in 2015 grotendeels worden
afgerond en er wordt een nieuwe fietsnota
opgesteld.
-In 2015 worden de plannen afgerond en
geïmplementeerd voor toekomstvast lokaal
openbaar vervoer en gratis vervoer voor
minima. Ook voor gratis vervoer voor minima
zijn middelen gereserveerd in de zomernota.
-De technische planvoorbereiding en
financiering van de aansluiting Vijfsluizen en
omgeving op de A4 heeft prioriteit gekregen
in het Kompas 2014-2018 en hiervoor zijn
in de zomernota middelen gereserveerd.
Aanpakken van de aansluiting Vijfsluizen is
noodzakelijk om een goede doorstroming op
de aansluiting en het onderliggende wegennet
ook in te toekomst te kunnen waarborgen.
Het is noodzakelijk hierover op korte termijn
afspraken te maken met partijen, omdat de
A4 naar verwachting in 2015 gereed is.
Onderdelen van deze aanpak zijn de
aanbodkant (aanpassen van de infrastructuur),
de vraagkant (duurzame logistiek en
mobiliteitsmanagement) en de milieukwaliteit
(impact op de omgeving).
Hogere
kwaliteit van
de buitenruimte
Kompas p. 21
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
DOEL
13
DOEL
14
DOEL
15
DOEL
STELLING
Prestatiedoelstelling 7
(Kompas p. 21)
Nulmeting
6,6
Prestatie 2018
7,0
Toelichting
Het gebruik en de gebruikers staan centraal bij het beheren van de
openbare ruimte. Dit betekent dat de subjectieve waardering van
Schiedammers voor de buitenruimte een belangrijke prestatie-indicator is.
De waardering van Schiedammers voor de buitenruimte is het gemiddelde
cijfer voor de waardering van parkeergelegenheid, wegen, paden en
pleinen, groen, straatverlichting en speelvoorzieningen voor jonge kinderen
in de eigen buurt. Deze waardering wordt jaarlijks bepaald met de
leefbaarheids- en veiligheidsmonitor. Vanaf 2015 zal ook de waardering
voor de uitvoering van projecten in de eigen buurt in dit cijfer worden
opgenomen. Deze wordt nu nog niet gemeten.
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 7
•Meerjaren Beheer en Onderhoudsprogramma Openbare Ruimte
(MBOP 2011-2015) (wegen, bruggen, openbaar groen, speelvoorzieningen, water en oevers, riolering, openbare verlichting, binnenhavens,
zeehavens, straatmeubilair, verkeersvoorzieningen)
•Meerjaren Beheer en Onderhoudsplan Accommodaties voor sport en
recreatie (binnensportaccommodaties en buitensportaccommodaties)
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
32
Kaderstellende
beleidsnota’s
• Visie Openbare Ruimte Schiedam
• Handboek Openbare Ruimte
• Speelruimteplan
• Bomennota Schiedam
• Waterplan Visie 2006-2015
•Gemeentelijk Rioleringsplan Schiedam
(GRP 2014-2019)
Hogere kwaliteitsbeleving van bewoners, waardering
van 6,6 naar 7,0 in 2018.
Prestatiedoelstelling 8
(Kompas p. 21)
Nulmeting
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
DOEL
13
DOEL
14
DOEL
15
Prestatie 2018
DOEL
STELLING
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 8
•Meerjaren Beheer en Onderhoudsprogramma Openbare Ruimte
(MBOP 2011-2015) (wegen, bruggen, openbaar groen, speelvoorzieningen, water en oevers, riolering, openbare verlichting, binnenhavens,
zeehavens, straatmeubilair, verkeersvoorzieningen)
•Meerjaren Onderhoudsplan Accommodaties voor sport en recreatie
(binnensportaccommodaties en buitensportaccommodaties)
STELLING
Prestatiedoelstelling 9
(Kompas p. 21)
STELLING
Nulmeting
STELLING
Prestatie 2018
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
33
91% voldoet aan de beeldkwaliteit.
90% voldoet aan de beeldkwaliteit (op de nader te bepalen onderdelen).
Bij het dagelijks beheer van de openbare ruimte in Schiedam wordt
overwegend gestuurd op beeldkwaliteit. Op maximaal 10% van de
metingen mag sprake zijn van een onderschrijding van de overeengekomen
beeldkwaliteit. Deze prestatiedoelstelling wordt al gerealiseerd. De kwaliteit
van de dagelijkse zorg zal worden gerealiseerd door op onderdelen de
beeldkwaliteit te verhogen.
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 9
•Meerjaren Beheer en Onderhoudsprogramma Openbare Ruimte
(MBOP 2011-2015) (wegen, bruggen, openbaar groen, speelvoorzieningen, water en oevers, riolering, openbare verlichting, binnenhavens,
zeehavens, straatmeubilair, verkeersvoorzieningen)
•Meerjaren Onderhoudsplan Accommodaties voor sport en recreatie
(binnensportaccommodaties en buitensportaccommodaties)
STELLING
Kaderstellende
beleidsnota’s
• Visie Openbare Ruimte Schiedam
• Handboek Openbare Ruimte
• Speelruimteplan
• Bomennota Schiedam
• Waterplan Visie 2006-2015
•Gemeentelijk Rioleringsplan Schiedam
(GRP 2014-2019)
Hogere kwaliteit dagelijkse zorg, maximaal 10% onderschrijding van de overeengekomen beeldkwaliteit, bij op onderdelen
een verhoging van de beeldkwaliteit.
Toelichting
STELLING
STELLING
Wordt nader bepaald.
Momenteel wordt het Beheerplan Wegen geactualiseerd. Met dit beheerplan
zal ook een prestatiedoelstelling worden bepaald voor de technische
kwaliteit van de buitenruimte. Deze prestatiedoelstelling is een belangrijke
indicator voor het projectmatig onderhoud.
STELLING
STELLING
Wordt nader bepaald (zie toelichting).
Toelichting
STELLING
STELLING
Hogere technische kwaliteit.
Bestaand beleid
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
DOEL
13
DOEL
14
DOEL
15
DOEL
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
34
Beheer openbare ruimte
Natuur- en groenbeheer
Afvalbeheer
Afvalheffingen
Rioleringbeheer
Riolering heffingen
Havens
Waterbeheer
Er wordt een herijking van het meerjaren
beheer- en onderhoudsprogramma (MBOP)
opgesteld. In deze geactualiseerde meerjarenplanning wordt het projectmatig onderhoud
voor de periode 2015-2019 opgesteld.
Uitgangspunt is een integrale, gebiedsgerichte
aanpak. Daarbij zal een verbreding plaatsvinden
tot een integraal uitvoeringsprogramma, waarin
zowel de beheer- als de ontwikkelprojecten zijn
opgenomen. Er zal (financiële) ruimte worden
gecreëerd om tegemoet te kunnen komen
aan wensen vanuit de stad voor kleinschalige
functionele wijzigingen in de buitenruimte. Het
betreft veelal verzoeken op het gebied van
verkeer, groen en spelen.
De projecten die in 2015 worden uitgevoerd
zijn inmiddels in voorbereiding genomen. De
jaarschijf 2015 zal in beginsel in 2015 worden
gerealiseerd. In 2015 zullen ook de projecten
voor 2016/2017 in voorbereiding worden
genomen. Bij alle projecten zullen de
(toekomstige) gebruikers bij het project worden
betrokken en zal het participatieprotocol
worden toegepast. De communicatie bij
projecten heeft bijzondere aandacht.
De afgelopen jaren is veel aandacht gegeven
aan de integrale planning en uitvoering van
projecten. Hieraan zal in 2015 een vervolg
worden gegeven, waarbij de afstemming met
belanghebbenden buiten het fysieke domein
centraal staat. Extra aandacht voor het
gebruik van buitenruimte zal leiden tot accenten
in aanleg en beheer die de functionaliteit ten
goede komen.
In gesprek met Schiedammers zal worden
bepaald op welke onderdelen extra inspanningen
nodig zijn om de kwaliteit van de buitenruimte
te vergroten. Dit zal medebepalend zijn voor de
planning en prioritering van werkzaamheden.
Bij het beheer van de openbare ruimte
zal meer ruimte worden geboden aan
Schiedammers. Dit geldt zowel voor de ruimte
voor zelfbeheer, wat moet leiden tot meer
kwaliteit én tot versterking van sociale contacten,
als voor de ruimte om eigen ideeën
te realiseren.
Duurzamere
leefomgeving
Prestatiedoelstelling 10
(Kompas p. 22)
Kompas p. 22
Nulmeting
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
DOEL
13
DOEL
14
DOEL
15
DOEL
Prestatie 2018
STELLING
Toelichting
STELLING
STELLING
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 10
STELLING
Schiedam voldoet ruim aan de normen voor luchtkwaliteit.
De jaargemiddelden concentraties NO2 en PM10 blijven
onder 38µg/m3.
In 2014 voldoen twee straten, Oranjestraat en Vlaardingerdijk/hoek
Vijfsluizen niet aan de norm van 40 µg/m3.
Alle straten blijven onder de 38 µg/m3 voor wat betreft NO2 en PM10.
In het Actieplan Luchtkwaliteit 2012-2015 zijn maatregelen opgenomen
die bijdragen aan een lagere NO2- en PM10-immissie. Het betreft zaken
als het stimuleren van schoner vervoer, walstroom voor schepen,
duurzame logistiek en stedelijke distributie en stimuleren van fietsgebruik.
• Actieplan Luchtkwaliteit 2012-2015
•Uitvoeringsprogramma bij het nieuw op te stellen Beleidsplan milieu,
duurzaamheid en klimaat
STELLING
Prestatiedoelstelling 11
(Kompas p. 22)
STELLING
Nulmeting
STELLING
STELLING
Het aantal Schiedammers dat hinder ondervindt van verkeerslawaai is
gedaald naar 9.242 en tevens ondervinden 2.905 inwoners een hoorbare
vermindering van de geluidbelasting van 2dB, wat neerkomt op een
afname van het geluid van 40%.
Toelichting
In het Actieplan Geluid 2013-2017 is een berekening gemaakt van de
effecten van het toepassen van stillere wegdekken bij onderhoudsmomenten. Het effect op het aantal bewoners dat door stiller wegdek
een hoorbare vermindering van de geluidsbelasting ontvangt ligt rond
de 2.900. In 2014 worden de effecten en de kosten in beeld gebracht op
basis van de onderhoudscyclus van 20 jaar van onze gemeente. Aan de
hand van dit onderzoek wordt in 2014 een programma stiller wegdek bij
wegonderhoud vastgesteld. Daarin staat per jaar aangegeven wat de
meerkosten zijn voor het realiseren van stiller wegdek. Hiervoor zal in
2015 een begrotingvoorstel worden ingediend. Voor 2015 zullen de
meerkosten worden betaald uit het Actieplan Geluid.
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
35
Kaderstellende
beleidsnota’s
• Milieubeleidsplan 2009-2012
• Klimaatbeleidsplan 2009-2012
•Regionale Duurzaamheidsagenda
2013-2016 “Samen leidt tot meer”
In 2012 ondervinden 9.600 inwoners van Schiedam geluidhinder als
gevolg van wegverkeer.
Prestatie 2018
STELLING
STELLING
Het aantal Schiedammers dat hinder ondervindt van verkeerslawaai is eind 2017 gedaald.
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 11
• Actieplan Geluid 2013-2017
•Uitvoeringsprogramma bij het nieuw op te stellen Beleidsplan milieu,
duurzaamheid en klimaat
Prestatiedoelstelling 12
(Kompas p. 22)
Nulmeting
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
DOEL
13
DOEL
14
DOEL
15
Prestatie 2018
DOEL
STELLING
Toelichting
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 12
STELLING
Het aantal huishoudens/bedrijven dat duurzame energie
opwekt in de stad zal met minimaal 25% per jaar toenemen.
318 adressen met zonnepanelen (gegevens van de landelijke
klimaatmonitor).
1.000 adressen met zonnepanelen.
Vanuit de landelijke klimaatmonitor is bekend dat op dit moment 318
adressen in Schiedam zonnepanelen hebben geïnstalleerd. Door in de
komende jaren gericht acties uit te voeren, zoals deelname aan de actie
SamenZonneEnergie (de gemeente neemt voor de tweede keer deel),
het faciliteren van het SchiedamsEnergieCollectief in het realiseren van
zonnepanelen op (gemeentelijke) gemeenschappelijke gebouwen, acties
gericht op bedrijven, etc. wordt ernaar gestreefd om het aantal adressen
met zonnepanelen te verhogen met 25% per jaar. Dit gebeurt ter
ondersteuning van de doelstellingen van de gemeente om minimaal 20%
reductie van CO2-uitstoot te realiseren in 2020.
•Uitvoeringsprogramma bij het nieuw op te stellen Beleidsplan milieu,
duurzaamheid en klimaat
STELLING
Bestaand beleid
STELLING
Luchtkwaliteit
Er zal verder uitvoering worden gegeven aan
het Actieplan Luchtkwaliteit 2012-2015. In 2015
zal worden ingezet op een uitbreiding van de
oplaadinfrastructuur voor elektrische voertuigen.
Verder zal worden bekeken wat de oplossingsrichtingen kunnen zijn voor de bestaande
knelpunten bij de Oranjestraat en Vijfsluizen.
Tevens zal er een communicatietraject rond
luchtkwaliteit worden gestart.
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
36
Kaderstellende
beleidsnota’s
• Milieubeleidsplan 2009-2012
• Klimaatbeleidsplan 2009-2012
•Regionale Duurzaamheidsagenda
2013-2016 “Samen leidt tot meer”
Geluidhinder
Er zal uitvoering worden gegeven aan het
Actieplan Geluidhinder 2013-2017. In 2015
betekent dit dat zal worden voortgegaan met
de sanering van de A-lijstwoningen, ingezet zal
worden op het realiseren van stillere wegdekken
en overige vervoerswijzen, zoals het fietsgebruik,
zullen worden gestimuleerd.
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
DOEL
13
DOEL
14
DOEL
15
DOEL
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
37
Energieprogramma
en klimaatbeleid
Het Klimaatbeleidsplan 2009-2012 is verlopen.
In 2013 heeft de gemeente het Covenant of
Mayors ondertekend. Dit is een convenant
waarin Europese burgemeesters afspreken
om een meer ambitieuze doelstelling na te
streven dan de verlaging van de CO2-uitstoot
met 20% zoals de Europese Unie in zijn
algemeenheid voorstelt. Door ondertekening
van dit convenant heef de gemeente Schiedam
zich geconformeerd aan het opstellen van een
nieuw klimaatbeleidsplan met daarin concrete
maatregelen om deze doelstelling te halen.
Het opstellen van dit plan zal worden gestart
in 2014, maar het wordt vastgesteld in 2015.
Klimaatadaptatie zal ook deel uitmaken van
dit plan. In 2015 zal daarnaast nog de
uitvoering plaatsvinden van een tweede
zonnepanelenactie en zal een plan van aanpak
voor de energiebesparing bij de bestaande
bouw (zowel eigen gebouwen gemeente,
scholen en bedrijven, als woningen) worden
gemaakt. Ook zullen duurzame energieprojecten
(windenergie en zonne-energie) van inwoners/
bedrijven worden gestimuleerd en zo
mogelijk gefaciliteerd.
Milieubeleid
Het Milieubeleidsplan 2009-2012 is verlopen.
In 2014 zullen de resultaten van dit beleidsplan
worden geëvalueerd. Op basis van de
resultaten van de evaluatie en de nieuwe
ontwikkelingen zal er een duurzaamheidsprogramma worden gemaakt, dat in de plaats
komt van het milieubeleidsplan. Het klimaatbeleidsplan zal hier deel van uitmaken, maar
daarnaast ook als een zelfstandig document
leesbaar zijn. Dit duurzaamheidsprogramma
zal op interactieve wijze worden opgesteld,
waarbij ook de raad wordt betrokken. Het
proces van het opstellen van het duurzaamheidsprogramma start, zoals het er nu uitziet, in
oktober 2014.Vaststelling is voorzien in 2015.
Het principe van de circulaire economie zal
hierbij een uitgangspunt zijn.
In dit kader zal tevens aandacht worden
besteed aan het verduurzamen van de eigen
gemeentelijke organisatie.
Duurzamere
Stedelijke
Ontwikkeling
Kompas p. 17/18/19/22
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
DOEL
13
DOEL
14
DOEL
15
Prestatiedoelstelling 13
(Kompas p. 17/18)
Nulmeting
Prestatie 2018
DOEL
STELLING
Toelichting
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
38
Kaderstellende
beleidsnota’s
• Stadsvisie Schiedam 2030
•Visie Openbare Ruimte en de uitwerkingen
daarvan (Stadsassen en gebieden)
- Poldervaart - Ruimtelijk kader (98,2 MB)
- ’s-Gravelandseweg – Ruimtelijk kader
In 2018 is het indexcijfer voor Schiedam gelijk aan of gunstiger dan dat
van de Stadregio.
De WOZ (Wet waardering onroerende zaken) is de basis voor de
Onroerendzaakbelasting en wordt bijgehouden in de gemeentelijke
belastingadministratie. Een belangrijk aspect in de waarde van onroerend
goed is de kwaliteit van de omgeving in brede zin (fysiek en maatschappelijk).
In die zin is de WOZ-waarde te zien als een maat voor de aantrekkelijkheid
van het vastgoed in Schiedam en de marktcourantie. Afgezet tegen de
regionale trend geeft dit een indruk van de positionering van Schiedam
op de regionale markt. Een hogere kwaliteit zou zichtbaar moeten
zijn in een hogere stijging, of mindere daling ten opzichte van het
regionale gemiddelde.
Als nulpunt wordt de WOZ-waarde van het onroerend goed over 2014 in
kaart gebracht. Vervolgens wordt jaarlijks in kaart gebracht hoe deze
waarde zich ontwikkelt binnen Schiedam en ten opzichte van het
gemiddelde in de Stadsregio Rotterdam.
Deze waardeontwikkeling geeft inzicht in de waardering van Schiedammers
met betrekking tot hun vastgoed en hoe de omgeving zich ontwikkelt in
vergelijking met de omliggende gemeenten. Samen met andere indicatoren
geeft dit een beeld van de stijging (of daling) van de kwaliteit.
(72,4 MB)
- Stadsassen – Dijk –
Ruimtelijke randvoorwaarden (90,7 MB)
- West – Nota openbare ruimte (82,9 MB)
•Groen-Blauwe Structuurvisie (nog in
besluitvorming)
•Bestemmingsplannen
(voor alle stadsdelen)
•Ontwikkelingsvisie voor de Binnenstad
“Stad aan de Schie”
•Diverse beleidskaders van andere
overheden (o.a. Visie Ruimte en
Mobiliteit provincie Zuid-Holland, Nota
Infrastructuur en Ruimte rijksoverheid)
De gemiddelde WOZ-waarde in 2014 is uitgangspunt
(WOZ-waarde 2014 = index 100).
De gemiddelde WOZ-waarde in Schiedam heeft zich de afgelopen
jaren ongunstiger ontwikkeld dan in de Stadsregio. Zo is er in Schiedam
sprake van een daling 12,3% ten opzichte van 2010. In de Stadsregio is
dat 11,2%.
STELLING
STELLING
Ontwikkeling van de gemiddelde WOZ-waarde in Schiedam ten
opzichte van het regionale gemiddelde.
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 13
•De uitvoering van de Stadsvisie Schiedam 2030 is vertaald in een
groot aantal projecten en in het Kompas 2014-2018: Samen Schiedam
Vernieuwen’
•Uitvoeringsprogramma Groen-Blauwe Structuurvisie (op te stellen
najaar 2014/voorjaar 2015)
Prestatiedoelstelling 14
(Kompas p. 19)
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
DOEL
13
DOEL
14
DOEL
15
DOEL
Nulmeting
Wordt nader bepaald.
Prestatie 2018
Wordt nader bepaald.
Toelichting
STELLING
STELLING
STELLING
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 14
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
39
Kaderstellende
beleidsnota’s
• Stadsvisie Schiedam 2030
•Visie Openbare Ruimte en de uitwerkingen
daarvan (Stadsassen en gebieden)
- Poldervaart - Ruimtelijk kader (98,2 MB)
- ’s-Gravelandseweg – Ruimtelijk kader
(72,4 MB)
- Stadsassen – Dijk –
Ruimtelijke randvoorwaarden (90,7 MB)
- West – Nota openbare ruimte (82,9 MB)
•Groen-Blauwe Structuurvisie (nog in
besluitvorming)
•Bestemmingsplannen
(voor alle stadsdelen)
•Ontwikkelingsvisie voor de Binnenstad
“Stad aan de Schie”
•Diverse beleidskaders van andere
overheden (o.a. Visie Ruimte en
Mobiliteit provincie Zuid-Holland, Nota
Infrastructuur en Ruimte rijksoverheid)
Ontwikkeling van de grondwaarde (erfpachtinkomsten) ten
opzichte van het regionale gemiddelde.
De WOZ-waarde wordt bepaald voor woningen en commercieel vastgoed.
Voor bedrijventerreinen geeft dit een beperkt beeld. Door ook de
ontwikkeling in de grondwaarde (erfpachtinkomsten) bij te houden, wordt
een indruk gegeven van de aantrekkelijkheid van de bedrijventerreinen
in Schiedam.
Erfpachten worden geheven aan de hand van de grondwaarde. Met enige
regelmaat worden de grondwaarden opnieuw geïndexeerd.
•De uitvoering van de Stadsvisie Schiedam 2030 is vertaald in een
groot aantal projecten en in het ‘Kompas 2014-2018: Samen Schiedam
Vernieuwen’
•Uitvoeringsprogramma Groen-Blauwe Structuurvisie (op te stellen
najaar 2014/voorjaar 2015)
Prestatiedoelstelling 15
(Kompas p. 21/22)
Nulmeting
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
DOEL
13
DOEL
14
DOEL
15
Prestatie 2018
DOEL
Toelichting
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
40
Wordt nader bepaald (zie toelichting).
Wordt nader bepaald.
In de jaarlijkse monitor voor de leefbaarheid en veiligheid in Schiedam wordt
het oordeel van de Schiedammers over hun stad bijgehouden. In samenwerking met de afdeling Onderzoek & Statistiek wordt in de komende tijd
een indicator ontwikkeld voor de kwaliteit van de onderdelen van de stad
(woonwijken, bedrijventerreinen, binnenstad en groen- en recreatiegebieden).
Verder wordt een instrument ontwikkeld om de kwaliteitsverbetering van
vernieuwingsprojecten in de openbare ruimte of in bredere zin in
stedelijke vernieuwingsgebieden te meten. Omwonenden/ betrokkenen
zullen worden ondervraagd, voorafgaand aan én na uitvoering van grote
projecten, over de kwaliteit, gebruiksmogelijkheden en belevingswaarde
van de omgeving. Uitgangspunt is dat de waardering moet zijn gestegen
na de ruimtelijke ingrepen.
STELLING
STELLING
Waardering van de kwaliteit van de woonwijken/
bedrijventerreinen/binnenstad/groen- en recreatiegebieden.
Kaderstellende
beleidsnota’s
• Stadsvisie Schiedam 2030
•Visie Openbare Ruimte en de uitwerkingen
daarvan (Stadsassen en gebieden)
- Poldervaart - Ruimtelijk kader (98,2 MB)
- ’s-Gravelandseweg – Ruimtelijk kader
(72,4 MB)
- Stadsassen – Dijk –
Ruimtelijke randvoorwaarden (90,7 MB)
- West – Nota openbare ruimte (82,9 MB)
•Groen-Blauwe Structuurvisie (nog in
besluitvorming)
•Bestemmingsplannen
(voor alle stadsdelen)
•Ontwikkelingsvisie voor de Binnenstad
“Stad aan de Schie”
•Diverse beleidskaders van andere
overheden (o.a. Visie Ruimte en
Mobiliteit provincie Zuid-Holland, Nota
Infrastructuur en Ruimte rijksoverheid)
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 15
•De uitvoering van de Stadsvisie Schiedam 2030 is vertaald in een
groot aantal projecten en in het ‘Kompas 2014-2018: Samen Schiedam
Vernieuwen’
•Uitvoeringsprogramma Groen-Blauwe Structuurvisie (op te stellen
najaar 2014/voorjaar 2015)
Bestaand beleid
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
DOEL
13
DOEL
14
DOEL
15
DOEL
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
41
Ruimtelijke ontwikkeling
Onder Ruimtelijke ontwikkeling vallen alle
beleidsvelden en bredere integrale
visieprojecten. Concreet zijn de belangrijkste
producten in 2015:
• Opstellen Uitvoeringsprogramma
Groenblauwe Structuurvisie;
• Update Stadsvisie Schiedam 2030;
•Actualisatie bestemmingsplannen en
bijbehorende beeldkwaliteitsstrategie
(Groenoord, Nieuwland, Spaanse Polder /
’s-Graveland);
• Ruimtelijke kwaliteitskaders stadsassen;
•Herijking regionale samenwerking t.g.v.
metropoolregio en verdwijnen stadsregio.
Planontwikkeling
In het kader van de planvoorbereiding en
in concrete projecten worden beleidskaders
nader gedetailleerd en gebiedsvisies en
-strategieën opgesteld. Concreet zijn de
belangrijkste beleidsvelden in 2015 gewerkt aan:
• Integrale ontwikkelingsvisie Oost
• Integrale ontwikkelingsvisie West
•Uitwerking van de Ontwikkelingsvisie voor
de Binnenstad ‘Stad aan de Schie’ in kaders
en strategieën voor deelprojecten, waaronder
Westmolenkwartier, De Plus aan de Lange
Haven, kaders voor tijdelijke initiatieven
zoals ontwikkeling Gat van Bolmers.
Uitwerking van de ontwikkelingsvisie
binnenstad is als kans benoemd in
de zomernota en hiervoor zijn
middelen gereserveerd.
Wat gaat het kosten?
Ruimtelijke Inrichting in Samenhang
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
DOEL
13
DOEL
14
DOEL
15
DOEL
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
42
(bedragen x € 1.000,-)
Productomschrijving
Jaarstukken 2013
Begroting 2014 na wijziging
Begroting 2015
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
602
-11.293
-10.691
1.078
-13.579
-12.500
807
-12.360
-11.553
39
-1.666
-1.627
10
-1.064
-1.054
0
0
0
229
-189
40
0
-117
-117
0
-128
-128
0
-1.988
-1.988
0
-2.178
-2.178
0
-1.807
-1.807
397
-3.910
-3.512
1.300
-6.020
-4.720
0
-3.525
-3.525
Parkeren
2.378
-1.084
1.294
2.556
-685
1.871
2.556
-827
1.729
Havens
1.145
-1.867
-722
975
-3.540
-2.564
976
-3.181
-2.205
51
-991
-940
51
-1.068
-1.017
51
-758
-707
101
-5.088
-4.987
100
-5.520
-5.420
0
-4.180
-4.180
0
-97
-97
0
0
0
0
0
0
71
-8.729
-8.658
75
-9.214
-9.139
110
-9.074
-8.964
10.535
0
10.535
10.814
0
10.814
10.645
0
10.645
203
-6.102
-5.899
0
-7.836
-7.836
0
-7.273
-7.273
8.344
0
8.344
8.415
0
8.415
8.736
0
8.736
653
-2.928
-2.275
750
-2.768
-2.018
751
-3.172
-2.421
0
-1.185
-1.185
0
-767
-767
0
-1.105
-1.105
2.610
-4.253
-1.642
2.185
-3.879
-1.694
2.017
-3.111
-1.094
Volkshuisvesting ISVprogramma
0
-22
-22
0
0
0
0
0
0
Geluidshinder
0
-146
-146
0
-158
-158
0
-132
-132
130
-2.186
-2.056
104
-1.778
-1.675
104
-1.863
-1.759
Beheer openbare ruimte
Verkeer
Openbaar vervoer
Ruimtelijke ontwikkeling
Planontwikkeling
Waterbeheer
Natuur- en groenbeheer
Milieu
Afvalbeheer
Afvalheffingen
Rioleringbeheer
Riolering heffingen
Bouw- en woningtoezicht
Stadsvernieuwing
Volkshuisvesting
Milieubeheer
(bedragen x € 1.000,-)
Productomschrijving
Milieubeleid
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
DOEL
13
DOEL
14
DOEL
15
DOEL
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
43
Totaal
Mutaties reserves
Geraamd resultaat
Jaarstukken 2013
Begroting 2014 na wijziging
Begroting 2015
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
180
-503
-323
0
-304
-304
0
-267
-267
27.670
-54.226
-26.556
28.413
-60.475
-32.062
26.753
-52.763
-26.010
10.388
-12.550
-2.161
17.601
-11.227
6.374
10.193
-9.781
411
38.058
-66.776
-28.718
46.014
-71.702
-25.688
36.946
- 62.544
-25.598
Programma Economie in ontwikkeling
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
DOEL
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
44
Inleiding
De ontwikkeling van de Schiedamse stadseconomie kent een wisselend beeld. Grote
internationaal opererende Schiedamse bedrijven
zoals Nolet, Mammoet, Damen, Huisman,
HSM, SBM, Jumbo Maritime, Gusto en Orga
draaien onverminderd goed en zijn, tegen de
economische tegenwind in, in staat grote orders
binnen te halen, wat bovendien een belangrijk
positief effect heeft op lokale en regionale toeleveranciers en onderaannemers. Daarnaast
ontstaat voorzichtig meer marktinteresse voor
Schieveste, zowel door eindgebruikers als
tijdelijke initiatieven. Winkeliers in de Schiedamse
binnenstad hebben het daarentegen erg zwaar
door teruglopende bezoekersaantallen en het
wijzigende winkellandschap. Op het vlak van
cultuur, evenementen, toerisme en recreatie
heeft Schiedam onverminderd veel te bieden,
wat bij de benodigde verbetering van het
imago van de stad uitgenut kan en moet worden.
