Turnaround Advocaten

Turnaround
Advocaten
Hét wapen tegen schijnzekerheid
De papieren versie van het verslag is identiek aan de digitale versie van het
verslag.
268 OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG
Faillissement
Faillissementsnummer
Surseancedatum:
Faillissementsdatum
Rechter-Commissaris
Curator
Laatste verslag
: Vialle BV
: F.01/ 01/432
: 24 december 2001
: 28 december 2001
: rnr. M.GA Poelman
: mr. JA van der Meer
: 9 december 2013
In onderstaand verslag worden enkel de wijzigingen ten opzichte van het vorige
verslag en de in deze verslagperiode relevante feiten vet gedrukt vermeld.
Baten:
De stand op de faillissementsrekening bedraagt per heden € 335,71.
Oorzaken faillissement - bestuurdersaansprakelijkheid:
Op 29 december 2009 heeft het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch in hoger beroep bestuurder
Bruinsma veroordeeld tot betaling aan de boedel van een bedrag van € 2.000.000,-. Tegen
voormeld arrest is geen cassatieberoep ingesteld. De curator heeft executoriaal derden beslag
gelegd onder de bestuurdersaansprakelijkheidsverzekeraar van de heer Bruinsma. In verband
met de door de verzekeraar in de optiek van de curator ondeugdelijk afgelegde verklaring is
tegen voormelde verzekeraar vervolgens een verklaringsprocedure aanhangig gemaakt. De
hoogte van de uiteindelijke uitkering hangt af van het bedrag van de dekking onder voormelde
verzekering.
De tegen de commissarissen reeds aanhangige procedure zal thans worden voortgezet.
Tegen de verzekeraar is een kort geding aanhangig teneinde een voorschot te verkrijgen op de
uitkering van de bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering. De Voorzieningenrechter heeft
geoordeeld dat het oordeel van de rechter in de bodemprocedure (verklaringsprocedure) moet
worden afgewacht.
Verklaringsprocedure:
In de verklaringsprocedure tegen Chubb heeft op de Rechtbank Haarlem een comparitie van
partijen plaatsgevonden. Daarna is de procedure verwezen naar de rol voor conclusie van
repliek voor 22 juni jl. In verband met de oproeping door Chubb van de commissarissen als
derden in het geding (art. 118 Rv.) heeft de Rechtbank de procedure aangehouden voor
uitlating door partijen in verband met die oproeping.
Partijen hebben zich over voormelde oproeping uitgelaten, waarna de commissarissen door de
Rechtbank in het geding zijn toegelaten. Vervolgens is zijdens de commissarissen op 21
december 2011 de conclusie van dupliek genomen. Chubb heeft een nader uitstel gekregen
voor de conclusie van dupliek.
Op 1 februari 2012 heeft Chubb de conclusie van dupliek genomen. Tevens op die datum
hebben de commissarissen een incidentele conclusie tot tussenkomst in een aanhangig geding
genomen, tegen welke tussenkomst de curator zich bij conclusie van antwoord in het incident
heeft verweerd. Bij vonnis in het incident van 25 april 2012 heeft de Rechtbank dit incidentele
verzoek van de commissarissen tot tussenkomst afgewezen omdat zij reeds partij zijn in het
Turnaround
Advocaten
Hét wapen tegen schijnzekerheid
geding. Vervolgens is de procedure door de Rechtbank naar de rolzitting van 18 juli 2012
verwezen voor antwoordconclusie aan de zijde van de curator en Chubb.
De procedure staat voor vonnis op 16 januari 2013.
De Rechtbank Haarlem heeft op 24 april 2013 tussenvonnis gewezen waarbij de rechtbank
heeft bepaald dat Chubb tot afgifte van een bedrag van € 300.291,52 aan de curator zal worden
veroordeeld (r.o. 4.21), welke veroordeling uitvoerbaar bij voorraad zal worden verklaard. In
verband met nog enkel het uitlaten van de commissarissen over het standpunt van Chubb over
de door hen gevorderde wettelijke rente heeft de Rechtbank de zaak naar de rol verwezen voor
antwoordakte aan de zijde van de commissarissen. Chubb en de commissarissen hebben
vervolgens de rechtbank verzocht toestemming te verlenen hoger beroep tegen het
tussenvonnis van 24 april 2013 in te mogen stellen. Ondanks het bezwaar daartegen van de
curator is die toestemming verleend. Inmiddels hebben commissarissen hoger beroep ingesteld
tegen de rolzitting van 3 september 2013.
Op 12 november 2013 hebben de commissarissen de memorie van grieven ingediend. De
curator staat voor memorie van antwoord op 7 januari 2014.
De curator heeft de memorie van antwoord genomen. De procedure is verwezen naar de
rol voor arrest op 26 augustus 2014.
Hoger beroep incident zekerheidstelling proceskosten:
De curator heeft met toestemming van de Rechtbank Haarlem (art. 3371id 2 Rv.) en de Rechter
- Commissaris hoger beroep ingesteld tegen het tussenvonnis incident waarin de curator is
veroordeeld tot het stellen van zekerheid voor een proceskostenveroordeling (art. 477 a lid 2
Rv.). De memorie van grieven is op 24 mei 2011 genomen. Chubb staat voor memorie van
antwoord.
De memorie van antwoord door Chubb is genomen. De zaak staat voor arrest op 7 februari a.s.
Bij arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 14 februari 2012 heeft het Gerechtshof het hoger
beroep van de curator afgewezen. In overleg met de Rechter - Commissaris is geen cassatie
ingesteld.
Procedure tegen commissarissen:
In de voortgezette procedure tegen de commissarissen heeft de curator op de rolzitting van 6
oktober 2010 conclusie na tussenvonnis genomen. Op de rolzitting van 1 december 2010
hebben de commissarissen vervolgen conclusie van antwoord na tussenvonnis genomen. De
procedure staat thans op de rol van 15 december 2010 voor uitlaten ex artikel 2.11
Procesreglement.
In de procedure tegen de commissarissen heeft op 31 mei jl. ten overstaan van de Rechtbank
Den Bosch het pleidooi plaatsgevonden. De rechtbank heeft de zaak verwezen naar de rol van
20 juli 2011 voor uitspraak. De Rechtbank heeft laten weten dat in verband met de verwijzing
van de procedure naar de meervoudige kamer het niet de verwachting is dat dan uitspraak zal
kunnen worden gedaan.
Op 9 november 2011 heeft de Rechtbank vonnis gewezen, houdende afwijzing van de
vordering van de curator (Rolnummer 101349/ HA ZA 03-2069). In overleg met de Rechter Commissaris wordt bepaald of al dan niet hoger beroep tegen dit vonnis wordt ingesteld.
In overleg met de Rechter - Commissaris is besloten geen hoger beroep in te stellen tegen het
vonnis van 9 november 2011.
Turnaround
Advocaten
Hét wapen tegen schijnzekerheid
Concurrente - preferente schulden:
Sinds het vorige verslag is er nagenoeg geen wijziging in de lijst van schuldvorderingen
opgetreden.
Vooruitzichten/werkzaamheden curator:
Gelet op de stand van de boedel op dit moment, zoals hierboven beschreven, verwacht de
curator geen uitkering aan concurrente schuldeisers te kunnen doen.
De verdere werkzaamheden van de curator zullen zich beperken tot de kwestie van de
bestuurdersaansprakelijkheid.
In de verslagperiode is 10,0 uur aan onderhavig faillissement besteed.
Best, 26 juni 2014
J.A. van der Meer
Curator