RCF kenniscentrum handhaving - Fraudepreventie in het

Fraudepreventie in het sociale domein
Handhaving op het snijvlak van de decentralisaties
WHITEPAPER
Auteur(s):
Lazlo van Donkelaar – DENSA
Pim Kalkman - DENSA
Datum:
januari 2014
Inleiding
Samenvatting
Vanuit het regeerakkoord “Bruggen slaan”
tussen VVD en PvdA (oktober 2012) krijgen
gemeenten te maken met nieuwe taken in
het sociale domein op het gebied van de
WMO, Jeugdzorg en arbeidsparticipatie.
Ook de middelen om die taken uit te voeren
worden overgeheveld naar de gemeenten.
Gemeenten
worden
daarbij
wel
geconfronteerd met bezuinigingen door de
Rijksoverheid op de beschikbare budgetten,
waarmee de noodzaak voor controle op
doelmatige en rechtmatige besteding alleen
maar groter wordt. Het thema handhaving is
in de meeste aanpakken tot nu toe
onderbelicht. De in deze whitepaper
gepresenteerde
aanbevelingen
helpen
gemeenten om handhaving te integreren in
hun totaalaanpak in het sociale domein.
Met de nieuwe rol van gemeenten in het
sociale domein verandert ook de naleving.
Een meer geïntegreerde dienstverlening naar
burgers, met een sterk preventief karakter, is
noodzakelijk. Preventie van fraude is voor
zowel burger als overheid veel effectiever én
vriendelijker dan handhaving achteraf. Om dit
te bereiken zijn een drietal uitgangspunten
geformuleerd, die gemeenten kunnen helpen
een preventieve aanpak te realiseren. Tot slot
zijn concrete actiepunten benoemd.
Het is van belang dat de aanpak wordt
gedragen door uitvoerenden, management,
beleidmakers en bestuurders. Het gaat
daarbij om gezamenlijke visieontwikkeling,
scholing van medewerkers, aanpassen van de
organisatie en het inzichtelijk maken van het
maatschappelijk én financieel rendement van
preventie.
Voor wie is deze whitepaper bedoeld?
Deze whitepaper is bedoeld voor iedereen die betrokken is bij dienstverlening in het sociale domein
waarbij middelen worden ingezet om burgers te ondersteunen. Daarbij gaat het niet uitsluitend om
de handhavers, maar om iedereen die te maken heeft met klantcontacten op het gebied van WMO,
arbeidsparticipatie, uitkeringen en voorzieningen.
1
Januari 2014 | Fraudepreventie in het sociale domein
Kader
Gemeenten krijgen een cruciale rol toebedeeld in de ingrijpende verbouwing die het
kabinet voorstaat op het gebied van de verzorgingsstaat, woningmarkt en arbeidsmarkt.
Verder brengen veranderingen binnen de sociale zekerheid en het inkomensbeleid met
zich mee dat handhavingsthema’s op een andere wijze gehanteerd moeten worden.
De wetgeving, overige kaders en betrokken partners kennen veelal een regionale en
interregionale context, waardoor gemeenten met elkaar of met niet-gemeentelijke
partners dienen samen te werken. Een optimale samenwerking kan leiden tot het beter
recht- en doelmatig inzetten van budgetten, maar is in de praktijk soms moeilijk
realiseerbaar, mede omdat individuele gemeenten verantwoordelijk zijn voor hun eigen
handhavings- en sanctiebeleid.