Al met al ontwikkelingen, uitdagingen en kansen
waar de gemeente op wil inspelen.
Het programma Economie in ontwikkeling
beschrijft de economische, stadspromotionele/
toeristische en culturele ontwikkeling van de
stad. Het doel is het vergroten van de sociaaleconomische vitaliteit en concurrentiekracht
van de stad. Zowel de versterking van het
vestigingsklimaat in brede zin en daarmee van
de werkgelegenheid als de verbetering van het
imago van de stad binnen de domeinen wonen,
werken en recreëren en de vergroting van
de aantrekkingskracht van de (binnen)stad in
cultureel-toeristisch opzicht zijn hierbij de
afgeleide doelstellingen.
De Zomernota 2015 richt zich op het benutten
van directe kansen voor de ontwikkeling van
Schiedam. In samenhang met het Beleidsakkoord 2014-2018 worden deze kansen voorzien
van middelen en concreet uitgewerkt langs
twee lijnen:
1. economische ontwikkeling en stadspromotie;
2. mens en stad in beweging.
Het raadsprogramma Economie in ontwikkeling
omvat, behalve een ER-doel ten aanzien van
cultuurbeleving, ook ER-doelen en prestatiedoelstellingen met betrekking tot een drietal
prominente kansen uit de lijn Economische
ontwikkeling en stadspromotie en van één kans
uit de lijn Mens en stad in beweging, te weten:
a.het verbeteren van het ondernemersklimaat;
b.het uitvoeren Ontwikkelingsvisie Binnenstad
(en versterking economie binnenstad);
c.het ontwikkelen en implemteren van stadspromotie;
d.het aansluiten van onderwijs en arbeidsmarkt.
Nadrukkelijk is ervoor gekozen in de
economische ontwikkeling van de stad en
de revitalisering van de binnenstad te blijven
investeren. Met (acties gericht op) een goed
vestigingsbeleid en -klimaat, gerichte acquisitie,
een meer ondernemersvriendelijke/faciliterende
aanpak en de verbetering van de match tussen
arbeidsmarkt en onderwijs wordt ingezet op
behoud van gevestigde ondernemingen en
het aantrekken van nieuwe ondernemers. Het
unique selling point van Schiedam in de regio,
de aanwezigheid van het havenindustrieel
cluster en de industriële (high tech) maakindustrie, krijgt hierbij speciale aandacht.
De revitalisering van de binnenstad, waaronder
de aanpak van leegstand, krijgt onverminderd
hoge prioriteit in het programma. Hier liggen
belangrijke ontwikkelkansen, die bovendien
een versterkend effect (kunnen) hebben op
de gehele stad. De binnenstad beschikt over
een aantal bijzondere kenmerken, op basis
waarvan een groot deel van de identiteit van
de stad Schiedam wordt gevormd. Vanuit deze
identiteit wordt verder gewerkt aan de versterking
van het imago van de stad met het oog op
grotere bekendheid, waardering en binding
van bezoekers, bewoners en bedrijven.
Verdeling budgetten ER-doelen
Economie in ontwikkeling
Binnen het totale budget (€ 45,8 miljoen)
voor Economie in ontwikkeling zijn de
middelen, voor de producten die bijdragen
aan de ER-doelen, per ER-doel verdeeld.
De verdeling betreft het totale budget.
In de Begroting 2015 is voor het programma
Economie in ontwikkeling € 100.000
opgenomen voor initiatieven uit de stad.
De extra inzet is niet direct aan één ER-doel
te relateren en daarom niet vermeld bij
Effect Zomernota 2015.
Economie in ontwikkeling
Totaal budget: € 45,8 miljoen
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
DOEL
ER-DOELEN
STELLING
Sterker vestigingsklimaat
Sterker imago van Schiedam
Vitalere Binnenstad
Meer cultuurbeleving
STELLING
Budget: € 38,0 miljoen
Budget: € 2,0 miljoen
Budget: € 1,3 miljoen
Budget: € 4,5 miljoen
€ 100.000
€ 462.000
€ 0
4.Het percentage Schiedammers
dat een positief oordeel
over een bezoek aan de
binnenstad stijgt in 2018 naar
35% (september 2013: 30%).
5.Tussen 2015 en 2019 moet het
aandeel Nederlanders dat een
(positief) beeld heeft bij de stad
Schiedam met 15% stijgen.
6.Een toename van de binding
van het zittende bedrijfsleven
aan de (binnen)stad van
Schiedam. Op basis een
nulmeting in 2015 wordt de
groeiontwikkeling bepaald.
7.5% minder (winkel)leegstand
in 2018.
8.6% meer mensen in de
binnenstad in 2018.
9.Omkeren van de dalende trend
van de kooporiëntatie van
Schiedammers op de binnenstad;
op basis een nulmeting in 2015
wordt de actuele kooporiëntatie
bepaald.
10.De gemiddelde bekendheid
van de gesubsidieerde culturele
instellingen in de binnenstad
bedraagt in 2018 minimaal 85%
(nu 77%).
11.Het behouden van de
gemiddelde waardering (cijfer
7,8) van de gesubsidieerde
culturele instellingen in de
binnenstad.
12.Gesubsidieerde instellingen
hebben gemiddeld een eigen
inkomstennorm van 17,5%.
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
45
effect Zomernota
€ 100.000
PRESTATIEdoelstelling
1.Toename van werkgelegenheid
uitgedrukt in aantal arbeidsplaatsen per bedrijventerein
als gevolg van het behoud en
aantrekken van (hoogwaardige)
bedrijvigheid, gronduitgifte en
herstructurering.
2. Het vergroten van de waardering
door ondernemers van Schiedam
en van de afzonderlijke bedrijventerreinen als vestigingsplaats;
het verbeteren van de positionering van de bedrijventerreinen
op de regionale markt en de
toekomstbestendigheid van
bedrijfsvastgoed.
3. Verbeteren van de regionale
en lokale aansluiting tussen
arbeidsmarkt en onderwijs.
Sterker
vestigingsklimaat
Kompas p.23/27/28
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
DOEL
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
46
Kaderstellende
beleidsnota’s
• Nota bedrijventerreinen
• Actualisatie Masterplan Schieveste
•Masterplan herstructurering
Nieuw-Mathenesse
•Beeldkwaliteitsstrategie Spaanse Polder
en ’s-Graveland Zuid
• Detailhandelsnota 2012-2020
• Nota Horecabeleid
• Nota Wijkeconomie 2009-2015
• Nota Grondbeleid 2010-2014
• Meerjarenprogramma grondexploitaties
• Erfpachtbeleid
• Verbeterplan vastgoed
Hoofdopgave 6 van de Stadsvisie
Schiedam 2030 betreft de stedelijke economische
ontwikkeling en luidt: ‘Voortzetting van
diversificatie van werkgelegenheid, innovatie
en vernieuwing van de lokale economie en
behoud van koopkracht’. Een belangrijk
economisch beleidsdoel is het scheppen van
een sterk vestigingsklimaat, waarbinnen
bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties
kunnen komen tot een duurzame economische
ontwikkeling van Schiedam. Een sterk vestigingsklimaat levert een belangrijke bijdrage aan de
realisatie van een sociale, veilige en vitale
stad, onder meer door het behouden en creëren
van werkgelegenheid. De aanwezigheid van
bedrijven zorgt voor het mede in stand houden
van een koopkrachtige bevolking, die het
noodzakelijke draagvlak vormt voor de
voorzieningen van de stad.
De drie onderwerpen Ondernemingsklimaat,
Bedrijventerreinen en Onderwijs en
arbeidsmarkt uit het Kompas 2014-2018
‘Samen Schiedam vernieuwen’ dragen alle bij
aan een sterker vestigingsklimaat. De ambities
hierbij zijn respectievelijk:
•Ondernemingsklimaat: een goed
ondernemingsklimaat passend bij
ambitieuze ondernemers;
•Bedrijventerreinen: bedrijventerreinen
zijn hoogwaardig, duurzaam en op de
toekomst toegesneden;
•Onderwijs en arbeidsmarkt: voldoende
gekwalificeerd personeel is beschikbaar.
Deze ambities worden aan de hand van de
volgende concrete prestatiedoelstellingen
gekwantificeerd en gemonitord.
Prestatiedoelstelling 1
(Kompas p. 23/27)
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
DOEL
STELLING
STELLING
Nulmeting
16.991 arbeidsplaatsen.
Prestatie 2018
18.208 arbeidsplaatsen.
Toelichting
STELLING
Nieuw-Mathenesse
STELLING
Spaanse Polder/
’s-Graveland
Kethelvaart
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
47
Schieveste
Wilhelminahaven/
Wiltonhaven
Vijfsluizen
STELLING
STELLING
Toename van werkgelegenheid uitgedrukt in aantal arbeidsplaatsen per bedrijventerein als gevolg van het behoud en
aantrekken van (hoogwaardige) bedrijvigheid, gronduitgifte
en herstructurering (in absolute aantallen arbeidsplaatsen
per bedrijventerrein, die passen binnen de profilering van
het desbetreffende terrein).
Kaderstellende
beleidsnota’s
• Nota bedrijventerreinen
• Actualisatie Masterplan Schieveste
•Masterplan herstructurering
Nieuw-Mathenesse
•Beeldkwaliteitsstrategie Spaanse Polder
en ’s-Graveland Zuid
• Detailhandelsnota 2012-2020
• Nota Horecabeleid
• Nota Wijkeconomie 2009-2015
• Nota Grondbeleid 2010-2014
• Meerjarenprogramma grondexploitaties
• Erfpachtbeleid
• Verbeterplan vastgoed
• Start notie onderwijs/arbeidsmarkt 2014
van 845 naar 1.445 arbeidsplaatsen (uitgifte grond);
(hoogwaardig) kantoor
van 2.950 naar 3.015 arbeidsplaatsen (uitbreiding
gevestigde bedrijven); maritiem/offshore
van 3.819 naar 3.934 arbeidsplaatsen (invulling
enkele leegstaande panden, uitgifte resterende
kavels); maritieme dienstverlening en MKB
van 1.131 naar 1.226 arbeidsplaatsen ((her-)uitgifte
bedrijfsgronden, ca. 0,5 ha per jaar); versterking
jenevercluster en/of MKB
van 7.676 naar 8.418 arbeidsplaatsen ((her-)uitgifte
bedrijfsgronden, ca. 0,5 ha per jaar); maakindustrie
van 162 naar 170 arbeidsplaatsen (invulling thans
leegstaande bedrijfspanden); MKB/gemengd
Uitgaande van diverse masterplannen, grondexploitaties en uitvoeringsprogramma’s voor de bedrijventerreinen, kan voor de komende vier jaar
worden geraamd hoeveel grond zal worden (her-)uitgegeven en hoeveel
hectares bedrijventerrein zullen worden geherstructureerd. Hiermee kan
inzichtelijk worden gemaakt hoeveel arbeidsplaatsen kunnen worden
gerealiseerd. Realisatie van arbeidsplaatsen, ofwel het creëren van werkgelegenheid, is het voornaamste kwantitatieve doel van alle inspanningen
op het gebied van economische ontwikkeling. Om hier ook een kwalitatief
oordeel over te kunnen geven, worden alleen de binnen de profilering van het
bedrijventerrein ‘passende’ toegevoegde arbeidsplaatsen meegenomen in
de prestatiedoelstelling. Afgeleide werkgelegenheid wordt (vooralsnog)
niet meegerekend.
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 1
• Het nog vast te stellen uitvoeringsprogramma economie
Prestatiedoelstelling 2
(Kompas p. 23/27)
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
Nulmeting
DOEL
STELLING
Prestatie 2018
Toelichting
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
48
Kaderstellende
beleidsnota’s
• Nota bedrijventerreinen
• Actualisatie Masterplan Schieveste
•Masterplan herstructurering
Nieuw-Mathenesse
•Beeldkwaliteitsstrategie Spaanse Polder
en ’s-Graveland Zuid
• Detailhandelsnota 2012-2020
• Nota Horecabeleid
• Nota Wijkeconomie 2009-2015
• Nota Grondbeleid 2010-2014
• Meerjarenprogramma grondexploitaties
• Erfpachtbeleid
• Verbeterplan vastgoed
Nog uit te voeren.
Afhankelijk van nulmeting.
De aantrekkelijkheid van de vestigingslocatie voor ondernemers is een
belangrijke, graadmeter voor het economische vestigingsklimaat. In de
waardering van de vestigingslocatie door ondernemers wordt een breed
scala aan vestigingsfactoren tot uiting gebracht: bereikbaarheid, kwaliteit
openbare ruimte, aanwezigheid gekwalificeerd personeel, woonklimaat,
faciliteiten, aanwezigheid onder/toeleveranciers, gemeentelijke dienstverlening etc. Jaarlijks zal daarom een onderzoek worden uitgevoerd
onder Schiedamse ondernemers. In 2014 wordt met behulp van een enquête
een nulmeting uitgevoerd om de wenselijke stijging te kunnen bepalen.
Bovendien zal de grondwaardeontwikkeling op de bedrijventerreinen worden
gemonitord, waarbij een nog nader te bepalen stijging ten opzichte van
de regionale waardeontwikkeling wordt nagestreefd. Met het oog op een
toekomstbestendige economische ontwikkeling beoogt de gemeente
duurzaamheid en toekomstvastheid van de bedrijven-terreinen en het
bedrijfsvastgoed. In aansluiting op de vraag uit de markt wordt ingezet
op een robuuste kwaliteit en zorgvuldig ruimtegebruik, waarbinnen
bedrijfsvastgoed zich flexibel kan ontwikkelen aan de nieuwe vraag in de
toekomst. Daarbij zijn de profielen van de afzonderlijke terreinen leidend
in de (te realiseren) ruimtelijk-functionele kwaliteit van het openbaar
gebied en de infrastructuur.
STELLING
STELLING
Het vergroten van de waardering door ondernemers van Schiedam en van de afzonderlijke bedrijventerreinen als vestigingsplaats; het verbeteren van de positionering van de bedrijventerreinen op de regionale markt en de toekomstbestendigheid
van bedrijfsvastgoed.
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 2
• Het nog vast te stellen uitvoeringsprogramma economie
Prestatiedoelstelling 3
(Kompas p. 28)
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
Nulmeting
DOEL
Prestatie 2018
STELLING
Toelichting
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
49
Nog uit te voeren.
Afhankelijk van nulmeting.
Er is sprake van een discrepantie tussen de scholing van de regionale en
lokale beroepsbevolking en de wensen van het bedrijfsleven. Vanwege
de grote behoefte aan passend geschoold personeel vanuit met name de
technische branches en de voorgenomen gemeentelijke en regionale inzet
op verbetering van de match tussen onderwijs en arbeidsmarkt, wordt
deze match als aparte prestatiedoelstelling opgevoerd, hoewel deze als
vestigingsfactor ook al in prestatiedoelstelling 2 wordt meegewogen. Aan
de hand van ondernemerswaardering wordt de verbetering gemeten van
de aansluiting tussen ondernemerswensen en curricula/regionaal aanwezige
kennis en vaardigheden van personeel. In 2014 wordt een nulmeting
uitgevoerd om de wenselijke stijging te kunnen bepalen.
Opmerking: De match onderwijs-arbeidsmarkt wordt hier benaderd vanuit
ondernemersperspectief en sluit aan op het perspectief van sociale
stijging (onderwijsdoelstellingen) uit het programma Mens en stad in
beweging.
STELLING
STELLING
Verbeteren van de regionale en lokale aansluiting tussen
arbeidsmarkt en onderwijs; verhoging van door ondernemers
gegeven waardering voor het (regionaal) kunnen vinden en
verkrijgen van passend geschoold personeel.
Kaderstellende
beleidsnota’s
• Nota bedrijventerreinen
• Actualisatie Masterplan Schieveste
•Masterplan herstructurering
Nieuw-Mathenesse
•Beeldkwaliteitsstrategie Spaanse Polder
en ’s-Graveland Zuid
• Detailhandelsnota 2012-2020
• Nota Horecabeleid
• Nota Wijkeconomie 2009-2015
• Nota Grondbeleid 2010-2014
• Meerjarenprogramma grondexploitaties
• Erfpachtbeleid
• Verbeterplan vastgoed
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 3
• Uitvoering startnotitie onderwijs arbeidsmarkt 2014
• Het nog vast te stellen uitvoeringsprogramma economie
Bestaand beleid
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
DOEL
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
50
Economische zaken
Het beleid voor het stimuleren van de economie
van Schiedam is onder meer verwoord in de
Nota Bedrijventerreinen, de Detailhandelsnota
en de nota Wijkeconomie. Behalve de
genoemde onderdelen worden hier in financiële
zin het ondernemersfonds Binnenstad en
Ondernemersfonds Vijfsluizen verantwoord.
Grondzaken
Binnen dit product zijn de bouwgrondexploitaties,
beheer van vastgoed en erfpacht verantwoord.
De bouwgrondexploitaties worden jaarlijks
verantwoord in het Meerjarenperspectief
Grondexploitaties en zijn in de begroting
budgettair neutraal verantwoord. Het
verbeterplan Vastgoed is in financiële zin in de
begroting opgenomen. Daarnaast zijn de kosten
en inkomsten van het onderdeel erfpacht in de
begroting opgenomen.
Geo-informatie
Dit onderdeel betreft onder meer het beheer
van de Grootschalige Basiskaart Schiedam,
het beheer en onderhoud van een netwerk van
grondslagpunten en van hoogtemerken en het
op klantgerichte wijze leveren van vastgoedinformatie aan interne en externe klanten.
Sterker imago van
Schiedam
Kompas p. 24/25/23
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
DOEL
STELLING
STELLING
STELLING
Hoofdopgave 9 van de Stadsvisie Schiedam
2030 luidt: ´Verder versterken van het imago´.
De basis om het imago van de stad te versterken
is gelegen in de identiteit van de stad. Hieruit
zijn de kernwaarden ‘authentiek, levendig en
vernieuwend’ benoemd. Deze achterliggende
kernwaarden worden gebruikt om het merk
Schiedam te laden en Schiedam te positioneren
met het oog op de doelgroepen bewoners,
bedrijven en bezoekers. Hiertoe wordt een
stadspromotiecampagne uitgewerkt,
gebaseerd op een heldere visie en focus
op specifieke doelgroepen.
STELLING
STELLING
Prestatiedoelstelling 4
(Kompas p. 24/25)
STELLING
STELLING
STELLING
Prestatie 2018
Postief oordeel over binnenstad: 35%
Toelichting
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 4
§ €
51
Kaderstellende
beleidsnota’s
• Evenementennota 2012-2016
• Hotelbeleid Schiedam
•Nota Toerisme 2005-2009/
Toerismebrief 2009
Het percentage Schiedammers dat een positief oordeel
over een bezoek aan de binnenstad stijgt in 2018 naar 35%
(september 2013: 30%).
Postief oordeel over binnenstad: 30%
STELLING
STELLING
Het beïnvloeden van het imago van de stad
vraagt een langetermijninvestering. Dit
betekent dat aan de uitgewerking van de visie
een groot aantal jaren een groot belang wordt
toegekend. De effecten zijn pas op langere
termijn (10 jaar) te verwachten. Het uiteindelijke
resultaat is een grotere naamsbekendheid van
de stad met als gevolg meer levendigheid en
derhalve ook meer (toeristische) bezoekers
in de stad.
Nulmeting
STELLING
STELLING
Naast het opzetten van een campagne is het
van belang ook in de beleidsontwikkeling
nadrukkelijk aan te haken op de kernwaarden.
Dat vraagt inzet vanuit de gehele organisatie
en sturing vanuit andere beleidsvelden dan
alleen vanuit Toerisme/Stadspromotie.
Een sterk merk ontwikkelt zich in 3 fasen: bekendheid, waardering, binding.
Uit onderzoek blijkt dat de waardering van de Schiedammer voor de eigen
stad te wensen overlaat. Voor bewoners wordt daarom ingezet om de
waardering van de eigen stad te vergroten en hen ambassadeur te maken
voor de stad.
• Nog te ontwikkelen stadsprogramma stadspromotie
Prestatiedoelstelling 5
(Kompas p. 24/25)
Nulmeting
Prestatie 2018
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
DOEL
Toelichting
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 5
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
52
Kaderstellende
beleidsnota’s
• Evenementennota 2012-2016
• Hotelbeleid Schiedam
•Nota Toerisme 2005-2009/
Toerismebrief 2009
Tussen 2015 en 2019 moet het aandeel Nederlanders dat een
(positief) beeld heeft bij de stad Schiedam met 15% stijgen.
Uit te voeren in 2015.
Afhankelijk van nulmeting.
Schiedam blijkt voor veel Nederlanders nog erg onbekend (geen imago).
Uit het toeristisch imago-onderzoek uit 2006/2010 van LAgroup blijkt
60% van de niet-bezoekers geen beeld te hebben bij Schiedam. Richting
de toeristische bezoeker bevindt Schiedam zich nog in fase 1 van de
ontwikkeling naar een sterk merk. Er wordt de komende vijf jaar dan ook
ingezet op het verkrijgen van naamsbekendheid. De huidig bekende
cijfers zijn gebaseerd op bovengenoemd onderzoek. Het is onduidelijk of
dit onderzoek een vervolg krijgt. Sinds enkele jaren vind tweejaarlijks het
onderzoek ‘Steden & Streken Merken onderzoek’ van Beerda Consultancy
plaats. In januari 2015 zal Schiedam hieraan voor het eerst deelnemen.
De resultaten hiervan worden als nulmeting genomen, waarna vervolgens
om de twee jaar een effectmeting plaatsvindt.
• Ontwikkeling uitvoeringsprogramma stadspromtie
Prestatiedoelstelling 6
(Kompas p. 24/25/23)
Nulmeting
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
Prestatie 2018
DOEL
Toelichting
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 6
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
53
Uit te voeren in 2015.
Ahankelijk van nulmeting.
Schiedam is van oudsher een werk- en maakstad met onder meer
toonaangevende bedrijven en instellingen in de offshore en maritieme
industrie, de topsector high tech-systemen en -materialen en de jeneverindustrie. Vertegenwoordigers van deze bedrijven waarderen Schiedam
als vestigingsplaats, maar de (emotionele) binding met de stad ontbreekt
nog vaak. De stadspromotiestrategie voor het bedrijfsleven gericht op het
versterken van de binding met de stad (ambassadeurschap), zodat hun
medewerkers meer gebruik gaan maken van de voorzieningen in de stad
en Schiedam presenteren als prettige vestigingsplaats.
Een onderzoek onder bedrijven over waardering, vestigingsklimaat en
binding met de stad zal door team Onderzoek & Statistiek van de
gemeente Schiedam worden opgezet. De nulmeting vindt plaats in 2015.
• Het nog vast te stellen uitvoeringsprogramma economie (waaronder
versterken relatiebeheer)
Bestaand beleid
STELLING
STELLING
Een toename van de binding van het zittende bedrijfsleven aan
de (binnen)stad van Schiedam. Op basis een nulmeting in 2015
wordt de groeiontwikkeling bepaald.
Kaderstellende
beleidsnota’s
• Evenementennota 2012-2016
• Hotelbeleid Schiedam
•Nota Toerisme 2005-2009/
Toerismebrief 2009
Toerisme
Het beleid bevordering toerisme is gericht op
het stimuleren van de groei van individueel
dagbezoek, een toename van het bezoek over
water en de trendmatige groei van groepsbezoek. Activiteiten die dit beleid ondersteunen
kunnen uit dit budget worden bekostigd.
Daarnaast worden hieruit subsidies verstrekt aan
onder meer de Stichting Promotie Schiedam en
de Stichting Rondvaarten Schiedam en vallen
de bijdragen aan buitenstedelijke recreatie,
zijnde de jaarlijkse bijdragen aan het Recreatieschap Midden Delfland en het Koepelschap
Buitenstedelijk Groen hieronder. Jaarlijks wordt
bovendien een deel van het budget ingezet
voor het themajaar en worden twee imagoversterkende evenementen uit dit budget bekostigd.
Recreatie
Dit betreft het beschikbaar en toegankelijk
hebben van jachthavens en het beheren en
exploiteren van de Florynhaven (passantenhaven
aan Doeleplein).
Evenementen
Het evenementenbeleid is gericht op het
versterken van het imago van de stad en het
verlevendigen van de binnenstad door het
faciliteren van evenementen die aansluiten bij de
identiteit van de stad. Het budget wordt ingezet
voor het subsidiëren van imagoversterkende
en vitaliserende evenementen in de stad.
Vitalere
Binnenstad
Kompas p. 25
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
DOEL
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
Versterking van de binnenstad gaat niet
vanzelf en daarom is ruim twee jaar geleden
een nieuwe ontwikkelingsvisie voor de
binnenstad gemaakt. Op 28 juni 2012 heeft de
gemeenteraad van Schiedam deze
ontwikkelingsvisie vastgesteld.
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
54
Het college ambieert een ‘bruisende en
levendige binnenstad’, zoals dat is verwoord
in het Kompas 2014-2018. Het revitaliseren
van onze historische binnenstad staat niet op
zichzelf. Met het vaststellen van de Stadsvisie
Schiedam 2030 is onderkend dat het realiseren
van hoofdopgave 2 (‘Versterking van de
binnenstad gekoppeld aan een offensieve
en onorthodoxe aanpak van leegstand in de
Hoogstraat’) ook een grote bijdrage levert
aan andere hoofdopgaven uit de stadsvisie.
Kortom, als het goed gaat met de binnenstad,
gaat het goed met de gehele stad.
Kaderstellende
beleidsnota’s
•Stad aan de Schie, ontwikkelingsvisie
voor de binnenstad
• Bestemmingsplan Binnenstad 2014
• Evenementennota 2012-2016
• Beleidsnota Monumenten 2008-2012
• Cultuurvisie
• Detailhandelsnota 2012-2020
• Nota Horecabeleid
• Hotelbeleid Schiedam
•Nota Toerisme 2005-2009/
Toerismebrief 2009
• Woonvisie Schiedam 2030
De visie is een inspirerend startpunt en een
uitnodiging van de gemeente aan haar partners
om bij te dragen aan het verder versterken en op
de kaart zetten van de (binnen)stad Schiedam.
Het college ziet het uitvoeren van de
ontwikkelingsvisie als belangrijke kans voor
de verdere economische ontwikkeling en
stadspromotie van Schiedam. Dit is aanleiding
geweest om in de Zomernota 2015 structurele
middelen voor de versterking van de economie
voor de binnenstad vrij te spelen. Ook is een
aanzienlijk impulsbudget voor de komende vier
jaren beschikbaar gekomen voor de uitvoering
van de ontwikkelingsvisie voor de binnenstad.
De wijze van besteding is meer gedetailleerd
uitgewerkt in het uitvoeringsprogramma voor
de binnenstad. De inspanningen dragen bij
aan de hierna geformuleerde prestatiedoelen.
Prestatiedoelstelling 7
(Kompas p. 25)
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
DOEL
Nulmeting
23% leegstand (winkels)
Prestatie 2018
18% leegstand (winkels)
Toelichting
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 7
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
55
Kaderstellende
beleidsnota’s
•Stad aan de Schie, ontwikkelingsvisie
voor de binnenstad
• Bestemmingsplan Binnenstad 2014
• Evenementennota 2012-2016
• Beleidsnota Monumenten 2008-2012
• Cultuurvisie
• Detailhandelsnota 2012-2020
• Nota Horecabeleid
• Hotelbeleid Schiedam
•Nota Toerisme 2005-2009/
Toerismebrief 2009
• Woonvisie Schiedam 2030
5% minder (winkel)leegstand in 2018.
Al een aantal decennia ligt het leegstandsniveau in de Schiedamse binnenstad ver boven het landelijke gemiddelde. Daarom is de versterking van
de binnenstad in combinatie met een offensieve en onorthodoxe aanpak
van de leegstand in de Hoogstraat als een van de hoofdopgaven in de
Stadsvisie Schiedam 2030 benoemd. Meer dan drie jaar lang boven de
frictieleegstand (5% van de winkelpanden) geldt als norm voor
problematische leegstand. Momenteel kent de Schiedamse binnenstad
een leegstand van 23%, ofwel 112 van de 492 panden (januari 2014).
