Jaarrekening 2013 Uitgave Stadsgewest Haaglanden juni 2014 Stadsgewest Haaglanden Schedeldoekshaven 101 Postbus 66 2501 CB Den Haag T070 7501 500 [email protected] Iwww.haaglanden.nl Fotografie Goedgekeurd op 25 juni 2014 ruimte Nivo, Delfgauw wonen Druk milieu Zwart op Wit, Delft verkeer en vervoer Ontwerp economie jeugdzorg Zwart op Wit, Delft Paul Lunenburg Sicco van Grieken Stadsgewest Haaglanden Jaarrekening 2013 Goedgekeurd op 25 juni 2014 Inhoudsopgave Deel 1 Jaarverslag 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 2 Kerngegevens 10 3 Programmaverantwoording 13 13 17 17 20 23 Inhoudsopgave 2 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.3 3.4 3.4.1 3.4.2 3.5 3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.6 3.6.1 3.6.2 3.6.3 3.6.4 3.6.5 3.7 Programma Bestuur Programma Mobiliteit Programmaonderdeel Openbaar Vervoer Programmaonderdeel Verkeer Algemene aanpak, ondersteuning en financiering van de verschillende beleidsdoelstellingen Programma Jeugdzorg Programma Economie Programmaonderdeel Werken Programmaonderdeel Toerisme en Cultuur Programma Milieu Programmaonderdeel Luchtkwaliteit Programmaonderdeel Externe Veiligheid Programmaonderdeel Overige activiteiten Programma Ruimte Programmaonderdeel Ruimtelijke Ordening Programmaonderdeel Water en Waterkader Programmaonderdeel Groen Programmaonderdeel Europa Programmaonderdeel Financiering Woningbouw Programma Wonen 4 Paragrafen 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 Paragraaf 1 Weerstandsvermogen Paragraaf 2 Onderhoud Kapitaalgoederen Paragraaf 3 Financiering Paragraaf 4 Bedrijfsvoering Paragraaf 5 Verbonden partijen Paragraaf 6 Grondbeleid 6 27 31 31 32 35 35 35 36 39 39 42 42 44 46 49 54 54 58 58 61 63 63 Deel 2 Jaarrekening 65 Hoofdstuk 5 Balans 2013 66 6 Recapitulatiestaat programmarekening 68 7 Programmarekening 2013 70 8 Toelichtingen 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 Staat van herkomst en besteding van middelen Waarderingsgrondslagen Toelichting op de balans Toelichting op de programmarekening Analyse begrotingsafwijkingen en begrotingsrechtmatigheid Deel 3 Overige gegevens 86 86 87 89 106 110 115 Hoofdstuk 9 Besluit 117 10 Controleverklaring Bijlagen 1 2a 2b 3 4 5 6 7 118 Kostenverdeelstaat Overzicht personeelssterkte en -lasten Specificatie personeelslasten Berekening bijdrage per gemeente Sisa-overzicht Overzicht beleggingen BOR Kwartaaloverzichten liquiditeitspositie Toelichting op gebruikte afkortingen Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 120 120 121 122 123 124 130 131 133 3 4 Deel 1 Jaarverslag Hoofdstuk 1 Inleiding Voor u ligt de jaarrekening 2013. Bij de opstelling van de begroting 2013 is uitgegaan van de situatie, zoals die begin 2012 bekend was. De cijfers zijn met twee begrotingswijzigingen geactualiseerd. De verschillen tussen de begroting en realisatie worden in het hoofdstuk Analyse begrotingsafwijkingen en begrotingsrechtmatigheid toegelicht. Voor de toekomst van het Stadsgewest Haaglanden als Wgr-plusregio zijn twee ontwikkelingen van belang: 1. Het Kabinet is voornemens om de Wet Gemeenschappelijke Regelingen Plus (Wgr-plus), waarop de plustaken van het huidige Stadsgewest Haaglanden zijn gebaseerd, met ingang van 1 januari 2015 in te trekken. 2. Gemeenten zijn bezig met de opbouw van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH). In de gemeenschappelijke regeling MRDH is opgenomen dat deze in werking treedt op de dag nadat de Eerste Kamer het voorstel voor de Wet afschaffing plusregio’s heeft aangenomen. In de nota ‘Bestuur en bestuurlijke inrichting: tegenstellingen met elkaar verbinden’, die de regering op 10 oktober 2011 aan beide Kamers der Staten-Generaal heeft gezonden is de visie over de bestuurlijke inrichting van het land gegeven. In deze visienota wordt de opheffing van de Wgr-plus-status voor de stadsregio’s aangekondigd. In het regeerakkoord van het huidige kabinet Rutte II wordt dit voornemen opnieuw geformuleerd. Op 17 juni 2013 heeft de minister de Wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en enkele andere wetten in verband met de afschaffing van de plusregio’s (‘Wet afschaffing plusregio’s’) aan de Tweede Kamer aangeboden. In het wetsvoorstel wordt geregeld dat de wettelijke taken en de bijbehorende financiële middelen (BDU) voor Verkeer en Vervoer van het huidige Stadsgewest Haaglanden en de stadsregio Rotterdam worden toegekend aan een vervoerregio. In de aanbiedingsbrief bij het wetsvoorstel wordt de beoogde datum van inwerkingtreding genoemd, namelijk 1 januari 2015. De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft de fracties in de gelegenheid gesteld om tot 5 september 2013 vragen te stellen over het wetsvoorstel. Het verslag van bevindingen van de Kamercommissie is op 11 september 2013 vastgesteld. In zijn brief van 14 november 2013 geeft minister Plasterk een nadere toelichting op zijn nota ‘Bestuur in samenhang’ naar aanleiding van de door de Eerste Kamer aangenomen motie Vliegenthart. Op 20 november publiceert de minister een nota van beantwoording (dagtekening 8 november 2013) naar aanleiding van vragen die de Tweede Kamer heeft gesteld over de ‘Wet afschaffing plusregio’s’. In beide nota’s bevestigt de minister de opheffing van de Wgr-plus per 1 januari 2015. Inhoudelijk zijn er geen principiële wijzigingen ten opzichte van het op 17 juni 2013 gepresenteerde wetsontwerp. Inleiding Op 15 april 2013 zijn de voorstellen voor de gemeenschappelijke regeling MRDH inclusief een concept Verordening Vervoersautoriteit en de contouren van de Strategische Agenda aangeboden aan de 24 colleges van de gemeenten binnen de stadsregio Rotterdam en het Stadsgewest Haaglanden. Aan de colleges is gevraagd om te bevorderen dat de gemeenten zich voor 1 augustus 2013 uitspreken over de voorstellen. Op basis van de reacties zijn de voorstellen aangepast en op 28 oktober 2013 is het definitieve voorstel voor de gemeenschappelijke regeling MRDH aangeboden aan de 24 colleges met het verzoek om deze aan de gemeenteraden voor te leggen met als doel de regeling nog in 2013 te treffen. Vanwege de door het Rijk aangekondigde intrekking van de Wgr-plus en de start van de MRDH met de pijlers VA en Economie, heeft het dagelijks bestuur van het Stadsgewest op 13 maart 2013 de intentie uitgesproken dat de gemeenschappelijke regeling Stadsgewest Haaglanden per 1 januari 2014 wordt beëindigd. Hier heeft men twee voorwaarden aan verbonden: per die datum moet de Wgr-plus zijn 6 afgeschaft én de beleidstaken Verkeer en Vervoer en Economie moeten zijn ondergebracht in de MRDH. Vanwege de vertraging in het wetgevingstraject is deze datum verschoven naar 1 januari 2015. Het dagelijks bestuur van het Stadsgewest heeft, conform het advies van de Kring van gemeentesecretarissen, op 18 oktober 2013 besloten in te zetten op een plaatsing van het volledige personeel van het Stadsgewest Haaglanden in een vaste aanstelling volgens een vast te stellen verdeelsleutel uiterlijk per 1 januari 2015, volgens de rechtspositie van de ontvangende gemeente. Aan de Kring is de opdracht gegeven om een zorgvuldig en geregisseerd plaatsingsproces te ontwerpen. Voor wat betreft de huidige taken van het Stadsgewest Haaglanden die niet naar de MRDH overgaan, heeft het dagelijks bestuur op 18 oktober 2013 besloten om eerst de nadere uitwerking van de bestuurlijk platforms MRDH af te wachten en daarna te verkennen voor welke taken van het Stadsgewest Haaglanden een oplossing gevonden moet worden om de inhoudelijke continuïteit te waarborgen. Het dagelijks bestuur heeft daarbij aangegeven dat bij die verkenning dan ook over de grenzen van de negen gemeenten heen gekeken kan worden. Dit omdat voor sommige beleidsterreinen samenwerking met andere dan Haaglandengemeenten kansen biedt. Het initiatief voor de verkenning ligt bij de Kring van gemeentesecretarissen. Bij de samenstelling van de jaarrekening 2013 was de wetswijziging tot opheffing van de ‘plusstatus’ nog niet behandeld in de Tweede Kamer. De activa zijn in deze jaarrekening gewaardeerd tegen going concern-waarde en er is geen reorganisatie voorziening opgenomen. De bij opheffing van het Stadsgewest benodigde afkoop van contracten is meegenomen in de paragraaf weerstandsvermogen. De WNT (Wet Normering bezoldering Topfunctionarissen publieke en semipublieke sector) stelt een maximum aan de bezoldiging van topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector. De algemene bezoldigingsnorm van de WNT bedraagt na indexering voor 2013: € 228.599. Dit bedrag is opgebouwd uit de volgende onderdelen: cc Bruto beloning: € 187.340 cc Belastbare vaste en variabele kostenvergoedingen: € 8.069 cc Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn: € 33.190. In overeenstemming met de WNT, dat is ingevoerd op 1 januari 2013, worden onderstaande gegevens van de voormalige secretaris vermeld. Naam Beloning Belaste variabele en vaste onkostenvergoeding Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn Functie Duur en omvang van het dienstverband in het boekjaar M.F. Stein F 121.857,05 F 44,10 F 8.127,12 Secretaris 12 maanden voltijds dienstverband Verder zijn de leden van het algemeen en dagelijks bestuur van Stadsgewest Haaglanden onbezoldigd, waardoor zij niet getoetst worden voor de WNT. Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 7 Bestuursorganen en portefeuilleverdeling dagelijks bestuur Totdat het Stadsgewest Haaglanden beëindigd wordt, bestaat het Stadsgewest uit de volgende bestuursorganen: het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter. Het algemeen bestuur heeft vijf adviescommissies ingesteld: cc de commissie Ruimtelijke Ordening, Grondbeleid, Volkshuisvesting en Milieu (RGVM); cc de commissie Verkeer en Vervoer en Economische Zaken (VVEZ); cc de commissie Jeugdzorg; cc de commissie van advies voor bezwaarschriften; cc de Rekeningcommissie. De programma’s zijn als volgt verdeeld over de leden van het dagelijks bestuur: Programma (onderdeel) (Regio)bestuurder Voorzitter Bestuur Jeugdzorg Wonen Concernzaken, Communicatie en Europa Groen, Recreatie en Toerisme Milieu Financiën Economie Mobiliteit Ruimte J.J. van Aartsen drs. F.H. Buddenberg ir. B. Emmens drs. J.Th. Hoekema mr. M.A. Houtzager H.H.V. Horlings W.A. Mateman J. van der Tak drs. P.W.M. Smit mr. drs. G.A.A. Verkerk Het resultaat en de voorgestelde bestemming Het jaar 2013 kon worden afgesloten met een voordelig resultaat van € 660.454. Gelet op de verwachte opheffing van Stadsgewest Haaglanden, wordt voorgesteld om € 100.000 van dit resultaat toe te voegen aan de bestemmingsreserve Mobiliteitsbevordering en de rest van het voordelige resultaat toe te voegen aan de algemene reserve. Op een later moment in 2014 kan bij het opstellen van het liquidatieplan voor de gehele algemene reserve worden besloten over een voorstel tot besteding en bestemming. Voorstel resultaatbestemming Op 17 februari 2010 heeft het algemeen bestuur de nota Risico’s en weerstands vermogen vastgesteld. In deze nota wordt de omvang van het weerstandsvermogen, afhankelijk van de werkelijke risico’s, vastgesteld op een bandbreedte tussen de € 5 miljoen en € 10 miljoen. Het algemeen bestuur heeft ook bepaald dat het weerstandsvermogen uit eigen middelen wordt opgebouwd en dat eventuele exploitatieoverschotten worden toegevoegd, totdat de ondergrens bereikt is. Daarna worden naar behoefte middelen toegevoegd aan het weerstandsvermogen. Gelden worden aan gemeenten teruggestort, nadat de bovengrens van de bandbreedte bereikt is. Door de voorgenomen intrekking van de Wgr-plus en de vorming van de MRDH is de kans groter dat het risico ‘bestuurlijke ontwikkelingen’ (zie risicoparagraaf) zich voordoet en heeft de egalisatiereserve de benodigde ondergrens niet bereikt. Dit risico nam nominaal sterk af, doordat de gemeenten toezegden het overtollige personeel over te nemen. Inleiding Als verdeling van het resultaat wordt voorgesteld: 1. een bedrag van € 100.000 beschikbaar te stellen voor het mobiliteitsbeleid van het Stadsgewest Haaglanden en te storten in de bestemmingsreserve Mobiliteitsbevordering; 2. het resterende bedrag van € 560.454 toe te voegen aan de egalisatiereserve. 8 Marap’s In de verslagperiode zijn twee Marap’s uitgebracht, die op 10 juli en op 27 november 2013 door het algemeen bestuur zijn vastgesteld. Digitaal PR-jaarverslag 2013 Begin 2014 is het digitale PR-jaarverslag 2013 verschenen. In dit PR-jaarverslag wordt een aantal markante projectresultaten die in 2013 zijn behaald, uitvergroot in korte teksten, films, infographics, fotografie en cijfers. Het digitale PR-jaarverslag 2013 van het Stadsgewest Haaglanden is te raadplegen op www.haaglanden.nl/jaarverslag2013. Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 9 Hoofdstuk 2 Kerngegevens Kerngegevens Aantallen inwoners bedragen in euro’s Bron CBS Bron CBS Begroting 2012 2013 2015 1-1-2012 Groei % 1-1-2013 Groei % 1-1-2014 Kerngegevens Delft 98.675 Den Haag 502.055 Leidschendam-Voorburg 72.405 Midden-Delfland 18.225 Pijnacker-Nootdorp 50.103 Rijswijk 46.990 Wassenaar 25.762 Westland 101.980 Zoetermeer 122.331 Totaal 1.038.526 10 422 3.801 183 26 351 382 -106 718 761 6.538 0,4 99.097 0,8 505.856 0,3 72.588 0,1 18.251 0,7 50.454 0,8 47.372 -0,4 25.656 0,7 102.698 0,6 123.092 0,6 1.045.064 984 3.923 877 197 626 269 -59 574 497 7.888 1,0 100.08 0,8 509.779 1,2 73.465 1,1 18.448 1,2 51.080 0,6 47.641 -0,2 25.597 0,6 103.272 0,4 123.589 0,8 1.052.952 Financiële structuur bedragen in euro’s Totaal bedragen 2013 2012 Totaal bedragen per inwoner 2013 2012 Totaal baten 412.897.526 404.916.759 395,09 389,90 Specificatie Bijdragen van het Rijk Bijdragen van derden Bijdragen van gemeenten, algemeen Bijdragen van gemeenten, Fonds Groen Haaglanden Bijdragen van gemeenten, MOB-fonds Renten en balansmutaties 368.087.208 24.363.914 5.725.450 1.045.064 366.453.166 18.882.753 4.790.448 1.038.526 352,21 23,31 5,48 1,00 352,86 18,18 4,61 1,00 9.653.337 4.022.552 9.325.311 4.426.555 9,24 3,85 8,98 4,26 Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 11 Programma Bestuur Hoofdstuk 3 Programmaverantwoording 3.1 Programma Bestuur Het Stadsgewest Haaglanden is een plusregio (Wgr-plus, november 2005) waarin negen gemeenten in de regio Haaglanden met elkaar samenwerken, namelijk de gemeenten Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, PijnackerNootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer. Het Stadsgewest is een vorm van verlengd lokaal bestuur en kent geen open huishouding. Het voert alleen die taken uit die bij of krachtens de wet zijn opgedragen of die door de provincie (in geval van de jeugdzorg) of de negen gemeenten zijn overgedragen. Het bestuur zet zich in voor projecten en investeringen die het economisch functioneren, de werkgelegenheid en het vestigingsklimaat van de regio ten goede komen. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om taken op het gebied van verkeer en vervoer, economie, ruimte, wonen, groen, jeugdzorg, milieu en Europa. Het Stadsgewest kent drie bestuursorganen: het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter. Het algemeen bestuur bestaat uit leden die de gemeenteraden van de negen stadsgewestelijke gemeenten uit hun midden en uit de colleges van burgemeester en wethouders kozen. Het dagelijks bestuur wordt door en uit leden van het algemeen bestuur gekozen. Alle gemeenten die binnen het Stadsgewest samenwerken zijn met één lid per gemeente in het dagelijks bestuur vertegenwoordigd. Het is in het Stadsgewest gebruik dat deze leden lid zijn van het college van burgemeester en wethouders. De burgemeester van Den Haag is qualitate qua voorzitter van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur. Het algemeen bestuur vergadert ongeveer zes maal per jaar. De vergaderingen zijn openbaar. Het dagelijks bestuur vergadert tweewekelijks en deze vergaderingen zijn besloten. Dit alles gebeurt op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen en bepalingen van de gemeenschappelijke regeling van het Stadsgewest. Het algemeen bestuur telde in het verslagjaar 65 leden. Uit zijn midden heeft het algemeen bestuur vijf commissies van advies ingesteld: de commissie voor Ruimtelijke Ordening, Grondbeleid, Volkshuisvesting en Milieu (RGVM), de commissie voor Verkeer en Vervoer en Economische Zaken (VVEZ), de commissie Jeugdzorg en de Rekeningcommissie. Het Stadsgewest Haaglanden kent ook een commissie van advies voor de bezwaarschriften en een commissie voor georganiseerd overleg. In beide commissies is het algemeen bestuur met één lid vertegenwoordigd. Het dagelijks bestuur bestond uit tien leden: één per gemeente en de voorzitter. Onderling heeft het dagelijks bestuur de portefeuilles verdeeld: Verkeer en Vervoer, Wonen, Ruimtelijke Ordening, Vinex-Vinac, Water- en Grondbeleid, Groen, Recreatie en Toerisme, Economie, Agribusiness, Kenniseconomie, Milieu, Jeugdzorg, Europa, Cultuur, Bestuurlijke Organisatie, Communicatie, Financiën, P&O en Juridische- en Facilitaire Zaken. Wat wilden we bereiken? Het programma stond in 2013 in het teken van: cc kiezen en doelmatig en efficiënt uitvoeren van activiteiten en investeringen doen die door de gemeenten en inwoners als nuttig en noodzakelijk worden ervaren; cc hanteren van transparante besluitvormingsprocessen, zowel voor gemeenten als voor burgers en andere belanghebbenden; cc aangaan van allianties met andere overheden en externe partijen, indien dat voor de positie van de regio nuttig en noodzakelijk is. Wat hebben we er voor gedaan? In 2013 is de vorming van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) per 1 januari 2015 krachtig voortgezet. Het Stadsgewest heeft daarvoor overleg gevoerd met de negen Haaglanden-gemeenten, de gemeente Rotterdam, de stadsregio Rotterdam en heeft bijgedragen aan de bestuurlijke en inhoudelijke opzet van de MRDH/VA. Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 13 Op 27 maart 2013 vond voor de derde maal het Metropoolcongres plaats. Deze netwerkbijeenkomst voor raads- en collegeleden werd georganiseerd door het Stadsgewest Haaglanden, de stadsregio Rotterdam en de gemeenten Den Haag en Rotterdam. Het thema van het Metropoolcongres was ‘Kwaliteiten verbinden’. De bijeenkomst telde ruim 450 deelnemers en vond plaats in de Stadsgehoorzaal in Vlaardingen. Alle 24 gemeenten van beide stadsregio’s waren vertegenwoordigd, evenals de provincie Zuid-Holland. Het Stadsgewest heeft in 2013 deelgenomen aan het Platform Zuidvleugel en er is periodiek overleg gevoerd met de overige stadsregio’s in Nederland. Verder heeft Haaglanden contacten onderhouden met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO). Alle openbare vergaderingen, bijbehorende beleidsdocumenten en besluitvorming zijn op www.haaglanden.nl gepubliceerd. Via de website van het Stadsgewest zijn de vier vergaderingen van het algemeen bestuur ‘live’ te volgen geweest. In de huis-aanhuisbladen is regelmatig aandacht besteed aan de ontwikkeling van grote regionale projecten. In juni is het digitale PR-jaarverslag 2012 verschenen dat door ruim 700 geïnteresseerden op de website is geraadpleegd. Het relatiemagazine #MRDH, dat in samenwerking met de stadsregio Rotterdam tot stand komt, verscheen driemaal in 2013. Dit magazine is bestemd voor raads- en collegeleden in beide regio’s, bedrijfsleven, maatschappelijke partijen en andere overheden. Aan de hand van projecten, plannen, trends en opinies in het metropoolgebied laat het verbindingen, samenhang en samenwerking zien. Het algemeen bestuur heeft in 2013 vier keer vergaderd. Het dagelijks bestuur vergaderde negentien keer. De commissie RGVM is vier keer bijeen geweest, de commissie VVEZ vijf keer en de commissie Jeugdzorg twee keer. De Rekeningcommissie heeft in juni aan het algemeen bestuur advies uitgebracht over de jaarrekening 2012. De commissie van advies voor de bezwaarschriften heeft in 2013 één bezwaarschrift afgehandeld. Wat heeft het gekost? Kosten programma Bestuur Werkelijk 2012 Begroting 2013 Werkelijk 2013 Totaal lasten programma bestuur Totaal baten programma bestuur Nadelig saldo programma bestuur 1.518.339 155.423 1.362.916 1.202.700 119.800 1.082.900 1.223.562 219.576 1.003.986 0,21 1,17 0,96 Programma Bestuur Baten per inwoner Lasten per inwoner Saldo per inwoner 14 bedragen in euro’s Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 15 Programma Mobiliteit 3.2 Programma Mobiliteit Wat wilden we bereiken? Het Stadsgewest Haaglanden streeft binnen het programma Mobiliteit naar het vergroten van de verkeersveiligheid en het verbeteren van de bereikbaarheid en leefbaarheid in de regio. Dit wordt gedaan door het jaarlijks opstellen en uitvoeren van het programma Mobiliteit, dat zijn basis heeft in de Regionale Nota Mobiliteit (RNM 2005), het supplement hiervan Naar een toekomstbestendige bereikbaarheid (2008) en de Update Regionale Mobiliteit (2013). De geactualiseerde en aangescherpte doelstellingen zijn meegenomen in de programmabegroting 2013. De lange-termijnambities van de RNM en het supplement worden jaarlijks geconcretiseerd en vertaald naar de korte termijn in het Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer (IPVV). Het IPVV legt vast welke partijen betrokken zijn, welke verantwoordelijkheden zij hebben en om welke kosten het gaat. Jaarlijks laat het van de diverse projecten zien hoe het gaat met de voorbereiding en uitvoering. De bezuinigingen op de Brede Doeluitkering (BDU) zijn voor de helft ten laste van het openbaar vervoer en voor de helft ten laste van verkeer gekomen. In 2013 is nog bezuinigd in de dienstregeling. Voor 2014 en verder is de bezuiniging opgevangen door de taakstelling ten aanzien van de opbrengsten voor HTM op een hoger niveau vast te stellen als gevolg van de hogere reizigersopbrengsten in het jaar 2010. Hierdoor wordt er minder subsidie aan HTM uitbetaald. Aangezien de nieuwe trams bovendien later instromen dan verwacht, is er voor het jaar 2014 en een gedeelte van 2015 minder subsidie nodig voor het betalen van de kapitaallasten van deze trams. Voor de korte termijn betekent dit dat er meer subsidie beschikbaar is voor de ‘gewone’ dienstuitvoering. Voor de jaren 2017 tot en met 2026 is een hoofdlijnenakkoord gesloten met de HTM. De invulling van de volledige, op dit moment bekende, bezuinigingsopgaaf, is door dit hoofdlijnenakkoord gerealiseerd. Er wordt niet gesneden in het voorzieningenniveau. De bezuiniging wordt gevonden in een efficiënter werkende HTM en een lager vooraf gecalculeerd rendement voor de HTM. De bezuinigingen voor verkeer zijn gevonden door in de begroting tot 2024 te korten op verschillende programmabudgetten. Het resultaat daarvan heeft zijn weerslag gevonden in het IPVV 2013 en IPVV 2014. Vooralsnog heeft dat niet geleid tot het schrappen van geplande projecten. Het Stadsgewest Haaglanden werkte in 2013 ook aan: cc 50% meer instappers in het openbaar vervoer in 2030; cc meer verplaatsingen op de fiets; cc beter voorspelbare reistijd met de auto in de spits; cc minder verkeersslachtoffers; cc verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving. 3.2.1 Programmaonderdeel Openbaar Vervoer Wat hebben we er voor gedaan? Doel: 50 procent meer instappers in het openbaar vervoer in 2030 Netwerk RandstadRail Voor de periode 2010-2015 is geld beschikbaar gesteld om de Visie Netwerk RandstadRail (2009) te realiseren. Dit geld is ingebracht door het ministerie van IenM (€ 100 miljoen), de regiogemeenten (€ 50 miljoen) en het Stadsgewest Haaglanden (€ 350 miljoen). Concreet is hiervoor een eerste serie van 40 trams type Avenio aangeschaft en de infrastructuur aangepast. Het betreft vooral de routes van de lijnen 9, 11, 15 en 17 en trajectdelen van en naar remises. Verder worden in het netwerk enkele kwaliteitsverbeteringen doorgevoerd, zoals twee nieuwe TOP-haltes op Den Haag Centraal Station en Hollands Spoor. In 2013 is de Bosbrug vervangen en zijn tegelijk werkzaamheden in het kader van Netwerk RandstadRail uitgevoerd Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 17 in de Rijnstraat, evenals op en langs de routes van de tramlijnen 9 en 11. De werkzaamheden voor de verhoging van de (straks vaste) Hoornbrug starten medio 2014. Voorafgaand worden werkzaamheden uitgevoerd op de Haagweg en wordt de verbindingsboog Vuursteen aangelegd in Ypenburg Centrum. De werkzaamheden voor de lijnen 17 zuid starten medio 2014. In het najaar van 2014 en 2015 is voorzien in twee fasen van langdurige werkzaamheden op en langs de Koninginnegracht en de Nieuwe Parklaan. Tramlijn 19 Tramlijn 19 verbindt Leidschendam-Voorburg, de Haagse wijken Leidschenveen en Ypenburg, Rijswijk (Vrijenban) en Delft (TU-gebied). De aanleg van het eerste deel (Leidschendam-Delft NS-station) is reeds in 2010 afgerond. In 2013 zijn voorzieningen getroffen om het kort-trajectrijden van lijn 19 mogelijk te maken. Voor de tijdelijke inzet van tweerichting-materieel (type Regio Citadis) zijn daarvoor twee keervoorzieningen gerealiseerd (Leidschendam MCH en Delft Nieuwe Plantage). Het tweede deel (Delft NS-station - TU Delft/Technopolis) is in uitvoering. De planning gaat er vanuit dat de exploitatie van de hele tramlijn 19 in december 2015 kan starten. Dit hangt voor een belangrijk deel af van de besluitvorming over de Sint Sebastiaansbrug en het tracé in Technopolis. Voor een efficiënte exploitatie van tramlijn 19 en in gevallen van calamiteiten op het railnet is bovendien een keervoorziening Westvest nodig; het overleg daarover is gaande. Het totale project kost circa € 140 miljoen (prijspeil 2009, inclusief indexering). De verwachting is dat het project ondanks tegenvallers en vertraging binnen het budget kan worden gerealiseerd. Toegankelijkheid OV (TOV) Het project implementatieplan Toegankelijkheid bushaltes in Haaglanden loopt tot 2015. Het doel van het project is dat in 2015 minstens 53 procent van alle haltes aan de eisen van toegankelijkheid voldoet. Het project verloopt voorspoedig. Het TOV-programma wordt in 2014 afgerond. Naar verwachting is in 2015 meer dan 53 procent van alle bushaltes in Haaglanden toegankelijk en is aan de doelstelling voldaan. Dynamische reisinformatie De aanbestedingen van OV-knoopdisplays en vlaggenmastdisplays op haltes zijn in 2012 gegund. In 2012 zijn ongeveer 50 haltes voorzien van OV-knoopdisplays. In 2013-2014 worden de resterende 120 OV-knoop- en vlaggenmastdisplays geplaatst. Verder zijn vanaf 2012 ruim 800 haltes voorzien van dynamische reizigersinformatie met een kleine haltepaaldisplay. Programma Mobiliteit Aanbesteding en concessiebeheer De huidige railconcessies van HTM en RET lopen eind 2016 af. Omdat het aanbesteden en gunnen van een railconcessie een complexe zaak is, startten het Stadsgewest Haaglanden en de stadsregio Rotterdam in 2012 met de voorbereiding van de volgende concessie. Als startdocument is in 2013 de Nota van Uitgangspunten gepubliceerd. De reacties hierop vormden de basis voor het opstellen van het Ontwerp Programma van Eisen dat aan het einde van het verslagjaar vrijwel gereed was en in 2014 voor inspraak wordt vrijgegeven. Het besluit om de nieuwe railconcessies met een openbare aanbestedingsprocedure te gunnen of onderhands te gunnen via inbesteding zal in een later stadium worden genomen. Basis voor dit besluit vormt de onderhandse bieding die HTM naar verwachting in 2015 gaat doen op basis van bovengenoemd Programma van Eisen. In 2013 is het beter monitoren en beheren van de rail- en busconcessies voortgezet. Het overleg over de managementinformatie is vast onderdeel van het concessieoverleg. OV-chipkaart In 2013 werden de sterabonnementen omgezet naar een OV-chipkaartproduct in de vorm van het Regioabonnement. Het Regioabonnement is geldig bij alle vijf vervoerders in de regio´s Haaglanden en Rotterdam. Naast de wagenverkoop zijn er 18 nog enkele kaartsoorten niet omgezet naar een OV-chipkaartproduct. Eind 2013 is een studie afgerond naar de vervanging van het Regioabonnement naar een nieuwe abonnementsvorm die geldig is in de gehele provincie Zuid-Holland. Besluitvorming is in 2014 voorzien. Sociale veiligheid De reguliere inzet voor de sociale veiligheid in het openbaar vervoer bleef op een aanvaardbaar niveau en er werd weer een aantal gecoördineerde acties met de politie uitgevoerd. Daarbij controleerde de politie niet alleen op het bezit van een vervoerbewijs, maar ook op bijvoorbeeld drugs- en wapenwetgeving, legitimatie en openstaande boetes. In 2013 werd het overleg met het Rijk over een basisnorm voor de inzet op sociale veiligheid afgerond. Besloten werd daar niet toe over te gaan, maar een standaard voor een veiligheidsscan te ontwikkelen die gebruikt kan worden bij de totstandkoming van nieuwe concessies. Klanttevredenheid Het landelijke klantoordeel voor het openbaar vervoer is in 2013 gewaardeerd met een 7,4. Dat is evenveel als in 2012. De regio Haaglanden scoorde in 2013 een gemiddeld klantoordeel van 7,3. Ook dat is net zoveel als in 2012. In onderstaande tabel is het algemeen klantoordeel voor de diverse concessies in Stadsgewest Haaglanden opgenomen. Algemeen klantoordeel concessies in Stadsgewest Haaglanden Stadsgewest Haaglanden Rangschikking SGH alle concessies HTM RR-tram HTM tram stad HTMbuzz bus stad Veolia bus regio 2013 Oordeel Rangschikking (50) (74) (30) (47) 7,3 7,4 7,1 7,5 7,4 2012 Oordeel (49) (63) (19) (35) 7,3 7,4 7,2 7,5 7,4 StedenbaanPlus Rond StedenbaanPlus is in 2013 bezien hoe het programma in de toekomst het beste vorm kan krijgen. In diverse bijeenkomsten is bepaald wat de focus moet zijn en hoe die efficiënt kan worden ingepast in de werkstroom van de partners. Dit heeft ertoe geleid dat het projectbureau is opgeheven. Er is een programmacoördinator aangesteld, terwijl de inhoudelijke verantwoordelijkheden bij de partners zijn komen te liggen. De naam van het programma is weer ‘Stedenbaan’, de inhoud en de ambities zijn dezelfde gebleven. Met het uitbrengen van de jaarlijkse Stedenbaanmonitor is een duidelijk beeld gegeven van de stand van zaken. In de vastgoedmarkt zit nog steeds weinig beweging. Daarom is de nadruk meer komen te liggen op kwaliteit en alliantievorming. Met name de kwaliteit van de keten zal meer aandacht moeten krijgen. RegioTaxi Connexxion is sinds maart 2010 uitvoerder van de RegioTaxi Haaglanden. Door de vele bezuinigingsmaatregelen van de deelnemende gemeenten, is het vervoersvolume verder gestegen. Om de kwaliteit op een goed niveau te houden bespreken de partijen in een tweemaandelijks overleg de ontstane knelpunten. Tijdens dit overleg kunnen partijen ook tot preventieve maatregelen besluiten. Eindstation Erasmuslijn (Metro E) Een besluit over de aanleg en bouw van het Eindstation Erasmuslijn is genomen. Er komt een viaduct op +2-niveau. Voorbereidende werkzaamheden zijn gestart. Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 19 BleiZo De besprekingen over het realiseren van station BleiZo tussen de Gemeenschappelijke Regeling (Zoetermeer en Lansingerland), Stadsgewest Haaglanden, het ministerie van IenM, NS en ProRail zijn voortgezet. De besprekingen hebben, na moties in de Tweede Kamer en bestuurlijk overleg eind 2013, erin geresulteerd dat een werkgroep is geformeerd die mogelijke oplossingen voor de inpassing in de dienstregeling in beeld moet brengen. In april 2014 vindt hierover afrondend bestuurlijk overleg plaats. 3.2.2 Programmaonderdeel Verkeer Wat hebben we er voor gedaan? Doel: meer verplaatsingen op de fiets Programma fiets Als uitwerking van de Fietsnota Haaglanden 2010-2017 zijn er in 2013 verschillende knelpunten op het lokale en regionale fietsroutenet aangepast. Ook is gewerkt aan een update van het fietsknooppuntensysteem. In 2013 is gestart met de bouw van de fietsbrug over de Vliet in Rijswijk. De fietstunnel onder de Zuidelijke Randweg Naaldwijk (Piet Struijkweg) is geopend. De voorbereidingen zijn gestart voor de aanleg van het drievoudige fietsviaduct ‘de Snelbinder’ over het Vlietpolderplein in Westland. Ook zijn afspraken gemaakt over het uitbreiden van fietsenstallingen bij stations en OV-haltes. Verder is een begin gemaakt met de uitwerking van een concreet doelgroepenbeleid, gericht op het stimuleren van het fietsgebruik. De jaarlijkse actie ‘Op de fiets werkt beter!’ is bedoeld om het fietsen naar het werk te promoten. Met deze actie steunen we tevens een aantal goede doelen. In 2013 fietsten 2.462 deelnemers van 105 bedrijven een afstand van 2,24 miljoen kilometer. Doel: Beter voorspelbare reistijd met de auto in de spits Dynamisch Verkeersmanagement (DVM) In 2013 werkte het regionaal verkeerskundig team (uitvoeringsunit) de scenario’s voor DVM verder uit. In Haaglanden zijn de scenario’s rondom Delft, Zoetermeer en in het Westland operationeel. Ook de scenario’s in de gemeente Den Haag zijn operationeel. MAP Traffic Management (MAPtm) zet deze in en rondom Den Haag in. In 2013 is de knoop doorgehakt om dit in de toekomst als gemeente zelf te gaan doen. Verder zijn in 2013 de laatste Dynamische Route Informatiepanelen (DRIP’s) geplaatst en is geregeld dat deze DRIP’s nog zeven jaar na afloop van de garantietermijn gefinancierd zijn. Programma Mobiliteit Sinds de oprichting in 2011 participeert het Stadsgewest Haaglanden in Regiodesk. Deze organisatie coördineert de inzet van dynamische verkeersmaatregelen tussen de verschillende centrales in de Zuidvleugel. Met name bij incidenten, evenementen en wegwerkzaamheden is de inzet van regelscenario’s succesvol. In diverse programma’s (Beter Benutten, mobiliteitsaanpak, Quick Wins) heeft het Stadsgewest succesvol gelobbyd voor een bijdrage voor DVM-systemen, waaronder aanpassingen van verkeerregelinstallaties (vri’s). Deze aanpassingen zullen de komende jaren onder meer in Den Haag, Wassenaar, Rijswijk en Delft worden doorgevoerd. Op veel provinciale wegen in de regio zijn vri’s al aangepast en op afstand aanstuurbaar. In 2013 is samen met het groene golf team verdere invulling gegeven aan de mogelijkheden voor verdergaande samenwerking tussen wegbeheerders op functioneel en technisch beheer. De gemeente Den Haag en de provincie Zuid-Holland zijn met financiële steun vanuit het Stadsgewest een aanbesteding gestart voor een nieuw gezamenlijk systeem op de verkeerscentrale. De afstemming van wegwerkzaamheden is onder de vlag van Bereik! gecontinueerd en verder geprofessionaliseerd. In het kader van het landelijk spoor ITS is gestart met de aanbesteding van een aantal reisinformatieproducten. Dit heeft vijf winnaars opgeleverd. Om de reisinformatieproducten te voeden is een data-top5 opgesteld, 20 om de data van maximum snelheden, incidenten, evenement, wegwerkzaamheden en regelscenario’s naar serviceproviders te verbeteren. Ketenmobiliteit Voorheen werd aan ketenmobiliteit gewerkt onder de naam mobiliteitsmanagement. Daarmee worden de activiteiten bedoeld die bewust keuzegedrag van de reiziger stimuleren: wel of niet reizen en zo ja, met welk vervoermiddel en op welk tijdstip. Hiervoor heeft het Stadsgewest in 2013 o.a. het Regionaal Convenant Mobiliteitsmanagement ‘Bereikbaar Haaglanden’ uitgewerkt: 75 bedrijven hebben maatregelen genomen die bijdragen aan de reductie van het aantal autokilometers. In 2013 zijn projecten in het kader van het Regionale Convenant en de Task Force Mobiliteitsmanagement grotendeels afgerond. Onder de vlag van de ‘Bereikbaarheidsverklaring Beter Benutten’ (zie ook volgende alinea) is een aantal specifieke projecten rondom de gebiedsgerichte aanpak mobiliteitsmanagement overeengekomen met het regionale bedrijfsleven. Hiermee ontstond een nieuw kader voor de samenwerking tussen de overheid en het bedrijfsleven voor het mobiliteitsmanagement bij bedrijven. Ook hebben diverse bedrijvenverenigingen zich bij het Regionale convenant aangesloten; zij vertegenwoordigen in totaal ca. 250 bedrijven. De nadruk bij Beter Benutten ligt op ‘package deals’ tussen overheden en het bedrijfsleven. Succesvolle projecten vanuit het convenant zijn nu ondergebracht in de Beter Benutten-gebieden Centrale Zone, Zoetermeer en