Het thema handhaving is in de meeste ontwikkelingen en notities onderbelicht, terwijl
gelet op het solidariteitsprincipe van het Nederlandse sociale stelsel, handhaving van
oudsher hoort bij recht- en doelmatig besteden van middelen en als deel van de
uitvoeringsketen nu nog belangrijker wordt. Vanuit handhavingsperspectief redeneren,
levert een bijdrage aan een helder uitvoeringsproces. Het inzetten van handhaving aan
het begin van het uitvoeringsproces is beter voor burgers en gemeenten aangezien door
vroegtijdige signalering wordt voorkomen dat bij oneigenlijk gebruik van een regeling
de schade te hoog oploopt, waardoor het inzetten van kostbare instrumenten als
strafrecht, terugvordering en schuldsanering kunnen worden voorkomen. Ook de
uitvoeringsproblemen bij de nieuwe fraudewet kunnen verminderen bij een meer
preventieve aanpak. Door handhaving te integreren in het begin van het proces
ontstaat een win-win situatie voor zowel de samenleving als de gemeentelijke
organisaties. Goed vormgegeven gemeentelijke handhaving in het sociale domein is
bescherming van burgers en de eigen organisatie.
Uitgangspunten handhaving in het sociale domein
Voor de benadering van handhaven in het sociale domein hanteren we drie belangrijke
uitgangspunten:
a. Cirkel van naleving
De cirkel van naleving gaat uit van een continu proces met de volgende onmisbare
elementen gericht op zowel preventie als repressie:
1. Vroegtijdige voorlichting geven en duidelijke afspraken maken.
2. Naar klanten toe doen wat je belooft en afspreekt (optimaliseren van de
dienstverlening).
3. Afspraken effectief en tijdig controleren (vroegtijdige detectie en afhandeling).
4. Het niet nakomen van afspraken opsporen en sanctioneren (daadwerkelijk
sanctioneren).
Handhaving kent zowel preventieve als repressieve elementen. Om de beeldvorming
m.b.t. handhaven gericht te beïnvloeden zodat uiteindelijk de uitvoering effectiever
wordt, ligt de nadruk meer op preventie (1 en 2) en wat minder op de repressie (3 en
4). Dat levert meer positieve aanknopingspunten op bij de organisatie van de
uitvoeringsstructuur.
2
Januari 2014 | Fraudepreventie in het sociale domein
• Draagvlak
creeren
• Preventie
• Draagvlak
benutten
Optimaliseren
dienstverlening
Vroegtijdige
detectie
Vroegtijdig
informeren
Daadwerkelijk
sanctioneren en
invorderen
• Repressie
b. Organisatie van de handhaving
Om echt slagen te kunnen maken in het verbeteren van de afstemming en samenhang
van de dienstverlening moet de gemeentelijke organisatie de processen goed onder de
loep nemen en waar nodig aanpassen. Extern in de uitvoering, maar ook intern, waarbij
het gaat om een gemeenschappelijk gedragen handhavingsaanpak. Zo kan stapeling van
fraude (meerdere wetsgebieden en/of lengteduur) voorkomen worden binnen het
gehele sociale domein. Deze start bij fraude alertheid bij medewerkers die in contact
zijn met burgers (bijvoorbeeld in de wijk). Daarnaast dient rechtmatig en doelmatig
besteden van middelen bij alle aanbestedingen een rode draad te zijn, waarbij het
nakomen van de gemaakte afspraken controleerbaar moet zijn.
Informatie gestuurde handhaving biedt kansen om met meer rendement te handhaven.
De nieuwe Wet Bestandskoppelingen biedt daarvoor perspectieven. Uit datakoppelingen
ontstaat een duidelijk risicodossier: zowel vooraf (preventie, voordat nieuwe middelen
worden ingezet) als achteraf (vroegtijdige detectie, sanctionering). Op basis van het
zichtbare risicobeeld kunnen conclusies getrokken worden of kan gerichter onderzoek
worden verricht. Daarmee wordt ook de “pakkansbeleving” maximaal beïnvloed.
c. Interventiepiramide
Naast de cirkel van naleving en de informatie gestuurde handhaving kan ook gebruik
worden gemaakt van de interventiepiramide. Dit denkmodel over handhaving is een
hulpmiddel om die interventie te kiezen die het beste aansluit op het moment van
dienstverlening en de eventuele motieven van de doelgroep om regels te overtreden.
