Begroting 2015 Voorwoord en toelichting Leeswijzer Zomernota 2015 Kompas 2014-2018 Programma’s Mens en stad in beweging Ruimtelijke inrichting in samenhang Economie in ontwikkeling Overheid in balans § 1 Paragrafen Financiële begroting Voorwoord Net als elke andere gemeente heeft Schiedam te maken met een aantal grote maatschappelijke ontwikkelingen. Flexibel omgaan met maatschappelijke veranderingen en inspelen op nieuwe situaties en kansen is voor een overheid een voorwaarde voor succes. Daarbij hoort een open houding naar de stad en de gemeenteraad. De Schiedammers, de partners in de stad en de ondernemers staan bij het maken van onze keuzes steeds centraal. De kansen die wij in de Zomernota 2015 hebben benoemd, zijn verwerkt in deze Begroting 2015. Na vaststelling van de begroting door de gemeenteraad kan, nog in het eerste jaar van deze bestuursperiode, een begin worden gemaakt met het realiseren van de ambities en doelstellingen van Kompas 2014-2018. Het samenwerken met Schiedammers, ondernemers en partners aan de sociale ontwikkeling van de stad, het versterken van de woon- en werkstad Schiedam door onze taken efficiënt uit te voeren zien wij als onze opdracht voor de komende bestuursperiode. Vier maatschappelijke opgaven staan daarbij centraal: De eerste opgave is met de Schiedammers in beweging te komen bij de uitvoering van de decentralisaties, waarbij aan kwetsbare Schiedammers de zorg geboden wordt die zij nodig hebben. De tweede opgave is het realiseren van een goede samenhang in de ruimtelijke inrichting, waarbij de inrichting van de openbare ruimte hand in hand gaat met het realiseren van een aantrekkelijk woonmilieu. De derde opgave is de ontwikkeling en versterking van de economische structuur via een krachtig vestigingsklimaat en moderne bedrijventerreinen. De vierde opgave is ondersteunend aan de andere drie opgaven en richt zich op een overheid die in balans is en daarbij toegesneden is op het uitvoeren van taken op het gebied van dienstverlening, veiligheid en wijkontwikkeling. De Begroting 2015 is op basis van de bovenstaande ambities opgezet en toegankelijk gemaakt. In de begroting is op een transparante wijze aangegeven hoe wij de komende bestuursperiode willen gaan inspelen op de nieuwe situaties en de kansen die zich voordoen benutten. De financiële huishouding van de gemeente is op orde. Er zijn voldoende reserves om de risico’s af te dekken en voldoende middelen om de kansen uit de Zomernota 2015 uit te voeren. Hiermee hebben we een solide positie voor de komende jaren. College van burgemeester en wethouders § 2 Toelichting § 3 Begroting 2015 Verbeterpunten De begroting kent de volgende verbeterpunten: •Naast de veranderopgaven wordt het budget per ER-doel aangegeven; •Prestatiedoelstellingen zijn gericht op output en niet op inspanningen; •Het aantal prestatiedoelstellingen is teruggebracht van 130 naar 43; •Mogelijkheid om de per prestatiedoelstelling aangegeven uitvoeringsprogramma’s te downloaden. 2.Programma Ruimtelijke inrichting in samenhang In dit programma staat de samenhang van de ruimtelijke inrichting met een aantrekkelijk woonmilieu centraal. Alle hiermee verbonden fysieke beleidsonderwerpen zijn in dit programma opgenomen. Vergeleken met de programma-indeling van de afgelopen raadsperiode zijn de programma’s Ruimtelijke ontwikkeling en Woonmilieu bijeengebracht in één programma Ruimtelijk inrichting in samenhang. 4.Overheid in balans Het programma Overheid in balans richt zich op een efficiënte en effectieve uitvoering van de belangrijke kerntaken van de gemeente. Dat wil zeggen dat wij bestuurskracht weten om te zetten in uitvoeringskracht en daarbij invulling geven aan het begrip regiegemeente. In het programma Overheid in balans zijn de programma’s Bestuur & Dienstverlening, Veiligheid en Wijkontwikkeling van de afgelopen raadsperiode opgenomen in één programma. Daarnaast heeft de Begroting 2015 een nieuwe programma-indeling. Grondslag voor de nieuwe indeling zijn de in het voorwoord aangegeven maatschappelijke opgaven alsmede de samenhang met het Kompas 2014-2018 en de aansluiting op de programmasturing. De Begroting 2015 bestaat uit de volgende vier raadsprogramma’s: 3.Programma Economie in ontwikkeling Het programma Economie in ontwikkeling betreft de versterking van de economische structuur van de stad door voort te bouwen op de economische kracht van de stad. Vergeleken met de afgelopen raadsperiode is het programma Stadseconomie omgevormd in het programma Economie in ontwikkeling met extra aandacht voor de onderdelen aantrekkelijker ondernemersklimaat, modernisering van de bedrijventerreinen en revitalisering van de binnenstad. De onderdelen worden ondersteund door een effectieve stadspromotie. De 3 W-vragen van de begroting zijn daarbij als volgt uitgewerkt: De vraag Wat willen we bereiken is uitgewerkt in de ER-doelen en de prestatiedoelstellingen. De vraag Wat doen we daarvoor is uitgewerkt in het per prestatiedoelstelling aangeven van het uitvoeringsprogramma (via het aanklikken kunnen deze worden gedownload). De vraag Wat kost het betreft het inzichtelijk maken van de extra inzet van de door de raad vastgestelde kansen uit de Zomernota 2015, het budget per ER-doel en de totale lasten per programma. 1.Programma Mens en stad in beweging In het programma Mens en stad in beweging vormen sociale stijging en de bevordering van het welzijn en de gezondheid van de Schiedammers het kader voor de implementatie van de drie decentralisaties (Wmo, Jeugdzorg en Participatiewet). In dit programma zijn van het voormalige programma Sociale infrastructuur de beleidsonderwerpen werk en inkomen, zorg en welzijn, sport en jeugd en de drie decentralisaties verwerkt in één programma. Algemene dekkingsmiddelen In plaats van het programma Financiën uit de afgelopen raadsperiode is een overzicht algemene dekkingsmiddelen opgenomen. Deze middelen zijn nodig voor de uitvoering van de programma’s. Paragrafen De paragrafen vormen op basis van de BBV een verplicht onderdeel van de begroting en zijn dwarsdoorsneden van bepaalde gemeentebrede onderwerpen als bedrijfsvoering, investeringsplannen, subsidies etc. Ook in de teksten van de paragrafen is een verbeterslag tot stand gebracht door meer samenhang en beknoptere teksten. Zo is de paragraaf Stedelijke samenwerking opgenomen in de paragraaf Verbonden partijen. Ook de paragraaf Investeringen is verdwenen. De paragraaf Investeringen is ondergebracht bij de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen. Op advies van de provincie is een nieuwe paragraaf opgenomen: paragraaf Taakstellingen en reserveringen. § 4 § 5 Financieel beeld begroting De Begroting 2015 is gebaseerd op de uitgangspunten uit de Zomernota 2015, de Bestuursrapportage 2014, landelijke ontwikkelingen en financieel-technische wijzigingen: •De kansen uit de zomernota zijn verder uitgewerkt in de nieuwe programma’s/ ER-doelen. Daarnaast zijn de onderdelen uit de bijlage financieel beeld Zomernota 2015, zoals autonome ontwikkelingen in de begrotingscijfers verwerkt. •De meerjarige financiële effecten van de bestuursrapportage zijn meegenomen in de Begroting 2015: € 125.000 tot € 171.000 per jaar •De VNG en de vakorganisaties hebben op 15 juli 2014 een principeakkoord voor een nieuwe CAO gemeenten voor de periode 2013-2015 gesloten. Een reële begroting 2015-2018 dient reeds rekening te houden met hogere salarissen en sociale lasten. De hogere salarissen en sociale lasten zijn daarom in de begrotingscijfers opgenomen (€ 1 miljoen). •Het Rijk heeft via de meicirculaire 2014 bekendgemaakt hoeveel aan de gemeenten beschikbaar wordt gesteld voor de drie decentralisaties (3D’s). De 3D’s worden uitgevoerd binnen het totaalbudget van de extra middelen die vanuit het Rijk beschikbaar zijn gesteld. Op deze manier zijn de middelen, budgettair neutraal, in de begroting verwerkt. Ter dekking van eventuele financiële risico’s beschikt de gemeente over twee reserves: de reserve Kanteling Sociaal Domein en de reserve Participatie. •Financieel-technische wijzigingen: met name de herberekening van de kapitaallasten en de rente over de langlopende leningen zorgen voor wijzigingen in het financiële beeld. Als gevolg van lagere rentelasten is sprake van een gunstige ontwikkeling. Dit is een gevolg van het gemeentelijk investeringsplan, dat een dalende trend laat zien, alsmede de verwachting dat op de grondexploitaties in 2017 en 2018 positieve resultaten worden gerealiseerd (zie ook paragraaf Financiering). Algemene reserve en risicoreserve Rekening houdend met de besluitvorming in de raad tot en met de Bestuursrapportage 2014 bedraagt de geraamde stand van de algemene reserve per 1-1-2015 € 23,8 miljoen en de risicoreserve € 22,7 miljoen. De hoogte van de risicoreserve sluit aan bij het risicoprofiel. In de vorige begroting was sprake van twee kortingsreeksen: de kortingsreeks algemene uitkering en kortingsreeks BUIG-gelden (wet Bundeling van Uitkeringen Inkomensvoorziening aan Gemeenten). Nadeel van het lager ramen van de inkomsten is dat het minder inzichtelijk is wat de inkomsten van de gemeente zijn. Daarom worden vanaf de Begroting 2015 alle te verwachten inkomsten reëel begroot. De bedragen uit de kortingsreeks algemene uitkering worden gestort in de nieuwe behoedzaamheidsreserve algemene uitkering . De bedragen uit de kortingsreeks BUIG-gelden worden toegevoegd aan de reserve Inkomensvoorziening. De afspraak in het bestuurs- en beleidsakkoord dat, indien nodig, aanvullende dekking voor de decentralisaties in de behoedzaamheidsreserve algemene uitkering, kan worden gevonden, blijft gehandhaafd. Een overzicht van alle reserves, waar ook bovenstaande wijziging in is opgenomen, vindt u in het deel Financiële begroting. Samenvatting financieel beeld en doorkijk richting balanssturing Er zijn voldoende reserves om de risico’s af te dekken en voldoende middelen om de kansen uit de Zomernota 2015 uit te voeren. Deloitte doet onderzoek naar de financiële positie van de gemeente. In het najaar van 2014 wordt de uitkomst van dit onderzoek aan de raad gepresenteerd. Vervolgens wordt de raad in de gelegenheid gesteld keuzes te maken en kaders te stellen. Deze worden verwerkt in een kadernota balanssturing. Overzicht baten en lasten begroting 2015 Bedragen x € 1.000,- Baten en lasten Saldo Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo 1. Mens en stad in beweging 86.494 -134.258 -47.764 78.624 -136.497 -57.873 56.174 -152.007 -95.833 2. Ruimtelijke inrichting in samenhang 27.670 -54.226 -26.556 28.413 -60.475 -32.062 26.753 -52.763 -26.010 3. Economie in ontwikkeling 40.615 -42.553 -1.938 39.706 -43.655 -3.949 39.943 -45.797 -5.854 1.560 -28.109 -26.549 1.645 -28.591 -26.946 1.653 -27.767 -26.113 Algemene dekkingsmiddelen 132.063 -13.736 118.326 125.046 -6.190 118.855 157.736 -4.647 153.089 Totale baten en lasten 288.401 -272.883 15.518 273.434 -275.408 -1.974 282.260 -282.981 -722 5.454 -11.791 -6.337 3.632 -4.243 -611 1.851 -60 1.791 10.388 -12.550 -2.161 17.601 -11.227 6.374 10.193 -9.781 411 896 -1.556 -661 498 -725 -227 199 -567 -368 4. Overheid in balans 2.011 -910 1.101 3.681 -802 2.879 1.509 0 1.509 Algemene dekkingsmiddelen 7.556 -15.016 -7.460 5.679 -12.107 -6.427 4.230 -6.853 -2.623 Mutaties reserves 26.305 -41.823 -15.518 31.092 -29.104 1.988 17.983 -17.261 722 1. Mens en stad in beweging 91.948 -146.049 -54.101 82.256 -140.740 -58.484 58.025 -152.067 -94.042 2. Ruimtelijke inrichting in samenhang 38.058 -66.776 -28.718 46.014 -71.702 -25.688 36.946 -62.544 -25.598 3. Economie in ontwikkeling 41.510 -44.109 -2.599 40.204 -44.380 -4.176 40.142 -46.364 -6.222 3.571 -29.019 -25.448 5.326 -29.393 -24.066 3.163 -27.767 -24.604 Algemene dekkingsmiddelen 139.618 -28.753 110.866 130.725 -18.297 112.428 161.966 -11.500 150.466 Totaal geraamd resultaat 314.706 -314.706 0 304.526 -304.512 14 300.243 -300.243 0 1. Mens en stad in beweging 2. Ruimtelijke inrichting in samenhang 4. Overheid in balans § 6 Begroting 2015 Lasten 3. Economie in ontwikkeling Baten en lasten Begroting 2014 na wijziging Baten 4. Overheid in balans Toevoegingen en onttrekkingen reserves Jaarstukken 2013 Leeswijzer Indien u direct een beeld wilt hebben voor de wijze waarop de kansen in de Zomernota 2015 en de ambities van Kompas 2014-2018 zijn verwerkt in de Begroting 2015 is het aan te bevelen de teksten van de vier programma’s te lezen. Deze zijn via het hoofdmenu snel (via aanklikken) te raadplegen. De inleiding van de programma’s geeft daarbij de inhoud van het programma weer. De door de raad vastgestelde kansen van de Zomernota 2015 zijn zichtbaar via het kopje effect Zomernota (extra inzet) onder de ER-doelen. Dit overzicht is direct na de inleiding van het programma te vinden. De ambities van Kompas 2014 - 2018 zijn concreet zichtbaar in de prestatiedoelstellingen per ER-doel. In de linkerkolom staan deze aangegeven. Via aanklikken worden de prestatiedoelstellingen zichtbaar. § 7 Vanuit de programma’s kunt u altijd terug naar het hoofdmenu. Vanuit het hoofdmenu zijn via aanklikken de Zomernota 2015 en Kompas 2014-2018 te downloaden. Indien u zich nader wil verdiepen in de financiële positie van de gemeente kunt u de financiële overzichten bij de programma’s, de paragrafen en de financiële begroting lezen. In het hoofdmenu kan, via aanklikken, direct naar de paragrafen en financiële begroting gegaan worden. Vanuit de programma’s kunt u naar de paragrafen en de financiële begroting doorklikken. Tevens zijn bij de programma’s de door de raad vastgestelde kadernota’s in de linkerkolom opgenomen en via aanklikken te downloaden. Ook de bij de prestatiedoelstellingen (onder de ER-doelen) aangegeven uitvoeringsprogramma’s zijn via aanklikken te downloaden. Programma Mens en stad in beweging 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 8 Met de meeste Schiedammers gaat het gelukkig goed. Ze werken, leren, zijn lid van een sportvereniging, doen vrijwilligerswerk, kortom ze doen actief mee in de stad. Hiermee ontwikkelen ze hun talenten en leveren ze een bijdrage aan de maatschappij. Er zijn ook inwoners die een extra zetje in de rug nodig hebben. Schiedam wil hen goed onderwijs, efficiënte en samenhangende ondersteuning en zorg bieden zodat ze (opnieuw) zelfstandig kunnen meedoen in de samenleving. Vooral voor deze Schiedammers verandert er vanaf 1 januari 2015 veel. Vanaf dat moment is de gemeente verantwoordelijk voor de participatie, zorg en ondersteuning als gevolg van de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en decentralisaties van de Jeugdzorg en de Participatiewet. Belangrijk doel hiervan is contacten tussen en de inwoners en de overheid dichterbij te organiseren, bij voorkeur in de wijk. Schiedam is, samen met de gemeenten in de regio, klaar voor de transities en maakt in 2015 werk van de transformatie. De samenhang in de taken die de gemeente vanuit het Rijk krijgt overgeheveld, biedt in combinatie met de uitvoering van passend onderwijs, kansen op betere zorg en toeleiding naar werk met toegankelijke algemene voorzieningen als het kan en maatwerk als het moet. De invoering van de nieuwe Wet Jeugdwet moet ervoor zorgen dat alle kinderen gezond en veilig kunnen opgroeien. Gemeenten zijn vanaf dat moment verantwoordelijk voor de preventie, ondersteuning, hulp en zorg bij opvoeden en opgroeien. De nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) regelt de overdracht van taken van het Rijk op het gebied van ondersteuning, begeleiding en (extramurale) dagbesteding naar de gemeenten. Met de komst van de Participatiewet krijgen gemeenten de verantwoordelijkheid voor mensen die wel kunnen werken, maar daarbij ondersteuning nodig hebben. Die ondersteuning is nu nog georganiseerd in verschillende regelingen. Met de invoering van de Wet passend onderwijs krijgen scholen een zorgplicht. De verantwoordelijkheid voor de invoering van deze wet ligt in eerste instantie niet bij gemeenten maar bij samenwerkings verbanden van het onderwijs. De Stadsvisie 2030 en de visienota Schiedams maatwerk in het sociale domein vormen de basis voor het programma Mens en stad in beweging en de manier waarop we in Schiedam veranderingen in het sociaal domein vormgeven. De gewenste maatschappelijke effecten uit het programma worden onderverdeeld in vier doelen: 1.versterken van de keten van zorg voor de kwetsbare Schiedammer; 2.versterken van de eigen kracht en burgerkracht; 3.sociale stijging en maatschappelijke carrière; 4.meer gezonde Schiedammers door sporten en bewegen. De doelen vormen in onderlinge samenhang een fundament. Het versterken van de eigen kracht en burgerkracht ontlast de keten van zorg voor kwetsbare burgers. Goed onderwijs en het hebben van werk versterkt de eigen kracht van de Schiedammer. Sport en bewegen dragen bij aan de gezondheid van de Schiedammers en bieden hen kansen om hun netwerk te vergroten. Het hebben van een netwerk vergroot op zijn beurt de kansen op sociale stijging en helpt bij het inzetten van de eigen kracht van Schiedammers. Verdeling budgetten ER-doelen Mens en Stad in beweging Binnen het totale budget (€ 152 miljoen) voor Mens en stad in beweging zijn de middelen, voor de producten die bijdragen aan de ER-doelen, per ER-doel verdeeld. € 57,8 miljoen maakt hiervan geen deel uit. Dit bestaat voornamelijk uit uitgaven inkomensvoorzieningen. In de Begroting 2015 is voor het programma Mens en stad in beweging € 100.000 opgenomen voor initiatieven uit de stad. De extra inzet is niet direct aan één ER-doel te relateren en daarom niet vermeld bij Effect Zomernota 2015. 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 9 De inspanningen binnen het programma zijn erop gericht dat iedere Schiedammer via leren en werken zijn talenten kan ontwikkelen en kan meedoen in de samenleving. Het deel van de Schiedammers dat niet in staat is om zelfstandig deel te nemen kan rekenen op ondersteuning op maat. In de visienota Schiedams maatwerk in het sociaal domein zijn de volgende ambities opgenomen: - Schiedammers kunnen zo lang mogelijk zelfstandig in de Schiedamse samenleving functioneren en participeren; - Schiedammers kunnen zich in voldoende mate ontwikkelen en ontplooien en daarmee een maatschappelijk sterke positie bereiken; - op wijkniveau is er een goede sociale samenhang en een veilig en gezond leefen opgroeiklimaat; - Schiedammers voelen zich actief betrokken bij de Schiedamse samenleving en willen zich zo nodig inzetten voor anderen. Het college zet de door de raad vastgestelde beleidskaders zoals de Visie- en Kadernota Sociaal Domein voort. De genoemde ambities worden mede gerealiseerd door inspanningen binnen de projecten van het Uitvoeringsprogramma Sociaal Domein 2015-2017. De Zomernota 2015 “Kansen benutten met Schiedam” en Kompas 2014-2018 “Samen Schiedam Vernieuwen” geeft richting aan de ontwikkeling van het programma Mens en stad in beweging. Het college wil ruimte en middelen bieden om snel te kunnen inspelen op en uitvoering te geven aan kansen en initiatieven vanuit de stad. Hiervoor is een stimuleringsfonds gevormd. In het Kompas 2014-2018 heeft het college als aanvullende ambitie benoemd dat het overhevelen van rijkstaken ook kansen biedt om door samenhang en verbinding synergie mogelijk te maken. Het instellen van één adviesraad Sociaal Domein en het instellen van een meldpunt Decentralisaties voor individuele bewoners zijn hierbij belangrijke inspanningen. Dit wordt hierna uitgewerkt in de ER- en prestatiedoelen, maar ook in een korte beschrijving van van het bestaande beleid dat voor de realisering van de effecten binnen deze doelen worden ingezet. Het programma Mens en stad in beweging hangt nauw samen met de andere programma’s in de begroting. Vanuit het programma Economie in Ontwikkeling wordt gewerkt aan een goed ondernemersklimaat en de verbetering van de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt. Hiermee komt er ruimte voor banen voor Schiedammers en dragen we bij aan een adequaat opgeleide beroepsbevolking. De woningvoorraad en de kwaliteit van de openbare ruimte hebben effect op het gebruik van voorzieningen in het sociaal domein. Een gevarieerde woningvoorraad biedt kansen voor een wooncarrière binnen Schiedam. Daarnaast dragen sociale samenhang en leefbaarheid in de wijken bij aan de veiligheid. Mens en stad in beweging Totaal budget: € 152 miljoen 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL STELLING ER-DOELEN Grotere sociale stijging en maatschappelijke carrière Meer eigen kracht en burgerkracht Meer gezonde Schiedammers door sporten en bewegen STELLING Betere keten van zorg en ondersteuning voor de kwetsbare Schiedammer STELLING Budget: € 42,4 miljoen Budget: € 42,5 miljoen Budget: € 3,4 miljoen Budget: € 5,8 miljoen € 230.000 € 500.000 € 300.000 4.Het percentage nieuwe voortijdig schoolverlaters is in 2018 maximaal 2,7%. 5.Het percentage huishoudens met een inkomen uit werk stijgt naar 87% in 2018. 6.Het percentage jongeren tot 21 jaar dat deelneemt aan ongeorganiseerde en georganiseerde maatschappelijke activiteiten in de vrije tijd neemt toe. 7.De gemiddelde score in de sociale index van Schiedam op het onderdeel sociale cohesie blijft in 2018 tenminste gelijk aan de score 6,0 in 2014. 8.Het percentage Schiedammers dat vrijwilligerswerk verricht, stijgt naar 30% in 2018. 9.In 2018 scoort de Schiedamse bevolking op de NNGB (Nederlandse Norm Gezond Bewegen) maximaal 2% onder het landelijk gemiddelde (nulmeting 2011: NNGB 4% onder landelijk). 10.In 2018 scoort de Schiedamse bevolking op de RSO-norm (Richtlijn Sportdeelname Onderzoek) maximaal 4% onder het landelijk gemiddelde. (nulmeting 2011: RSO 7% onder landelijk). STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 10 effect Zomernota € 75.000 PRESTATIEdoelstelling 1.80% van de Schiedammers met een hulpvraag binnen de drie decentralisaties (AWBZ, Jeugdzorg, Participatiewet) wordt geholpen met inzet van eigen kracht en/of een algemene voorziening. Specialistische hulp blijft beschikbaar voor Schiedammers die dit nodig hebben. 2. Het percentage eenzame 65-plussers in Schiedam is in 2018 gelijk of onder het regionaal gemiddelde. 3. D e doorlooptijd voor het opstellen van een ondersteuningsplan binnen de Wmo is maximaal 6 weken. 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL STELLING Betere keten van zorg en ondersteuning voor de kwetsbare Schiedammer Kompas p. 11/13/14 STELLING Prestatiedoelstelling 1 (Kompas p. 13/14) Nulmeting N.v.t. Prestatie 2018 80% Toelichting Eén van de uitgangspunten binnen de decentralisaties is de verschuiving van de inzet van gespecialiseerde, individuele voorzieningen naar algemene voorzieningen met de inzet van eigen kracht en netwerken. Hiermee wordt bereikt dat Schiedammers zelf (weer) de regie over hun leven kunnen nemen en dat de sociale infrastructuur betaalbaar blijft. Het percentage van 80% is gebaseerd op landelijke inschatting en gebaseerd op de huidige inzichten. Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 1 • Uitvoeringsprogramma Sociaal Domein 2013-2015, vastgesteld in 2013 • Uitvoeringsprogramma WOT STELLING STELLING STELLING STELLING Prestatiedoelstelling 2 (Kompas p. 11/13) STELLING Nulmeting Prestatie 2018 STELLING STELLING STELLING § € 11 Toelichting Kaderstellende beleidsnota’s •Visienota Schiedams maatwerk in het sociaal domein, vastgesteld in 2012 •Kadernota Sociaal domein, vastgesteld in 2012 •Samen zorgen voor een gezond Schiedam, Overbruggingsnota 2014, vastgesteld in 2013 •Visienota participatiewet, vastgesteld in 2013 •Nota intensivering armoedebeleid, vastgesteld in 2013 80% van de Schiedammers met een hulpvraag binnen de drie decentralisaties (AWBZ, Jeugdzorg, Participatiewet) wordt geholpen met inzet van eigen kracht en/of een algemene voorziening. Specialistische hulp blijft beschikbaar voor Schiedammers die dit nodig hebben. Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 2 Het percentage eenzame 65-plussers in Schiedam is in 2018 gelijk of onder het regionaal gemiddelde. Significante afwijking van regionaal gemiddelde (51%) Gelijk aan het regionaal gemiddelde In Schiedam is het percentage 65-plussers die aangeven matig tot zeer ernstig eenzaam te zijn 51%. (Bron: gezondheid in kaart 2014, gebaseerd op de meting in 2012). Dit is hoger dan het gemiddelde in de regio. Zowel in de regio als in Schiedam is het aandeel eenzamen toegenomen t.o.v. de vorige meting (bron: rapportage 2010, gemeten in 2008). Onder de 65-plussers in Schiedam is de sociale eenzaamheid in de periode 2011-2012 significant gestegen. • Samen zorgen voor een gezond Schiedam, Overbruggingsnota 2014, vastgesteld in 2013 • Uitvoeringsprogramma Sociaal Domein 2013-2015, vastgesteld in 2013 Prestatiedoelstelling 3 (Kompas p. 11/13) Nulmeting Prestatie 2018 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL N.v.t. De doelstelling komt voort uit nieuwe wetgeving (per 01-01-2015). 6 weken Toelichting De gemeente dient een ontvangen melding op basis van de Wmo binnen 6 weken af te handelen. Nadat een melding is ontvangen wordt onderzoek verricht naar de ondersteuningsbehoefte, het gewenste resultaat, de persoonskenmerken en de eigen mogelijkheden. Dit resulteert in een ondersteuningsplan op maat. Deze termijn zorgt ervoor dat eventuele ondersteuning ook zo snel mogelijk geleverd kan worden. Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 3 • Uitvoeringsprogramma Sociaal Domein 2013-2015, vastgesteld in 2013 STELLING STELLING STELLING De doorlooptijd voor het opstellen van een ondersteuningsplan binnen de Wmo is maximaal 6 weken. STELLING Bestaand beleid STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 12 Kaderstellende beleidsnota’s •Visienota Schiedams maatwerk in het sociaal domein, vastgesteld in 2012 •Kadernota Sociaal domein, vastgesteld in 2012 •Samen zorgen voor een gezond Schiedam, Overbruggingsnota 2014, vastgesteld in 2013 •Visienota participatiewet, vastgesteld in 2013 •Nota intensivering armoedebeleid, vastgesteld in 2013 Algemeen Maatschappelijk Werk Door het inzetten van het Algemeen Maatschappelijk Werk heeft de Schiedamse bevolking toegang tot laagdrempelige, psychosociale en materiële hulpverlening waarbij vroegtijdige inzet van belang is. De hulpverlening is erop gericht dat: -de cliënt zo snel mogelijk weer op eigen kracht en/of met behulp van de omgeving verder kan deelnemen aan de maatschappij; -kinderen positief kunnen opgroeien en ouders tools krijgen om dit te kunnen doen; -er integrale zorg wordt geboden voor de meest kwetsbare Schiedammers. Om dit te bereiken is investeren in de keten van zorg van belang. Volksgezondheid De Wmo en Wpg nota 2015-2018 wordt in december 2014 uitgebracht. In de gemeentelijke nota gezondheidsbeleid wordt aan vijf speerpunten aandacht besteed, die ook landelijke prioriteit hebben: • overgewicht; • diabetes; • roken; • alcohol; • depressie. 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 13 Door het inzetten van voorlichters gezondheid heeft de Schiedamse bevolking toegang tot kennis, informatie, handvatten en begeleiding naar de juiste zorg. Mensen met gezondheidsproblemen hebben vaak meerdere problemen. Deze hebben regelmatig niets te maken met gezondheid, maar zijn bijvoorbeeld het gevolg van: geen werk, geen inkomen, schulden, slechte huisvesting etc. De inzet van de voorlichters gezondheid is preventief en richt zich op de lage sociaal-economische status (SES), jeugd en senioren. Een inspanning van het college is om de ongezonde levensstijl bij (jonge) senioren aan te pakken. Het gezondheidsbeleid wordt preventief ingestoken, maar tegelijkertijd ook met duidelijke samenwerking op het gebied van de wijkondersteuningsteams, onderwijs, sociaal-cultureel werk, sport, milieu en openbare ruimte. Er worden voorlichtingen en cursussen aangeboden, maar ook begeleiding bij het maken van een afspraak met een professional. Dit heeft als doel dat de juiste zorgvraag bij de juiste zorgverlener terechtkomt. Uit onderzoek is gebleken dat burgers en professionals elkaar vaak niet goed begrijpen, waardoor er verkeerde hulp wordt geboden of de burger te laat bij de juiste zorgverlener terechtkomt. De kosten liggen dan vaak nog hoger. Grotere Sociale stijging en Maatschappelijke carrière 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL Kompas p. 11/12/15 Prestatiedoelstelling 4 (Kompas p. 15) Nulmeting 2,7% Prestatie 2018 2,7% Toelichting STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 4 STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 14 Kaderstellende beleidsnota’s •Visienota Schiedams maatwerk in het sociaal domein, vastgesteld in 2012 •Kadernota Sociaal domein, vastgesteld in 2012 •Lokaal onderwijsbeleid Schiedam, vastgesteld in 2013 •Bestuursafspraken VVE/Schakelklassen, vastgesteld in 2012 Het percentage nieuwe voortijdig schoolverlaters is in 2018 maximaal 2,7%. In het schooljaar 2012/2013 heeft Schiedam uitzonderlijk goed gescoord met slechts 2,7% nieuwe voortijdig schoolverlaters. Voortijdig schoolverlaters zijn jongeren van 12 tot 23 jaar die geen startkwalificatie (minimaal een havo- of mbo-diploma vanaf niveau 2) hebben, niet aan het werk zijn en ook niet staan ingeschreven op een school. Het behalen van een startkwalificatie is essentieel voor de kansen van jongeren om mee te (blijven) doen in de samenleving. Het beleid wordt regionaal vormgegeven in het convenant Voortijdig schoolverlaten. De ambitie is om dit niveau de komende jaren te handhaven, maar dit is niet eenvoudig. Het betreft immers elk schooljaar nieuwe voortijdige schoolverlaters. Overigens dient te worden opgemerkt dat niet alle jongeren een startkwalificatie kúnnen behalen (bijvoorbeeld de doelgroep praktijkonderwijs). • Uitvoeringsprogramma Sociaal Domein 2013-2015, vastgesteld in 2013 Prestatiedoelstelling 5 (Kompas p. 12) Nulmeting Prestatie 2018 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 5 • Re-integratieplan 2014, Werk en Inkomen Schiedam • Uitvoeringsprogramma Sociaal Domein 2013-2015, vastgesteld in 2013 • Startnotitie aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt, vastgesteld in 2014 STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 15 Kaderstellende beleidsnota’s •Visienota Schiedams maatwerk in het sociaal domein, vastgesteld in 2012 •Kadernota Sociaal domein, vastgesteld in 2012 •Convenant voortijdig schoolverlaten, vastgesteld in 2013 •Lokaal onderwijsbeleid Schiedam, vastgesteld in 2013 •Bestuursafspraken VVE/Schakelklassen, vastgesteld in 2012 87% Het hebben van een inkomen uit werk is een goede graadmeter voor de mate van zelfredzaamheid. ‘Inkomen uit werk’ betekent dat meer dan de helft van het inkomen wordt gegenereerd uit werk. Er kan dus sprake zijn van een aanvullende uitkering. In Schiedam was het percentage in 2011 85,5%. Het streven om dit te verhogen naar 87% in 2018 (1% staat gelijk aan 250 huishoudens) is ambitieus en ook afhankelijk van externe factoren die moeilijk zijn te beïnvloeden door de gemeente. Behalve de inspanningen van Werk en Inkomen zijn ook factoren als de ontwikkeling van de economie en werkgelegenheid en de instroom van hogeropgeleiden in Schiedam bepalend voor het resultaat. Meer Schiedammers toeleiden naar werk geldt in het bijzonder voor het bestrijden en voorkomen van jeugdwerkloosheid. Jongeren en schoolverlaters moeten sneller de weg naar werk vinden en er moet meer worden ingespeeld op talenten van mensen om de aansluiting met de arbeidsmarkt te verbeteren. STELLING STELLING 85,5% Toelichting STELLING STELLING Het percentage huishoudens met een inkomen uit werk stijgt naar 87% in 2018. Prestatiedoelstelling 6 (Kompas p. 11/14) Nulmeting 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 Prestatie 2018 DOEL Toelichting STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 6 STELLING STELLING STELLING § € 16 Niet bekend Nader te bepalen Schiedam wil voor de jeugd een aantrekkelijke stad zijn. De nieuwe Jeugdwet zet vooral in op zorg en preventie. In de in het najaar 2014 vastgestelde kadernota Jeugd wordt de implementatie van de Jeugdwet nader uitgewerkt, maar wordt ook ingegaan op het stimuleren van extra kwetsbare jeugd in de stijgingsroutes. De kansen van jongeren om hun talenten te ontwikkelen worden vergroot door te participeren in de samenleving, naast school, opleiding en werk. Enerzijds gaat het hierbij om het vergroten van de invloed van jongeren op het beleid, anderzijds om de mogelijkheden van jongeren tot informeel leren en het opdoen van sociale vaardigheden te vergroten. Voor dit doel is op dit moment geen nulmeting voorhanden. In overleg met Onderzoek & Statistiek wordt begin 2015 een eerste meting gedaan in de vorm van een lokale Jeugdmonitor. • Jong zijn in Schiedam, Ieders Zorg!, Uitvoeringsprogramma 2013 t/m 2014 Bestaand beleid STELLING STELLING Het percentage jongeren tot 21 jaar dat deelneemt aan ongeorganiseerde en georganiseerde maatschappelijke activiteiten in de vrije tijd neemt toe. Kaderstellende beleidsnota’s •Visienota Schiedams maatwerk in het sociaal domein, vastgesteld in 2012 •Kadernota Sociaal domein, vastgesteld in 2012 •Convenant voortijdig schoolverlaten, vastgesteld in 2013 •Lokaal onderwijsbeleid Schiedam, vastgesteld in 2013 •Bestuursafspraken VVE/Schakelklassen, vastgesteld in 2012 Onderwijsbeleid De ontwikkeling van Brede school naar Integrale Kindcentra wordt voortgezet. Scholen en instellingen werken aan de integratie van de pedagogische grondslag en de doorgaande lijn van de voor- en vroegschoolse educatie in aansluiting op het basisonderwijs. De aandacht voor de versterking van de kwaliteit in het basisonderwijs wordt voortgezet door continuering van de ‘Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs’. Nu het aantal zwakke basisscholen is afgenomen zou de kwaliteitsaanpak zich enerzijds moeten gaan richten op het borgen van de behaalde resultaten, maar anderzijds moet er in de komende jaren ook gericht aandacht komen voor excellente leerlingen. Met de directies van het voortgezet onderwijs wordt gesproken over de mogelijkheid en de noodzaak van soortgelijke projecten in het voortgezet onderwijs. Het onderzoek naar de uitplaatsing van de schoollogopedie naar het samenwerkingsverband Weer Samen Naar School wordt afgerond. De resultaten van de pilot regionalisering leerlingvervoer worden begin 2015 opgeleverd en de resultaten worden in het schooljaar 2015/2016 geïmplementeerd. Per 1 januari 2015 maakt het Regionaal Bureau Leerplicht deel uit van de gemeenschappelijk regeling MVS. De middelen voor buitenonderhoud van het basisonderwijs worden per 1 januari 2015 door het Rijk overgeheveld naar de schoolbesturen. De Schiedamse jeugd moet hoger worden opgeleid en worden behouden voor de stad. Dit betekent dat in de komende jaren initiatieven moeten worden onderzocht voor het realiseren van hoger en/ of universitair onderwijs in onze stad met de daarbij behorende huisvestingsvoorzieningen voor studerenden. 