Delft. Het convenant en zijn verworvenheden, zoals de Mobiliteitsmakelaar, de ‘Koplopersbijeenkomsten’ en het portal Bereikbaar Haaglanden worden tot en met eind 2014 doorgezet. Per gebied is een trio van ambassadeurs, CEO’s en wethouders ingesteld, evenals lokale projectgroepen vanuit het bedrijfsleven. Beter Benutten In het Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (BO MIRT) in het najaar van 2011 is een samenhangend pakket vastgesteld met maatregelen ter verbetering van de OV-, fiets- en weginfrastructuur en met vraagbeïnvloedingsmaatregelen door het bedrijfsleven. Het totaalprogramma Beter Benutten Haaglanden van € 158,8 miljoen wordt gefinancierd door het Rijk (€ 74 miljoen) en de regiopartijen Haaglanden, gemeenten, provincie, Rijkswaterstaat en bedrijfsleven (€ 84 miljoen). De uitvoering van het programma wordt aangestuurd door een bestuurlijk trio: de minister van Infrastructuur en Milieu, de regiobestuurder Haaglanden en de CEO van Siemens Nederland namens het bedrijfsleven. Dit programma moet leiden tot 20 procent minder files. De uitvoering van het programma 2011 is in volle gang. Eind 2014 is volgens planning tweederde van het aantal beoogde effecten behaald. De overige effecten worden in de jaren 2015, 2016 behaald. De uitvoeringsorganisatie draait onder verantwoordelijkheid van het Stadsgewest. Het bedrijfsleven is nauw betrokken bij de uitvoering. In aanvulling op dit programma is op 6 maart 2014 door het trio besloten om een vervolgprogramma Beter Benutten te gaan opstellen. Het Rijk draagt daaraan € 50 miljoen (incl. BTW) bij; de regiopartijen 50 miljoen (excl. BTW). In 2014 werken we samen met alle betrokken regiopartijen, bedrijfsleven en met het Rijk het vervolgprogramma uit. Dit programma moet 10 procent reistijdverbetering opleveren op de grootste knelpunten. Voor vijf gebieden (Centrale Zone Den Haag, Zoetermeer, Delft, Westland, Leidse regio) zijn ambassadeursduo’s actief (lokale bestuurder en lokale werkgever). Zij zetten zich in voor vraagbeïnvloedingsmaatregelen in samenhang met de uitvoering van de verbeterde infrastructuurmaatregelen (de eerdergenoemde ‘package deals’). Het programma Haaglanden maakt onderdeel uit van het landelijk programma. Met twaalf regio’s in het land zijn soortgelijke programma’s overeengekomen. Rotterdamsebaan Het project omvat de boortunnel tussen Ypenburg en Binckhorst, de aansluiting op de rijksweg bij het knooppunt Ypenburg en de aansluiting op de centrumring. In 2007 is de besluitvorming over de Rotterdamsebaan afgerond. In het MIRToverleg van mei 2008 is besloten dat de Rotterdamsebaan wordt opgenomen in de planstudietabel van het MIRT-projectenboek 2009 met een rijksbijdrage van € 225 miljoen (incl. BTW). Samen met het Rijk zijn de voorwaarden hiervoor Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 21 nader uitgewerkt en in december 2008 vastgelegd in een brief van de minister aan het Stadsgewest Haaglanden. Als gevolg van onder meer prijspeilaanpassingen, tunnelwetgeving en het besluit tot een langere tunnel zijn de projectkosten gestegen ten opzichte van de raming die als basis diende voor de besluitvorming in het BO MIRT van 2008 en is een tekort ontstaan in de financiële dekking van het project. De totale kosten voor de aanleg van de Rotterdamsebaan zijn inmiddels begroot op € 565 miljoen excl. BTW. De minister van IenM heeft op 20 augustus 2012 een extra financiële bijdrage toegezegd van € 70 miljoen. De toegezegde rijksbijdrage bedraagt daarmee in totaal € 295 miljoen (incl. BTW). Het algemeen bestuur heeft in de vergadering van 10 oktober 2012 ingestemd met verzending van de subsidieaanvraag aan de minister van IenM voor de rijksbijdrage. In november 2012 en aanvullend daarop in april 2013 is de subsidieaanvraag verzonden. De minister heeft in juni 2013 de beschikking voor de Rotterdamsebaan afgegeven. 3-in-1-project Ter verbetering van de bereikbaarheid van het Westland wordt de infrastructuur in het Westland verbeterd met: cc verlengde Veilingroute tot de N213 (uitvoeringsperiode 2012-2014); cc reconstructie knooppunt Westerlee en de omlegging Oranjesluisweg (2011-2014); cc tweede ontsluitingsweg Hoek van Holland en Pettendijk (uitgevoerd in 2011). De provincie Zuid-Holland is trekker van dit 3-in-1-project en het Stadsgewest bewaakt in de projectgroep en stuurgroep de scope, kosten en planning. De gunning en start van de werkzaamheden heeft eind 2011 plaatsgevonden. Het project is inmiddels vol in uitvoering. Op 29 oktober 2013 is de Piet Struijkweg en het Vlietpolderplein geopend. Eind 2013 is afgesproken tussen de partijen dat vanwege de vorderingen in het werk en de komende opheffing van de stadsregio’s het project financieel wordt afgerond. De bijdrage van het Stadsgewest, de stadsregio Rotterdam en gemeente Westland wordt omgezet naar een vaste bijdrage. Verder financieel risico komt te liggen bij de uitvoerende partij, de provincie Zuid Holland. Hierover wordt begin 2014 een overeenkomst getekend. MIRT-Verkenning Haaglanden De MIRT-verkenning Haaglanden is in 2012 afgerond. In het MIRT-overleg van begin december 2011 is een bestuurlijke voorkeur uitgesproken voor een pakket aan maatregelen op de A4-passage en de Poorten & Inprikkers. Het is een pakket maatregelen aan de weginfrastructuur ter grootte van € 567 miljoen. Over de bekostiging vanuit de regio zijn in het algemeen bestuur van januari 2012 en in het dagelijks bestuur van april 2012 afspraken gemaakt. De rijksstructuurvisie en bestuursovereenkomst, waarin de afspraken zijn opgenomen, werden tijdens het BO-MIRT van november 2012 vastgesteld. Programma Mobiliteit Van een onderdeel van de MIRT-verkenning Haaglanden, de capaciteit vergroting N211 en ongelijkvloerse kruisingen, is de planstudie inmiddels opgestart. Dit wordt volgens afspraak uit de bestuursovereenkomst uitgevoerd en gefinancierd door de provincie Zuid-Holland. Het Stadsgewest is betrokken bij de planstudie. Nieuwe Westelijke Oeververbinding (NWO) In 2011 zijn de studies afgerond naar de alternatieven van de Nieuwe Westelijke Oeververbinding (NWO). Daarbij zijn zowel de Blankenburgtunnel als de Oranjetunnel onderzocht. Bij het MIRT-overleg in december 2011 is een voorkeur uitgesproken voor het realiseren van een Blankenburgtunnel. In het regeringsakkoord van najaar 2012 is opgenomen dat de Blankenburgtunnel gerealiseerd zal worden. Het ministerie van IenM is trekker van deze studie. Het Stadsgewest bewaakt het belang van de regio en de gemeenten. 22 Doel: Minder verkeersslachtoffers Duurzaam veilig De doelstellingen voor verkeersveiligheid voor in 2020 zijn: maximaal 20 doden en maximaal 247 ziekenhuisgewonden. Om deze doelstellingen te bereiken heeft het Stadsgewest zich samen met de Haaglanden-gemeenten gericht op het verkeersveiliger maken van de verkeersinfrastructuur. Voor het basis- en voortgezet onderwijs biedt het Stadsgewest de programma’s ‘School op Seef’ en ‘TotallyTraffic’ aan. Voor senioren zijn door de gemeenten in de regio samen met VVN rijvaardigheidstesten georganiseerd. Dit alles om mensen meer vaardigheden voor veilige verkeersdeelname te leren. De verkeersongevallencijfers over 2013 zijn nog niet bekend. De kwaliteit van de registratie van verkeersslachtoffers is de laatste jaren afgenomen. Het vergelijken van de cijfers is daardoor niet goed mogelijk. Doel: Verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving Luchtkwaliteit Het Stadsgewest heeft gekozen voor de inzet van milieuvriendelijke aardgas/ groengasbussen, in het kader van de aanbesteding van het busvervoer in Haaglanden en de onderhandse gunning van het stadsbusvoer in Den Haag. Vanaf eind 2009 zijn deze aardgasbussen ingestroomd. De bussen van de HTM rijden op groen gas. Groen gas is gemaakt van afvalstoffen en zorgt ervoor dat de Haagse bussen klimaatneutraal rijden. Verder is het rijden op aardgas en elektriciteit gestimuleerd met subsidieregelingen voor aardgas/groengasauto’s en dito tankstations, en elektrische scooters. In 2013 hebben 131 aardgas/groengasauto’s van gemeenten, bedrijven en particulieren een subsidie toegezegd gekregen. De actieve houding van twee autodealers in de regio heeft voor bijna een verdrievoudiging ten opzichte van 2012 gezorgd. Daarnaast zijn in 2013 circa 43 subsidies verstrekt bij aanschaf van een nieuwe elektrische scooter. 3.2.3 Algemene aanpak, ondersteuning en financiering van de verschillende beleidsdoelstellingen Wat hebben we ervoor gedaan? Monitoring en effectmeting verkeers- en vervoersbeleid Het Stadsgewest Haaglanden bewaakt jaarlijks hoever de uitvoering van de beleidsdoelstellingen uit de RNM is gevorderd. In het voorjaar van 2013 is een drieluik Resultaten Verkeer en Vervoer gepubliceerd. Hierin wordt het beleid uit de jaren 2010 tot en met 2012 geschetst. In november 2013 is de Update Regionale Nota Mobiliteit verschenen. Hierin is geen nieuw verkeer- en vervoersbeleid gepresenteerd. In 2013 is een werkgroep monitoring Vervoersautoriteit opgericht die zich bezig houdt met het ontwikkelen van een monitoringsinstrument om de indicatoren uit de Strategische Bereikbaarheidsagenda te meten. Externe contacten en communicatie Het Stadsgewest profileert zich als een professionele, pro-actieve organisatie en draagt dat beeld uit. Het neemt actief deel in StedenbaanPlus, Railforum en aanverwante groepen, om goed te kunnen inspelen op de belangen van de regio in treinverbindingen. In internationaal verband wil het Stadsgewest gelden als voortrekkende regio op het gebied van lichte sneltramvoorzieningen. Het Stadsgewest heeft vanuit Verkeer en Vervoer ook in 2013 deelgenomen aan tal van overlegstructuren; soms actief en initiërend, soms volgend. Enkele voorbeelden hiervan zijn: cc diverse werk- en stuurgroepen in het kader van het bestuurlijk overleg (BO) MIRT Zuidvleugel; cc de programmaraad van het Kennisplatform Verkeer en Vervoer; Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 23 cc het cc het cc het cc het OV-bureau Randstad; samenwerkingsverband Bereik!; platform van stadsregio’s SkVV; Bestuurlijk Koepeloverleg IenM. Op Randstadniveau is gewerkt aan de integratie van de verschillende openbaarvervoersystemen onder de noemer R-Net. Ook in Europees verband neemt het Stadsgewest deel aan samenwerkingsverbanden. Het Stadsgewest droeg ook in 2013 actief bij aan de profilering van Haaglanden op congressen en seminars door het leggen van contacten en het uitdragen van onze doelstellingen en resultaten. Samenwerking tussen Rijk en regio in Zuidvleugelverband In 2013 is de samenwerking in Zuidvleugelverband in het kader van het BO MIRT en de adaptieve agenda Zuidelijke Randstad voortgezet en geïntensiveerd. Het Stadsgewest heeft in dat kader in 2013 actief gewerkt aan een aantal projecten die voor de regio van belang zijn, waaronder de A4-passage Den Haag en Poorten & Inprikkers. Verder zijn samen met het Rijk de financiële kaders uit het Voorjaarsakkoord en Regeerakkoord uitgewerkt. Daarbij zijn geen projecten geschrapt, maar is een aantal projecten wel gefaseerd (zie ook hierna). Mobiliteitsfonds Haaglanden Het Stadsgewest Haaglanden ontvangt de rijksbijdrage voor het regionale verkeer- en vervoersbeleid sinds 2005 via de zogenaamde Brede Doeluitkering (BDU) Verkeer en Vervoer. De BDU-gelden die het Stadsgewest tot en met 2024 ontvangt, zijn volledig toegewezen aan ontwikkeling van het OV-voorzieningenniveau en het afronden van lopende projecten en programma’s. Zoals aangegeven in de inleiding bij dit hoofdstuk is bezuiniging op de BDU-gelden in het jaar 2013 ingevuld door het snijden in het voorzieningenniveau en het toekennen van lagere budgetten voor programmaprojecten. Vooralsnog heeft dit niet geleid tot het schrappen van projecten. Programma Mobiliteit Regiofonds BOR Het Regionaal fonds Bereikbaarheidsoffensief Haaglanden (regiofonds BOR) is de tweede bron voor regionale bijdragen aan verkeer- en vervoersmaatregelen. Het fonds bevat een vaste lijst projecten die aanvankelijk uiterlijk in 2010 gerealiseerd moesten zijn. In 2010 heeft het ministerie van IenM een generiek uitstel verleend van de bestedingstermijn met één jaar en voor een vijftal projecten met meerdere jaren. In 2011 zijn daar nog vier projecten aan toegevoegd vanwege onvoorziene vertraging in de uitvoering. Voor de projecten die uitstel hebben gekregen wordt voor het ministerie van IenM jaarlijks een voortgangsrapportage geschreven. Tijdige uitputting van middelen blijft voor het Stadsgewest een permanent aandachtspunt. Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer (IPVV) Het Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer (IPVV) bevat per gemeente een overzicht van alle projecten en de financiering daarvan. Het wordt jaarlijks geactualiseerd in overleg met de gemeenten. Het IPVV 2014 (en actualisatie van het IPVV 2013) is in juli 2013 door het algemeen bestuur vastgesteld. Metropoolregio en Vervoersautoriteit Vanuit het Stadsgewest Haaglanden is, in samenwerking met vele andere partners, verder gewerkt aan de totstandkoming van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) en in het bijzonder de Vervoersautoriteit (VA). Dit is gedaan tegen de achtergrond van de kabinetsplannen inzake de intrekking van de Wgr-plus en de wens tot versterking van de samenwerking op het niveau van de Metropoolregio. De VA zal onderdeel zijn van de MRDH en zal uitvoering geven aan de verkeer- en vervoerstaken die het Rijk zal overdragen. Het gaat daarbij om een vergelijkbaar takenpakket als dat van de stadsregio’s: strategie en beleid, concessiemanagement, beheer en onderhoud van railinfrastructuur, het plannen en helpen ontwikkelen van nieuwe weginfrastructuur, mobiliteitsmanagement en dynamisch 24 verkeersmanagement en natuurlijk verkeersveiligheid. Ook voor de bijbehorende middelen (BDU en inwonerbijdrage) wordt adequaat beheer georganiseerd. In juli 2013 is met de Strategische Bereikbaarheidsagenda Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag en de Organisatie Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag ingestemd. Na de zomer van 2013 is de kwartiermaker voor de Vervoersautoriteit aangesteld. Samen met de leden van het kwartiermakersteam wordt er gewerkt aan het operationeel maken van de nieuwe organisatie. Indien de wetgeving omtrent de afschaffing van de Wgr-plus voorspoedig verloopt moet de Vervoersautoriteit per 1 januari 2015 operationeel zijn. De projectorganisatie die voor dit doel is ingesteld wordt, behalve door het Stadsgewest Haaglanden, bekostigd door de stadsregio Rotterdam en de gemeenten Rotterdam en Den Haag. Wat heeft het gekost? Kosten programma Mobiliteit bedragen in euro’s Werkelijk 2012 Totaal lasten programma mobiliteit Totaal baten programma mobiliteit Nadelig saldo programma mobiliteit Baten per inwoner Lasten per inwoner Saldo per inwoner Begroting 2013 Werkelijk 2013 280.282.046 293.360.900 284.361.408 280.010.651 293.082.300 284.082.807 271.395 278.600 278.601 271,83 272,10 0,27 Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 25 Programma Jeugdzorg 3.3 Programma Jeugdzorg Waar ging het over? Het Stadsgewest Haaglanden is op grond van de Wet op de jeugdzorg verantwoordelijk voor de jeugdzorg in Haaglanden. Voor de periode 2013-2016 is een nieuw beleidskader jeugdzorg opgesteld en ter uitvoering daarvan in 2013 het Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2013. Kern van het beleid is de instellingen voor jeugdzorg in staat te stellen om tijdig voldoende zorg van goede kwaliteit te leveren aan jeugdigen en gezinnen die dat nodig hebben. Op 1 januari 2015 wordt de nieuwe wetgeving van kracht die regelt dat de gemeenten verantwoordelijk worden voor de ‘brede’ jeugdzorg. Het Stadsgewest is tot 2015 verantwoordelijk voor de jeugdzorg op grond van de huidige Wet op de jeugdzorg. Met het oog op de transitie van de jeugdzorg naar de gemeenten sorteert het Stadsgewest daar waar mogelijk voor op de toekomstige situatie en ondersteunt het gemeenten en instellingen bij de voorbereidingen op het nieuwe stelsel. De negen Haaglanden-gemeenten werken samen om de transitie vorm te geven en te bezien op welke onderdelen van het toekomstig stelsel samenwerking nodig is. Begin 2013 hebben de gemeenten en het Stadsgewest opnieuw afspraken gemaakt over de koppeling tussen ‘afbouw’ van het jeugdzorgstelsel en ‘opbouw’ van het nieuwe stelsel voor jeugdhulp onder verantwoordelijkheid van de gemeenten. Wat wilden we bereiken? De inzet van het beleid (Uitvoeringsprogramma 2013) was het tijdig bieden van passende en effectieve jeugdzorg aan kinderen, jongeren en hun ouders. Zorg die zo mogelijk in de eigen leefomgeving plaatsvindt en geen onnodige kosten met zich meebrengt. Met oog op de transitie van de jeugdzorg is invulling gegeven aan de afbouw van taken en activiteiten en overdracht naar de gemeenten. Wat hebben we er voor gedaan? Vraag en aanbod Bureau Jeugdzorg en de jeugdzorgaanbieders zijn financieel in staat gesteld om de gevraagde zorg te leveren. In 2013 is de vraag naar vrij-toegankelijke jeugdzorg vrijwel constant gebleven. Het aantal jeugdigen met een beschermings- en jeugdreclasseringsmaatregel nam in 2013 flink af. Daarmee zet de trend van afgelopen jaren door. Het aantal onderzoeken naar kindermishandeling is weer verder toegenomen. De wachtlijst is in 2013 zeer beperkt gebleven: op de verschillende ‘peilmomenten’ stonden er tussen de nul en tien jeugdigen op de wachtlijst (definitie wachtlijst: langer dan negen weken zonder andere vorm van jeugdzorg wachten, voordat de jeugdzorg start). Het aantal buitenregionale plaatsingen is verder toegenomen. Regie De afstemming tussen instellingen - zowel in beleidsmatige zin als op incidenteel casusniveau - is een vast gesprekspunt tussen instellingen en Stadsgewest. Regelmatig toetsen zij gezamenlijk of de afspraken tussen het Leger des Heils, Bureau Jeugdzorg, Jeugdformaat en Horizon in de praktijk ook werken. In dit verband zijn afspraken gemaakt over de doorstroom crisisopvang, voorkomen uitval, etc. Het Stadsgewest heeft