Voor de Hoogstraat zijn deze cijfers 35% en staan 50 van de 143 panden
leeg. In lijn met de stadsvisie is het einddoel is een frictieleegstand van
maximaal 5% in 2030. Gelet op het huidige economische tij en de grote
ruimtelijke ontwikkelingen in de binnenstad de komende vier jaar, is een
substantiële afname van de winkelleegstand niet te verwachten. Het
consolideren van de leegstand en het voorkomen van verdere leegstand
is daarbij de eerste opgave, met de ambitie om in 2018 de leegstand met
5%-punten terug te brengen. De transformatie en herbestemming van
winkelfuncties in aanloopstraten en de verplaatsing/concentratie
van winkelfuncties naar het kernwinkelgebied zijn daarbij
belangrijke inspanningen.
• Uitvoeringsprogramma binnenstad
• Vast te stellen uitvoeringsprogramma economie
Prestatiedoelstelling 8
(Kompas p. 25)
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
DOEL
Nulmeting
3.200.000 bezoeken per jaar
Prestatie 2018
3.400.000 bezoeken per jaar
Toelichting
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
56
Kaderstellende
beleidsnota’s
•Stad aan de Schie, ontwikkelingsvisie
voor de binnenstad
• Bestemmingsplan Binnenstad 2014
• Evenementennota 2012-2016
• Beleidsnota Monumenten 2008-2012
• Cultuurvisie
• Detailhandelsnota 2012-2020
• Nota Horecabeleid
• Hotelbeleid Schiedam
•Nota Toerisme 2005-2009/
Toerismebrief 2009
• Woonvisie Schiedam 2030
6% meer mensen in de binnenstad in 2018.
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 8
De ambitie van de binnenstadsvisie luidt: meer mensen verblijven in de
binnenstad, zowel bewoners als bezoekers. Dit kan op verschillende
manieren: door meer bezoekers te trekken, door bezoekers langer vast te
houden en door het woningaanbod in de binnenstad te vergroten. Op dit
moment is er een dalende trend in het aantal passanten in de binnenstad.
De afgelopen vier jaar lieten een terugloop zien van circa 3.000 bezoekers
per week. De ambitie is om in de huidige collegeperiode terug te komen
op het niveau van 2010. Dit betekent een toename van circa 200.000
bezoekers per jaar. De inspanningen richten zich vooral op het gebied
van evenementen en een duidelijke focus op bewoners van SchiedamNoord. Festiviteiten zoals Koningsdag leiden tot circa 10.000 extra bezoekers,
terwijl een evenement als de Brandersfeesten een veelvoud hiervan
oplevert. Om mensen langer in de stad te houden dient het aanbod ook
in de binnenstad te worden verbreed en verbeterd. Kwalitatief goede
horeca, mogelijkheden voor overnachten, maar ook voorzieningen zoals
parkeren en aanmeerplaatsen in de Lange Haven moeten verder worden
versterkt. Tegelijkertijd wordt de inzet op de verbetering van de fysieke
omgeving voortgezet, niet alleen door restauratie van monumenten en
toevoeging van passende nieuwbouw, maar ook door aansprekende
herbestemmingen van beeldbepalende en karakteristieke gebouwen. De
verwachting is dat de inzet op wonen boven winkels, de ontwikkeling van het
Dirkzwager- en UTO-terrein en het Westmolenkwartier en de transformatie
van winkels naar woningen op termijn circa 200 extra woningen oplevert.
Een toevoeging van 50 woningen in deze collegeperiode is haalbaar.
Gestreefd wordt naar een onderscheidend woningaanbod, passend bij
en complementair aan de historische bebouwing. Herbestemming van
monumenten maakt deel uit van de opgave.
• Uitvoeringsprogramma binnenstad
• Vast te stellen uitvoeringsprogramma economie
Prestatiedoelstelling 9
(Kompas p. 25)
Nulmeting
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
Prestatie 2018
DOEL
Toelichting
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 9
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
57
Kaderstellende
beleidsnota’s
•Stad aan de Schie, ontwikkelingsvisie
voor de binnenstad
• Bestemmingsplan Binnenstad 2014
• Evenementennota 2012-2016
• Beleidsnota Monumenten 2008-2012
• Cultuurvisie
• Detailhandelsnota 2012-2020
• Nota Horecabeleid
• Hotelbeleid Schiedam
•Nota Toerisme 2005-2009/
Toerismebrief 2009
• Woonvisie Schiedam 2030
Omkeren van de dalende trend van de kooporiëntatie van
Schiedammers op de binnenstad; op basis een nulmeting in
2015 wordt de actuele kooporiëntatie bepaald.
Kooporiëntatie kleiner dan 28%
Kooporiëntatie minimaal 28%
Naast de ambitie van de binnenstadsvisie om meer mensen naar de
binnenstad te krijgen, is voor het versterken van de economie van de
binnenstad eveneens van belang dat er voldoende wordt gespendeerd.
De kooporiëntatie - het aandeel Schiedammers dat inkopen doet op
het gebied van non-food in de binnenstad - is daarbij een gehanteerde
prestatie-indicator. De kooporiëntatie van Schiedammers op Schiedam is
in een periode van tien jaar gedaald van 42% in 2000 naar 28% in 2010.
Hoewel niet gemeten, is de verwachting dat in lijn met de daling van de
aantallen bezoekers in de periode 2010-2014 de kooporiëntatie verder
is gedaald. De ambitie voor de huidige collegeperiode is om de dalende
trend van de kooporiëntatie van Schiedammers op de binnenstad om te
keren en minimaal terug te keren naar het niveau van 2010. In het najaar
van 2014 wordt de mate van kooporiëntatie meegenomen in een grootschalig bevolkingsonderzoek, teneinde begin 2015 over herijkte gegevens
te beschikken.
• Uitvoeringsprogramma binnenstad
• Vast te stellen uitvoeringsprogramma economie
Bestaand beleid
Monumentenbescherming
Dit betreft het ontwikkelen, uitvoeren en
evalueren van het gemeentelijke monumentenbeleid, het verlenen van vergunningen op basis
van de Monumentenwet, het begeleiden en
verlenen van subsidie-beschikkingen en
laagrentende leningen voor restauraties,
begeleiding van restauratieprojecten, het
toetsen van bouwplannen aan het kader van
het Beschermde Stadsgezicht voor de Binnenstad en de advisering vanuit monumentenzorg
bij gewenste ruimtelijke ontwikkelingen en
bouwplannen.
Monumenten
Dit betreft de instandhouding van de Schiedamse
molens als belangrijk cultureel erfgoed met
historische betekenis en als bepalend
stadsbeeld. Daarnaast wordt dit budget
aangewend ten behoeve van het uurwerk
en het carillon van de Grote of Sint Janskerk.
Meer
cultuurbeleving
Kompas p. 26
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
DOEL
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
De Cultuurvisie 2013-2016, die in 2012 is
vastgesteld, is kaderstellend voor de regierol van de gemeente op het cultuuraanbod
binnen Schiedam. Een aantrekkelijk en
divers aanbod aan culturele instellingen is
essentieel voor een goed woon- en
economisch klimaat van de stad. Het maakt
wonen in de (binnen)stad aantrekkelijk en
heeft daarmee een aantrekkende werking
op de vestiging van bedrijven in Schiedam.
Ingezet wordt daarom op versterking van
de culturele infrastructuur van de stad.
STELLING
STELLING
Prestatiedoelstelling 10
(Kompas p. 26)
Nulmeting
Bekendheid 77%
Prestatie 2018
Bekendheid 85%
Toelichting
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 10
Prestatiedoelstelling 11
(Kompas p. 26)
Waardering 7,8 (rapportcijfer)
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 11
STELLING
§ €
58
Kaderstellende
beleidsnota’s
• Cultuurvisie 2013 – 2016
•Stad aan de Schie, ontwikkelingsvisie
voor de binnenstad
Het behouden van de gemiddelde waardering (cijfer 7,8) van de
gesubsidieerde culturele instellingen in de binnenstad.
Prestatie 2018
STELLING
STELLING
• Uitvoeringsprogramma cultuurvisie 2015-2016
Waardering 7,8 (rapportcijfer)
STELLING
STELLING
Met de bekendheid van de gesubsidieerde instellingen wordt het publieksbereik van de culturele instellingen en hun activiteiten gemeten. Per culturele
instelling afzonderlijk worden afspraken gemaakt over de streefcijfers
voor bezoekersaantallen.
Nulmeting
Toelichting
STELLING
De gemiddelde bekendheid van de gesubsidieerde culturele
instellingen in de binnenstad bedraagt in 2018 minimaal 85%.
Om de kwaliteit van de culturele instellingen te meten wordt de waardering
van het bezoek aan gesubsidieerde culturele instellingen gebruikt. Dit is
een graadmeter die wordt beïnvloed door verschillende aspecten zoals de
kwaliteit van de activiteit, maar ook de gastvrijheid (van de instelling zelf
en van de stad als geheel), de prijs-kwaliteitverhouding en de bereikbaarheid.
Ook is het voor een bezoeker aan een culturele instelling van belang wat
er nog meer te beleven is in de stad (horeca, winkels).
• Uitvoeringsprogramma cultuurvisie 2015-2016
Prestatiedoelstelling 12
(Kompas p. 26)
Nulmeting
Prestatie 2018
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
DOEL
Toelichting
STELLING
STELLING
STELLING
Gesubsidieerde instellingen hebben gemiddeld een eigen
inkomstennorm van 17,5%.
N.v.t.
Eigen inkomstennorm 17,5%
In de Cultuurvisie 2013-2016 is een van de vijf doelstellingen het versterken
van het cultureel ondernemerschap. De achterliggende gedachte hierbij
is dat culturele instellingen minder afhankelijk worden van gemeentelijke
subsidies door het maximaliseren van de eigen inkomsten en door te
komen tot een evenwichtige financieringsmix. De eigeninkomstennorm
van 17,5 % is een gemiddelde (bron: ministerie OCW). In de afspraken
met de instellingen wordt maatwerk toegepast, rekening houdend met
de mogelijkheden van het type instelling. In 2015 varieert de norm van
10 tot 50%.
STELLING
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 12
STELLING
Bestaand beleid
Cultuurbeoefening
Beeldende kunst: het stimuleren van een
gunstig klimaat voor de beeldende kunst.
Amateuristische kunstbeoefening: stimuleren
van de aanwezigheid én het behoud van een
levendig en actief amateurverenigingsklimaat.
Op basis van de subsidieregeling Amateurkunst
2012 ontvangen amateurkunstverenigingen
jaarlijks een waarderingsubsidie. Het doel van
deze regeling is het stimuleren van actieve
deelname aan amateurkunst van individuele
Schiedammers en groepen van Schiedammers
in de gemeente Schiedam, waarbij een breed
cultureel aanbod wordt nagestreefd.
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
59
• Uitvoeringsprogramma cultuurvisie 2015-2016
Kaderstellende
beleidsnota’s
• Cultuurvisie 2013 – 2016
•Stad aan de Schie, ontwikkelingsvisie
voor de binnenstad
Kunst en cultuur
Theater: Het bieden van een theaterfunctie
in de stad en het verzorgen van een cultureel
professioneel theaterprogramma. Het
exploitatiebudget betreft de jaarlijkse
subsidie aan het theater.
Musea
Het Stedelijk Museum Schiedam beheert de
collectie moderne kunst en historische collectie
van de gemeente Schiedam. Op basis van
de prestatieafspraken legt het museum
verantwoording af aan de gemeente Schiedam.
Het exploitatiebudget betreft de jaarlijkse
subsidie aan het Stedelijk Museum Schiedam,
het Jenevermuseum en het
Nationaal Coöperatiemuseum.
Wat gaat het kosten?
(bedragen x € 1.000,-)
Productomschrijving
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
7
DOEL
8
DOEL
9
DOEL
10
DOEL
11
DOEL
12
DOEL
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
60
Begroting 2014 na wijziging
Begroting 2015
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
86
-169
-84
103
-136
-33
103
-138
-36
Cultuurbeoefening
0
-181
-181
0
-262
-262
0
-329
-329
Kunst en cultuur
0
-1.666
-1.666
0
-1.449
-1.449
0
-1.448
-1.448
Musea
22
-2.877
-2.854
7
-2.760
-2.753
7
-2.743
-2.736
Toerisme
68
-1.410
-1.342
0
-1.453
-1.453
0
-1.541
-1.541
8
-329
-321
5
-366
-361
5
-347
-342
Monumenten
43
-468
-424
21
- 461
-440
21
-433
-412
Recreatie
69
-17
52
63
-48
15
64
-61
2
195
-695
-500
230
-873
-643
230
-1.428
-1.198
39.289
-32.703
6.586
39.221
-33.935
5.286
39.457
-35.615
3.841
784
-476
308
0
-399
-399
0
-345
-345
Evenementen
-1
-384
-385
0
-390
-390
0
-400
-400
Geo-informatie
50
-1.178
-1.128
57
-1.121
-1.065
57
-969
-912
40.615
-42.553
-1.938
39.706
-43.655
-3.949
39.943
-45.797
-5.854
896
-1.556
-661
498
-725
-227
199
-567
-368
41.510
-44.109
-2.599
40.204
-44.380
-4.176
40.142
-46.364
-6.222
Straatmarkten
Monumentenbescherming
Economische zaken
Grondzaken
Ruimtelijke ordening
STELLING
STELLING
Jaarstukken 2013
Economie in ontwikkeling
Totaal
Mutaties reserves
Geraamd resultaat
Programma Overheid in balans
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
61
Inleiding
Burgers, bedrijven en instellingen participeren
steeds meer op ad hoc-basis in telkens
veranderende netwerken, los van traditionele
instituties. Er zullen zich in de loop van de
jaren telkens nieuwe ontwikkelingen voordoen.
Een andere context vraagt om een andere
rol(invulling) van politiek, bestuur en ambtelijk
apparaat. De zelfbewuste Schiedamse inwoners,
bedrijven en organisaties verwachten een
gemeente die meegaat in technologische
vernieuwingen, ook in haar communicatie en
dienstverlening. De Schiedammers beoordelen
de gemeente op haar dienstverlening niet
alleen op behandeltijden, maar vooral ook op
menselijke aspecten: inlevingsvermogen.
‘Kansen herkennen en benutten’ vormt ook
hier het leidend principe. Dit vraagt om verdere
bestuurlijke vernieuwing en wendbaarheid,
om een continue verandering van houding en
gedrag, waarin niet de gemeente bepalend is,
maar juist de Schiedamse inwoners, bedrijven
en maatschappelijke instellingen.
Een aantal taken is onvervreemdbaar van het
gemeentelijk bestuursorgaan: de veiligheid van
de Schiedammers en ondernemingen, dienstverlening van de gemeente aan haar klanten, het
goed analyseren en gebruiken van beschikbare
data en participatie. Deze kernopgaven voor
de gehele gemeente als overkoepelende entiteit zijn in het programma Overheid in Balans
samengevoegd. De gemeente zal altijd moeten
presteren op deze aspecten en zal er dus de
nodige aandacht aan moeten besteden, in
balans met de overige doelstellingen. De wijze
van communicatie, burger- en overheidsparticipatie, dienstverlening zijn alle randvoorwaardelijk om de gewenste en benodigde
maatschappelijke effecten te bewerkstelligen.
Deze drie elementen zijn essentieel voor het
versterken van het vertrouwen van onze burgers
en ondernemers. Vertrouwen in de overheid is
een kernvoorwaarde, de basis voor het
functioneren van de overheid. En dat is een
van de hoofdopgaven van het gemeentebestuur
van Schiedam. Deze uitgangspunten en
opgaven zijn vertaald in drie gemeentebrede
outcome-doelstellingen:
1.als gemeente bestuurlijk beter aansluiten op
de stad;
2.als gemeente beter in contact met de stad;
3.veiliger Schiedam.
Het programma Overheid in balans hangt
nauw samen met alle andere programma’s
en vormt als het ware de onderlegger onder
al het gemeentelijk handelen. Communicatie,
participatie en dienstverlening zijn bepalend
voor de samenwerking tussen Schiedam en
haar gemeente en bestuur.
Verdeling budgetten ER-doelen
Overheid in balans
Binnen het totale budget (€ 27,8) voor
Overheid in balans zijn de middelen, voor de
producten die bijdragen aan de ER-doelen,
per ER-doel verdeeld.
De verdeling betreft het totale budget.
Overheid in balans
Totaal budget: € 27,8 miljoen
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
STELLING
STELLING
STELLING
ER-DOELEN
Als gemeente beter in contact met de stad
Veiliger Schiedam
Budget: € 17,2 miljoen
Budget: € 10,6 miljoen
effect Zomernota
€ 115.000
STELLING
PRESTATIEdoelstelling
STELLING
1.Betere dienstverlening: de Schiedammers geven de dienstverlening
minimaal een 7.
2. Snellere dienstverlening: het behalen van de gemeentebrede
servicenomen en vergroten gebruik digitaal loket.
3. SchiedamsDOEN: de gemeente reageert op en werkt met bewoners
en ondernemers samen vanuit ‘ja, mits’ en ‘ja, tenzij’.
4.Wijkontwikkeling 2.0.
STELLING
§ €
62
€ 506.000
5.Veiliger Schiedam door te werken aan een schone, veilige en
leefbare stad.
6.Integere overheid die ondermijning effectiever bestrijdt.
Als gemeente
beter in contact
met de stad
Kompas p. 30/32/33
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
De gemeente wil vaker, sneller en makkelijker
in contact treden met inwoners, ondernemers
en maatschappelijke organisaties. Dit contact
is een essentiële basis voor vrijwel alle interactie
tussen burgers en de gemeente en een
belangrijke bron voor het handelen van de
gemeente. Om meer mensen en andere groepen
bij de gemeente te betrekken, zul je andere
communicatiekanalen en participatiemiddelen
moeten inzetten. Initiatieven als SchiedamsDOEN en andere participatietrajecten als het
parkeerevaluatieforum voor Schiedam-Oost
zullen veel vaker worden toegepast. Daarnaast
besteedt Schiedam de uitvoering van steeds
meer taken uit, maar is het tegelijkertijd wel
verantwoordelijk voor de resultaten en wil het
de controle behouden.
Prestatiedoelstelling 1
(Kompas p. 33)
STELLING
§ €
63
Betere dienstverlening: de Schiedammers geven de dienstverlening minimaal een 7.
Digitaal Loket
Telefoon
Balie
Nulmeting (2013)
7,0
7,1
7,7
2018
7,3
7,5
8,0
Toelichting
Kaderstellende
beleidsnota’s
•Communicatie: een factor van belang
2010-2015
•Masterplan Dienstverlening 2009-2015
met daarvan afgeleid:
• Dienstverleningsconcept KCC
• Projectplan Digitale Dienstverlening
• Gemeente heeft Antwoord©
Voor deze regiefunctie van de gemeente is
informatie een essentiële bouwsteen, op zowel
operationeel als tactisch en strategisch niveau.
Ook moeten informatie en data die aan de
voorkant (onder andere Klant Contact Centrum,
Wijkontwikkeling, Toezicht en Handhaving,
Onderzoek & Statistiek, Stadspromotie) wordt
verzameld, worden gebruikt voor de ontwikkeling
van beleid en uitvoering. Daarnaast moeten
de vergaarde data en de geïnterpreteerde
informatie ter beschikking worden gesteld aan
enerzijds de burgers en de markt (open data
en open source) en anderzijds de deskundigen
binnen de organisatie.
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 1
Onder de gebruikers van alle kanalen wordt zo mogelijk continu, maar
minimaal jaarlijks gemeten hoe zij hun ervaring als klant van de gemeente
Schiedam beoordelen. In deze klanttevredenheidsonderzoeken wil de gemeente op alle kanalen, dus balie, telefoon en het digitaal loket, minimaal
een 7 scoren.
• Nationaal Uitvoeringsprogramma E-Overheid en Dienstverlening
• Het i-NUP
Prestatiedoelstelling 2
(Kompas p. 33)
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
Snellere dienstverlening: het behalen van de gemeentebrede
servicenomen en vergroten gebruik digitaal loket.
Vrije
inloop
≤ 30
minuten
Op afspraak
≤5
minuten
Afhandeling
klachten ≤ 6
weken
Afhandeling
brieven
≤6
weken
14010
≤ 30
seconden
(tijdens
kantooruren)
Afhandeling
terugbelverzoeken
≤2
werkdagen
Afhandeling
e-mail
met
feitelijke
vragen
≤5
werkdagen
Transacties
digitaal
loket
Nulmeting
100%
95%
Geen
cijfers
beschikbaar
75%
82%
74%
Geen
cijfers
beschikbaar
7.415
Prestatie 2018
100%
≥ 95%
≥ 90%
≥ 90%
≥ 80%
≥ 90%
≥ 90%
50.000
DOEL
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
64
Toelichting
Kaderstellende
beleidsnota’s
•Beleidsnota Archief Bewaren om te laten
gebruiken 2011-2014
•Masterplan Dienstverlening 2009-2015
met daarvan afgeleid:
• Dienstverleningsconcept KCC
• Projectplan Digitale Dienstverlening
• Gemeente heeft Antwoord©
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 2
Gemeentebreed worden in 2015 alle servicenormen gehaald en komt de
gemeente de intrinsieke belofte aan de Schiedamse inwoners en ondernemers
na om zaken binnen de gecommuniceerde termijnen af te handelen. De
gemeente vergroot de mogelijkheden om digitaal zaken te doen met de
gemeente, inwoners meer te verbinden en meer digitaal in contact te
treden. Ook het gemeentearchief continueert het digitaal beschikbaar
stellen van kranten, bouwvergunningen, foto’s, bewegend beeld en de
akten van de burgerlijke stand. Vanzelfsprekend worden periodiek,
minimaal jaarlijks, de normen herijkt en waar nodig aangevuld.
De kadernotitie voor het nieuwe programma Dienstverlening en Informatiemanagement 2015-2018 wordt eind 2014 aan de raad aangeboden.
• Nationaal Uitvoeringsprogramma E-Overheid en Dienstverlening
• Het i-NUP
Prestatiedoelstelling 3
(Kompas p. 34/30)
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
STELLING
STELLING
Werkelijk 2013
Monitor (zowel extern als intern) wordt ontwikkeld t.a.v. merkbare
verandering in houding en gedrag, in samenhang met Dienstverlening,
HRD en Wijkgericht werken.
Schatting 2014
Nulmeting monitor.
Prestatie 2018
De bevindingen/conclusies van de monitor laten een positieve
ontwikkeling zien.
Toelichting
STELLING
STELLING
STELLING
SchiedamsDOEN: de gemeente reageert op en werkt met bewoners en ondernemers samen vanuit ‘ja, mits’ en ‘ja, tenzij’.
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 3
Het meten van houding en gedag is niet te vatten in absolute cijfers en
percentages. Daarom is een monitor in ontwikkeling met een combinatie
van cijfers en belevingsindicatoren. De gegevens betreffen meerdere
taakvelden van waaruit aan het ER-doel wordt gewerkt. In 2014 wordt een
nulmeting gedaan. In de jaren daarna kunnen op basis van de monitor
conclusies worden getrokken over de ontwikkeling. De (concept-)monitor
is volgens planning in het najaar 2014 gereed.
• Uitvoering jaarlijkse door Schiedamders geselecteerde projecten
SchiedamDoen
STELLING
Prestatiedoelstelling 4
(Kompas p. 32/30)
Werkelijk 2014
Monitor (zowel extern als intern) wordt ontwikkeld t.a.v. merkbare
verandering in houding en gedrag.
Schatting 2015
Nulmeting monitor.
Prestatie 2018
De bevindingen/conclusies van de monitor laten een positieve
ontwikkeling zien.
Toelichting
§ €
65
Kaderstellende
beleidsnota’s
•Kadernota wijkgericht werken
Wijkontwikkeling 2.0
1.De gemeente benut de kansen en energie van bewoners
in de wijk.
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 4
Samen met de stad wordt in 2015 Wijkontwikkeling 2.0 verder vorm gegeven
voor de gehele gemeentelijke organisatie. Dit zal meer duidelijkheid
scheppen over specifieke maatschappelijke doelstellingen en gewenste
outcome. Hiermee wordt invulling gegeven aan deze prestatiedoelstelling.
• Protocol Interactieve Beleidsvorming
• Participatiekader gemeente Schiedam
• Participatieprotocol voor projecten
• Protocol Actieve Informatievoorziening
Bestaand beleid
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
66
Het ER-doel ‘Als gemeente beter in contact
met de stad’ word ondersteund door vijf
beleidsvelden, namelijk de producten
Bestuurszaken, Dienstverlening, Klant Contact
Centrum, Wijkontwikkeling en het gemeentearchief. Van de beschikbare middelen is circa
€ 560.000 bestemd om de basis op een hoger
peil te brengen: betere, snellere en meer
digitale dienstverlening en een forse verbetering
van strategisch en tactisch informatiemanagement, waarbij randvoorwaardelijk
noodzakelijke investeringen in informatiebeveiliging en communicatie worden gepleegd.
Voor de extra impulsen open data en
stadsbalie is €115.000 beschikbaar.
Veiliger Schiedam
Kompas p. 31/32
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
Prestatiedoelstelling 5
(Kompas p. 31/32)
Werkelijk 2014
De veiligheidsindex is 6,3.
Prestatie 2018
Wordt bepaald bij vaststellen van beleidsplan Integrale Veiligheid
2016-2019.
Toelichting
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 5
§ €
67
Kaderstellende
beleidsnota’s
•Beleidsplan Veiligheid 2012-2015
Veiliger Schiedam door te werken aan een schone, veilige
en leefbare stad.
Het vergroten van de subjectieve en objectieve veiligheid in Schiedam
moet de stad aantrekkelijker maken en het welbevinden van bewoners
vergroten. Schiedam wil ongewenst en crimineel gedrag terugdringen,
zowel gebieds- als persoonsgericht. Daarnaast wil de gemeente een veilige
omgeving bieden. Bij voorkeur wordt preventief beleid gevoerd.
Op 15 december 2011 is het Beleidsplan Integrale Veiligheid 2012-2015
door de raad vastgesteld. In het beleidsplan is opgenomen de veiligheidsindex voor de gehele stad stabiel te houden op 6,4. Dit lijkt niet ambitieus,
maar gezien de gemeentelijke bezuinigingen, de bezuinigingen bij
partnerorganisaties en de economische ontwikkelingen zullen behoorlijke
inspanningen moeten worden gedaan om de veiligheidsindex stabiel te
houden. De veiligheidsindex wordt als een van de indicatoren gebruikt
om te meten hoe de subjectieve en objectieve veiligheid in de stad
zich ontwikkelen.
Gezien de daling van de veiligheidsindex zal het Programma Integrale
Veiligheid onverminderd worden voortgezet. Er wordt extra ingezet op de
wijk waar de daling het grootst is. Voor de wijken waar het relatief veilig
is, zal voldoende aandacht blijven om het veiligheidsniveau hier constant
te houden.
De daling van de veiligheidsindex is het grootst in de wijk Oost. Extra
aandacht zal dus worden besteed aan de wijk Oost en daarnaast aan een
deel van de wijk West. Een brede programmatische aanpak voor de wijk
Oost wordt verder ontwikkeld, waarin veel aandacht is voor het verbeteren
van de sociale infrastructuur en buurtparticipatie. Ook de objectieve en
subjectieve veiligheid en leefbaarheid zijn daar belangrijke onderdelen
van. Daarnaast is een gemeentebreed interventieteam opgezet, waarin
zorgsignalen in de wijk worden opgepakt en op basis van analyses
gerichte (handhavings)acties worden uitgevoerd. Er wordt nauw
samengewerkt met onder andere het wijkondersteuningsteam.
• Vast te stellen plan van aanpak gemeentebreed interventieteam
Prestatiedoelstelling 6
(Kompas p. 31)
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
Werkelijk 2013
63 ontmantelde hennepkwekerijen
Prestatie 2018
200 (50 per jaar)
Toelichting
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
Activiteiten m.b.t
prestatiedoelstelling 6
STELLING
68
De gemeente Schiedam is een betrouwbare overheid die samen met
bewoners en ondernemers werkt aan veilig wonen en werken. Het
tegengaan van vermenging van de onder- en bovenwereld is een belangrijke
taak van het lokaal bestuur. Verdere uitbouw van Bibob is daarbij een
kernelement. Verder is het van belang om de gemeente weerbaar te
maken tegen het gebruik of misbruik van gemeentelijke voorzieningen
door criminele organisaties. Bestuurlijke maatregelen worden ingezet om,
naast de strafrechtelijke aanpak, vormen van georganiseerde criminaliteit
(zoals hennepteelt, mensenhandel en vastgoedcriminaliteit) die leiden tot
ondermijning, hard aan te pakken.
• Vast te stellen BIBOB-beleid
Bestaand beleid
STELLING
§ €
Integere overheid die ondermijning effectiever bestrijdt.
Het ER-doel ‘Veiliger Schiedam’ word
ondersteund door beleidsveld Openbare orde
en Veiligheid. Van de beschikbare middelen is
ruim 5,3 miljoen euro bestemd voor rampen en
crises (bijdrage Veiligheidsregio RotterdamRijnmond, crises en crisisorganisatie).
Kaderstellende
beleidsnota’s
•Beleidsplan Veiligheid 2012-2015
Wat gaat het kosten?