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 17 Primair Onderwijs De inzet van het college op de verbetering van onderwijskwaliteit richt zich ook op onderwijshuisvesting. Het voornemen is om in 2015 te investeren in vervangende nieuwbouw voor de basisscholen IBS El Furkan, OBS De Troubadour en RKBS De Regenboog Groenoord. Hierbij dient te worden aangetekend dat er wordt gebouwd voor scholen met een evenwichtige schoolgrootte (leerlingaantal). Uitgangspunten zijn een hoge kwaliteit en efficiënter gebruik van onderwijsaccommodaties. De gemeente verwacht dat er samenwerking tussen schoolbesturen tot stand komt waarbij serieus wordt gekeken naar het samengaan van scholen met een zeer laag leerlingenaantal. Hierbij kan ook sprake zijn van samenwerking tussen de verschillende denominaties. Op basis hiervan zal er in Groenoord worden gebouwd voor maximaal twee scholen. Voortgezet Onderwijs In 2015 wordt gestart met de nieuwbouw voor de Mavo Schravenlant XL. Milieu-educatie De gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam nemen deel in het Regionaal Educatief Overleg NWN (REON). Vanuit dit overleg worden gezamenlijke projecten uitgevoerd. Deze worden gefinancierd conform de bestaande afspraak 1-2-2. De gemeente Schiedam beheert deze gezamenlijke middelen. Bibliotheekwerk Een belangrijke doelstelling is het bevorderen van de maatschappelijke participatie, persoonlijke ontwikkeling van Schiedammers en ondersteuning van het onderwijs. De bibliotheek is geen exclusief culturele instelling, maar actief op de beleidsterreinen cultuur, onderwijs, welzijn en informatie. In de afgelopen jaren zijn op de meeste scholen voor basisonderwijs de zgn. Service Plus Punten geïmplementeerd. Bibliotheekafdelingen in de scholen met een gezamenlijke financiering en beheer door onderwijs en bibliotheek. In de komende jaren wordt dit concept doorontwikkeld met het project De bibliotheek op school (Debos). Hierbij wordt op de nog resterende basisscholen en de school voor speciaal basisonderwijs eveneens geïnvesteerd in een bibliotheekpunt. Zie hiervoor ook Onderwijsbeleid. 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 18 Kinderopvang De gemeente heeft een toezichthoudende taak met betrekking tot de kinderopvang. Het betreft hierbij zowel de registratie en opvang bij kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, gastouders en peuterspeelzalen als het toezien op de kwaliteit. Dit laatste wordt in opdracht uitgevoerd door de GGD RotterdamRijnmond. Integraal peuterspeelzaalwerk/ voor- en vroegschoolse educatie (VVE) is bij alle basisscholen gerealiseerd. In het integraal peuterspeelzaalwerk zijn de functies ‘spelen, ontmoeten en ontwikkelen’ uitgebreid met de functies ‘signaleren en ondersteunen (van ouders) bij ontwikkelingsachterstanden’. Door het realiseren van VVE bij alle basisscholen worden meer kinderen met een onderwijsachterstand bereikt met een VVE-programma en is de kwaliteit van het aanbod in het peuterspeelzaalwerk verhoogd. Werkgelegenheidsbeleid Een goede aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt heeft een hoge prioriteit. De hoge werkloosheid in de arbeidsmarktregio Rotterdam Rijnmond wordt voor een deel veroorzaakt door een mismatch tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Het verkleinen van deze mismatch heeft prioriteit. Realisatie van deze opgave komt tot stand in samenwerking met het bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en maatschappelijke organisaties. Om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt bij elkaar te krijgen wordt samengewerkt met het regionaal werkgeversservicepunt, het regionale werkbedrijf. Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee vormen van werkgeversbenadering. Enerzijds vanuit het spoor van ontwikkeling en plaatsing van de (totale) doelgroep, waarbij de ondernemer de mogelijke werkgever is. Anderzijds vanuit het spoor van acquireren van (productie)werk voor het werk-leerbedrijf, waarbij de ondernemer de opdrachtgever is. Het college ziet daarnaast goede kansen in het initiatief van werkgevers en het middelbaar beroepsonderwijs om een stimuleringsfonds op te zetten. Doel is om gezamenlijk te komen tot activiteiten die bijdragen aan een goede aansluiting van het mbo op de arbeidsmarkt. De gemeente participeert en stelt een impulsbudget beschikbaar vanuit Economische Zaken. In samenwerking met het programma Economie in ontwikkeling worden initiatieven van Stichting Technetkring Maassluis, Vlaardingen, Schiedam ondersteund voor de aandacht voor techniek en maritiem onderwijs in relatie tot de arbeidsmarkt in onze regio. Participatiebudget Op 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. De gemeente is dan verantwoordelijk voor alle mensen met arbeidsvermogen die ondersteuning nodig hebben. Omdat het beschikbare budget beperkt is, moeten er keuzes worden gemaakt. Binnen het programma Mens en stad in beweging wordt integraal gewerkt aan het realiseren van een goede bemiddeling van leerlingen uit het praktijkonderwijs naar de arbeidsmarkt. Meer eigen kracht en burgerkracht Prestatiedoelstelling 7 (Kompas p. 14) Kompas p. 14 Nulmeting Prestatie 2018 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL Toelichting STELLING STELLING STELLING STELLING Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 7 De gemiddelde score in de sociale index van Schiedam stadsbreed op het onderdeel sociale binding blijft in 2018 tenminste gelijk aan de score 6,0 in 2014. 6,0 (2014) 6,0 Deze score is opgebouwd uit de factoren verhuisbewegingen, gevoelens van binding en vertrouwen in de toekomst van de wijk. De score loopt per wijk uiteen van 3,8 in Oost tot 8,6 in Kethel. De verbetering van de score is een proces van lange adem en vraagt om wijkgericht beleid, waarin de kracht en de talenten van de bewoners centraal staan. Hierbij gaat het vooral om het consolideren van de goede scores en het verbeteren van de minder goede scores in specifieke wijken. De sociale-indexscore dateert van 2012 en er is een nieuwe meting voorzien eind 2014. • Uitvoeringsprogramma Sociaal Domein 2013-2015, vastgesteld in 2013 STELLING Prestatiedoelstelling 8 (Kompas p. 14) STELLING Nulmeting STELLING Prestatie 2018 Toelichting STELLING STELLING STELLING § € 19 Kaderstellende beleidsnota’s •Visienota Schiedams maatwerk in het sociaal domein, vastgesteld in 2012 •Kadernota Sociaal domein, vastgesteld in 2012 Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 8 Het percentage Schiedammers dat vrijwilligerswerk verricht, stijgt naar 30% in 2018. 26% (2012) 30% Binnen de decentralisatie van de jeugdzorg en de AWBZ vindt een verschuiving plaats van formele naar informele ondersteuning. Vrijwilligers kunnen hierin, mits goed ondersteund, een belangrijke rol spelen. Ook buiten de zorg leveren vrijwilligers een bijdrage aan een vitale samenleving. In 2012 (bron: Leefbaarheids- en veiligheidsmonitor) was het aandeel Schiedammers dat vrijwilligerswerk verricht 26%. Mantelzorg is een bijzondere vorm van vrijwilligerswerk, waarbij niet zo zeer de uitbreiding van het aantal mantelzorgers, maar de ondersteuning centraal staat. Er wordt ingezet op versterking van het vrijwilligerswerk en vanuit bestaande budgetten zijn structureel middelen beschikbaar. • Uitvoeringsprogramma Sociaal Domein 2013-2015, vastgesteld in 2013 Bestaand beleid 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 20 Sociaal cultureel werk Het welzijnswerk richt zich steeds meer op het ondersteunen van burgers die zelf activiteiten organiseren. Deze beweging zal in 2015 verder worden doorgezet. Ook door deelname van het welzijnswerk aan de wijkondersteuningsteams wordt dit versterkt. Het welzijnswerk zal namelijk ook vanuit de wijkondersteuningsteams de taak krijgen de nulde-lijn te versterken (eigen kracht, burgerkracht). Daarnaast zullen de algemene voorzieningen die door de professionele welzijnsorganisaties worden uitgevoerd in opdracht van de gemeente worden gescreend op resultaten en effecten die bijdragen aan de doelstellingen die de raad en het college zich hebben gesteld in de huidige collegeperiode. Voor wat betreft het kinder- en jongerenwerk wordt verder gewerkt aan de samenwerking met het onderwijs. Voor wat betreft de ouderen zulllen het aanbod en het gebruik van de algemene welzijnsvoorzieningen voor senioren nader worden bekeken en verbeterd. Verder zet de gemeente in op het verbeteren van de advisering en cliëntondersteuning van deze doelgroep. Deze acties passen weer in het verbeteren van de afstemming van de gehele keten van welzijn en zorg voor ouderen. De middelen voor cultuureducatie en muziekonderwijs zijn vanaf 2014 toegevoegd aan de subsidieregeling Brede School/Sociale stijging. Meer gezonde Schiedammers door sporten en bewegen 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL Kompas p. 16 Prestatiedoelstelling 9 (Kompas p. 16) Nulmeting Prestatie 2018 Toelichting STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 9 STELLING In 2018 scoort de Schiedamse bevolking op de NNGB (Nederlandse Norm Gezond Bewegen) maximaal 2% onder het landelijk gemiddelde. 4% onder landelijk gemiddelde (2011) Maximaal 2% onder landelijk gemiddelde De Nederlandse Norm Gezond Bewegen is vooral gericht op het onderhouden van gezondheid op de lange termijn. Bewegen en sporten levert een preventieve bijdrage aan het gezond houden van lichaam en geest. Omdat Schiedammers te maken hebben met een groot aantal gezondheidsproblemen wil de gemeente bewegingsarmoede tegengaan door Schiedammers te motiveren om meer te gaan bewegen/sporten. Sporten beweeginterventies dragen hiermee optimaal bij aan maatschappelijke doelstellingen. Eenzaamheid wordt tegengegaan en de gezondheid en sociale vaardigheden verbeteren. Door het realiseren van drie sportparken en de ondersteuning van goede en vitale sportvoorzieningen en -verenigingen moet de deelname aan sport en beweging toenemen. Dit zal de aantrekkelijkheid van Schiedam vergroten. • Uitvoeringsprogramma Sociaal Domein 2013-2015, vastgesteld in 2013 • Samen zorgen voor een gezond Schiedam, Overbruggingsnota 2014, vastgesteld in 2013 STELLING Prestatiedoelstelling 10 (Kompas p. 16) STELLING STELLING Nulmeting Prestatie 2018 STELLING § € 21 Toelichting Kaderstellende beleidsnota’s •Een leven lang sport en bewegen, vastgesteld in 2009 Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 10 In 2018 scoort de Schiedamse bevolking op de RSO-norm (Richtlijn Sportdeelname Onderzoek) maximaal 4% onder het landelijk gemiddelde. 7% onder landelijk gemiddelde (2011) Maximaal 4% onder landelijk gemiddelde Het vergroten van het aantal sporters in Schiedam draagt bij aan gezondheidswinst, leidt tot meer sociale contacten, zorgt voor verbinding tussen mensen en meer participatie. De RSO definieert iemand als een sporter als hij in de afgelopen twaalf maanden ten minste twaalf keer heeft gesport. Het gaat hier om gestandaardiseerde vragenlijst, waarmee de motivatie en frequentie van sporten, sporttak, sportvorm, organisatievorm en accommodatiebenutting van bevolkingsgroepen in kaart wordt gebracht. • Uitvoeringsprogramma Sociaal Domein 2013-2015, vastgesteld in 2013 • Samen zorgen voor een gezond Schiedam, Overbruggingsnota 2014, vastgesteld in 2013 Bestaand beleid 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 22 Sport en recreatie De inzet richt zich op de inactieve Schiedammer. Het huidige sport- en beweegaanbod in Schiedam wordt verder geoptimaliseerd en uitgebreid (bijvoorbeeld wijksportverenigingen) en nieuw aanbod wordt opgezet (bijvoorbeeld sport-zorgarrangementen). De deelname aan sport en bewegen neemt hierdoor toe en vergroot de aantrekkelijkheid van Schiedam. De Schiedamse sportverenigingen worden op verschillend niveau gefaciliteerd om zich verder te ontwikkelen en bij te dragen aan goede en vitale sportvoorzieningen. Sportverenigingen worden ondersteund in het verbinding leggen met andere beleidsvelden, waaronder onderwijs (scholen) en zorg (onder andere WOT). Op deze wijze kunnen verenigingen hun bijdrage aan maatschappelijke doelen vergroten, wordt eenzaamheid tegengaan en de gezondheid en sociale vaardigheden verbeterd. In de openbare ruimte worden plekken gecreëerd (al dan niet met voorzieningen) waar mensen (gestimuleerd worden te) spelen, bewegen, sporten, ontmoeten en zich te verplaatsen. Daar waar voorzieningen worden aangelegd (Schoolplein 14) is een sport- en beweegaanbod gekoppeld ten behoeve van actieve stimulatie en duurzaam gebruik van de voorziening. Sportaccommodaties Per 1 januari 2014 is het beheer en de exploitatie van de binnensportaccommodaties bij één marktpartij ondergebracht. De gymzalen zijn overgedragen aan Stichting Primo. Vanuit de gemeente zal regie worden gevoerd op de exploitant van de binnensportaccommodaties om het maatschappelijk rendement te waarborgen. In 2015 wordt verder uitwerking gegeven aan de eerste fase van de ontwikkelvisie Schiedam in Beweging. Aangaande de realisatie van Park A4 en de nieuwe hockey-accommodatie op Harga wordt met de betrokken sportverenigingen gewerkt aan inrichting, organisatie en exploitatie. Ook met verenigingen die niet zijn betrokken bij de eerste fase van Schiedam in Beweging wordt gesproken over gebruik en onderhoud van de huidige sportvoorzieningen. Het groot onderhoud aan de sportaccommodaties wordt optimaal afgestemd op de ontwikkelingen ten aanzien van Schiedam in Beweging. Investeringen in accommodaties worden geoptimaliseerd ten behoeve van de voortgang van het project en de uiteindelijk definitieve situatie op de drie sportparken. Aard en omvang van investeringen worden bezien in de mogelijke afschrijvingsduur en op deze wijze zo duurzaam mogelijk ingezet. Wat gaat het kosten? (bedragen x € 1.000,-) 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING 23 Begroting 2014 na wijziging Begroting 2015 Productomschrijving Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo Onderwijsbeleid 5.651 -9.518 -3.867 6.120 -10.314 -4.194 1.928 -4.799 -2.871 Primair onderwijs 234 -4.946 -4.712 116 -4.189 -4.073 116 -4.648 -4.532 Voortgezet onderwijs 104 -3.231 -3.127 78 -2.573 -2.496 78 -2.664 -2.586 0 -7 -7 15 -27 -12 15 -28 -13 14 -891 -876 22 -1.415 -1.393 22 -900 -878 1.626 -5.521 -3.894 1.326 -5.232 -3.905 1.326 -4.933 -3.607 3 -2.570 -2.567 0 -2.593 -2.593 0 -2.508 -2.508 Culturele activiteiten 12 -1.068 -1.056 31 -1.217 -1.186 31 -1.286 -1.255 Sociaal-cultureel werk 20 -3.641 -3.622 0 -3.140 -3.140 0 -43.100 -43.100 Maatschappelijk werk 311 -11.924 -11.613 0 -13.002 -13.002 0 -400 -400 44 -649 -605 0 -881 -881 0 -839 -839 Inkomensvoorziening 49.047 -49.648 -600 47.461 -57.391 -9.930 47.461 -55.703 -8.242 Werkgelegenheidsbeleid 20.293 -23.567 -3.274 17.980 -20.218 -2.237 5.193 -18.681 -13.488 0 -331 -331 0 -22 -22 0 0 0 19 -4.043 -4.023 0 -4.047 -4.047 0 -2.298 -2.298 Wet op de lijkbezorging 8 -88 -80 4 -33 -29 4 -32 -28 Kwijtschelding gemeentelijke belastingen 0 -650 -650 0 -696 -696 0 -695 -695 Dierenwelzijn 0 -96 -96 0 -145 -145 0 -116 -116 9.107 -11.870 -2.763 5.470 -9.363 -3.892 0 -8.378 -8.378 86.494 -134.258 -47.764 78.624 -136.497 -57.873 56.174 -152.007 -95.833 5.454 -11.791 -6.337 3.632 -4.243 -611 1.851 -60 1.791 91.948 -146.049 -54.101 82.256 -140.740 -58.484 58.025 -152.067 -94.042 Milieu-educatie Sport en recreatie Sportaccommodaties Bibliotheekwerk Kinderopvang Vormingswerk Volksgezondheid Participatiebudget § € Jaarstukken 2013 Mens en stad in beweging Totaal baten en lasten Mutaties reserves Geraamd resultaat Programma Ruimtelijke Inrichting in Samenhang 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 DOEL 13 DOEL 14 DOEL 15 DOEL STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 24 Inleiding Schiedam wordt door Schiedammers en bezoekers aan de stad, of zij hier nu zijn uit zakelijk oogpunt of voor hun plezier, beleefd als een aantrekkelijke stad om te wonen, werken en verblijven. Het programma Ruimtelijke Inrichting in Samenhang heeft tot doel deze kwaliteiten van de stad te versterken. Dit programma richt zich op de ruimtelijk-functionele ontwikkeling en programmatische ontwikkeling van de stad en op de vormgeving. Duurzame ontwikkeling is steeds het uitgangspunt: ontwikkeling die milieutechnisch verantwoord, klimaatbestendig en kwalitatief hoogwaardig is. De ambitie van het gemeentebestuur is dat Schiedam, ook in de toekomst, een stad blijft waar Schiedammers zich mee verbonden voelen en met rede trots op kunnen zijn. De Stadsvisie Schiedam 2030 en de evaluatie daarvan uit 2014 vormen (Voortgang Stadsvisie Schiedam 2030) samen met alle sectorale en gebiedsgerichte uitwerkingen de basis voor het programma Ruimtelijke Inrichting in Samenhang. Verdeling budgetten ER-doelen Ruimtelijke inrichting in samenhang Binnen het totale budget (€ 52,8 miljoen) voor Ruimtelijke Inrichting in Samenhang zijn de middelen, voor de producten die bijdragen aan de ER-doelen, per ER-doel verdeeld. De verdeling betreft het totale budget. Schiedammers en Schiedamse ondernemers ‘krijgen’ letterlijk ‘de ruimte’. Het programma Ruimtelijke Inrichting in Samenhang is gericht op het ‘ruimte geven’ aan maatschappelijke ontwikkelingen en aan wensen en behoeften van Schiedammers. In de afwegingen die de gemeente daarbij moet maken, staat voorop dat initiatieven moeten bijdragen aan het versterken van kwaliteit en samenhang in de structuur van de stad en het ontwikkelen van een goed vestigings- en verblijfsklimaat. Voortbouwend op de bestaande kwaliteit en identiteit van de stad wordt gewerkt aan verbetering, vernieuwing en versterking, met als doel een hoogwaardige, duurzame toekomst voor de stad. Voor de uitvoering van de doelstellingen binnen dit programma wordt samengewerkt met private partijen, andere overheden en belanghebbende Schiedammers. De samenwerking voor grote stedelijke ontwikkelingen, zoals de ontwikkelingen die plaatsvinden in het kader van Schiedam in Beweging, de aanpak van de opgaven in de binnenstad of de ontwikkeling van Oranjeburgh, wordt georganiseerd in projecten. De gemeentelijke organisatie ontwikkelt daarin steeds beter haar regierol, met als doel verantwoordelijkheden daar te leggen waar zij horen en initiatiefnemers de ruimte te geven hun eigen verantwoordelijkheid te nemen. Schiedam maakt deel uit van het stedelijke netwerk van de Rotterdamse regio, de Metropoolregio en de Zuidvleugel van de Randstad. Op alle beleidsvelden en thema’s worden verbindingen gezocht en gelegd met partijen in de omgeving van Schiedam en de afwegingen die de gemeente moet maken, worden in een bredere context geplaatst. Het programma Ruimtelijke Inrichting in Samenhang beschrijft de gemeentelijke ambities voor de fysieke stad. De kansen die in de zomernota zijn benoemd voor dit programma, zijn hierin meegenomen ER- en prestatiedoelstellingen De gewenste effecten van de aanpak zijn in het Kompas 2014-2018 onderverdeeld in vijf ER-doelstellingen: 1.hogere kwaliteit woningen in een meer gedifferentieerde woningvoorraad ; 2.beter duurzaam bereikbaar; 3.hogere kwaliteit van de buitenruimte; 4.duurzamere leefomgeving; 5.duurzamere Stedelijke ontwikkeling. Om de effecten van het programma Ruimtelijke Inrichting in Samenhang meetbaar en navolgbaar te maken, zijn hierna voor elk van de ER-doelstellingen drie prestatiedoelstellingen opgesteld. Ruimtelijke Inrichting in Samenhang Totaal budget: € 52,8 miljoen 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 DOEL 13 DOEL 14 DOEL 15 DOEL STELLING STELLING STELLING STELLING ER-DOELEN Hogere kwaliteit woningen in een meer gedifferentieerde woningvoorraad Beter Duurzaam bereikbaar Hogere kwaliteit van de buitenruimte Duurzamere leefomgeving Duurzamere Stedelijke ontwikkeling Budget: € 7,4 miljoen Budget: € 1,0 miljoen Budget: € 36,8 miljoen Budget: € 2,3 miljoen Budget: € 5,3 miljoen € 1.990.000 € 0 € 0 € 0 7.Hogere kwaliteitsbeleving van bewoners, waardering van 6,6 naar 7,0 in 2018. 8.Hogere technische kwaliteit. 9.Hogere kwaliteit dagelijkse zorg, maximaal 10% onderschrijding van de overeengekomen beeldkwaliteit. 10.Schiedam voldoet ruim aan de normen voor luchtkwaliteit. De jaargemiddelden concentraties NO2 en PM10 blijven onder 38µg/m3. 11.Het aantal Schiedammers dat hinder ondervindt van verkeerslawaai is eind 2017 gedaald. 12.Het aantal huishoudens/ bedrijven dat duurzame energie opwekt in de stad zal met minimaal 25% per jaar toenemen. 13.Ontwikkeling van de gemiddelde WOZ-waarde in Schiedam ten opzichte van het regionale gemiddelde. 14.Ontwikkeling van de grondwaarde (erfpachtinkomsten) ten opzichte van het regionale gemiddelde. 15.Waardering van de kwaliteit van de woonwijken/bedrijventerreinen/binnenstad/ groen- en recreatiegebieden. effect Zomernota STELLING € 265.000 STELLING PRESTATIEdoelstelling STELLING 1.Eind 2018 bestaat de woningvoorraad voor 52% (nu 50%) uit koopwoningen en 32% (nu 31%) eengezinswoningen. 2. D e gemiddelde waardering van de woning blijft minimaal gelijk (7,7) en van de woonomgeving stijgt deze van 6,9 naar minimaal een 7,0. 3. Particuliere woningverbetering (PWV) gaat verder met de aanpak van 40 woningen funderingsherstel en 100 woningen cascoherstel per jaar. STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 25 4.Bereikbaarheid: beter benutten, versterken openbaar vervoer en fiets; bevorderen duurzame logistiek. 5.Gewogen score woonen leefmilieu: verbetering in de waardering van Schiedammers voor het woon- en leefmilieu in termen van overlast van verkeer. 6.Verkeersveiligheid: terugdringen van het aantal verkeersslachtoffers. 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 DOEL 13 DOEL 14 DOEL 15 DOEL STELLING Hogere kwaliteit woningen in een meer gedifferientieerde woningvoorraad Kompas p. 17/18 Prestatiedoelstelling 1 (Kompas p. 17) Nulmeting Koopwoningen: 50%; eengezinswoningen: 31% Prestatie 2018 Koopwoningen: 52%; eengezinswoningen: 32% Toelichting STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 1 STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 26 Kaderstellende beleidsnota’s •Woonvisie Schiedam 2030 ind 2018 bestaat de woningvoorraad voor 52% uit E koopwoningen en 32% eengezinswoningen. De eerste pijler van de Woonvisie is gericht op nieuwe woonmilieus door stedelijke vernieuwing. Er is behoefte aan meer verschillende woningen voor Schiedammers. Het huidige percentage koopwoningen ligt op 50%. Door sloop van circa 200 huurwoningen en de nieuwbouw van circa 500 koopwoningen binnen de huidige plannen is het mogelijk het percentage in de komende vier jaar te verhogen naar 52%. De sloop heeft vooral betrekking op huurflats waardoor samen met nieuwbouw van voornamelijk eengezinswoningen het percentage eengezinswoningen van 30% naar 31% kan stijgen. In de nieuwbouwplannen staan ruima 500 eengezinswoningen gepland de komende vier jaar. Een belangrijke bijdrage aan het behalen van deze aantallen komt van woningcorporatie Woonplus. In deze prestatiedoelstelling is gekozen voor percentages in plaats van aantallen nieuwbouw, omdat naast nieuwbouw ook sloop, functieverandering en samenvoeging van invloed zijn op het evenwicht van de woningvoorraad. • Uitvoeringsprogramma Woonvisie Schiedam 2030 Prestatiedoelstelling 2 (Kompas p. 18) Nulmeting 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 DOEL 13 DOEL 14 DOEL 15 Prestatie 2018 DOEL STELLING Toelichting STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 2 STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 27 Kaderstellende beleidsnota’s •Woonvisie Schiedam 2030 De gemiddelde waardering van de woning blijft minimaal gelijk (7,7) en van de woonomgeving stijgt deze van 6,9 naar minimaal een 7,0. Waardering woning: 7,7; waardering woonomgeving: 6,9 Waardering woning: minimaal 7,7; waardering woonomgeving: minimaal 7,0 Schiedam wil voor jong en oud een levensloopvriendelijke stad creëren (pijler 2 van de Woonvisie). Het gaat om prettig wonen met voldoende voorzieningen: niet alleen tevredenheid over de woning is van belang, maar ook over de woonomgeving. In de monitor Leefbaarheid en Veiligheid in Schiedam wordt bij het onderdeel Wonen en Sociale samenhang mensen gevraagd naar de tevredenheid over hun woning en hun woonomgeving. De cijfers variëren per wijk en per leeftijdscategorie. De waardering van de woning zelf is met een 7,7 een mooi cijfer, de waardering van de woonomgeving moet minimaal van een 6,9 naar een 7,0. Dit zal vooral bereikt worden door in gebieden waar laag wordt gescoord in te zetten op verbetering van waardering van de woonomgeving. In de wijken Oost, Nieuwland en Groenoord is het cijfer over tevredenheid van de woonomgeving zelfs aan het dalen. Een onderdeel van de waardering is de aanwezigheid van voorzieningen zoals winkels, maar ook de mogelijkheden tot verkrijgen van zorg. Met name het laatste is een belangrijke speerpunt die de gemeente samen met partners in de stad oppakt. • Uitvoeringsprogramma Woonvisie Schiedam 2030 Prestatiedoelstelling 3 (Kompas p. 18) Particuliere woningverbetering (PWV) gaat verder met de aanpak van 40 woningen funderingsherstel en 100 woningen cascoherstel per jaar jaar en gaat meer vraaggestuurd werken. Nulmeting 2014: 40 woningen funderingsherstel en 100 woningen cascoherstel; PWV wil nog meer vraaggestuurd werken. DOEL Prestatie 2018 2018: 200 woningen funderingsherstel en 500 woningen cascoherstel gerealiseerd; PWV werkt vooral vraaggestuurd. STELLING Toelichting 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 DOEL 13 DOEL 14 DOEL 15 STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 3 STELLING STELLING STELLING STELLING § € 28 Kaderstellende beleidsnota’s •Woonvisie Schiedam 2030 Er is besloten om de aanpak Particuliere Woningverbetering met vijf jaar te verlengen tot en met 2019. In de lopende aanpak van funderings- en cascoherstel wordt het steeds lastiger om herstel te realiseren: de laatste loodjes wegen het zwaarst. Daarbij hoort nu ook de inzet van handhaving voor die panden die nog niet zijn aangepakt. Extra inzet op handhaving betekent dat in de wijken waar jarenlang is gewerkt aan particuliere woningverbetering nu eindelijk de zogenoemde ‘rotte kiezen’ kunnen worden aangepakt. Dit is een beloning voor de welwillende eigenaren die hun woning vrijwillig verbeteren. De onwillige eigenaar heeft ruime mogelijkheden gehad om in de aanpak te participeren. Voor enkele ‘vergeten’ gebiedjes wordt nog een programma gestart waarbij het stimuleren van eigenaren voorop staat. In de komende periode gaat de aanpak van funderingsproblemen onverminderd verder. Daarnaast wordt gestart met een nog meer vraaggestuurde manier van werken. In dat kader worden in 2015 twee nieuwe projecten gestart met als doel om met deze manier van werken ervaring op te doen. In deze pilots ligt de focus op woningverbetering, energiebesparing en het beter toegankelijk maken van flatgebouwen voor rolstoelen en rollators. Het Servicepunt Particuliere Woningverbetering biedt huiseigenaren eerste hulp bij onderhoud. Ook het servicepunt gaat nog meer vraaggestuurd werken en wordt mede daarom vernieuwd. • Uitvoeringsprogramma Woonvisie Schiedam 2030 Bestaand beleid 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 DOEL 13 DOEL 14 DOEL 15 DOEL STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 29 Bouw- en woningtoezicht Binnen het beleid Bouw- en woningtoezicht vallen alle kosten voor bouw- en woningtoezicht en handhaving en daarnaast de kosten en opbrengsten betreffende kosten leges bouwen sloopbeschikkingen. In de legesverordening Schiedam is opgenomen hoe de leges voor de omgevingsvergunning zijn opgebouwd. Stadsvernieuwing (PWV) en Volkshuisvesting (Woonvisie) Inspanningen die worden geleverd om te komen tot een hogere kwaliteit woningen in een meer gedifferentieerde woningvoorraad worden in hoofdzaak uitgevoerd binnen de beleidsvelden Stadsvernieuwing en Volkshuisvesting. Daarnaast is er een belangrijke bijdrage vanuit projecten en de daarbij behorende grondexploitaties. De reserve Woonvisie wordt ingezet voor projecten die een extra impuls moeten geven om de doelstellingen te behalen, zoals kluswoningen, handhaving bij particuliere woningverbetering, stimulering vervolg herstructureringsplannen Woonplus en woonpromotie. Inspanningen en activiteiten worden verder toegelicht in het uitvoeringsprogramma van de woonvisie, dat jaarlijks wordt geactualiseerd. Met de woningcorporatie Woonplus worden prestatieafspraken jaarlijks geactualiseerd. Binnen het project Particuliere Woningverbetering wordt in 2014 het vervolg voor de jaren 2015-2018 verder vormgegeven. Meer differentiatie in de woningvoorraad wordt bereikt door projecten en activiteiten gericht op het afmaken wat we zijn begonnen (nieuwbouw), aanjagen van het vervolg op de herstructurering, ontwikkeling toekomstige nieuwbouwlocaties en beoordelen en faciliteren van nieuwe initiatieven. Dit betekent een betere kwaliteit van de bestaande voorraad door projecten en activiteiten gericht op stimuleren van particuliere woningverbetering, energiebesparing, levensloopvriendelijk maken en het beter maken van de leefomgeving. Bij het onderdeel levensloopvriendelijke stad, het realiseren van voldoende woningen voor bijzondere doelgroepen en beter bereikbare voorzieningen wordt ingezet op samenwerking met betrokken partijen, maatschappelijke opvang en voorzieningen op niveau. In de Zomernota 2015 heeft het college impulsgeld beschikbaar gesteld voor extra inzet op de handhavingscapaciteit. Doel is hiermee versnelling te brengen in de afronding van het project Particuliere Woningverbetering, zodat het project twee maal zo snel kan worden afgerond als was beoogd. Beter Duurzaam bereikbaar Kompas p. 19/20 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 DOEL 13 DOEL 14 DOEL 15 Prestatiedoelstelling 4 (Kompas p. 19/20) Nulmeting Prestatie 2018 DOEL Toelichting STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 4 Bereikbaarheid: beter benutten, versterken openbaar vervoer en fiets; bevorderen duurzame logistiek. Wordt nader bepaald; monitoring is in ontwikkeling. Wordt nader bepaald. Schiedam wil haar strategische positie in de Zuidvleugel van de Randstad behouden en versterken. Schiedam is goed bereikbaar voor alle vervoersmodaliteiten: auto, openbaar vervoer (trein, tram, metro en bus) en fiets. Ten behoeve van de leefbaarheid én de bereikbaarheid wordt het verkeer in goede banen geleid. Duurzame bereikbaarheid is uitgangspunt van beleid. Enerzijds wordt ingezet op een goede bereikbaarheid en voldoende parkeervoorzieningen, anderzijds wordt de vervoerswijzekeuze beïnvloed door het bieden van goede openbaarvervoers- en fietsvoorzieningen. Bij goederenvervoer wordt samen met bedrijven ingezet op duurzame logistiek (efficiënter goederenvervoer). • Uitvoeringsprogramma GVVP (is nog in bewerking) STELLING Prestatiedoelstelling 5 (Kompas p. 19/20) STELLING STELLING Nulmeting STELLING Prestatie 2018 STELLING Toelichting STELLING STELLING STELLING § € 30 Kaderstellende beleidsnota’s •Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan (GVVP) In 2014 ondervindt 22% van de Schiedammers hinder door verkeersoverlast (geluid). In 2018 ondervindt maximaal 18% hinder door verkeersoverlast. Ten behoeve van de kwaliteit van het woon- en leefmilieu in Schiedam is een samenhangend hoofdwegennet opgezet, waarop het autoverkeer zoveel mogelijk wordt gebundeld. Woongebieden worden zo gevrijwaard van doorgaand autoverkeer en bestemmingsverkeer wordt zo snel mogelijk van en naar de hoofdwegen geleid. Een ander aspect is de belasting van het milieu door de uitstoot van verkeer. Naast het hiervoor genoemde mobiliteitsbeleid wordt ingezet op duurzaam goederenvervoer. Met stadsdistributie wordt de bevoorrading van de binnenstad georganiseerd en in samenwerking met een aantal grote bedrijven in Schiedam wordt gewerkt aan het verduurzamen van het goederentransport (duurzame logistiek: bevorderen vervoer over water, gebruik grotere en schonere vervoerseenheden, bevorderen efficiency van voertuigen). STELLING STELLING Gewogen score woon- en leefmilieu: verbetering in de waardering van Schiedammers voor het woon- en leefmilieu in termen van overlast van verkeer. Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 5 • Uitvoeringsprogramma GVVP (is nog in bewerking) Prestatiedoelstelling 6 (Kompas p. 20) Nulmeting 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 DOEL 13 DOEL 14 DOEL 15 Prestatie 2018 DOEL Toelichting STELLING STELLING STELLING Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 6 STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING 31 Het aantal ernstige verkeersongevallen is met 60% afgenomen. Het aanpakken van onveilige verkeerssituaties is een van de benoemde kansen, waarvoor het college in het Kompas 2014-2018 extra inzet heeft vastgelegd. De ambitie is om de komende jaren in elk geval de 10 meest urgente onveilige verkeerssituaties aan te pakken (onder meer herinrichting van kruisingen). • Uitvoeringsprogramma GVVP (is nog in bewerking) Verkeer, Openbaar vervoer en Parkeren De bestedingen op het gebied van verkeer zijn vaak wat onzichtbaar in de begroting. Infrastructurele bestedingen vallen onder het beleid Beheer openbare ruimte en liften mee in onderhoudsprojecten. Vaak dragen ook regionale subsidies bij aan de realisatie van gemeentelijke prioriteiten. Openbaar vervoer wordt zelfs voor 100% gefinancierd door de Stadsregio. STELLING § € In 2010 telde Schiedam 23 ernstige verkeersongevallen. Bestaand beleid STELLING STELLING Verkeersveiligheid: terugdringen van het aantal verkeersslachtoffers. Kaderstellende beleidsnota’s •Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan (GVVP) Er zijn geen aparte begrotingsposten voor auto, fiets, verkeersveiligheid en mobiliteit/ duurzame logistiek. Daarmee vallen alle aspecten van verkeer, met uitzondering van openbaar vervoer en parkeren, onder de algemene post het beleid Verkeer. Prioriteit wordt in 2015 gegeven aan: -Verkeersveiligheid, met name de aanpak van black-spots. Daarnaast wordt de aanpak van de zgn. ‘grijze wegen’ opgesteld. De aanpak van onveilige verkeerssituaties is een van de kansen die het college heeft benoemd in de Zomernota 2015 en hiervoor zijn middelen gereserveerd. -Het fietsnet zal in 2015 grotendeels worden afgerond en er wordt een nieuwe fietsnota opgesteld. -In 2015 worden de plannen afgerond en geïmplementeerd voor toekomstvast lokaal openbaar vervoer en gratis vervoer voor minima. Ook voor gratis vervoer voor minima zijn middelen gereserveerd in de zomernota. -De technische planvoorbereiding en financiering van de aansluiting Vijfsluizen en omgeving op de A4 heeft prioriteit gekregen in het Kompas 2014-2018 en hiervoor zijn in de zomernota middelen gereserveerd. Aanpakken van de aansluiting Vijfsluizen is noodzakelijk om een goede doorstroming op de aansluiting en het onderliggende wegennet ook in te toekomst te kunnen waarborgen. Het is noodzakelijk hierover op korte termijn afspraken te maken met partijen, omdat de A4 naar verwachting in 2015 gereed is. Onderdelen van deze aanpak zijn de aanbodkant (aanpassen van de infrastructuur), de vraagkant (duurzame logistiek en mobiliteitsmanagement) en de milieukwaliteit (impact op de omgeving). Hogere kwaliteit van de buitenruimte Kompas p. 21 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 DOEL 13 DOEL 14 DOEL 15 DOEL STELLING Prestatiedoelstelling 7 (Kompas p. 21) Nulmeting 6,6 Prestatie 2018 7,0 Toelichting Het gebruik en de gebruikers staan centraal bij het beheren van de openbare ruimte. Dit betekent dat de subjectieve waardering van Schiedammers voor de buitenruimte een belangrijke prestatie-indicator is. De waardering van Schiedammers voor de buitenruimte is het gemiddelde cijfer voor de waardering van parkeergelegenheid, wegen, paden en pleinen, groen, straatverlichting en speelvoorzieningen voor jonge kinderen in de eigen buurt. Deze waardering wordt jaarlijks bepaald met de leefbaarheids- en veiligheidsmonitor. Vanaf 2015 zal ook de waardering voor de uitvoering van projecten in de eigen buurt in dit cijfer worden opgenomen. Deze wordt nu nog niet gemeten. Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 7 •Meerjaren Beheer en Onderhoudsprogramma Openbare Ruimte (MBOP 2011-2015) (wegen, bruggen, openbaar groen, speelvoorzieningen, water en oevers, riolering, openbare verlichting, binnenhavens, zeehavens, straatmeubilair, verkeersvoorzieningen) •Meerjaren Beheer en Onderhoudsplan Accommodaties voor sport en recreatie (binnensportaccommodaties en buitensportaccommodaties) STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 32 Kaderstellende beleidsnota’s • Visie Openbare Ruimte Schiedam • Handboek Openbare Ruimte • Speelruimteplan • Bomennota Schiedam • Waterplan Visie 2006-2015 •Gemeentelijk Rioleringsplan Schiedam (GRP 2014-2019) Hogere kwaliteitsbeleving van bewoners, waardering van 6,6 naar 7,0 in 2018. Prestatiedoelstelling 8 (Kompas p. 21) Nulmeting 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 DOEL 13 DOEL 14 DOEL 15 Prestatie 2018 DOEL STELLING Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 8 •Meerjaren Beheer en Onderhoudsprogramma Openbare Ruimte (MBOP 2011-2015) (wegen, bruggen, openbaar groen, speelvoorzieningen, water en oevers, riolering, openbare verlichting, binnenhavens, zeehavens, straatmeubilair, verkeersvoorzieningen) •Meerjaren Onderhoudsplan Accommodaties voor sport en recreatie (binnensportaccommodaties en buitensportaccommodaties) STELLING Prestatiedoelstelling 9 (Kompas p. 21) STELLING Nulmeting STELLING Prestatie 2018 STELLING STELLING STELLING STELLING § € 33 91% voldoet aan de beeldkwaliteit. 90% voldoet aan de beeldkwaliteit (op de nader te bepalen onderdelen). Bij het dagelijks beheer van de openbare ruimte in Schiedam wordt overwegend gestuurd op beeldkwaliteit. Op maximaal 10% van de metingen mag sprake zijn van een onderschrijding van de overeengekomen beeldkwaliteit. Deze prestatiedoelstelling wordt al gerealiseerd. De kwaliteit van de dagelijkse zorg zal worden gerealiseerd door op onderdelen de beeldkwaliteit te verhogen. Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 9 •Meerjaren Beheer en Onderhoudsprogramma Openbare Ruimte (MBOP 2011-2015) (wegen, bruggen, openbaar groen, speelvoorzieningen, water en oevers, riolering, openbare verlichting, binnenhavens, zeehavens, straatmeubilair, verkeersvoorzieningen) •Meerjaren Onderhoudsplan Accommodaties voor sport en recreatie (binnensportaccommodaties en buitensportaccommodaties) STELLING Kaderstellende beleidsnota’s • Visie Openbare Ruimte Schiedam • Handboek Openbare Ruimte • Speelruimteplan • Bomennota Schiedam • Waterplan Visie 2006-2015 •Gemeentelijk Rioleringsplan Schiedam (GRP 2014-2019) Hogere kwaliteit dagelijkse zorg, maximaal 10% onderschrijding van de overeengekomen beeldkwaliteit, bij op onderdelen een verhoging van de beeldkwaliteit. Toelichting STELLING STELLING Wordt nader bepaald. Momenteel wordt het Beheerplan Wegen geactualiseerd. Met dit beheerplan zal ook een prestatiedoelstelling worden bepaald voor de technische kwaliteit van de buitenruimte. Deze prestatiedoelstelling is een belangrijke indicator voor het projectmatig onderhoud. STELLING STELLING Wordt nader bepaald (zie toelichting). Toelichting STELLING STELLING Hogere technische kwaliteit. Bestaand beleid 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 DOEL 13 DOEL 14 DOEL 15 DOEL STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 34 Beheer openbare ruimte Natuur- en groenbeheer Afvalbeheer Afvalheffingen Rioleringbeheer Riolering heffingen Havens Waterbeheer Er wordt een herijking van het meerjaren beheer- en onderhoudsprogramma (MBOP) opgesteld. In deze geactualiseerde meerjarenplanning wordt het projectmatig onderhoud voor de periode 2015-2019 opgesteld. Uitgangspunt is een integrale, gebiedsgerichte aanpak. Daarbij zal een verbreding plaatsvinden tot een integraal uitvoeringsprogramma, waarin zowel de beheer- als de ontwikkelprojecten zijn opgenomen. Er zal (financiële) ruimte worden gecreëerd om tegemoet te kunnen komen aan wensen vanuit de stad voor kleinschalige functionele wijzigingen in de buitenruimte. Het betreft veelal verzoeken op het gebied van verkeer, groen en spelen. De projecten die in 2015 worden uitgevoerd zijn inmiddels in voorbereiding genomen. De jaarschijf 2015 zal in beginsel in 2015 worden gerealiseerd. In 2015 zullen ook de projecten voor 2016/2017 in voorbereiding worden genomen. Bij alle projecten zullen de (toekomstige) gebruikers bij het project worden betrokken en zal het participatieprotocol worden toegepast. De communicatie bij projecten heeft bijzondere aandacht. De afgelopen jaren is veel aandacht gegeven aan de integrale planning en uitvoering van projecten. Hieraan zal in 2015 een vervolg worden gegeven, waarbij de afstemming met belanghebbenden buiten het fysieke domein centraal staat. Extra aandacht voor het gebruik van buitenruimte zal leiden tot accenten in aanleg en beheer die de functionaliteit ten goede komen. In gesprek met Schiedammers zal worden bepaald op welke onderdelen extra inspanningen nodig zijn om de kwaliteit van de buitenruimte te vergroten. Dit zal medebepalend zijn voor de planning en prioritering van werkzaamheden. Bij het beheer van de openbare ruimte zal meer ruimte worden geboden aan Schiedammers. Dit geldt zowel voor de ruimte voor zelfbeheer, wat moet leiden tot meer kwaliteit én tot versterking van sociale contacten, als voor de ruimte om eigen ideeën te realiseren. Duurzamere leefomgeving Prestatiedoelstelling 10 (Kompas p. 22) Kompas p. 22 Nulmeting 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 DOEL 13 DOEL 14 DOEL 15 DOEL Prestatie 2018 STELLING Toelichting STELLING STELLING Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 10 STELLING Schiedam voldoet ruim aan de normen voor luchtkwaliteit. De jaargemiddelden concentraties NO2 en PM10 blijven onder 38µg/m3. In 2014 voldoen twee straten, Oranjestraat en Vlaardingerdijk/hoek Vijfsluizen niet aan de norm van 40 µg/m3. Alle straten blijven onder de 38 µg/m3 voor wat betreft NO2 en PM10. In het Actieplan Luchtkwaliteit 2012-2015 zijn maatregelen opgenomen die bijdragen aan een lagere NO2- en PM10-immissie. Het betreft zaken als het stimuleren van schoner vervoer, walstroom voor schepen, duurzame logistiek en stedelijke distributie en stimuleren van fietsgebruik. • Actieplan Luchtkwaliteit 2012-2015 •Uitvoeringsprogramma bij het nieuw op te stellen Beleidsplan milieu, duurzaamheid en klimaat STELLING Prestatiedoelstelling 11 (Kompas p. 22) STELLING Nulmeting STELLING STELLING Het aantal Schiedammers dat hinder ondervindt van verkeerslawaai is gedaald naar 9.242 en tevens ondervinden 2.905 inwoners een hoorbare vermindering van de geluidbelasting van 2dB, wat neerkomt op een afname van het geluid van 40%. Toelichting In het Actieplan Geluid 2013-2017 is een berekening gemaakt van de effecten van het toepassen van stillere wegdekken bij onderhoudsmomenten. Het effect op het aantal bewoners dat door stiller wegdek een hoorbare vermindering van de geluidsbelasting ontvangt ligt rond de 2.900. In 2014 worden de effecten en de kosten in beeld gebracht op basis van de onderhoudscyclus van 20 jaar van onze gemeente. Aan de hand van dit onderzoek wordt in 2014 een programma stiller wegdek bij wegonderhoud vastgesteld. Daarin staat per jaar aangegeven wat de meerkosten zijn voor het realiseren van stiller wegdek. Hiervoor zal in 2015 een begrotingvoorstel worden ingediend. Voor 2015 zullen de meerkosten worden betaald uit het Actieplan Geluid. STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 35 Kaderstellende beleidsnota’s • Milieubeleidsplan 2009-2012 • Klimaatbeleidsplan 2009-2012 •Regionale Duurzaamheidsagenda 2013-2016 “Samen leidt tot meer” In 2012 ondervinden 9.600 inwoners van Schiedam geluidhinder als gevolg van wegverkeer. Prestatie 2018 STELLING STELLING Het aantal Schiedammers dat hinder ondervindt van verkeerslawaai is eind 2017 gedaald. Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 11 • Actieplan Geluid 2013-2017 •Uitvoeringsprogramma bij het nieuw op te stellen Beleidsplan milieu, duurzaamheid en klimaat Prestatiedoelstelling 12 (Kompas p. 22) Nulmeting 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 DOEL 13 DOEL 14 DOEL 15 Prestatie 2018 DOEL STELLING Toelichting STELLING STELLING STELLING STELLING Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 12 STELLING Het aantal huishoudens/bedrijven dat duurzame energie opwekt in de stad zal met minimaal 25% per jaar toenemen. 318 adressen met zonnepanelen (gegevens van de landelijke klimaatmonitor). 1.000 adressen met zonnepanelen. Vanuit de landelijke klimaatmonitor is bekend dat op dit moment 318 adressen in Schiedam zonnepanelen hebben geïnstalleerd. Door in de komende jaren gericht acties uit te voeren, zoals deelname aan de actie SamenZonneEnergie (de gemeente neemt voor de tweede keer deel), het faciliteren van het SchiedamsEnergieCollectief in het realiseren van zonnepanelen op (gemeentelijke) gemeenschappelijke gebouwen, acties gericht op bedrijven, etc. wordt ernaar gestreefd om het aantal adressen met zonnepanelen te verhogen met 25% per jaar. Dit gebeurt ter ondersteuning van de doelstellingen van de gemeente om minimaal 20% reductie van CO2-uitstoot te realiseren in 2020. •Uitvoeringsprogramma bij het nieuw op te stellen Beleidsplan milieu, duurzaamheid en klimaat STELLING Bestaand beleid STELLING Luchtkwaliteit Er zal verder uitvoering worden gegeven aan het Actieplan Luchtkwaliteit 2012-2015. In 2015 zal worden ingezet op een uitbreiding van de oplaadinfrastructuur voor elektrische voertuigen. Verder zal worden bekeken wat de oplossingsrichtingen kunnen zijn voor de bestaande knelpunten bij de Oranjestraat en Vijfsluizen. Tevens zal er een communicatietraject rond luchtkwaliteit worden gestart. STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 36 Kaderstellende beleidsnota’s • Milieubeleidsplan 2009-2012 • Klimaatbeleidsplan 2009-2012 •Regionale Duurzaamheidsagenda 2013-2016 “Samen leidt tot meer” Geluidhinder Er zal uitvoering worden gegeven aan het Actieplan Geluidhinder 2013-2017. In 2015 betekent dit dat zal worden voortgegaan met de sanering van de A-lijstwoningen, ingezet zal worden op het realiseren van stillere wegdekken en overige vervoerswijzen, zoals het fietsgebruik, zullen worden gestimuleerd. 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 DOEL 13 DOEL 14 DOEL 15 DOEL STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 37 Energieprogramma en klimaatbeleid Het Klimaatbeleidsplan 2009-2012 is verlopen. In 2013 heeft de gemeente het Covenant of Mayors ondertekend. Dit is een convenant waarin Europese burgemeesters afspreken om een meer ambitieuze doelstelling na te streven dan de verlaging van de CO2-uitstoot met 20% zoals de Europese Unie in zijn algemeenheid voorstelt. Door ondertekening van dit convenant heef de gemeente Schiedam zich geconformeerd aan het opstellen van een nieuw klimaatbeleidsplan met daarin concrete maatregelen om deze doelstelling te halen. Het opstellen van dit plan zal worden gestart in 2014, maar het wordt vastgesteld in 2015. Klimaatadaptatie zal ook deel uitmaken van dit plan. In 2015 zal daarnaast nog de uitvoering plaatsvinden van een tweede zonnepanelenactie en zal een plan van aanpak voor de energiebesparing bij de bestaande bouw (zowel eigen gebouwen gemeente, scholen en bedrijven, als woningen) worden gemaakt. Ook zullen duurzame energieprojecten (windenergie en zonne-energie) van inwoners/ bedrijven worden gestimuleerd en zo mogelijk gefaciliteerd. Milieubeleid Het Milieubeleidsplan 2009-2012 is verlopen. In 2014 zullen de resultaten van dit beleidsplan worden geëvalueerd. Op basis van de resultaten van de evaluatie en de nieuwe ontwikkelingen zal er een duurzaamheidsprogramma worden gemaakt, dat in de plaats komt van het milieubeleidsplan. Het klimaatbeleidsplan zal hier deel van uitmaken, maar daarnaast ook als een zelfstandig document leesbaar zijn. Dit duurzaamheidsprogramma zal op interactieve wijze worden opgesteld, waarbij ook de raad wordt betrokken. Het proces van het opstellen van het duurzaamheidsprogramma start, zoals het er nu uitziet, in oktober 2014.Vaststelling is voorzien in 2015. Het principe van de circulaire economie zal hierbij een uitgangspunt zijn. In dit kader zal tevens aandacht worden besteed aan het verduurzamen van de eigen gemeentelijke organisatie. Duurzamere Stedelijke Ontwikkeling Kompas p. 17/18/19/22 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 DOEL 13 DOEL 14 DOEL 15 Prestatiedoelstelling 13 (Kompas p. 17/18) Nulmeting Prestatie 2018 DOEL STELLING Toelichting STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 38 Kaderstellende beleidsnota’s • Stadsvisie Schiedam 2030 •Visie Openbare Ruimte en de uitwerkingen daarvan (Stadsassen en gebieden) - Poldervaart - Ruimtelijk kader (98,2 MB) - ’s-Gravelandseweg – Ruimtelijk kader In 2018 is het indexcijfer voor Schiedam gelijk aan of gunstiger dan dat van de Stadregio. De WOZ (Wet waardering onroerende zaken) is de basis voor de Onroerendzaakbelasting en wordt bijgehouden in de gemeentelijke belastingadministratie. Een belangrijk aspect in de waarde van onroerend goed is de kwaliteit van de omgeving in brede zin (fysiek en maatschappelijk). In die zin is de WOZ-waarde te zien als een maat voor de aantrekkelijkheid van het vastgoed in Schiedam en de marktcourantie. Afgezet tegen de regionale trend geeft dit een indruk van de positionering van Schiedam op de regionale markt. Een hogere kwaliteit zou zichtbaar moeten zijn in een hogere stijging, of mindere daling ten opzichte van het regionale gemiddelde. Als nulpunt wordt de WOZ-waarde van het onroerend goed over 2014 in kaart gebracht. Vervolgens wordt jaarlijks in kaart gebracht hoe deze waarde zich ontwikkelt binnen Schiedam en ten opzichte van het gemiddelde in de Stadsregio Rotterdam. Deze waardeontwikkeling geeft inzicht in de waardering van Schiedammers met betrekking tot hun vastgoed en hoe de omgeving zich ontwikkelt in vergelijking met de omliggende gemeenten. Samen met andere indicatoren geeft dit een beeld van de stijging (of daling) van de kwaliteit. (72,4 MB) - Stadsassen – Dijk – Ruimtelijke randvoorwaarden (90,7 MB) - West – Nota openbare ruimte (82,9 MB) •Groen-Blauwe Structuurvisie (nog in besluitvorming) •Bestemmingsplannen (voor alle stadsdelen) •Ontwikkelingsvisie voor de Binnenstad “Stad aan de Schie” •Diverse beleidskaders van andere overheden (o.a. Visie Ruimte en Mobiliteit provincie Zuid-Holland, Nota Infrastructuur en Ruimte rijksoverheid) De gemiddelde WOZ-waarde in 2014 is uitgangspunt (WOZ-waarde 2014 = index 100). De gemiddelde WOZ-waarde in Schiedam heeft zich de afgelopen jaren ongunstiger ontwikkeld dan in de Stadsregio. Zo is er in Schiedam sprake van een daling 12,3% ten opzichte van 2010. In de Stadsregio is dat 11,2%. STELLING STELLING Ontwikkeling van de gemiddelde WOZ-waarde in Schiedam ten opzichte van het regionale gemiddelde. Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 13 •De uitvoering van de Stadsvisie Schiedam 2030 is vertaald in een groot aantal projecten en in het Kompas 2014-2018: Samen Schiedam Vernieuwen’ •Uitvoeringsprogramma Groen-Blauwe Structuurvisie (op te stellen najaar 2014/voorjaar 2015) Prestatiedoelstelling 14 (Kompas p. 19) 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 DOEL 13 DOEL 14 DOEL 15 DOEL Nulmeting Wordt nader bepaald. Prestatie 2018 Wordt nader bepaald. Toelichting STELLING STELLING STELLING Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 14 STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 39 Kaderstellende beleidsnota’s • Stadsvisie Schiedam 2030 •Visie Openbare Ruimte en de uitwerkingen daarvan (Stadsassen en gebieden) - Poldervaart - Ruimtelijk kader (98,2 MB) - ’s-Gravelandseweg – Ruimtelijk kader (72,4 MB) - Stadsassen – Dijk – Ruimtelijke randvoorwaarden (90,7 MB) - West – Nota openbare ruimte (82,9 MB) •Groen-Blauwe Structuurvisie (nog in besluitvorming) •Bestemmingsplannen (voor alle stadsdelen) •Ontwikkelingsvisie voor de Binnenstad “Stad aan de Schie” •Diverse beleidskaders van andere overheden (o.a. Visie Ruimte en Mobiliteit provincie Zuid-Holland, Nota Infrastructuur en Ruimte rijksoverheid) Ontwikkeling van de grondwaarde (erfpachtinkomsten) ten opzichte van het regionale gemiddelde. De WOZ-waarde wordt bepaald voor woningen en commercieel vastgoed. Voor bedrijventerreinen geeft dit een beperkt beeld. Door ook de ontwikkeling in de grondwaarde (erfpachtinkomsten) bij te houden, wordt een indruk gegeven van de aantrekkelijkheid van de bedrijventerreinen in Schiedam. Erfpachten worden geheven aan de hand van de grondwaarde. Met enige regelmaat worden de grondwaarden opnieuw geïndexeerd. •De uitvoering van de Stadsvisie Schiedam 2030 is vertaald in een groot aantal projecten en in het ‘Kompas 2014-2018: Samen Schiedam Vernieuwen’ •Uitvoeringsprogramma Groen-Blauwe Structuurvisie (op te stellen najaar 2014/voorjaar 2015) Prestatiedoelstelling 15 (Kompas p. 21/22) Nulmeting 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 DOEL 13 DOEL 14 DOEL 15 Prestatie 2018 DOEL Toelichting STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 40 Wordt nader bepaald (zie toelichting). Wordt nader bepaald. In de jaarlijkse monitor voor de leefbaarheid en veiligheid in Schiedam wordt het oordeel van de Schiedammers over hun stad bijgehouden. In samenwerking met de afdeling Onderzoek & Statistiek wordt in de komende tijd een indicator ontwikkeld voor de kwaliteit van de onderdelen van de stad (woonwijken, bedrijventerreinen, binnenstad en groen- en recreatiegebieden). Verder wordt een instrument ontwikkeld om de kwaliteitsverbetering van vernieuwingsprojecten in de openbare ruimte of in bredere zin in stedelijke vernieuwingsgebieden te meten. Omwonenden/ betrokkenen zullen worden ondervraagd, voorafgaand aan én na uitvoering van grote projecten, over de kwaliteit, gebruiksmogelijkheden en belevingswaarde van de omgeving. Uitgangspunt is dat de waardering moet zijn gestegen na de ruimtelijke ingrepen. STELLING STELLING Waardering van de kwaliteit van de woonwijken/ bedrijventerreinen/binnenstad/groen- en recreatiegebieden. Kaderstellende beleidsnota’s • Stadsvisie Schiedam 2030 •Visie Openbare Ruimte en de uitwerkingen daarvan (Stadsassen en gebieden) - Poldervaart - Ruimtelijk kader (98,2 MB) - ’s-Gravelandseweg – Ruimtelijk kader (72,4 MB) - Stadsassen – Dijk – Ruimtelijke randvoorwaarden (90,7 MB) - West – Nota openbare ruimte (82,9 MB) •Groen-Blauwe Structuurvisie (nog in besluitvorming) •Bestemmingsplannen (voor alle stadsdelen) •Ontwikkelingsvisie voor de Binnenstad “Stad aan de Schie” •Diverse beleidskaders van andere overheden (o.a. Visie Ruimte en Mobiliteit provincie Zuid-Holland, Nota Infrastructuur en Ruimte rijksoverheid) Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 15 •De uitvoering van de Stadsvisie Schiedam 2030 is vertaald in een groot aantal projecten en in het ‘Kompas 2014-2018: Samen Schiedam Vernieuwen’ •Uitvoeringsprogramma Groen-Blauwe Structuurvisie (op te stellen najaar 2014/voorjaar 2015) Bestaand beleid 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 DOEL 13 DOEL 14 DOEL 15 DOEL STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 41 Ruimtelijke ontwikkeling Onder Ruimtelijke ontwikkeling vallen alle beleidsvelden en bredere integrale visieprojecten. Concreet zijn de belangrijkste producten in 2015: • Opstellen Uitvoeringsprogramma Groenblauwe Structuurvisie; • Update Stadsvisie Schiedam 2030; •Actualisatie bestemmingsplannen en bijbehorende beeldkwaliteitsstrategie (Groenoord, Nieuwland, Spaanse Polder / ’s-Graveland); • Ruimtelijke kwaliteitskaders stadsassen; •Herijking regionale samenwerking t.g.v. metropoolregio en verdwijnen stadsregio. Planontwikkeling In het kader van de planvoorbereiding en in concrete projecten worden beleidskaders nader gedetailleerd en gebiedsvisies en -strategieën opgesteld. Concreet zijn de belangrijkste beleidsvelden in 2015 gewerkt aan: • Integrale ontwikkelingsvisie Oost • Integrale ontwikkelingsvisie West •Uitwerking van de Ontwikkelingsvisie voor de Binnenstad ‘Stad aan de Schie’ in kaders en strategieën voor deelprojecten, waaronder Westmolenkwartier, De Plus aan de Lange Haven, kaders voor tijdelijke initiatieven zoals ontwikkeling Gat van Bolmers. Uitwerking van de ontwikkelingsvisie binnenstad is als kans benoemd in de zomernota en hiervoor zijn middelen gereserveerd. Wat gaat het kosten? Ruimtelijke Inrichting in Samenhang 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 DOEL 13 DOEL 14 DOEL 15 DOEL STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 42 (bedragen x € 1.000,-) Productomschrijving Jaarstukken 2013 Begroting 2014 na wijziging Begroting 2015 Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo 602 -11.293 -10.691 1.078 -13.579 -12.500 807 -12.360 -11.553 39 -1.666 -1.627 10 -1.064 -1.054 0 0 0 229 -189 40 0 -117 -117 0 -128 -128 0 -1.988 -1.988 0 -2.178 -2.178 0 -1.807 -1.807 397 -3.910 -3.512 1.300 -6.020 -4.720 0 -3.525 -3.525 Parkeren 2.378 -1.084 1.294 2.556 -685 1.871 2.556 -827 1.729 Havens 1.145 -1.867 -722 975 -3.540 -2.564 976 -3.181 -2.205 51 -991 -940 51 -1.068 -1.017 51 -758 -707 101 -5.088 -4.987 100 -5.520 -5.420 0 -4.180 -4.180 0 -97 -97 0 0 0 0 0 0 71 -8.729 -8.658 75 -9.214 -9.139 110 -9.074 -8.964 10.535 0 10.535 10.814 0 10.814 10.645 0 10.645 203 -6.102 -5.899 0 -7.836 -7.836 0 -7.273 -7.273 8.344 0 8.344 8.415 0 8.415 8.736 0 8.736 653 -2.928 -2.275 750 -2.768 -2.018 751 -3.172 -2.421 0 -1.185 -1.185 0 -767 -767 0 -1.105 -1.105 2.610 -4.253 -1.642 2.185 -3.879 -1.694 2.017 -3.111 -1.094 Volkshuisvesting ISVprogramma 0 -22 -22 0 0 0 0 0 0 Geluidshinder 0 -146 -146 0 -158 -158 0 -132 -132 130 -2.186 -2.056 104 -1.778 -1.675 104 -1.863 -1.759 Beheer openbare ruimte Verkeer Openbaar vervoer Ruimtelijke ontwikkeling Planontwikkeling Waterbeheer Natuur- en groenbeheer Milieu Afvalbeheer Afvalheffingen Rioleringbeheer Riolering heffingen Bouw- en woningtoezicht Stadsvernieuwing Volkshuisvesting Milieubeheer (bedragen x € 1.000,-) Productomschrijving Milieubeleid 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 DOEL 13 DOEL 14 DOEL 15 DOEL STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 43 Totaal Mutaties reserves Geraamd resultaat Jaarstukken 2013 Begroting 2014 na wijziging Begroting 2015 Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo 180 -503 -323 0 -304 -304 0 -267 -267 27.670 -54.226 -26.556 28.413 -60.475 -32.062 26.753 -52.763 -26.010 10.388 -12.550 -2.161 17.601 -11.227 6.374 10.193 -9.781 411 38.058 -66.776 -28.718 46.014 -71.702 -25.688 36.946 - 62.544 -25.598 Programma Economie in ontwikkeling 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 DOEL STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 44 Inleiding De ontwikkeling van de Schiedamse stadseconomie kent een wisselend beeld. Grote internationaal opererende Schiedamse bedrijven zoals Nolet, Mammoet, Damen, Huisman, HSM, SBM, Jumbo Maritime, Gusto en Orga draaien onverminderd goed en zijn, tegen de economische tegenwind in, in staat grote orders binnen te halen, wat bovendien een belangrijk positief effect heeft op lokale en regionale toeleveranciers en onderaannemers. Daarnaast ontstaat voorzichtig meer marktinteresse voor Schieveste, zowel door eindgebruikers als tijdelijke initiatieven. Winkeliers in de Schiedamse binnenstad hebben het daarentegen erg zwaar door teruglopende bezoekersaantallen en het wijzigende winkellandschap. Op het vlak van cultuur, evenementen, toerisme en recreatie heeft Schiedam onverminderd veel te bieden, wat bij de benodigde verbetering van het imago van de stad uitgenut kan en moet worden. Al met al ontwikkelingen, uitdagingen en kansen waar de gemeente op wil inspelen. Het programma Economie in ontwikkeling beschrijft de economische, stadspromotionele/ toeristische en culturele ontwikkeling van de stad. Het doel is het vergroten van de sociaaleconomische vitaliteit en concurrentiekracht van de stad. Zowel de versterking van het vestigingsklimaat in brede zin en daarmee van de werkgelegenheid als de verbetering van het imago van de stad binnen de domeinen wonen, werken en recreëren en de vergroting van de aantrekkingskracht van de (binnen)stad in cultureel-toeristisch opzicht zijn hierbij de afgeleide doelstellingen. De Zomernota 2015 richt zich op het benutten van directe kansen voor de ontwikkeling van Schiedam. In samenhang met het Beleidsakkoord 2014-2018 worden deze kansen voorzien van middelen en concreet uitgewerkt langs twee lijnen: 1. economische ontwikkeling en stadspromotie; 2. mens en stad in beweging. Het raadsprogramma Economie in ontwikkeling omvat, behalve een ER-doel ten aanzien van cultuurbeleving, ook ER-doelen en prestatiedoelstellingen met betrekking tot een drietal prominente kansen uit de lijn Economische ontwikkeling en stadspromotie en van één kans uit de lijn Mens en stad in beweging, te weten: a.het verbeteren van het ondernemersklimaat; b.het uitvoeren Ontwikkelingsvisie Binnenstad (en versterking economie binnenstad); c.het ontwikkelen en implemteren van stadspromotie; d.het aansluiten van onderwijs en arbeidsmarkt. Nadrukkelijk is ervoor gekozen in de economische ontwikkeling van de stad en de revitalisering van de binnenstad te blijven investeren. Met (acties gericht op) een goed vestigingsbeleid en -klimaat, gerichte acquisitie, een meer ondernemersvriendelijke/faciliterende aanpak en de verbetering van de match tussen arbeidsmarkt en onderwijs wordt ingezet op behoud van gevestigde ondernemingen en het aantrekken van nieuwe ondernemers. Het unique selling point van Schiedam in de regio, de aanwezigheid van het havenindustrieel cluster en de industriële (high tech) maakindustrie, krijgt hierbij speciale aandacht. De revitalisering van de binnenstad, waaronder de aanpak van leegstand, krijgt onverminderd hoge prioriteit in het programma. Hier liggen belangrijke ontwikkelkansen, die bovendien een versterkend effect (kunnen) hebben op de gehele stad. De binnenstad beschikt over een aantal bijzondere kenmerken, op basis waarvan een groot deel van de identiteit van de stad Schiedam wordt gevormd. Vanuit deze identiteit wordt verder gewerkt aan de versterking van het imago van de stad met het oog op grotere bekendheid, waardering en binding van bezoekers, bewoners en bedrijven. Verdeling budgetten ER-doelen Economie in ontwikkeling Binnen het totale budget (€ 45,8 miljoen) voor Economie in ontwikkeling zijn de middelen, voor de producten die bijdragen aan de ER-doelen, per ER-doel verdeeld. De verdeling betreft het totale budget. In de Begroting 2015 is voor het programma Economie in ontwikkeling € 100.000 opgenomen voor initiatieven uit de stad. De extra inzet is niet direct aan één ER-doel te relateren en daarom niet vermeld bij Effect Zomernota 2015. Economie in ontwikkeling Totaal budget: € 45,8 miljoen 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 DOEL ER-DOELEN STELLING Sterker vestigingsklimaat Sterker imago van Schiedam Vitalere Binnenstad Meer cultuurbeleving STELLING Budget: € 38,0 miljoen Budget: € 2,0 miljoen Budget: € 1,3 miljoen Budget: € 4,5 miljoen € 100.000 € 462.000 € 0 4.Het percentage Schiedammers dat een positief oordeel over een bezoek aan de binnenstad stijgt in 2018 naar 35% (september 2013: 30%). 5.Tussen 2015 en 2019 moet het aandeel Nederlanders dat een (positief) beeld heeft bij de stad Schiedam met 15% stijgen. 6.Een toename van de binding van het zittende bedrijfsleven aan de (binnen)stad van Schiedam. Op basis een nulmeting in 2015 wordt de groeiontwikkeling bepaald. 7.5% minder (winkel)leegstand in 2018. 8.6% meer mensen in de binnenstad in 2018. 9.Omkeren van de dalende trend van de kooporiëntatie van Schiedammers op de binnenstad; op basis een nulmeting in 2015 wordt de actuele kooporiëntatie bepaald. 10.De gemiddelde bekendheid van de gesubsidieerde culturele instellingen in de binnenstad bedraagt in 2018 minimaal 85% (nu 77%). 11.Het behouden van de gemiddelde waardering (cijfer 7,8) van de gesubsidieerde culturele instellingen in de binnenstad. 12.Gesubsidieerde instellingen hebben gemiddeld een eigen inkomstennorm van 17,5%. STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 45 effect Zomernota € 100.000 PRESTATIEdoelstelling 1.Toename van werkgelegenheid uitgedrukt in aantal arbeidsplaatsen per bedrijventerein als gevolg van het behoud en aantrekken van (hoogwaardige) bedrijvigheid, gronduitgifte en herstructurering. 2. Het vergroten van de waardering door ondernemers van Schiedam en van de afzonderlijke bedrijventerreinen als vestigingsplaats; het verbeteren van de positionering van de bedrijventerreinen op de regionale markt en de toekomstbestendigheid van bedrijfsvastgoed. 