Qua denken sluit dit aan bij de “cirkel van naleving”. De piramide geeft werkwijzen
aan die een breed en langdurig effect hebben. Voor maximaal effect van de
interventies moet de handhavingsstijl van de gemeente en de betrokken organisaties
wel aansluiten en consequent in alle dienstverlening worden doorgevoerd. Het is
daarom goed om vooraf een gezamenlijke visie op handhaven te ontwikkelen. Op basis
daarvan kunnen vooraf afspraken worden gemaakt en is er draagvlak voor de aanpak
gecreëerd.
3
Januari 2014 | Fraudepreventie in het sociale domein
Een voorbeeld: de familie de Groot
Ter illustratie van de complexiteit van de problematiek: de casus familie de Groot.
Moeder Jolanda woont alleen met twee kinderen. Zij heeft een bijstandsuitkering. Ze is
twee jaar geleden minder-valide geworden door een auto-ongeluk. Daardoor zijn
aanpassingen in het huis nodig. De kinderen hebben verschillende vaders met wie geen
contact meer is. Jolanda wil wel werken, maar het lukt haar niet om een baan te
krijgen. Soms valt ze in als telefoniste. Zoon Frenk is 16. Hij heeft ADHD. Hij is
inmiddels twee keer opgepakt door de politie voor een vechtpartij en een inbraak.
Frenk heeft zijn school niet afgemaakt en zit thuis. Dochter Ingrid is licht verstandelijk
gehandicapt, heeft weinig structuur en begint de laatste tijd thuis onwenselijk gedrag
te vertonen.
Dit voorbeeld bevestigt dat integraal kijken naar de gezinssituatie en een preventieve
aanpak van het allergrootste belang is. Samengevat heeft dit gezin straks in ieder geval
met de volgende wetten en regelingen te maken:
4
Participatiewet
Bijstandsuitkering Jolanda
WMO
Individuele begeleiding Jolanda
Jeugdzorg/passend
onderwijs/leerplicht
Gedragsproblemen en
schoolsituatie Frenk en Ingrid
Fraudewet
Jolanda heeft invalbaan als
telefoniste niet gemeld. 100%
boete?
Januari 2014 | Fraudepreventie in het sociale domein
Overwegingen
Als we uitgaan van de nieuwe gemeentelijke taken op het gebied van de
verzorgingsstaat en de arbeidsmarkt, dan ligt de focus op een integrale aanpak waarbij
preventie van (bewuste of onbewuste) fraude een belangrijk uitgangspunt is. Daarbij
spelen de volgende overwegingen:
•
•
•
•
•
•
Er is een “andere bril” nodig bij handhaving in het sociale domein. Dit betekent dat
medewerkers die in contact met burgers staan een meervoudig kijk moeten
ontwikkelen en integraal moeten gaan denken en handelen.
Focus op de eerste stap in de Cirkel van Naleving (preventie)
o Fraude ontstaat door onbekendheid met mogelijkheden en (complexe)
regelgeving
o Straffen werkt soms niet. De boete (fraudewet) kan leiden tot onbegrip en
zelfs tot een “knock out” van de burger.
o Handhaving is feitelijk preventieve dienstverlening aan de burger. Helpen
en handhaven behoren tot hetzelfde proces. Fraudebewustzijn bij ieder
klantcontact is normaal, zonder in een argwanende of controlerende rol te
zitten. Duidelijke afspraken maken en nakomen is de norm, zowel voor
burger als de gemeente zelf.
o Binnen de transities in het sociale domein staat de eigen kracht van burgers
centraal. Dit gaat niet vanzelf. Ondersteuning (en dus ook preventie van
fraude) blijft noodzakelijk.
Stel je als organisatie de vragen: hoeveel geld haal je daadwerkelijk terug bij
fraude? Is opsporen van fraude achteraf een succes of juist een tekortkoming van
de dienstverlening?
Tips voor meetbaarheid van preventie bij handhaven:
o beperken schadelast in totaal en per gezin
o mate van terugvorderbaarheid bij fraude en inbaarheid van boetes
o Beperken lengteduur van de fraude
Een klein deel van de burgers gebruikt een groot deel van de voorzieningen en
ondersteuning. In de steden is er een overlap van WMO-klanten en
uitkeringsgerechtigden van 30 tot 60 %. Dit bevestigt de noodzaak van integraliteit
in het sociale domein.