(bedragen x € 1.000,-)
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
Begroting 2015
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Bestuurszaken college
34
-5.409
-5.375
0
-6.221
-6.221
0
-4.007
-4.007
Bestuurszaken raad
0
-1.446
-1.446
0
-1.662
-1.662
0
-1.655
-1.655
Bestuurszaken toezicht
0
-216
-216
0
-225
-225
0
-212
-212
1.301
-5.128
-3.827
1.495
-4.896
-3.401
1.508
-5.056
-3.548
0
-406
-406
0
-280
-280
0
-678
-678
19
-2.502
-2.484
8
-1.840
-1.832
3
-1.951
-1.948
179
-10.232
-10.053
141
-10.634
-10.493
142
-10.620
-10.478
28
-2.770
-2.742
0
-2.831
-2.831
0
-3.588
-3.588
1.560
-28.109
-26.549
1.645
-28.591
-26.946
1.653
-27.767
-26.113
2.011
-910
1.101
3.681
-802
2.879
1.509
0
1.509
3.571
-29.019
-25.448
5.326
-29.393
-24.066
3.163
-27.767
-24.604
Burgerzaken
Dienstverlening
Archief
Openbare orde en veiligheid
Wijkontwikkeling
Totaal
Mutatie reserves
Geraamd resultaat
69
Begroting 2014 na wijziging
Productomschrijving
STELLING
§ €
Jaarstukken 2013
Overheid in balans
Toelichting Extra inzet Zomer nota
1
DOEL
2
DOEL
3
DOEL
4
DOEL
5
DOEL
6
DOEL
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
STELLING
§ €
70
Open data en stadsbalie
Het ondersteunen van initiatieven van de
Schiedammers (burgers en ondernemers)
wordt mede vorm gegeven door het voortdurend beschikbaar stellen van allerhande
actuele data, gegevens en informatie via de
website. Op deze manier geeft het bestuur
niet alleen openbaarheid aan haar handelen,
maar geeft zij concreet handen en voeten aan
kennisdeling. De huidige informatiemaatschappij,
waarin de Schiedammers zelfregelend en
bottom-up georganiseerd zijn, wordt op deze
manier optimaal gefaciliteerd. Het uitgangspunt wordt ‘Openbaar, tenzij’. Het college
stelt deze gegevens beschikbaar; burgers en
ondernemers bewerken, gebruiken en
exploiteren de gegevens.
De stadsbalie is niet alleen een fysieke plek (de
plint van het Stadserf), maar vooral ook een
nieuwe vorm van dienstverlening, waarin Open
Data een hoofdrol spelen. De beschikbaarheid
van informatie voor derden (open data)
en de ketenintegratie brengen de opgave
met zich mee om drempelvrij ontvankelijk,
benaderbaar en transparant te zijn. Alle
informatie over Schiedam en haar partners
moet centraal beschikbaar worden gesteld.
Met de stadsbalie zal Schiedam niet alleen in
persoon, maar ook digitaal informatie kunnen
bieden over alles wat er gaande is en
- belangrijker - deze informatie in ontvangst
kunnen nemen om zelf te analyseren en te
gebruiken. Hiertoe is een goede verbinding
tussen front- en backoffice noodzakelijk.
Gegevens worden ontsloten in geaccepteerde
open standaarden, zodat ze door iedereen
kunnen worden gebruikt. Het vrij aanbieden
van data en het combineren van verschillende
data kan verder leiden tot nieuwe ideeën,
innovatie en economische groei. Om meters te
maken, zal hierbij in eerste instantie de focus
liggen op bestaande dataverzamelingen.
Landelijke initiatieven en lokale mogelijkheden
worden geïnventariseerd en uitgerold. Belangrijk
is tevens dat de informatie die nu al ontsloten
is, zoals bijvoorbeeld het subsidieregister, de
sociale index of kunst in de openbare ruimte,
ook gemakkelijk vindbaar en bruikbaar is.
Taakverwaarlozing archief- en
informatiebeheer
In de zin van de Wet Revitalisering Generiek
Toezicht is sprake van taakverwaarlozing op
het gebied van archief- en informatiebeheer. De
tekortkomingen hebben vooral betrekking op
het beheer van digitale documenten. Daarom
wordt een proefproject voor de inrichting van
een digitaal archiefdepot uitgevoerd. Zo’n
depot is een randvoorwaarde voor het duurzaam opslaan van digitale gegevens. Verder is
er sprake van achterstanden in de overbrenging
naar het Gemeentearchief. Deze worden
weggewerkt.
Crisisorganisatie
Met de invoering op 1 oktober 2010 zijn er
wettelijke normtijden voor de opkomst van de
gemeentelijke crisisteams. Middels de invoering
van een piketvergoeding wordt invulling van
deze wettelijke verplichting gewaarborgd.
Gemeentebrede interventieteam
De wijken Oost en een deel van West verdienen
extra aandacht voor het verbeteren van de
sociale infrastructuur, participatiemogelijkheden
en leefbaarheid. Een integrale aanpak en een
gemeentebrede inzet van een interventieteam
geeft een kans op verbetering van de
leefbaarheid in deze wijken.
Algemene dekkingsmiddelen
De algemene dekkingsmiddelen betreffen
de gemeentelijke inkomsten die vrij
besteedbaar zijn. De voorgenomen besteding
van de algemene middelen gebeurt door de
uitvoering van het door de raad vastgestelde
beleid in de verschillende programma’s. de
daarvoor benodigde budgetten worden in de
betreffende programma’s begroot.
Algemene dekkingsmiddelen zijn als volgt in
te delen:
- algemene uitkering;
- algemene belastingen;
- dividenden uit beleggingen;
- onvoorziene uitgaven;
- saldo financieringsfunctie.
Overzicht algemene dekkingsmiddelen
Omschrijving
(bedragen x € 1.000)
Toelichting:
§ €
71
Jaarstukken 2013
Begroting 2014 na wijziging
Begroting 2015
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Algemene uitkering
96.377
-1.138
95.240
96.306
0
96.306
130.173
0
130.173
Belastingen
15.995
-1.880
14.115
14.883
-1.571
13.312
14.569
-1.571
12.997
Beleggingen
10.264
-853
9.411
8.367
-724
7.643
9.230
-724
8.505
Onvoorziene uitgaven
2.094
-6.075
-3.981
2.791
-700
2.091
191
-1.464
-1.273
Saldo financieringsfunctie
7.332
-3.791
3.541
2.699
-3.196
-497
3.574
-888
2.687
Totalen
132.063
-13.736
118.326
125.046
-6.190
118.855
157.736
-4.647
153.089
Algemene uitkering
Zoals iedere gemeente ontvangt Schiedam
een bijdrage van het Rijk: de algemene uitkering.
De inkomsten van de algemene uitkering stijgen
in 2015 naar € 130 miljoen. Daartegenover
staan uitgaven die in de programma’s zijn
begroot. De algemene uitkering is begroot op
€ 88 miljoen, de uitkering voor de 3 D’s op
€ 42 miljoen.
Belastingen
De gemeente heeft op grond van de
Gemeentewet de mogelijkheid gemeentelijke
belastingen te heffen. Hiervan zijn de inkomsten
uit de onroerendezaakbelasting (gebruikers
en eigenaren), hondenbelasting en precariobelasting bestemd ter algemene dekking,
€ 14,9 miljoen. De uitvoeringskosten
samenhangend met de heffing van de algemene
belastingen zijn bij de algemene dekkingsmiddelen opgenomen € 1,6 miljoen.
Beleggingen
De gemeente ontvangt dividend van een aantal
verbonden partijen: de Bank Nederlandse
Gemeenten (BNG), Evides en Eneco.
Onvoorziene uitgaven
Het BBV geeft aan dat in de begroting een
post voor onvoorziene uitgaven moet worden
opgenomen. Dit ter dekking van kosten die
zich voor kunnen doen en die onvoorzienbaar,
onontkoombaar en niet uitstelbaar zijn. In 2015
en volgende jaren bedraagt het budget voor
onvoorzien € 700.000. In het Financieel
Afwijkingenbeleid is bepaald dat de beschikking
over deze post is voorbehouden aan het college.
Daarnaast is in dit onderdeel de ophoging van
de voorziening publiekrechtelijke vorderingen
opgenomen, zie autonome ontwikkelingen in
de bijlage Zomernota 2015. Dit betreft
€ 764.000 per jaar.
§ €
72
Saldo financieringsfunctie
Op dit product worden die bedragen
opgenomen die nog niet direct aan functies of
kostenplaatsen zijn toe te rekenen. Het gaat
om bedragen die betrekking hebben op:
-doeluitkeringen (DU) algemene uitkering uit
het gemeentefonds;
-stelpost om de gevolgen van de CAO 2014
op te vangen (wordt toegelicht in de
paragraaf taakstellingen en reserveringen);
-nog in te vullen resterende taakstellingen
(wordt ook toegelicht in de paragraaf
taakstellingen en reserveringen).
Tevens wordt dit product gebruikt om eventuele
saldo’s van kostenplaatsen te ramen, met
name het saldo van de kostenplaats
kapitaallasten met hierin de afschrijvingsen rente-effecten.
Paragrafen
§
73
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en reserveringen
Paragrafen
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
74
Inleiding
De begroting bestaat uit de programma’s en
paragrafen. De programma’s betreffen het
beleid en de uitvoering van dit beleid. Paragrafen
zijn dwarsdoorsneden van de begroting over
bepaalde gemeentebrede onderwerpen als
bedrijfsvoering, investeringsplannen en
subsidies. Deze zijn bedoeld om onderwerpen
dieversnipperd in de begroting staan,
gebundeldin een overzicht weer te geven. De
paragrafen schetsen een dwarsdoorsnede van
de begroting vanuit beheersmatig perspectief.
Hierbij gaat het vooral om de aspecten met
een groot financieel belang en/ of een groot
belang voor de realisatie van de beleidsvoornemens. Artikel 9 van het Besluit begroting en
verantwoording provincies en gemeenten
(Bbv) bepaalt dat er in de begroting beleidslijnen
worden vastgelegd voor belangrijke beheersmatige aspecten. Daarvoor zijn zeven
paragrafen verplicht gesteld. Daarnaast staat
het de gemeente vrij om zelf paragrafen toe
te voegen.
Paragraaf Bedrijfsvoering
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
75
Een turbulente context
In de huidige samenleving zijn gebeurtenissen
steeds minder voorspelbaar en volgen ze
elkaar snel op. Individuen en organisaties gaan
steeds meer zakelijke relaties met elkaar aan
en deze relaties worden steeds gevarieerder
van aard. Bovendien nemen de eisen wat
betreft kwaliteit en efficiëntie toe: het moet
meer èn beter èn goedkoper. Binnen deze
context staat Schiedam voor een aantal grote
opgaven: binnen de ambtelijke organisatie de
basis op orde brengen, regiegemeente zijn,
de drie decentralisaties rond werk, zorg en
jeugd uitvoeren, intensief samenwerken met
andere gemeenten en ketenpartners en de
dienstverlening op een hoger plan brengen.
Die ambities stellen de nodige eisen aan
de bedrijfsvoering.
Programma HRD
De huidige tijd vraagt ambtenaren die nog
zelfstandiger en ondernemender zijn, buiten
de traditionele kaders treden, hun kantoor
verlaten en de dialoog aangaan met bewoners,
bezoekers, ondernemers en ketenpartners. Om
ambtenaren toe te rusten voor hun veranderende
rol, is het Programma HRD (Human Resources
Development) opgezet. Doel is dat de
medewerkers de behoeften van de stad beter
weten te vertalen naar beleid en uitvoering en
in hun houding, gedrag en vaardigheden beter
aansluiten bij ontwikkelingen in de samenleving.
Intensievere samenwerking
Het besef groeit dat de overheid niet als enige
voor de uitvoering van alle gemeenschapstaken
kan worden aangesproken. De gemeente
Schiedam verbindt zich steeds meer met een
netwerk van Schiedammers, maatschappelijke
organisaties, ondernemers en andere
overheden door samenwerkingsafspraken te
maken, door opdrachten te verlenen en door
ondersteuning te bieden aan initiatieven uit de
samenleving. Die samenwerking krijgt vorm in
verschillende georganiseerde verbanden.
Samenwerking in MVS-verband
De samenwerking tussen Maassluis, Vlaardingen
en Schiedam wordt steeds intensiever. De
gemeenten werken al samen in bijvoorbeeld
het gezamenlijke Inkoopbureau MVS, de
gezamenlijke Servicedesk ICT, het mobiliteitscentrum Talent MVS en de uitvoeringsorganisatie
voor de Wet Maatschappelijke Ondersteuning,
ROGplus. Het grootste samenwerkingsverband
waarop momenteel wordt geanticipeerd is dat
van het participatiebedrijf Stroomopwaarts
MVS, waarin de sociale diensten en sociale
werkvoorzieningen van de drie gemeenten
samengaan. Dankzij de voorbereidingen hierop
raakt de samenwerking op verschillende
bedrijfsvoeringsterreinen in een versnelling.
Op 1 januari 2015 zijn de faciliteiten gereed
om desgewenst te starten met het werk bij
Stroomopwaarts, maar de doorontwikkeling
en integratie van systemen en processen
gaat daarna verder.
In 2015 krijgt de samenwerking in
MVS-verband verder vorm in onder meer:
•Samenvoeging van de onderzoeksfuncties
van de drie gemeenten in het Kenniscentrum
(hierin nemen Vlaardingen en Schiedam al
deel en Maassluis haakt naar verwachting
ook aan);
•Indien mogelijk centralisering van alle
inkoopfuncties (niet alleen de aanbestedingen);
•Het opstellen van een gezamenlijk informatiebeleidsplan;
•Het aan de samenleving beschikbaar stellen
van gegevens over van alles dat speelt in de
drie gemeenten (open data en open spending);
•Gezamenlijke inspanningen op het terrein
van informatiebeveiliging op grond van de
Baseline Informatiebeveiliging Nederlandse
Gemeenten (BIG);
•Gezamenlijke uitvoering van de DigiD-audit
voor veilige ontsluiting van de elektronische
dienstverlening;
•Gezamenlijke aanbesteding van de nieuwe
software voor de Basisregistratie Personen
(BRP).
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
76
Innovatie van de bedrijfsvoering
Momenteel is de uitbesteding van een flink
aantal gemeentelijke taken in verschillende
stadia van voorbereiding. Het gaat om onder
meer: uitbesteding van gemeentelijke
belastingen aan de Regionale Belasting
Groep, uitbesteding van de exploitatie van
sportaccommodaties, uitfasering van het
Ingenieursbureau en een samenwerkingsverband voor het Gemeentearchief.
Bijblijven bij alle genoemde ontwikkelingen is
noodzakelijk, maar de ambities van het college
reiken verder. Om als bestuur en ambtelijke
organisatie ook op de langere termijn waarde
toe te kunnen voegen voor de stad, is continue
innovatie van de bedrijfsvoering nodig. Dit
betekent eerst ruimte bieden om nieuwe werkwijzen te ontwikkelen waarmee vervolgens een
sprong voorwaarts wordt gemaakt. Daarmee
ontstaat op termijn een versnelling met een
hoger rendement voor de stad.
Om deze beweging te maken is een startnotitie
innovatie bedrijfsvoering opgesteld, die wordt
uitgewerkt in een realisatieplan voor 2015.
Daarnaast wordt binnen het domein
Bedrijfsvoering een Frontoffice Bedrijfsvoering
en een team Bedrijfskundige Advisering
gevormd, om interne klanten te bedienen met
integraal, multidisciplinair advies op maat.
Stroomlijning van de processen binnen
deze structuur zal leiden tot een gezonde
en passende overhead.
Daarnaast worden in 2015 onder meer de
volgende inspanningen geleverd om als
ambtelijke organisatie de bedrijfsvoering
op een hoger plan te brengen:
•Evaluatie van de vernieuwde planning- en
controlcyclus en verdere ontwikkeling naar
aanleiding daarvan;
•Inzet van balanssturing voor de begroting
van 2016 en verder (zie paragraaf
Financiering);
•Ingebruikname van de nieuwe werkwijze
rond de projectadministratie;
•Implementatie van de inkoopmodule met
geautomatiseerde verplichtingenadministratie;
•Digitale factuurafhandeling met OCRtechnologie (Optical Character Recognition:
geautomatiseerd lezen en verwerken);
• Implementatie van het nieuwe functiehuis;
•Aanpassing van de software voor
functionerings- en beoordelingsgesprekken.
• In het kader van het Meerjaren Beheer en
Onderhoudsplan I&A wordt in 2015 verdergegaan met het vervangen van ICTwerkplekken (2014-2017). De werkplekken
worden voorzien van ‘thin-clients’, laptops
en tablets.
Paragraaf Financiering
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
77
De financiering- of treasuryfunctie van de
gemeente is het geheel van activiteiten
gericht op:
- het sturen en beheersen van
- het verantwoorden over en
-het toezicht op
de financiële vermogenswaarden, geldstromen,
posities en de hieraan verbonden risico’s.
Voorwaarde bij de treasuryfunctie is dat de
gemeente tijdig en te allen tijde aan de betaalverplichtingen kan voldoen. De gemeentelijke
uitgaven en inkomsten lopen niet synchroon
in de tijd. Hierdoor is doorlopend sprake van
een tijdelijk tekort of overschot aan financiële
middelen. Het doel is om het tijdig opheffen van
het tekort of het overschot van financieringsmiddelen tegen zo laag mogelijke kosten (rente
en eventuele bijkomende andere kosten) of zo
hoog mogelijke vergoeding aan te trekken of
uit te zetten. Uitgangspunt hierbij is dat geen
onaanvaardbare risico’s worden gelopen. De
nadruk ligt dus meer op de feitelijke kasstromen
en niet op de baten en lasten (begroting).
Onderdelen in deze paragraaf
1.I nleiding
Ontwikkelingen en rentevisie 2015
2.Beleidskader 2015
a.Beleidskader (met risicobeheer)
b.Financieringsstrategie
c.Uitvoeringskader
d.Wet Houdbare Overheidsfinanciën
e. Balanssturing
3.Financiering
a.Liquiditeitenprognose 2015-2018
b.Leningenportefeuille
c.Financiële indicatoren
1. Inleiding
Ontwikkelingen en
rentevisie 2015
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
78
De verwachting van het CPB is dat de economie
in 2015 verder zal groeien met een percentage
van 1,25% (voor 2014 wordt gerekend op
0,25 %). Deze groei wordt verwacht door de
oplevende Amerikaanse en Britse economie.
Internationale spanningen, zoals de onrust
in Oekraïne en het Midden-Oosten staan
daar haaks op en kunnen het herstel negatief
beïnvloeden. Daar wordt echter nu niet
van uitgegaan.
De genoemde ontwikkelingen, gevolgd door
rente-ingrepen van de ECB, zorgen per saldo
voor een historisch lage rente op de kapitaalmarkt, waardoor Schiedam tegen zeer lage
tarieven kan lenen.
Voor de Schiedamse rentevisie wordt gebruikgemaakt van een gemiddelde van de renteverwachtingen van drie Nederlandse banken
(ABN Amro bank, ING en BNG) voor 2015.
Op basis van het hierboven geschetste beeld
en renteverwachtingen van banken luidt de
rentevisie 2015-2018 van Schiedam als volgt:
Voor kortlopende leningen wordt een rentepercentage verwacht van 0,2%. Voor nieuw
aan te trekken langlopende leningen houden
we rekening met 2,7%. Als altijd geldt dat
eventuele tussentijdse bijstellingen van de
rentevisie zullen plaatsvinden indien nodig.
Dit verloopt via het driemaandelijkse treasuryberaad; eventuele gevolgen voor de begroting
zullen dan aan de raad ter besluitvorming
worden voorgelegd.
Voor 2015 wordt per einde jaar een financieringsbehoefte verwacht van € 35,1 miljoen,
gedurende het jaar wordt een maximale
behoefte van € 37,3 miljoen verwacht.
2. Beleidskader
2015
a. Beleidskader
De beleidskaders voor de treasuryfunctie zijn
als volgt (in volgorde van belangrijkheid)
-de gemeente kan tijdig en te allen tijde aan
de betaalverplichtingen voldoen. Oftewel: er
staat voldoende geld op de gemeentelijke
bankrekening;
-de gemeente is risicomijdend bij het voorzien in bovenstaand kader en het uitzetten
van geldleningen;
-de gemeente streeft naar zo laag mogelijke
kosten/zo hoog mogelijke opbrengsten, met
inachtneming van bovenstaande kaders.
Deze kaders en verdere uitwerking zijn vastgelegd in het Treasurystatuut 2011 van de
gemeente Schiedam.
Risicobeheer
Conform het besluit Begroting en Verantwoording
gemeenten en provincies (BBV) dient in de
paragraaf Financiering aandacht te worden
geschonken aan het risicobeheer met betrekking
tot de financiering. Het doel is om maatregelen
te treffen om de risico’s van de financieringsactiviteiten voor de gemeente zo klein mogelijk
te maken en te houden. Er worden vier
risico’s onderscheiden.
1.Liquiditeitsrisico
Om te voorkomen dat de gemeente te weinig
liquide middelen heeft om aan directe
verplichtingen te voldoen (ook wel het
liquiditeitsrisico genoemd), wordt een
liquiditeitsprognose opgesteld. Deze analyse
vindt continu plaats binnen de treasuryfunctie.
Daarnaast wordt de prognose minimaal één
maal per kwartaal besproken in het treasuryberaad. In dit beraad bepalen de betrokkenen
(wethouder Financiën, teamleider Financiën,
(concern)controller en treasurer) hoe om te
gaan met de liquiditeitsprognose. Al naar
gelang de liquiditeitsbehoefte wordt kort
of lang geld aangetrokken of worden
leningen afgelost.
Bedrijfsvoering
Financiering
2.Renterisico
Als de rentevaste periode van een hypotheek
afloopt en de rente in de tussentijd is gestegen,
kan dit tot problemen leiden in het huishoudboekje. Voor gemeenten is dit niet anders en
de wetgever heeft in de wet Fido (Financiering
decentrale overheden) bepaald wat de
maximale omvang mag zijn van leningen
die in een jaar afgelost en geherfinancierd
moeten worden.
Tabel limieten wet Fido
Limiet
Doel limiet
Bijzonderheden
In % van
begrotingstotaal
Bedrag
Kasgeldlimiet
Maximalisering financiering
met kortlopende leningen (tot
één jaar)
Overschrijding norm is
toegestaan (maximaal
twee achtereenvolgende
kwartalen)
8,5%
€ 25,6
miljoen
Renterisiconorm
Beheersing renterisico bij (her)
financieringen (vanaf één jaar)
door spreiding van de financieringsmomenten
Geen
20%
€ 60,3
miljoen
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
79
3.Kredietrisico
Bij kredietrisico’s gaat het om de kredietwaardigheid van de tegenpartijen bij financiële
transacties. Kredietrisico’s kunnen worden
gelopen bij het verstrekken van leningen,
borg- en garantiestellingen. Het risico doet
zich voor indien een partij die geld van de
gemeente heeft geleend, de rente en aflossing
niet betaalt.
Maatregelen ter verkleining van het risico:
a.Bij het verstrekken van leningen of
garanties moet het gaan om het dienen
van de publieke taak;
b.Het bedingen van zekerheden van de
tegenpartij door de gemeente.
Schiedam heeft in het verleden beperkt leningen
en garanties verstrekt (zie tabel rechts) In
2015 wordt verstrekking van nieuwe leningen
niet voorzien.
Norm 2015
Omschrijving
Risico
2015
2014
Woningbouwcorporaties met garantie WSW
Borging WSW
10,5
31,2
Volkshuisvesting
Geen
25,3
25,7
Voorm. gemeentelijke onderdelen
Geen
0,1
0,4
Overig
Beperkt
0,2
0,2
Eindstand
Borg- en garantstellingen
Per 31-12-2013
Instellingen in de zorg
6,2
Verenigingen
0,3
Ouderenhuisvesting
Directe borgstellingen
2,2
Particulier
0,2
Waarborgfonds eigen woningen
6,4
WSW (woningbouwcorporaties)
Achtervang
Eindstand
Cijfers betreffen de hoofdsom van de verstrekte leningen/waarborgen in miljoenen Euro’s.
416,5
431,8
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
80
4. Debiteurenrisico
Debiteurenrisico is het risico dat een debiteur
niet aan zijn verplichtingen kan of wil voldoen.
Procedureel: Periodiek worden de uitstaande
vorderingen beoordeeld op
hun risico.
Financieel: De gemeente heeft twee voorzieningen voor het debiteurenrisico
(voorziening Dubieuze Debiteuren
en voorziening 40 procent van
vorderingen cliënten).
De omvang van de debiteurenpositie en het
effect van tijdig innen van vorderingen op de
financieringspositie en de liquiditeitsprognoses
wordt besproken binnen het treasuryberaad.
b. De financieringsstrategie 2015
De financiering van de gemeentelijke activiteiten
en investeringen gaat in principe uit van de
totale financiering. Dat wil zeggen dat wordt
gekeken naar de totale financieringsbehoefte
van de gemeente. De financieringsbehoefte
bestaat uit drie te onderscheiden geldstromen:
-operationeel, zijnde lopende uitgaven;
- investeringen en grondexploitaties;
-financieel, d.i. het aantrekken van geld
of aflossen.
Elk van deze geldstromen wordt meerjarig in
de liquiditeitenprognose opgenomen, waardoor
betere beslissingen kunnen worden genomen
over het moment van geld lenen of aflossen,
tegen welke looptijd en tegen welk tarief, uiteraard binnen de eerder genoemde beleidskaders.
C. Het uitvoeringskader 2015
Op basis van het hiervoor genoemde beleidskader ziet het uitvoeringskader voor financieringsactiviteiten er als volgt uit:
•De huidige meerjarenramingen van de totale
rentelasten van de externe financiering zijn
taakstellend.
•De raad wordt tijdig geïnformeerd over een
eventuele noodzakelijke aanpassing van het
beleidskader.
•Uitgegaan wordt voor 2015 van de rentevisie
en van de rentepercentages van 0,2%, 2,7% en
4,1% voor respectievelijk kortlopende leningen,
langlopende leningen en interne rente.
•De ontwikkelingen op de markten en van de
economie worden nauwgezet gevolgd in het
treasuryberaad en de rentevisie wordt hierop
zo nodig geactualiseerd.
•Voldoen aan de eisen van het risicobeheer;
de gemeente voert een risicomijdend beleid.
• De termijnen die gelden voor de overschrijding
van de kasgeldlimiet kunnen naar het inzicht
van het college worden gebruikt. Een tussentijdse overschrijding van de kasgeldlimiet is
toegestaan gedurende maximaal twee achtereenvolgende kwartalen. Na deze periode moet
de financieringsbehoefte worden ingevuld met
langlopende financieringsmiddelen.
•Bij het aantrekken van langlopende leningen
wordt zoveel mogelijk gebruikgemaakt van
leningen zonder tussentijdse optie tot renteherziening en op basis van het meerjarige
aflossingsschema.
•De financieringsactiviteiten zijn gebaseerd op
actuele liquiditeitsprognoses en rentevisie.
•Eventuele tijdelijke overschotten worden,
met inachtneming van het risicobeheer,
uitgezet binnen de kaders die het
schatkistbankieren hieraan stelt;
•Gedurende 2015 wordt een maximale financieringsbehoefte verwacht van € 37,2 miljoen.
Per einde jaar is dit nog 35,1 miljoen. Het
college mag binnen het beleidskader en tot
het maximale bedrag van € 37,2 miljoen
financieringsmiddelen aantrekken met behulp
van de traditionele instrumenten (dag-, call- en
kasgeld, fixed, annuïtaire en lineaire leningen),
maar ook met behulp van alternatieve
instrumenten (projectfinanciering, duurzame
financiering, derivaten, roll-over-leningen etc.).
d. Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet HOF)
EU-lidstaten mogen maximaal een begrotingstekort van 3% van het bruto binnenlands
product hebben en een maximale overheidsschuld van 60%. De wet HOF bepaalt het
aandeel dat gemeenten mogen hebben in
deze drie procent. Indien gemeenten hun
aandeel overschrijden, dan kan het Rijk
maatregelen opleggen. Volgens de laatste
ramingen van het CPB zal het overheidstekort
voor 2015 echter uitkomen op 2,2 %, waardoor
binnen de kaders wordt gebleven.
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
81
e. Balanssturing
Waar voorheen de focus lag op het hebben
van een sluitende begroting, wordt meer en
meer het belang gezien van het hebben van
een gezonde balans. De begroting kan immers
sluitend zijn, maar als deze begroting
vervolgens voor een te groot gedeelte bestaat
uit rentebetalingen,dan is dat een onwenselijke
situatie. Voor het bepalen van wat gezond is,
moet worden gekeken naar de trendmatige
ontwikkeling van bepaalde indicatoren. Welke
indicatoren dat (kunnen) zijn en hoe de trends
er tot op heden uitzien is door de accountant
verwerkt tot een financieel beeld. De raad
heeft hiervan in de tweede helft van 2014
kennisgenomen en er uitspraken over kunnen
doen. Daar deze uitspraken zijn gedaan na het
tot stand komen van deze begroting, worden
deze in de zomernota en begroting voor 2016
meegenomen. Een aantal indicatoren is al
voor deze begroting in kaart gebracht.