3. Verbeteren van de regionale en lokale aansluiting tussen arbeidsmarkt en onderwijs. Sterker vestigingsklimaat Kompas p.23/27/28 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 DOEL STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 46 Kaderstellende beleidsnota’s • Nota bedrijventerreinen • Actualisatie Masterplan Schieveste •Masterplan herstructurering Nieuw-Mathenesse •Beeldkwaliteitsstrategie Spaanse Polder en ’s-Graveland Zuid • Detailhandelsnota 2012-2020 • Nota Horecabeleid • Nota Wijkeconomie 2009-2015 • Nota Grondbeleid 2010-2014 • Meerjarenprogramma grondexploitaties • Erfpachtbeleid • Verbeterplan vastgoed Hoofdopgave 6 van de Stadsvisie Schiedam 2030 betreft de stedelijke economische ontwikkeling en luidt: ‘Voortzetting van diversificatie van werkgelegenheid, innovatie en vernieuwing van de lokale economie en behoud van koopkracht’. Een belangrijk economisch beleidsdoel is het scheppen van een sterk vestigingsklimaat, waarbinnen bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties kunnen komen tot een duurzame economische ontwikkeling van Schiedam. Een sterk vestigingsklimaat levert een belangrijke bijdrage aan de realisatie van een sociale, veilige en vitale stad, onder meer door het behouden en creëren van werkgelegenheid. De aanwezigheid van bedrijven zorgt voor het mede in stand houden van een koopkrachtige bevolking, die het noodzakelijke draagvlak vormt voor de voorzieningen van de stad. De drie onderwerpen Ondernemingsklimaat, Bedrijventerreinen en Onderwijs en arbeidsmarkt uit het Kompas 2014-2018 ‘Samen Schiedam vernieuwen’ dragen alle bij aan een sterker vestigingsklimaat. De ambities hierbij zijn respectievelijk: •Ondernemingsklimaat: een goed ondernemingsklimaat passend bij ambitieuze ondernemers; •Bedrijventerreinen: bedrijventerreinen zijn hoogwaardig, duurzaam en op de toekomst toegesneden; •Onderwijs en arbeidsmarkt: voldoende gekwalificeerd personeel is beschikbaar. Deze ambities worden aan de hand van de volgende concrete prestatiedoelstellingen gekwantificeerd en gemonitord. Prestatiedoelstelling 1 (Kompas p. 23/27) 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 DOEL STELLING STELLING Nulmeting 16.991 arbeidsplaatsen. Prestatie 2018 18.208 arbeidsplaatsen. Toelichting STELLING Nieuw-Mathenesse STELLING Spaanse Polder/ ’s-Graveland Kethelvaart STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 47 Schieveste Wilhelminahaven/ Wiltonhaven Vijfsluizen STELLING STELLING Toename van werkgelegenheid uitgedrukt in aantal arbeidsplaatsen per bedrijventerein als gevolg van het behoud en aantrekken van (hoogwaardige) bedrijvigheid, gronduitgifte en herstructurering (in absolute aantallen arbeidsplaatsen per bedrijventerrein, die passen binnen de profilering van het desbetreffende terrein). Kaderstellende beleidsnota’s • Nota bedrijventerreinen • Actualisatie Masterplan Schieveste •Masterplan herstructurering Nieuw-Mathenesse •Beeldkwaliteitsstrategie Spaanse Polder en ’s-Graveland Zuid • Detailhandelsnota 2012-2020 • Nota Horecabeleid • Nota Wijkeconomie 2009-2015 • Nota Grondbeleid 2010-2014 • Meerjarenprogramma grondexploitaties • Erfpachtbeleid • Verbeterplan vastgoed • Start notie onderwijs/arbeidsmarkt 2014 van 845 naar 1.445 arbeidsplaatsen (uitgifte grond); (hoogwaardig) kantoor van 2.950 naar 3.015 arbeidsplaatsen (uitbreiding gevestigde bedrijven); maritiem/offshore van 3.819 naar 3.934 arbeidsplaatsen (invulling enkele leegstaande panden, uitgifte resterende kavels); maritieme dienstverlening en MKB van 1.131 naar 1.226 arbeidsplaatsen ((her-)uitgifte bedrijfsgronden, ca. 0,5 ha per jaar); versterking jenevercluster en/of MKB van 7.676 naar 8.418 arbeidsplaatsen ((her-)uitgifte bedrijfsgronden, ca. 0,5 ha per jaar); maakindustrie van 162 naar 170 arbeidsplaatsen (invulling thans leegstaande bedrijfspanden); MKB/gemengd Uitgaande van diverse masterplannen, grondexploitaties en uitvoeringsprogramma’s voor de bedrijventerreinen, kan voor de komende vier jaar worden geraamd hoeveel grond zal worden (her-)uitgegeven en hoeveel hectares bedrijventerrein zullen worden geherstructureerd. Hiermee kan inzichtelijk worden gemaakt hoeveel arbeidsplaatsen kunnen worden gerealiseerd. Realisatie van arbeidsplaatsen, ofwel het creëren van werkgelegenheid, is het voornaamste kwantitatieve doel van alle inspanningen op het gebied van economische ontwikkeling. Om hier ook een kwalitatief oordeel over te kunnen geven, worden alleen de binnen de profilering van het bedrijventerrein ‘passende’ toegevoegde arbeidsplaatsen meegenomen in de prestatiedoelstelling. Afgeleide werkgelegenheid wordt (vooralsnog) niet meegerekend. Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 1 • Het nog vast te stellen uitvoeringsprogramma economie Prestatiedoelstelling 2 (Kompas p. 23/27) 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 Nulmeting DOEL STELLING Prestatie 2018 Toelichting STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 48 Kaderstellende beleidsnota’s • Nota bedrijventerreinen • Actualisatie Masterplan Schieveste •Masterplan herstructurering Nieuw-Mathenesse •Beeldkwaliteitsstrategie Spaanse Polder en ’s-Graveland Zuid • Detailhandelsnota 2012-2020 • Nota Horecabeleid • Nota Wijkeconomie 2009-2015 • Nota Grondbeleid 2010-2014 • Meerjarenprogramma grondexploitaties • Erfpachtbeleid • Verbeterplan vastgoed Nog uit te voeren. Afhankelijk van nulmeting. De aantrekkelijkheid van de vestigingslocatie voor ondernemers is een belangrijke, graadmeter voor het economische vestigingsklimaat. In de waardering van de vestigingslocatie door ondernemers wordt een breed scala aan vestigingsfactoren tot uiting gebracht: bereikbaarheid, kwaliteit openbare ruimte, aanwezigheid gekwalificeerd personeel, woonklimaat, faciliteiten, aanwezigheid onder/toeleveranciers, gemeentelijke dienstverlening etc. Jaarlijks zal daarom een onderzoek worden uitgevoerd onder Schiedamse ondernemers. In 2014 wordt met behulp van een enquête een nulmeting uitgevoerd om de wenselijke stijging te kunnen bepalen. Bovendien zal de grondwaardeontwikkeling op de bedrijventerreinen worden gemonitord, waarbij een nog nader te bepalen stijging ten opzichte van de regionale waardeontwikkeling wordt nagestreefd. Met het oog op een toekomstbestendige economische ontwikkeling beoogt de gemeente duurzaamheid en toekomstvastheid van de bedrijven-terreinen en het bedrijfsvastgoed. In aansluiting op de vraag uit de markt wordt ingezet op een robuuste kwaliteit en zorgvuldig ruimtegebruik, waarbinnen bedrijfsvastgoed zich flexibel kan ontwikkelen aan de nieuwe vraag in de toekomst. Daarbij zijn de profielen van de afzonderlijke terreinen leidend in de (te realiseren) ruimtelijk-functionele kwaliteit van het openbaar gebied en de infrastructuur. STELLING STELLING Het vergroten van de waardering door ondernemers van Schiedam en van de afzonderlijke bedrijventerreinen als vestigingsplaats; het verbeteren van de positionering van de bedrijventerreinen op de regionale markt en de toekomstbestendigheid van bedrijfsvastgoed. Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 2 • Het nog vast te stellen uitvoeringsprogramma economie Prestatiedoelstelling 3 (Kompas p. 28) 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 Nulmeting DOEL Prestatie 2018 STELLING Toelichting STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 49 Nog uit te voeren. Afhankelijk van nulmeting. Er is sprake van een discrepantie tussen de scholing van de regionale en lokale beroepsbevolking en de wensen van het bedrijfsleven. Vanwege de grote behoefte aan passend geschoold personeel vanuit met name de technische branches en de voorgenomen gemeentelijke en regionale inzet op verbetering van de match tussen onderwijs en arbeidsmarkt, wordt deze match als aparte prestatiedoelstelling opgevoerd, hoewel deze als vestigingsfactor ook al in prestatiedoelstelling 2 wordt meegewogen. Aan de hand van ondernemerswaardering wordt de verbetering gemeten van de aansluiting tussen ondernemerswensen en curricula/regionaal aanwezige kennis en vaardigheden van personeel. In 2014 wordt een nulmeting uitgevoerd om de wenselijke stijging te kunnen bepalen. Opmerking: De match onderwijs-arbeidsmarkt wordt hier benaderd vanuit ondernemersperspectief en sluit aan op het perspectief van sociale stijging (onderwijsdoelstellingen) uit het programma Mens en stad in beweging. STELLING STELLING Verbeteren van de regionale en lokale aansluiting tussen arbeidsmarkt en onderwijs; verhoging van door ondernemers gegeven waardering voor het (regionaal) kunnen vinden en verkrijgen van passend geschoold personeel. Kaderstellende beleidsnota’s • Nota bedrijventerreinen • Actualisatie Masterplan Schieveste •Masterplan herstructurering Nieuw-Mathenesse •Beeldkwaliteitsstrategie Spaanse Polder en ’s-Graveland Zuid • Detailhandelsnota 2012-2020 • Nota Horecabeleid • Nota Wijkeconomie 2009-2015 • Nota Grondbeleid 2010-2014 • Meerjarenprogramma grondexploitaties • Erfpachtbeleid • Verbeterplan vastgoed Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 3 • Uitvoering startnotitie onderwijs arbeidsmarkt 2014 • Het nog vast te stellen uitvoeringsprogramma economie Bestaand beleid 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 DOEL STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 50 Economische zaken Het beleid voor het stimuleren van de economie van Schiedam is onder meer verwoord in de Nota Bedrijventerreinen, de Detailhandelsnota en de nota Wijkeconomie. Behalve de genoemde onderdelen worden hier in financiële zin het ondernemersfonds Binnenstad en Ondernemersfonds Vijfsluizen verantwoord. Grondzaken Binnen dit product zijn de bouwgrondexploitaties, beheer van vastgoed en erfpacht verantwoord. De bouwgrondexploitaties worden jaarlijks verantwoord in het Meerjarenperspectief Grondexploitaties en zijn in de begroting budgettair neutraal verantwoord. Het verbeterplan Vastgoed is in financiële zin in de begroting opgenomen. Daarnaast zijn de kosten en inkomsten van het onderdeel erfpacht in de begroting opgenomen. Geo-informatie Dit onderdeel betreft onder meer het beheer van de Grootschalige Basiskaart Schiedam, het beheer en onderhoud van een netwerk van grondslagpunten en van hoogtemerken en het op klantgerichte wijze leveren van vastgoedinformatie aan interne en externe klanten. Sterker imago van Schiedam Kompas p. 24/25/23 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 DOEL STELLING STELLING STELLING Hoofdopgave 9 van de Stadsvisie Schiedam 2030 luidt: ´Verder versterken van het imago´. De basis om het imago van de stad te versterken is gelegen in de identiteit van de stad. Hieruit zijn de kernwaarden ‘authentiek, levendig en vernieuwend’ benoemd. Deze achterliggende kernwaarden worden gebruikt om het merk Schiedam te laden en Schiedam te positioneren met het oog op de doelgroepen bewoners, bedrijven en bezoekers. Hiertoe wordt een stadspromotiecampagne uitgewerkt, gebaseerd op een heldere visie en focus op specifieke doelgroepen. STELLING STELLING Prestatiedoelstelling 4 (Kompas p. 24/25) STELLING STELLING STELLING Prestatie 2018 Postief oordeel over binnenstad: 35% Toelichting Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 4 § € 51 Kaderstellende beleidsnota’s • Evenementennota 2012-2016 • Hotelbeleid Schiedam •Nota Toerisme 2005-2009/ Toerismebrief 2009 Het percentage Schiedammers dat een positief oordeel over een bezoek aan de binnenstad stijgt in 2018 naar 35% (september 2013: 30%). Postief oordeel over binnenstad: 30% STELLING STELLING Het beïnvloeden van het imago van de stad vraagt een langetermijninvestering. Dit betekent dat aan de uitgewerking van de visie een groot aantal jaren een groot belang wordt toegekend. De effecten zijn pas op langere termijn (10 jaar) te verwachten. Het uiteindelijke resultaat is een grotere naamsbekendheid van de stad met als gevolg meer levendigheid en derhalve ook meer (toeristische) bezoekers in de stad. Nulmeting STELLING STELLING Naast het opzetten van een campagne is het van belang ook in de beleidsontwikkeling nadrukkelijk aan te haken op de kernwaarden. Dat vraagt inzet vanuit de gehele organisatie en sturing vanuit andere beleidsvelden dan alleen vanuit Toerisme/Stadspromotie. Een sterk merk ontwikkelt zich in 3 fasen: bekendheid, waardering, binding. Uit onderzoek blijkt dat de waardering van de Schiedammer voor de eigen stad te wensen overlaat. Voor bewoners wordt daarom ingezet om de waardering van de eigen stad te vergroten en hen ambassadeur te maken voor de stad. • Nog te ontwikkelen stadsprogramma stadspromotie Prestatiedoelstelling 5 (Kompas p. 24/25) Nulmeting Prestatie 2018 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 DOEL Toelichting STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 5 STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 52 Kaderstellende beleidsnota’s • Evenementennota 2012-2016 • Hotelbeleid Schiedam •Nota Toerisme 2005-2009/ Toerismebrief 2009 Tussen 2015 en 2019 moet het aandeel Nederlanders dat een (positief) beeld heeft bij de stad Schiedam met 15% stijgen. Uit te voeren in 2015. Afhankelijk van nulmeting. Schiedam blijkt voor veel Nederlanders nog erg onbekend (geen imago). Uit het toeristisch imago-onderzoek uit 2006/2010 van LAgroup blijkt 60% van de niet-bezoekers geen beeld te hebben bij Schiedam. Richting de toeristische bezoeker bevindt Schiedam zich nog in fase 1 van de ontwikkeling naar een sterk merk. Er wordt de komende vijf jaar dan ook ingezet op het verkrijgen van naamsbekendheid. De huidig bekende cijfers zijn gebaseerd op bovengenoemd onderzoek. Het is onduidelijk of dit onderzoek een vervolg krijgt. Sinds enkele jaren vind tweejaarlijks het onderzoek ‘Steden & Streken Merken onderzoek’ van Beerda Consultancy plaats. In januari 2015 zal Schiedam hieraan voor het eerst deelnemen. De resultaten hiervan worden als nulmeting genomen, waarna vervolgens om de twee jaar een effectmeting plaatsvindt. • Ontwikkeling uitvoeringsprogramma stadspromtie Prestatiedoelstelling 6 (Kompas p. 24/25/23) Nulmeting 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 Prestatie 2018 DOEL Toelichting STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 6 STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 53 Uit te voeren in 2015. Ahankelijk van nulmeting. Schiedam is van oudsher een werk- en maakstad met onder meer toonaangevende bedrijven en instellingen in de offshore en maritieme industrie, de topsector high tech-systemen en -materialen en de jeneverindustrie. Vertegenwoordigers van deze bedrijven waarderen Schiedam als vestigingsplaats, maar de (emotionele) binding met de stad ontbreekt nog vaak. De stadspromotiestrategie voor het bedrijfsleven gericht op het versterken van de binding met de stad (ambassadeurschap), zodat hun medewerkers meer gebruik gaan maken van de voorzieningen in de stad en Schiedam presenteren als prettige vestigingsplaats. Een onderzoek onder bedrijven over waardering, vestigingsklimaat en binding met de stad zal door team Onderzoek & Statistiek van de gemeente Schiedam worden opgezet. De nulmeting vindt plaats in 2015. • Het nog vast te stellen uitvoeringsprogramma economie (waaronder versterken relatiebeheer) Bestaand beleid STELLING STELLING Een toename van de binding van het zittende bedrijfsleven aan de (binnen)stad van Schiedam. Op basis een nulmeting in 2015 wordt de groeiontwikkeling bepaald. Kaderstellende beleidsnota’s • Evenementennota 2012-2016 • Hotelbeleid Schiedam •Nota Toerisme 2005-2009/ Toerismebrief 2009 Toerisme Het beleid bevordering toerisme is gericht op het stimuleren van de groei van individueel dagbezoek, een toename van het bezoek over water en de trendmatige groei van groepsbezoek. Activiteiten die dit beleid ondersteunen kunnen uit dit budget worden bekostigd. Daarnaast worden hieruit subsidies verstrekt aan onder meer de Stichting Promotie Schiedam en de Stichting Rondvaarten Schiedam en vallen de bijdragen aan buitenstedelijke recreatie, zijnde de jaarlijkse bijdragen aan het Recreatieschap Midden Delfland en het Koepelschap Buitenstedelijk Groen hieronder. Jaarlijks wordt bovendien een deel van het budget ingezet voor het themajaar en worden twee imagoversterkende evenementen uit dit budget bekostigd. Recreatie Dit betreft het beschikbaar en toegankelijk hebben van jachthavens en het beheren en exploiteren van de Florynhaven (passantenhaven aan Doeleplein). Evenementen Het evenementenbeleid is gericht op het versterken van het imago van de stad en het verlevendigen van de binnenstad door het faciliteren van evenementen die aansluiten bij de identiteit van de stad. Het budget wordt ingezet voor het subsidiëren van imagoversterkende en vitaliserende evenementen in de stad. Vitalere Binnenstad Kompas p. 25 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 DOEL STELLING STELLING STELLING STELLING Versterking van de binnenstad gaat niet vanzelf en daarom is ruim twee jaar geleden een nieuwe ontwikkelingsvisie voor de binnenstad gemaakt. Op 28 juni 2012 heeft de gemeenteraad van Schiedam deze ontwikkelingsvisie vastgesteld. STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 54 Het college ambieert een ‘bruisende en levendige binnenstad’, zoals dat is verwoord in het Kompas 2014-2018. Het revitaliseren van onze historische binnenstad staat niet op zichzelf. Met het vaststellen van de Stadsvisie Schiedam 2030 is onderkend dat het realiseren van hoofdopgave 2 (‘Versterking van de binnenstad gekoppeld aan een offensieve en onorthodoxe aanpak van leegstand in de Hoogstraat’) ook een grote bijdrage levert aan andere hoofdopgaven uit de stadsvisie. Kortom, als het goed gaat met de binnenstad, gaat het goed met de gehele stad. Kaderstellende beleidsnota’s •Stad aan de Schie, ontwikkelingsvisie voor de binnenstad • Bestemmingsplan Binnenstad 2014 • Evenementennota 2012-2016 • Beleidsnota Monumenten 2008-2012 • Cultuurvisie • Detailhandelsnota 2012-2020 • Nota Horecabeleid • Hotelbeleid Schiedam •Nota Toerisme 2005-2009/ Toerismebrief 2009 • Woonvisie Schiedam 2030 De visie is een inspirerend startpunt en een uitnodiging van de gemeente aan haar partners om bij te dragen aan het verder versterken en op de kaart zetten van de (binnen)stad Schiedam. Het college ziet het uitvoeren van de ontwikkelingsvisie als belangrijke kans voor de verdere economische ontwikkeling en stadspromotie van Schiedam. Dit is aanleiding geweest om in de Zomernota 2015 structurele middelen voor de versterking van de economie voor de binnenstad vrij te spelen. Ook is een aanzienlijk impulsbudget voor de komende vier jaren beschikbaar gekomen voor de uitvoering van de ontwikkelingsvisie voor de binnenstad. De wijze van besteding is meer gedetailleerd uitgewerkt in het uitvoeringsprogramma voor de binnenstad. De inspanningen dragen bij aan de hierna geformuleerde prestatiedoelen. Prestatiedoelstelling 7 (Kompas p. 25) 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 DOEL Nulmeting 23% leegstand (winkels) Prestatie 2018 18% leegstand (winkels) Toelichting STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 7 STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 55 Kaderstellende beleidsnota’s •Stad aan de Schie, ontwikkelingsvisie voor de binnenstad • Bestemmingsplan Binnenstad 2014 • Evenementennota 2012-2016 • Beleidsnota Monumenten 2008-2012 • Cultuurvisie • Detailhandelsnota 2012-2020 • Nota Horecabeleid • Hotelbeleid Schiedam •Nota Toerisme 2005-2009/ Toerismebrief 2009 • Woonvisie Schiedam 2030 5% minder (winkel)leegstand in 2018. Al een aantal decennia ligt het leegstandsniveau in de Schiedamse binnenstad ver boven het landelijke gemiddelde. Daarom is de versterking van de binnenstad in combinatie met een offensieve en onorthodoxe aanpak van de leegstand in de Hoogstraat als een van de hoofdopgaven in de Stadsvisie Schiedam 2030 benoemd. Meer dan drie jaar lang boven de frictieleegstand (5% van de winkelpanden) geldt als norm voor problematische leegstand. Momenteel kent de Schiedamse binnenstad een leegstand van 23%, ofwel 112 van de 492 panden (januari 2014). Voor de Hoogstraat zijn deze cijfers 35% en staan 50 van de 143 panden leeg. In lijn met de stadsvisie is het einddoel is een frictieleegstand van maximaal 5% in 2030. Gelet op het huidige economische tij en de grote ruimtelijke ontwikkelingen in de binnenstad de komende vier jaar, is een substantiële afname van de winkelleegstand niet te verwachten. Het consolideren van de leegstand en het voorkomen van verdere leegstand is daarbij de eerste opgave, met de ambitie om in 2018 de leegstand met 5%-punten terug te brengen. De transformatie en herbestemming van winkelfuncties in aanloopstraten en de verplaatsing/concentratie van winkelfuncties naar het kernwinkelgebied zijn daarbij belangrijke inspanningen. • Uitvoeringsprogramma binnenstad • Vast te stellen uitvoeringsprogramma economie Prestatiedoelstelling 8 (Kompas p. 25) 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 DOEL Nulmeting 3.200.000 bezoeken per jaar Prestatie 2018 3.400.000 bezoeken per jaar Toelichting STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 56 Kaderstellende beleidsnota’s •Stad aan de Schie, ontwikkelingsvisie voor de binnenstad • Bestemmingsplan Binnenstad 2014 • Evenementennota 2012-2016 • Beleidsnota Monumenten 2008-2012 • Cultuurvisie • Detailhandelsnota 2012-2020 • Nota Horecabeleid • Hotelbeleid Schiedam •Nota Toerisme 2005-2009/ Toerismebrief 2009 • Woonvisie Schiedam 2030 6% meer mensen in de binnenstad in 2018. Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 8 De ambitie van de binnenstadsvisie luidt: meer mensen verblijven in de binnenstad, zowel bewoners als bezoekers. Dit kan op verschillende manieren: door meer bezoekers te trekken, door bezoekers langer vast te houden en door het woningaanbod in de binnenstad te vergroten. Op dit moment is er een dalende trend in het aantal passanten in de binnenstad. De afgelopen vier jaar lieten een terugloop zien van circa 3.000 bezoekers per week. De ambitie is om in de huidige collegeperiode terug te komen op het niveau van 2010. Dit betekent een toename van circa 200.000 bezoekers per jaar. De inspanningen richten zich vooral op het gebied van evenementen en een duidelijke focus op bewoners van SchiedamNoord. Festiviteiten zoals Koningsdag leiden tot circa 10.000 extra bezoekers, terwijl een evenement als de Brandersfeesten een veelvoud hiervan oplevert. Om mensen langer in de stad te houden dient het aanbod ook in de binnenstad te worden verbreed en verbeterd. Kwalitatief goede horeca, mogelijkheden voor overnachten, maar ook voorzieningen zoals parkeren en aanmeerplaatsen in de Lange Haven moeten verder worden versterkt. Tegelijkertijd wordt de inzet op de verbetering van de fysieke omgeving voortgezet, niet alleen door restauratie van monumenten en toevoeging van passende nieuwbouw, maar ook door aansprekende herbestemmingen van beeldbepalende en karakteristieke gebouwen. De verwachting is dat de inzet op wonen boven winkels, de ontwikkeling van het Dirkzwager- en UTO-terrein en het Westmolenkwartier en de transformatie van winkels naar woningen op termijn circa 200 extra woningen oplevert. Een toevoeging van 50 woningen in deze collegeperiode is haalbaar. Gestreefd wordt naar een onderscheidend woningaanbod, passend bij en complementair aan de historische bebouwing. Herbestemming van monumenten maakt deel uit van de opgave. • Uitvoeringsprogramma binnenstad • Vast te stellen uitvoeringsprogramma economie Prestatiedoelstelling 9 (Kompas p. 25) Nulmeting 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 Prestatie 2018 DOEL Toelichting STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 9 STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 57 Kaderstellende beleidsnota’s •Stad aan de Schie, ontwikkelingsvisie voor de binnenstad • Bestemmingsplan Binnenstad 2014 • Evenementennota 2012-2016 • Beleidsnota Monumenten 2008-2012 • Cultuurvisie • Detailhandelsnota 2012-2020 • Nota Horecabeleid • Hotelbeleid Schiedam •Nota Toerisme 2005-2009/ Toerismebrief 2009 • Woonvisie Schiedam 2030 Omkeren van de dalende trend van de kooporiëntatie van Schiedammers op de binnenstad; op basis een nulmeting in 2015 wordt de actuele kooporiëntatie bepaald. Kooporiëntatie kleiner dan 28% Kooporiëntatie minimaal 28% Naast de ambitie van de binnenstadsvisie om meer mensen naar de binnenstad te krijgen, is voor het versterken van de economie van de binnenstad eveneens van belang dat er voldoende wordt gespendeerd. De kooporiëntatie - het aandeel Schiedammers dat inkopen doet op het gebied van non-food in de binnenstad - is daarbij een gehanteerde prestatie-indicator. De kooporiëntatie van Schiedammers op Schiedam is in een periode van tien jaar gedaald van 42% in 2000 naar 28% in 2010. Hoewel niet gemeten, is de verwachting dat in lijn met de daling van de aantallen bezoekers in de periode 2010-2014 de kooporiëntatie verder is gedaald. De ambitie voor de huidige collegeperiode is om de dalende trend van de kooporiëntatie van Schiedammers op de binnenstad om te keren en minimaal terug te keren naar het niveau van 2010. In het najaar van 2014 wordt de mate van kooporiëntatie meegenomen in een grootschalig bevolkingsonderzoek, teneinde begin 2015 over herijkte gegevens te beschikken. • Uitvoeringsprogramma binnenstad • Vast te stellen uitvoeringsprogramma economie Bestaand beleid Monumentenbescherming Dit betreft het ontwikkelen, uitvoeren en evalueren van het gemeentelijke monumentenbeleid, het verlenen van vergunningen op basis van de Monumentenwet, het begeleiden en verlenen van subsidie-beschikkingen en laagrentende leningen voor restauraties, begeleiding van restauratieprojecten, het toetsen van bouwplannen aan het kader van het Beschermde Stadsgezicht voor de Binnenstad en de advisering vanuit monumentenzorg bij gewenste ruimtelijke ontwikkelingen en bouwplannen. Monumenten Dit betreft de instandhouding van de Schiedamse molens als belangrijk cultureel erfgoed met historische betekenis en als bepalend stadsbeeld. Daarnaast wordt dit budget aangewend ten behoeve van het uurwerk en het carillon van de Grote of Sint Janskerk. Meer cultuurbeleving Kompas p. 26 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 DOEL STELLING STELLING STELLING STELLING De Cultuurvisie 2013-2016, die in 2012 is vastgesteld, is kaderstellend voor de regierol van de gemeente op het cultuuraanbod binnen Schiedam. Een aantrekkelijk en divers aanbod aan culturele instellingen is essentieel voor een goed woon- en economisch klimaat van de stad. Het maakt wonen in de (binnen)stad aantrekkelijk en heeft daarmee een aantrekkende werking op de vestiging van bedrijven in Schiedam. Ingezet wordt daarom op versterking van de culturele infrastructuur van de stad. STELLING STELLING Prestatiedoelstelling 10 (Kompas p. 26) Nulmeting Bekendheid 77% Prestatie 2018 Bekendheid 85% Toelichting Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 10 Prestatiedoelstelling 11 (Kompas p. 26) Waardering 7,8 (rapportcijfer) Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 11 STELLING § € 58 Kaderstellende beleidsnota’s • Cultuurvisie 2013 – 2016 •Stad aan de Schie, ontwikkelingsvisie voor de binnenstad Het behouden van de gemiddelde waardering (cijfer 7,8) van de gesubsidieerde culturele instellingen in de binnenstad. Prestatie 2018 STELLING STELLING • Uitvoeringsprogramma cultuurvisie 2015-2016 Waardering 7,8 (rapportcijfer) STELLING STELLING Met de bekendheid van de gesubsidieerde instellingen wordt het publieksbereik van de culturele instellingen en hun activiteiten gemeten. Per culturele instelling afzonderlijk worden afspraken gemaakt over de streefcijfers voor bezoekersaantallen. Nulmeting Toelichting STELLING De gemiddelde bekendheid van de gesubsidieerde culturele instellingen in de binnenstad bedraagt in 2018 minimaal 85%. Om de kwaliteit van de culturele instellingen te meten wordt de waardering van het bezoek aan gesubsidieerde culturele instellingen gebruikt. Dit is een graadmeter die wordt beïnvloed door verschillende aspecten zoals de kwaliteit van de activiteit, maar ook de gastvrijheid (van de instelling zelf en van de stad als geheel), de prijs-kwaliteitverhouding en de bereikbaarheid. Ook is het voor een bezoeker aan een culturele instelling van belang wat er nog meer te beleven is in de stad (horeca, winkels). • Uitvoeringsprogramma cultuurvisie 2015-2016 Prestatiedoelstelling 12 (Kompas p. 26) Nulmeting Prestatie 2018 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 DOEL Toelichting STELLING STELLING STELLING Gesubsidieerde instellingen hebben gemiddeld een eigen inkomstennorm van 17,5%. N.v.t. Eigen inkomstennorm 17,5% In de Cultuurvisie 2013-2016 is een van de vijf doelstellingen het versterken van het cultureel ondernemerschap. De achterliggende gedachte hierbij is dat culturele instellingen minder afhankelijk worden van gemeentelijke subsidies door het maximaliseren van de eigen inkomsten en door te komen tot een evenwichtige financieringsmix. De eigeninkomstennorm van 17,5 % is een gemiddelde (bron: ministerie OCW). In de afspraken met de instellingen wordt maatwerk toegepast, rekening houdend met de mogelijkheden van het type instelling. In 2015 varieert de norm van 10 tot 50%. STELLING Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 12 STELLING Bestaand beleid Cultuurbeoefening Beeldende kunst: het stimuleren van een gunstig klimaat voor de beeldende kunst. Amateuristische kunstbeoefening: stimuleren van de aanwezigheid én het behoud van een levendig en actief amateurverenigingsklimaat. Op basis van de subsidieregeling Amateurkunst 2012 ontvangen amateurkunstverenigingen jaarlijks een waarderingsubsidie. Het doel van deze regeling is het stimuleren van actieve deelname aan amateurkunst van individuele Schiedammers en groepen van Schiedammers in de gemeente Schiedam, waarbij een breed cultureel aanbod wordt nagestreefd. STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 59 • Uitvoeringsprogramma cultuurvisie 2015-2016 Kaderstellende beleidsnota’s • Cultuurvisie 2013 – 2016 •Stad aan de Schie, ontwikkelingsvisie voor de binnenstad Kunst en cultuur Theater: Het bieden van een theaterfunctie in de stad en het verzorgen van een cultureel professioneel theaterprogramma. Het exploitatiebudget betreft de jaarlijkse subsidie aan het theater. Musea Het Stedelijk Museum Schiedam beheert de collectie moderne kunst en historische collectie van de gemeente Schiedam. Op basis van de prestatieafspraken legt het museum verantwoording af aan de gemeente Schiedam. Het exploitatiebudget betreft de jaarlijkse subsidie aan het Stedelijk Museum Schiedam, het Jenevermuseum en het Nationaal Coöperatiemuseum. Wat gaat het kosten? (bedragen x € 1.000,-) Productomschrijving 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL 7 DOEL 8 DOEL 9 DOEL 10 DOEL 11 DOEL 12 DOEL STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 60 Begroting 2014 na wijziging Begroting 2015 Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo 86 -169 -84 103 -136 -33 103 -138 -36 Cultuurbeoefening 0 -181 -181 0 -262 -262 0 -329 -329 Kunst en cultuur 0 -1.666 -1.666 0 -1.449 -1.449 0 -1.448 -1.448 Musea 22 -2.877 -2.854 7 -2.760 -2.753 7 -2.743 -2.736 Toerisme 68 -1.410 -1.342 0 -1.453 -1.453 0 -1.541 -1.541 8 -329 -321 5 -366 -361 5 -347 -342 Monumenten 43 -468 -424 21 - 461 -440 21 -433 -412 Recreatie 69 -17 52 63 -48 15 64 -61 2 195 -695 -500 230 -873 -643 230 -1.428 -1.198 39.289 -32.703 6.586 39.221 -33.935 5.286 39.457 -35.615 3.841 784 -476 308 0 -399 -399 0 -345 -345 Evenementen -1 -384 -385 0 -390 -390 0 -400 -400 Geo-informatie 50 -1.178 -1.128 57 -1.121 -1.065 57 -969 -912 40.615 -42.553 -1.938 39.706 -43.655 -3.949 39.943 -45.797 -5.854 896 -1.556 -661 498 -725 -227 199 -567 -368 41.510 -44.109 -2.599 40.204 -44.380 -4.176 40.142 -46.364 -6.222 Straatmarkten Monumentenbescherming Economische zaken Grondzaken Ruimtelijke ordening STELLING STELLING Jaarstukken 2013 Economie in ontwikkeling Totaal Mutaties reserves Geraamd resultaat Programma Overheid in balans 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 61 Inleiding Burgers, bedrijven en instellingen participeren steeds meer op ad hoc-basis in telkens veranderende netwerken, los van traditionele instituties. Er zullen zich in de loop van de jaren telkens nieuwe ontwikkelingen voordoen. Een andere context vraagt om een andere rol(invulling) van politiek, bestuur en ambtelijk apparaat. De zelfbewuste Schiedamse inwoners, bedrijven en organisaties verwachten een gemeente die meegaat in technologische vernieuwingen, ook in haar communicatie en dienstverlening. De Schiedammers beoordelen de gemeente op haar dienstverlening niet alleen op behandeltijden, maar vooral ook op menselijke aspecten: inlevingsvermogen. ‘Kansen herkennen en benutten’ vormt ook hier het leidend principe. Dit vraagt om verdere bestuurlijke vernieuwing en wendbaarheid, om een continue verandering van houding en gedrag, waarin niet de gemeente bepalend is, maar juist de Schiedamse inwoners, bedrijven en maatschappelijke instellingen. Een aantal taken is onvervreemdbaar van het gemeentelijk bestuursorgaan: de veiligheid van de Schiedammers en ondernemingen, dienstverlening van de gemeente aan haar klanten, het goed analyseren en gebruiken van beschikbare data en participatie. Deze kernopgaven voor de gehele gemeente als overkoepelende entiteit zijn in het programma Overheid in Balans samengevoegd. De gemeente zal altijd moeten presteren op deze aspecten en zal er dus de nodige aandacht aan moeten besteden, in balans met de overige doelstellingen. De wijze van communicatie, burger- en overheidsparticipatie, dienstverlening zijn alle randvoorwaardelijk om de gewenste en benodigde maatschappelijke effecten te bewerkstelligen. Deze drie elementen zijn essentieel voor het versterken van het vertrouwen van onze burgers en ondernemers. Vertrouwen in de overheid is een kernvoorwaarde, de basis voor het functioneren van de overheid. En dat is een van de hoofdopgaven van het gemeentebestuur van Schiedam. Deze uitgangspunten en opgaven zijn vertaald in drie gemeentebrede outcome-doelstellingen: 1.als gemeente bestuurlijk beter aansluiten op de stad; 2.als gemeente beter in contact met de stad; 3.veiliger Schiedam. Het programma Overheid in balans hangt nauw samen met alle andere programma’s en vormt als het ware de onderlegger onder al het gemeentelijk handelen. Communicatie, participatie en dienstverlening zijn bepalend voor de samenwerking tussen Schiedam en haar gemeente en bestuur. Verdeling budgetten ER-doelen Overheid in balans Binnen het totale budget (€ 27,8) voor Overheid in balans zijn de middelen, voor de producten die bijdragen aan de ER-doelen, per ER-doel verdeeld. De verdeling betreft het totale budget. Overheid in balans Totaal budget: € 27,8 miljoen 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL STELLING STELLING STELLING ER-DOELEN Als gemeente beter in contact met de stad Veiliger Schiedam Budget: € 17,2 miljoen Budget: € 10,6 miljoen effect Zomernota € 115.000 STELLING PRESTATIEdoelstelling STELLING 1.Betere dienstverlening: de Schiedammers geven de dienstverlening minimaal een 7. 