De urgentie voor preventie bij de participatiewet wordt nog vergroot door
uitbreiding van de doelgroep met ex-WSW-ers en ex-Wajongers.
Call to action
Wat betekenen deze overwegingen voor de gemeenten? Welke acties zijn er nodig? Hoe
ontwikkelen we een integrale aanpak en wat betekent dit voor de gemeentelijke
organisatie? Hoe zorgen we ervoor dat de aanpak “tussen de oren” komt? Een complex
proces dat goed ingezet moet worden. Niet alleen op rendement, maar ook op borging
en de betrokkenheid van partners in het veld. Daarbij spelen de volgende vragen:
1. Is er sprake van een gedeelde visie op handhaving binnen de gemeente?
2. Streeft de gemeente integraliteit na op de verschillende gebieden van
dienstverlening aan burgers en daarom ook op verschillende gebieden van
dienstverlening daarbinnen, en zo ja, op welke wijze?
3. Heeft de gemeente aandacht besteed aan vroegtijdige voorlichting en het maken
van duidelijke afspraken?
4. Is de dienstverlening voorbereid op de op handen zijnde veranderingen?
5. Zijn de eisen voor daadwerkelijk sanctioneren duidelijk en is men daar op
voorbereid?
5
Januari 2014 | Fraudepreventie in het sociale domein
6. Wat merkt de burger hier van en wat zijn de risico’s, voor zowel de burger als de
gemeente?
•
•
•
•
•
6
Om deze vragen te kunnen beantwoorden, zijn de volgende acties wenselijk:
Voer het gesprek binnen de gemeente over een gezamenlijk kader voor naleving,
zowel op bestuurlijk, beleidsmatig als uitvoerend niveau.
Stuur op de organisatiestructuur. Zorg voor een integrale aanpak, waarbij
handhaving en fraudepreventie aan het begin van het traject aandacht krijgen.
School medewerkers. Leer hen “meervoudig en integraal” te kijken. Zorg voor bv.
kenniskringen en intervisiebijeenkomsten.
Ken de klant en de vindplaats. Wetten en regelingen geven kaders, maar de klant
en zijn leefomgeving zijn leidend.
Waardeer het maatschappelijk rendement van preventie op naleving. De effecten
van een preventieve aanpak van naleving zijn moeilijker te kwantificeren dan
handhaving achteraf. Toch is het maatschappelijk rendement van een preventieve
aanpak voor zowel burger als overheid veel groter.
Januari 2014 | Fraudepreventie in het sociale domein
•
•
•
•
Deze notitie is tot stand gekomen door een gezamenlijk onderzoek door RCF
Gelderland, RCF Overijssel en DENSA Adviseurs BV. In dit onderzoek is een
verkenning gemaakt van de mogelijkheden om vanuit het perspectief van
handhaving bij te dragen aan het gedegen en goed borgen van de nieuwe
wetgeving in het sociale domein.
In het onderzoek zijn de volgende activiteiten aan de orde geweest:
Literatuuronderzoek
Interviews in de gemeenten/regio’s/instellingen:
o Amsterdam
o Rotterdam
o Utrecht
o Nijmegen
o Roosendaal
o Enschede
o Lelystad
o Goeree Overflakkee
o Regio Rivierenland
o Ingrado
o RCF kenniscentrum
Een expertmeeting met alle geïnterviewden
Twee voorlichtingsbijeenkomsten voor wethouders in Gelderland en Overijssel
Voor vragen neem contact op met:
DENSA adviseurs BV
Lazlo van Donkelaar
J.H. Kielastraat 27
3465 KV Driebruggen
T 0348-2000 10
[email protected]
www.densa.nl
7
RCF Kenniscentrum Gelderland
Roland van der Pluym
Marienburg 30
6511 PS Nijmegen
T 024-3292851
www.naleving.net
Januari 2014 | Fraudepreventie in het sociale domein