Deze zijn te vinden onder het onderdeel
Schiedam Financieel.
3. Financiering
Hieronder worden financiële onderbouwingen
gepresenteerd die voor het voorgaande van
belang zijn. Afsluitend is een overzicht van
financiële indicatoren opgenomen. Deze
indicatoren zijn nodig om het financieel beleid
en de uitvoering ervan te volgen en hierop
te sturen.
Tabel meerjarige liquiditeitenprognose in cijfers
Kasstromen (bedragen x € 1 miljoen)
a. Liquiditeitsprognose 2015- 2018
Vanaf 2015 zal er voor het eerst worden
gewerkt met een gedetailleerde
meerjarenliquiditeitenprognose.
Hierin staan de daadwerkelijk geprognostiseerde
in- en uitgaande kasstromen centraal.
In onderstaande tabel wordt een prognose
gegeven van de financieringsbehoefte die van
jaar op jaar zal ontstaan. Het onderste getal
geeft aan wat de maximaal verwachte behoefte
is voor aan te trekken langlopende leningen.
2015
2016
2017
2018
Saldo inkomsten en uitgaven (operatie)
29,5
29,5
29,5
29,5
Investeringen en grexen
-33,2
-29,1
-15,2
-1,2
Financiering (aflossing + rente van bestaande leningen)
-31,4
-27,6
-27,9
-38,4
Financieringsbehoefte einde jaar
35,1
27,2
13,7
10,3
Zoals te zien is heeft de gemeente op de
operatie (de periodiek terugkerende kosten en
inkomsten) een behoorlijke positieve cashflow.
Deze cashflow is jaarlijks ongeveer gelijk
maar zal in de komende begroting nog verder
verfijnd worden.
De positieve cashflow is groter dan begrotingssaldo, omdat bijvoorbeeld in de gemeentelijke
exploitatie de kapitaallasten als last worden
begroot, maar dit is geen daadwerkelijke
betaling vanaf de gemeentelijke bankrekening.
Deze positieve cashflow kan dus worden
ingezet om investeringen en grexen te
financieren, zodat er minder geleend hoeft
te worden.
Financieringsbehoefte einde jaar (in mln. Euro’s)
40
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
82
0
2015
2016
Met name in 2017 en 2018 wordt
geprognosticeerd dat de financieringsbehoefte
afneemt. Dit is een direct gevolg van het
gemeentelijk investeringsplan, dat een dalende
trend laat zien na de ‘boeggolf’ alsmede de
verwachting dat op de grondexploitaties in
2017 en 2018 positieve resultaten worden
gerealiseerd.
b. Leningenportefeuille
Om de ontwikkelingen binnen de leningenportefeuille zichtbaar te maken, wordt een
onderscheid gemaakt tussen opgenomen
langlopende leningen en verstrekte
langlopende leningen.
• Opgenomen langlopende leningen
Onder onderdeel a) is betoogd dat de financieringsbehoefte afneemt. Logisch gevolg is dan
ook, dat de behoefte om lange geldleningen
af te sluiten daarmee ook afneemt. In 2017
en 2018 is de prognose dat de langlopende
schuld van de gemeente zal afnemen.
• Verstrekte langlopende leningen
Er worden geen nieuwe langlopende
leningen verstrekt.
2017
2018
Ook in de jaren 2015 en 2016 is er een lagere
rentelast te zien ten opzichte van de meerjarenbegroting 2014. Dit heeft te maken met
een lager benodigd volume aan geldleningen
en ook de verder verlaagde rente waarmee
volgens de rentevisie lange financiering kan
worden aangetrokken (3,2% naar 2,7%).
Bovenstaande houdt in, dat de financieringsbehoefte moet worden bijgesteld zodra er
sprake is van een verandering in het aan te
trekken volume aan leningen, alsmede ontwikkelingen op de kapitaalmarkt met betrekking
tot de rente.
Verloop aangetrokken langlopende geldleningen (Bedrag x € 1 miljoen.)
Omschrijving
2012
2013
2014*
2015
2016
2017
2018
Beginstand
257,3
269,4
280,0
291,3
305,8
315,4
310,0
Nieuwe leningen
33,6
31,3
39,5
35,1
27,2
13,7
10,2
Reguliere aflossingen
-21,5
- 20,7
- 27,0
- 20,6
-17,7
-19,0
-30,0
Eindstand
269,4
280
291,3
305,8
315,4
310,0
290,1
*Verwachte eindstand ultimo 2014.
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
83
c. Financiële indicatoren
Er zijn drie nieuwe indicatoren toegevoegd:
Debt-ratio, Netto schuldquote en Netto schuld per
inwoner, dit op basis van de begrotingscirculaire
van de provincie waarin hierom werd gevraagd.
Als onderdeel van balanssturing kan in de
toekomst aan deze indicatoren, een normering
worden verbonden.
Wat houden de indicatoren in?
-Debt-ratio
De totale schuldomvang gedeeld door het
totale balanstotaal. Deze ratio geeft aan met
welk percentage de gemeente haar bezit
(gebouwen, gronden etc.) met schulden
heeft belast.
-Netto Schuldquote
De netto schuld (rentedragende schulden
minus liquide middelen) als aandeel van
de inkomsten. Deze quote geeft hoe de
verhouding schuld versus inkomsten is.
-Netto schuld per inwoner
De bezittingen van de gemeente afgezet
tegen de totale schulden, vervolgens gedeeld
door het aantal inwoners. Deze indicator
heeft vooral waarde als vergelijkingsmateriaal
tussen gemeenten.
Dit is de Europese methode om het
financieringssaldo te berekenen, in dit geval
van de gemeente. Het getal drukt uit de
bijdrage van de gemeente Schiedam aan
het landelijke tekort danwel overschot op
overheidsuitgaven en inkomsten in een
jaar. Het is een wettelijke verplichting om de
berekening van het saldo op te nemen in de
begroting. Deze berekening volgt hierna.
Realisatie
Begroting
Kengetal/indicator
2013
2014*
2015
2016
2017
2018
Aangetrokken langlopende leningen
per inwoner in Euro’s
3.528
3.808
3.988
4.108
4.020
3.745
Debt-ratio
80%
Netto Schuldquote
62%
Netto schuld per inwoner in Euro’s
5.013
EMU-saldo in miljoenen Euro´s
-25,3*
-22,1*
-24,2
-15,2
-1,4
1,4
* Prognose BERAP 2014
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
Berekening EMU-saldo begroting 2015
2014
2015
2016
2017
2018
+
1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging c.q.
onttrekking aan reserves
6.629
-722
5.404
4.692
4.733
+
2
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
5.965
6.996
7.046
7.400
8.684
+
3
Bruto dotaties aan de post voorzieningen
ten laste van de exploitatie
1.525
3.245
3.286
3.439
3.553
-
4
Investeringen in (im)materiële vaste activa
(te activeren)
33.984
32.017
34.365
23.225
14.255
+
5
Ontvangen bijdragen van andere
overheden, de EU en overigen, in mindering gebracht op de onder post 4 bedoelde investeringen
139
0
0
0
0
+
6
Desinvesteringen in (im)materiële vaste
activa
0
0
0
0
0
-
7
Aankoop van grond en de uitgaven aan
bouw-, woonrijp maken e.d.
12.176
14.885
14.817
10.790
5.685
+
8
Grondverkopen
9.974
13.401
18.481
17.302
4.516
-
9
Betalingen ten laste van de voorzieningen
200
200
200
200
200
-
10
Betalingen die niet via de onder post 1
genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves worden
gebracht en die nog niet vallen onder een
van bovenstaande posten.
0
0
0
0
0
-
11
Verkoop van aandelen
a. Gaat u deelnemingen en aandelen
verkopen?
0
0
0
0
0
b. Zo ja, wat is bij verkoop de te verwachten
boekwinst
0
0
0
0
0
-22,1
-24,2
-15,2
-1,4
1,4
Berekend EMU-saldo in miljoenen
Euro’s
§
84
Paragraaf Grondbeleid
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
85
In de paragraaf Grondbeleid komt elk jaar aan
bod hoe de gemeente het grondbeleid inzet om
de bestuurlijke doelen te bereiken. De toelichting
van het Besluit Begroting en Verantwoording
(BBV) stelt de volgende onderdelen verplicht:
-visie op het grondbeleid in relatie tot de
realisatie van de doelstellingen;
-een aanduiding van de wijze waarop de
gemeente het grondbeleid uitvoert;
-
de beleidsuitgangspunten omtrent de reserves
voor grondzaken in relatie tot de risico’s;
-een actuele prognose van de te verwachten
resultaten van de totale grondexploitatie;
-een onderbouwing van de geraamde
winstneming (indien van toepassing).
Grondbeleid streeft in het algemeen drie
doelstellingen na:
-het opheffen van het verschil tussen het
maatschappelijk gewenste ruimtegebruik en
het feitelijke ruimtegebruik;
-sturen op de kwaliteit van het ruimtegebruik
door te interveniëren op de grondmarkt en
door voorwaarden te stellen aan de
ontwikkeling van de grond;
-een eerlijke verdeling van kosten en baten
in gebiedsontwikkeling, zodat ook de minder
rendabele ontwikkelingen gerealiseerd.
Het college zet in op emancipatie en persoonlijke
ontwikkeling (sociale stijging) van Schiedammers
en op het maken van Schiedam tot een prettige
woon- en leefstad. In de Stadsvisie 2030 zijn
daarom tien hoofdopgaven beschreven,
die vertaald zijn naar de volgende
ruimtelijke opgaven:
- revitalisering van de binnenstad;
- de ontwikkeling van Schieveste;
-herstructurering van de woonwijken
Nieuwland, Groenoord en Oost;
-herstructurering van de bedrijventerreinen
’s-Graveland/Spaanse Polder en de
vernieuwing van Nieuw-Mathenesse;
-dubbel grondgebruik van het A4-tunneltracé
(sportpark);
-ontwikkeling van (een deel van) het
Harga-gebied en de noord-zuid-as.
1. Grondbeleid
Er zijn drie documenten vastgesteld die tot
grondbeleid gerekend worden:
- Nota Grondbeleid, Tijdvak 2010-2014 (‘Opmaat tot een kansrijk vernieuwend Schiedam’)
Dit is het document waarin de drie doelstellingen van het grondbeleid zoals
genoemd in de inleiding grotendeels
worden vertaald in beleid.
-Nota Gronduitgifte & Conversie 2007.
Hierin wordt onder andere per functie aangegeven of de gemeente de grond in eigendom
of in erfpacht uitgeeft en welke mogelijkheden
voor conversie worden geboden.
-Nota Grondprijzenbeleid
Hierin wordt beschreven op welke wijze de
gemeente de grondprijzen voor verschillende
functies als wonen, bedrijven enzovoort
bepaalt.
De verschillende nota’s van het grondbeleid
zijn toe aan herziening omdat diverse beleidsuitgangspunten onvoldoende aansluiten bij de
gestelde ruimtelijke doelstellingen of omdat zij
vanuit maatschappelijk opzicht ongewenst zijn.
In het Bestuurs- en beleidsakkoord 2014-2018 is
opgenomen dat het grondbeleid in ieder geval op
de volgende onderdelen wordt aangepast:
-er worden oplossingen opgenomen voor
overmatige canonverhogingen;
-bij gronduitgifte voor woningbouw wordt
eigendom het uitgangspunt, maar blijft
erfpacht mogelijk;
-er zal beleid worden geformuleerd waarbij
wordt geanticipeerd op aflopende afkoopcontracten bij woningen;
-de gemeente geeft bedrijven tien jaar voor
het aflopen van een erfpachtcontract
duidelijkheid over de toekomst;
-bij de aanpassing van het grondbeleid/
erfpacht blijft de gemeentelijke financiële
houdbaarheid het leidend kader.
Uiterlijk 31 december 2014 zal de nieuwe Nota
Grond in concept gereed zijn, waarin de huidige
nota’s Grondbeleid, Grondprijzenbeleid en
Gronduitgiftebeleid zullen worden geïntegreerd.
2. Uitvoering
Grondbeleid
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
86
Passief of actief grondbeleid?
De gemeente Schiedam voert primair een passief
grondbeleid, waarbij de gemeente vooral
particuliere ontwikkelingen probeert te faciliteren
voor zover zij voldoen aan de wensen en eisen
van de gemeente. De gemeente streeft er
daarbij naar om ten minste kostenneutraal te
werken en de kosten op ontwikkelende partijen
te verhalen. Als het nodig is kan actief grondbeleid worden toegepast, waarbij de gemeente
zelf tot ontwikkeling van de grond overgaat. In
dat geval wordt een grondexploitatie geopend.
Residuele grondwaardebepaling
Een ander belangrijk uitgangspunt is dat
grondprijzen voor de meeste functies residueel
worden bepaald. Daarmee wordt de marktconformiteit van de grondprijzen gewaarborgd
en wordt onder andere staatsteun voorkomen.
Residuele grondprijzen zijn echter gevoelig
voor marktontwikkelingen omdat verschillende
elementen (marktwaarde van het vastgoed,
bouwkosten etc.) van invloed zijn op de uitkomst van een residuele berekening. Daarom
monitoren we verschillende ontwikkelingen
zoals prijsontwikkelingen in de woning-,
kantoren-, en bedrijvenmarkt en rapporteren
we hierover in de Grondprijzenbrief.
Uitgifte grond in erfpacht
Momenteel worden de gronden voor de meeste
functies in erfpacht uitgegeven en zijn er in
bepaalde gevallen, waaronder woningbouw in
de vrije sector, mogelijkheden tot conversie. In
het Bestuurs- en beleidsakkoord 2014-2018
van het college is het voornemen uitgesproken
om het uitgiftebeleid op diverse punten te
herzien. Verderop in de tekst zal hierop
worden ingegaan.
Risicomanagement
Conform het huidige grondbeleid voert de
gemeente op alle grondexploitaties risicomanagement volgens een gestandaardiseerde
methode. De begroting van een grondexploitatie
in combinatie met een risicoanalyse geeft een
compleet beeld van het te verwachten financiële
resultaat. Het waarderen van een risico of
kans gaat als volgt: kans van optreden x
financieel effect = risico/kans. Als de kans van
optreden bij risico’s hoger is dan 50% wordt
deze in de begroting van de grondexploitatie
opgenomen. Kansen worden pas in de begroting
opgenomen als deze zijn gerealiseerd. Er
bestaat een sterke relatie tussen het saldo
van de voorziening ter dekking van de tekorten
op de grondexploitaties en het saldo van
de risicoreserve.
In het kader van het Meerjaren Perspectief
Grondexploitaties (MPG) wordt het totaal van
kansen en risico’s voor alle grondexploitaties
gesaldeerd en afgedekt door de gemeentebrede risicoreserve. Met de bestuursrapportage
of bij tussentijdse herzieningen wordt het saldo
van de risico’s geactualiseerd.
Opening grondexploitatie en herzieningsmomenten
Nieuwe grondexploitaties en tussentijdse
herzieningen worden met alle gevolgen voor de
gemeente voorgelegd aan het college en de
raad ter goedkeuring en vaststelling. Tekorten
op de grondexploitaties worden direct afgedekt
middels een voorziening. Jaarlijks worden de
grondexploitaties herzien, voorafgaand
aan de vaststelling van de jaarrekening. De
herzieningen maken deel uit van het MPG,
waarin ook wordt gerapporteerd over de
programma’s (Wonen, Economie en Binnenstad),
NIEGG’s (Niet In Exploitatie Genomen Gronden),
de grondexploitaties in ontwikkeling en de
overige ontwikkelingen. Soms is er aanleiding
om een grondexploitatie tussentijds te
herzien, bijvoorbeeld:
-er wordt afgeweken van het programma
van eisen;
-er is sprake van een afwijking van € 250.000
op of meer in de kosten of opbrengsten;
-er is sprake van een overschrijding van de
kosten of opbrengsten van meer dan 10%;
-er is sprake van een effect van € 250.000 of
meer op het resultaat (netto contant) van de
grondexploitatie.
3. Grondexploitaties
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
87
Momenteel zijn er 11 grondexploitaties actief.
Drie grondexploitaties vallen onder Programma
Binnenstad (Broersvest, Kop van de Singel,
Schieveste Fase 2). Drie grondexploitaties
vallen onder programma Wonen (Oranjeburgh,
Over het Water, Buurt 15). Vier grondexploitaties
vallen onder programma Economie (’s-Graveland
Zuid/Spaanse polder, ’s-Graveland Noord,
Nieuw-Mathenesse, Vijfsluizen). Eén grondexploitatie is weliswaar als zodanig vastgesteld,
maar omvat feitelijk alleen een vastgoedexploitatie (Vastgoed Ontwikkeling Binnenstad).
De gemeente zet verder nog in op de
ontwikkeling van verschillende gebieden in het
kader van het project Schiedam in Beweging.
Voor deze beoogde ontwikkelingen zijn geen
grondexploitaties geopend. De gemeente is
momenteel niet actief in deelnemingen. In een
deelneming neemt de gemeente gezamenlijk
met een andere partij risicodragend een
gebiedsontwikkeling ter hand.
In het MPG 2014 wordt de ontwikkeling van
Schieveste Fase 5 genoemd als een grondexploitatie in wording. De gemeente is hier
grondeigenaar en daarom is het openen van
een grondexploitatie een mogelijkheid. Verder
heeft de gemeente de gronden van de voormalige werf Gusto (Nieuw-Mathenesse) en de
Westmolenstraat benoemd als NIEGG’s (Niet
In Exploitatiegenomen Gronden). Voor deze
gronden bestaat een stellig voornemen (op
basis van een raadsbesluit) om op termijn een
ontwikkeling te starten.
Vooruitblik 2015
Op 24 juni 2014 heeft de gemeenteraad het
MPG 2014 voorafgaand aan de jaarrekening
vastgesteld. Het resultaat van alle grondexploitaties samen laat per 1-1-2014 een tekort
van € 24,4 miljoen zien. Het totale risicoprofiel
op de grondexploitaties bedraagt per 1-1-2014
ongeveer € 3,0 miljoen. Met de vaststelling van
het MPG 2014 is ook de jaarschijf 2015 voor
de grondexploitaties vastgesteld, welke als
uitgangspunt voor de primaire begroting 2015
dient. De gevolgen van tussentijdse besluiten
dienen hierin te worden verwerkt. Momenteel
is in 2015 aan investeringen inclusief rente en
kostenstijging een bedrag voorzien van € 13,6
miljoen en aan baten € 13,3 miljoen. Per saldo
neemt de boekwaarde in 2015 toe met iets
minder dan € 0,3 miljoen. Onderstaande tabel
laat zien dat na 2016 naar verwachting de
baten hoger zullen zijn dan de investeringen.
Investeringen gaan hier voor de baat uit.
Verloop boekwaarde grondexploitaties (bedragen x € 1 miljoenen)
Stand per 1 januari
2014
2015
2016
2017
2018
2019 e.v.
Programma Binnenstad
9,00
10,40
10,10
11,30
9,60
8,20
17,00
16,40
18,00
16,20
12,30
13,40
Programma Economie
8,30
11,80
10,50
5,90
3,40
-9,2
Vastgoedexploitatie Vastgoed
Binnenstad
0,30
-0,0
-0,0
-0,0
-0,0
-0,0
34,70
38,60
38,60
33,30
25,30
12,40
Mutatie boekwaarde
(t.o.v. voorgaand jaar)
3,90
0,00
-5,3
-8,0
-13,0
Rente + kostenstijging (R + K)
0,20
0,20
0,10
-0,1
-0,4
Mutatie boekwaarde (t.o.v. voorgaand jaar, incl. R + K)
4,00
0,20
-5,2
-8,1
-13,3
Programma Wonen
Binnen de grondexploitaties ligt momenteel de
focus in 2015 op het realiseren van de grondopbrengsten. Deze grondopbrengsten zijn
nodig om de reeds gemaakte kosten te dekken.
Een omvangrijk deel van de grondopbrengsten
moet worden gerealiseerd door heruitgifte in
erfpacht binnen de bedrijventerreinen. Naast
het realiseren van de grondopbrengsten ligt de
focus verder op het afsluiten, danwel heroverwegen van een aanzienlijk deel van de grondexploitaties. Voor een volledig overzicht van
afsluitingen en heroverwegingen is het MPG
te raadplegen.
Paragraaf Lokale Heffingen
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
88
In deze paragraaf wordt nader ingegaan
op de algemene uitgangspunten, de beleidsontwikkelingen, de voorgestelde tarieven en
opbrengsten voor de gemeentelijke belastingen
en heffingen in 2015, de lokale lastendruk en
het kwijtscheldingsbeleid.
1. Algemene
uitgangspunten
Richtinggevend voor de lokale lastenheffing
in 2015 zijn de uitgangspunten die volgen uit
het Bestuurs- en Beleidsakkoord Schiedam
2014-2018, het Kompas 2014-2018 en de
Zomernota 2015. Hieruit volgt dat de stijging
van de gemeentelijke lastendruk in de raadsperiode 2014-2018 wordt beperkt tot maximaal
het jaarlijkse inflatiepercentage, afgezien
van de besluiten die al zijn genomen over
bijvoorbeeld de kostendekkende rioolheffing
en afvalstoffenheffing.
Het jaarlijkse inflatiepercentage is conform
prijsindexcijfer afgegeven door het Centraal
Plan Bureau (CPB) in de Zomernota 2015
bepaald op 1,25%.
De totale belastingopbrengst van de gemeente
Schiedam, zoals opgenomen in de begroting
2015, bedraagt € 38,6 miljoen (ter vergelijking:
begroting 2014 38,3 miljoen). Hiervan is
€ 14,6 miljoen bestemd voor algemene dekking.
De overige belastingopbrengsten ad
€ 23,7 miljoen betreffen rechten en leges die
in rekening worden gebracht voor door de
gemeente verstrekte diensten.
2. Actuele beleidsontwikkelingen
2015
Onderstaand een overzicht van de beleidsontwikkelingen en de van het inflatiepercentage
afwijkende tarievenverhogingen. Voor genoemde
tarieven 2015 geldt dat dit voorlopige tarieven
zijn. Bij de vaststelling van de belastingverordeningen 2015, in het najaar van 2014,
worden de definitieve tarieven ter vaststelling
aan de raad aangeboden.
Afvalstoffenheffing
Bij de afvalstoffenheffing worden alle kosten van
beheer (o.a. inzameling, vervoer en verwerking)
van huishoudelijke afvalstoffen omgeslagen over
de Schiedammers. De tarieven worden berekend
door de kosten te delen door het aantal
huishoudens (een- en meerpersoons). Als
gevolg van de invoering van het tweewekelijks
inzamelen in laagbouwwijken zijn de kosten
van Irado ondanks de toegepaste correctie voor
inflatie licht gedaald in plaats van gestegen. Alle
kosten in aanmerking nemend, betekent dit voor
de tarieven een daling met 2,5% tot € 272,45
voor eenpersoonshuishoudens en € 322,55
voor meerpersoonshuishoudens. In de tarieven
is ook de te betalen BTW van in totaal
€ 1.759.000 opgenomen.
Met het voorstel van staatssecretaris Wiebes
(Financiën) over het mogelijk invoeren van een
stortbelasting is nog geen rekening gehouden. De
stortbelasting is lastenverzwaring voor
gemeenten via een belasting op het storten
en verbranden van restafval, met als totale
opbrengst € 100 miljoen per jaar. Deze belasting
leidt tot een stijging van de afvalstoffenheffing
voor de burger. De VNG heeft bij de staatssecretaris nogmaals aandacht gevraagd
voor een alternatief voor de invulling van
de stortbelasting.
Permanente wetgeving experimentenwet
Bedrijven Investeringszones (BIZ)
Op 1 januari 2009 is de experimentenwet
BedrijvenInvesteringszones (BIZ) in werking
getreden. Deze tijdelijke wet heeft een looptijd
tot 1 januari 2015. Een BIZ kan voor maximaal
vijf jaar worden ingesteld. De BIZ die op
bedrijventerrein Vijfsluizen op basis van deze
wet is ingesteld loopt per 1 januari 2015 af.
Naar verwachting (de Eerste Kamer moet nog
instemmen) zal de definitieve Wet op de
bedrijveninvesteringszones van kracht worden.
De initiatiefnemers voor de BIZ, de ondernemers,
willen naar verwachting graag weer van start
met een BIZ op 1 januari 2015. Hiervoor moet
de procedure tot het instellen van een BIZ, te
beginnen met een informele draagvlakmeting
bij de ondernemers, weer worden doorlopen.
De ‘nieuwe’ BIZ kan op basis van de nieuwe
wet voor maximaal vijf jaar worden ingesteld.
Leges
In beginsel worden de legestarieven verhoogd
met de inflatiecorrectie van 1,25%. Overigens
worden diverse legestarieven bij wet vastgesteld
of gemaximeerd (bijvoorbeeld paspoortleges).
Onroerende-zaakbelastingen (OZB)
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
89
WOZ- waarden en tarieven
In 2015 worden de aanslagen onroerendzaakbelastingen gebaseerd op een nieuwe
WOZ-waarde (peildatum 1 januari 2014).
De marktontwikkeling in Schiedam tussen
1 januari 2014 en 1 januari 2015 wordt
geschat op ongeveer minus 2% voor
woningen en minus 2 a 3% voor nietwoningen. Uitgangspunt is de primaire
begroting 2014 plus de inflatiecorrectie
van 1,25% en rekening houdend met extra
opbrengst door nieuwbouw. De daling van
de opbrengst (met de meeropbrengst van
€ 650.000) en de tarieven 2014 is,
aangezien het een incidentele meeropbrengst betrof en overeenkomstig het
voorstel tot wijziging van de Verordening
onroerendezaakbelastingen 2014 (VR
5/2014), niet meegenomen. Bij dalende
prijzen van onroerende zaken en dus
dalende WOZ-waarden moeten de tarieven
onroerendezaakbelastingen stijgen om de
geraamde opbrengst te realiseren.
Limitering OZB-tarieven
De enige limiet voor de OZB-tarieven is
de macronorm die door het Ministerie van
BZK wordt vastgesteld. Voor 2015 is de
macronorm vastgesteld op 3%. Bij overschrijding van de macronorm kan het Rijk
eventueel ingrijpen via een correctie op het
volume van het gemeentefonds.
Parkeerbelastingen
De gemeente heft in een deel van de stad
parkeerbelasting. Als deze niet of onvoldoende
wordt betaald, wordt een naheffingsaanslag
opgelegd. Het bedrag van die aanslag bestaat
voor het grootste deel uit een vergoeding
voor de kosten om de naheffing op te leggen.
De hoogte van deze kostenvergoeding moet
in een verordening worden vastgesteld. In
uitzondering op het algemene uitgangspunt om
maximaal de inflatiecorrectie van het CPB van
1,25% te hanteren zal in 2015 de maximaal
toegestane verhoging worden gehanteerd tot
€ 59,00 (2014 € 58,00; + 1,7%). De maximale
hoogte van de kosten wordt ministerieel
vastgesteld en het maximumbedrag is voor
Schiedam niet kostendekkend.
In januari 2015 zal het parkeerbelastingtarief
voor parkeren op straat niet worden verhoogd.
Hoewel de cumulatieve inflatie sinds de laatste
verhoging in 2012 per 2015 het bedrag van
€ 0,10 bereikt, zal deze in verband met de
vervanging van de parkeerautomaten niet op
1 januari 2015 worden ingevoerd. Het twee
maal op korte termijn aanpassen van alle
software die daarvoor nodig is, wordt als een
te groot risico gezien. Na de vervanging van
de parkeerapparaten zal een voorstel worden
gedaan, voor een tariefverhoging per
1 juli 2015.
De tarieven van de parkeervergunningen
zullen met de inflatiecorrectie van 1,25%
worden verhoogd met uitzondering van die
van de functionele bedrijfsparkeervergunning.
Dit tarief zal worden verlaagd.
Rioolheffing
In 2013 is het Gemeentelijk Rioleringsplan
2014-2018 (GRP) vastgesteld. Het GRP bevat
de financiële kaders voor het tarief. In genoemd
GRP is als uitgangspunt voor 2015 een stijging
van 3% tot € 222,14 opgenomen. In de tarieven
is ook de te betalen BTW van in totaal
€ 1.117.390 opgenomen.
Woonwagenrecht
In het in 2005 vastgestelde beleidsplan
Woonwagenzaken is bepaald dat het
woonwagenrecht wordt bepaald op het niveau
van de maximaal redelijke huurprijs van het
Woningwaar-deringssysteem (WWS) volgens
het Ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties. Deze huurprijzen stijgen
met 2,5%.
Een en ander resulteert voor belastingjaar
2015 in de volgende opbrengsten.