2. Snellere dienstverlening: het behalen van de gemeentebrede servicenomen en vergroten gebruik digitaal loket. 3. SchiedamsDOEN: de gemeente reageert op en werkt met bewoners en ondernemers samen vanuit ‘ja, mits’ en ‘ja, tenzij’. 4.Wijkontwikkeling 2.0. STELLING § € 62 € 506.000 5.Veiliger Schiedam door te werken aan een schone, veilige en leefbare stad. 6.Integere overheid die ondermijning effectiever bestrijdt. Als gemeente beter in contact met de stad Kompas p. 30/32/33 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING De gemeente wil vaker, sneller en makkelijker in contact treden met inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties. Dit contact is een essentiële basis voor vrijwel alle interactie tussen burgers en de gemeente en een belangrijke bron voor het handelen van de gemeente. Om meer mensen en andere groepen bij de gemeente te betrekken, zul je andere communicatiekanalen en participatiemiddelen moeten inzetten. Initiatieven als SchiedamsDOEN en andere participatietrajecten als het parkeerevaluatieforum voor Schiedam-Oost zullen veel vaker worden toegepast. Daarnaast besteedt Schiedam de uitvoering van steeds meer taken uit, maar is het tegelijkertijd wel verantwoordelijk voor de resultaten en wil het de controle behouden. Prestatiedoelstelling 1 (Kompas p. 33) STELLING § € 63 Betere dienstverlening: de Schiedammers geven de dienstverlening minimaal een 7. Digitaal Loket Telefoon Balie Nulmeting (2013) 7,0 7,1 7,7 2018 7,3 7,5 8,0 Toelichting Kaderstellende beleidsnota’s •Communicatie: een factor van belang 2010-2015 •Masterplan Dienstverlening 2009-2015 met daarvan afgeleid: • Dienstverleningsconcept KCC • Projectplan Digitale Dienstverlening • Gemeente heeft Antwoord© Voor deze regiefunctie van de gemeente is informatie een essentiële bouwsteen, op zowel operationeel als tactisch en strategisch niveau. Ook moeten informatie en data die aan de voorkant (onder andere Klant Contact Centrum, Wijkontwikkeling, Toezicht en Handhaving, Onderzoek & Statistiek, Stadspromotie) wordt verzameld, worden gebruikt voor de ontwikkeling van beleid en uitvoering. Daarnaast moeten de vergaarde data en de geïnterpreteerde informatie ter beschikking worden gesteld aan enerzijds de burgers en de markt (open data en open source) en anderzijds de deskundigen binnen de organisatie. Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 1 Onder de gebruikers van alle kanalen wordt zo mogelijk continu, maar minimaal jaarlijks gemeten hoe zij hun ervaring als klant van de gemeente Schiedam beoordelen. In deze klanttevredenheidsonderzoeken wil de gemeente op alle kanalen, dus balie, telefoon en het digitaal loket, minimaal een 7 scoren. • Nationaal Uitvoeringsprogramma E-Overheid en Dienstverlening • Het i-NUP Prestatiedoelstelling 2 (Kompas p. 33) 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 Snellere dienstverlening: het behalen van de gemeentebrede servicenomen en vergroten gebruik digitaal loket. Vrije inloop ≤ 30 minuten Op afspraak ≤5 minuten Afhandeling klachten ≤ 6 weken Afhandeling brieven ≤6 weken 14010 ≤ 30 seconden (tijdens kantooruren) Afhandeling terugbelverzoeken ≤2 werkdagen Afhandeling e-mail met feitelijke vragen ≤5 werkdagen Transacties digitaal loket Nulmeting 100% 95% Geen cijfers beschikbaar 75% 82% 74% Geen cijfers beschikbaar 7.415 Prestatie 2018 100% ≥ 95% ≥ 90% ≥ 90% ≥ 80% ≥ 90% ≥ 90% 50.000 DOEL STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 64 Toelichting Kaderstellende beleidsnota’s •Beleidsnota Archief Bewaren om te laten gebruiken 2011-2014 •Masterplan Dienstverlening 2009-2015 met daarvan afgeleid: • Dienstverleningsconcept KCC • Projectplan Digitale Dienstverlening • Gemeente heeft Antwoord© Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 2 Gemeentebreed worden in 2015 alle servicenormen gehaald en komt de gemeente de intrinsieke belofte aan de Schiedamse inwoners en ondernemers na om zaken binnen de gecommuniceerde termijnen af te handelen. De gemeente vergroot de mogelijkheden om digitaal zaken te doen met de gemeente, inwoners meer te verbinden en meer digitaal in contact te treden. Ook het gemeentearchief continueert het digitaal beschikbaar stellen van kranten, bouwvergunningen, foto’s, bewegend beeld en de akten van de burgerlijke stand. Vanzelfsprekend worden periodiek, minimaal jaarlijks, de normen herijkt en waar nodig aangevuld. De kadernotitie voor het nieuwe programma Dienstverlening en Informatiemanagement 2015-2018 wordt eind 2014 aan de raad aangeboden. • Nationaal Uitvoeringsprogramma E-Overheid en Dienstverlening • Het i-NUP Prestatiedoelstelling 3 (Kompas p. 34/30) 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL STELLING STELLING Werkelijk 2013 Monitor (zowel extern als intern) wordt ontwikkeld t.a.v. merkbare verandering in houding en gedrag, in samenhang met Dienstverlening, HRD en Wijkgericht werken. Schatting 2014 Nulmeting monitor. Prestatie 2018 De bevindingen/conclusies van de monitor laten een positieve ontwikkeling zien. Toelichting STELLING STELLING STELLING SchiedamsDOEN: de gemeente reageert op en werkt met bewoners en ondernemers samen vanuit ‘ja, mits’ en ‘ja, tenzij’. Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 3 Het meten van houding en gedag is niet te vatten in absolute cijfers en percentages. Daarom is een monitor in ontwikkeling met een combinatie van cijfers en belevingsindicatoren. De gegevens betreffen meerdere taakvelden van waaruit aan het ER-doel wordt gewerkt. In 2014 wordt een nulmeting gedaan. In de jaren daarna kunnen op basis van de monitor conclusies worden getrokken over de ontwikkeling. De (concept-)monitor is volgens planning in het najaar 2014 gereed. • Uitvoering jaarlijkse door Schiedamders geselecteerde projecten SchiedamDoen STELLING Prestatiedoelstelling 4 (Kompas p. 32/30) Werkelijk 2014 Monitor (zowel extern als intern) wordt ontwikkeld t.a.v. merkbare verandering in houding en gedrag. Schatting 2015 Nulmeting monitor. Prestatie 2018 De bevindingen/conclusies van de monitor laten een positieve ontwikkeling zien. Toelichting § € 65 Kaderstellende beleidsnota’s •Kadernota wijkgericht werken Wijkontwikkeling 2.0 1.De gemeente benut de kansen en energie van bewoners in de wijk. Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 4 Samen met de stad wordt in 2015 Wijkontwikkeling 2.0 verder vorm gegeven voor de gehele gemeentelijke organisatie. Dit zal meer duidelijkheid scheppen over specifieke maatschappelijke doelstellingen en gewenste outcome. Hiermee wordt invulling gegeven aan deze prestatiedoelstelling. • Protocol Interactieve Beleidsvorming • Participatiekader gemeente Schiedam • Participatieprotocol voor projecten • Protocol Actieve Informatievoorziening Bestaand beleid 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 66 Het ER-doel ‘Als gemeente beter in contact met de stad’ word ondersteund door vijf beleidsvelden, namelijk de producten Bestuurszaken, Dienstverlening, Klant Contact Centrum, Wijkontwikkeling en het gemeentearchief. Van de beschikbare middelen is circa € 560.000 bestemd om de basis op een hoger peil te brengen: betere, snellere en meer digitale dienstverlening en een forse verbetering van strategisch en tactisch informatiemanagement, waarbij randvoorwaardelijk noodzakelijke investeringen in informatiebeveiliging en communicatie worden gepleegd. Voor de extra impulsen open data en stadsbalie is €115.000 beschikbaar. Veiliger Schiedam Kompas p. 31/32 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL Prestatiedoelstelling 5 (Kompas p. 31/32) Werkelijk 2014 De veiligheidsindex is 6,3. Prestatie 2018 Wordt bepaald bij vaststellen van beleidsplan Integrale Veiligheid 2016-2019. Toelichting STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 5 § € 67 Kaderstellende beleidsnota’s •Beleidsplan Veiligheid 2012-2015 Veiliger Schiedam door te werken aan een schone, veilige en leefbare stad. Het vergroten van de subjectieve en objectieve veiligheid in Schiedam moet de stad aantrekkelijker maken en het welbevinden van bewoners vergroten. Schiedam wil ongewenst en crimineel gedrag terugdringen, zowel gebieds- als persoonsgericht. Daarnaast wil de gemeente een veilige omgeving bieden. Bij voorkeur wordt preventief beleid gevoerd. Op 15 december 2011 is het Beleidsplan Integrale Veiligheid 2012-2015 door de raad vastgesteld. In het beleidsplan is opgenomen de veiligheidsindex voor de gehele stad stabiel te houden op 6,4. Dit lijkt niet ambitieus, maar gezien de gemeentelijke bezuinigingen, de bezuinigingen bij partnerorganisaties en de economische ontwikkelingen zullen behoorlijke inspanningen moeten worden gedaan om de veiligheidsindex stabiel te houden. De veiligheidsindex wordt als een van de indicatoren gebruikt om te meten hoe de subjectieve en objectieve veiligheid in de stad zich ontwikkelen. Gezien de daling van de veiligheidsindex zal het Programma Integrale Veiligheid onverminderd worden voortgezet. Er wordt extra ingezet op de wijk waar de daling het grootst is. Voor de wijken waar het relatief veilig is, zal voldoende aandacht blijven om het veiligheidsniveau hier constant te houden. De daling van de veiligheidsindex is het grootst in de wijk Oost. Extra aandacht zal dus worden besteed aan de wijk Oost en daarnaast aan een deel van de wijk West. Een brede programmatische aanpak voor de wijk Oost wordt verder ontwikkeld, waarin veel aandacht is voor het verbeteren van de sociale infrastructuur en buurtparticipatie. Ook de objectieve en subjectieve veiligheid en leefbaarheid zijn daar belangrijke onderdelen van. Daarnaast is een gemeentebreed interventieteam opgezet, waarin zorgsignalen in de wijk worden opgepakt en op basis van analyses gerichte (handhavings)acties worden uitgevoerd. Er wordt nauw samengewerkt met onder andere het wijkondersteuningsteam. • Vast te stellen plan van aanpak gemeentebreed interventieteam Prestatiedoelstelling 6 (Kompas p. 31) 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL Werkelijk 2013 63 ontmantelde hennepkwekerijen Prestatie 2018 200 (50 per jaar) Toelichting STELLING STELLING STELLING STELLING Activiteiten m.b.t prestatiedoelstelling 6 STELLING 68 De gemeente Schiedam is een betrouwbare overheid die samen met bewoners en ondernemers werkt aan veilig wonen en werken. Het tegengaan van vermenging van de onder- en bovenwereld is een belangrijke taak van het lokaal bestuur. Verdere uitbouw van Bibob is daarbij een kernelement. Verder is het van belang om de gemeente weerbaar te maken tegen het gebruik of misbruik van gemeentelijke voorzieningen door criminele organisaties. Bestuurlijke maatregelen worden ingezet om, naast de strafrechtelijke aanpak, vormen van georganiseerde criminaliteit (zoals hennepteelt, mensenhandel en vastgoedcriminaliteit) die leiden tot ondermijning, hard aan te pakken. • Vast te stellen BIBOB-beleid Bestaand beleid STELLING § € Integere overheid die ondermijning effectiever bestrijdt. Het ER-doel ‘Veiliger Schiedam’ word ondersteund door beleidsveld Openbare orde en Veiligheid. Van de beschikbare middelen is ruim 5,3 miljoen euro bestemd voor rampen en crises (bijdrage Veiligheidsregio RotterdamRijnmond, crises en crisisorganisatie). Kaderstellende beleidsnota’s •Beleidsplan Veiligheid 2012-2015 Wat gaat het kosten? (bedragen x € 1.000,-) 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING Begroting 2015 Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo Bestuurszaken college 34 -5.409 -5.375 0 -6.221 -6.221 0 -4.007 -4.007 Bestuurszaken raad 0 -1.446 -1.446 0 -1.662 -1.662 0 -1.655 -1.655 Bestuurszaken toezicht 0 -216 -216 0 -225 -225 0 -212 -212 1.301 -5.128 -3.827 1.495 -4.896 -3.401 1.508 -5.056 -3.548 0 -406 -406 0 -280 -280 0 -678 -678 19 -2.502 -2.484 8 -1.840 -1.832 3 -1.951 -1.948 179 -10.232 -10.053 141 -10.634 -10.493 142 -10.620 -10.478 28 -2.770 -2.742 0 -2.831 -2.831 0 -3.588 -3.588 1.560 -28.109 -26.549 1.645 -28.591 -26.946 1.653 -27.767 -26.113 2.011 -910 1.101 3.681 -802 2.879 1.509 0 1.509 3.571 -29.019 -25.448 5.326 -29.393 -24.066 3.163 -27.767 -24.604 Burgerzaken Dienstverlening Archief Openbare orde en veiligheid Wijkontwikkeling Totaal Mutatie reserves Geraamd resultaat 69 Begroting 2014 na wijziging Productomschrijving STELLING § € Jaarstukken 2013 Overheid in balans Toelichting Extra inzet Zomer nota 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 DOEL STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING STELLING § € 70 Open data en stadsbalie Het ondersteunen van initiatieven van de Schiedammers (burgers en ondernemers) wordt mede vorm gegeven door het voortdurend beschikbaar stellen van allerhande actuele data, gegevens en informatie via de website. Op deze manier geeft het bestuur niet alleen openbaarheid aan haar handelen, maar geeft zij concreet handen en voeten aan kennisdeling. De huidige informatiemaatschappij, waarin de Schiedammers zelfregelend en bottom-up georganiseerd zijn, wordt op deze manier optimaal gefaciliteerd. Het uitgangspunt wordt ‘Openbaar, tenzij’. Het college stelt deze gegevens beschikbaar; burgers en ondernemers bewerken, gebruiken en exploiteren de gegevens. De stadsbalie is niet alleen een fysieke plek (de plint van het Stadserf), maar vooral ook een nieuwe vorm van dienstverlening, waarin Open Data een hoofdrol spelen. De beschikbaarheid van informatie voor derden (open data) en de ketenintegratie brengen de opgave met zich mee om drempelvrij ontvankelijk, benaderbaar en transparant te zijn. Alle informatie over Schiedam en haar partners moet centraal beschikbaar worden gesteld. Met de stadsbalie zal Schiedam niet alleen in persoon, maar ook digitaal informatie kunnen bieden over alles wat er gaande is en - belangrijker - deze informatie in ontvangst kunnen nemen om zelf te analyseren en te gebruiken. Hiertoe is een goede verbinding tussen front- en backoffice noodzakelijk. Gegevens worden ontsloten in geaccepteerde open standaarden, zodat ze door iedereen kunnen worden gebruikt. Het vrij aanbieden van data en het combineren van verschillende data kan verder leiden tot nieuwe ideeën, innovatie en economische groei. Om meters te maken, zal hierbij in eerste instantie de focus liggen op bestaande dataverzamelingen. Landelijke initiatieven en lokale mogelijkheden worden geïnventariseerd en uitgerold. Belangrijk is tevens dat de informatie die nu al ontsloten is, zoals bijvoorbeeld het subsidieregister, de sociale index of kunst in de openbare ruimte, ook gemakkelijk vindbaar en bruikbaar is. Taakverwaarlozing archief- en informatiebeheer In de zin van de Wet Revitalisering Generiek Toezicht is sprake van taakverwaarlozing op het gebied van archief- en informatiebeheer. De tekortkomingen hebben vooral betrekking op het beheer van digitale documenten. Daarom wordt een proefproject voor de inrichting van een digitaal archiefdepot uitgevoerd. Zo’n depot is een randvoorwaarde voor het duurzaam opslaan van digitale gegevens. Verder is er sprake van achterstanden in de overbrenging naar het Gemeentearchief. Deze worden weggewerkt. Crisisorganisatie Met de invoering op 1 oktober 2010 zijn er wettelijke normtijden voor de opkomst van de gemeentelijke crisisteams. Middels de invoering van een piketvergoeding wordt invulling van deze wettelijke verplichting gewaarborgd. Gemeentebrede interventieteam De wijken Oost en een deel van West verdienen extra aandacht voor het verbeteren van de sociale infrastructuur, participatiemogelijkheden en leefbaarheid. Een integrale aanpak en een gemeentebrede inzet van een interventieteam geeft een kans op verbetering van de leefbaarheid in deze wijken. Algemene dekkingsmiddelen De algemene dekkingsmiddelen betreffen de gemeentelijke inkomsten die vrij besteedbaar zijn. De voorgenomen besteding van de algemene middelen gebeurt door de uitvoering van het door de raad vastgestelde beleid in de verschillende programma’s. de daarvoor benodigde budgetten worden in de betreffende programma’s begroot. Algemene dekkingsmiddelen zijn als volgt in te delen: - algemene uitkering; - algemene belastingen; - dividenden uit beleggingen; - onvoorziene uitgaven; - saldo financieringsfunctie. Overzicht algemene dekkingsmiddelen Omschrijving (bedragen x € 1.000) Toelichting: § € 71 Jaarstukken 2013 Begroting 2014 na wijziging Begroting 2015 Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo Algemene uitkering 96.377 -1.138 95.240 96.306 0 96.306 130.173 0 130.173 Belastingen 15.995 -1.880 14.115 14.883 -1.571 13.312 14.569 -1.571 12.997 Beleggingen 10.264 -853 9.411 8.367 -724 7.643 9.230 -724 8.505 Onvoorziene uitgaven 2.094 -6.075 -3.981 2.791 -700 2.091 191 -1.464 -1.273 Saldo financieringsfunctie 7.332 -3.791 3.541 2.699 -3.196 -497 3.574 -888 2.687 Totalen 132.063 -13.736 118.326 125.046 -6.190 118.855 157.736 -4.647 153.089 Algemene uitkering Zoals iedere gemeente ontvangt Schiedam een bijdrage van het Rijk: de algemene uitkering. De inkomsten van de algemene uitkering stijgen in 2015 naar € 130 miljoen. Daartegenover staan uitgaven die in de programma’s zijn begroot. De algemene uitkering is begroot op € 88 miljoen, de uitkering voor de 3 D’s op € 42 miljoen. Belastingen De gemeente heeft op grond van de Gemeentewet de mogelijkheid gemeentelijke belastingen te heffen. Hiervan zijn de inkomsten uit de onroerendezaakbelasting (gebruikers en eigenaren), hondenbelasting en precariobelasting bestemd ter algemene dekking, € 14,9 miljoen. De uitvoeringskosten samenhangend met de heffing van de algemene belastingen zijn bij de algemene dekkingsmiddelen opgenomen € 1,6 miljoen. Beleggingen De gemeente ontvangt dividend van een aantal verbonden partijen: de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), Evides en Eneco. Onvoorziene uitgaven Het BBV geeft aan dat in de begroting een post voor onvoorziene uitgaven moet worden opgenomen. Dit ter dekking van kosten die zich voor kunnen doen en die onvoorzienbaar, onontkoombaar en niet uitstelbaar zijn. In 2015 en volgende jaren bedraagt het budget voor onvoorzien € 700.000. In het Financieel Afwijkingenbeleid is bepaald dat de beschikking over deze post is voorbehouden aan het college. Daarnaast is in dit onderdeel de ophoging van de voorziening publiekrechtelijke vorderingen opgenomen, zie autonome ontwikkelingen in de bijlage Zomernota 2015. Dit betreft € 764.000 per jaar. § € 72 Saldo financieringsfunctie Op dit product worden die bedragen opgenomen die nog niet direct aan functies of kostenplaatsen zijn toe te rekenen. Het gaat om bedragen die betrekking hebben op: -doeluitkeringen (DU) algemene uitkering uit het gemeentefonds; -stelpost om de gevolgen van de CAO 2014 op te vangen (wordt toegelicht in de paragraaf taakstellingen en reserveringen); -nog in te vullen resterende taakstellingen (wordt ook toegelicht in de paragraaf taakstellingen en reserveringen). Tevens wordt dit product gebruikt om eventuele saldo’s van kostenplaatsen te ramen, met name het saldo van de kostenplaats kapitaallasten met hierin de afschrijvingsen rente-effecten. Paragrafen § 73 Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen Paragrafen Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 74 Inleiding De begroting bestaat uit de programma’s en paragrafen. De programma’s betreffen het beleid en de uitvoering van dit beleid. Paragrafen zijn dwarsdoorsneden van de begroting over bepaalde gemeentebrede onderwerpen als bedrijfsvoering, investeringsplannen en subsidies. Deze zijn bedoeld om onderwerpen dieversnipperd in de begroting staan, gebundeldin een overzicht weer te geven. De paragrafen schetsen een dwarsdoorsnede van de begroting vanuit beheersmatig perspectief. Hierbij gaat het vooral om de aspecten met een groot financieel belang en/ of een groot belang voor de realisatie van de beleidsvoornemens. Artikel 9 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (Bbv) bepaalt dat er in de begroting beleidslijnen worden vastgelegd voor belangrijke beheersmatige aspecten. Daarvoor zijn zeven paragrafen verplicht gesteld. Daarnaast staat het de gemeente vrij om zelf paragrafen toe te voegen. Paragraaf Bedrijfsvoering Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 75 Een turbulente context In de huidige samenleving zijn gebeurtenissen steeds minder voorspelbaar en volgen ze elkaar snel op. Individuen en organisaties gaan steeds meer zakelijke relaties met elkaar aan en deze relaties worden steeds gevarieerder van aard. Bovendien nemen de eisen wat betreft kwaliteit en efficiëntie toe: het moet meer èn beter èn goedkoper. Binnen deze context staat Schiedam voor een aantal grote opgaven: binnen de ambtelijke organisatie de basis op orde brengen, regiegemeente zijn, de drie decentralisaties rond werk, zorg en jeugd uitvoeren, intensief samenwerken met andere gemeenten en ketenpartners en de dienstverlening op een hoger plan brengen. Die ambities stellen de nodige eisen aan de bedrijfsvoering. Programma HRD De huidige tijd vraagt ambtenaren die nog zelfstandiger en ondernemender zijn, buiten de traditionele kaders treden, hun kantoor verlaten en de dialoog aangaan met bewoners, bezoekers, ondernemers en ketenpartners. Om ambtenaren toe te rusten voor hun veranderende rol, is het Programma HRD (Human Resources Development) opgezet. Doel is dat de medewerkers de behoeften van de stad beter weten te vertalen naar beleid en uitvoering en in hun houding, gedrag en vaardigheden beter aansluiten bij ontwikkelingen in de samenleving. Intensievere samenwerking Het besef groeit dat de overheid niet als enige voor de uitvoering van alle gemeenschapstaken kan worden aangesproken. De gemeente Schiedam verbindt zich steeds meer met een netwerk van Schiedammers, maatschappelijke organisaties, ondernemers en andere overheden door samenwerkingsafspraken te maken, door opdrachten te verlenen en door ondersteuning te bieden aan initiatieven uit de samenleving. Die samenwerking krijgt vorm in verschillende georganiseerde verbanden. Samenwerking in MVS-verband De samenwerking tussen Maassluis, Vlaardingen en Schiedam wordt steeds intensiever. De gemeenten werken al samen in bijvoorbeeld het gezamenlijke Inkoopbureau MVS, de gezamenlijke Servicedesk ICT, het mobiliteitscentrum Talent MVS en de uitvoeringsorganisatie voor de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, ROGplus. Het grootste samenwerkingsverband waarop momenteel wordt geanticipeerd is dat van het participatiebedrijf Stroomopwaarts MVS, waarin de sociale diensten en sociale werkvoorzieningen van de drie gemeenten samengaan. Dankzij de voorbereidingen hierop raakt de samenwerking op verschillende bedrijfsvoeringsterreinen in een versnelling. Op 1 januari 2015 zijn de faciliteiten gereed om desgewenst te starten met het werk bij Stroomopwaarts, maar de doorontwikkeling en integratie van systemen en processen gaat daarna verder. In 2015 krijgt de samenwerking in MVS-verband verder vorm in onder meer: •Samenvoeging van de onderzoeksfuncties van de drie gemeenten in het Kenniscentrum (hierin nemen Vlaardingen en Schiedam al deel en Maassluis haakt naar verwachting ook aan); •Indien mogelijk centralisering van alle inkoopfuncties (niet alleen de aanbestedingen); •Het opstellen van een gezamenlijk informatiebeleidsplan; •Het aan de samenleving beschikbaar stellen van gegevens over van alles dat speelt in de drie gemeenten (open data en open spending); •Gezamenlijke inspanningen op het terrein van informatiebeveiliging op grond van de Baseline Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeenten (BIG); •Gezamenlijke uitvoering van de DigiD-audit voor veilige ontsluiting van de elektronische dienstverlening; •Gezamenlijke aanbesteding van de nieuwe software voor de Basisregistratie Personen (BRP). Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 76 Innovatie van de bedrijfsvoering Momenteel is de uitbesteding van een flink aantal gemeentelijke taken in verschillende stadia van voorbereiding. Het gaat om onder meer: uitbesteding van gemeentelijke belastingen aan de Regionale Belasting Groep, uitbesteding van de exploitatie van sportaccommodaties, uitfasering van het Ingenieursbureau en een samenwerkingsverband voor het Gemeentearchief. Bijblijven bij alle genoemde ontwikkelingen is noodzakelijk, maar de ambities van het college reiken verder. Om als bestuur en ambtelijke organisatie ook op de langere termijn waarde toe te kunnen voegen voor de stad, is continue innovatie van de bedrijfsvoering nodig. Dit betekent eerst ruimte bieden om nieuwe werkwijzen te ontwikkelen waarmee vervolgens een sprong voorwaarts wordt gemaakt. Daarmee ontstaat op termijn een versnelling met een hoger rendement voor de stad. Om deze beweging te maken is een startnotitie innovatie bedrijfsvoering opgesteld, die wordt uitgewerkt in een realisatieplan voor 2015. Daarnaast wordt binnen het domein Bedrijfsvoering een Frontoffice Bedrijfsvoering en een team Bedrijfskundige Advisering gevormd, om interne klanten te bedienen met integraal, multidisciplinair advies op maat. Stroomlijning van de processen binnen deze structuur zal leiden tot een gezonde en passende overhead. Daarnaast worden in 2015 onder meer de volgende inspanningen geleverd om als ambtelijke organisatie de bedrijfsvoering op een hoger plan te brengen: •Evaluatie van de vernieuwde planning- en controlcyclus en verdere ontwikkeling naar aanleiding daarvan; •Inzet van balanssturing voor de begroting van 2016 en verder (zie paragraaf Financiering); •Ingebruikname van de nieuwe werkwijze rond de projectadministratie; •Implementatie van de inkoopmodule met geautomatiseerde verplichtingenadministratie; •Digitale factuurafhandeling met OCRtechnologie (Optical Character Recognition: geautomatiseerd lezen en verwerken); • Implementatie van het nieuwe functiehuis; •Aanpassing van de software voor functionerings- en beoordelingsgesprekken. • In het kader van het Meerjaren Beheer en Onderhoudsplan I&A wordt in 2015 verdergegaan met het vervangen van ICTwerkplekken (2014-2017). De werkplekken worden voorzien van ‘thin-clients’, laptops en tablets. Paragraaf Financiering Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 77 De financiering- of treasuryfunctie van de gemeente is het geheel van activiteiten gericht op: - het sturen en beheersen van - het verantwoorden over en -het toezicht op de financiële vermogenswaarden, geldstromen, posities en de hieraan verbonden risico’s. Voorwaarde bij de treasuryfunctie is dat de gemeente tijdig en te allen tijde aan de betaalverplichtingen kan voldoen. De gemeentelijke uitgaven en inkomsten lopen niet synchroon in de tijd. Hierdoor is doorlopend sprake van een tijdelijk tekort of overschot aan financiële middelen. Het doel is om het tijdig opheffen van het tekort of het overschot van financieringsmiddelen tegen zo laag mogelijke kosten (rente en eventuele bijkomende andere kosten) of zo hoog mogelijke vergoeding aan te trekken of uit te zetten. Uitgangspunt hierbij is dat geen onaanvaardbare risico’s worden gelopen. De nadruk ligt dus meer op de feitelijke kasstromen en niet op de baten en lasten (begroting). Onderdelen in deze paragraaf 1.I nleiding Ontwikkelingen en rentevisie 2015 2.Beleidskader 2015 a.Beleidskader (met risicobeheer) b.Financieringsstrategie c.Uitvoeringskader d.Wet Houdbare Overheidsfinanciën e. Balanssturing 3.Financiering a.Liquiditeitenprognose 2015-2018 b.Leningenportefeuille c.Financiële indicatoren 1. Inleiding Ontwikkelingen en rentevisie 2015 Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 78 De verwachting van het CPB is dat de economie in 2015 verder zal groeien met een percentage van 1,25% (voor 2014 wordt gerekend op 0,25 %). Deze groei wordt verwacht door de oplevende Amerikaanse en Britse economie. Internationale spanningen, zoals de onrust in Oekraïne en het Midden-Oosten staan daar haaks op en kunnen het herstel negatief beïnvloeden. Daar wordt echter nu niet van uitgegaan. De genoemde ontwikkelingen, gevolgd door rente-ingrepen van de ECB, zorgen per saldo voor een historisch lage rente op de kapitaalmarkt, waardoor Schiedam tegen zeer lage tarieven kan lenen. Voor de Schiedamse rentevisie wordt gebruikgemaakt van een gemiddelde van de renteverwachtingen van drie Nederlandse banken (ABN Amro bank, ING en BNG) voor 2015. Op basis van het hierboven geschetste beeld en renteverwachtingen van banken luidt de rentevisie 2015-2018 van Schiedam als volgt: Voor kortlopende leningen wordt een rentepercentage verwacht van 0,2%. Voor nieuw aan te trekken langlopende leningen houden we rekening met 2,7%. Als altijd geldt dat eventuele tussentijdse bijstellingen van de rentevisie zullen plaatsvinden indien nodig. Dit verloopt via het driemaandelijkse treasuryberaad; eventuele gevolgen voor de begroting zullen dan aan de raad ter besluitvorming worden voorgelegd. Voor 2015 wordt per einde jaar een financieringsbehoefte verwacht van € 35,1 miljoen, gedurende het jaar wordt een maximale behoefte van € 37,3 miljoen verwacht. 2. Beleidskader 2015 a. Beleidskader De beleidskaders voor de treasuryfunctie zijn als volgt (in volgorde van belangrijkheid) -de gemeente kan tijdig en te allen tijde aan de betaalverplichtingen voldoen. Oftewel: er staat voldoende geld op de gemeentelijke bankrekening; -de gemeente is risicomijdend bij het voorzien in bovenstaand kader en het uitzetten van geldleningen; -de gemeente streeft naar zo laag mogelijke kosten/zo hoog mogelijke opbrengsten, met inachtneming van bovenstaande kaders. Deze kaders en verdere uitwerking zijn vastgelegd in het Treasurystatuut 2011 van de gemeente Schiedam. Risicobeheer Conform het besluit Begroting en Verantwoording gemeenten en provincies (BBV) dient in de paragraaf Financiering aandacht te worden geschonken aan het risicobeheer met betrekking tot de financiering. Het doel is om maatregelen te treffen om de risico’s van de financieringsactiviteiten voor de gemeente zo klein mogelijk te maken en te houden. Er worden vier risico’s onderscheiden. 1.Liquiditeitsrisico Om te voorkomen dat de gemeente te weinig liquide middelen heeft om aan directe verplichtingen te voldoen (ook wel het liquiditeitsrisico genoemd), wordt een liquiditeitsprognose opgesteld. Deze analyse vindt continu plaats binnen de treasuryfunctie. Daarnaast wordt de prognose minimaal één maal per kwartaal besproken in het treasuryberaad. In dit beraad bepalen de betrokkenen (wethouder Financiën, teamleider Financiën, (concern)controller en treasurer) hoe om te gaan met de liquiditeitsprognose. Al naar gelang de liquiditeitsbehoefte wordt kort of lang geld aangetrokken of worden leningen afgelost. Bedrijfsvoering Financiering 2.Renterisico Als de rentevaste periode van een hypotheek afloopt en de rente in de tussentijd is gestegen, kan dit tot problemen leiden in het huishoudboekje. Voor gemeenten is dit niet anders en de wetgever heeft in de wet Fido (Financiering decentrale overheden) bepaald wat de maximale omvang mag zijn van leningen die in een jaar afgelost en geherfinancierd moeten worden. Tabel limieten wet Fido Limiet Doel limiet Bijzonderheden In % van begrotingstotaal Bedrag Kasgeldlimiet Maximalisering financiering met kortlopende leningen (tot één jaar) Overschrijding norm is toegestaan (maximaal twee achtereenvolgende kwartalen) 8,5% € 25,6 miljoen Renterisiconorm Beheersing renterisico bij (her) financieringen (vanaf één jaar) door spreiding van de financieringsmomenten Geen 20% € 60,3 miljoen Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 79 3.Kredietrisico Bij kredietrisico’s gaat het om de kredietwaardigheid van de tegenpartijen bij financiële transacties. Kredietrisico’s kunnen worden gelopen bij het verstrekken van leningen, borg- en garantiestellingen. Het risico doet zich voor indien een partij die geld van de gemeente heeft geleend, de rente en aflossing niet betaalt. Maatregelen ter verkleining van het risico: a.Bij het verstrekken van leningen of garanties moet het gaan om het dienen van de publieke taak; b.Het bedingen van zekerheden van de tegenpartij door de gemeente. Schiedam heeft in het verleden beperkt leningen en garanties verstrekt (zie tabel rechts) In 2015 wordt verstrekking van nieuwe leningen niet voorzien. Norm 2015 Omschrijving Risico 2015 2014 Woningbouwcorporaties met garantie WSW Borging WSW 10,5 31,2 Volkshuisvesting Geen 25,3 25,7 Voorm. gemeentelijke onderdelen Geen 0,1 0,4 Overig Beperkt 0,2 0,2 Eindstand Borg- en garantstellingen Per 31-12-2013 Instellingen in de zorg 6,2 Verenigingen 0,3 Ouderenhuisvesting Directe borgstellingen 2,2 Particulier 0,2 Waarborgfonds eigen woningen 6,4 WSW (woningbouwcorporaties) Achtervang Eindstand Cijfers betreffen de hoofdsom van de verstrekte leningen/waarborgen in miljoenen Euro’s. 416,5 431,8 Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 80 4. Debiteurenrisico Debiteurenrisico is het risico dat een debiteur niet aan zijn verplichtingen kan of wil voldoen. Procedureel: Periodiek worden de uitstaande vorderingen beoordeeld op hun risico. Financieel: De gemeente heeft twee voorzieningen voor het debiteurenrisico (voorziening Dubieuze Debiteuren en voorziening 40 procent van vorderingen cliënten). De omvang van de debiteurenpositie en het effect van tijdig innen van vorderingen op de financieringspositie en de liquiditeitsprognoses wordt besproken binnen het treasuryberaad. b. De financieringsstrategie 2015 De financiering van de gemeentelijke activiteiten en investeringen gaat in principe uit van de totale financiering. Dat wil zeggen dat wordt gekeken naar de totale financieringsbehoefte van de gemeente. De financieringsbehoefte bestaat uit drie te onderscheiden geldstromen: -operationeel, zijnde lopende uitgaven; - investeringen en grondexploitaties; -financieel, d.i. het aantrekken van geld of aflossen. Elk van deze geldstromen wordt meerjarig in de liquiditeitenprognose opgenomen, waardoor betere beslissingen kunnen worden genomen over het moment van geld lenen of aflossen, tegen welke looptijd en tegen welk tarief, uiteraard binnen de eerder genoemde beleidskaders. C. Het uitvoeringskader 2015 Op basis van het hiervoor genoemde beleidskader ziet het uitvoeringskader voor financieringsactiviteiten er als volgt uit: •De huidige meerjarenramingen van de totale rentelasten van de externe financiering zijn taakstellend. •De raad wordt tijdig geïnformeerd over een eventuele noodzakelijke aanpassing van het beleidskader. •Uitgegaan wordt voor 2015 van de rentevisie en van de rentepercentages van 0,2%, 2,7% en 4,1% voor respectievelijk kortlopende leningen, langlopende leningen en interne rente. •De ontwikkelingen op de markten en van de economie worden nauwgezet gevolgd in het treasuryberaad en de rentevisie wordt hierop zo nodig geactualiseerd. •Voldoen aan de eisen van het risicobeheer; de gemeente voert een risicomijdend beleid. • De termijnen die gelden voor de overschrijding van de kasgeldlimiet kunnen naar het inzicht van het college worden gebruikt. Een tussentijdse overschrijding van de kasgeldlimiet is toegestaan gedurende maximaal twee achtereenvolgende kwartalen. Na deze periode moet de financieringsbehoefte worden ingevuld met langlopende financieringsmiddelen. •Bij het aantrekken van langlopende leningen wordt zoveel mogelijk gebruikgemaakt van leningen zonder tussentijdse optie tot renteherziening en op basis van het meerjarige aflossingsschema. •De financieringsactiviteiten zijn gebaseerd op actuele liquiditeitsprognoses en rentevisie. •Eventuele tijdelijke overschotten worden, met inachtneming van het risicobeheer, uitgezet binnen de kaders die het schatkistbankieren hieraan stelt; •Gedurende 2015 wordt een maximale financieringsbehoefte verwacht van € 37,2 miljoen. Per einde jaar is dit nog 35,1 miljoen. Het college mag binnen het beleidskader en tot het maximale bedrag van € 37,2 miljoen financieringsmiddelen aantrekken met behulp van de traditionele instrumenten (dag-, call- en kasgeld, fixed, annuïtaire en lineaire leningen), maar ook met behulp van alternatieve instrumenten (projectfinanciering, duurzame financiering, derivaten, roll-over-leningen etc.). d. Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet HOF) EU-lidstaten mogen maximaal een begrotingstekort van 3% van het bruto binnenlands product hebben en een maximale overheidsschuld van 60%. De wet HOF bepaalt het aandeel dat gemeenten mogen hebben in deze drie procent. Indien gemeenten hun aandeel overschrijden, dan kan het Rijk maatregelen opleggen. Volgens de laatste ramingen van het CPB zal het overheidstekort voor 2015 echter uitkomen op 2,2 %, waardoor binnen de kaders wordt gebleven. Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 81 e. Balanssturing Waar voorheen de focus lag op het hebben van een sluitende begroting, wordt meer en meer het belang gezien van het hebben van een gezonde balans. De begroting kan immers sluitend zijn, maar als deze begroting vervolgens voor een te groot gedeelte bestaat uit rentebetalingen,dan is dat een onwenselijke situatie. Voor het bepalen van wat gezond is, moet worden gekeken naar de trendmatige ontwikkeling van bepaalde indicatoren. Welke indicatoren dat (kunnen) zijn en hoe de trends er tot op heden uitzien is door de accountant verwerkt tot een financieel beeld. De raad heeft hiervan in de tweede helft van 2014 kennisgenomen en er uitspraken over kunnen doen. Daar deze uitspraken zijn gedaan na het tot stand komen van deze begroting, worden deze in de zomernota en begroting voor 2016 meegenomen. Een aantal indicatoren is al voor deze begroting in kaart gebracht. Deze zijn te vinden onder het onderdeel Schiedam Financieel. 3. Financiering Hieronder worden financiële onderbouwingen gepresenteerd die voor het voorgaande van belang zijn. Afsluitend is een overzicht van financiële indicatoren opgenomen. Deze indicatoren zijn nodig om het financieel beleid en de uitvoering ervan te volgen en hierop te sturen. Tabel meerjarige liquiditeitenprognose in cijfers Kasstromen (bedragen x € 1 miljoen) a. Liquiditeitsprognose 2015- 2018 Vanaf 2015 zal er voor het eerst worden gewerkt met een gedetailleerde meerjarenliquiditeitenprognose. Hierin staan de daadwerkelijk geprognostiseerde in- en uitgaande kasstromen centraal. In onderstaande tabel wordt een prognose gegeven van de financieringsbehoefte die van jaar op jaar zal ontstaan. Het onderste getal geeft aan wat de maximaal verwachte behoefte is voor aan te trekken langlopende leningen. 2015 2016 2017 2018 Saldo inkomsten en uitgaven (operatie) 29,5 29,5 29,5 29,5 Investeringen en grexen -33,2 -29,1 -15,2 -1,2 Financiering (aflossing + rente van bestaande leningen) -31,4 -27,6 -27,9 -38,4 Financieringsbehoefte einde jaar 35,1 27,2 13,7 10,3 Zoals te zien is heeft de gemeente op de operatie (de periodiek terugkerende kosten en inkomsten) een behoorlijke positieve cashflow. Deze cashflow is jaarlijks ongeveer gelijk maar zal in de komende begroting nog verder verfijnd worden. De positieve cashflow is groter dan begrotingssaldo, omdat bijvoorbeeld in de gemeentelijke exploitatie de kapitaallasten als last worden begroot, maar dit is geen daadwerkelijke betaling vanaf de gemeentelijke bankrekening. Deze positieve cashflow kan dus worden ingezet om investeringen en grexen te financieren, zodat er minder geleend hoeft te worden. Financieringsbehoefte einde jaar (in mln. Euro’s) 40 Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 82 0 2015 2016 Met name in 2017 en 2018 wordt geprognosticeerd dat de financieringsbehoefte afneemt. Dit is een direct gevolg van het gemeentelijk investeringsplan, dat een dalende trend laat zien na de ‘boeggolf’ alsmede de verwachting dat op de grondexploitaties in 2017 en 2018 positieve resultaten worden gerealiseerd. b. Leningenportefeuille Om de ontwikkelingen binnen de leningenportefeuille zichtbaar te maken, wordt een onderscheid gemaakt tussen opgenomen langlopende leningen en verstrekte langlopende leningen. • Opgenomen langlopende leningen Onder onderdeel a) is betoogd dat de financieringsbehoefte afneemt. Logisch gevolg is dan ook, dat de behoefte om lange geldleningen af te sluiten daarmee ook afneemt. In 2017 en 2018 is de prognose dat de langlopende schuld van de gemeente zal afnemen. • Verstrekte langlopende leningen Er worden geen nieuwe langlopende leningen verstrekt. 2017 2018 Ook in de jaren 2015 en 2016 is er een lagere rentelast te zien ten opzichte van de meerjarenbegroting 2014. Dit heeft te maken met een lager benodigd volume aan geldleningen en ook de verder verlaagde rente waarmee volgens de rentevisie lange financiering kan worden aangetrokken (3,2% naar 2,7%). Bovenstaande houdt in, dat de financieringsbehoefte moet worden bijgesteld zodra er sprake is van een verandering in het aan te trekken volume aan leningen, alsmede ontwikkelingen op de kapitaalmarkt met betrekking tot de rente. Verloop aangetrokken langlopende geldleningen (Bedrag x € 1 miljoen.) Omschrijving 2012 2013 2014* 2015 2016 2017 2018 Beginstand 257,3 269,4 280,0 291,3 305,8 315,4 310,0 Nieuwe leningen 33,6 31,3 39,5 35,1 27,2 13,7 10,2 Reguliere aflossingen -21,5 - 20,7 - 27,0 - 20,6 -17,7 -19,0 -30,0 Eindstand 269,4 280 291,3 305,8 315,4 310,0 290,1 *Verwachte eindstand ultimo 2014. Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 83 c. Financiële indicatoren Er zijn drie nieuwe indicatoren toegevoegd: Debt-ratio, Netto schuldquote en Netto schuld per inwoner, dit op basis van de begrotingscirculaire van de provincie waarin hierom werd gevraagd. Als onderdeel van balanssturing kan in de toekomst aan deze indicatoren, een normering worden verbonden. Wat houden de indicatoren in? -Debt-ratio De totale schuldomvang gedeeld door het totale balanstotaal. Deze ratio geeft aan met welk percentage de gemeente haar bezit (gebouwen, gronden etc.) met schulden heeft belast. -Netto Schuldquote De netto schuld (rentedragende schulden minus liquide middelen) als aandeel van de inkomsten. Deze quote geeft hoe de verhouding schuld versus inkomsten is. -Netto schuld per inwoner De bezittingen van de gemeente afgezet tegen de totale schulden, vervolgens gedeeld door het aantal inwoners. Deze indicator heeft vooral waarde als vergelijkingsmateriaal tussen gemeenten. Dit is de Europese methode om het financieringssaldo te berekenen, in dit geval van de gemeente. Het getal drukt uit de bijdrage van de gemeente Schiedam aan het landelijke tekort danwel overschot op overheidsuitgaven en inkomsten in een jaar. Het is een wettelijke verplichting om de berekening van het saldo op te nemen in de begroting. Deze berekening volgt hierna. Realisatie Begroting Kengetal/indicator 2013 2014* 2015 2016 2017 2018 Aangetrokken langlopende leningen per inwoner in Euro’s 3.528 3.808 3.988 4.108 4.020 3.745 Debt-ratio 80% Netto Schuldquote 62% Netto schuld per inwoner in Euro’s 5.013 EMU-saldo in miljoenen Euro´s -25,3* -22,1* -24,2 -15,2 -1,4 1,4 * Prognose BERAP 2014 Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen Berekening EMU-saldo begroting 2015 2014 2015 2016 2017 2018 + 1 Exploitatiesaldo vóór toevoeging c.q. onttrekking aan reserves 6.629 -722 5.404 4.692 4.733 + 2 Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 5.965 6.996 7.046 7.400 8.684 + 3 Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie 1.525 3.245 3.286 3.439 3.553 - 4 Investeringen in (im)materiële vaste activa (te activeren) 33.984 32.017 34.365 23.225 14.255 + 5 Ontvangen bijdragen van andere overheden, de EU en overigen, in mindering gebracht op de onder post 4 bedoelde investeringen 139 0 0 0 0 + 6 Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa 0 0 0 0 0 - 7 Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. 12.176 14.885 14.817 10.790 5.685 + 8 Grondverkopen 9.974 13.401 18.481 17.302 4.516 - 9 Betalingen ten laste van de voorzieningen 200 200 200 200 200 - 10 Betalingen die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves worden gebracht en die nog niet vallen onder een van bovenstaande posten. 0 0 0 0 0 - 11 Verkoop van aandelen a. Gaat u deelnemingen en aandelen verkopen? 0 0 0 0 0 b. Zo ja, wat is bij verkoop de te verwachten boekwinst 0 0 0 0 0 -22,1 -24,2 -15,2 -1,4 1,4 Berekend EMU-saldo in miljoenen Euro’s § 84 Paragraaf Grondbeleid Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 85 In de paragraaf Grondbeleid komt elk jaar aan bod hoe de gemeente het grondbeleid inzet om de bestuurlijke doelen te bereiken. De toelichting van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) stelt de volgende onderdelen verplicht: -visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen; -een aanduiding van de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert; - de beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico’s; -een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie; -een onderbouwing van de geraamde winstneming (indien van toepassing). Grondbeleid streeft in het algemeen drie doelstellingen na: -het opheffen van het verschil tussen het maatschappelijk gewenste ruimtegebruik en het feitelijke ruimtegebruik; -sturen op de kwaliteit van het ruimtegebruik door te interveniëren op de grondmarkt en door voorwaarden te stellen aan de ontwikkeling van de grond; -een eerlijke verdeling van kosten en baten in gebiedsontwikkeling, zodat ook de minder rendabele ontwikkelingen gerealiseerd. Het college zet in op emancipatie en persoonlijke ontwikkeling (sociale stijging) van Schiedammers en op het maken van Schiedam tot een prettige woon- en leefstad. In de Stadsvisie 2030 zijn daarom tien hoofdopgaven beschreven, die vertaald zijn naar de volgende ruimtelijke opgaven: - revitalisering van de binnenstad; - de ontwikkeling van Schieveste; -herstructurering van de woonwijken Nieuwland, Groenoord en Oost; -herstructurering van de bedrijventerreinen ’s-Graveland/Spaanse Polder en de vernieuwing van Nieuw-Mathenesse; -dubbel grondgebruik van het A4-tunneltracé (sportpark); -ontwikkeling van (een deel van) het Harga-gebied en de noord-zuid-as. 1. Grondbeleid Er zijn drie documenten vastgesteld die tot grondbeleid gerekend worden: - Nota Grondbeleid, Tijdvak 2010-2014 (‘Opmaat tot een kansrijk vernieuwend Schiedam’) Dit is het document waarin de drie doelstellingen van het grondbeleid zoals genoemd in de inleiding grotendeels worden vertaald in beleid. -Nota Gronduitgifte & Conversie 2007. Hierin wordt onder andere per functie aangegeven of de gemeente de grond in eigendom of in erfpacht uitgeeft en welke mogelijkheden voor conversie worden geboden. -Nota Grondprijzenbeleid Hierin wordt beschreven op welke wijze de gemeente de grondprijzen voor verschillende functies als wonen, bedrijven enzovoort bepaalt. De verschillende nota’s van het grondbeleid zijn toe aan herziening omdat diverse beleidsuitgangspunten onvoldoende aansluiten bij de gestelde ruimtelijke doelstellingen of omdat zij vanuit maatschappelijk opzicht ongewenst zijn. In het Bestuurs- en beleidsakkoord 2014-2018 is opgenomen dat het grondbeleid in ieder geval op de volgende onderdelen wordt aangepast: -er worden oplossingen opgenomen voor overmatige canonverhogingen; -bij gronduitgifte voor woningbouw wordt eigendom het uitgangspunt, maar blijft erfpacht mogelijk; -er zal beleid worden geformuleerd waarbij wordt geanticipeerd op aflopende afkoopcontracten bij woningen; -de gemeente geeft bedrijven tien jaar voor het aflopen van een erfpachtcontract duidelijkheid over de toekomst; -bij de aanpassing van het grondbeleid/ erfpacht blijft de gemeentelijke financiële houdbaarheid het leidend kader. Uiterlijk 31 december 2014 zal de nieuwe Nota Grond in concept gereed zijn, waarin de huidige nota’s Grondbeleid, Grondprijzenbeleid en Gronduitgiftebeleid zullen worden geïntegreerd. 2. Uitvoering Grondbeleid Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 86 Passief of actief grondbeleid? De gemeente Schiedam voert primair een passief grondbeleid, waarbij de gemeente vooral particuliere ontwikkelingen probeert te faciliteren voor zover zij voldoen aan de wensen en eisen van de gemeente. De gemeente streeft er daarbij naar om ten minste kostenneutraal te werken en de kosten op ontwikkelende partijen te verhalen. Als het nodig is kan actief grondbeleid worden toegepast, waarbij de gemeente zelf tot ontwikkeling van de grond overgaat. In dat geval wordt een grondexploitatie geopend. Residuele grondwaardebepaling Een ander belangrijk uitgangspunt is dat grondprijzen voor de meeste functies residueel worden bepaald. Daarmee wordt de marktconformiteit van de grondprijzen gewaarborgd en wordt onder andere staatsteun voorkomen. Residuele grondprijzen zijn echter gevoelig voor marktontwikkelingen omdat verschillende elementen (marktwaarde van het vastgoed, bouwkosten etc.) van invloed zijn op de uitkomst van een residuele berekening. Daarom monitoren we verschillende ontwikkelingen zoals prijsontwikkelingen in de woning-, kantoren-, en bedrijvenmarkt en rapporteren we hierover in de Grondprijzenbrief. Uitgifte grond in erfpacht Momenteel worden de gronden voor de meeste functies in erfpacht uitgegeven en zijn er in bepaalde gevallen, waaronder woningbouw in de vrije sector, mogelijkheden tot conversie. In het Bestuurs- en beleidsakkoord 2014-2018 van het college is het voornemen uitgesproken om het uitgiftebeleid op diverse punten te herzien. Verderop in de tekst zal hierop worden ingegaan. Risicomanagement Conform het huidige grondbeleid voert de gemeente op alle grondexploitaties risicomanagement volgens een gestandaardiseerde methode. De begroting van een grondexploitatie in combinatie met een risicoanalyse geeft een compleet beeld van het te verwachten financiële resultaat. Het waarderen van een risico of kans gaat als volgt: kans van optreden x financieel effect = risico/kans. Als de kans van optreden bij risico’s hoger is dan 50% wordt deze in de begroting van de grondexploitatie opgenomen. Kansen worden pas in de begroting opgenomen als deze zijn gerealiseerd. Er bestaat een sterke relatie tussen het saldo van de voorziening ter dekking van de tekorten op de grondexploitaties en het saldo van de risicoreserve. In het kader van het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties (MPG) wordt het totaal van kansen en risico’s voor alle grondexploitaties gesaldeerd en afgedekt door de gemeentebrede risicoreserve. Met de bestuursrapportage of bij tussentijdse herzieningen wordt het saldo van de risico’s geactualiseerd. Opening grondexploitatie en herzieningsmomenten Nieuwe grondexploitaties en tussentijdse herzieningen worden met alle gevolgen voor de gemeente voorgelegd aan het college en de raad ter goedkeuring en vaststelling. Tekorten op de grondexploitaties worden direct afgedekt middels een voorziening. Jaarlijks worden de grondexploitaties herzien, voorafgaand aan de vaststelling van de jaarrekening. De herzieningen maken deel uit van het MPG, waarin ook wordt gerapporteerd over de programma’s (Wonen, Economie en Binnenstad), NIEGG’s (Niet In Exploitatie Genomen Gronden), de grondexploitaties in ontwikkeling en de overige ontwikkelingen. Soms is er aanleiding om een grondexploitatie tussentijds te herzien, bijvoorbeeld: -er wordt afgeweken van het programma van eisen; -er is sprake van een afwijking van € 250.000 op of meer in de kosten of opbrengsten; -er is sprake van een overschrijding van de kosten of opbrengsten van meer dan 10%; -er is sprake van een effect van € 250.000 of meer op het resultaat (netto contant) van de grondexploitatie. 3. Grondexploitaties Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 87 Momenteel zijn er 11 grondexploitaties actief. Drie grondexploitaties vallen onder Programma Binnenstad (Broersvest, Kop van de Singel, Schieveste Fase 2). Drie grondexploitaties vallen onder programma Wonen (Oranjeburgh, Over het Water, Buurt 15). Vier grondexploitaties vallen onder programma Economie (’s-Graveland Zuid/Spaanse polder, ’s-Graveland Noord, Nieuw-Mathenesse, Vijfsluizen). Eén grondexploitatie is weliswaar als zodanig vastgesteld, maar omvat feitelijk alleen een vastgoedexploitatie (Vastgoed Ontwikkeling Binnenstad). De gemeente zet verder nog in op de ontwikkeling van verschillende gebieden in het kader van het project Schiedam in Beweging. Voor deze beoogde ontwikkelingen zijn geen grondexploitaties geopend. De gemeente is momenteel niet actief in deelnemingen. In een deelneming neemt de gemeente gezamenlijk met een andere partij risicodragend een gebiedsontwikkeling ter hand. In het MPG 2014 wordt de ontwikkeling van Schieveste Fase 5 genoemd als een grondexploitatie in wording. De gemeente is hier grondeigenaar en daarom is het openen van een grondexploitatie een mogelijkheid. Verder heeft de gemeente de gronden van de voormalige werf Gusto (Nieuw-Mathenesse) en de Westmolenstraat benoemd als NIEGG’s (Niet In Exploitatiegenomen Gronden). Voor deze gronden bestaat een stellig voornemen (op basis van een raadsbesluit) om op termijn een ontwikkeling te starten. Vooruitblik 2015 Op 24 juni 2014 heeft de gemeenteraad het MPG 2014 voorafgaand aan de jaarrekening vastgesteld. Het resultaat van alle grondexploitaties samen laat per 1-1-2014 een tekort van € 24,4 miljoen zien. Het totale risicoprofiel op de grondexploitaties bedraagt per 1-1-2014 ongeveer € 3,0 miljoen. Met de vaststelling van het MPG 2014 is ook de jaarschijf 2015 voor de grondexploitaties vastgesteld, welke als uitgangspunt voor de primaire begroting 2015 dient. De gevolgen van tussentijdse besluiten dienen hierin te worden verwerkt. Momenteel is in 2015 aan investeringen inclusief rente en kostenstijging een bedrag voorzien van € 13,6 miljoen en aan baten € 13,3 miljoen. Per saldo neemt de boekwaarde in 2015 toe met iets minder dan € 0,3 miljoen. Onderstaande tabel laat zien dat na 2016 naar verwachting de baten hoger zullen zijn dan de investeringen. Investeringen gaan hier voor de baat uit. Verloop boekwaarde grondexploitaties (bedragen x € 1 miljoenen) Stand per 1 januari 2014 2015 2016 2017 2018 2019 e.v. Programma Binnenstad 9,00 10,40 10,10 11,30 9,60 8,20 17,00 16,40 18,00 16,20 12,30 13,40 Programma Economie 8,30 11,80 10,50 5,90 3,40 -9,2 Vastgoedexploitatie Vastgoed Binnenstad 0,30 -0,0 -0,0 -0,0 -0,0 -0,0 34,70 38,60 38,60 33,30 25,30 12,40 Mutatie boekwaarde (t.o.v. voorgaand jaar) 3,90 0,00 -5,3 -8,0 -13,0 Rente + kostenstijging (R + K) 0,20 0,20 0,10 -0,1 -0,4 Mutatie boekwaarde (t.o.v. voorgaand jaar, incl. R + K) 4,00 0,20 -5,2 -8,1 -13,3 Programma Wonen Binnen de grondexploitaties ligt momenteel de focus in 2015 op het realiseren van de grondopbrengsten. Deze grondopbrengsten zijn nodig om de reeds gemaakte kosten te dekken. Een omvangrijk deel van de grondopbrengsten moet worden gerealiseerd door heruitgifte in erfpacht binnen de bedrijventerreinen. Naast het realiseren van de grondopbrengsten ligt de focus verder op het afsluiten, danwel heroverwegen van een aanzienlijk deel van de grondexploitaties. Voor een volledig overzicht van afsluitingen en heroverwegingen is het MPG te raadplegen. Paragraaf Lokale Heffingen Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 88 In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de algemene uitgangspunten, de beleidsontwikkelingen, de voorgestelde tarieven en opbrengsten voor de gemeentelijke belastingen en heffingen in 2015, de lokale lastendruk en het kwijtscheldingsbeleid. 1. Algemene uitgangspunten Richtinggevend voor de lokale lastenheffing in 2015 zijn de uitgangspunten die volgen uit het Bestuurs- en Beleidsakkoord Schiedam 2014-2018, het Kompas 2014-2018 en de Zomernota 2015. Hieruit volgt dat de stijging van de gemeentelijke lastendruk in de raadsperiode 2014-2018 wordt beperkt tot maximaal het jaarlijkse inflatiepercentage, afgezien van de besluiten die al zijn genomen over bijvoorbeeld de kostendekkende rioolheffing en afvalstoffenheffing. Het jaarlijkse inflatiepercentage is conform prijsindexcijfer afgegeven door het Centraal Plan Bureau (CPB) in de Zomernota 2015 bepaald op 1,25%. De totale belastingopbrengst van de gemeente Schiedam, zoals opgenomen in de begroting 2015, bedraagt € 38,6 miljoen (ter vergelijking: begroting 2014 38,3 miljoen). Hiervan is € 14,6 miljoen bestemd voor algemene dekking. De overige belastingopbrengsten ad € 23,7 miljoen betreffen rechten en leges die in rekening worden gebracht voor door de gemeente verstrekte diensten. 2. Actuele beleidsontwikkelingen 2015 Onderstaand een overzicht van de beleidsontwikkelingen en de van het inflatiepercentage afwijkende tarievenverhogingen. Voor genoemde tarieven 2015 geldt dat dit voorlopige tarieven zijn. Bij de vaststelling van de belastingverordeningen 2015, in het najaar van 2014, worden de definitieve tarieven ter vaststelling aan de raad aangeboden. Afvalstoffenheffing Bij de afvalstoffenheffing worden alle kosten van beheer (o.a. inzameling, vervoer en verwerking) van huishoudelijke afvalstoffen omgeslagen over de Schiedammers. De tarieven worden berekend door de kosten te delen door het aantal huishoudens (een- en meerpersoons). Als gevolg van de invoering van het tweewekelijks inzamelen in laagbouwwijken zijn de kosten van Irado ondanks de toegepaste correctie voor inflatie licht gedaald in plaats van gestegen. Alle kosten in aanmerking nemend, betekent dit voor de tarieven een daling met 2,5% tot € 272,45 voor eenpersoonshuishoudens en € 322,55 voor meerpersoonshuishoudens. In de tarieven is ook de te betalen BTW van in totaal € 1.759.000 opgenomen. Met het voorstel van staatssecretaris Wiebes (Financiën) over het mogelijk invoeren van een stortbelasting is nog geen rekening gehouden. De stortbelasting is lastenverzwaring voor gemeenten via een belasting op het storten en verbranden van restafval, met als totale opbrengst € 100 miljoen per jaar. Deze belasting leidt tot een stijging van de afvalstoffenheffing voor de burger. De VNG heeft bij de staatssecretaris nogmaals aandacht gevraagd voor een alternatief voor de invulling van de stortbelasting. Permanente wetgeving experimentenwet Bedrijven Investeringszones (BIZ) Op 1 januari 2009 is de experimentenwet BedrijvenInvesteringszones (BIZ) in werking getreden. Deze tijdelijke wet heeft een looptijd tot 1 januari 2015. Een BIZ kan voor maximaal vijf jaar worden ingesteld. De BIZ die op bedrijventerrein Vijfsluizen op basis van deze wet is ingesteld loopt per 1 januari 2015 af. Naar verwachting (de Eerste Kamer moet nog instemmen) zal de definitieve Wet op de bedrijveninvesteringszones van kracht worden. De initiatiefnemers voor de BIZ, de ondernemers, willen naar verwachting graag weer van start met een BIZ op 1 januari 2015. Hiervoor moet de procedure tot het instellen van een BIZ, te beginnen met een informele draagvlakmeting bij de ondernemers, weer worden doorlopen. De ‘nieuwe’ BIZ kan op basis van de nieuwe wet voor maximaal vijf jaar worden ingesteld. Leges In beginsel worden de legestarieven verhoogd met de inflatiecorrectie van 1,25%. Overigens worden diverse legestarieven bij wet vastgesteld of gemaximeerd (bijvoorbeeld paspoortleges). Onroerende-zaakbelastingen (OZB) Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 89 WOZ- waarden en tarieven In 2015 worden de aanslagen onroerendzaakbelastingen gebaseerd op een nieuwe WOZ-waarde (peildatum 1 januari 2014). De marktontwikkeling in Schiedam tussen 1 januari 2014 en 1 januari 2015 wordt geschat op ongeveer minus 2% voor woningen en minus 2 a 3% voor nietwoningen. Uitgangspunt is de primaire begroting 2014 plus de inflatiecorrectie van 1,25% en rekening houdend met extra opbrengst door nieuwbouw. De daling van de opbrengst (met de meeropbrengst van € 650.000) en de tarieven 2014 is, aangezien het een incidentele meeropbrengst betrof en overeenkomstig het voorstel tot wijziging van de Verordening onroerendezaakbelastingen 2014 (VR 5/2014), niet meegenomen. Bij dalende prijzen van onroerende zaken en dus dalende WOZ-waarden moeten de tarieven onroerendezaakbelastingen stijgen om de geraamde opbrengst te realiseren. Limitering OZB-tarieven De enige limiet voor de OZB-tarieven is de macronorm die door het Ministerie van BZK wordt vastgesteld. Voor 2015 is de macronorm vastgesteld op 3%. Bij overschrijding van de macronorm kan het Rijk eventueel ingrijpen via een correctie op het volume van het gemeentefonds. Parkeerbelastingen De gemeente heft in een deel van de stad parkeerbelasting. Als deze niet of onvoldoende wordt betaald, wordt een naheffingsaanslag opgelegd. Het bedrag van die aanslag bestaat voor het grootste deel uit een vergoeding voor de kosten om de naheffing op te leggen. De hoogte van deze kostenvergoeding moet in een verordening worden vastgesteld. In uitzondering op het algemene uitgangspunt om maximaal de inflatiecorrectie van het CPB van 1,25% te hanteren zal in 2015 de maximaal toegestane verhoging worden gehanteerd tot € 59,00 (2014 € 58,00; + 1,7%). De maximale hoogte van de kosten wordt ministerieel vastgesteld en het maximumbedrag is voor Schiedam niet kostendekkend. In januari 2015 zal het parkeerbelastingtarief voor parkeren op straat niet worden verhoogd. Hoewel de cumulatieve inflatie sinds de laatste verhoging in 2012 per 2015 het bedrag van € 0,10 bereikt, zal deze in verband met de vervanging van de parkeerautomaten niet op 1 januari 2015 worden ingevoerd. Het twee maal op korte termijn aanpassen van alle software die daarvoor nodig is, wordt als een te groot risico gezien. Na de vervanging van de parkeerapparaten zal een voorstel worden gedaan, voor een tariefverhoging per 1 juli 2015. De tarieven van de parkeervergunningen zullen met de inflatiecorrectie van 1,25% worden verhoogd met uitzondering van die van de functionele bedrijfsparkeervergunning. Dit tarief zal worden verlaagd. Rioolheffing In 2013 is het Gemeentelijk Rioleringsplan 2014-2018 (GRP) vastgesteld. Het GRP bevat de financiële kaders voor het tarief. In genoemd GRP is als uitgangspunt voor 2015 een stijging van 3% tot € 222,14 opgenomen. In de tarieven is ook de te betalen BTW van in totaal € 1.117.390 opgenomen. Woonwagenrecht In het in 2005 vastgestelde beleidsplan Woonwagenzaken is bepaald dat het woonwagenrecht wordt bepaald op het niveau van de maximaal redelijke huurprijs van het Woningwaar-deringssysteem (WWS) volgens het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze huurprijzen stijgen met 2,5%. Een en ander resulteert voor belastingjaar 2015 in de volgende opbrengsten. Tabel gemeentelijke heffingen Schiedam 2013-2014 Belasting/heffing Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 90 Bedragen x € 1.000 Geraamde opbrengst 2014 Geraamde opbrengst 2015 Toe- /afname 965 960 -5 1 1 0 Programma Overheid in Balans Leges KCC Leges Archief Leges Speelautomaten en bingo’s 15 15 0 Leges Horecabeleid 12 12 0 Leges Evenementenvergunning 7 7 0 Reclamebelasting (binnenstad) 115 105 -10 BI-zone Vijfsluizen 107 107 0 Marktgelden 103 103 0 Programma economie in ontwikkeling Belasting/heffing Bedragen x € 1.000 Bedrijfsvoering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 91 Geraamde opbrengst 2015 Toe- /afname 7.725 8.031 306 690 706 16 149 148 -1 Programma Ruimtelijke inrichting in samenhang Rioolheffing Financiering Geraamde opbrengst 2014 Woningen Bedrijven Reinigingsrecht Leges Wet bodembescherming 10 10 0 Leges Huisvestingswet 13 13 0 Leges Wabo 659 659 0 Leges Splitsingsvergunningen 8 28 0 Woonwagenrechten 36 35 0 Afvalstoffenheffing 10.664 10.497 -167 Parkeerbelastingen 2.556 2.529 -27 2 2 0 Woonschepenrechten 24 24 0 Havengeld pleziervaartuigen 4 4 0 36 36 0 Eigenarenbelasting 10.962 11.123 161 Gebruikersbelasting 2.834 2.869 35 Hondenbelasting 413 418 5 Precariobelasting 156 158 2 Totalen 38.286 38.600 314 Leges Leges Verkeer (RVV- ontheffing) Vastgoed Programma Algemene dekkingsmiddelen Onroerendezaakbelastingen Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 92 3. Ontwikkeling gemeentelijke woonlasten (bron: COELO-atlas 2014) Schiedam ten opzichte van de rest van Nederland De gemiddelde woonlasten in Nederland bedragen in 2014 € 704 (2013: € 697). In Schiedam bedroegen de woonlasten in 2013 € 724 (2012 : € 718). Schiedam bekleedt hiermee de 221e plaats in de COELOrangorde (in 2012 nam Schiedam de 228e plaats in). Positie 417 in de COELO- rangorde heeft de hoogste woonlasten. Het gaat om de (bruto) woonlasten voor een meerpersoonshuishouden: onroerendezaakbelasting, rioolheffing en reinigingsheffing (in Schiedam betreft dit de afvalstoffenheffing). Schiedam is hiermee een gemeente met gemiddelde woonlasten. Schiedam ten opzichte van de regio De positie die Schiedam inneemt in verhouding tot de omliggende gemeenten, leidt wat de meerpersoonshuishoudens betreft tot de volgende vergelijking. Tabel Schiedam ten opzichte van omliggende gemeenten naar brutowoonlasten (COELO-atlas 2014) Bruto woonlasten meerpersoonshuishouden COELO-positie (2014) Capelle a/d IJssel € 615 40 Spijkenisse € 670 119 Vlaardingen € 688 146 Maassluis € 720 217 Schiedam € 724 221 Rotterdam € 738 251 Gemeente 4. Kwijtscheldingsbeleid Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 93 Schiedammers, en als gevolg van verruiming van beleid Schiedammers die werken als kleine zelfstandige met een inkomen op bijstandsniveau, kunnen kwijtschelding aanvragen voor de gemeentelijke belastingen. De gemeente Schiedam verleent kwijtschelding voor de afvalstoffenheffing (maximaal 90% van het aanslagbedrag) en de onroerendezaakbelasting. Omdat de gebruikersbelasting voor woningen is afgeschaft, komt kwijtschelding van de onroerendezaakbelasting bijna niet meer voor. Een eigen woning staat als vermogen meestal kwijtschelding in de weg. Bij het verlenen van kwijtschelding is de gemeente gebonden aan de door de Rijksoverheid vastgestelde regels en voorwaarden. Binnen de regels van de Rijksoverheid staat het de gemeente vrij om zelf te bepalen in welke mate de kosten van bestaan in aanmerking worden genomen. Gemeenten hebben de mogelijkheid om de kwijtscheldingsnormen hoger vast te stellen dan de door het Rijk gehanteerde 90% van de bijstandsnorm. In Schiedam zijn de kwijtscheldingsnormen gelijk aan (100% van) de van toepassing zijnde bijstandsnormen. Daarmee biedt de gemeente Schiedam maximale ruimte voor kwijtschelding. Dit betekent dat 100% van het inkomen op bijstandsniveau wordt vrijgelaten bij de beoordeling of iemand in aanmerking komt voor kwijtschelding. Hierdoor krijgen mensen met een bijstandsuitkering en nagenoeg geen vermogen volledige kwijtschelding. Het tot nu gevoerde kwijtscheldingsbeleid wordt in 2015 voortgezet. Dit betekent dat de kwetsbare groepen in de gemeente Schiedam een beroep kunnen blijven doen op de mogelijkheden voor kwijtschelding. Tabel raming kwijtscheldingen Heffing Raming kwijtschelding 2013 Raming kwijtschelding 2014 Afvalstoffenheffing € 646.347 € 686.329 Onroerende-zaakbelastingen € 10.000 € 10.000 Paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 94 De gemeente heeft een groot aantal kapitaalgoederen, zoals wegen, riolering, groen, gebouwen en accommodaties voor sport en recreatie. Deze kapitaalgoederen zijn nodig om beleidsdoelen te realiseren en/of te ondersteunen. Meerjarige onderhoudsplannen voorzien in het structurele onderhoud van de kapitaalgoederen, met als doel het in stand houden van deze goederen. In 2010 heeft de raad het MBOP voor de buitenruimte voor de jaren 2011-2015 vastgesteld, hierna te noemen MBOP 2011-2015. In de meerjarenonderhoudsplannen zijn de projectmatige onderhoudskosten voor de instandhouding van de openbare ruimte in beeld gebracht. Het gaat daarbij om wegen, openbaar groen, speelvoorzieningen, openbare verlichting en verkeersregelinstallaties, binnenhavens en zeehavens. Het betreft groot onderhoud met als doel om het kwaliteitsniveau van de buitenruimte op een vastgesteld niveau te brengen en in stand te houden. In de Zomernota 2015 is door het college aan de raad toegezegd dat er een kadernota Meerjaren Beheer- en Onderhoudsplan (MBOP) zal worden opgewerkt. Hierin zal een evaluatie (voortgangsrapportage MBOP 2011-2015) worden gegeven, een doorkijk naar de komende periode en nader ingegaan worden op de sturing en verantwoording van het MBOP. De sturing en verantwoording zal gaan gebeuren op basis van een samenhangende visie en reële planning. De kwaliteitskeuzes voor wegen, bruggen, groen, openbare verlichting, en kades zullen zoals ook bij het opstellen van het gemeentelijk rioleringplan is gebeurd, ter vaststelling aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Beleidsnota’s Openbare ruimte: Meerjaren Beheer en Onderhoudsprogramma (MBOP 2011 – 2015), Speelruimteplan, Bomennota Schiedam, Waterplan Visie 2006 – 2015, Gemeentelijk rioleringsplan Schiedam (GRP 2014-2019), Visie openbare ruimte Schiedam –structuur op stadsniveauseptember 2009 + uitwerkingen. Gebouwen: Nota Vastgoedbeheer en –ontwikkeling Schiedam (VR46-2011), Verbeterplan Vastgoed (VR 121-2011) Sportaccommodaties: Maatschappelijk geaccepteerde sportnormen van NOC*NSF en de VNG, Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (Whvbz), het Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (Bhvdz), Waterleidingbesluit (beheersing van onder andere legionella), Meerjaren Beheer en Onderhoudsplan. Overzicht kapitaalgoederen Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Kapitaalgoederen Exploitatie Investering Wegen Exploitatie € 0,5 miljoen Investeringen € 8,7 miljoen Vaste en beweegbare bruggen Exploitatie € 0,07 miljoen Investeringen € 1,9 miljoen Openbaar groen Exploitatie € 1,1 miljoen n.v.t. Binnenhavens Exploitatie € 0,9 miljoen Investeringen, inclusief Lange Haven € 7,3 miljoen Zeehavens Exploitatie € 1,3 miljoen n.v.t. Gebouwen in permanent bezit Kosten dekking vanuit Verbeterplan Vastgoed, verkoop vastgoed en verhuur. n.v.t. Gebouwen in tijdelijk bezit Vrijwel alle gebouwen zijn ondergebracht in GREXen. Kosten komen ten laste van de desbetreffende grondexploitaties. n.v.t. Binnensportaccommodaties Exploitatie € 1,4 miljoen Het budget is voor de betaling van de exploitatievergoedingen aan Optisport en Primo en er is budget voor groot bouwkundige onderhoud. n.v.t. Buitensportaccommodaties Exploitatie € 0,8 miljoen n.v.t. Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 95 Investeringsplannen Naast een toelichting op het onderhoud van kapitaalgoederen, worden met de begroting de nieuwe kredieten, dan wel aanvullingen op eerder verleende kredieten geaccordeerd. In deze uiteenzetting wordt afzonderlijk aandacht besteed aan de investeringen, onderscheiden in investeringen met een economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut (BBV art. 20, lid 2b). Beleidsnota’s Voor het opstellen van de investeringsplannen 2015 wordt het kader gevormd door de volgende regelgeving: •Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) gemeenten, artikelen 59 t/m 65. •De Financiële verordening gemeente Schiedam 2009. •De Nota Investeren, waarderen en afschrijven 2014. Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 96 De investeringen en de programmabegroting 2015 Van onderstaande projecten (zie tabel) zijn de kapitaallasten van de investeringsbedragen (kredieten) integraal opgenomen in de Programmabegroting 2015 en meerjarig doorgerekend in de Meerjarenraming 2016-2018. In overeenstemming met de geldende regelgeving is voor de investeringsplannen in het overzicht ook een investeringplanning gemaakt. Met de kapitaallasten van de jaarschijven na 2015 is meerjarig in de begroting reeds rekening gehouden. Echter, de kredietvotering zelf dient met het vaststellen van de begroting jaarlijks plaats te vinden. Omdat ervan wordt uitgegaan, dat eenmaal opgestarte projecten niet na één jaar kunnen worden stopgezet, wordt voorgesteld nieuwe kredieten te voteren voor het totale bedrag van de investering, ook als de uitgaven worden gespreid over meerdere jaren. Door de vaststelling van de begroting gaat de raad akkoord met de in deze uiteenzetting opgenomen investeringen en de daaruit voortvloeiende lasten, die in de desbetreffende programma’s zijn opgenomen (zie kolom ‘te voteren 2015’ in de tabel). De investeringsplannen voor 2015 In dit overzicht zijn de nieuwe investeringen voor het jaar 2015 vermeld. Het gaat om de volgende investeringen: De raad voteert het krediet meerjarig, de daadwerkelijke investeringsuitgaven kunnen gespreid over de jaren plaatsvinden. Na voteren door de raad mag het college verplichtingen aangaan voor de desbetreffende kredieten. In de loop van het begrotingsjaar 2015 kunnen investeringsplannen, die thans nog niet voorzienbaar zijn of nog niet rijp zijn voor besluitvorming door de raad, separaat worden voorgelegd aan de raad. Zo’n voorstel aan de raad dient te worden vergezeld met een structureel sluitende begrotingswijziging, waarin de baten en lasten voortvloeiende uit de investering zijn opgenomen. Het college stelt voor om het totaal van de in de begroting 2015 te voteren investeringsplannen vast te stellen op een bedrag van € 32.016.700 (jaarschijf 2015). Investeringen met een meerjarig maatschappelijk nut in de openbare ruimte. •Investeringen, gerelateerd aan het Meerjaren Beheer en Onderhoudsprogramma Openbare Ruimte, waardoor deze investeringen in het programma Ruimtelijke Inrichting in samenhang vallen. Investeringen met een economisch nut: •Kredieten in het kader van het gemeentelijk rioleringsplan, eveneens behorend tot het programma Ruimtelijke Inrichting in samenhang; •Een tweetal investeringen in de bouw van scholen, behorend tot het programma Mens en stad in beweging; • Investeringen in ICT-hardware, ondergebracht bij de Algemene dekkingsmiddelen. De kredieten Meerjaren Beheer en Onderhoudsprogramma Openbare Ruimte (MBOP BOR) zijn volgens een realistischer planning in de tijd gezet. Dat leidt tot een latere uitvoering en dus tot een latere afschrijving. In de tabel is de liquiditeitsplanning aangegeven. Met andere woorden: de planning van de uitgaven, verdeeld over de jaren, waarbij gelijk duidelijk is in welk jaar een project gereedkomt. De kapitaallasten voor 2015 zijn in de begroting 2015 verwerkt. Er is geen sprake van bijdragen van derden (bv. van de stadsregio of de provincie) voor deze investeringen. Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 97 Omschrijving Totaal Reeds Te voteren Liquiditeitsplanning Bedragen x € 1.000 krediet gevoteerd 2015 2015 2016 2017 2018 Programma Ruimtelijke inrichting in samenhang Bestaande kredieten BOR Asfalteren regionale fietspaden M 462 462 - 92 - - - Buurtwegen Oost fase 1+2+3 M 1.000 1.000 - 166 - - - Aanleg fietspad 's-Gravelandseweg (van Algerastraat tot De Brauwweg) M 457 457 - 229 92 - - Hoekselijn (2014) M 1.000 - - - 750 250 - Reconstructie/herinrichting Beatrixlaan M 700 700 - 147 - - - Reconstructie/ophoging Kethel Oost Landschapsbuurt M 2.687 122 2.565 1.330 884 23 - Buurtwegen Boerhaavelaan: 30 km/uur maatregelen M 1.000 1.000 - 180 - - - Buurtwegen Lorentzlaan: 30 km/uur maatregelen M 1.000 1.000 - 200 - - - Verkeersregelinstallaties M 105 105 - 13 - - - Herstel kademuur Schie thv Boterstraat M 43 43 - 3 - - - Herstructurering Mathenesse M 4.000 4.000 - 1.000 - - - Herstel kades Lange Haven (2013) M 18.810 18.810 - 6.100 6.100 5.921 - 31.264 27.699 2.565 9.459 7.826 6.194 Totaal bestaande kredieten BOR Kredieten MBOP BOR Ophogen Botenbuurt M 5.692 3.332 2.360 3.223 2.119 - - Asfalteren 's-Gravelandseweg van bocht Spijkerstraat t/m Poldervaart M 1.469 1.469 - 774 - - - Ophogen Dr. Zamenhofstraat M 770 770 - - - 117 653 Wegen Hoofdstraat/Nieuwe Haven (project Rivier naar Stad) M 543 543 - 359 168 - - Vervangen brug en landhoofden Ooievaarsbrug M 2.750 2.750 - 453 2.265 25 - Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 98 Omschrijving Totaal Reeds Te voteren Liquiditeitsplanning Bedragen x € 1.000 krediet gevoteerd 2015 2015 2016 2017 2018 Ophogen Kastelenbuurt M 1.249 1.249 - 119 908 425 - Wegen West 2 M 3.932 3.932 - - 291 384 686 Wegen West 1 M 3.437 3.437 - 476 1.432 1.422 100 Vervangen complete brug Rolbrug M 1.171 1.171 - 1.065 7 - - Vervangen openbare verlichting armaturen 2015 M 140 140 - 140 - - - Vervangen openbare verlichting masten 2015 M 250 250 - 250 - - - Vervangen openbare verlichting armaturen 2016 M 144 144 - - 144 - - Vervangen openbare verlichting masten 2016 M 257 257 - - 257 - - Vervangen openbare verlichting armaturen 2017 M 144 144 - - - 144 - Vervangen openbare verlichting masten 2017 M 257 257 - - - 257 - Vervangen openbare verlichting armaturen 2018 M 144 144 - - - - 144 Vervangen openbare verlichting masten 2018 M 257 257 - - - - 257 Reconstructie Broersveld M 650 650 - 613 20 - - Vervangen Westerhavenbrug M 750 750 - 375 - - - Reconstructie Bijdorpplein M 436 - 436 - - 21 415 Reconstructie toegang centrum Oost M 629 - 629 - 93 531 5 Reconstructie Havenstraat M 334 - 334 - 16 315 3 Reconstructie Hof van Spaland en Bachplein zuid M 1.145 - 1.145 - 169 943 33 Reconstructie Minister Donkerstraat en Van Heuven Goedhartstraat M 616 - 616 - 30 354 232 Reconstructie Singelbuurt en Archimedesplein M 1.054 - 1.054 104 304 438 208 Reconstructie/herstraten Van Swindenstraat, Voltastraat, Ampèrestraat M 431 - 431 64 363 4 - Reconstructie Havendijk M 1.000 - 1.000 49 581 370 - Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 99 Omschrijving Totaal Reeds Te voteren Liquiditeitsplanning Bedragen x € 1.000 krediet gevoteerd 2015 2015 2016 2017 2018 Reconstructie Johann Straussplein en Vivaldilaan M 1.183 - 1.183 175 982 26 - Reconstructie Mgr. Nolenslaan M 1.689 - 1.689 982 707 - - Reconstructie Prof. Aalberselaan M 1.246 - 1.246 - - 186 1.060 Reconstructie Westerkade (bij Nassaulaan) M 562 - 562 561 1 - - Reconstructie Nieuwsticht (bij Bakkershaven) M 1.442 - 1.442 210 1.227 5 - Ophogen Ambachtenbuurt Noord M 3.867 - 3.867 - 239 1.638 1.990 Ophogen Van Limburg Stirumstraat e.o. M 472 - 472 - - 79 393 Ophogen Royaardsplein M 736 - 736 - 109 621 6 Ophogen Sveadal M 4.631 - 4.631 - 318 1.590 2.723 Renovatie kademuur achter Tuinlaan 60-62 M 304 - 304 21 272 11 - Reconstructie Hooikade M 982 - 982 110 863 9 - Herinrichting Korte Haven M 363 - 363 54 306 3 - Voorbemetseling kademuur Buitenhaven M 1.531 - 1.531 - 153 1.372 6 Kademuur Noordvestgracht naast molens M 500 500 - 389 11 - - Vervangen oever Schie achter woningen Boterstraat M 1.895 1.895 - - 43 - - Wegen West 3 M 600 - - - - - - 51.654 24.041 27.013 10.566 14.398 11.290 8.914 Totaal kredieten MBOP BOR Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen Omschrijving Totaal Reeds Te voteren Liquiditeitsplanning Bedragen x € 1.000 krediet gevoteerd 2015 2015 2016 2017 2018 Kredieten GRP 2015 - 2018 reeds gevoteerd Riolering Kethel-Oost E 1.174 1.174 0 450 506 0 0 Riolering Botenbuurt E 960 960 0 1.199 23 0 0 Riolering de Drie Lanen E 700 700 0 140 0 0 0 Vervangen DWA pompen gemaal Marconi E 500 500 0 100 0 0 0 Ophogen Kastelenbuurt (riolering) E 1.200 1.200 0 203 817 165 0 Reconstructie Schrijversbuurt West 1 (riolering) E 552 552 0 7 233 235 13 Herstraten Mgr. Nolenslaan (riolering) E 1.200 1.200 0 516 478 0 0 Vervangen Ooievaarsbrug (riolering) E 268 268 0 53 182 0 0 Renovatie speelvoorzieningen Lisztplein (riolering) E 94 94 0 3 0 0 0 Herbestraten Broersveld (riolering) E 178 178 0 119 1 0 0 Wateroverlast 2014-2018 (riolering) E 2.875 2.875 0 575 575 575 575 Pompen vervangen 2014-2018 (riolering) E 560 560 0 112 112 112 112 Extra milieumaatregelen (riolering) E 1.050 1.050 0 210 210 210 210 Nieuwe Damlaan (riolering) E 500 500 0 50 400 0 0 Van Maanenstraat (riolering) E 93 93 0 80 2 0 0 Riolering nog te voteren E 0 0 0 299 577 2.819 3.206 11.904 11.904 0 4.116 4.116 4.116 4.116 4.375 4.375 - 875 875 875 875 99.197 68.019 29.578 25.017 27.215 22.475 13.905 Totaal kredieten GRP 2015 - 2018 Kredieten VROM startersleningen § 100 VROM startersleningen Totaal kredieten programma Ruimtelijke inrichting in samenhang E Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 101 Omschrijving Totaal Reeds Te voteren Liquiditeitsplanning Bedragen x € 1.000 krediet gevoteerd 2015 2015 2016 2017 2018 Programma Mens en stad in beweging Integraal kindcentrum Groenoord E 6.700 - 6.700 6.700 - - - Vervangende Nieuwbouw Mavo XL Schravenlant E 7.000 - - - 7.000 - - 13.700 - 6.700 6.700 7.000 - - Totaal kredieten programma Mens en stad in beweging Algemene dekkingsmiddelen Kredieten MBOP I&A Vervangen switches/firewall E 300 - 300 300 - - - Vervangen Novell/VMWare servers E 150 - - - 150 - - Vervanging vaste telefonie E 150 - - - - 150 - Vervanging opslagsysteem en back-upsysteem (storage) E 600 - - - - 600 - Vervanging UNIX servers E 350 - - - - - 350 Vervanging personal computers, laptops, tablets E 500 - - - - - - Vervanging switches / firewall E 300 - - - - - - Totaal investeringen MBOP I&A 2.350 - 300 300 150 750 350 Totaal kredieten Algemene dekkingsmiddelen 2.350 - 300 300 150 750 350 Totaal Investeringen (openstaande kredieten) 115.247 68.019 36.578 32.017 34.365 23.225 14.255 M = Investeringen met maatschappelijk nut E = Investeringen met economisch nut Paragraaf Verbonden par tijen Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 102 De gemeente Schiedam heeft bestuurlijke en financiële belangen in een aantal verbonden partijen (rechtspersonen) die een deel van het gemeentelijke beleid uitvoeren. De paragraaf Verbonden partijen geeft inzicht in deze participaties. Dit inzicht is verplicht op grond van het BBV. De uitvoeringsorganisatie Stroomopwaarts gaat pas (naar verwachting) per 1 januari 2015 van start en is daarom nog niet in de tabel gemeenschappelijke regelingen opgenomen. Daarnaast wordt ten behoeve van de kennisuitwisseling, innovatie, belangenbehartiging, vergroting efficiency en financiële middelen samengewerkt met andere steden. De beschrijving van deze samenwerking is niet verplicht (volgens het BBV) maar draagt wel bij aan het totaalbeeld van de samenwerkingsrelaties. Deze paragraaf wordt afgesloten met een beschrijving van deze samenwerkingsrelaties. 1. Visie op verbonden partijen Het oprichten van of het deelnemen in verbonden partijen kan een manier zijn om bepaalde publieke taken uit te voeren. Dit kunnen privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties zijn waarin de gemeente juridisch participeert en een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt zeggenschap verstaan, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Onder financieel belang wordt verstaan dat de gemeente aan de verbonden partij risicodragende financiële middelen ter beschikking heeft gesteld. Er wordt onderscheid gemaakt in: •Deelnemingen: participaties in naamloze of besloten vennootschappen via aandelenbezit; •Gemeenschappelijke regelingen: samenwerkingsverbanden tussen openbare lichamen; •Overige verbonden partijen waarin de gemeente een bestuurlijk of een financieel belang heeft. Voor nieuwe participaties gelden de wegingskaders die vermeld staan in de Kadernota verbonden partijen (2005). Hierbij geldt – in overeenstemming met artikel 160 lid 2 van de Gemeentewet – een voorkeur voor de publiekrechtelijke vorm als daarmee hetzelfde resultaat kan worden bereikt. 2. Beleidsvoornemens/ ontwikkelingen 2015 Voor 2015 worden wijzigingen in de bestaande participaties en/of nieuwe participaties verwacht. Aangesloten zal worden op actuele ontwikkelingen in de samenleving, het rijksbeleid, de maatschappelijke opgaven van de stad en de veranderende rol van de gemeentelijke overheid daarbij. Beleidsvorming en eindverantwoordelijkheid blijven bij de gemeente maar de uitvoering wordt in principe door anderen gedaan (regiegemeente). De vorm van samenwerking kan verschillen. Bijvoorbeeld in een gemeenschappelijke regeling met andere gemeenten, een publiek-private samenwerking of door het outsourcen van taken. De samenwerking met de gemeenten Vlaardingen en Maassluis op het gehele sociale domein en de bedrijfsvoering zal plaatsvinden op basis van een gemeenschappelijke regeling. Voor de uitvoering van het programma Schiedam in beweging zal de gemeentelijke regiefunctie vorm gegeven worden in een publiek-private samenwerkingsvorm. Voor inhoudelijke ontwikkelingen bij gemeenschappelijke regelingen wordt verwezen naar de toelichtingen bij de betreffende programma’s. Specifiek ten aanzien van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag kan worden vermeld dat de vorming hiervan dichterbij is gekomen doordat de Tweede Kamer op 4 juli 2014 de intrekkingswet Wgr-plus heeft aangenomen. De wet treedt naar verwachting op 1 januari 2015 in werking nadat ook de Eerste Kamer daarmee heeft ingestemd. Daarmee zal dan een einde komen aan de wettelijk verplichte samenwerking van de gemeenten binnen het stadsgewest Haaglanden en de stadsregio Rotterdam. Voor wat betreft de ontwikkelingen bij vennootschappen valt het volgende te melden. Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 103 •Eneco Holding N.V. – In het dossier ‘gedwongen splitsing’ heeft in oktober 2013 het Europese Hof van Justitie in Luxemburg uitspraak gedaan op de ‘prejudiciële vraag’ van de Hoge Raad over de verenigbaarheid van de splitsingswet met het Europees recht. Het arrest van het Europese Hof van Justitie biedt ruimte aan de Hoge Raad om zich alsnog tegen splitsing uit te spreken als zij vindt dat de splitsing de ‘nagestreefde doelstellingen’ onvoldoende bereikt. Naar verwachting zal een definitieve uitspraak nog enige tijd duren. Over de toekomstige rol en positie van de gemeenten als aandeelhouders van Eneco wordt verschillend gedacht. De aandeelhouderscommissie bereidt hierover een advies aan de algemene vergadering van aandeelhouders voor. • B.V. Gemeenschappelijk Bezit Evides (GBE) – GBE bezit 50% van de aandelen in Waterbedrijf Evides. De andere 50% zijn in bezit van N.V. DELTA (Nutsbedrijven) te Middelburg. In de Drinkwaterwet zijn als kernpunten geformuleerd het publieke eigendom van de drinkwaterbedrijven, het borgen van de waterkwaliteit en maatschappelijk en verantwoord ondernemerschap. • N.V. ONS Houdstermaatschappij (ONS) – De activiteiten van de vennootschap zijn nagenoeg afgebouwd en bestaan alleen nog uit het zo spoedig mogelijk verkopen van de laatste bedrijfsonderdelen en beheer van het vermogen. Zodra verkoop is gerealiseerd kan opheffing van de vennootschap plaatsvinden. •N.V. IRADO - Schiedam en Vlaardingen houden beide 50% van de aandelen. IRADO is onder meer actief in Schiedam, Vlaardingen, Lansingerland en Rozenburg. Medio 2015 loopt het inzamelcontract met Lansingerland af en dit zal niet worden verlengd. •N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) – De bank is eigendom van gemeenten, provincies en de Staat der Nederlanden. Door het verscherpte toezicht op de bankensector (Basel-III-richtlijnen) moet het eigen vermogen worden versterkt. 3. Risicomanagement Verbonden Partijen De gemeente loopt als aandeelhouder of deelnemer in een verbonden partij bestuurlijke en/ of financiële risico’s. Daarvoor is voortdurend aandacht. In de hierna volgende tabellen is per verbonden partij het risico op basis van de meest recente informatie uitgedrukt volgens de ‘stoplichtenmethode’. De deelnemingen in nutsbedrijven en de BNG leveren nauwelijks risico’s op behoudens mutaties in het te ontvangen dividend. Voor gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen zijn geen specifieke reserves of voorzieningen aanwezig. De volgende middelen zijn beschikbaar voor algemene risico’s. • Algemene risicoreserve - Per ultimo 2013 is een algemene risicoreserve deelnemingen aanwezig ter grootte van € 274.000. •AVR – Bij de verkoop van de aandelen N.V. AVR zijn door de aandeelhouders garanties en vrijwaringen afgegeven. Hiervoor is per ultimo 2013 een voorziening aanwezig van € 3,1 miljoen. Dit geldt voor de periode 2006-2016. De noodzakelijke hoogte van bestaande voorzieningen wordt jaarlijks beoordeeld en zo nodig bijgesteld. Verder wordt, zodra een nieuw verlies concreet wordt, een voorziening getroffen. 4. Verbonden Partijen gemeente Schiedam In het navolgende wordt een overzicht gegeven van alle partijen waarmee de gemeente Schiedam een verbintenis is aangegaan die valt onder de paragraaf Verbonden Partijen. Er is onderscheid gemaakt in: • deelnemingen; • gemeenschappelijke regelingen; • overige verbonden partijen. In de laatste kolom van de tabellen is van iedere verbonden partij in de vorm van de ‘stoplichtenmethode’ op basis van de meest recente informatie aangegeven wat het huidige risico is voor de gemeente. Risico heeft in dit verband betrekking op financiële, bestuurlijke en informatieverstrekkende risico’s voor de gemeente. Hierbij staat ‘groen’ voor weinig of geen risico, ‘oranje’ voor enig risico en ‘rood’ voor risicovol. Van deelnemingen en gemeenschappelijke regelingen ontvangt de gemeente als deelnemer jaarstukken. Op basis van deze stukken worden het nettoresultaat over het jaar 2013 van de deelneming c.q. de geraamde bijdrage 2015 aan de gemeenschappelijke regeling en het eigen en vreemd vermogen ultimo 2013 c.q. 2015 (prognose) vermeld. Voor zover er bij overige verbonden partijen sprake is van een gemeentelijke subsidie, is zoveel mogelijk het subsidiebedrag van 2013 vermeld. 5. Stedelijke samenwerking Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 104 Samenwerking in regionaal verband De te verwachten wetswijziging per 1 januari 2015 maakt de weg vrij voor een nieuw samenwerkingsverband tussen 24 gemeenten in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Het doel van deze nieuwe samenwerking is het creëren van werkgelegenheid voor alle lagen van de bevolking: banen voor hoogopgeleiden, maar ook in de productie en faciliterende sectoren van de economie. Schiedam heeft van oudsher een relatief hoog aandeel in de regionale werkgelegenheid en behoort tot de economische kerngebieden van de ‘oude’ stadsregio Rotterdam en straks van de Metropoolregio. Schiedam heeft daarom groot belang bij behoud en kwalitatieve uitbreiding van de werkgelegenheid. Participatie in G32 Ook in de nieuwe bestuursperiode blijft Schiedam actief in het stedennetwerk van de G32. Voor kennisdeling, lobby en belangenbehartiging heeft Schiedam veel baat bij het participeren in het G32-stedennetwerk. Zowel voor het Rijk als de VNG blijft dit G32-netwerk een belangrijke gespreks- en samenwerkingspartner. Daarmee is het voor Schiedam een belangrijk platform op het gebied van de kennisdeling en gezamenlijke belangenbehartiging. Participatie in Europa Sinds 2008 is Schiedam actief in het Europese netwerk voor middelgrote steden Eurotowns. Was Eurotowns oorspronkelijk vooral een actief netwerk voor het uitwisselen van informatie en best practices, inmiddels biedt het netwerk tevens een uitstekend platform voor internationale samenwerking. Meer dan 60% van de Nederlandse regelgeving vindt zijn oorsprong in Brussel. De Europese Commissie realiseert zich meer en meer dat de steden de motor zijn van de Europese economie. Daarom wordt in de komende periode een European Urban Agenda opgesteld, om zo de stedelijke dimensie van het Europese beleid een structurele basis te geven. De stem van middelgrote steden is hierbij van groot belang, omdat middelgrote steden belangrijk zijn voor de werkgelegenheid en het dienstenaanbod. Als lid van Eurotowns kan Schiedam hieraan een bijdrage leveren. Deze Urban Agenda geeft ons aanleiding om ons ook binnen Eurotowns breder te oriënteren. Eurotowns geeft Schiedam toegang tot een groot aantal steden met vergelijkbare grootstedelijke opgaven, waarmee we kunnen samenwerken en waarvan we veel kunnen leren. Tevens vergroot Schiedam hiermee de kansen om toegang te krijgen tot Europese fondsen. Ook in het kader van de Europese fondsen wil Schiedam zich manifesteren en zich via haar sterke punten profileren: sterke offshore, groot werkgelegenheidsaanbod, centrale ligging, het grootste historische centrum in de stadsregio en de potentie van de Schie. Overzicht bestuurlijke vertegenwoordiging stedelijke samenwerking Stedelijke samenwerking Belang Vertegenwoordiging Metropoolregio Behoud en kwalitatieve uitbreiding werkgelegenheid Burgemeester in het Bestuursforum Metropoolregio Rotterdam Den Haag G32 Kennisuitwisseling, belangenbehartiging en beleidsinnovatie Portefeuillehouders college In de 3 pijlers en in het algemeen bestuur van de G32 Eurotowns Internationale samenwerking, imagoversterking, kennisuitwisseling, verwerving EU-subsidies Burgemeester (vice-voorzitter) Eurotowns Burgemeester namens VNG in Comité van de Regio’s en CEMR (Council of European Municipalities and Regions) Tabel deelnemingen gemeente Schiedam begroting 2015 Bedrijfsvoering Naam / datum en nummer oorspronkelijk besluit tot deelname Vestigingsplaats Percentage aandelenkapitaal (zeggenschap) Nominaal bedrag deelname (financieel belang) Nettoresultaat deelneming over het boekjaar 2012 Eigen en vreemd vermogen deelneming per 31-12-2013 (voor winstverdeling) Activiteiten / doelstelling van de deelneming / publiek belang Ontvangen dividend in 2013 In de begroting 2014 geraamd dividend In de begroting 2015 geraamd dividend Risicoanalyse volgens de stoplichtenmethode N.V. ENECO 6-12-1993 VR 1993-253 Rotterdam 1,03% € 5.137.300 € 241 miljoen E.V. € 4.593 miljoen V.V. € 4.610 miljoen Productie, handel en distributie van energie c.a. € 1.204.183 € 1.150.000 € 1.150.000 Groen B.V. Gemeenschappelijk Bezit Evides 25-10-1993 VR 1993-207 Rotterdam 3,88% € 3.589 € 27,6 miljoen E.V. € 228,8 miljoen V.V. € 1,5 miljoen Deelname (50%) in N.V. Evides; drinkwaterproductieen distributie € 983.120 € 650.000 € 650.000 Groen N.V. ONS Houdstermaatschappij 28-1-1991 VR 1991-35 Schiedam 100% € 6.375.000 € 1,6 miljoen E.V. € 11,1 miljoen V.V. € 3,0 miljoen Holding van enkele deelnemingen in energie- en warmte/koudebedrijven. €0 €0 €0 (Te ontvangen dividenden dienen ter afwikkeling van balansposten). Oranje (zie ook Paragraaf Weerstandsvermogen) N.V. IRADO 4-11-2010 VR 2010-99 Schiedam 50% € 450.000 (boekwaarde = € 5.328.500) € 2,2 miljoen E.V. € 16,0 miljoen V.V. € 18,0 miljoen Afvalbeheer en beheer openbare ruimte € 820.000 € 510.000 € 510.000 Groen N.V. Bank Nederlandse Gemeenten Deelname vanaf oprichting in 1922. Den Haag 0,59% € 815.880 € 283 miljoen E.V. € 3.430 miljoen V.V. € 127.753 miljoen Bankactiviteiten voor m.n. gemeenten € 486.264 € 350.000 € 350.000 Groen Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 105 * Hierbij staat ‘groen’ voor weinig of geen risico, ‘oranje’ voor enig risico en ‘rood’ voor risicovol. Tabel gemeenschappelijke regelingen begroting 2015 Bedrijfsvoering Naam G.R. / datum en nummer oorspronkelijk besluit tot deelname Vestigingsplaats G.R. met een Openbaar lichaam Deelnemers Activiteiten / doelstelling / publiek belang Deelname in algemeen bestuur Raming bijdrage 2015 (volgens begroting 2015 G.R.) Eigen en vreemd vermogen per ultimo 2013 c.q. prognose 2015 Risicoanalyse volgens stoplichtenmethode Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond DCMR 2-2-1987 VR 1987-26 Schiedam Ja 14 Rijnmondgemeenten en de provincie Zuid-Holland Uitvoering Wet milieubeheer Ja (portefeuillehouder college) € 1.043.833 E.V. € 3.540.000 V.V. € 9.500.000 Groen ROGplus NWN 18-12-2006 VR 2006-123 Maassluis Ja 3 Waterweggemeenten Uitvoering Wet maatschappelijke ondersteuning Ja (portefeuillehouder college) € 15.084.330 E.V. €0 V.V. € 8.361.400 Groen Publieke Gezondheid Rotterdam – Rijnmond 18-12-2006 / 13-12-2012 VR 2006-119 / VR 2012-106 Rotterdam Ja (maar zonder eigen balans) 14 Rijnmondgemeenten en de gemeente Goeree-Overflakkee Volksgezondheidszorg via GGD gemeente Rotterdam (basistakenpakket excl. plusproducten) Ja (portefeuillehouder college) € 502.388 E.V. €0 V.V. €0 Groen Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond 12-12-2005 VR 2005-172 Rotterdam Ja 14 Rijnmondgemeenten en de gemeente Goeree-Overflakkee Regionale crisisbeheersing bij incidenten, rampen en crises Ja (portefeuillehouder college) € 5.066.581 E.V. € 12.573.625 V.V. € 54.726.842 Groen Stadsregio Rotterdam 2010 4-2-2010 VR 2010-3 Rotterdam Ja 14 Rijnmondgemeenten Diverse Ja (portefeuillehouder college) € 353.538 E.V. € 61.634.979 V.V. € 462.275.566 Groen Recreatieschap Midden Delfland 14-11-1988 VR 1988-180 Schiedam Ja Gemeenten Delft, Midden Delfland, Westland, Rotterdam, Maassluis, Vlaardingen en Schiedam en de prov. Zuid-Holland Buitenstedelijke recreatie Ja (portefeuillehouder college) € 368.872 E.V. € 6.015.936 V.V. € 9.653.660 Groen Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 106 Naam G.R. / datum en nummer oorspronkelijk besluit tot deelname Vestigingsplaats G.R. met een Openbaar lichaam Deelnemers Activiteiten / doelstelling / publiek belang Deelname in algemeen bestuur Raming bijdrage 2015 (volgens begroting 2015 G.R.) Eigen en vreemd vermogen per ultimo 2013 c.q. prognose 2015 Risicoanalyse volgens stoplichtenmethode Koepelschap Buitenstedelijk Groen 18-12-2006 VR 2006-128 Schiedam Ja 13 Rijnmondgemeenten (Lansingerland niet) en de gemeenten Hendrik Ido Ambacht, Nederlek en Zwijndrecht alsmede de Provincie Zuid-Holland Doelmatige kostenverdeling diverse regionale natuur- en recreatieschappen Ja (portefeuillehouder college) € 241.952 E.V. € 217.371 V.V. €0 Groen Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond (2015) Raad: 6-3-2014 VR 2014-9 B&W: 20-5-2014, nr. 12 Rotterdam Ja 14 Rijnmondgemeenten en de gemeente Goeree-Overflakkee Uitvoering bovenlokale taken i.h.k.v. de Jeugdwet Ja (portefeuillehouder college) n.n.b. n.v.t. Groen Licht Gemeenschappelijke Regeling SchiedamRotterdam Archeologie Schiedam 27-5- 2010 VR 2010-47 Schiedam Nee Gemeenten Rotterdam en Schiedam Uitvoeren van Wet Archeologische Monumentenzorg in Schiedam door Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR) o.b.v. offerte en opdracht. n.v.t. - - n.v.t. Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 107 * Hierbij staat ‘groen’ voor weinig of geen risico, ‘oranje’ voor enig risico en ‘rood’ voor risicovol. Tabel overige verbonden partijen begroting 2015 ** Naam / datum en nummer oorspronkelijk besluit tot oprichting of deelname Vestigingsplaats Deelnemers Activiteiten / doelstelling / publiek belang Deelname in algemeen bestuur Risicoanalyse volgens stoplichtenmethode * Stichting PRIMO 20-12-2010 VR 2010-117 Schiedam Gemeente Schiedam Verzorgen openbaar primair onderwijs in Schiedam Nee, de gemeente benoemt leden in de raad van toezicht Groen Stichting OSVS 9-6-2011; VR 2011-40 Vlaardingen Gemeenten Vlaardingen en Schiedam Verzorgen openbaar voortgezet onderwijs in Vlaardingen en Schiedam Nee, de gemeente benoemt leden in de raad van toezicht Groen Stichting Stedelijk Museum Schiedam 4-3-2008; VR 2008-8 Schiedam Gemeente Schiedam Stedelijk Museum Nee, de gemeente benoemt leden in de raad van toezicht. Collectie is eigendom van de gemeente. Groen Onderhoud kapitaalgoederen Stichting Bibliotheek Waterweg-Schiedam 12-12-2005 VR 2005-180 Schiedam Gemeente Schiedam Bibliotheek Nee, de gemeente heeft instemmingsrecht benoemingen leden van de raad van toezicht en statutenwijziging. Groen Verbonden partijen Stichting Schiedamse Theaters Schiedam - Exploitatie theaters Nee, de gemeente heeft instemmingsrecht benoeming bestuursleden en statutenwijziging. Groen Stichting CJG Rijnmond Rotterdam 14 Rijnmondgemeenten en de gemeente Goeree-Overflakkee Coördineren en verrichten van opvoedings- en gezinsondersteuning. Nee. Iedere gemeente levert een lid voor de raad voor het publiek belang. Deze raad benoemt de leden van het bestuur en de raad van toezicht. Groen Stichting tot Behoud en Restauratie en Instandhouding van de Kerk aan de Lange Haven en omstreken (SRI) B&W 16-11-2010, nr. 2 Schiedam - Instandhouding van monumenten, m. n. restauratie en instandhouding van de kerk aan de Lange Haven Ja, de gemeente benoemt één van de bestuursleden. Groen Stichting Restauratie Hoogstraat Schiedam B&W 12-10-2010, nr. 6 Schiedam Gemeente Schiedam en Stichting Beschermd Stadsgezicht Schiedam Restauratie en herbestemming van panden aan de Hoogstraat en directe omgeving Nee, de gemeente heeft terugkooprecht gerestaureerde panden. Groen Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 108 * Hierbij staat ‘groen’ voor weinig of geen risico, ‘oranje’ voor enig risico en ‘rood’ voor risicovol. Hierbij kan gedacht worden aan rechtspersonen waarin de gemeente een zetel in het bestuur heeft én financiële risico’s loopt. Na de evaluatie in 2006 van deelnemingen en gemeenschappelijke regelingen, zijn in 2008 de overige verbonden partijen geëvalueerd. Vooralsnog zijn de volgende organisaties geselecteerd die grotendeels aan de criteria voldoen en waarbij er voor de gemeente financiële en maatschappelijke belangen van enige omvang zijn. ** Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 109 Paragraaf Weerstandsver mogen en risicobeheersing De paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing geeft de financiële robuustheid aan van de begroting. In algemene zin wordt onder het weerstandsvermogen de mate verstaan waarin de gemeente in staat is financiële tegenvallers op te vangen, zonder dat het beleid moet worden veranderd. Het is dus belangrijk om regelmatig aandacht aan dit onderwerp te schenken. Het college bereidt overeenkomstig de financiële verordening het beleid voor met betrekking tot het weerstandsvermogen en legt dit ter vaststelling voor aan de raad. Drie begrippen spelen een belangrijke rol. •Weerstandscapaciteit De middelen en de mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten (tegenvallers) financieel te dekken. De weerstandscapaciteit kan bestaan uit reserves (algemene, vrije en stille), onbenutte belastingcapaciteit en mogelijke bezuinigingen. •Risico’s Een risico is de kans dat een positieve of negatieve gebeurtenis van materieel belang optreedt, die niet is voorzien in de begroting van enig jaar. Het gaat om risico’s die niet op een andere manier zijn te ondervangen. Reguliere risico’s – risico’s die zich regelmatig voordoen en vrij goed meetbaar zijn – kunnen bijvoorbeeld worden ondervangen door het afsluiten van verzekeringen of het vormen van voorzieningen. Deze maken dus geen deel uit van de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing. •Weerstandsvermogen Dit is de relatie tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s die zich binnen de gemeente manifesteren. Op 21 juni 2007 heeft de raad de kadernota Weerstandsvermogen vastgesteld. Hierin is bepaald dat de weerstandscapaciteit bestaat uit: -het totaal aan risico’s, vermenigvuldigd met de factor 1,4; -een vast normbedrag van € 10 miljoen ten behoeve van het opvangen van onvoorziene risico’s. De paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing is als volgt opgebouwd. Als eerste volgt een overzicht van de risico’s die de gemeente Schiedam loopt. Daarna volgt een analyse of de gemeente voldoende financiële middelen heeft om de geïnventariseerde risico’s op te kunnen vangen (het weerstandsvermogen). Tenslotte wordt nog een aantal relevante ontwikkelingen toegelicht. 