het functioneren van de zware jeugdzorg op de agenda gezet. Inzet is om de infrastructuur van de specialistische jeugdzorg te versterken. De positie van het expertiseteam jeugdzorg waarin Bureau Jeugdzorg en zorgaanbieders zitting hebben, wordt verstrekt en trajectzorg wordt breed ingevoerd. Het resultaat moet zijn dat jeugdigen met meervoudige, zware problematiek tijdig de juiste zorg aangeboden krijgen in de regio. De instellingen en voorzieningen die daarbij een rol spelen bieden een integraal, omvattend aanbod aan, dat zich kan uitstrekken over meerdere jaren. De versterking van de infrastructuur loopt samen op met de Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 27 innovatieagenda van de gemeenten voor 2015 en de daarop volgende jaren. De gesloten jeugdzorg wordt nadrukkelijk als onderdeel gezien van de infrastructuur zware zorg. Nieuw aanbod Het Leger des Heils is gestart met een verzwaarde crisisgroep, met name voor jonge kinderen met psychiatrische en gedragsproblemen. Naar aanleiding van achterblijvende instroom en onderzoek van de inspectie naar de kwaliteit is besloten de +groep af te bouwen en de kinderen waarom het gaat naar de Jutters toe te leiden. De hiermee vrijvallende capaciteit wordt ingezet voor de opvang van tienermoeders en hun baby’s. Bureau Jeugdzorg heeft ingezet op het voorkomen van maatregelen Jeugdbescherming en uithuisplaatsingen met behulp van ambulante hulp en drang. Voor de ontwikkeling van deze aanpak is subsidie ontvangen van het ministerie van Veiligheid en Justitie (de zogenoemde Vliegwielprojecten). Het Stadsgewest heeft bij wijze van experiment vijftig door de Opvoedpoli uit te voeren jeugdzorgtrajecten (in combinatie met J-GGZ) gesubsidieerd. Deze trajecten zijn naar tevredenheid uitgevoerd. Ook de inspectie heeft een overwegend positief oordeel gegeven over de kwaliteit van de uitvoering. Jeugdformaat heeft in 2013 als onderdeel van de ambulante jeugdzorg, schuld hulpverlening aangeboden. Schulden vormen in veel gevallen een belangrijk facet van de problematiek in gezinnen. Snelle aanpak van schuldproblemen is in veel gevallen een voorwaarde voor de aanpak van jeugdzorgproblematiek. De evaluatie laat zien dat deze inzet van schuldhulpverlening gunstig uitwerkt op de hulpverlening. Horizon is eind 2013 gefuseerd met Avenier (voormalig landelijke aanbieder), hiermee heeft Horizon zijn mogelijkheden uitgebreid voor de behandeling van jeugdigen en gezinnen. Horizon wil zich richten op de kortdurende opvang van problematische gezinnen. Afbouw, ombouw en opbouw Het Stadsgewest heeft in samenspraak met de instellingen en gemeenten actief ingezet op de transitie en innovatie van de jeugdzorg. Bovendien zijn voorbereidingen voor de beëindiging van de taak jeugdzorg getroffen. Programma Jeugdzorg Medio 2013 is door het dagelijks bestuur besloten de subsidierelatie met de door het Stadsgewest gesubsidieerde instellingen per 1 januari 2015 te beëindigen. Tegelijkertijd heeft het dagelijks bestuur besloten 8 miljoen euro vrij te maken (risicoreserve jeugdzorg) ten behoeve van de transitiekosten van de gesubsidieerde instellingen. Met dit budget moeten de instellingen in staat worden gesteld zich in te stellen op de situatie na 1 januari 2015 (bezuinigingen, nieuwe wetgeving, nieuw gemeentelijk beleid). De gemeenten hebben naar aanleiding van afspraken tussen Rijk, IPO en VNG in oktober 2013 een zogenoemd Regionaal Transitie Arrangement (RTA) opgesteld. In het RTA dient de borging van zorg continuïteit, inclusief de daartoe benodigde zorginfrastructuur, belegd te worden. Het RTA dient verder inzicht te geven in de frictiekosten waarmee de instellingen te maken krijgen. De gemeenten in Haaglanden hebben gezamenlijk een RTA opgesteld, waarin richtinggevende afspraken zijn gemaakt met de instellingen over de inzet in de periode 2015-2017 en het opvangen van de frictiekosten. De inzet van het transitiebudget dat door het Stadsgewest is vrijgemaakt is hier aan verbonden. In vervolg op de RTA wordt een innovatieagenda opgesteld door de jeugdzorg instellingen. Voor de uitvoering van deze innovatieagenda kunnen de jeugdzorg instellingen een beroep doen op het transitiebudget. 28 In nauwe samenspraak met de negen gemeenten en de instellingen voor jeugdzorg heeft het Stadsgewest in 2012 een ‘startfoto’ laten opstellen voor ieder gemeente. Met de informatie die binnen de kennisinfrastructuur ‘Jeugdzorg Haaglanden’ wordt verzameld, is in kaart gebracht in hoeverre iedere gemeente de jeugdzorg gebruikt. In 2013 is besloten deze startfoto te actualiseren. Het Stadsgewest is opdrachtgever namens de Haaglanden-gemeenten. Het Stadsgewest is per 1 januari 2014 gestopt met de kennisinfrastructuur, de gemeenten nemen de kennisinfrastructuur over. ‘Verwijzing’ naar geïndiceerde ambulante jeugdzorg (vooral Jeugdformaat) zonder indicatiebesluit is in 2013 vervolgd. Een eerste evaluatie hiervan heeft geleid tot strakkere afspraken tussen Stadsgewest, Bureau Jeugdzorg (BJZ) en Jeugdformaat. Voor 2014 wordt alle enkelvoudige ambulante hulp op deze wijze onder regie gebracht van de gemeenten (met betrokkenheid van BJZ). Wat heeft het gekost? Kosten programma Jeugdzorg bedragen in euro’s Werkelijk 2012 Totaal lasten programma zorg Totaal baten programma zorg Nadelig saldo programma zorg Baten per inwoner Lasten per inwoner Saldo per inwoner Begroting 2013 Werkelijk 2013 108.962.598 110.503.000 111.013.989 108.766.453 110.228.800 110.768.515 196.145 274.200 245.474 105,99 106,23 0,24 Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 29 Programma Economie 3.4 Programma Economie Wat wilden we bereiken? Het programma Economie stimuleert de regionale economie en bevordert daarmee de werkgelegenheid in Haaglanden. De begroting voor dit programma is verdeeld in de hoofdstukken ‘Werken’ en ‘Toerisme’, vanwege de portefeuilleverdeling in het dagelijks bestuur van Haaglanden. Het beoogde maatschappelijke effect van het hoofdstuk ‘Werken’ is: cc een evenwichtig aanbod van bedrijventerreinen en kantoorlocaties; cc een evenwichtig aanbod van detailhandel; cc een transparante markt voor commercieel onroerend goed; cc versterking van de internationale profilering van de stad Den Haag; cc ontwikkeling van nieuwe glastuinbouwgebieden nabij de Greenport; cc een goede bereikbaarheid van de economische centra over de weg en met het OV; cc een goede afstemming van onderwijs en arbeidsmarkt; cc stimulering van de kennisontwikkeling en -uitwisseling, met name bij ondernemers; cc samenwerken met onderwijs- en kennisinstellingen. Het beoogde maatschappelijke effect van het hoofdstuk ‘Toerisme’ is: cc verrijking van het leisure-aanbod voor toeristen en recreanten; cc een goede bereikbaarheid van de toeristische centra over de weg en met het OV; cc een goede ontsluiting van de groengebieden met de fiets. 3.4.1 Programmaonderdeel Werken Wat hebben we ervoor gedaan? cc de Kantorenstrategie Haaglanden 2012-2020 legt de afspraken vast tussen de gemeenten over de vermindering van het planaanbod en de benoeming van zes kantoorversterkingsgebieden; lokale kantoorontwikkelingen, zoals een transportlogistiekcentrum op Harnaschpolder, zijn in 2013 getoetst aan deze afspraken; cc de Detailhandelstructuurvisie 2020 is in 2013 vastgesteld. De basis hiervan heeft het Stadsgewest samen met de stadsregio Rotterdam opgesteld met oog op de toekomstige MRDH. De Haaglanden-gemeenten houden vast aan restrictief uitbreidingsbeleid; cc voldoende aanbod van de juiste kwaliteit voor het bedrijfsleven vormt het kernpunt van de bedrijventerreinenstrategie uit 2008: de bedrijven op deze terreinen bieden werkgelegenheid aan ruim 25% van de beroepsbevolking. In de toekomst zal het ruimteaanbod voor bedrijven vooral via herstructurering van verouderde bedrijventerreinen gevonden moeten worden; cc de afspraken die gemeenten hebben gemaakt over gewenste ontwikkelingen in de detailhandel, locaties van bedrijventerreinen en van kantoren, alle vastgesteld in het AB, zijn ingebracht in de discussie over de voorbereiding van de Visie Ruimte en Economie van de provincie Zuid-Holland; cc het Stadsgewest heeft ook in 2013 een werkgelegenheidsonderzoek uitgevoerd, om goed inzicht te houden in de ontwikkeling van de werkgelegenheid in 2012. De werkgelegenheid is opnieuw gedaald; cc Steenworp blijft zich richten op het transparant maken van het aanbod van bedrijfsonroerend-goed, waardoor bedrijven in Haaglanden blijven of zich hier vestigen. Alle gemeentelijke bedrijvencontactpersonen gebruiken het Bedrijven Informatiesysteem (BIS), een geavanceerde database van Steenworp. Via de website van Steenworp kan iedereen met het BIS op zoek naar de gewenste bedrijfshuisvesting; cc het Stadsgewest heeft samen met onder andere de Kamer van Koophandel Den Haag de competitie voor de Haaglandenprijs voor startende ondernemingen georganiseerd (de zogenaamde Baby Tycoon Award) en die voor de gevestigde ondernemers (de Ondernemersprijs Haaglanden); cc het Stadsgewest heeft, in het kader van de afbouw van Haaglanden, besloten op 1 januari 2015 de participatie in de West-Holland Foreign Investment Agency Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 31 (WFIA) te beëindigen. De WFIA heeft ook weer in 2013 laten zien van nut te zijn voor het aantrekken van buitenlandse bedrijven voor de regio. 42 internationale bedrijven hebben zich met de service die WFIA biedt, gevestigd in West-Holland; cc met het oog op de metropoolvorming heeft het Stadsgewest samen met de stadsregio Rotterdam inhoudelijke input geleverd voor hoe de 24 gemeenten de economische pijler van de MRDH zien. Het Economisch vestigingsklimaat voor bedrijven staat bovenaan de lijst, evenals economische vernieuwing met als doel de werkgelegenheid voor de toekomst veilig te stellen in een internationale concurrerende setting. 3.4.2 Programmaonderdeel Toerisme en Cultuur Wat hebben we ervoor gedaan? In 2013 is een kwaliteitsimpuls gegeven aan het regionaal fietsknooppuntennetwerk. Naast het opheffen van de knelpunten is in overleg met de negen Haaglandengemeenten gewerkt aan een uitbreiding van de netwerken Haaglanden en MiddenDelfland. Overleg met de provincie Zuid-Holland en de andere Zuid-Hollandse regio’s leverde een voorstel op voor een gezamenlijke aanpak van het beheer en onderhoud van de regionale fietsknooppuntennetwerken en (op termijn) het Landelijk Fietsroutenetwerk. Na de fietsknooppuntennetwerken groeit op het water een landelijk dekkend vaarknooppuntennetwerk. In 2013 heeft het Stadsgewest Haaglanden het initiatief genomen om ook in onze regio een sloepennetwerk tot stand te brengen. Dat idee werd goed ontvangen en zo zaten in december 2013 alle betrokken partners aan tafel om dit project verder uit te werken. Met subsidie van provincie en Stadsgewest werken we in 2014 verder aan de bewegwijzering en een mooie kaart. In het voorjaar 2013 werd de fietsroute Atlantikwall Den Haag Scheveningen gepresenteerd. Tijdens de presentatie maakte het Stadsgewest Haaglanden bekend ook het initiatief te gaan nemen voor een vervolgroute Atlantikwall Hoek van Holland. Deze route verschijnt in het voorjaar van 2014. De lesbrief “Romeinen in Haaglanden” is in voorbereiding in samenwerking met het Erfgoedhuis Zuid-Holland, die de lesbrief vanaf mei 2014 en ook de komende jaren verder verspreid. Ter gelegenheid van Monumentendag 2013 droeg het Stadsgewest Haaglanden bij aan het door een aantal regiogemeenten ontwikkelde fietsrouteboekje Macht en Pracht in Haaglanden. Programma Economie Wat heeft het gekost? Kosten programma Economie 32 bedragen in euro’s Werkelijk 2012 Begroting 2013 Werkelijk 2013 Totaal lasten programma economie Totaal baten programma economie Nadelig saldo programma economie Baten per inwoner Lasten per inwoner Saldo per inwoner 1.802.263 348.113 1.454.150 1.802.700 323.600 1.479.100 1.662.114 343.941 1.318.172 0,33 1,59 1,26 Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 33 Programma Milieu 3.5 Programma Milieu Wat wilden we bereiken? Zowel in het Milieuplan Haaglanden, als in de Visie op duurzame ontwikkeling en het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 (RSP) is opgenomen dat Haaglanden zich moet ontwikkelen tot de duurzaamste regio in de Randstad. Het Stadsgewest heeft de trend ingezet naar samenhang van beleid tussen verkeer en milieu, woningbouwopgaven en energiebesparing, groen en kwaliteit van de leefomgeving, economie en duurzame energie. Deze trend moet structureel en vanzelfsprekend worden, omdat een integrale benadering van sectorale issues meerwaarde oplevert voor de regio. De regionale milieusamenwerking concentreert zich op vier thema’s: klimaat en energie, luchtkwaliteit en externe veiligheid. Het programma Milieu bestaat uit de onderdelen Luchtkwaliteit, Externe Veiligheid en Overige activiteiten. 3.5.1 Programmaonderdeel Luchtkwaliteit Wat hebben we er voor gedaan? Het Stadsgewest en de gemeenten in Haaglanden nemen maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren. Zo promoot de campagne ‘Haaglanden rijdt schoon’ het rijden op aardgas/groengas. Deze campagne loopt in ieder geval door tot eind 2014. De deelnemers aan het Regionaal Platform Rijden op Groengas (gemeenten, autodealers, importeurs, leasemaatschappijen, vulpunthouders, groengasleveranciers en netwerkbedrijven) zetten vanuit een gezamenlijk en individueel belang de schouders eronder. Er is een landelijke lobby gestart voor gelijke heffingen (accijns) op schone brandstoffen. De rijksoverheid stimuleert het elektrisch rijden meer dan het schoon rijden op groengas en dat komt de groengas Campagne ‘Haaglanden rijdt schoon’ niet ten goede. Bij de lobby wordt samen opgetrokken met regio’s en provincies in het land van Zwolle tot Arnhem en Haaglanden. Ook de premie op de aanschaf van groengas-auto’s en van elektrische scooters doet het goed. Er is nu ook een subsidieregeling voor duurdere e-scooters die ingezet worden voor koeriersdiensten zoals pizza-bezorgers. Elektrisch vervoer is in opmars. Het Stadsgewest ondersteunt de gemeenten financieel bij het uitrollen van de e-oplaadinfrastructuur in de gemeente en daarmee in de regio. De genoemde projecten maken onderdeel uit van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Lucht en worden gefinancierd uit middelen van het ministerie van IenM die het Stadsgewest ontvangt voor de Haaglanden-gemeenten, behalve voor Den Haag. Den Haag krijgt rechtstreeks middelen van het ministerie. 3.5.2 Programmaonderdeel Externe Veiligheid Wat hebben we er voor gedaan? De uitvoering van een nieuw samenwerkingsprogramma voor de periode 20112014 loopt en bouwt voort op de werkzaamheden van 2006 tot 2011. Het Bureau Externe Veiligheid (EV) Haaglanden zorgt samen met de EV-netwerkcoördinatoren van gemeenten, adviseurs van de Veiligheidsregio Haaglanden en EV-specialisten voor een borging van het EV-aspect in lokaal beleid. Ook werken ze aan de borging van het EV-aspect in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), vergunningverlening en handhaving en in ruimtelijke ontwikkelingen. Het bureau is in 2013 een lobby gestart richting provincies en Rijk voor het ontwikkelen van regelgeving om de veiligheidsrisico’s rond nieuwe schone brandstoffen als CNG in de ruimtelijke omgeving te beperken. Een tijdrovend proces waar veel disciplines bij betrokken worden. Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 35 Het Bureau EV houdt digitale kaarten actueel die de gemeenten inzicht geven in transportroutes van gevaarlijke stoffen (auto en rail), de ligging van buisleidingen met gevaarlijke stoffen en de locaties van particuliere propaantanks. 3.5.3 Programmaonderdeel Overige activiteiten Wat hebben we er voor gedaan? Klimaat en energie Het Stadsgewest Haaglanden neemt deel aan het Klimaatfonds Haaglanden. Met een jaarlijkse financiële bijdrage aan het fonds compenseert het Stadsgewest Haaglanden haar CO2-uitstoot. Het fonds zet de middelen in voor de subsidiëring van bijvoorbeeld energiebesparingsmaatregelen en groepsaankoop van zonnepanelen in de gemeenten. De voorbereiding van de groepsaankoop maakt onderdeel uit van het stimuleringsprogramma Zonnig Haaglanden. Binnen dit programma zijn woningcorporaties benaderd gebruik te maken van subsidie voor aanschaf van zonnepanelen voor hun flats. De website (www.zonnig.haaglanden.nl) is beschikbaar voor iedereen die wil berekenen hoeveel winst zonnepanelen op het dak van zijn huis opleveren. Concrete maatregelen voor de individuele gemeenten dan wel een samenwerking van gemeenten, staan vermeld in het in 2013 afgekomen rapport Backcasting Haaglanden Klimaatneutraal 2050. De focus ligt in het rapport op het lokale en regionale beleid voor verkeer en vervoer, de glastuinbouw en wonen. De drie grootste veroorzakers van CO2-uitstoot in Haaglanden zijn mobiliteit (auto’s en bussen), energiegebruik in gebouwen en woningen en vooral in de glastuinbouw. Van deze disciplines worden maatregelen gevraagd om de uitstoot te verminderen en/of CO2-neutraal te worden. De gemeenten en de Vervoerautoriteit i.o. zijn nu aan zet om maatregelen daadwerkelijk uit te voeren. Het Stadsgewest heeft in 2013 gemeenten ondersteuning geboden voor het organiseren van politiek draagvlak. Het Stadsgewest Haaglanden verleent in 2013 subsidie voor de realisatie van vier duurzame warmteprojecten in de Delft, Westland, Pijnacker-Nootdorp en MiddenDelfland. Het gaat in het totaal om een bedrag van € 1,4 miljoen. Geluidsanering van woningen Een aantal gemeenten komt in aanmerking voor budget van het Rijk (ISV-budget, uitgave door provincie Zuid-Holland) om woningen te saneren, zodat geluidhinder wordt tegengegaan. Het Stadsgewest coördineert in opdracht van deze gemeenten de geluidsanering van woningen voor de periode 2011-2014. De bundeling van de activiteiten heeft een financiële rijksbonus voor de geluidsanering opgeleverd en zorgde dat het wiel maar één keer uitgevonden hoefde te worden voor alle gemeenten. Programma Milieu Wat heeft het gekost? Kosten programma Milieu Werkelijk 2012 Begroting 2013 Werkelijk 2013 Totaal lasten programma milieu Totaal baten programma milieu Nadelig saldo programma milieu Baten per inwoner Lasten per inwoner Saldo per inwoner 2.292.735 1.342.447 950.288 2.112.000 1.235.600 876.400 2.356.375 1.516.766 839.610 36 bedragen in euro’s 1,45 2,25 0,80 Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 37 Programma Ruimte 3.6 Programma Ruimte Wat wilden we bereiken? Vanuit het programma Ruimte werkt het Stadsgewest aan de ambitie om van Haaglanden een beter functionerende regio te maken. Het programma zet in op een aantal onderwerpen en thema’s rond de ruimtelijke ordening. Die ambitie is in het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 (RSP) verwoord. Kern van het RSP is te komen tot een duurzame ontwikkeling van de regio met een sterk internationaal profiel. De internationale concurrentie moet worden aangegaan, mede op basis van een goed functionerend stedelijk netwerk en een goede kwaliteit van woon- en leefomgeving. Wat hebben we er voor gedaan? Het programma Ruimte heeft zich op de volgende programmaonderdelen gericht: cc Ruimtelijke Ordening: vooral de inzet op de juridisch-planologische advisering van het dagelijks bestuur, en de herijking van de programma’s van het RSP. Een inzet die nodig is, gelet op de gevolgen van de economische crisis, en bestuurlijk zorgvuldigheid behoeft; cc Water/Klimaat: de voorbereiding en formulering van de regionale klimaat-adaptatie strategie (RAS); cc Groen: prioriteiten uit het Groenbeleidsplan Haaglanden 2009 en de herziening, en bijdrage van het Fonds Groen Haaglanden aan regionale groenprojecten; cc Europa: uitwerking van de notitie streefbeeld en de Roadmap naar concrete bijdragen. Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) Naast de organieke werkzaamheden is vanuit het Stadsgewest ook in 2013 een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH). De werkzaamheden vloeiden voort uit het kabinetsvoornemen om de Wgrplus-regio’s af te schaffen en zijn onderschreven door de dagelijks besturen van de stadsregio Rotterdam en het Stadsgewest Haaglanden. Voor de samenwerking tussen de 24 gemeenten op het gebied van Ruimte en Groen is geen formele rol voorzien in de MRDH, maar wordt er gestudeerd op Bestuurlijke Tafels waaraan de gemeenten op basis van vrijwilligheid kunnen deelnemen. Voor het beleidsveld Ruimte is een koppeling voorzien in de uitwerking van het Economisch vestigingsklimaat van de Metropoolregio. Hieronder wordt per programmaonderdeel uiteengezet welke werkzaamheden zijn verricht in 2013. 3.6.1 Programmaonderdeel Ruimtelijke Ordening Wat wilden we bereiken? Het beleid van het programma Ruimte is vastgelegd in het RSP. Kern van het RSP is om te komen tot een duurzame ontwikkeling van de regio met een sterk internationaal profiel. De internationale concurrentie moet worden aangegaan, mede op basis van een goed functionerend stedelijk netwerk en een goede kwaliteit van woon- en leefomgeving. Wat hebben we er voor gedaan? Herijking Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 Met de gemeenten is overleg gevoerd over de gewijzigde vraag/aanbodverhoudingen in de verschillende beleidsprogramma’s en de mogelijke consequenties die dat kan hebben. Na een aantal brede bestuurlijke bijeenkomsten -in eerste instantie geïnitieerd door het dagelijks bestuur- is onderzocht welke mogelijkheden voor herprogrammering op bestuurlijk draagvlak kunnen rekenen en kunnen worden voorgelegd. Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 39 Monitoring uitvoering RSP (RSP-barometer) De sector Ruimte richt zich op de uitvoering van het RSP 2020, nadat het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden dit in april 2008 heeft vastgesteld. De insteek is om de voortgang van het RSP halfjaarlijks te monitoren. Om een overzicht te krijgen van de uitvoeringsresultaten van het RSP heeft het programma Ruimte een projectformat opgesteld en voor alle ruim 100 uitvoeringsprojecten voor het RSP afgesproken wie lokaal en regionaal de bestuurlijk verantwoordelijken zijn. Het Stadsgewest stelt met de informatie over de voortgang van de individuele projecten een overzicht op, de ‘RSP-barometer’. Hiermee bewaakt het Stadsgewest de voortgang en signaleert gewenste of noodzakelijke bestuurlijke actie. Vanwege de herijking en herziening van sectorale programma’s is de barometer in 2013 niet uitgebracht. De discussies rond de herijking hebben overigens wel tot een scherp beeld geleid van voortgang, vraag en aanbod. Advisering bestemmingsplannen en structuurvisies De sector Ruimte heeft op de gebruikelijke wijze in 2013 integraal advies uitgebracht over de ontvangen ruimtelijke plannen van gemeenten, provincie en hoogheemraadschappen. In 2010 betrof het 103 plannen, in 2011 ging het om 176 ruimtelijke plannen en vijf structuurvisies en in 2012 zijn 221 adviezen gegeven, waarvan twee met betrekking tot structuurvisies. Ook in 2013 zijn er een vergelijkbaar aantal adviezen gegeven; 215 over bestemmingsplannen en omgevingsvergunningen en drie over structuurvisies. Hiervan zijn 13 plannen aan het dagelijks bestuur voorgelegd voor een bestuurlijk oordeel. Daarnaast vond halfjaarlijks overleg plaats met de afzonderlijke gemeenten in samenwerking met de provincie. In de opmaat naar de nieuwe omgevingswet is er aan de gemeenten informatie verstrekt over inhoud en procedure van de besluitvorming, die in 2014 in eerste instantie voorzien wordt. De implementatie loopt nog door tot in 2018. Via het overleg met de landelijke koepelorganisaties van VNG, UvW en IPO is inbreng geleverd bij het besloten wetgevingstraject van het Rijk. Bestuurlijke tafel met de provincie Zuid-Holland De provincie Zuid-Holland wil de dossiers RO met de regio delen en niet afzonderlijk met gemeenten. Dit gebeurt tijdens een zogeheten ‘Bestuurlijke Tafel’ met het bestuurlijk overleg RO. Deze overleggen hebben in 2013 op 15 mei en 30 oktober plaatsgevonden. Daarnaast is ambtelijk geadviseerd over de inhoud van de koersnotitie van de provincie. Programma Ruimte Tijdens de laatste bestuurlijke tafel is gesproken over de actualisatie van de Provinciale Structuurvisie (PSV), waarbij deze en de provinciale nota mobiliteit uiteindelijk gecombineerd zijn in de visie Ruimte en Mobiliteit. Hoewel de inkaderende koersnotitie voor de visie positief door de gemeenten ontvangen is, roept de kort voor de Kerst naar de Provinciale Staten verstuurde concept-visie de nodige vragen op. Hierover vindt inmiddels intensief bestuurlijk overleg plaats tussen regio en provincie en is door het Stadsgewest een zienswijze ingediend. Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) Een economisch sterk Haaglanden is onder andere afhankelijk van de bereikbaarheid van de regio. Die bereikbaarheid staat niet op zichzelf, maar heeft direct te maken met andere ruimtelijke ontwikkelingen in en rond de regio. Het Bestuurlijk Overleg MIRT (BO MIRT) wordt eenmaal per jaar gehouden met de ministeries van IenM, BZK/WWI en de decentrale overheden op het niveau van de landsdelen. Het Stadsgewest neemt deel aan het Zuidvleugeloverleg. Het BO MIRT is daarmee het integrale bestuurlijke gremium, waarin alle onderwerpen die tussen het Rijk en de Zuidvleugelpartijen spelen, met name gericht op het gebied van ruimtelijk-fysieke investeringen besproken (kunnen) worden. 40 Met de Adaptieve Agenda Zuidelijke Randstad 2013-2014 (AAZR) hebben de Zuidvleugelpartners en het Rijk in het BO MIRT in november 2013 de gezamenlijke ambities en strategieën bepaald voor een concurrerende en duurzame ontwikkeling van de Zuidelijke Randstad. In de AAZR staan de opgaven centraal. Deze worden met publiek-private partners omgewerkt naar oplossingen. De AAZR bevat afspraken waarvan de uitvoering in 2014 start, zoals over de ontwikkeling van een warmtenet, knooppuntontwikkeling rond station Laan van NOI in Den Haag en MIRT-onderzoeken naar de realisatie van de verstedelijking, de internationale connectiviteit van de Zuidelijke Randstad en de bereikbaarheid in en om Rotterdam Den Haag. Tevens zet de AAZR een aantal opgaven op de kaart dat in 2014 wordt uitgewerkt met het oog op de meerwaarde die het heeft hierover afspraken te maken in het BO MIRT in november 2014. De opgaven zijn bijvoorbeeld: het nationaal energieakkoord, het marktinitiatief voor vers-vervoer van de greenport via spoor en water, campusontwikkeling en het deltaprogramma. Uitgangspunt bij de uitvoering van alle afspraken is het toegroeien naar een nieuwe werkwijze waarin de gezamenlijke overheden open staan voor initiatieven uit markt en samenleving en deze willen faciliteren als zij bijdragen aan de realisatie van de ambities. Medewerkers vanuit de verschillende sectoren van het Stadsgewest hebben in 2013 bijgedragen aan formulering van de AAZR, en bij de uitwerking van vraagstukken. Samenwerking bij gebiedsontwikkeling en projecten Het Stadsgewest tracht vanaf het begin mee te denken met het opstellen van gemeentelijke visies en plannen. Met deze actieve betrokkenheid wil het Stadsgewest vanuit het (boven)regionale beleid kansen benutten. Het gaat dan niet alleen om betrokkenheid bij individuele plannen, maar ook om versterking van de regionale kennisuitwisseling en samenwerking. Zo kunnen de samenwerkende gemeenten zo efficiënt mogelijk werken. Naast periodieke overleggen met de gemeenten is de sector Ruimte in 2013 ook nauw betrokken geweest bij een aantal ontwikkelingen en projecten. StedenbaanPlus Het programma StedenbaanPlus geeft invulling aan de gezamenlijke ambitie van de overheden, NS en ProRail om openbaar vervoer en verstedelijking meer in samenhang te ontwikkelen: Transit Oriented Development. Goed bereikbare locaties dragen immers bij aan de agglomeratiekracht van de gehele zuidelijke Randstad. De centrale programmacoördinatie van StedenbaanPlus verbindt de sectorale activiteiten, draagt zorgt voor de jaarlijkse monitor Stedenbaan en faciliteert het ontstaan van uitvoeringsallianties van overheden en maatschappelijke partners gericht op ontwikkeling rond stations. De samenwerking binnen StedenbaanPlus heeft in 2013 meer in het teken gestaan van de inhoudelijke koerswijziging die in 2012 ingegaan was, en meer aandacht besteed aan kwalitieit en alliantievorming vanwege de stagnatie in de vastgoedmarkt. Daarnaast is invulling gegeven aan de wens van de partners om door een nieuwe structuur beter aan te sluiten bij hun beleids- en besluitvorming. In 2014 start StedenbaanPlus vanuit een nieuwe structuur waarin de overlegtafels op het gebied van verstedelijking en wonen (portefeuillehoudersoverleg Wonen Zuidvleugel), programmering van werklocaties (de REO’s) en verkeer en vervoer primair verantwoordelijk zijn voor de implementatie van de Stedenbaanambities. Zowel voor de afgesproken producten binnen StedenbaanPlus (zoals de Stedenbaanmonitor), het verfijnen van de inhoudelijke koerswijziging als de nieuwe organisatiestructuur is vanuit het Stadsgewest capaciteit geleverd. Westlandse Zoom De verminderde afzet van gronden bij woningbouwprojecten in de Westlandse Zoom heeft gemeenten ertoe gebracht de voorgenomen woningbouwprogramma’s te herzien. De gemeenten Westland en Den Haag zijn in 2011 met deze herziening Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 41 aan de slag gegaan en de aanpassingen zijn via de stuurgroep door het dagelijks bestuur in de regionale woningbouwprogrammering vastgelegd en aanvaard door de provincie. Vanwege opheffing van het Stadsgewest zijn de voorbereidingen gestart om het convenant te beëindigen in 2014. 3.6.2 Programmaonderdeel Water en Waterkader Wat wilden we bereiken? De klimaatveranderingen dwingen ons om het watersysteem in de regio duurzamer en beter beheersbaar te maken, zodat we wateroverlast voorkomen. Met het Regionaal Bestuursakkoord Water uit 2006 en het programma Waterkader Haaglanden, kwam een samenwerking tot stand, met het doel het regionaal watersysteem in 2015 op orde te hebben. Dit bestuursakkoord is gericht op het beheergebied van het Hoogheemraadschap van Delfland. De volgende partijen hebben getekend en zijn dus onderdeel van het akkoord: de Haaglandengemeenten (behalve Zoetermeer, onderdeel van Hoogheemraadschap Rijnland), het Hoogheemraadschap van Delfland, de provincie Zuid-Holland en het Stadsgewest Haaglanden. De rol van het Stadsgewest hierbij is coördinerend en faciliterend. In het kennisprogramma van Waterkader Haaglanden hebben overheden, bedrijven en kennisinstellingen in zeven proeftuinen kennis ontwikkeld en toegepast. Wat hebben we er voor gedaan? Het kennisprogramma Waterkader Haaglanden liep 31 december 2011 af en kreeg een vervolg met de Bestuursovereenkomst Water- en Klimaattafel op 16 november 2011. In deze overeenkomst is afgesproken dat overheden blijven investeren in kennisontwikkeling op het gebied van water, ruimte en klimaat. De regio Haaglanden dient als ‘experimenteerruimte’ voor bedrijven en kennisinstellingen om nieuwe ontwikkelingen in de praktijk te testen. De samenwerking tussen overheden, bedrijven en kennisinstellingen wordt de komende jaren gecontinueerd en verdiept. Voor het realiseren van een duurzaam watersysteem hanteren partijen een integrale aanpak. Hierbij is tevens oog voor een duurzame ruimtelijke inrichting tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten. In de Bestuursovereenkomst Water- en Klimaattafel is afgesproken dat het Hoogheemraadschap van Delfland de regie voert over de ‘Watertafel’ en het regionaal strategisch overleg over water, aan water gerelateerde ruimtelijke onderwerpen en kennisontwikkeling. De Watertafel is in 2013 twee keer bijeen geweest. Programma Ruimte Regionale klimaat Adaptatie Strategie (RAS) Haaglanden De negen Haaglanden-gemeenten, de provincie Zuid-Holland, de twee waterschappen en het Stadsgewest Haaglanden hebben in 2013 onder regie en facilitering van het Stadsgewest en met financiële, inhoudelijke en capacitaire steun van de Stichting Kennis voor Klimaat gewerkt aan de RAS Haaglanden. Deze RAS wordt begin 2014 opgeleverd. Daarnaast zijn onderzoeken begeleid die voor projecten die binnen een aantal gemeenten en waterschappen zijn gestart door consortia van Kennis voor Klimaat, zoals Climate Proof Cities. 3.6.3 Programmaonderdeel Groen Het beleid van het programmaonderdeel Groen is vastgelegd in het Groenbeleidsplan Haaglanden. Het groen in Haaglanden heeft de laatste jaren een hoge plek op de bestuurlijke agenda gekregen. Een belangrijke reden hiervoor is de economische betekenis van een mooie groene omgeving. Recreatie, toerisme en het vestigingsmilieu voor bedrijven varen er wel bij. Door de omvangrijke en snelle verstedelijking van onze regio zijn we ons steeds meer bewust van de waarde van het groen: voor het leefklimaat en de rijkdom van onze natuur. Wat wilden we bereiken? Het Stadsgewest Haaglanden wil het groen behouden, versterken, verbinden en ontsluiten. Het groene netwerk bestaat uit metropolitane landschappen, 42 de stadsrandparken en de groen-blauwe schakels. Het moet niet alleen goed functioneren, maar ook goed bereikbaar zijn vanuit de stad. De grotere groengebieden moeten met het groene netwerk uitnodigen om te wandelen, te fietsen, te varen of op een andere manier te recreëren. Slechts dan draagt het optimaal bij aan een goed leefklimaat binnen de regio. Dit vergt inzet op de groene verbindingen en een vitale groenstructuur. Met name de vitaliteit van de veenweidegebieden verdient de aandacht. Door noodzakelijke neveninkomsten voor boeren wordt het planologisch kader steeds vaker verruimd, waardoor het landschap verandert. De opgave luidt dan ook ‘door ontwikkeling het landschap behouden’. Vanuit de onderlinge verwevenheid van water en groen wordt de focus op groen steeds meer verbreed naar de aandacht voor groen-blauw en het groen-blauwe netwerk. Biodiversiteit, ecologische oeververbindingen en de kwaliteit van het water spelen hierbij een grote rol. Aandacht voor het groen draagt ook bij aan het verbeteren van de luchtkwaliteit en dit komt weer ten goede aan de doelstelling van Haaglanden om een duurzame regio te zijn. Bovendien zijn er kansen op het gebied van voedselstrategie en biomassa. Wat hebben we er voor gedaan? Ondanks de teruglopende investeringsbereidheid van de rijksoverheid is ook dit jaar met alle belanghebbenden gewerkt aan het tot uitvoering brengen van groene projecten. Het Stadsgewest investeerde met publieke en private partners in het regionale groen en zocht naar nieuwe manieren om dragers te vinden voor versterking van de recreatieve kwaliteit. Ontwikkeling landschapstafel Hof van Delfland Nadat begin 2013 bleek dat een gezamenlijke groenautoriteit, die ook de opheffing van de recreatieschappen behelsde, niet op bestuurlijk draagvlak van met name de gemeenten kon rekenen, is als pilot gestart met het onderzoek naar de landschapstafel Hof van Delfland. Met deze constructie worden strategische, tactische en operationele werkzaamheden gecombineerd. Naast de grondgebiedgemeenten en de provincie kunnen ook terreinbeherende organisaties, andere belanghebbenden en private partijen deelnemen. Begin 2014 is aan de betrokken een intentieverklaring voorgelegd. Metropolitaan Landschap Hof van Delfland Het Stadsgewest heeft in de Hof van Delfland samen met de provincie Zuid-Holland een meerjaren uitvoerings- en investeringsprogramma opgesteld dat tot eind 2013 duurt. Het Stadsgewest heeft aan meerdere sleutelopgaven gewerkt voor de Hof van Delfland. Na 2013 wordt een vervolg van de samenwerking voor de Hof van Delfland voorzien in de eerder genoemde landschapstafel. Uitvoeringsprogramma Groen provincie Zuid-Holland In 2011 begon het Stadsgewest met het maken van afspraken met de provincie over de uitvoering van de regionale en provinciale ambities, waarbij de (co-) financieringsopgave en het beheer geborgd zijn. De provincie stelde in oktober 2012 de Beleidsvisie Groen en het Uitvoeringsprogramma Groen vast. Het Stadsgewest heeft zowel in 2012 als in 2013 projecten van gemeenten gecombineerd en bij de provincie voor subsidie aangedragen. In 2013 heeft de provincie, dankzij bemiddeling van het Stadsgewest, via deze constructie € 720.000 aan provinciale subsidies toegekend voor investeringen in het groen. In 2013 zijn nieuwe financieringsafspraken voor een bedrag van ongeveer € 650.000 gemaakt voor 2014. Metropolitaan Landschap Duin Horst Weide Het Stadsgewest werkt samen met de regio Holland-Rijnland en de provincie aan het Interreg IV project ‘Mijn Groen Ons Groen’. Vanuit het Stadsgewest is er gewerkt aan het tot stand brengen van fysieke projecten, zoals de voedselstrategie en het Duivenvoordse polderpad. De regio vervulde bij deze projecten een coördinerende en faciliterende rol, die naar verwachting in 2014 afgerond zullen worden. Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 43 Gebiedsprofielen PSV In het kader van de Provinciale Structuurvisie (PSV) heeft het Stadsgewest in 2013 samen met andere partijen gewerkt aan het gebiedsprofiel Midden-Delfland, het gebiedsprofiel Kust en het gebiedsprofiel Wijk en Wouden. Fonds Groen Haaglanden In 2013 hebben gemeenten en particulieren 22 aanvragen ingediend voor de prioriteitenlijst van het fonds. Deze zijn allemaal op de prioriteitenlijst geplaatst. Vervolgens is er subsidie aangevraagd voor 17 projecten. Dit betrof een totale investering van € 8 miljoen, waarvan een kleine € 1,1 miljoen is gefinancierd uit het fonds. De meeste projecten worden in 2014 en 2015 uitgevoerd. Eind 2013 is ook de verordening van het fonds aanpast op basis van de evaluatie begin 2013, met de bedoeling het gebruik te versimpelen en de toepasbaarheid te vergroten. Zwethzone In 20131 is de uitvoering van het project Zwethzone grotendeels afgerond. Dit is gevierd met een open dag voor belangstellenden. In 2014 wordt de laatste procedures en werkzaamheden verricht voor een fietsverbinding en vindt de financiële afsluiting plaats. Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) De sector Ruimte heeft samen met de Gegevensautoriteit Natuur (GaN) de NDFF ontwikkeld en het daarbij behorende contract tussen de GaN en het Stadsgewest. De doelen zijn drieledig: cc begeleiden van het verder ontwikkelen en functioneren van de databank voor de regio Haaglanden; cc werken met de NDFF: het gebruik van gegevens in relatie met juridische procedures (ruimtelijke ontwikkeling, natuurwetgeving en WABO); cc ontwikkelen van een natuurlijke verbinding binnen de gemeentelijke organisaties tussen de beleidsvelden ecologie, economie en leefbaarheid. In 2013 heeft de GaN haar eigen opheffing aangekondigd. Het IPO, de ministeries van EZ en IenM nemen de NDFF databank over samen met de contracten. Voedselstrategie Programma Ruimte Om antwoord te geven aan een behoefte voor veilige en herkenbare lokale producten, heeft het Stadsgewest besloten om pilot-initiatieven te ontwikkelen in delen van de regio en deze mogelijk te verbinden met andere soortgelijke initiatieven in de Randstad (Amsterdam, Utrecht, Rotterdam). Het gaat om voedselproductie in de gebieden rond de steden, maar ook met aandacht voor wat er in de steden gebeurt. Lokale initiatieven (local2local) dragen essentieel bij aan de regionale economie, de vitaliteit van de landschappen en het verkorten van de afstand producent-consument. Onder begeleiding is door gemeenten van gedachten gewisseld over de ervaringen van Rotterdam (‘Uit Je Eigen Stad’), Amsterdam (de voedselvisie en het verbonden systeem van markten en scholen) en Utrecht (met het eigen merk ‘Lekker Utregs’). Elk vanuit een eigen insteek bieden ze inzicht voor een eigen voedselstrategie, en daarmee kon de basis gelegd worden voor een regionale bestuurlijke conferentie in Duin Horst en Weide, begin 2014. De feitelijke uitwerking van het plan voor een local2local systeem voor (delen) van de regio is voor 2014 gepland. Mogelijk wordt de voedselstrategie onderdeel van een Randstedelijke deelname aan een breder Europees project op dit onderwerp. 3.6.4 Programmaonderdeel Europa Wat wilden we bereiken? Europa heeft sterke regio’s nodig en Haaglanden wil een samenhangende regio met Europese dimensie zijn. Het Stadsgewest heeft sinds 2010 een regiobestuurder Europa met ondersteuning vanuit de sector Ruimte. Er werd vorm gegeven aan het Europees 44 beleid en concrete plannen voor projecten in de nieuwe programmaperiode (20142020), in nauwe samenwerking met de provincie Zuid-Holland. Wat hebben we er voor gedaan? Vanuit het programmaonderdeel Europa is in eerdere instantie als overlegorgaan een ambtelijk kennisplatform Europa opgericht onder alle negen Haaglandengemeenten en provincie Zuid-Holland. Dit orgaan kan voorstellen aanbieden aan het bestuurlijk platform Europa en aan het dagelijks bestuur. Op gezette tijden wordt overleg georganiseerd tussen de regiobestuurder Europa en de portefeuillehouders die inhoudelijk betrokken zijn bij Europese projecten. Belangrijke functie van het platform is kennis delen, inzet bundelen en initiatieven coördineren voor projectontwikkeling. In 2012 is de beleidsnotitie Streefbeeld Europees beleid geschreven en een bijbehorend ambitiedocument met mogelijke projecten (‘Roadmap’) voor de komende periode (voornamelijk 2014-2020). In de notitie staat omschreven hoe en met welke thema’s het Stadsgewest in haar werkzaamheden de relatie met de Europese Unie vormgeeft. In 2013 is verder gewerkt aan de voorstellen van de Roadmap om tot meer concrete ideeën voor projecten te komen. Het betreft de trajecten: cc energie/warmte in het kader van het programma Kansen voor West (EFRO); cc regionale voedselsystemen als onderdeel van local2local-initiatieven, ondersteund door PURPLE; cc bilaterale initiatieven met ondernemers van Westland en ondernemers van OostEuropa; cc verder uitwerken van het verzoek vanuit Stuttgart/Ludwigsburg voor een gezamenlijk project over energie-efficiënte. PURPLE (Peri-Urban Regions Platform Europa) Het Stadsgewest neemt sinds de oprichting ervan in 2004 actief deel aan het Europees Platform PURPLE. De samenwerking op dit dossier in de Randstad bestaat uit de provincies Zuid-Holland, Utrecht, Noord-Holland en Flevoland, Amsterdam als lid van de G4 en Haaglanden als Wgr-plus-regio. In dit bestuurlijk Europees platform is in 2013 onder andere gewerkt aan het beleid op het gebied van de stad-landrelatie, de landbouw in transitie (het hervormde Gemeenschappelijk Landbouw Beleid van de Europese Unie), het territoriale cohesiebeleid, de prioriteiten van nieuwe beleidskaders van de Europese Unie (2014-2020) en het Plattelandsontwikkelingsprogramma POP-3. Het Stadsgewest Haaglanden werkt bestuurlijk samen met de provincie Zuid-Holland en neemt als vertegenwoordiger van de Randstad deel in de Executive Board van het platform. Ambtelijk participeert de regio in een expertgroep Randstad (de relatie stad-land), die ook de deelname aan de bijeenkomsten van PURPLE voorbereidt. In het kader van PURPLE nam de portefeuillehouder twee keer deel aan de General Assembly van het PURPLE-platform en de bijbehorende conferenties op het gebied van de relatie stad-land en het ontwikkelen van de peri-urbane gebieden. Op 23 en 25 oktober 2013 vond in Bologna de slotconferentie plaats over het OESO-onderzoek over de relatie tussen urbane, peri-urbane en rurale gebieden, de verschillende functionele, administratieve partnerschappen en samenwerkingsconstructies en de nieuwe Europese financiële instrumenten voor 2014-2020 die de geïntegreerde aanpak steunen. De netwerken PURPLE (peri-urbane regio’s), Metrex (metropolitane regio’s) en Eurocities (grootstedelijke problematiek) waren actief bij de einddiscussies en in de voorbereiding van de eindconclusies. Vanuit de drie netwerken is een speciale workshop georganiseerd over de ervaringen van dichtbevolkte gebieden. De ervaringen van de verschillende conferenties en bezoeken zijn ingezet bij het uitwerken van de projectideeën vanuit het Kennisplatform Europa. Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 45 Op 13 juni 2013 is namens het Stadsgewest het eerste regionaal Convenant of Mayors van Nederland ondertekend. Dit Convenant is bedoeld om via het burgemeestersnetwerk de Europese energiedoelstellingen te realiseren. Bij de verantwoording van de sector Milieu in deze jaarrekening wordt hier uitvoeriger op ingegaan. Het Stadsgewest heeft in oktober 2013 deelgenomen aan de ‘Open Days’ in Brussel om verder inzicht te krijgen in de mogelijkheden en kansen van Europese samenwerking in de volgende programmaperiode (2014-2020). Hierbij is gesproken met vertegenwoordigers van verschillende netwerken (waaronder PURPLE, RURBAN, Eurocities) en met vertegenwoordigers van diverse Europese regio’s. Voorbereiding van en deelname aan een internationaal (PURPLE-)seminar over voedselzekerheid tijdens de Open Days illustreert de positie en betrokkenheid van het Stadsgewest. Het Stadsgewest participeert gedurende het jaar verder actief in regionale, nationale en Europese netwerken met het doel om betere kennis van het Europees beleid in te zetten voor de regio en tot een betere samenwerking met andere gemeenten en regio’s binnen Europa te komen. 3.6.5 Programmaonderdeel Financiering Woningbouw Vinex Grondkostenfonds In 2013 is vooruitlopend op de afschaffing van de Wgr-plus de VINEX grondkostenverordening versneld afgerond. Om dit mogelijk te maken is de verordening in 2013 door het algemeen bestuur aangepast. Als laatst betrokken partijen heeft locatie Ypenburg subsidie ontvangen voor de laatste 18 bouwrijp opgeleverde kavels, Zoetermeer ingestemd met versnelde bijdrage aan het fonds en Pijnacker-Nootdorp ingestemd met een lagere, maar vervroegde ontvangst van subsidie. Er kan geen tekort meer ontstaan in het fonds. Het fonds zal in 2014 op nul of mogelijk met een licht positief eindsaldo worden geliquideerd. Ook het VINEX-convenant kan dan worden ingetrokken waarmee het VINEX-dossier voor Haaglanden wordt gesloten. Wat heeft het gekost? Programma Ruimte Kosten programma Ruimte 46 bedragen in euro’s Werkelijk 2012 Begroting 2013 Werkelijk 2013 Totaal lasten programma ruimte Totaal baten programma ruimte Nadelig saldo programma ruimte Baten per inwoner Lasten per inwoner Saldo per inwoner 3.082.647 2.621.253 461.394 8.003.500 6.661.900 1.341.600 6.916.531 6.198.460 718.071 5,93 6,62 0,69 Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 47 Programma Wonen 3.7 Programma Wonen Waar gaat het over? Het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 (RSP) verwoordt de ambitie van het Stadsgewest en de aangesloten gemeenten dat Haaglanden zich verder ontwikkelt als een regio van internationale allure. De regio biedt een duurzame kwaliteit van leven door een veilige schone en aantrekkelijke woon- en leefomgeving en een sterke sociale structuur. Het programma Wonen richt zich voor die gewenste kwaliteit van leven op een goede, duurzame kwaliteit van woon- en leefomgeving voor huidige en toekomstige inwoners en faciliteert de vraag naar woningen en woonmilieus die voor het realiseren van de RSP-ambitie nodig is. De gemeenten werken samen met marktpartijen en woningcorporaties om de opgave voor wonen in de praktijk te vertalen. Het Stadsgewest heeft de taak om, waar mogelijk, in de noodzakelijke randvoorwaarden daarvoor te voorzien. Wat wilden we bereiken? Voor het programma Wonen wordt de kwaliteit van leven primair bepaald door een voldoende aanbod van woningen van een goede kwaliteit in gedifferentieerde woonmilieus en vitale buurten en wijken. De realisatie van de volgende subdoelstellingen is daarbij essentieel: cc het bevorderen van een woningaanbod dat aansluit bij de vraag van de (toekomstige) inwoners van Haaglanden (betere afstemming aanbod/vraag) door: cc het wegwerken van de kwantitatieve en kwalitatieve woningtekorten; cc het realiseren van een hoog tempo van verbetering of herstructurering van de bestaande woningvoorraad; cc het creëren van de variatie aan woonmilieus; cc het stimuleren van voldoende aanbod van wonen/zorg. cc het bevorderen van intensiever gebruik van het bestaande stedelijk gebied door: cc te streven dat 80% van de verstedelijking plaatsvindt binnen bestaand bebouwd gebied; cc het stimuleren van innovatie ten behoeve van de realisatie van het (centrum) stedelijk woonmilieu (innovatieve ideeën voor woningen en het aantrekken nieuwe doelgroepen). cc een ongedeelde regio met duurzame vitale veilige en stimulerende wijken en buurten door: cc voldoende aanbod voor de huidige bewoners van wijken en buurten met als belangrijk uitgangspunt een open woningmarkt (aandacht voor sociale cohesie); cc een versterking van de sociaal-economische structuur (onderdeel van herstructurering); cc voldoende aanbod voor de toenemende vraag van ouderen naar wonen en zorg/ welzijn; cc toezicht op de realisatie van de gemeentelijke taakstellingen voor verblijfsgerechtigden (statushouders). Wat hebben we er voor gedaan? Bijdrage bestuurlijke en ambtelijke overleggen Sommige inhoudelijke (wonen-)vraagstukken ondervinden in toenemende mate invloed van een groter schaalniveau, zoals de metropool- of Zuidvleugelschaal. In 2013 is vanuit Wonen zowel bestuurlijk als ambtelijk inbreng geleverd bij diverse overleggen op Zuidvleugel-, provinciale- en in dit jaar in mindere mate ook op MRDH-schaal. Respectievelijk waren dat bestuurlijke deelname aan het regioportefeuillehoudersoverleg Wonen Zuidvleugel van de provincie, de deelname aan de bestuurlijke afstemmingstafels Zuidvleugel/PZH en de voorbereidingsoverleggen voor portefeuillehoudersoverleg Zuidvleugel/PZH. Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 49 Wonen databank Zoals elk jaar zijn ook in 2013 de gegevens in de wonen-databank www.haaglandenincijfers.nl bijgewerkt. Deze informatie over het beleidsterrein Wonen en aanverwante thema’s in de regio ondersteunt beleidsontwikkeling en -uitvoering op de aangegeven doelen. De databank is (grotendeels) openbaar toegankelijk. In 2013 heeft de nadruk van het programma Wonen gelegen op de volgende projecten en producten die gericht waren op de aangegeven doelen. Afstemming woningbouwprogramma In 2012 verscheen de bundel Inventarisatie Woonmilieus Haaglanden. Deze indeling naar woonmilieus van de bestaande woningvoorraad in Haaglanden en woningbouwplannen is samen met de gemeenten opgesteld. Met de ‘Rosetta’methode - die de stadsregio Rotterdam ook gebruikt - kwamen de partijen tot gedeelde definities en beelden van de in de regio voorkomende woonmilieus. Op basis van de inventarisatie zijn vervolgens de bestuurlijke gesprekspunten geformuleerd. Eind 2013 heeft dit in nauwe samenspraak met de gemeenten via bestuurlijke overleggen geleid tot een regionaal afgestemd regionaal woningbouwprogramma. Dat programma is in december door het dagelijks bestuur aan de provincie toegezonden. Hierbij zijn de kwantitatieve uitgangspunten van het RSP/Woonvisie niet veranderd. Grote opgave is vooral de komende jaren beter aan te sluiten bij de kwalitatief veranderende vraag. Deze aanpak voorziet in een jaarlijkse gezamenlijke bespreking door gemeenten van de woningbouwplannen, het opstellen van en Handreiking voor de nadere invulling van woonmilieus en het in beeld brengen van enkele ‘best practices’ die inzichtelijk moeten maken hoe een woonmilieu kwalitatief van karakter kan ‘verkleuren’. Woningmarktmonitor In 2013 zijn (voorlopig cijfer) circa 3.400 woningen nieuw gebouwd (ambitie RSP/ Woonvisie: jaarlijks 6.000). Nadere gegevens zijn te vinden in de (jaarlijkse) Monitor Woningbouw over 2013. De jaarlijkse inventarisatie van realisatie en planning van woningbouwaantallen binnen de regio vond ook in 2013 plaats. In het kader van bestemmingsplantoetsing en bovenregionale monitoring is input geleverd. Grote Woontest Haaglanden Programma Wonen Eind 2012 is het gelukt om met een groot aantal partijen uit de regio (gemeenten, marktpartijen en woningcorporaties en met een financiële stimulering vanuit BZK) gezamenlijk de eerste Grote Woontest Haaglanden (GWTH) te laten uitvoeren. Bij de Grote Woontest worden de regionale woonmilieudefinities gebruikt bij de enquêtering van (ruim 18.000) inwoners van de regio. De resultaten van de Grote Woontest Haaglanden kwamen in 2013 voor de deelnemers beschikbaar en zijn in regionaal verband betrokken bij de bespreking van het woningbouwprogramma. De resultaten van de GWTH zijn gepresenteerd aan het algemeen bestuur. WoON Voor inzicht in de veranderende vraag is ook aangesloten bij het landelijke WoONonderzoek dat iedere drie jaar door het Rijk wordt uitgevoerd. Gemeenten en regio’s kunnen hierbij extra enquêtes inkopen, waarmee nu in de regio uitspraken gedaan kunnen worden tot op gemeenteniveau. Van het onderzoek WoON12 kwamen de resultaten eveneens in 2013 beschikbaar en deze zijn beschreven in een regionale rapportage. De resultaten zijn in regionaal verband betrokken bij de bespreking van het woningbouwprogramma en gepresenteerd aan het algemeen bestuur. Een beschrijving van de werkzaamheden die het programma Wonen verrichtte voor het Grondkostenfonds Vinex is opgenomen onder het onderdeel Financiering Woningbouw van het programma Ruimte. 