Tabel gemeentelijke heffingen Schiedam 2013-2014
Belasting/heffing
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
90
Bedragen x € 1.000
Geraamde
opbrengst
2014
Geraamde
opbrengst
2015
Toe- /afname
965
960
-5
1
1
0
Programma Overheid in Balans
Leges
KCC
Leges
Archief
Leges
Speelautomaten en bingo’s
15
15
0
Leges
Horecabeleid
12
12
0
Leges
Evenementenvergunning
7
7
0
Reclamebelasting
(binnenstad)
115
105
-10
BI-zone Vijfsluizen
107
107
0
Marktgelden
103
103
0
Programma economie in ontwikkeling
Belasting/heffing
Bedragen x € 1.000
Bedrijfsvoering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
91
Geraamde
opbrengst
2015
Toe- /afname
7.725
8.031
306
690
706
16
149
148
-1
Programma Ruimtelijke inrichting in samenhang
Rioolheffing
Financiering
Geraamde
opbrengst
2014
Woningen
Bedrijven
Reinigingsrecht
Leges
Wet bodembescherming
10
10
0
Leges
Huisvestingswet
13
13
0
Leges
Wabo
659
659
0
Leges
Splitsingsvergunningen
8
28
0
Woonwagenrechten
36
35
0
Afvalstoffenheffing
10.664
10.497
-167
Parkeerbelastingen
2.556
2.529
-27
2
2
0
Woonschepenrechten
24
24
0
Havengeld pleziervaartuigen
4
4
0
36
36
0
Eigenarenbelasting
10.962
11.123
161
Gebruikersbelasting
2.834
2.869
35
Hondenbelasting
413
418
5
Precariobelasting
156
158
2
Totalen
38.286
38.600
314
Leges
Leges
Verkeer (RVV- ontheffing)
Vastgoed
Programma Algemene dekkingsmiddelen
Onroerendezaakbelastingen
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
92
3. Ontwikkeling
gemeentelijke
woonlasten
(bron: COELO-atlas 2014)
Schiedam ten opzichte
van de rest van Nederland
De gemiddelde woonlasten in Nederland
bedragen in 2014 € 704 (2013: € 697). In
Schiedam bedroegen de woonlasten in 2013
€ 724 (2012 : € 718). Schiedam bekleedt
hiermee de 221e plaats in de COELOrangorde (in 2012 nam Schiedam de 228e
plaats in). Positie 417 in de COELO- rangorde
heeft de hoogste woonlasten.
Het gaat om de (bruto) woonlasten voor een
meerpersoonshuishouden: onroerendezaakbelasting, rioolheffing en reinigingsheffing
(in Schiedam betreft dit de afvalstoffenheffing).
Schiedam is hiermee een gemeente met
gemiddelde woonlasten.
Schiedam ten opzichte
van de regio
De positie die Schiedam inneemt in verhouding
tot de omliggende gemeenten, leidt wat de
meerpersoonshuishoudens betreft tot de
volgende vergelijking.
Tabel Schiedam ten opzichte van omliggende gemeenten naar brutowoonlasten
(COELO-atlas 2014)
Bruto woonlasten
meerpersoonshuishouden
COELO-positie (2014)
Capelle a/d IJssel
€ 615
40
Spijkenisse
€ 670
119
Vlaardingen
€ 688
146
Maassluis
€ 720
217
Schiedam
€ 724
221
Rotterdam
€ 738
251
Gemeente
4. Kwijtscheldingsbeleid
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
93
Schiedammers, en als gevolg van verruiming
van beleid Schiedammers die werken als
kleine zelfstandige met een inkomen op
bijstandsniveau, kunnen kwijtschelding
aanvragen voor de gemeentelijke belastingen.
De gemeente Schiedam verleent kwijtschelding
voor de afvalstoffenheffing (maximaal 90%
van het aanslagbedrag) en de onroerendezaakbelasting. Omdat de gebruikersbelasting voor
woningen is afgeschaft, komt kwijtschelding
van de onroerendezaakbelasting bijna niet
meer voor. Een eigen woning staat als
vermogen meestal kwijtschelding in de weg.
Bij het verlenen van kwijtschelding is de
gemeente gebonden aan de door de
Rijksoverheid vastgestelde regels en
voorwaarden. Binnen de regels van de
Rijksoverheid staat het de gemeente vrij om
zelf te bepalen in welke mate de kosten van
bestaan in aanmerking worden genomen.
Gemeenten hebben de mogelijkheid om de
kwijtscheldingsnormen hoger vast te stellen
dan de door het Rijk gehanteerde 90% van
de bijstandsnorm.
In Schiedam zijn de kwijtscheldingsnormen
gelijk aan (100% van) de van toepassing
zijnde bijstandsnormen. Daarmee biedt de
gemeente Schiedam maximale ruimte voor
kwijtschelding. Dit betekent dat 100% van het
inkomen op bijstandsniveau wordt vrijgelaten
bij de beoordeling of iemand in aanmerking
komt voor kwijtschelding. Hierdoor krijgen
mensen met een bijstandsuitkering en nagenoeg
geen vermogen volledige kwijtschelding. Het
tot nu gevoerde kwijtscheldingsbeleid wordt in
2015 voortgezet. Dit betekent dat de kwetsbare
groepen in de gemeente Schiedam een
beroep kunnen blijven doen op de mogelijkheden
voor kwijtschelding.
Tabel raming kwijtscheldingen
Heffing
Raming kwijtschelding 2013
Raming kwijtschelding 2014
Afvalstoffenheffing
€ 646.347
€ 686.329
Onroerende-zaakbelastingen
€ 10.000
€ 10.000
Paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
94
De gemeente heeft een groot aantal
kapitaalgoederen, zoals wegen, riolering,
groen, gebouwen en accommodaties voor
sport en recreatie. Deze kapitaalgoederen zijn
nodig om beleidsdoelen te realiseren en/of te
ondersteunen. Meerjarige onderhoudsplannen
voorzien in het structurele onderhoud van de
kapitaalgoederen, met als doel het in stand
houden van deze goederen.
In 2010 heeft de raad het MBOP voor de
buitenruimte voor de jaren 2011-2015 vastgesteld, hierna te noemen MBOP 2011-2015.
In de meerjarenonderhoudsplannen zijn de
projectmatige onderhoudskosten voor de
instandhouding van de openbare ruimte in
beeld gebracht. Het gaat daarbij om wegen,
openbaar groen, speelvoorzieningen, openbare
verlichting en verkeersregelinstallaties, binnenhavens en zeehavens. Het betreft groot onderhoud met als doel om het kwaliteitsniveau van
de buitenruimte op een vastgesteld niveau te
brengen en in stand te houden.
In de Zomernota 2015 is door het college aan
de raad toegezegd dat er een kadernota Meerjaren Beheer- en Onderhoudsplan (MBOP) zal
worden opgewerkt. Hierin zal een evaluatie
(voortgangsrapportage MBOP 2011-2015)
worden gegeven, een doorkijk naar de komende periode en nader ingegaan worden op de
sturing en verantwoording van het MBOP.
De sturing en verantwoording zal gaan gebeuren
op basis van een samenhangende visie en
reële planning.
De kwaliteitskeuzes voor wegen, bruggen,
groen, openbare verlichting, en kades zullen
zoals ook bij het opstellen van het gemeentelijk rioleringplan is gebeurd, ter vaststelling aan
de gemeenteraad worden voorgelegd.
Beleidsnota’s
Openbare ruimte:
Meerjaren Beheer en Onderhoudsprogramma
(MBOP 2011 – 2015), Speelruimteplan,
Bomennota Schiedam, Waterplan Visie 2006
– 2015, Gemeentelijk rioleringsplan Schiedam (GRP 2014-2019), Visie openbare ruimte
Schiedam –structuur op stadsniveauseptember 2009 + uitwerkingen.
Gebouwen:
Nota Vastgoedbeheer en –ontwikkeling
Schiedam (VR46-2011), Verbeterplan Vastgoed
(VR 121-2011)
Sportaccommodaties:
Maatschappelijk geaccepteerde sportnormen
van NOC*NSF en de VNG, Wet hygiëne en
veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (Whvbz), het Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden
(Bhvdz), Waterleidingbesluit (beheersing van
onder andere legionella), Meerjaren Beheer
en Onderhoudsplan.
Overzicht kapitaalgoederen
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Kapitaalgoederen
Exploitatie
Investering
Wegen
Exploitatie € 0,5 miljoen
Investeringen € 8,7 miljoen
Vaste en beweegbare bruggen
Exploitatie € 0,07 miljoen
Investeringen € 1,9 miljoen
Openbaar groen
Exploitatie € 1,1 miljoen
n.v.t.
Binnenhavens
Exploitatie € 0,9 miljoen
Investeringen, inclusief Lange Haven € 7,3 miljoen
Zeehavens
Exploitatie € 1,3 miljoen
n.v.t.
Gebouwen in permanent bezit
Kosten dekking vanuit Verbeterplan Vastgoed, verkoop vastgoed en verhuur.
n.v.t.
Gebouwen in tijdelijk bezit
Vrijwel alle gebouwen zijn ondergebracht in GREXen. Kosten komen ten laste van de desbetreffende
grondexploitaties.
n.v.t.
Binnensportaccommodaties
Exploitatie € 1,4 miljoen
Het budget is voor de betaling van de exploitatievergoedingen aan Optisport en Primo en er is budget
voor groot bouwkundige onderhoud.
n.v.t.
Buitensportaccommodaties
Exploitatie € 0,8 miljoen
n.v.t.
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
95
Investeringsplannen
Naast een toelichting op het onderhoud van
kapitaalgoederen, worden met de begroting
de nieuwe kredieten, dan wel aanvullingen op
eerder verleende kredieten geaccordeerd. In
deze uiteenzetting wordt afzonderlijk aandacht
besteed aan de investeringen, onderscheiden
in investeringen met een economisch nut en
investeringen in de openbare ruimte met een
maatschappelijk nut (BBV art. 20, lid 2b).
Beleidsnota’s
Voor het opstellen van de investeringsplannen
2015 wordt het kader gevormd door de
volgende regelgeving:
•Het Besluit Begroting en Verantwoording
(BBV) gemeenten, artikelen 59 t/m 65.
•De Financiële verordening gemeente
Schiedam 2009.
•De Nota Investeren, waarderen en
afschrijven 2014.
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
96
De investeringen en de
programmabegroting 2015
Van onderstaande projecten (zie tabel) zijn
de kapitaallasten van de investeringsbedragen
(kredieten) integraal opgenomen in de
Programmabegroting 2015 en meerjarig
doorgerekend in de Meerjarenraming
2016-2018. In overeenstemming met de
geldende regelgeving is voor de investeringsplannen in het overzicht ook een investeringplanning gemaakt.
Met de kapitaallasten van de jaarschijven
na 2015 is meerjarig in de begroting reeds
rekening gehouden. Echter, de kredietvotering
zelf dient met het vaststellen van de begroting
jaarlijks plaats te vinden. Omdat ervan wordt
uitgegaan, dat eenmaal opgestarte projecten
niet na één jaar kunnen worden stopgezet,
wordt voorgesteld nieuwe kredieten te voteren
voor het totale bedrag van de investering,
ook als de uitgaven worden gespreid over
meerdere jaren.
Door de vaststelling van de begroting gaat de
raad akkoord met de in deze uiteenzetting
opgenomen investeringen en de daaruit
voortvloeiende lasten, die in de desbetreffende
programma’s zijn opgenomen (zie kolom ‘te
voteren 2015’ in de tabel).
De investeringsplannen voor
2015
In dit overzicht zijn de nieuwe investeringen
voor het jaar 2015 vermeld. Het gaat om de
volgende investeringen:
De raad voteert het krediet meerjarig, de daadwerkelijke investeringsuitgaven kunnen
gespreid over de jaren plaatsvinden. Na
voteren door de raad mag het college
verplichtingen aangaan voor de desbetreffende
kredieten. In de loop van het begrotingsjaar
2015 kunnen investeringsplannen, die thans
nog niet voorzienbaar zijn of nog niet rijp zijn
voor besluitvorming door de raad, separaat
worden voorgelegd aan de raad. Zo’n voorstel
aan de raad dient te worden vergezeld met
een structureel sluitende begrotingswijziging,
waarin de baten en lasten voortvloeiende uit
de investering zijn opgenomen.
Het college stelt voor om het totaal van de in
de begroting 2015 te voteren investeringsplannen
vast te stellen op een bedrag van € 32.016.700
(jaarschijf 2015).
Investeringen met een meerjarig maatschappelijk
nut in de openbare ruimte.
•Investeringen, gerelateerd aan het
Meerjaren Beheer en Onderhoudsprogramma
Openbare Ruimte, waardoor deze investeringen in het programma Ruimtelijke
Inrichting in samenhang vallen.
Investeringen met een economisch nut:
•Kredieten in het kader van het gemeentelijk
rioleringsplan, eveneens behorend tot
het programma Ruimtelijke Inrichting
in samenhang;
•Een tweetal investeringen in de bouw
van scholen, behorend tot het programma
Mens en stad in beweging;
• Investeringen in ICT-hardware, ondergebracht
bij de Algemene dekkingsmiddelen.
De kredieten Meerjaren Beheer en Onderhoudsprogramma Openbare Ruimte (MBOP BOR)
zijn volgens een realistischer planning in de tijd
gezet. Dat leidt tot een latere uitvoering en dus
tot een latere afschrijving.
In de tabel is de liquiditeitsplanning aangegeven.
Met andere woorden: de planning van de
uitgaven, verdeeld over de jaren, waarbij gelijk
duidelijk is in welk jaar een project gereedkomt.
De kapitaallasten voor 2015 zijn in de
begroting 2015 verwerkt. Er is geen sprake
van bijdragen van derden (bv. van de stadsregio
of de provincie) voor deze investeringen.
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
97
Omschrijving
Totaal
Reeds
Te voteren
Liquiditeitsplanning
Bedragen x € 1.000
krediet
gevoteerd
2015
2015
2016
2017
2018
Programma Ruimtelijke inrichting in samenhang
Bestaande kredieten BOR
Asfalteren regionale fietspaden
M
462
462
-
92
-
-
-
Buurtwegen Oost fase 1+2+3
M
1.000
1.000
-
166
-
-
-
Aanleg fietspad 's-Gravelandseweg
(van Algerastraat tot De Brauwweg)
M
457
457
-
229
92
-
-
Hoekselijn (2014)
M
1.000
-
-
-
750
250
-
Reconstructie/herinrichting Beatrixlaan
M
700
700
-
147
-
-
-
Reconstructie/ophoging Kethel Oost Landschapsbuurt
M
2.687
122
2.565
1.330
884
23
-
Buurtwegen Boerhaavelaan: 30 km/uur maatregelen
M
1.000
1.000
-
180
-
-
-
Buurtwegen Lorentzlaan: 30 km/uur maatregelen
M
1.000
1.000
-
200
-
-
-
Verkeersregelinstallaties
M
105
105
-
13
-
-
-
Herstel kademuur Schie thv Boterstraat
M
43
43
-
3
-
-
-
Herstructurering Mathenesse
M
4.000
4.000
-
1.000
-
-
-
Herstel kades Lange Haven (2013)
M
18.810
18.810
-
6.100
6.100
5.921
-
31.264
27.699
2.565
9.459
7.826
6.194
Totaal bestaande kredieten BOR
Kredieten MBOP BOR
Ophogen Botenbuurt
M
5.692
3.332
2.360
3.223
2.119
-
-
Asfalteren 's-Gravelandseweg van bocht
Spijkerstraat t/m Poldervaart
M
1.469
1.469
-
774
-
-
-
Ophogen Dr. Zamenhofstraat
M
770
770
-
-
-
117
653
Wegen Hoofdstraat/Nieuwe Haven
(project Rivier naar Stad)
M
543
543
-
359
168
-
-
Vervangen brug en landhoofden Ooievaarsbrug
M
2.750
2.750
-
453
2.265
25
-
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
98
Omschrijving
Totaal
Reeds
Te voteren
Liquiditeitsplanning
Bedragen x € 1.000
krediet
gevoteerd
2015
2015
2016
2017
2018
Ophogen Kastelenbuurt
M
1.249
1.249
-
119
908
425
-
Wegen West 2
M
3.932
3.932
-
-
291
384
686
Wegen West 1
M
3.437
3.437
-
476
1.432
1.422
100
Vervangen complete brug Rolbrug
M
1.171
1.171
-
1.065
7
-
-
Vervangen openbare verlichting armaturen 2015
M
140
140
-
140
-
-
-
Vervangen openbare verlichting masten 2015
M
250
250
-
250
-
-
-
Vervangen openbare verlichting armaturen 2016
M
144
144
-
-
144
-
-
Vervangen openbare verlichting masten 2016
M
257
257
-
-
257
-
-
Vervangen openbare verlichting armaturen 2017
M
144
144
-
-
-
144
-
Vervangen openbare verlichting masten 2017
M
257
257
-
-
-
257
-
Vervangen openbare verlichting armaturen 2018
M
144
144
-
-
-
-
144
Vervangen openbare verlichting masten 2018
M
257
257
-
-
-
-
257
Reconstructie Broersveld
M
650
650
-
613
20
-
-
Vervangen Westerhavenbrug
M
750
750
-
375
-
-
-
Reconstructie Bijdorpplein
M
436
-
436
-
-
21
415
Reconstructie toegang centrum Oost
M
629
-
629
-
93
531
5
Reconstructie Havenstraat
M
334
-
334
-
16
315
3
Reconstructie Hof van Spaland en Bachplein zuid
M
1.145
-
1.145
-
169
943
33
Reconstructie Minister Donkerstraat en Van
Heuven Goedhartstraat
M
616
-
616
-
30
354
232
Reconstructie Singelbuurt en Archimedesplein
M
1.054
-
1.054
104
304
438
208
Reconstructie/herstraten Van Swindenstraat,
Voltastraat, Ampèrestraat
M
431
-
431
64
363
4
-
Reconstructie Havendijk
M
1.000
-
1.000
49
581
370
-
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
99
Omschrijving
Totaal
Reeds
Te voteren
Liquiditeitsplanning
Bedragen x € 1.000
krediet
gevoteerd
2015
2015
2016
2017
2018
Reconstructie Johann Straussplein en Vivaldilaan
M
1.183
-
1.183
175
982
26
-
Reconstructie Mgr. Nolenslaan
M
1.689
-
1.689
982
707
-
-
Reconstructie Prof. Aalberselaan
M
1.246
-
1.246
-
-
186
1.060
Reconstructie Westerkade (bij Nassaulaan)
M
562
-
562
561
1
-
-
Reconstructie Nieuwsticht (bij Bakkershaven)
M
1.442
-
1.442
210
1.227
5
-
Ophogen Ambachtenbuurt Noord
M
3.867
-
3.867
-
239
1.638
1.990
Ophogen Van Limburg Stirumstraat e.o.
M
472
-
472
-
-
79
393
Ophogen Royaardsplein
M
736
-
736
-
109
621
6
Ophogen Sveadal
M
4.631
-
4.631
-
318
1.590
2.723
Renovatie kademuur achter Tuinlaan 60-62
M
304
-
304
21
272
11
-
Reconstructie Hooikade
M
982
-
982
110
863
9
-
Herinrichting Korte Haven
M
363
-
363
54
306
3
-
Voorbemetseling kademuur Buitenhaven
M
1.531
-
1.531
-
153
1.372
6
Kademuur Noordvestgracht naast molens
M
500
500
-
389
11
-
-
Vervangen oever Schie achter woningen Boterstraat
M
1.895
1.895
-
-
43
-
-
Wegen West 3
M
600
-
-
-
-
-
-
51.654
24.041
27.013
10.566
14.398
11.290
8.914
Totaal kredieten MBOP BOR
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
Omschrijving
Totaal
Reeds
Te voteren
Liquiditeitsplanning
Bedragen x € 1.000
krediet
gevoteerd
2015
2015
2016
2017
2018
Kredieten GRP 2015 - 2018
reeds gevoteerd
Riolering Kethel-Oost
E
1.174
1.174
0
450
506
0
0
Riolering Botenbuurt
E
960
960
0
1.199
23
0
0
Riolering de Drie Lanen
E
700
700
0
140
0
0
0
Vervangen DWA pompen gemaal Marconi
E
500
500
0
100
0
0
0
Ophogen Kastelenbuurt (riolering)
E
1.200
1.200
0
203
817
165
0
Reconstructie Schrijversbuurt West 1 (riolering)
E
552
552
0
7
233
235
13
Herstraten Mgr. Nolenslaan (riolering)
E
1.200
1.200
0
516
478
0
0
Vervangen Ooievaarsbrug (riolering)
E
268
268
0
53
182
0
0
Renovatie speelvoorzieningen Lisztplein (riolering)
E
94
94
0
3
0
0
0
Herbestraten Broersveld (riolering)
E
178
178
0
119
1
0
0
Wateroverlast 2014-2018 (riolering)
E
2.875
2.875
0
575
575
575
575
Pompen vervangen 2014-2018 (riolering)
E
560
560
0
112
112
112
112
Extra milieumaatregelen (riolering)
E
1.050
1.050
0
210
210
210
210
Nieuwe Damlaan (riolering)
E
500
500
0
50
400
0
0
Van Maanenstraat (riolering)
E
93
93
0
80
2
0
0
Riolering nog te voteren
E
0
0
0
299
577
2.819
3.206
11.904
11.904
0
4.116
4.116
4.116
4.116
4.375
4.375
-
875
875
875
875
99.197
68.019
29.578
25.017
27.215
22.475
13.905
Totaal kredieten GRP 2015 - 2018
Kredieten VROM startersleningen
§
100
VROM startersleningen
Totaal kredieten programma
Ruimtelijke inrichting in samenhang
E
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
101
Omschrijving
Totaal
Reeds
Te voteren
Liquiditeitsplanning
Bedragen x € 1.000
krediet
gevoteerd
2015
2015
2016
2017
2018
Programma Mens en stad in beweging
Integraal kindcentrum Groenoord
E
6.700
-
6.700
6.700
-
-
-
Vervangende Nieuwbouw Mavo XL Schravenlant
E
7.000
-
-
-
7.000
-
-
13.700
-
6.700
6.700
7.000
-
-
Totaal kredieten programma
Mens en stad in beweging
Algemene dekkingsmiddelen
Kredieten MBOP I&A
Vervangen switches/firewall
E
300
-
300
300
-
-
-
Vervangen Novell/VMWare servers
E
150
-
-
-
150
-
-
Vervanging vaste telefonie
E
150
-
-
-
-
150
-
Vervanging opslagsysteem en back-upsysteem
(storage)
E
600
-
-
-
-
600
-
Vervanging UNIX servers
E
350
-
-
-
-
-
350
Vervanging personal computers, laptops, tablets
E
500
-
-
-
-
-
-
Vervanging switches / firewall
E
300
-
-
-
-
-
-
Totaal investeringen MBOP I&A
2.350
-
300
300
150
750
350
Totaal kredieten Algemene dekkingsmiddelen
2.350
-
300
300
150
750
350
Totaal Investeringen (openstaande kredieten)
115.247
68.019
36.578
32.017
34.365
23.225
14.255
M = Investeringen met maatschappelijk nut
E = Investeringen met economisch nut
Paragraaf Verbonden par tijen Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
102
De gemeente Schiedam heeft bestuurlijke en
financiële belangen in een aantal verbonden
partijen (rechtspersonen) die een deel van het
gemeentelijke beleid uitvoeren. De paragraaf
Verbonden partijen geeft inzicht in deze
participaties. Dit inzicht is verplicht op
grond van het BBV.
De uitvoeringsorganisatie Stroomopwaarts
gaat pas (naar verwachting) per 1 januari 2015
van start en is daarom nog niet in de tabel
gemeenschappelijke regelingen opgenomen.
Daarnaast wordt ten behoeve van de kennisuitwisseling, innovatie, belangenbehartiging,
vergroting efficiency en financiële middelen
samengewerkt met andere steden. De
beschrijving van deze samenwerking is niet
verplicht (volgens het BBV) maar draagt wel
bij aan het totaalbeeld van de samenwerkingsrelaties. Deze paragraaf wordt afgesloten
met een beschrijving van deze
samenwerkingsrelaties.
1. Visie op
verbonden partijen
Het oprichten van of het deelnemen in verbonden
partijen kan een manier zijn om bepaalde
publieke taken uit te voeren. Dit kunnen privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties zijn
waarin de gemeente juridisch participeert en een
bestuurlijk en een financieel belang heeft. Onder
bestuurlijk belang wordt zeggenschap verstaan,
hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het
bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Onder
financieel belang wordt verstaan dat de gemeente
aan de verbonden partij risicodragende financiële
middelen ter beschikking heeft gesteld.
Er wordt onderscheid gemaakt in:
•Deelnemingen: participaties in naamloze of
besloten vennootschappen via aandelenbezit;
•Gemeenschappelijke regelingen: samenwerkingsverbanden tussen openbare lichamen;
•Overige verbonden partijen waarin de
gemeente een bestuurlijk of een financieel
belang heeft.
Voor nieuwe participaties gelden de wegingskaders die vermeld staan in de Kadernota
verbonden partijen (2005). Hierbij geldt – in
overeenstemming met artikel 160 lid 2 van de
Gemeentewet – een voorkeur voor de publiekrechtelijke vorm als daarmee hetzelfde resultaat
kan worden bereikt.
2. Beleidsvoornemens/
ontwikkelingen
2015
Voor 2015 worden wijzigingen in de bestaande
participaties en/of nieuwe participaties verwacht.
Aangesloten zal worden op actuele
ontwikkelingen in de samenleving, het rijksbeleid,
de maatschappelijke opgaven van de stad
en de veranderende rol van de gemeentelijke
overheid daarbij. Beleidsvorming en eindverantwoordelijkheid blijven bij de gemeente
maar de uitvoering wordt in principe door
anderen gedaan (regiegemeente). De vorm
van samenwerking kan verschillen. Bijvoorbeeld in een gemeenschappelijke regeling met
andere gemeenten, een publiek-private
samenwerking of door het outsourcen van
taken. De samenwerking met de gemeenten
Vlaardingen en Maassluis op het gehele sociale domein en de bedrijfsvoering zal plaatsvinden op basis van een gemeenschappelijke
regeling. Voor de uitvoering van het programma
Schiedam in beweging zal de gemeentelijke
regiefunctie vorm gegeven worden in een
publiek-private samenwerkingsvorm.
Voor inhoudelijke ontwikkelingen bij gemeenschappelijke regelingen wordt verwezen naar
de toelichtingen bij de betreffende programma’s.
Specifiek ten aanzien van de Metropoolregio
Rotterdam Den Haag kan worden vermeld
dat de vorming hiervan dichterbij is gekomen
doordat de Tweede Kamer op 4 juli 2014 de
intrekkingswet Wgr-plus heeft aangenomen.
De wet treedt naar verwachting op 1 januari 2015
in werking nadat ook de Eerste Kamer daarmee
heeft ingestemd. Daarmee zal dan een einde
komen aan de wettelijk verplichte samenwerking
van de gemeenten binnen het stadsgewest
Haaglanden en de stadsregio Rotterdam.
Voor wat betreft de ontwikkelingen bij vennootschappen valt het volgende te melden.
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
103
•Eneco Holding N.V. – In het dossier
‘gedwongen splitsing’ heeft in oktober 2013
het Europese Hof van Justitie in Luxemburg
uitspraak gedaan op de ‘prejudiciële vraag’
van de Hoge Raad over de verenigbaarheid
van de splitsingswet met het Europees
recht. Het arrest van het Europese Hof van
Justitie biedt ruimte aan de Hoge Raad om
zich alsnog tegen splitsing uit te spreken als
zij vindt dat de splitsing de ‘nagestreefde
doelstellingen’ onvoldoende bereikt. Naar
verwachting zal een definitieve uitspraak
nog enige tijd duren.
Over de toekomstige rol en positie van de
gemeenten als aandeelhouders van Eneco
wordt verschillend gedacht. De aandeelhouderscommissie bereidt hierover een
advies aan de algemene vergadering van
aandeelhouders voor.
• B.V. Gemeenschappelijk Bezit Evides (GBE)
– GBE bezit 50% van de aandelen in Waterbedrijf Evides. De andere 50% zijn in bezit
van N.V. DELTA (Nutsbedrijven) te Middelburg.
In de Drinkwaterwet zijn als kernpunten
geformuleerd het publieke eigendom van
de drinkwaterbedrijven, het borgen van de
waterkwaliteit en maatschappelijk en
verantwoord ondernemerschap.
• N.V. ONS Houdstermaatschappij (ONS) –
De activiteiten van de vennootschap zijn
nagenoeg afgebouwd en bestaan alleen nog
uit het zo spoedig mogelijk verkopen van de
laatste bedrijfsonderdelen en beheer van het
vermogen. Zodra verkoop is gerealiseerd kan
opheffing van de vennootschap plaatsvinden.
•N.V. IRADO - Schiedam en Vlaardingen
houden beide 50% van de aandelen. IRADO
is onder meer actief in Schiedam, Vlaardingen,
Lansingerland en Rozenburg. Medio 2015
loopt het inzamelcontract met Lansingerland
af en dit zal niet worden verlengd.
•N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) –
De bank is eigendom van gemeenten,
provincies en de Staat der Nederlanden.
Door het verscherpte toezicht op de bankensector (Basel-III-richtlijnen) moet het eigen
vermogen worden versterkt.