1. Risicoprofiel Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 110 Toelichting 1.Het meerjarenperspectief grondexploitaties (MPG) wordt jaarlijks opgesteld en de risico’s en kansen hierin zijn geactualiseerd voor de begroting 2015. Het risico t.a.v. Schieveste fase 2 is gedaald. 2.Dit betreft risico’s met betrekking tot (mogelijke) claims vanuit lopende en afgesloten gebiedsontwikkelingen. 3.Toename risico’s met betrekking tot de autobrug. 4.Betreft een mogelijk risico met betrekking tot milieuvervuiling. Getracht wordt dit risico zo veel mogelijk te beperken door derde partijen het risico (gedeeltelijk) over te laten nemen. 5.Risico nog steeds aanwezig, omdat verjaringstermijn nog niet is verstreken 6.Mogelijk extra kosten als gevolg van milieuvervuiling of damwanden die in slechtere staat verkeren dan gedacht. Daarnaast kan het hoogheemraadschap aanvullende eisen in de vergunningverlening stellen. 7.De gemeente is gaan werken met uniforme huurtarieven en zit nu in de overgangsfase om deze te innen bij huurders. Dit levert een zekere spanning op waardoor niet uitgesloten kan worden dat niet de gehele huuropbrengst zoals deze begroot is, kan worden gerealiseerd. 8.Risico is ondergebracht onder risico 2 ten behoeve van de consistentie Begroting 2015 (inventarisatie juli/augustus 2014) Risico’s (bedragen x € 1.000) Rekening 2013 1 Risico’s grondexploitaties 2.990 2.012 - 2 Claims private partijen buiten grondexploitaties 1.925 3.390 Diverse percentages 3 Ontsluiting Schieveste 242 573 - Project valt niet onder grondexploitaties 4 Schievese fase 5 163 153 Diverse percentages Project valt niet onder grondexploitaties 5 Grond de Wachters vm Toernooiveld 382 382 80% 6 Schie-oevers 385 275 Diverse percentages 7 Verhuur gemeentelijk vastgoed 343 343 Diverse percentages 8 Bewegingswerk Proveniersbrug 250 250 25% 9 Kinderopvang toeslag/ belastingdienst 465 465 80% 10 BGS – plan verbeteren verdienvermogen 231 231 60% 11 BGS – besluitvorming beroepszaak 240 240 60% 12 Sociaal Cultureel werk 95 - 13 Achterstand terug vorderingswerkzaamheden - 180 Financieel risico % kans 60% Opmerkingen Het saldo van risico’s en kansen, kleiner dan 50%, die niet in de grondexploitaties worden voorzien (conform MPG). Verschillende claims van private partijen naar aanleiding van geschillen met gemeente. Project valt niet onder grondexploitaties Risico vervallen Nieuw risico Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 111 9.De gemeente heeft in de periode van 2006 t/m 2010 kinderopvangtoeslag betaald. Het is onzeker of de gemeente de gehele bijdrage in de toeslag van de belastingdienst c.q. betrokken uitkeringsgerechtigden terug gaat ontvangen. Op basis van de verrekeningen in 2013 is opnieuw de voorziening en het risico bepaald. In 2013 is voor een bedrag van € 460.988,- een voorziening gevormd, resterend bedrag (met een kans van 80%) wordt opgenomen als risico. 10.De afgelopen jaren is sprake van teruglopende inkomsten uit productie. Er is een plan gemaakt om deze trend te stoppen. Dit plan ‘Verbeteren verdienvermogen’ geeft een aantal ambities t.a.v. opbrengsten aan. Het verwachte risico dat deze opbrengst niet wordt gerealiseerd bedraagt 60%. 11.Het gaat hier om een beroepszaak tegen de gemeente inzake geleverd werk. 12.Aan SWS Welzijn is gevraagd om op korte termijn een meerjarenbegroting in te dienen op basis waarvan duidelijk wordt wat de financiële consequenties zijn van het niet toekennen van het gevraagde subsidiebedrag. 13.Als gevolg van capaciteitsproblemen is er een achterstand ontstaan in de terugvorderingswerkzaamheden. Wanneer de gemeente ten onrechte verstrekte uitkeringen niet terugvordert, komen er minder inkomsten binnen. 14.In het risicobedrag zijn alleen die borgstellingen verrekend, waarvoor de kans 1% of meer wordt geschat dat de gemeente het bedrag waarvoor zij garant staat daadwerkelijk moet voldoen. Begroting 2015 (inventarisatie juli/augustus 2014) Risico’s (bedragen x € 1.000) Rekening 2013 14 Borgstellingen 104 104 15 Juridische risico’s - Nog nader te bepalen 16 NV ONS Houdstermaatschappij 500 500 - 0 0 Het totaal aan risico’s 8.315 9.098 Ratio weerstandsvermogen 11.641 12.737 Factor (1,4) x risicobedrag Vast normbedrag 10.000 10.000 Gebaseerd op bedrag per inwoner en woonruimte. Afgerond op miljoenen. RISICOPROFIEL 21.641 22.737 Benodigde weerstandscapaciteit Financieel risico 15.Binnen een organisatie waarin de basis op orde is en de risico’s worden beheerst, is het ook zaak dat de juridische risico’s voldoende scherp in beeld zijn. Op dit moment is dat onvoldoende het geval. Hiervoor is een legal audit in voorbereiding. Eventuele risico’s zijn op dit moment nog niet bekend. % kans 1% - Opmerkingen Schuldresten op basis van info kredietinstellingen Op dit moment zijn de juridische risico’s die de gemeente mogelijk loopt, onvoldoende scherp in beeld. De legal audit is in voorbereiding. 50% 16.Dit gaat om het risico dat N.V. ONS Houdstermaatschappij bij gelijkblijvende omstandigheden door aanhoudende verliezen op het elektriciteitscontract met TGH het aandelenkapitaal en de dividendvordering niet volledig aan de gemeente kan terugbetalen. Het gaat hier om een inschatting van het mogelijke risico tot en met het jaar 2016. 2. Weerstandsvermogen Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Voor de Programmabegroting 2015 zijn de risico’s geïnventariseerd. Uit deze inventarisatie komt een risicoprofiel naar voren van € 22,7 miljoen. In de Bestuursrapportage 2014 is reeds rekening gehouden met het risicoprofiel voor 2015, waardoor de raming van de risicoreserve reeds is aangepast en per 1 januari 2015 € 22,7 miljoen bedraagt. Daarnaast is er, als onderdeel van de totale weerstandscapaciteit, nog de algemene reserve van € 23,8 miljoen. Onderhoud kapitaalgoederen Weerstandscapaciteit (Middelen en mogelijkheden waarover de gemeente kan beschikken) Per 1 januari 2015: Risicoreserve: € 22,7 miljoen (Algemene reserve: € 23,8 miljoen) Berekend risicoprofiel 2015: € 22,7 miljoen. Weerstandsvermogen (Het vermogen om tegenvallers op te vangen zonder dat de continuïteit van de gemeente in gevaar komt) Per 1 januari 2015: (€ 23,8 miljoen + € 22,7 miljoen =) € 46,5 miljoen. Verhouding 2:1 met het risicoprofiel Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 112 3. Relevante ontwikkelingen 2015 is het eerste jaar waarin de drie decentralisaties door de gemeente zullen worden uitgevoerd. Aangezien de risico’s uit de drie decentralisaties worden opgevangen door b.v. reeds ingestelde bestemmingsreserve, zijn deze niet opgenomen in de risicotabel. Wel is het belangrijk om kennis te nemen van het risicomanagement rondom de drie decentralisaties. De bedragen voor 2015 zijn in de meicirculaire 2014 bekendgemaakt door het ministerie. In 2015 zijn de te ontvangen bedragen per gemeente vastgesteld op ‘historisch gebruik’ van een regeling, minus een opgelegde taakstelling door het Rijk. De verdelingsystematiek kan en zal in latere jaren nog wijzigen. Wat dit betekent voor Schiedam valt nog niet precies te zeggen; voor de meerjarenbegroting jaren 2016-2018 is een inschatting gemaakt op basis van de landelijk beschikbare bedragen. Teneinde de financiële risico’s op te kunnen vangen, is: - de reserve Kanteling Sociaal Domein ingesteld. Deze kan worden gebruikt om tekorten als gevolg van de decentralisatie Jeugdzorg en AWBZ op te vangen; -voor de decentralisatie participatiewet een bestemmingsreserve opgenomen om eventuele tegenvallers op te vangen; -het uitgangspunt van het bestuursakkoord gehanteerd dat de buffer op de algemene uitkering beschikbaar blijft voor tegenvallers in het sociale domein. Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 113 Tot slot is een tweetal financiële risico’s voorzien, waarvan de exacte omvang op dit moment nog niet duidelijk is. Het gaat om de mogelijke aanpassing van de sportvrijstelling btw en de mogelijke invoering van vennootschapsbelastingplicht voor overheidsbedrijven. Aanpassing sportvrijstelling btw en sportbesluit De mogelijke aanpassing van de sportvrijstelling btw en het sportbesluit kan ertoe leiden dat de exploitatie van sportaccommodaties met ingang van 1 januari 2016 onder de btwvrijstelling komt te vallen. De gemeente dreigt daarmee substantiële belastingvoordelen mis te lopen. Momenteel geldt de btw-vrijstelling voor prestaties van sportverenigingen aan de leden. Daarnaast geldt het verlaagde btw-tarief voor gelegenheid geven tot sportbeoefening. Gelegenheid geven tot sportbeoefening levert zodoende in de regel substantiële btw-voordelen op, omdat de exploitant van de sportaccommodatie recht op aftrek van voorbelasting heeft: er drukt veelal 21% btw op de kosten, terwijl slechts 6% btw aan de sportvereniging in rekening hoeft te worden gebracht. Als de terbeschikkingstelling van een sportaccommodatie onder de vrijstelling komt te vallen, bestaat er daarentegen voor de exploitant geen recht meer op aftrek en voor gemeenten geen recht meer op een bijdrage uit het btw-compensatiefonds. Vennootschapsbelasting voor overheidsbedrijven Momenteel geldt voor overheidsbedrijven geen vennootschapsbelastingplicht, maar de Europese Commissie heeft erop aangedrongen om de concurrentieverstoringen als gevolg van verschillen in de vennootschapsbelastingplicht tussen private ondernemingen en publieke ondernemingen weg te nemen. De Nederlandse regering heeft daarom een concept wetsvoorstel gepubliceerd waarmee overheidsbedrijven ook onder de vennootschapsbelasting gaan vallen. De voorgenomen datum van inwerkingtreding is 1 januari 2016. Er is nog geen definitief wetsvoorstel maar duidelijk is dat eventuele invoering voor de gemeenten een financieel risico vormt. Paragraaf Verstrekken van subsidies Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 114 1. Voornemens in 2015 met betrekking tot subsidieverlening In de afgelopen jaren zijn reeds vele verbeteringen aangebracht in het proces van subsidie verlenen én in de afspraken die met de gesubsidieerde instellingen zijn gemaakt in de subsidiebeschikkingen. Ook in 2015 wordt weer een aantal verbeteringen doorgevoerd. Zo zal in 2015 het subsidiebeleid van de gemeente Schiedam verschijnen en door de raad kunnen worden vastgesteld. In het subsidiebeleid wordt onder andere ingegaan op de ontwikkelingen op het terrein van outcomesturing, het onderscheid tussen inkoop en subsidieverlening enz. Ook zal in 2015 worden gewerkt aan een actualisatie van de ASV. In 2014 is het Rekenkamerrapport Inzicht in subsidies verschenen. Mede naar aanleiding hiervan is inmiddels ambtelijk vorm gegeven aan centrale regie op de subsidieverlening. Tevens zal, met de opmerkingen in dit rapport in gedachte, in 2015 (evenals in 2014) een subsidieregister gepubliceerd worden waarin alle door de gemeente Schiedam verleende (en vastgestelde) subsidies zullen zijn opgenomen. 2. Belangrijke ontwikkelingen in 2015 De heroverwegingen uit 2012 werken, conform de besluitvorming, in 2015 nog steeds door in de subsidies aan een aantal instellingen. Zo ontvangt SWS Welzijn in 2015 € 250.000 minder subsidie dan in 2014 als gevolg van de heroverwegingen uit 2012. Ook de culturele instellingen krijgen in 2015 te maken met de laatste tranche van de bezuinigingen als gevolg van de heroverwegingen in 2012. Concreet betekent dit de volgende kortingen ten opzichte van 2014: Stedelijk Museum Schiedam: € 70.000 Theater aan de Schie: € 56.500 Bibliotheek: € 18.000 Jenevermuseum: € 18.000 Met de bibliotheek is daarnaast afgesproken dat de subsidie met € 200.000 zal worden verlaagd nà de verhuizing van het Stadserf naar een nieuwe locatie. Aangezien de verhuizing voor 2015 gepland staat, zal de bezuiniging in 2016 worden geëffectueerd. Tenslotte worden de gemeenten vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen. Een deel van deze taken hebben zij nu ook al, een deel nemen zij over van de Rijksoverheid. Voor het grootste deel zal de zorg ingekocht worden via gemeenschappelijke regelingen zoals de ROGplus en de nieuwe gemeenschappelijke regeling Jeugdhulp van de stadsregio Rotterdam. De decentralisaties zorgen er echter ook voor dat de gemeente subsidierelaties aan zal gaan met partijen waar nu nog geen subsidierelatie mee bestaat. Een voorbeeld hiervan is de wettelijke verplichting om een subsidierelatie te hebben met stichting MEE, die de cliëntondersteuning verzorgt. Verder wil de gemeente de partijen waar zij een beroep op doet voor de bemensing van de WOTs (Wijkondersteuningsteams) via (budget)subsidies financieren. In veel gevallen zal dit in de huidige subsidiebeschikking geregeld kunnen worden, soms zal een verhoging van het bedrag nodig zijn, zoals bij Flexusjeugdplein die extra hulpverleners gaat leveren vanuit het vroegere bureau Jeugdzorg. Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 115 3. Subsidies, begroot per programma en beleidsterrein Subsidies worden binnen de programma’s op verschillende beleidsterreinen verstrekt. In de tabel hiernaast wordt een overzicht gegeven van de voor subsidies begrote bedragen per beleidsterrein. Daarbij is ook aangegeven welk deel daarvan wordt verstrekt vanuit de beklemde middelen. Voor een gedetailleerder inzicht in de subsidies per instelling wordt verwezen naar Subsidieregister 2013 en Subsidieregister 2014. Programma Beleidsterrein Begroot bedrag (x €1.000) Waarvan uit beklemde middelen Mens en Stad in Beweging Jeugd en Onderwijs 9.759 5.392 Welzijn en Gezondheid 2.477 0 Cultuur 3.236 0 Decentralisaties 2.328 0 Ruimtelijke Inrichting in Samenhang Overig 5 0 Economie in Ontwikkeling Cultuur 4.173 0 Economie en Toerisme 722 0 Overheid in Balans Wijken 444 0 Veiligheid 233 0 Paragraaf Taakstellingen en reser veringen Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Inleiding Aan de toegankelijkheid en leesbaarheid van de begroting worden steeds hogere eisen gesteld. In dit kader is aan de provincie toegezegd om een paragraaf taakstellingen en reserveringen op te nemen in de programmabegroting 2015-2018. Deze paragraaf geeft inzicht welke stelposten binnen de begroting zijn opgenomen. Deze kunnen bestaan uit taakstellingen (nog te realiseren bezuinigingen) en reserveringen (begrotingsruimte die gereserveerd is voor uitgaven). Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 116 Taakstellingen -De taakstelling Gemeente Nieuwe Stijl bedroeg met ingang van 2015 € 2 miljoen per jaar. Deze taakstelling is grotendeels gerealiseerd door de invoering van flankerend beleid voor de doorontwikkeling tot een moderne kwalitatief hoogwaardige regiegemeente. Medewerkers konden op vrijwillige basis besluiten minder te gaan werken, eerder met pensioen te gaan, parttime met pensioen te gaan, een andere baan te vinden, een eigen onderneming te starten, zich om te scholen. Totaaloverzicht Taakstellingen en Reserveringen Onderwerp, bedragen x € 1.000 2015 2016 2017 2018 Gemeente Nieuwe Stijl meerjarenbegroting 2014 0 0 0 0 Personele taakstelling -0,14 -0,14 -0,14 -0,14 Leerlingenvervoer -0,13 -0,13 -0,13 -0,13 Totaal -0,27 -0,27 -0,27 -0,27 Behoedzaamheidsreserve algemene uitkering 3,22 2,48 2,4 1,79 Reserve Inkomensvoorziening, onderdeel BUIG 0 0,99 2,05 2,05 Nieuwe CAO 0,91 1,02 1,02 1,02 Totaal 3,99 4,36 5,32 4,71 Taakstellingen Reserveringen Een andere manier waarop de taakstelling Gemeente Nieuwe Stijl wordt ingevuld is door 2.500 m2 minder vloeroppervlak in het BVG te gebruiken. De voordelen uit de verhuur van de vrijgevallen meters van het bedrijfsverzamelgebouw aan het Stationsplein (BVG) voor de taakstelling in te zetten. De verhuur leidt uiteindelijk tot een structureel voordeel van € 589.000. De eerste jaren zijn er nog geen voordelen uit de verhuur van het BVG. Voor de invulling van de taakstelling wordt daarom in de eerste drie jaar onttrokken uit de algemene reserve. Daarna leidt de verhuur tot genoemd voordeel, die wordt ingezet voor de taakstelling Gemeente Nieuwe Stijl, waarbij het resterende voordeel wordt toegevoegd aan de algemene reserve. -In de begroting is nog sprake van een personele taakstelling van € 140.000 en een taakstelling voor leerlingenvervoer van € 129.000 per jaar. De eerste zal in 2015 met de nieuwe inventarisatie van de personele lasten worden meegenomen en opgelost. Besloten is de overschrijding op leerlingenvervoer op te vangen binnen de begroting van Jeugd/Onderwijs. Bedrijfsvoering Financiering Grondbeleid LoKale heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen weerstandvermogen en risicobeheersing Verstrekken van subsidies Taakstellingen en reserveringen § 117 Reserveringen -De VNG en de vakorganisaties hebben op 15 juli 2014 een principeakkoord voor een nieuwe CAO gemeenten voor de periode 2013-2015 gesloten. Een reële begroting 2015-2018 dient reeds rekening te houden met hogere salarissen en sociale lasten. De hogere salarissen en sociale lasten zijn daarom in de begrotingscijfers opgenomen. Financiële begroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018 Overzicht van baten en lasten Bedragen x € 1.000,- Baten en lasten § 118 Begroting 2015 Lasten Saldo Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo 1. Mens en stad in beweging 86.494 -134.258 -47.764 78.624 -136.497 -57.873 56.174 -152.007 -95.833 2. Ruimtelijke inrichting in samenhang 27.670 -54.226 -26.556 28.413 -60.475 -32.062 26.753 -52.763 -26.010 3. Economie in ontwikkeling 40.615 -42.553 -1.938 39.706 -43.655 -3.949 39.943 -45.797 -5.854 1.560 -28.109 -26.549 1.645 -28.591 -26.946 1.653 -27.767 -26.113 Algemene dekkingsmiddelen 132.063 -13.736 118.326 125.046 -6.190 118.855 157.736 -4.647 153.089 Totale baten en lasten 288.401 -272.883 15.518 273.434 -275.408 -1.974 282.260 -282.981 -722 5.454 -11.791 -6.337 3.632 -4.243 -611 1.851 -60 1.791 10.388 -12.550 -2.161 17.601 -11.227 6.374 10.193 -9.781 411 896 -1.556 -661 498 -725 -227 199 -567 -368 4. Overheid in balans 2.011 -910 1.101 3.681 -802 2.879 1.509 0 1.509 Algemene dekkingsmiddelen 7.556 -15.016 -7.460 5.679 -12.107 -6.427 4.230 -6.853 -2.623 Mutaties reserves 26.305 -41.823 -15.518 31.092 -29.104 1.988 17.983 -17.261 722 1. Mens en stad in beweging 91.948 -146.049 -54.101 82.256 -140.740 -58.484 58.025 -152.067 -94.042 2. Ruimtelijke inrichting in samenhang 38.058 -66.776 -28.718 46.014 -71.702 -25.688 36.946 -62.544 -25.598 3. Economie in ontwikkeling 41.510 -44.109 -2.599 40.204 -44.380 -4.176 40.142 -46.364 -6.222 3.571 -29.019 -25.448 5.326 -29.393 -24.066 3.163 -27.767 -24.604 Algemene dekkingsmiddelen 139.618 -28.753 110.866 130.725 -18.297 112.428 161.966 -11.500 150.466 Totaal geraamd resultaat 314.706 -314.706 0 304.526 -304.512 14 300.243 -300.243 0 1. Mens en stad in beweging 2. Ruimtelijke inrichting in samenhang 3. Economie in ontwikkeling Baten en lasten Begroting 2014 na wijziging Baten 4. Overheid in balans Toevoegingen en onttrekkingen reserves Jaarstukken 2013 4. Overheid in balans Meerjarenraming 2015 t/m 2018 Bedragen x € 1.000 Baten Begroting 2015 Meerjaren Begroting 2016 Meerjaren Begroting 2017 Meerjaren Begroting 2018 1. Mens en stad in beweging 58.025 56.422 55.626 55.970 2. Ruimtelijke inrichting in samenhang 36.946 35.207 35.755 36.137 3. Economie in ontwikkeling 40.142 43.055 41.848 30.478 3.163 2.752 2.647 2.647 Algemene dekkingsmiddelen 161.966 161.331 160.008 157.131 Totaal Baten 300.243 298.766 295.885 282.364 -152.067 -150.796 -149.881 -148.887 2. Ruimtelijke inrichting in samenhang -62.544 -59.700 -61.807 -63.102 3. Economie in ontwikkeling -46.364 -51.518 -48.277 -35.496 4. Overheid in balans -27.767 -26.736 -26.415 -26.273 Algemene dekkingsmiddelen -11.500 -10.016 -9.504 -8.606 -300.243 -298.766 -295.885 -282.364 1. Mens en stad in beweging -94.042 -94.374 -94.254 -92.917 2. Ruimtelijke inrichting in samenhang -25.598 -24.493 -26.052 -26.965 -6.222 -8.463 -6.429 -5.018 4. Overheid in balans -24.604 -23.985 -23.768 -23.626 Algemene dekkingsmiddelen 150.466 151.315 150.504 148.526 0 0 0 0 4. Overheid in balans Lasten 1. Mens en stad in beweging Totaal Lasten Saldo 3. Economie in ontwikkeling Totaal Saldo § 119 Toelichting financiële positie: De raming van de (meerjarige) baten en lasten is gebaseerd op voortzetting van het huidige beleid, nieuw beleid (kansen) en de autonome ontwikkelingen uit Zomernota 2015. Volgens het BBV dient naast het rapporteren over de baten en lasten, gerapporteerd te worden over belangrijke financiële onderwerpen als jaarlijks terugkerende arbeidskosten, investeringen, financiering, reserves en voorzieningen. Onderstaand wordt aangegeven waar deze onderwerpen terug te vinden zijn: -De VNG en de vakorganisaties hebben op 15 juli 2014 een principeakkoord voor een nieuwe CAO gemeenten voor de periode 2013 - 2015 gesloten. De hogere salarissen en sociale lasten zijn in de begroting opgenomen (€ 1 miljoen), zie ook de Toelichting op pag. 5. -De te voteren kredieten zijn opgenomen in de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen. -Financiering en de berekening van het EMU-saldo zijn beschreven in de paragraaf Financiering. § 120 Reserves en voorzieningen, de incidentele baten en lasten ter beoordeling van het structurele evenwicht zijn op de volgende pagina’s opgenomen. Reserves: beginstanden en mutaties 2015-2018 Naam reserve/voorziening 2015 Vermeerderingen Bedragen x € 1000,- saldo begin dienstjaar rentebijschrijving aan de reserve toevoeging 2016 2017 2018 Saldo einde dienstjaar Saldo einde dienstjaar Saldo einde dienstjaar Saldo einde dienstjaar 22.249 22.793 23.208 24.914 22.737 22.737 22.737 22.737 44.986 45.530 45.945 47.651 6.816 6.666 6.510 6.348 Verminderingen onttrekking vermindering ter dekking van afschrijving Algemene reserve algemene reserve 23.763 2.544 risicoreserve 22.737 Totaal algemene reserves 46.500 2.544 6.960 285 4.057 Risicoreserve 4.057 Bestemmingsreserves Meerdere programma's reserve afschrijvingen *): 429 Overheid in Balans reserve fractieondersteuning *) 30 30 30 30 30 reserve dienstverleningsconcept *) 744 744 744 744 744 1.441 1.435 1.449 1.470 Programma Ruimtelijke inrichting in samenhang § 121 reserve parkeren *) 1.449 1.636 reserve onderhoud verkeersinstallaties *) 1.193 1.193 1.193 1.193 1.193 reserve restzettingen Sveaparken *) 530 530 530 530 530 reserve groot onderhoud MBOP *) 2.592 1.275 1.241 641 1 413 1.643 1.730 Naam reserve/voorziening 2015 saldo begin dienstjaar rentebijschrijving aan de reserve 2017 2018 Saldo einde dienstjaar Saldo einde dienstjaar Saldo einde dienstjaar Saldo einde dienstjaar 300 3.329 3.089 3.149 3.209 392 422 150 150 150 150 4.469 4.469 4.469 4.469 1.139 2.132 4.177 6.223 Verminderingen Vermeerderingen Bedragen x € 1000,- 2016 toevoeging onttrekking vermindering ter dekking van afschrijving Programma Mens en stad in beweging § 122 reserve onderwijs (incl. contractmanagement) *) 3.569 60 reserve Sportfonds *) 814 reserve centra voor jeugd en gezin onderdeel Wmo *) 150 reserve kanteling sociaal domein *) 4.709 reserve inkomensvoorziening *) 1.139 reserve tijdelijke uitbereiding W&I en BGS 1.223 288 935 935 935 935 reserve Participatiewet 4.783 538 4.245 3.707 3.273 3.273 240 Naam reserve/voorziening 2015 saldo begin dienstjaar rentebijschrijving aan de reserve 2017 2018 Saldo einde dienstjaar Saldo einde dienstjaar Saldo einde dienstjaar Saldo einde dienstjaar 11 16 21 26 Verminderingen Vermeerderingen Bedragen x € 1000,- 2016 toevoeging onttrekking vermindering ter dekking van afschrijving Programma Economie in ontwikkeling § 123 reserve instandhouding Schiedams erfgoed *) 6 5 reserve beeldende kunst *) 103 103 103 103 103 reserve schuldvrij maken erfpachtgronden 1.603 1.603 1.603 1.603 1.603 reserve culturele activiteiten 15 15 15 15 15 reserve compensatie vm erfpachtinkomsten *) 204 204 204 204 204 reserve grondfonds *) 767 767 767 767 767 reserve grootonderhoud gem.onroerend goed *) 1.055 1.055 1.055 1.055 1.055 reserve vastgoedbeheer binnenstad *) 3.207 3.769 6.660 7.710 7.710 reserve verhuizing/huisvesting Filmhuis 34 34 34 34 34 reserve restwerken afgesloten grondexploitaties *) 306 306 306 306 306 562 Naam reserve/voorziening 2015 saldo begin dienstjaar rentebijschrijving aan de reserve 2017 2018 Saldo einde dienstjaar Saldo einde dienstjaar Saldo einde dienstjaar Saldo einde dienstjaar 1.130 1.130 1.130 1.130 Verminderingen Vermeerderingen Bedragen x € 1000,- 2016 toevoeging onttrekking vermindering ter dekking van afschrijving Programma Ruimtelijk inrichting en samenhang § 124 reserve milieubeheer erfpachtgronden *) 1.173 44 reserve omgevingswerken realisatie Sveaparken *) 80 80 80 80 80 reserve actualisatie bestemmingsplannen *) 144 144 144 144 144 reserve volkshuisvestingfonds 250 250 250 250 250 reserve riolering *) 5.032 5.086 5.188 5.345 5.560 reserve uitvoering opstellen geluidskaart en actieplan *) 233 233 233 233 233 reserve DU bodemsanering *) 660 680 700 720 740 reserve ISV-3 bodemsanering *) 821 821 821 821 821 reserve woonvisie*) 721 629 545 419 254 reserve particuliere woningverbetering 727 727 727 727 727 7.712 7.658 20 91 Naam reserve/voorziening 2015 Vermeerderingen Bedragen x € 1000,- saldo begin dienstjaar rentebijschrijving aan de reserve toevoeging 2016 2017 2018 Saldo einde dienstjaar Saldo einde dienstjaar Saldo einde dienstjaar Saldo einde dienstjaar Verminderingen onttrekking vermindering ter dekking van afschrijving Programma Algemene dekkingsmiddelen reserve deelnemingen 274 274 274 274 274 reserve rechtmatigheid *) 56 56 56 56 56 reserve ISV-3 *) 4.121 4.121 4.121 4.121 4.121 reserve frictiekosten heroverwegingen *) 504 1.304 1.304 1.304 1.304 reserve gemeente nieuwe stijl *) 459 459 459 459 459 reserve opleidingsfaciliteiten 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 reserve meeropbrengst OZB 2013 93 93 93 93 93 reserve oninbare vorderingen 2014 764 764 764 764 764 reserve vermindering OZB oude jaren 211 211 211 211 211 reserve fiscaliteit 577 577 577 577 577 reserve innovatie bedrijfsvoering 500 500 500 500 500 3.224 5.705 8.103 9.888 reserve behoedzaamheid algemene uitkering § 125 800 3.224 Naam reserve/voorziening 2015 Vermeerderingen Bedragen x € 1000,- saldo begin dienstjaar rentebijschrijving aan de reserve toevoeging 2016 2017 2018 Saldo einde dienstjaar Saldo einde dienstjaar Saldo einde dienstjaar Saldo einde dienstjaar 489 388 286 185 111 111 111 111 Verminderingen onttrekking vermindering ter dekking van afschrijving Programma Overheid in balans reserve WAP-Nieuwland *) 903 reserve wijkbudgetten bewonersinitiatieven *) 111 reserve WAP Oost *), vermeerdering € 30 t.g.v. SI 174 99 75 75 75 75 reserve vouchers Nieuwland *) 180 45 135 89 44 -1 reserve wijkbudget IOBS *) 69 10 59 49 38 28 Totaal bestemmingsreserves 57.022 57.817 62.677 66.955 69.982 bestemmingsreserve BGS 3.406 3.406 3.406 3406 3.406 Totaal bestemmingsreserve BGS 3.406 3.406 3.406 3.406 3.406 TOTAAL RESERVES 106.928 106.209 111.613 116.306 121.038 *) Toevoegingen en ontrekkingen op basis van realisatie. § 126 414 14.718 17.261 13.493 17.550 429 429 Voorzieningen: beginstanden en mutaties 2015-2018 Naam reserve/voorziening Bedragen x € 1000,- 2015 saldo begin dienstjaar 2016 Vermeerderingen Verminderingen toevoeging onttrekking Saldo einde dienstjaar 2017 Saldo einde dienstjaar 2018 Saldo einde dienstjaar Saldo einde dienstjaar Voorzieningen verlies ed voorziening dubieuze debiteuren 8.089 764 8.853 9.617 10.381 11.145 voorziening 40% van vorderingen clienten 6.282 200 6.282 6.282 6.282 6.282 voorziening dekking tekorten bouwgrondexploitatie 26.190 1.039 27.229 28.311 29.437 30.609 3.150 3.150 3.150 3.150 3.150 voorziening claims projecten 1.060 1.060 1.060 1.060 1.060 voorziening kinderopvang 461 461 461 461 461 1.242 2.482 3.831 5.248 48.277 51.363 54.602 57.955 200 voorziening bcf voorziening garanties verkoop aandelen NV AVR voorziening Toernooiveld voorziening overname WOG-projecten voorziening gevolgkosten onderzoek voorziening onderzoek cie voorziening vermindering OZB oude jaren voorziening belastingclaims voorziening vervanging riolering Totaal voorzieningen verlies ed § 127 1.242 45.232 3.245 200 Naam reserve/voorziening Bedragen x € 1000,- 2015 2016 Vermeerderingen Verminderingen toevoeging onttrekking saldo begin dienstjaar Saldo einde dienstjaar 2017 Saldo einde dienstjaar 2018 Saldo einde dienstjaar Saldo einde dienstjaar Voorziening beklemde middelen voorziening turnkey voorziening gedeeltelijke terugbetaling wwb inkomen voorziening omslagbijdrage regio Totaal voorziening beklemde middelen Voorzieningen arbeidsgerelateerde kosten voorziening pensioenverplichting wethouders 4.702 4.702 4.702 4.702 4.702 Totaal voorzieningen arbeidsgerel. kosten 4.702 4.702 4.702 4.702 4.702 Voorzieningen BGS (in administratie BGS) § 128 voorziening BGS 95 95 95 95 95 Totaal voorzieningen BGS 95 95 95 95 95 TOTAAL VOORZIENINGEN 50.029 53.074 56.160 59.399 62.752 3.245 200 Overzicht incidentele baten en lasten In artikel 203 van de Gemeentewet is Een van de criteria om voor repressief toezicht vastgelegd dat de begroting van de gemeente in aanmerking te komen is dat de Begroting goedkeuring behoeft van gedeputeerde staten 2015 materieel in evenwicht dient te zijn of, als (provinciaal toezichthouder). Het toezicht kan dat niet het geval is, dient de meerjarenraming repressief of preventief zijn. Bij preventief aannemelijk te maken dat dit evenwicht uiterlijk toezicht dienen de begroting en begrotingsin 2018 wel aanwezig is. Er is sprake van wijzigingen eerst door gedeputeerde staten te materieel evenwicht, indien op basis van het worden goedgekeurd, voordat tot uitvoering bestaande beleid en het aanvaarde vastgestelde kan worden overgegaan. nieuwe beleid, de structurele lasten tenminste worden gedekt door structurele baten; de incidentele lasten mogen worden gedekt door incidentele baten. Om te kunnen vaststellen of dit het geval is, dient het overzicht van incidentele baten en lasten te worden opgenomen in de begroting. Daarbij wordt gebruikgemaakt van de richtlijnen over de incidentele baten en lasten die zijn opgenomen in de notitie van de commissie BBV van januari 2012. Meerjaren overzicht incidentele baten en lasten Omschrijving § 129 2015 2016 2017 2018 Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Verkiezingen 109 109 0 0 0 0 0 0 Aanleg glasvezelnet 562 562 0 0 0 0 0 0 Bestuursafspraken VVE 1.802 1.802 0 0 0 0 0 0 Impulsen Zomernota 2015 2.582 3.756 1.715 0 Sportfonds 392 422 0 0 Tijdelijk personeel 2.010 1.273 1.016 294 Inhuur 1.271 768 768 768 Totaal 8.728 2.473 6.219 0 3.499 0 1.062 0 Omschrijving 2015 Lasten 2016 Baten Lasten 2017 Baten Lasten 2018 Baten Lasten Baten Mutaties Reserves* Toevoegingen 800 0 0 0 Begrotingssaldo t.g.v. alg reserve 0 707 2.262 1.706 Onttrekkingen 392 422 0 0 Begrotingssaldo t.l.v. alg res 162 0 0 0 Totaal 800 554 707 422 2.262 0 1.706 0 Incidentele lasten en baten 9.528 3.027 6.926 422 5.761 0 2.768 0 Toevoegingen aan en onttrekkingen uit de reserves worden als incidenteel beschouwd, tenzij het gaat om reguliere onttrekkingen aan financieringsreserves c.q. dekkingsreserves (kapitaallasten) of om onttrekkingen uit een daartoe toereikende (bestemmings)reserve gedurende een periode van minimaal 3 jaar met als doel het dekken van structurele lasten. * Het saldo van de incidentele baten en lasten bedraagt: 2015 2016 2017 2018 -6.501meer incidentele lasten dan baten. -6.504meer incidentele lasten dan baten. -5.761meer incidentele lasten dan baten. -2.768meer incidentele lasten dan baten. In de jaren 2015-2018 is sprake van materieel evenwicht, doordat de structurele lasten worden gedekt uit de structurele baten. § 130 Uitgave Gemeente Schiedam Postbus 1501 3100 EA Schiedam Telefoon 14 010 Eindredactie Gemeente Schiedam Vormgeving en productie Gemeente Schiedam Reclamebureau lv design 131
© Copyright 2024 ExpyDoc