50 Stimulering Collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO) en transformatie kantoren en woningen In 2013 is een bijdrage verstrekt uit het stimuleringsfonds Collectief particulier opdrachtgeverschap. Zeven gemeenten kunnen desgewenst nu nog een beroep doen op een bijdrage uit dit fonds. Om de transformatie van kantoren naar woningen te stimuleren is ten behoeve van kennisdeling een bijdrage geleverd aan nog een quickscan voor haalbaarheid (Den Haag). Regionale Huisvestingsverordening Haaglanden - woonruimteverdeling In 2013 vond het regulier beheer plaats voor de huisvestingsverordening. Punt van aandacht vormde in 2013 ook de vraag naar de toekomst van de regionale woonruimteverdeling/regionale huisvestingsverordening ná het vervallen van de Wgr-plusbevoegdheid (het algemeen bestuur is nu wettelijk bevoegd een verordening vast te stellen) per 2015. De stadsgewestelijke adviescommissie Voorrangsbepaling (SAV), die is ingesteld op grond van de Regionale Huisvestingsverordening, werkte in 2013 aan het jaarverslag 2012. De SAV adviseert het dagelijks bestuur onder andere over de uniforme afhandeling door individuele gemeentelijke toetsingscommissies van individuele aanvragen om voorrangsverlening bij woonruimteverdeling. De SAV evalueert jaarlijks de toetsing op gemeentelijk niveau. Dit gebeurt op basis van door de lokale toetsingscommissies aangeleverde gegevens. Het Stadsgewest voert het secretariaat van de SAV. De bij de regionale huisvestingsverordening horende regionale Uitvoeringsregels voorrang zijn in 2013 in nauw overleg met de gemeentelijke toetsingscommissies geëvalueerd en geactualiseerd vastgesteld. De vragen die onder andere burgers en advocaten via de e-mail of telefonisch stellen, gaan met name over de Huisvestingsverordening en dan vooral over de woonruimteverdeling. Het Stadsgewest beantwoordt deze vragen in principe binnen vijf werkdagen. Regionale prestatieafspraken en monitoring In 2010 heeft het Stadsgewest Haaglanden met de Sociale Verhuurders Haaglanden (SVH) de Regionale prestatieafspraken 2010-2014 gemaakt. Belangrijke aandachtspunten hierin zijn de thema’s: cc woonruimteverdeling, waaronder lokale beleidsruimte; cc toewijzing aan de (financiële) doelgroep van beleid en de lagere middeninkomens; cc nieuwbouw; cc duurzaamheid, waaronder het warmtenet. In 2013 zijn, op basis van het Protocol gegevenslevering en de Prestatieafspraken, een Jaarrapportage prestatieafspraken en de Aanbodrapportage woonruimteverdeling uitgebracht. In 2013 verscheen ook de jaarlijkse rapportage over het bezit van de woningcorporaties die SVH-lid zijn. In 2012 werd het beleidsprincipe ‘30% sociaal’ geëvalueerd. De uitkomsten van de rapportage hierover worden bij de herijking van woningbouwprogramma en de vervolg-prestatieafspraken betrokken. Deze evaluatie is in 2013 bestuurlijk besproken. Het algemeen bestuur is hierover in februari 2014 geïnformeerd. De monitorgegevens over 2012 zijn ingebracht in de in 2013 herziene Wonen databank. In 2013 is, mede op basis van de monitoringsrapporten, samen met de SVH het samenvattende Jaarverslag prestatieafspraken 2012 uitgebracht. Daarnaast vond periodiek ambtelijk en bestuurlijk overleg plaats met de SVH over woonruimteverdeling en prestatieafspraken. In 2013 is de, samen met de sector Milieu gestarte, uitwerking van de artikelen over duurzaamheid in de prestatieafspraken voortgezet. In 2013 verschenen de resultaten van de gezamenlijke opdracht om de volkshuisvestelijke gevolgen van de kabinetsvoornemens ten aanzien van woningcorporaties op de sociale woningvoorraad in de regio in beeld te brengen. Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 51 De financiële problemen bij woningcorporatie Vestia, de grootste woningcorporatie in de regio Haaglanden, vormden hiervoor mede de aanleiding. Mede in vervolg hierop is in 2013 gestart met het gesprek met de Sociale Verhuurders Haaglanden om te komen tot nieuwe prestatieafspraken voor de periode vanaf 2015. Hiervoor is gezamenlijke ondersteuning/procesbegeleiding door een extern bureau gevraagd en zijn diverse onderzoeken verricht in 2013. (Tijdelijke) huisvesting arbeidsmigranten In 2013 is samen met de ingestelde werkgroep huisvesting arbeidsmigranten gewerkt aan de uitvoering van het actieplan. In 2013 is er twee maal bestuurlijk overleg met het Rijk gevoerd. Om het onderwerp nadrukkelijker onder de aandacht te krijgen van gemeenten en corporaties is in 2012 een aanjaagteam ingesteld, bestaande uit een wethouder, corporatiedirecteur en werkgever. Dit aanjaagteam rapporteerde in 2013 over hun werkzaamheden in een vervolg-brede conferentie voor alle betrokken partijen. Het team komt nog eenmaal bijeen ter evaluatie. Op de landelijke website www.flexwonenarbeidsmigranten.nl is een regio-pagina ingericht waarvoor input is geleverd. Toezicht op de huisvesting van vergunninghouders (statushouders) Per oktober 2012 is de taak huisvesting vergunninghouders van rijkswege opgedragen aan de provincie. De provincie verstrekte tot die tijd jaarlijks een (gedeeltelijk doorbetaalde) bijdrage aan het Stadsgewest voor de uitvoering van deze taak, deze bijdrage kwam hiermee in 2013 uiteraard te vervallen. In 2013 vond op verzoek van gemeenten en toezichthouder een bijeenkomst plaats voor betrokken partijen in de regio met het doel uitwisseling van ‘best practices’ en het versnellen van de matching tussen vraag van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) en woningaanbod in gemeenten. Op verzoek van de nieuwe toezichthouder, gemeenten en COA wordt het organiseren van deze periodieke overleggen (2x per jaar) gecontinueerd. Beheer Besluit Woninggebonden Subsidies De rijksregeling voor het BWS (Besluit Woninggebonden Subsidies) is met ingang van 2005 beëindigd. Hoewel in 2010 op initiatief van het Rijk een afkooptraject voor de jaarlijkse uitbetaling heeft plaatsgevonden, liepen er in 2013 nog enkele dossiers die uitbetaald moeten worden aan particuliere eigenaren van sociale koopwoningen en woningcorporaties. Er loopt actie om ook te komen tot afkoop van de laatste dossiers in 2014. In 2012 zijn de laatste vrijvallende middelen via afsluitend verdeelbesluit (voorlopig) verdeeld. De gelden zijn uitbetaald aan de gemeenten met het verzoek hier een volkshuisvestelijke bestemming aan te geven. In 2014 vindt de definitieve eindafrekening plaats. Wat heeft het gekost? Programma Wonen Kosten programma Wonen 52 bedragen in euro’s Werkelijk 2012 Begroting 2013 Werkelijk 2013 Totaal lasten programma wonen Totaal baten programma wonen Saldo programma wonen Baten per inwoner Lasten per inwoner Saldo per inwoner 5.131.926 4.169.469 962.457 912.300 22.700 889.600 796.991 19.459 777.532 0,02 0,76 0,74 Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 53 Hoofdstuk 4 Paragrafen Paragraaf 1 Weerstandsvermogen Algemeen Weerstandsvermogen Het financieel weerstandsvermogen is het vermogen van het Stadsgewest om nietstructurele financiële risico’s te kunnen opvangen zonder dat de uitvoering van de taken in het gedrang komt. Het weerstandsvermogen wordt gedefinieerd als de relatie tussen de weerstandscapaciteit en de bekende risico’s, waarvoor geen afdoende stuur- en beheersmaatregelen kunnen worden getroffen of voorzieningen zijn ingesteld. De mogelijke maatregelen om de risico’s te beheersen en/of financieel af te dekken zijn: cc risico’s onder controle houden door stuur- en beheersmaatregelen (bijvoorbeeld door het afsluiten van verzekeringen of het aanscherpen van contracten en regelgeving); cc risico’s financieel afdekken door: cc het instellen van voorzieningen voor risico’s die kunnen worden gekwantificeerd; cc het instellen van een weerstandsvermogen voor risico’s die niet financieel kunnen worden gekwantificeerd. Het begrip weerstandscapaciteit De omvang van het benodigde weerstandsvermogen wordt bepaald door de omvang van de weerstandscapaciteit in relatie tot de ‘resterende’ risico’s. Onder weerstandscapaciteit wordt verstaan het geheel aan financiële middelen (met name reserves), dat beschikbaar is en aangewend kan worden om mogelijke risico’s op te vangen. Met ‘resterende’ risico’s worden de risico’s bedoeld die onvoldoende onder controle kunnen worden gehouden door stuur- en beheersmaatregelen en waarvoor (nog) geen specifieke voorzieningen zijn of kunnen worden getroffen. De omvang van het huidige weerstandsvermogen De omvang van de algemene reserve en de treasurymanagementreserve van het Stadsgewest bedroeg op 31 december 2013, na verwerking van de winstbestemming 2012, maar zonder de verwerking van het resultaat 2013, respectievelijk € 4.978.558 en € 722.588. Met deze reserves kunnen incidentele tekorten worden opgevangen. De begroting van het Stadsgewest bevat geen ruimte om structurele tekorten op te vangen. Op basis van de hierna vermelde risico’s en de inschatting van de kans, zou een weerstandsvermogen van circa € 6,8 miljoen aanwezig moeten zijn. Paragrafen De gewenste omvang van het weerstandsvermogen In artikel 52 derde lid en artikel 54 tweede en zesde lid van de Regeling stadsgewest Haaglanden 1995 is de aanzuivering van een eventueel nadelig exploitatiesaldo van het Stadsgewest gelegd bij de deelnemende gemeenten. Om inzicht te krijgen in de omvang van de risico’s wordt jaarlijks in de begroting en de rekening een overzicht van de gekwantificeerde risico’s opgenomen. Naar aanleiding van deze berekening heeft het algemeen bestuur op 17 februari 2010 besloten door toevoeging van komende exploitatieoverschotten het weerstandsvermogen te vergroten tot een bandbreedte van € 5 tot € 10 miljoen. De gemeenten worden driemaal per jaar geïnformeerd over het verloop van de begroting, namelijk bij de eerste en tweede Marap en bij de jaarrekening. Bij deze rapportages wordt tevens een overzicht gegeven van de actuele risico’s. Betreffende de ontwikkeling van specifieke grote risico’s wordt het bestuur tussentijds geïnformeerd. Gemeenten moeten daarom in staat worden geacht op basis van de informatie voldoende voorzieningen in de eigen begroting te treffen. Dat risico kan betrokken worden bij het geheel van door de gemeente gelopen risico’s. 54 Risicoinventarisatie Deze paragraaf geeft een overzicht van de belangrijkste risico’s voor het Stadsgewest en een inschatting van de kans dat deze zich voordoen. Ze zijn weergegeven per programma. In dit overzicht zijn alleen de risico’s weergegeven die de normale bedrijfsuitvoering te boven gaan. De normale bedrijfsrisico’s doen zich regelmatig voor en zijn dus vrij goed meetbaar. Hierdoor kunnen ze worden gedekt door ofwel beheersmaatregelen ofwel het afsluiten van verzekeringen. Het gaat dan bijvoorbeeld om brand, wateroverlast en uitval van ICT. Programma Aangemeld Soort risico Omvang Kans Omschrijving Effect Toelichting Bestuur 2007 Politiek F 5.200.000 incidenteel 100%1) Risico’s als gevolg van bestuurlijk organisatorische ontwikkelingen Dekkingsrisico op de vaste lasten Op 27 maart 2013 heeft het DB besloten tot het voornemen van opheffing van het Stadsgewest Haaglanden, onder de voorwaarde dat dan de ‘plus’ door het Rijk is ingetrokken en de MRDH is opgericht. Omdat tevens besloten is het overtollige personeel bij de gemeenten in dienst te nemen worden de frictiekosten beperkt tot de lopende contracten. Bron is het Ontwerp Liquidatieplan Stadsgewest Haaglanden dat op 19 februari 2014 is besproken in het AB. Te nemen maatregel 1)De kosten voor de liquidatie van het Stadsgewest worden in het liquidatieplan meegenomen en van dekking voorzien. Programma Aangemeld Soort risico Omvang Kans Omschrijving Effect Toelichting Bestuur 2007 Politiek F 450.000 structureel 50% Doorberekening huisvestingslasten aan (tijdelijke) projecten Dekkingsrisico op de vaste lasten De huisvestingskosten zijn verdeeld over de geraamde bezetting. Dit is inclusief personen die niet tot de formatie van het Stadsgewest behoren, maar bijvoorbeeld in verband met de uitvoering van een project ruimte bezetten. Na afloop van dat project ontstaat leegstand en zullen de huisvestingskosten per eenheid omhoog gaan. De doorbelasting van kosten aan deze onderhuurders bedraagt ongeveer F 450.000 op jaarbasis. Doordat een aantal projecten formeel in 2011 aflopen, is dit risico vanaf 2012 groter. Te nemen maatregel Leegstand tijdig voorkomen door verlenging van contracten van onderhuurders of aantrekken van nieuwe (gelieerde) huurders. Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 55 Programma Bestuur Aangemeld Soort risico Omvang Kans Omschrijving Effect Toelichting 2012 Politiek F 100.000 incidenteel 50% Inhuur externen voor essentiële functies Kostenverhoging Ten gevolge van de Kabinetsvoornemens en de daardoor ontstane onzekerheid zal het personeelsverloop toenemen. Voor essentiële functies zullen (tijdelijk) externen moeten worden aangetrokken. Te nemen maatregel Duidelijkheid verkrijgen over de effecten van de plannen en dit communiceren. Programma Mobiliteit Aangemeld Soort risico Omvang Kans Omschrijving Effect Toelichting 2006 Uitvoerend Onbekend (ingeschat op F 600.000 structureel) 10% Kostenoverschrijding ten gevolge van aanleg infrastructuur Honoreren claims en meerwerk Door het uitvoeren van infrastructurele werken treden drie soorten risico’s op: -Risico’s met betrekking tot de uitvoering: voor deze risico’s sluit het Stadsgewest zoveel mogelijk verzekeringen af; - Risico’s met betrekking tot de subsidieafrekening. Het Rijk kan bij de vaststelling van de subsidiabele kosten afwijken van de door het Stadsgewest ingediende afrekening; - Risico’s die optreden als het Stadsgewest opdrachtgever is: voor deze risico’s is de juridische kwaliteit van de opdrachtverstrekking en de controle op de uitvoering essentieel. Te nemen maatregel Monitoren uitvoering. Programma Mobiliteit Aangemeld Soort risico Omvang Kans Omschrijving Effect Toelichting 2010 Uitvoerend F 3.000.000 incidenteel 50% Opbrengstrisico railvervoer HTM + HTMbuzz Honoreren hogere exploitatievergoeding/cq snijden in het voorzieningenniveau In de onderhandelingen met HTM over de resterende concessieperiode 2011-2017 is afgesproken de onzekerheid voor een hogere of lagere opbrengst van het railvervoer te delen, voor de bus concessie stadsvervoer dragen wij het gehele opbrengstrisico. Te nemen maatregel Overleg met HTM. Mobiliteit 2013 Uitvoerend F 2.000.000 incidenteel 10% Garantie op technische staat aardgasbussen Schade herstellen Na de gunning van de stadskavel bus zijn de bij HTM in gebruik zijnde aardgasbussen overgedragen aan HTMbuzz. Het Stadsgewest Haaglanden heeft de technische staat van de bussen gegarandeerd, voor zover eventuele gebreken uitgaan boven de garantie van de producent. Te nemen maatregel Rapportage bij de periodieke keuring. Paragrafen Programma Aangemeld Soort risico Omvang Kans Omschrijving Effect Toelichting 56 Programma Aangemeld Soort risico Omvang Kans Omschrijving Effect Toelichting Zorg 2014 Uitvoerend F 515.000 structureel 50% Dekking personeelslasten medewerkers Jeugdzorg Dekkingsrisico op personeelslasten Het programma Jeugdzorg richt zich op de planning en financiering van de jeugdzorg in Haaglanden. Per 1 januari 2015 komt de Wet op de jeugdzorg te vervallen. De nieuwe Jeugdwet is vanaf dat moment van kracht. Deze Wet regelt dat de beleidsverantwoordelijkheid voor het taakveld jeugdzorg op dat moment bij de individuele gemeenten komt te liggen. Bij het Stadsgewest Haaglanden is een zestal medewerkers tot 1 januari 2015 belast met de planning en financiering van de jeugdzorg. Met het wegvallen van de diverse geldstromen ontstaat er een dekkingsprobleem dat op jaarbasis ruim F 500.000 bedraagt. Te nemen maatregel Monitoren uitvoering. Programma Aangemeld Soort risico Omvang Kans Omschrijving Effect Toelichting Ruimte en Wonen 2011 Uitvoerend F 50.000 structureel 50% Dekking apparaatskosten Grondkostenfonds/Vinex Dekkingsrisico op de vaste lasten Voor de beheersing en afwikkeling van het Grondkostenfonds is 0,6 fte beschikbaar. Naar het zich laat aanzien zal dit fonds in 2014 worden beëindigd. Hierdoor ontstaat een dekkingsrisico voor de vaste lasten. Te nemen maatregel Verwerven van vervangende omzet of personeelsreductie. Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 57 Paragraaf 2 Onderhoud kapitaalgoederen Activa met een gezamenlijke aanschaffingsprijs vanaf € 10.000 worden geactiveerd en afgeschreven. Activa onder dit bedrag worden in het jaar van aanschaf ten laste van het resultaat gebracht. Oplaadapparatuur OV-chipkaart Ingaande 1 november 2010 is bij HTM het gebruik van de chipkaart voor het reizen met openbaar vervoer mogelijk. Bij Veolia en RET was dit al eerder het geval. Hiervoor zijn trams en bussen voorzien van kaartlezers. Om de in omloop zijnde OV-chipkaarten op te waarderen bestaan diverse mogelijkheden. Een daarvan is het opladen via zogenaamde Afhaal- en Verkoopmachines (AVM’s). Per ultimo 2010 heeft het Stadsgewest 71 machines en in 2011 nog eens 29 machines met randapparatuur aangeschaft en deze zijn bij wederverkopers in de regio geplaatst. De apparaten zijn gewaardeerd tegen aanschaffingsprijs onder aftrek van de afschrijving. De afschrijving wordt over 5 (volle) jaren verspreid. Automatiseringsapparatuur en programmatuur Artikel 9 lid 3 van de Financiële verordening regelt de activering en afschrijvingstermijn van de activa. In 2011 is nieuwe apparatuur en programmatuur aangeschaft. Deze wordt in 5 jaar afgeschreven. Meubilair De afschrijvingstermijn van nieuw meubilair bedraagt 12 jaar. Railinfra Het Stadsgewest heeft de afgelopen jaren enkele nieuwe tramlijnen met bijbehorende kunstwerken aangelegd. Het gaat hier om delen van tramlijn 17 en tramlijn 15. Daarnaast zijn er uitvoerende werkzaamheden verricht voor de aanleg van tramlijn 19. Ook die gingen gepaard met een aantal investeringen. Deze investeringen zijn volledig gefinancierd door subsidies en bijdragen. Met de gemeente Den Haag heeft het Stadsgewest overeenstemming bereikt over de overdracht van de kunstwerken en de daarbij te vergoeden onderhoudsbijdrage. De bijdrage is inmiddels betaald. Met de gemeente Rijswijk lopen de gesprekken hierover nog. Personenbussen voor het openbaar vervoer In verband met de gunning van de concessie voor het personenvervoer in de stad aan HTMbuzz, heeft in december 2012 de (door)levering plaatsgevonden van stadsbussen van HTM, via het Stadsgewest aan HTMbuzz. Tengevolge van de door het Rijk opgelegde bezuinigingen op het openbaar vervoer is de dienstregeling aangepast. Hierdoor waren 20 bussen minder benodigd. Deze bussen zijn eigendom van het Stadsgewest. Getracht is de bussen aan andere OV-bedrijven te verkopen, maar dit is tot op heden niet gelukt. Vandaar dat deze bussen in 2013 worden afgeschreven ten laste van de exploitatie Openbaar Vervoer. Paragraaf 3 Financiering Inleiding Paragrafen Met ingang van 1 januari 2001 is de wet Financiering Decentrale Overheden (Fido) in werking getreden. In deze wet worden de kaders gesteld voor een verantwoorde, prudente en professionele inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie van decentrale overheden. In 2009 is de Regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden (RUDDO) opgesteld en later, naar aanleiding van de onrust op de financiële markten aangescherpt op het landencriterium en de rating-eisen. In de wet is de treasuryfunctie gedefinieerd als ‘het sturen en beheersen van het verantwoorden over en het toezicht op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s’. Op de treasuryfunctie was de nota treasurybeleid van 15 november 1995 van toepassing. 