3. Risicomanagement
Verbonden Partijen
De gemeente loopt als aandeelhouder of deelnemer in een verbonden partij bestuurlijke en/
of financiële risico’s. Daarvoor is voortdurend
aandacht. In de hierna volgende tabellen is
per verbonden partij het risico op basis van de
meest recente informatie uitgedrukt volgens
de ‘stoplichtenmethode’. De deelnemingen in
nutsbedrijven en de BNG leveren nauwelijks
risico’s op behoudens mutaties in het te
ontvangen dividend. Voor gemeenschappelijke
regelingen en overige verbonden partijen zijn
geen specifieke reserves of voorzieningen
aanwezig. De volgende middelen zijn
beschikbaar voor algemene risico’s.
• Algemene risicoreserve - Per ultimo 2013 is
een algemene risicoreserve deelnemingen
aanwezig ter grootte van € 274.000.
•AVR – Bij de verkoop van de aandelen N.V.
AVR zijn door de aandeelhouders garanties
en vrijwaringen afgegeven. Hiervoor is per
ultimo 2013 een voorziening aanwezig van
€ 3,1 miljoen. Dit geldt voor de periode
2006-2016.
De noodzakelijke hoogte van bestaande
voorzieningen wordt jaarlijks beoordeeld
en zo nodig bijgesteld. Verder wordt, zodra
een nieuw verlies concreet wordt, een
voorziening getroffen.
4. Verbonden
Partijen gemeente
Schiedam
In het navolgende wordt een overzicht
gegeven van alle partijen waarmee de
gemeente Schiedam een verbintenis is
aangegaan die valt onder de paragraaf
Verbonden Partijen. Er is onderscheid
gemaakt in:
• deelnemingen;
• gemeenschappelijke regelingen;
• overige verbonden partijen.
In de laatste kolom van de tabellen is van iedere
verbonden partij in de vorm van de ‘stoplichtenmethode’ op basis van de meest recente
informatie aangegeven wat het huidige risico is
voor de gemeente. Risico heeft in dit verband
betrekking op financiële, bestuurlijke en
informatieverstrekkende risico’s voor de
gemeente. Hierbij staat ‘groen’ voor weinig of
geen risico, ‘oranje’ voor enig risico en ‘rood’
voor risicovol. Van deelnemingen en gemeenschappelijke regelingen ontvangt de gemeente
als deelnemer jaarstukken. Op basis van deze
stukken worden het nettoresultaat over het jaar
2013 van de deelneming c.q. de geraamde
bijdrage 2015 aan de gemeenschappelijke
regeling en het eigen en vreemd vermogen
ultimo 2013 c.q. 2015 (prognose) vermeld. Voor
zover er bij overige verbonden partijen sprake
is van een gemeentelijke subsidie, is zoveel
mogelijk het subsidiebedrag van 2013 vermeld.
5. Stedelijke
samenwerking
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
104
Samenwerking in regionaal verband
De te verwachten wetswijziging per
1 januari 2015 maakt de weg vrij voor een
nieuw samenwerkingsverband tussen 24
gemeenten in de Metropoolregio Rotterdam
Den Haag. Het doel van deze nieuwe
samenwerking is het creëren van werkgelegenheid voor alle lagen van de bevolking:
banen voor hoogopgeleiden, maar ook in de
productie en faciliterende sectoren van de
economie. Schiedam heeft van oudsher een
relatief hoog aandeel in de regionale
werkgelegenheid en behoort tot de economische
kerngebieden van de ‘oude’ stadsregio
Rotterdam en straks van de Metropoolregio.
Schiedam heeft daarom groot belang bij
behoud en kwalitatieve uitbreiding van
de werkgelegenheid.
Participatie in G32
Ook in de nieuwe bestuursperiode blijft
Schiedam actief in het stedennetwerk van de
G32. Voor kennisdeling, lobby en belangenbehartiging heeft Schiedam veel baat bij het
participeren in het G32-stedennetwerk. Zowel
voor het Rijk als de VNG blijft dit G32-netwerk
een belangrijke gespreks- en samenwerkingspartner. Daarmee is het voor Schiedam
een belangrijk platform op het gebied
van de kennisdeling en gezamenlijke
belangenbehartiging.
Participatie in Europa
Sinds 2008 is Schiedam actief in het Europese
netwerk voor middelgrote steden Eurotowns.
Was Eurotowns oorspronkelijk vooral een
actief netwerk voor het uitwisselen van informatie
en best practices, inmiddels biedt het netwerk
tevens een uitstekend platform voor
internationale samenwerking. Meer dan 60%
van de Nederlandse regelgeving vindt zijn
oorsprong in Brussel. De Europese Commissie
realiseert zich meer en meer dat de steden
de motor zijn van de Europese economie.
Daarom wordt in de komende periode een
European Urban Agenda opgesteld, om zo de
stedelijke dimensie van het Europese beleid
een structurele basis te geven. De stem van
middelgrote steden is hierbij van groot belang,
omdat middelgrote steden belangrijk zijn voor
de werkgelegenheid en het dienstenaanbod.
Als lid van Eurotowns kan Schiedam hieraan
een bijdrage leveren. Deze Urban Agenda
geeft ons aanleiding om ons ook binnen
Eurotowns breder te oriënteren. Eurotowns
geeft Schiedam toegang tot een groot aantal
steden met vergelijkbare grootstedelijke
opgaven, waarmee we kunnen samenwerken
en waarvan we veel kunnen leren. Tevens
vergroot Schiedam hiermee de kansen om
toegang te krijgen tot Europese fondsen. Ook
in het kader van de Europese fondsen wil
Schiedam zich manifesteren en zich via haar
sterke punten profileren: sterke offshore, groot
werkgelegenheidsaanbod, centrale ligging, het
grootste historische centrum in de stadsregio
en de potentie van de Schie.
Overzicht bestuurlijke vertegenwoordiging
stedelijke samenwerking
Stedelijke samenwerking
Belang
Vertegenwoordiging
Metropoolregio
Behoud en kwalitatieve uitbreiding
werkgelegenheid
Burgemeester in het Bestuursforum
Metropoolregio Rotterdam
Den Haag
G32
Kennisuitwisseling, belangenbehartiging en beleidsinnovatie
Portefeuillehouders college In de 3
pijlers en in het algemeen bestuur
van de G32
Eurotowns
Internationale samenwerking, imagoversterking, kennisuitwisseling,
verwerving EU-subsidies
Burgemeester (vice-voorzitter)
Eurotowns
Burgemeester namens VNG in
Comité van de Regio’s en CEMR
(Council of European Municipalities
and Regions)
Tabel deelnemingen gemeente Schiedam begroting 2015
Bedrijfsvoering
Naam / datum
en nummer
oorspronkelijk
besluit tot
deelname
Vestigingsplaats
Percentage
aandelenkapitaal
(zeggenschap)
Nominaal
bedrag
deelname
(financieel
belang)
Nettoresultaat
deelneming
over het
boekjaar
2012
Eigen en
vreemd
vermogen
deelneming
per
31-12-2013
(voor winstverdeling)
Activiteiten /
doelstelling
van de deelneming /
publiek
belang
Ontvangen
dividend
in 2013
In de
begroting
2014
geraamd
dividend
In de
begroting
2015
geraamd
dividend
Risicoanalyse
volgens de
stoplichtenmethode
N.V. ENECO
6-12-1993
VR 1993-253
Rotterdam
1,03%
€ 5.137.300
€ 241 miljoen
E.V. € 4.593
miljoen
V.V. € 4.610
miljoen
Productie,
handel en
distributie van
energie c.a.
€ 1.204.183
€ 1.150.000
€ 1.150.000
Groen
B.V. Gemeenschappelijk
Bezit Evides
25-10-1993
VR 1993-207
Rotterdam
3,88%
€ 3.589
€ 27,6 miljoen
E.V. € 228,8
miljoen
V.V. € 1,5
miljoen
Deelname
(50%) in
N.V. Evides;
drinkwaterproductieen distributie
€ 983.120
€ 650.000
€ 650.000
Groen
N.V. ONS
Houdstermaatschappij
28-1-1991
VR 1991-35
Schiedam
100%
€ 6.375.000
€ 1,6 miljoen
E.V. € 11,1
miljoen
V.V. € 3,0
miljoen
Holding van
enkele
deelnemingen
in energie- en
warmte/koudebedrijven.
€0
€0
€0
(Te ontvangen
dividenden
dienen ter
afwikkeling
van balansposten).
Oranje
(zie ook
Paragraaf
Weerstandsvermogen)
N.V. IRADO
4-11-2010
VR 2010-99
Schiedam
50%
€ 450.000
(boekwaarde =
€ 5.328.500)
€ 2,2 miljoen
E.V. € 16,0
miljoen
V.V. € 18,0
miljoen
Afvalbeheer
en beheer
openbare
ruimte
€ 820.000
€ 510.000
€ 510.000
Groen
N.V. Bank
Nederlandse
Gemeenten
Deelname
vanaf oprichting
in 1922.
Den Haag
0,59%
€ 815.880
€ 283 miljoen
E.V. € 3.430
miljoen
V.V.
€ 127.753
miljoen
Bankactiviteiten
voor m.n.
gemeenten
€ 486.264
€ 350.000
€ 350.000
Groen
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
105
*
Hierbij staat ‘groen’ voor weinig of geen risico, ‘oranje’ voor enig risico en ‘rood’ voor risicovol.
Tabel gemeenschappelijke regelingen begroting 2015
Bedrijfsvoering
Naam G.R. / datum en
nummer oorspronkelijk
besluit tot deelname
Vestigingsplaats
G.R.
met een
Openbaar
lichaam
Deelnemers
Activiteiten /
doelstelling /
publiek belang
Deelname
in algemeen
bestuur
Raming
bijdrage 2015
(volgens
begroting
2015 G.R.)
Eigen en
vreemd
vermogen
per ultimo
2013 c.q.
prognose
2015
Risicoanalyse
volgens
stoplichtenmethode
Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond DCMR
2-2-1987
VR 1987-26
Schiedam
Ja
14 Rijnmondgemeenten
en de provincie
Zuid-Holland
Uitvoering Wet
milieubeheer
Ja
(portefeuillehouder
college)
€ 1.043.833
E.V.
€ 3.540.000
V.V.
€ 9.500.000
Groen
ROGplus NWN
18-12-2006
VR 2006-123
Maassluis
Ja
3 Waterweggemeenten
Uitvoering Wet
maatschappelijke
ondersteuning
Ja
(portefeuillehouder
college)
€ 15.084.330
E.V.
€0
V.V.
€ 8.361.400
Groen
Publieke Gezondheid
Rotterdam – Rijnmond
18-12-2006 / 13-12-2012
VR 2006-119 / VR 2012-106
Rotterdam
Ja
(maar
zonder
eigen
balans)
14 Rijnmondgemeenten
en de gemeente
Goeree-Overflakkee
Volksgezondheidszorg via
GGD gemeente
Rotterdam
(basistakenpakket excl.
plusproducten)
Ja
(portefeuillehouder
college)
€ 502.388
E.V.
€0
V.V.
€0
Groen
Veiligheidsregio
Rotterdam-Rijnmond
12-12-2005
VR 2005-172
Rotterdam
Ja
14 Rijnmondgemeenten
en de gemeente
Goeree-Overflakkee
Regionale
crisisbeheersing
bij incidenten,
rampen en
crises
Ja
(portefeuillehouder
college)
€ 5.066.581
E.V.
€ 12.573.625
V.V.
€ 54.726.842
Groen
Stadsregio Rotterdam
2010 4-2-2010
VR 2010-3
Rotterdam
Ja
14 Rijnmondgemeenten
Diverse
Ja
(portefeuillehouder
college)
€ 353.538
E.V.
€ 61.634.979
V.V.
€ 462.275.566
Groen
Recreatieschap
Midden Delfland
14-11-1988
VR 1988-180
Schiedam
Ja
Gemeenten Delft,
Midden Delfland,
Westland, Rotterdam,
Maassluis, Vlaardingen
en Schiedam en de
prov. Zuid-Holland
Buitenstedelijke
recreatie
Ja
(portefeuillehouder
college)
€ 368.872
E.V.
€ 6.015.936
V.V.
€ 9.653.660
Groen
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
106
Naam G.R. / datum en
nummer oorspronkelijk
besluit tot deelname
Vestigingsplaats
G.R.
met een
Openbaar
lichaam
Deelnemers
Activiteiten /
doelstelling /
publiek belang
Deelname
in algemeen
bestuur
Raming
bijdrage 2015
(volgens
begroting
2015 G.R.)
Eigen en
vreemd
vermogen
per ultimo
2013 c.q.
prognose
2015
Risicoanalyse
volgens
stoplichtenmethode
Koepelschap
Buitenstedelijk Groen
18-12-2006
VR 2006-128
Schiedam
Ja
13 Rijnmondgemeenten
(Lansingerland niet) en
de gemeenten Hendrik
Ido Ambacht, Nederlek
en Zwijndrecht
alsmede de Provincie
Zuid-Holland
Doelmatige
kostenverdeling
diverse
regionale
natuur- en
recreatieschappen
Ja
(portefeuillehouder
college)
€ 241.952
E.V.
€ 217.371
V.V.
€0
Groen
Gemeenschappelijke
Regeling Jeugdhulp
Rijnmond (2015)
Raad: 6-3-2014
VR 2014-9
B&W: 20-5-2014, nr. 12
Rotterdam
Ja
14 Rijnmondgemeenten
en de gemeente
Goeree-Overflakkee
Uitvoering
bovenlokale
taken i.h.k.v. de
Jeugdwet
Ja
(portefeuillehouder
college)
n.n.b.
n.v.t.
Groen
Licht Gemeenschappelijke
Regeling SchiedamRotterdam Archeologie
Schiedam
27-5- 2010
VR 2010-47
Schiedam
Nee
Gemeenten Rotterdam
en Schiedam
Uitvoeren
van Wet
Archeologische
Monumentenzorg in
Schiedam
door Bureau
Oudheidkundig
Onderzoek
Rotterdam
(BOOR) o.b.v.
offerte en
opdracht.
n.v.t.
-
-
n.v.t.
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
107
*
Hierbij staat ‘groen’ voor weinig of geen risico, ‘oranje’ voor enig risico en ‘rood’ voor risicovol.
Tabel overige verbonden partijen begroting 2015 **
Naam / datum en nummer
oorspronkelijk besluit tot
oprichting of deelname
Vestigingsplaats
Deelnemers
Activiteiten /
doelstelling / publiek belang
Deelname in algemeen bestuur
Risicoanalyse
volgens stoplichtenmethode *
Stichting PRIMO
20-12-2010
VR 2010-117
Schiedam
Gemeente Schiedam
Verzorgen openbaar primair
onderwijs in Schiedam
Nee, de gemeente benoemt leden
in de raad van toezicht
Groen
Stichting OSVS
9-6-2011; VR 2011-40
Vlaardingen
Gemeenten
Vlaardingen en
Schiedam
Verzorgen openbaar
voortgezet onderwijs in
Vlaardingen en Schiedam
Nee, de gemeente benoemt leden
in de raad van toezicht
Groen
Stichting Stedelijk Museum
Schiedam
4-3-2008; VR 2008-8
Schiedam
Gemeente Schiedam
Stedelijk Museum
Nee, de gemeente benoemt leden
in de raad van toezicht. Collectie
is eigendom van de gemeente.
Groen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Stichting Bibliotheek
Waterweg-Schiedam
12-12-2005
VR 2005-180
Schiedam
Gemeente Schiedam
Bibliotheek
Nee, de gemeente heeft instemmingsrecht benoemingen leden
van de raad van toezicht en
statutenwijziging.
Groen
Verbonden
partijen
Stichting Schiedamse
Theaters
Schiedam
-
Exploitatie theaters
Nee, de gemeente heeft
instemmingsrecht benoeming
bestuursleden en statutenwijziging.
Groen
Stichting CJG Rijnmond
Rotterdam
14 Rijnmondgemeenten en
de gemeente
Goeree-Overflakkee
Coördineren en
verrichten van
opvoedings- en
gezinsondersteuning.
Nee. Iedere gemeente levert een
lid voor de raad voor het publiek
belang. Deze raad benoemt de
leden van het bestuur en de raad
van toezicht.
Groen
Stichting tot Behoud en Restauratie en Instandhouding
van de Kerk aan de Lange
Haven en omstreken (SRI)
B&W 16-11-2010, nr. 2
Schiedam
-
Instandhouding van
monumenten, m. n. restauratie
en instandhouding van de kerk
aan de Lange Haven
Ja, de gemeente benoemt één
van de bestuursleden.
Groen
Stichting Restauratie
Hoogstraat Schiedam
B&W 12-10-2010, nr. 6
Schiedam
Gemeente Schiedam
en Stichting
Beschermd Stadsgezicht Schiedam
Restauratie en herbestemming
van panden aan de Hoogstraat
en directe omgeving
Nee, de gemeente heeft
terugkooprecht gerestaureerde
panden.
Groen
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
108
*
Hierbij staat ‘groen’ voor weinig of geen risico, ‘oranje’ voor enig risico en ‘rood’ voor risicovol.
Hierbij kan gedacht worden aan rechtspersonen waarin de gemeente een zetel in het bestuur heeft én financiële risico’s loopt. Na de evaluatie in 2006 van
deelnemingen en gemeenschappelijke regelingen, zijn in 2008 de overige verbonden partijen geëvalueerd. Vooralsnog zijn de volgende organisaties geselecteerd
die grotendeels aan de criteria voldoen en waarbij er voor de gemeente financiële en maatschappelijke belangen van enige omvang zijn.
**
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
109
Paragraaf Weerstandsver mogen
en risicobeheersing
De paragraaf Weerstandsvermogen en
risicobeheersing geeft de financiële
robuustheid aan van de begroting. In algemene
zin wordt onder het weerstandsvermogen de
mate verstaan waarin de gemeente in staat is
financiële tegenvallers op te vangen, zonder
dat het beleid moet worden veranderd. Het is
dus belangrijk om regelmatig aandacht aan dit
onderwerp te schenken.
Het college bereidt overeenkomstig de financiële
verordening het beleid voor met betrekking tot
het weerstandsvermogen en legt dit ter
vaststelling voor aan de raad.
Drie begrippen spelen een belangrijke rol.
•Weerstandscapaciteit
De middelen en de mogelijkheden waarover
de gemeente beschikt of kan beschikken om
niet begrote kosten (tegenvallers) financieel
te dekken. De weerstandscapaciteit kan
bestaan uit reserves (algemene, vrije en stille),
onbenutte belastingcapaciteit en mogelijke
bezuinigingen.
•Risico’s
Een risico is de kans dat een positieve of
negatieve gebeurtenis van materieel belang
optreedt, die niet is voorzien in de begroting
van enig jaar. Het gaat om risico’s die niet
op een andere manier zijn te ondervangen.
Reguliere risico’s – risico’s die zich regelmatig
voordoen en vrij goed meetbaar zijn – kunnen
bijvoorbeeld worden ondervangen door het
afsluiten van verzekeringen of het vormen
van voorzieningen. Deze maken dus
geen deel uit van de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.
•Weerstandsvermogen
Dit is de relatie tussen de weerstandscapaciteit
en de risico’s die zich binnen de gemeente
manifesteren.
Op 21 juni 2007 heeft de raad de kadernota
Weerstandsvermogen vastgesteld. Hierin is
bepaald dat de weerstandscapaciteit bestaat uit:
-het totaal aan risico’s, vermenigvuldigd met
de factor 1,4;
-een vast normbedrag van € 10 miljoen
ten behoeve van het opvangen van
onvoorziene risico’s.
De paragraaf Weerstandsvermogen en
risicobeheersing is als volgt opgebouwd. Als
eerste volgt een overzicht van de risico’s die
de gemeente Schiedam loopt. Daarna volgt een
analyse of de gemeente voldoende financiële
middelen heeft om de geïnventariseerde risico’s
op te kunnen vangen (het weerstandsvermogen).
Tenslotte wordt nog een aantal relevante
ontwikkelingen toegelicht.
1. Risicoprofiel
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
110
Toelichting
1.Het meerjarenperspectief grondexploitaties
(MPG) wordt jaarlijks opgesteld en de
risico’s en kansen hierin zijn geactualiseerd
voor de begroting 2015. Het risico t.a.v.
Schieveste fase 2 is gedaald.
2.Dit betreft risico’s met betrekking tot
(mogelijke) claims vanuit lopende en
afgesloten gebiedsontwikkelingen.
3.Toename risico’s met betrekking tot
de autobrug.
4.Betreft een mogelijk risico met betrekking
tot milieuvervuiling. Getracht wordt dit risico
zo veel mogelijk te beperken door derde
partijen het risico (gedeeltelijk) over te
laten nemen.
5.Risico nog steeds aanwezig, omdat
verjaringstermijn nog niet is verstreken
6.Mogelijk extra kosten als gevolg van
milieuvervuiling of damwanden die in slechtere
staat verkeren dan gedacht. Daarnaast kan
het hoogheemraadschap aanvullende eisen
in de vergunningverlening stellen.
7.De gemeente is gaan werken met uniforme
huurtarieven en zit nu in de overgangsfase
om deze te innen bij huurders. Dit levert een
zekere spanning op waardoor niet uitgesloten
kan worden dat niet de gehele huuropbrengst
zoals deze begroot is, kan worden
gerealiseerd.
8.Risico is ondergebracht onder risico 2 ten
behoeve van de consistentie
Begroting 2015 (inventarisatie juli/augustus 2014)
Risico’s
(bedragen x € 1.000)
Rekening
2013
1
Risico’s grondexploitaties
2.990
2.012
-
2
Claims private partijen
buiten grondexploitaties
1.925
3.390
Diverse
percentages
3
Ontsluiting Schieveste
242
573
-
Project valt niet onder
grondexploitaties
4
Schievese fase 5
163
153
Diverse
percentages
Project valt niet onder
grondexploitaties
5
Grond de Wachters vm
Toernooiveld
382
382
80%
6
Schie-oevers
385
275
Diverse
percentages
7
Verhuur gemeentelijk
vastgoed
343
343
Diverse
percentages
8
Bewegingswerk
Proveniersbrug
250
250
25%
9
Kinderopvang toeslag/
belastingdienst
465
465
80%
10
BGS – plan verbeteren
verdienvermogen
231
231
60%
11
BGS – besluitvorming
beroepszaak
240
240
60%
12
Sociaal Cultureel werk
95
-
13
Achterstand terug
vorderingswerkzaamheden
-
180
Financieel risico
% kans
60%
Opmerkingen
Het saldo van risico’s en kansen,
kleiner dan 50%, die niet in de
grondexploitaties worden voorzien
(conform MPG).
Verschillende claims van private
partijen naar aanleiding van
geschillen met gemeente.
Project valt niet onder
grondexploitaties
Risico vervallen
Nieuw risico
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
111
9.De gemeente heeft in de periode van 2006
t/m 2010 kinderopvangtoeslag betaald. Het
is onzeker of de gemeente de gehele bijdrage
in de toeslag van de belastingdienst c.q.
betrokken uitkeringsgerechtigden terug gaat
ontvangen. Op basis van de verrekeningen
in 2013 is opnieuw de voorziening en het
risico bepaald. In 2013 is voor een bedrag
van € 460.988,- een voorziening gevormd,
resterend bedrag (met een kans van 80%)
wordt opgenomen als risico.
10.De afgelopen jaren is sprake van teruglopende inkomsten uit productie. Er is een
plan gemaakt om deze trend te stoppen. Dit
plan ‘Verbeteren verdienvermogen’ geeft
een aantal ambities t.a.v. opbrengsten aan.
Het verwachte risico dat deze opbrengst niet
wordt gerealiseerd bedraagt 60%.
11.Het gaat hier om een beroepszaak tegen de
gemeente inzake geleverd werk.
12.Aan SWS Welzijn is gevraagd om op korte
termijn een meerjarenbegroting in te dienen
op basis waarvan duidelijk wordt wat de
financiële consequenties zijn van het niet
toekennen van het gevraagde subsidiebedrag.
13.Als gevolg van capaciteitsproblemen is er
een achterstand ontstaan in de terugvorderingswerkzaamheden. Wanneer de
gemeente ten onrechte verstrekte uitkeringen
niet terugvordert, komen er minder
inkomsten binnen.
14.In het risicobedrag zijn alleen die borgstellingen verrekend, waarvoor de kans 1%
of meer wordt geschat dat de gemeente
het bedrag waarvoor zij garant staat
daadwerkelijk moet voldoen.
Begroting 2015 (inventarisatie juli/augustus 2014)
Risico’s
(bedragen x € 1.000)
Rekening
2013
14
Borgstellingen
104
104
15
Juridische risico’s
-
Nog
nader te
bepalen
16
NV ONS
Houdstermaatschappij
500
500
-
0
0
Het totaal aan risico’s
8.315
9.098
Ratio weerstandsvermogen
11.641
12.737
Factor (1,4) x risicobedrag
Vast normbedrag
10.000
10.000
Gebaseerd op bedrag per inwoner
en woonruimte. Afgerond op
miljoenen.
RISICOPROFIEL
21.641
22.737
Benodigde weerstandscapaciteit
Financieel risico
15.Binnen een organisatie waarin de basis op
orde is en de risico’s worden beheerst, is het
ook zaak dat de juridische risico’s voldoende
scherp in beeld zijn. Op dit moment is dat
onvoldoende het geval. Hiervoor is een legal
audit in voorbereiding. Eventuele risico’s zijn
op dit moment nog niet bekend.
% kans
1%
-
Opmerkingen
Schuldresten op basis van info
kredietinstellingen
Op dit moment zijn de juridische
risico’s die de gemeente mogelijk
loopt, onvoldoende scherp in beeld.
De legal audit is in voorbereiding.
50%
16.Dit gaat om het risico dat N.V. ONS
Houdstermaatschappij bij gelijkblijvende
omstandigheden door aanhoudende verliezen
op het elektriciteitscontract met TGH het
aandelenkapitaal en de dividendvordering
niet volledig aan de gemeente kan terugbetalen. Het gaat hier om een inschatting
van het mogelijke risico tot en met het
jaar 2016.
2. Weerstandsvermogen
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Voor de Programmabegroting 2015 zijn de
risico’s geïnventariseerd. Uit deze inventarisatie
komt een risicoprofiel naar voren van
€ 22,7 miljoen. In de Bestuursrapportage 2014
is reeds rekening gehouden met het risicoprofiel
voor 2015, waardoor de raming van de
risicoreserve reeds is aangepast en per
1 januari 2015 € 22,7 miljoen bedraagt.
Daarnaast is er, als onderdeel van de totale
weerstandscapaciteit, nog de algemene
reserve van € 23,8 miljoen.
Onderhoud
kapitaalgoederen
Weerstandscapaciteit
(Middelen en mogelijkheden waarover de
gemeente kan beschikken)
Per 1 januari 2015:
Risicoreserve: € 22,7 miljoen
(Algemene reserve: € 23,8 miljoen)
Berekend risicoprofiel
2015: € 22,7 miljoen.
Weerstandsvermogen
(Het vermogen om tegenvallers op te
vangen zonder dat de continuïteit van de
gemeente in gevaar komt)
Per 1 januari 2015: (€ 23,8 miljoen +
€ 22,7 miljoen =) € 46,5 miljoen.
Verhouding 2:1 met het risicoprofiel
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
112
3. Relevante
ontwikkelingen
2015 is het eerste jaar waarin de drie
decentralisaties door de gemeente zullen worden
uitgevoerd. Aangezien de risico’s uit de drie
decentralisaties worden opgevangen door b.v.
reeds ingestelde bestemmingsreserve, zijn
deze niet opgenomen in de risicotabel. Wel
is het belangrijk om kennis te nemen van
het risicomanagement rondom de drie
decentralisaties.
De bedragen voor 2015 zijn in de meicirculaire
2014 bekendgemaakt door het ministerie. In
2015 zijn de te ontvangen bedragen per
gemeente vastgesteld op ‘historisch gebruik’
van een regeling, minus een opgelegde taakstelling door het Rijk. De verdelingsystematiek
kan en zal in latere jaren nog wijzigen. Wat dit
betekent voor Schiedam valt nog niet precies
te zeggen; voor de meerjarenbegroting jaren
2016-2018 is een inschatting gemaakt op
basis van de landelijk beschikbare bedragen.
Teneinde de financiële risico’s op te kunnen
vangen, is:
- de reserve Kanteling Sociaal Domein ingesteld.
Deze kan worden gebruikt om tekorten als
gevolg van de decentralisatie Jeugdzorg en
AWBZ op te vangen;
-voor de decentralisatie participatiewet een
bestemmingsreserve opgenomen om eventuele tegenvallers op te vangen;
-het uitgangspunt van het bestuursakkoord
gehanteerd dat de buffer op de algemene
uitkering beschikbaar blijft voor tegenvallers
in het sociale domein.
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
113
Tot slot is een tweetal financiële risico’s
voorzien, waarvan de exacte omvang op dit
moment nog niet duidelijk is. Het gaat om de
mogelijke aanpassing van de sportvrijstelling
btw en de mogelijke invoering van vennootschapsbelastingplicht voor overheidsbedrijven.
Aanpassing sportvrijstelling btw
en sportbesluit
De mogelijke aanpassing van de sportvrijstelling
btw en het sportbesluit kan ertoe leiden dat
de exploitatie van sportaccommodaties met
ingang van 1 januari 2016 onder de btwvrijstelling komt te vallen. De gemeente dreigt
daarmee substantiële belastingvoordelen mis
te lopen. Momenteel geldt de btw-vrijstelling
voor prestaties van sportverenigingen aan de
leden. Daarnaast geldt het verlaagde btw-tarief
voor gelegenheid geven tot sportbeoefening.
Gelegenheid geven tot sportbeoefening levert
zodoende in de regel substantiële btw-voordelen
op, omdat de exploitant van de sportaccommodatie recht op aftrek van voorbelasting
heeft: er drukt veelal 21% btw op de kosten,
terwijl slechts 6% btw aan de sportvereniging
in rekening hoeft te worden gebracht. Als de
terbeschikkingstelling van een sportaccommodatie onder de vrijstelling komt te
vallen, bestaat er daarentegen voor de exploitant
geen recht meer op aftrek en voor gemeenten
geen recht meer op een bijdrage uit het
btw-compensatiefonds.
Vennootschapsbelasting voor
overheidsbedrijven
Momenteel geldt voor overheidsbedrijven geen
vennootschapsbelastingplicht, maar de Europese
Commissie heeft erop aangedrongen om
de concurrentieverstoringen als gevolg van
verschillen in de vennootschapsbelastingplicht
tussen private ondernemingen en publieke
ondernemingen weg te nemen. De Nederlandse
regering heeft daarom een concept wetsvoorstel
gepubliceerd waarmee overheidsbedrijven ook
onder de vennootschapsbelasting gaan vallen.
De voorgenomen datum van inwerkingtreding
is 1 januari 2016. Er is nog geen definitief
wetsvoorstel maar duidelijk is dat eventuele
invoering voor de gemeenten een financieel
risico vormt.
Paragraaf Verstrekken van subsidies
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
114
1. Voornemens
in 2015 met
betrekking tot
subsidieverlening
In de afgelopen jaren zijn reeds vele
verbeteringen aangebracht in het proces van
subsidie verlenen én in de afspraken die met
de gesubsidieerde instellingen zijn gemaakt in
de subsidiebeschikkingen.
Ook in 2015 wordt weer een aantal verbeteringen
doorgevoerd. Zo zal in 2015 het subsidiebeleid
van de gemeente Schiedam verschijnen en
door de raad kunnen worden vastgesteld. In
het subsidiebeleid wordt onder andere ingegaan
op de ontwikkelingen op het terrein van
outcomesturing, het onderscheid tussen inkoop
en subsidieverlening enz. Ook zal in 2015
worden gewerkt aan een actualisatie van
de ASV.
In 2014 is het Rekenkamerrapport Inzicht in
subsidies verschenen. Mede naar aanleiding
hiervan is inmiddels ambtelijk vorm gegeven
aan centrale regie op de subsidieverlening.
Tevens zal, met de opmerkingen in dit rapport
in gedachte, in 2015 (evenals in 2014) een
subsidieregister gepubliceerd worden waarin
alle door de gemeente Schiedam verleende
(en vastgestelde) subsidies zullen zijn
opgenomen.
2. Belangrijke
ontwikkelingen
in 2015
De heroverwegingen uit 2012 werken, conform
de besluitvorming, in 2015 nog steeds door
in de subsidies aan een aantal instellingen.
Zo ontvangt SWS Welzijn in 2015 € 250.000
minder subsidie dan in 2014 als gevolg van de
heroverwegingen uit 2012.
Ook de culturele instellingen krijgen in 2015
te maken met de laatste tranche van de
bezuinigingen als gevolg van de heroverwegingen in 2012. Concreet betekent dit de
volgende kortingen ten opzichte van 2014:
Stedelijk Museum Schiedam: € 70.000
Theater aan de Schie: € 56.500
Bibliotheek: € 18.000
Jenevermuseum: € 18.000
Met de bibliotheek is daarnaast afgesproken
dat de subsidie met € 200.000 zal worden verlaagd nà de verhuizing van het Stadserf naar
een nieuwe locatie. Aangezien de verhuizing
voor 2015 gepland staat, zal de bezuiniging in
2016 worden geëffectueerd.
Tenslotte worden de gemeenten vanaf
1 januari 2015 verantwoordelijk voor de jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig
zieken en ouderen. Een deel van deze taken
hebben zij nu ook al, een deel nemen zij over
van de Rijksoverheid.
Voor het grootste deel zal de zorg ingekocht
worden via gemeenschappelijke regelingen
zoals de ROGplus en de nieuwe gemeenschappelijke regeling Jeugdhulp van de
stadsregio Rotterdam.
De decentralisaties zorgen er echter ook voor
dat de gemeente subsidierelaties aan zal gaan
met partijen waar nu nog geen subsidierelatie
mee bestaat. Een voorbeeld hiervan is de
wettelijke verplichting om een subsidierelatie
te hebben met stichting MEE, die de cliëntondersteuning verzorgt. Verder wil de gemeente
de partijen waar zij een beroep op doet voor de
bemensing van de WOTs (Wijkondersteuningsteams) via (budget)subsidies financieren. In
veel gevallen zal dit in de huidige subsidiebeschikking geregeld kunnen worden, soms
zal een verhoging van het bedrag nodig zijn,
zoals bij Flexusjeugdplein die extra
hulpverleners gaat leveren vanuit het
vroegere bureau Jeugdzorg.
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
115
3. Subsidies,
begroot per
programma en
beleidsterrein
Subsidies worden binnen de programma’s op
verschillende beleidsterreinen verstrekt. In de
tabel hiernaast wordt een overzicht gegeven
van de voor subsidies begrote bedragen per
beleidsterrein. Daarbij is ook aangegeven welk
deel daarvan wordt verstrekt vanuit de beklemde
middelen. Voor een gedetailleerder inzicht
in de subsidies per instelling wordt verwezen
naar Subsidieregister 2013 en
Subsidieregister 2014.
Programma
Beleidsterrein
Begroot bedrag
(x €1.000)
Waarvan uit
beklemde middelen
Mens en Stad in
Beweging
Jeugd en Onderwijs
9.759
5.392
Welzijn en Gezondheid
2.477
0
Cultuur
3.236
0
Decentralisaties
2.328
0
Ruimtelijke Inrichting
in Samenhang
Overig
5
0
Economie in
Ontwikkeling
Cultuur
4.173
0
Economie en Toerisme
722
0
Overheid in Balans
Wijken
444
0
Veiligheid
233
0
Paragraaf Taakstellingen en reser veringen
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Inleiding
Aan de toegankelijkheid en leesbaarheid van
de begroting worden steeds hogere eisen
gesteld. In dit kader is aan de provincie
toegezegd om een paragraaf taakstellingen
en reserveringen op te nemen in de
programmabegroting 2015-2018.
Deze paragraaf geeft inzicht welke stelposten
binnen de begroting zijn opgenomen. Deze
kunnen bestaan uit taakstellingen (nog te
realiseren bezuinigingen) en reserveringen
(begrotingsruimte die gereserveerd is
voor uitgaven).
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
116
Taakstellingen
-De taakstelling Gemeente Nieuwe Stijl
bedroeg met ingang van 2015 € 2 miljoen
per jaar. Deze taakstelling is grotendeels
gerealiseerd door de invoering van flankerend
beleid voor de doorontwikkeling tot een
moderne kwalitatief hoogwaardige regiegemeente. Medewerkers konden op vrijwillige
basis besluiten minder te gaan werken,
eerder met pensioen te gaan, parttime
met pensioen te gaan, een andere baan te
vinden, een eigen onderneming te starten,
zich om te scholen.
Totaaloverzicht Taakstellingen en Reserveringen
Onderwerp, bedragen x € 1.000
2015
2016
2017
2018
Gemeente Nieuwe Stijl meerjarenbegroting 2014
0
0
0
0
Personele taakstelling
-0,14
-0,14
-0,14
-0,14
Leerlingenvervoer
-0,13
-0,13
-0,13
-0,13
Totaal
-0,27
-0,27
-0,27
-0,27
Behoedzaamheidsreserve algemene uitkering
3,22
2,48
2,4
1,79
Reserve Inkomensvoorziening, onderdeel BUIG
0
0,99
2,05
2,05
Nieuwe CAO
0,91
1,02
1,02
1,02
Totaal
3,99
4,36
5,32
4,71
Taakstellingen
Reserveringen
Een andere manier waarop de taakstelling
Gemeente Nieuwe Stijl wordt ingevuld is
door 2.500 m2 minder vloeroppervlak in
het BVG te gebruiken. De voordelen uit de
verhuur van de vrijgevallen meters van het
bedrijfsverzamelgebouw aan het Stationsplein (BVG) voor de taakstelling in te zetten.
De verhuur leidt uiteindelijk tot een structureel
voordeel van € 589.000. De eerste jaren zijn
er nog geen voordelen uit de verhuur van
het BVG. Voor de invulling van de taakstelling
wordt daarom in de eerste drie jaar onttrokken
uit de algemene reserve. Daarna leidt de
verhuur tot genoemd voordeel, die wordt
ingezet voor de taakstelling Gemeente
Nieuwe Stijl, waarbij het resterende voordeel
wordt toegevoegd aan de algemene reserve.
-In de begroting is nog sprake van een
personele taakstelling van € 140.000 en
een taakstelling voor leerlingenvervoer van
€ 129.000 per jaar. De eerste zal in 2015
met de nieuwe inventarisatie van de
personele lasten worden meegenomen en
opgelost. Besloten is de overschrijding op
leerlingenvervoer op te vangen binnen de
begroting van Jeugd/Onderwijs.
Bedrijfsvoering
Financiering
Grondbeleid
LoKale
heffingen
Onderhoud
kapitaalgoederen
Verbonden
partijen
weerstandvermogen
en risicobeheersing
Verstrekken
van subsidies
Taakstellingen
en
reserveringen
§
117
Reserveringen
-De VNG en de vakorganisaties hebben op
15 juli 2014 een principeakkoord voor een
nieuwe CAO gemeenten voor de periode
2013-2015 gesloten. Een reële begroting
2015-2018 dient reeds rekening te houden
met hogere salarissen en sociale lasten.
De hogere salarissen en sociale lasten zijn
daarom in de begrotingscijfers opgenomen.
Financiële begroting 2015 en
meerjarenraming 2016-2018
Overzicht van baten en lasten
Bedragen x € 1.000,-
Baten en lasten
§
118
Begroting 2015
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
Saldo
1. Mens en stad in beweging
86.494
-134.258
-47.764
78.624
-136.497
-57.873
56.174
-152.007
-95.833
2. Ruimtelijke inrichting in
samenhang
27.670
-54.226
-26.556
28.413
-60.475
-32.062
26.753
-52.763
-26.010
3. Economie in ontwikkeling
40.615
-42.553
-1.938
39.706
-43.655
-3.949
39.943
-45.797
-5.854
1.560
-28.109
-26.549
1.645
-28.591
-26.946
1.653
-27.767
-26.113
Algemene dekkingsmiddelen
132.063
-13.736
118.326
125.046
-6.190
118.855
157.736
-4.647
153.089
Totale baten en lasten
288.401
-272.883
15.518
273.434
-275.408
-1.974
282.260
-282.981
-722
5.454
-11.791
-6.337
3.632
-4.243
-611
1.851
-60
1.791
10.388
-12.550
-2.161
17.601
-11.227
6.374
10.193
-9.781
411
896
-1.556
-661
498
-725
-227
199
-567
-368
4. Overheid in balans
2.011
-910
1.101
3.681
-802
2.879
1.509
0
1.509
Algemene dekkingsmiddelen
7.556
-15.016
-7.460
5.679
-12.107
-6.427
4.230
-6.853
-2.623
Mutaties reserves
26.305
-41.823
-15.518
31.092
-29.104
1.988
17.983
-17.261
722
1. Mens en stad in beweging
91.948
-146.049
-54.101
82.256
-140.740
-58.484
58.025
-152.067
-94.042
2. Ruimtelijke inrichting in
samenhang
38.058
-66.776
-28.718
46.014
-71.702
-25.688
36.946
-62.544
-25.598
3. Economie in ontwikkeling
41.510
-44.109
-2.599
40.204
-44.380
-4.176
40.142
-46.364
-6.222
3.571
-29.019
-25.448
5.326
-29.393
-24.066
3.163
-27.767
-24.604
Algemene dekkingsmiddelen
139.618
-28.753
110.866
130.725
-18.297
112.428
161.966
-11.500
150.466
Totaal geraamd resultaat
314.706
-314.706
0
304.526
-304.512
14
300.243
-300.243
0
1. Mens en stad in beweging
2. Ruimtelijke inrichting in
samenhang
3. Economie in ontwikkeling
Baten en lasten
Begroting 2014 na wijziging
Baten
4. Overheid in balans
Toevoegingen
en onttrekkingen reserves
Jaarstukken 2013
4. Overheid in balans
Meerjarenraming 2015 t/m 2018
Bedragen x € 1.000
Baten
Begroting 2015
Meerjaren
Begroting 2016
Meerjaren
Begroting 2017
Meerjaren
Begroting 2018
1. Mens en stad in beweging
58.025
56.422
55.626
55.970
2. Ruimtelijke inrichting in samenhang
36.946
35.207
35.755
36.137
3. Economie in ontwikkeling
40.142
43.055
41.848
30.478
3.163
2.752
2.647
2.647
Algemene dekkingsmiddelen
161.966
161.331
160.008
157.131
Totaal Baten
300.243
298.766
295.885
282.364
-152.067
-150.796
-149.881
-148.887
2. Ruimtelijke inrichting in samenhang
-62.544
-59.700
-61.807
-63.102
3. Economie in ontwikkeling
-46.364
-51.518
-48.277
-35.496
4. Overheid in balans
-27.767
-26.736
-26.415
-26.273
Algemene dekkingsmiddelen
-11.500
-10.016
-9.504
-8.606
-300.243
-298.766
-295.885
-282.364
1. Mens en stad in beweging
-94.042
-94.374
-94.254
-92.917
2. Ruimtelijke inrichting in samenhang
-25.598
-24.493
-26.052
-26.965
-6.222
-8.463
-6.429
-5.018
4. Overheid in balans
-24.604
-23.985
-23.768
-23.626
Algemene dekkingsmiddelen
150.466
151.315
150.504
148.526
0
0
0
0
4. Overheid in balans
Lasten
1. Mens en stad in beweging
Totaal Lasten
Saldo
3. Economie in ontwikkeling
Totaal Saldo
§
119
Toelichting financiële positie:
De raming van de (meerjarige) baten en lasten
is gebaseerd op voortzetting van het huidige
beleid, nieuw beleid (kansen) en de autonome
ontwikkelingen uit Zomernota 2015.
Volgens het BBV dient naast het rapporteren
over de baten en lasten, gerapporteerd te
worden over belangrijke financiële onderwerpen
als jaarlijks terugkerende arbeidskosten,
investeringen, financiering, reserves en voorzieningen. Onderstaand wordt aangegeven
waar deze onderwerpen terug te vinden zijn:
-De VNG en de vakorganisaties hebben op
15 juli 2014 een principeakkoord voor een
nieuwe CAO gemeenten voor de periode
2013 - 2015 gesloten. De hogere salarissen
en sociale lasten zijn in de begroting
opgenomen (€ 1 miljoen), zie ook de
Toelichting op pag. 5.
-De te voteren kredieten zijn opgenomen in
de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen.
-Financiering en de berekening van het
EMU-saldo zijn beschreven in de
paragraaf Financiering.
§
120
Reserves en voorzieningen, de incidentele
baten en lasten ter beoordeling van het
structurele evenwicht zijn op de volgende
pagina’s opgenomen.
Reserves: beginstanden en mutaties 2015-2018
Naam reserve/voorziening
2015
Vermeerderingen
Bedragen x € 1000,-
saldo
begin
dienstjaar
rentebijschrijving
aan de
reserve
toevoeging
2016
2017
2018
Saldo
einde
dienstjaar
Saldo
einde
dienstjaar
Saldo
einde
dienstjaar
Saldo
einde
dienstjaar
22.249
22.793
23.208
24.914
22.737
22.737
22.737
22.737
44.986
45.530
45.945
47.651
6.816
6.666
6.510
6.348
Verminderingen
onttrekking
vermindering
ter dekking
van afschrijving
Algemene reserve
algemene reserve
23.763
2.544
risicoreserve
22.737
Totaal algemene reserves
46.500
2.544
6.960
285
4.057
Risicoreserve
4.057
Bestemmingsreserves
Meerdere programma's
reserve afschrijvingen *):
429
Overheid in Balans
reserve fractieondersteuning *)
30
30
30
30
30
reserve dienstverleningsconcept *)
744
744
744
744
744
1.441
1.435
1.449
1.470
Programma Ruimtelijke inrichting in samenhang
§
121
reserve parkeren *)
1.449
1.636
reserve onderhoud verkeersinstallaties *)
1.193
1.193
1.193
1.193
1.193
reserve restzettingen Sveaparken *)
530
530
530
530
530
reserve groot onderhoud MBOP *)
2.592
1.275
1.241
641
1
413
1.643
1.730
Naam reserve/voorziening
2015
saldo
begin
dienstjaar
rentebijschrijving
aan de
reserve
2017
2018
Saldo
einde
dienstjaar
Saldo
einde
dienstjaar
Saldo
einde
dienstjaar
Saldo
einde
dienstjaar
300
3.329
3.089
3.149
3.209
392
422
150
150
150
150
4.469
4.469
4.469
4.469
1.139
2.132
4.177
6.223
Verminderingen
Vermeerderingen
Bedragen x € 1000,-
2016
toevoeging
onttrekking
vermindering
ter dekking
van afschrijving
Programma Mens en stad in beweging
§
122
reserve onderwijs
(incl. contractmanagement) *)
3.569
60
reserve Sportfonds *)
814
reserve centra voor jeugd en gezin
onderdeel Wmo *)
150
reserve kanteling sociaal domein *)
4.709
reserve inkomensvoorziening *)
1.139
reserve tijdelijke uitbereiding W&I
en BGS
1.223
288
935
935
935
935
reserve Participatiewet
4.783
538
4.245
3.707
3.273
3.273
240
Naam reserve/voorziening
2015
saldo
begin
dienstjaar
rentebijschrijving
aan de
reserve
2017
2018
Saldo
einde
dienstjaar
Saldo
einde
dienstjaar
Saldo
einde
dienstjaar
Saldo
einde
dienstjaar
11
16
21
26
Verminderingen
Vermeerderingen
Bedragen x € 1000,-
2016
toevoeging
onttrekking
vermindering
ter dekking
van afschrijving
Programma Economie in ontwikkeling
§
123
reserve instandhouding Schiedams
erfgoed *)
6
5
reserve beeldende kunst *)
103
103
103
103
103
reserve schuldvrij maken
erfpachtgronden
1.603
1.603
1.603
1.603
1.603
reserve culturele activiteiten
15
15
15
15
15
reserve compensatie vm erfpachtinkomsten *)
204
204
204
204
204
reserve grondfonds *)
767
767
767
767
767
reserve grootonderhoud gem.onroerend
goed *)
1.055
1.055
1.055
1.055
1.055
reserve vastgoedbeheer binnenstad *)
3.207
3.769
6.660
7.710
7.710
reserve verhuizing/huisvesting Filmhuis
34
34
34
34
34
reserve restwerken afgesloten
grondexploitaties *)
306
306
306
306
306
562
Naam reserve/voorziening
2015
saldo
begin
dienstjaar
rentebijschrijving
aan de
reserve
2017
2018
Saldo
einde
dienstjaar
Saldo
einde
dienstjaar
Saldo
einde
dienstjaar
Saldo
einde
dienstjaar
1.130
1.130
1.130
1.130
Verminderingen
Vermeerderingen
Bedragen x € 1000,-
2016
toevoeging
onttrekking
vermindering
ter dekking
van afschrijving
Programma Ruimtelijk inrichting en samenhang
§
124
reserve milieubeheer erfpachtgronden *)
1.173
44
reserve omgevingswerken realisatie
Sveaparken *)
80
80
80
80
80
reserve actualisatie bestemmingsplannen *)
144
144
144
144
144
reserve volkshuisvestingfonds
250
250
250
250
250
reserve riolering *)
5.032
5.086
5.188
5.345
5.560
reserve uitvoering opstellen
geluidskaart en actieplan *)
233
233
233
233
233
reserve DU bodemsanering *)
660
680
700
720
740
reserve ISV-3 bodemsanering *)
821
821
821
821
821
reserve woonvisie*)
721
629
545
419
254
reserve particuliere woningverbetering
727
727
727
727
727
7.712
7.658
20
91
Naam reserve/voorziening
2015
Vermeerderingen
Bedragen x € 1000,-
saldo
begin
dienstjaar
rentebijschrijving
aan de
reserve
toevoeging
2016
2017
2018
Saldo
einde
dienstjaar
Saldo
einde
dienstjaar
Saldo
einde
dienstjaar
Saldo
einde
dienstjaar
Verminderingen
onttrekking
vermindering
ter dekking
van afschrijving
Programma Algemene dekkingsmiddelen
reserve deelnemingen
274
274
274
274
274
reserve rechtmatigheid *)
56
56
56
56
56
reserve ISV-3 *)
4.121
4.121
4.121
4.121
4.121
reserve frictiekosten heroverwegingen
*)
504
1.304
1.304
1.304
1.304
reserve gemeente nieuwe stijl *)
459
459
459
459
459
reserve opleidingsfaciliteiten
1.000
1.000
1.000
1.000
1.000
reserve meeropbrengst OZB 2013
93
93
93
93
93
reserve oninbare vorderingen 2014
764
764
764
764
764
reserve vermindering OZB oude jaren
211
211
211
211
211
reserve fiscaliteit
577
577
577
577
577
reserve innovatie bedrijfsvoering
500
500
500
500
500
3.224
5.705
8.103
9.888
reserve behoedzaamheid
algemene uitkering
§
125
800
3.224
Naam reserve/voorziening
2015
Vermeerderingen
Bedragen x € 1000,-
saldo
begin
dienstjaar
rentebijschrijving
aan de
reserve
toevoeging
2016
2017
2018
Saldo
einde
dienstjaar
Saldo
einde
dienstjaar
Saldo
einde
dienstjaar
Saldo
einde
dienstjaar
489
388
286
185
111
111
111
111
Verminderingen
onttrekking
vermindering
ter dekking
van afschrijving
Programma Overheid in balans
reserve WAP-Nieuwland *)
903
reserve wijkbudgetten
bewonersinitiatieven *)
111
reserve WAP Oost *), vermeerdering
€ 30 t.g.v. SI
174
99
75
75
75
75
reserve vouchers Nieuwland *)
180
45
135
89
44
-1
reserve wijkbudget IOBS *)
69
10
59
49
38
28
Totaal bestemmingsreserves
57.022
57.817
62.677
66.955
69.982
bestemmingsreserve BGS
3.406
3.406
3.406
3406
3.406
Totaal bestemmingsreserve BGS
3.406
3.406
3.406
3.406
3.406
TOTAAL RESERVES
106.928
106.209
111.613
116.306
121.038
*) Toevoegingen en ontrekkingen op basis van realisatie.
§
126
414
14.718
17.261
13.493
17.550
429
429
Voorzieningen: beginstanden en mutaties 2015-2018
Naam reserve/voorziening
Bedragen x € 1000,-
2015
saldo begin
dienstjaar
2016
Vermeerderingen
Verminderingen
toevoeging
onttrekking
Saldo einde
dienstjaar
2017
Saldo einde
dienstjaar
2018
Saldo einde
dienstjaar
Saldo einde
dienstjaar
Voorzieningen verlies ed
voorziening dubieuze debiteuren
8.089
764
8.853
9.617
10.381
11.145
voorziening 40% van vorderingen clienten
6.282
200
6.282
6.282
6.282
6.282
voorziening dekking tekorten bouwgrondexploitatie
26.190
1.039
27.229
28.311
29.437
30.609
3.150
3.150
3.150
3.150
3.150
voorziening claims projecten
1.060
1.060
1.060
1.060
1.060
voorziening kinderopvang
461
461
461
461
461
1.242
2.482
3.831
5.248
48.277
51.363
54.602
57.955
200
voorziening bcf
voorziening garanties verkoop aandelen
NV AVR
voorziening Toernooiveld
voorziening overname WOG-projecten
voorziening gevolgkosten onderzoek
voorziening onderzoek cie
voorziening vermindering OZB oude jaren
voorziening belastingclaims
voorziening vervanging riolering
Totaal voorzieningen verlies ed
§
127
1.242
45.232
3.245
200
Naam reserve/voorziening
Bedragen x € 1000,-
2015
2016
Vermeerderingen
Verminderingen
toevoeging
onttrekking
saldo begin
dienstjaar
Saldo einde
dienstjaar
2017
Saldo einde
dienstjaar
2018
Saldo einde
dienstjaar
Saldo einde
dienstjaar
Voorziening beklemde middelen
voorziening turnkey
voorziening gedeeltelijke terugbetaling
wwb inkomen
voorziening omslagbijdrage regio
Totaal voorziening beklemde middelen
Voorzieningen arbeidsgerelateerde kosten
voorziening pensioenverplichting
wethouders
4.702
4.702
4.702
4.702
4.702
Totaal voorzieningen arbeidsgerel.
kosten
4.702
4.702
4.702
4.702
4.702
Voorzieningen BGS (in administratie BGS)
§
128
voorziening BGS
95
95
95
95
95
Totaal voorzieningen BGS
95
95
95
95
95
TOTAAL VOORZIENINGEN
50.029
53.074
56.160
59.399
62.752
3.245
200
Overzicht incidentele baten en lasten
In artikel 203 van de Gemeentewet is
Een van de criteria om voor repressief toezicht
vastgelegd dat de begroting van de gemeente
in aanmerking te komen is dat de Begroting
goedkeuring behoeft van gedeputeerde staten
2015 materieel in evenwicht dient te zijn of, als
(provinciaal toezichthouder). Het toezicht kan
dat niet het geval is, dient de meerjarenraming
repressief of preventief zijn. Bij preventief
aannemelijk te maken dat dit evenwicht uiterlijk
toezicht dienen de begroting en begrotingsin 2018 wel aanwezig is. Er is sprake van
wijzigingen eerst door gedeputeerde staten te
materieel evenwicht, indien op basis van het
worden goedgekeurd, voordat tot uitvoering
bestaande beleid en het aanvaarde vastgestelde
kan worden overgegaan.
nieuwe beleid, de structurele lasten tenminste
worden gedekt door structurele baten;
de incidentele lasten mogen worden gedekt
door incidentele baten.
Om te kunnen vaststellen of dit het geval is,
dient het overzicht van incidentele baten en
lasten te worden opgenomen in de begroting.
Daarbij wordt gebruikgemaakt van de
richtlijnen over de incidentele baten en
lasten die zijn opgenomen in de notitie
van de commissie BBV van januari 2012.
Meerjaren overzicht incidentele baten en lasten
Omschrijving
§
129
2015
2016
2017
2018
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Verkiezingen
109
109
0
0
0
0
0
0
Aanleg glasvezelnet
562
562
0
0
0
0
0
0
Bestuursafspraken VVE
1.802
1.802
0
0
0
0
0
0
Impulsen Zomernota 2015
2.582
3.756
1.715
0
Sportfonds
392
422
0
0
Tijdelijk personeel
2.010
1.273
1.016
294
Inhuur
1.271
768
768
768
Totaal
8.728
2.473
6.219
0
3.499
0
1.062
0
Omschrijving
2015
Lasten
2016
Baten
Lasten
2017
Baten
Lasten
2018
Baten
Lasten
Baten
Mutaties Reserves*
Toevoegingen
800
0
0
0
Begrotingssaldo t.g.v. alg reserve
0
707
2.262
1.706
Onttrekkingen
392
422
0
0
Begrotingssaldo t.l.v. alg res
162
0
0
0
Totaal
800
554
707
422
2.262
0
1.706
0
Incidentele lasten en baten
9.528
3.027
6.926
422
5.761
0
2.768
0
Toevoegingen aan en onttrekkingen uit de reserves worden als incidenteel beschouwd, tenzij het gaat om reguliere onttrekkingen aan financieringsreserves c.q.
dekkingsreserves (kapitaallasten) of om onttrekkingen uit een daartoe toereikende (bestemmings)reserve gedurende een periode van minimaal 3 jaar met als
doel het dekken van structurele lasten. * Het saldo van de incidentele baten
en lasten bedraagt:
2015
2016
2017
2018
-6.501meer incidentele
lasten dan baten.
-6.504meer incidentele
lasten dan baten.
-5.761meer incidentele
lasten dan baten.
-2.768meer incidentele
lasten dan baten.
In de jaren 2015-2018 is sprake van materieel
evenwicht, doordat de structurele lasten
worden gedekt uit de structurele baten.
§
130
Uitgave
Gemeente Schiedam
Postbus 1501
3100 EA Schiedam
Telefoon 14 010
Eindredactie
Gemeente Schiedam
Vormgeving en productie
Gemeente Schiedam
Reclamebureau lv design
131