58 Een gewijzigd financieringsstatuut is in 2005 vastgesteld. In dit statuut wordt de beleidsmatige infrastructuur van de treasuryfunctie vastgelegd in de vorm van uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten. Bijdragen van de deelnemende gemeenten Ingevolge artikel 52, lid 4, van de gemeenschappelijke Regeling stadsgewest Haaglanden 1995 wordt bij de begroting voor de berekening van de bijdrage per deelnemende gemeente uitgegaan van het inwonertal op 1 januari van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarvoor de bijdrage is verschuldigd. De definitieve bijdrage wordt gebaseerd op het werkelijke inwoneraantal per 1 januari van het verslagjaar. Het aantal inwoners van de aan het Stadsgewest deelnemende gemeenten bedraagt per 1 januari 2013 in totaal 1.045.064. De bijdrage per inwoner bedraagt volgens de begroting, inclusief de bezuinigingstaakstelling, € 5,46. De werkelijke bijdrage op basis van de gerealiseerde werkgeverslasten leidt tot een eindafrekening van € 5,48 per inwoner. Daarnaast is een bijdrage van € 1 voor het Fonds Groen Haaglanden en een bijdrage voor het Mobiliteitsfonds van € 9,13 in rekening gebracht. Omdat de totale stijging van het inwoneraantal niet gelijk over de gemeenten is verdeeld, betekent dit dat sommige gemeenten een naheffing krijgen en andere een terugbetaling. De berekening hiervan is in bijlage 3 opgenomen. Treasury Inleiding In de vergadering van het algemeen bestuur van 20 april 2005 is de financiële verordening vastgesteld. Deze regelt met name de relatie tussen het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur. De gewijzigde verhouding, die op basis van gewijzigde wettelijke voorschriften zijn aangepast, maakte een nieuwe treasuryverordening noodzakelijk. Op 20 februari 2006 is dit Treasurystatuut vastgesteld. In dit statuut is de ‘beleidsmatige infrastructuur’ van de treasuryfunctie vastgelegd in de vorm van uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten. Het statuut maakt een objectieve en transparante verantwoording vooraf en achteraf mogelijk. Naast het financieringsstatuut wordt jaarlijks een treasuryparagraaf opgenomen in zowel de begroting als het jaarverslag. Hierin worden de specifieke beleidsvoornemens respectievelijk de uitvoering van het beleid op het gebied van treasury neergelegd. In de tussenliggende bestuursrapportages wordt de tussentijdse verslaglegging opgenomen. Algemene ontwikkelingen Rentevisie Op grond van de inzichten bij de begroting, medio 2012, werd er geen grote daling of stijging van de rente van kortlopende geldleningen verwacht. Verwacht werd dat de rente van langlopende geldleningen gering zou stijgen. Bovendien was de verwachting dat het rentepercentage van kortlopende geldleningen lager zou zijn dan dat van langlopende geldleningen. Daarom zijn in het verslagjaar de kasgelden ten behoeve van de lopende exploitatie vrijwel steeds tegen deposito uitgezet. Per 16 december is het Schatkistbankieren ingevoerd. De decentrale overheden zijn verplicht hun overtollige middelen in de schatkist aan te houden. Hiertoe is met de staat een rekening-courantovereenkomst gesloten. Binnen de met BNG Vermogensbeheer (BVB) gesloten beleggingsovereenkomst is belegd in voornamelijk vastrentende waarden en garantieproducten. Dit omdat bleek dat, met name voor de fondsen, over langere tijd over aanzienlijke kasgeldoverschotten kon worden beschikt. Deze uitzettingen van gelden zijn in overeenstemming met de bepalingen uit de wet Fido (RUDDO). Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 59 In overleg met de belegger is in de loop van het jaar de rating van de diverse fondsen kritisch gevolgd. Besloten is, gezien de korte resterende looptijd, enkele door kredietbeoordelaars afgewaardeerde fondsen niet tussentijds te verkopen. Inmiddels zijn deze fondsen afgelost. Door deze strategie heeft het Stadsgewest geen afwaarderingen op beleggingen hoeven te plegen. Als gevolg van het schatkistbankieren per 16 december 2013 is één derde van de portefeuille vrijgemaakt en gestort in de schatkist. Financieringsoverschot Met name de instelling van het Regionaal Fonds Bereikbaarheidsoffensief (BORfonds) heeft geleid tot een kasoverschot. Volgens besluit van het algemeen bestuur wordt het BOR-fonds voor wat betreft de rentetoerekening beschouwd als een zelfstandige eenheid: dat wil zeggen dat de gerealiseerde marktrente wordt toegerekend. Ook voor het Grondkostenfonds worden afzonderlijke afspraken gemaakt, die in het jaarlijkse Taakstellende TreasuryPlan (TTP) worden vastgelegd. Aan de overige fondsen is de gemiddelde eenmaandsdeposito toegerekend. In 2013 was deze rente 0%. Treasurybeheer Het treasurybeheer is de (beleids)uitvoering van de treasuryfunctie, binnen de kaders van het huidige financieringsstatuut. De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Risicobeheer Met betrekking tot het risicobeheer heeft het bestuur als algemeen uitgangspunt vastgesteld dat alleen leningen of garanties worden verstrekt uit hoofde van de ‘publieke’ taak. Indien middelen worden uitgezet, dienen deze een prudent karakter te hebben en niet gericht te zijn op het genereren van inkomen door het lopen van overmatige risico’s. Onder risico’s worden verstaan zowel renterisico’s (vaste schuld en vlottende schuld), kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s, koersrisico’s en valutarisico’s. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd door middel van de richtlijnen en de limieten zoals deze zijn neergelegd in de financiële verordening. In die zin is het uitgangspunt dat voldaan wordt aan het kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Op grond van het treasurystatuut hebben geen derivatentransacties plaatsgevonden. In het verslagjaar zijn geen leningen uit hoofde van de publieke taak verstrekt, andere leningen zijn evenmin verstrekt. De kasgeldlimiet bedraagt 8,2%. Aangezien het Stadsgewest geen langlopende leningen heeft afgesloten is de renterisiconorm niet relevant. Paragrafen Renterisicobeheer In het kader van het renterisicobeheer zijn in het verslagjaar plannen geformuleerd die voorstaan dat zowel de kasgeldlimiet als de renterisiconorm niet wordt overschreden. Alle treasury-activiteiten worden gebaseerd op een korte termijn liquiditeitenplanning (looptijd tot een jaar) en waar mogelijk een meerjarige liquiditeitenplanning met een looptijd van vier jaar. Binnen dit kader wordt gestreefd naar spreiding in de rente typische looptijden van uitzettingen. Overigens is gebleken, dat de door de gemeenten verwachte uitname uit de investeringsfondsen steeds later werd gerealiseerd dan door hen geraamd. Hierdoor was de rente op deze fondsen niet optimaal. Kredietrisicobeheer Om kredietrisico’s te spreiden is het merendeel van de overschotten, meestal in de vorm van deposito’s, bij een partij met een triple A-rating geplaatst. Een deel van de gelden is op korte termijn vastgezet in het Geldmarkt-selectfonds, juridisch een onderling beleggingsfonds, waarbij de participanten bekend zijn. Dit fonds, dat beheerd wordt door BVB, een volle dochter van de BNG (Bank Nederlandse Gemeenten), belegt in minimaal single A-fondsen. 60 Valutarisicobeheer Valutarisico’s zijn uitgesloten doordat uitsluitend belegd wordt in de Nederlandse geldeenheid, de euro. Kasbeheer Geldstromenbeheer Om de kosten van het geldstromenbeheer te beperken is het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op stadsgewestniveau op elkaar en op de liquiditeitenplanning af te stemmen. Bovendien is gebruik gemaakt van het product ‘pakket geïntegreerde dienstverlening’ van de BNG. Het betalingsverkeer wordt elektronisch uitgevoerd door de BNG. Interne financiering Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) te gebruiken, teneinde het renteresultaat te optimaliseren. Financieringen worden enkel aangetrokken voor de uitoefeningen van de publieke taak. Kwartaalrapportage van de liquiditeitspositie Ten gevolge van de wijziging van de wet Fido van maart 2008 behoeft de rapportage inzake de liquiditeitspositie in relatie tot de kasgeldlimiet (modelstaat A) niet meer per kwartaal aan de provincie te worden toegestuurd. Deze rapportage is als bijlage 6 in deze jaarrekening opgenomen. Wat heeft het gekost? Kosten Financiering bedragen in euro’s Werkelijk 2012 Begroting 2013 Werkelijk 2013 Totaal baten financiering en algemene dekkingsmiddelen Totaal lasten financiering en algemene dekkingsmiddelen Voordelig saldo financiering en algemene dekkingsmiddelen Toevoegingen Onttrekkingen Voordelig saldo financiering na bestemming Lasten per inwoner Baten per inwoner Saldo per inwoner (opbrengst) 7.502.950 591.188 6.911.762 2.967.896 2.752.579 6.696.445 7.285.700 666.600 6.619.100 2.303.500 1.906.800 6.222.400 7.268.849 372.959 6.895.889 3.533.142 2.479.153 5.841.900 3,74 9,33 -5,59 Paragraaf 4 Bedrijfsvoering Deze paragraaf omvat de besturing en de beheersing van, het toezicht op en de verantwoording over de bedrijfsprocessen binnen de organisatie. Personeel en organisatie In het begrotingjaar 2013 is het mobiliteitsbeleid Stadsgewest Haaglanden in uitvoering genomen. Het heeft geleid tot veel voorbereidende activiteiten voor mobiliteit naar de deelnemende gemeenten of elders. Dat geldt in mindere mate voor het beleidsveld Verkeer en Vervoer, maar zeker voor de andere beleidsvelden. Het mobiliteitsbeleid is het gevolg van het besluit van het dagelijks bestuur de gemeenschappelijke regeling Stadsgewest Haaglanden per 1 januari 2015 te beëindigen en daarvoor vrijwillige mobiliteit van medewerkers te stimuleren een nieuwe betrekking te vinden bij de deelnemende gemeenten of elders en vacatures bij het Stadsgewest alleen nog tijdelijk worden vervuld. Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 61 In het verslagjaar is besluitvorming tot stand gekomen over het sociaal statuut en is in de commissie voor georganiseerd overleg een aanzet geven voor de onderhandelingen over het sociaal plan. De situatie in het verslagjaar - de afbouw van het Stadsgewest Haaglanden - vroeg om een geheel aangepast P&O-beleid. Zowel de organisatieontwikkeling als het personeelsbeleid waren afgestemd op een tijdelijke situatie. De verdere ontwikkeling van het personeelsinformatiesysteem is opgeschort, omdat investeringen voor uitbreiding niet meer verantwoord zijn. Ook worden geen nieuwe personele instrumenten ontwikkeld, uitgezonderd een voortdurende aanscherping en monitoring van het mobiliteitsbeleid. Communicatie Het bureau Communicatie heeft voor de beleidsgebieden Verkeer en Vervoer, Ruimte, Groen, Economie, Wonen, Milieu en Jeugdzorg communicatieondersteuning geboden in de vorm van communicatieadvies en mediaondersteuning. Op strategisch en operationeel niveau is meegewerkt aan de totstandkoming van de uitgangspunten voor de communicatie van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. In 2013 is in de communicatieaanpak ruimte geboden voor: cc verstevigen van contacten op bestuurlijk niveau, onder andere door een substantiële bijdrage te leveren aan het Metropoolregiocongres op 27 maart 2013; cc actuele en bondige (digitale) informatievoorziening door het beschikbaar stellen van het digitale PR-jaarverslag 2012, diverse digitale nieuwsbrieven, de inzet van social media (Twitter), de website www.haaglanden.nl en Extranet; cc actieve publieksgerichte communicatie door publieksacties zoals ‘Op de fiets werkt beter’, Open dag van de Zwethzone in oktober en de promotie voor het gebruik van schone en duurzame brandstoffen in de vorm van subsidieregelingen voor onder andere e-scooters. Meer informatie is opgenomen in het digitale PR-jaarverslag 2013 (www.haaglanden.nl/jaarverslag2013). In het verslagjaar zijn de bewoners van Haaglanden via de huis-aan-huisbladen en www.haaglanden.nl regelmatig geïnformeerd over de besluitvorming van het dagelijks en algemeen bestuur en over grote publieksprojecten. Via de website van Haaglanden konden geïnteresseerden de vier vergaderingen van het algemeen bestuur live volgen of integraal terug kijken. De website van het Stadsgewest Haaglanden is ruim 80.000 maal geraadpleegd in 2013. De populairste onderwerpen waren de huisvestingsverordening, Wonen en ‘OV van de toekomst’. Totaal werden er ongeveer 14.000 bestanden van deze website gedownload. Het Stadsgewest heeft rond de 700 volgers op Twitter. In 2013 heeft de organisatie 86 tweets en 45 persberichten verstuurd. Het relatiemagazine #MRDH, een gezamenlijke uitgave van het Stadsgewest en de stadsregio Rotterdam, is driemaal verschenen. Dit magazine is bedoeld voor raadsen collegeleden van beide regio’s, het bedrijfsleven, maatschappelijke partijen en andere overheden. Aan de hand van projecten, plannen, trends en opinies in het metropoolgebied laat het verbindingen, samenhang en samenwerking zien. Door dit gezamenlijke product met de stadsregio Rotterdam is een efficiencyslag in communicatiemiddelen en -budget bereikt. Paragrafen Administratieve organisatie en interne controle Alle kritische processen binnen het Stadsgewest zijn beschreven. De beschreven processen met een (relevant) financieel aspect worden bij de interne controles getoetst op actualiteit en zonodig gewijzigd (met name naar aanleiding van gewijzigde wet- of regelgeving). De interne controlefunctie toetst - naast de rechtmatigheid - tevens de juiste werking van de administratieve organisatie en doet waar nodig aanbevelingen ter verbetering van de bedrijfsvoering. Het Stadsgewest heeft zich dit verslagjaar qua bedrijfsvoering gericht op het continueren, en waar dit nog nodig en zinvol was op het verder ontwikkelen, van zijn efficiënte ondersteuning van de primaire processen. De digitale dossiervorming 62 is vergevorderd, het financiële systeem (uit 2011) levert elke gewenste managementinformatie en de automatisering is betrouwbaar en up-to-date. Paragraaf 5 Verbonden partijen Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin het Stadsgewest Haaglanden zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft. Het Stadsgewest kent één verbonden partij, namelijk: West Holland Foreign Investment Agency (WFIA) De Stichting WFIA voert de acquisitie van buitenlandse bedrijven uit. De WFIA is op 31 oktober 2000 door het Stadsgewest samen met de gemeenten Den Haag, Delft, Leiden, Zoetermeer en de Kamer van Koophandel Den Haag voor onbepaalde tijd opgericht. Er is met opzet gekozen voor een privaatrechtelijke constructie voor de uitoefening van deze wettelijke taak van het Stadsgewest, omdat dit in het buitenland meer tot de verbeelding spreekt. De oprichtende partijen subsidiëren de Stichting. De regiobestuurder Economische Zaken van het Stadsgewest zit in het bestuur van de Stichting. Daarnaast vindt maandelijks inhoudelijke afstemming plaats op ambtelijk niveau. Het Stadsgewest heeft, in het kader van de afbouw van Haaglanden, besloten op 1 januari 2015 de participatie in de West-Holland Foreign Investment Agency (WFIA) te beëindigen. De WFIA heeft ook weer in 2013 laten zien van nut te zijn voor het aantrekken van buitenlandse bedrijven voor de regio. 42 internationale bedrijven hebben zich met de service die WFIA biedt, gevestigd in West-Holland. Paragraaf 6 Grondbeleid Het Stadsgewest heeft, naast het bezit van volgende percelen die nodig waren voor de aanleg van tramlijnen, geen grond in eigendom. Gemeente Rijswijk Rijswijk Rijswijk Rijswijk Rijswijk Rijswijk Rijswijk Rijswijk Rijswijk Rijswijk Rijswijk Rijswijk Rijswijk Kadastrale aanduiding Oppervlakte (ha.a.ca) A 2914 G 0000 D 8011 G 0000 D 8015 G 0000 G 2985 G 0000 G 2989 G 0000 G 2994 G 0000 G 2999 G 0000 G 3001 G 0000 G 3009 G 0000 I 2128 G 0000 I 2131 G 0000 I 2134 G 0000 I 2139 G 0000 0.30.15 0.55.80 0.38.80 0.49.00 0.40.00 0.37.00 0.07.30 0.20.50 0.05.10 0.05.03 0.42.26 0.22.74 0.33.75 Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 63 64 Deel 2 Jaarrekening Hoofdstuk 5 Balans 2013 Balans activa bedragen in euro’s 31 december 2013 31 december 2012 215.527 190.155 21.464 11.574 315.531 228.336 23.610 14.468 19.842.467 0,00 20.281.187 91.956.263 95.450.708 3.023.398 18.976.432 -60.016 4.554 21.944.368 5.477.415 5.735.714 1.263.827 5.125.269 17.602.225 Nog te ontvangen opbrengsten Vooruitbetaalde kosten Liquide middelen 6.214.129 34.775 231.613.102 3.362.847 2.013.129 Totaal vlottende activa 259.806.374 200.276.024 Totaal 280.087.561 295.726.732 Vaste activa Materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut Apparatuur chipkaart Kantoorautomatisering Meubilair Vergaderinstallatie Financiële vaste activa Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Beleggingen BOR Voorraden Aardgasbussen Totaal vaste activa 2.912.500 Vlottende activa Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Vorderingen op openbare lichamen BTW Compensatiefonds Te vorderen omzetbelasting Overige vorderingen Totaal vorderingen Balans Overlopende activa 66 177.297.823 Balans passiva bedragen in euro’s 31 december 2013 31 december 2012 Vaste passiva Eigen vermogen Algemene Reserves Egalisatiefonds Nog te bestemmen resultaat 4.978.558 660.454 5.639.014 4.289.858 1.037.700 5.327.558 Bestemmingsreserves Overige bestemmingsreserves Treasurymanagement Huisvesting Reserve cultuurhistorisch onderzoek Reserve transitie jeugdzorg Reserve BWS Realisatie woonvisie Reserve Vinac eigen bouw Hof van Delfland Wachtgeldfonds Regionaal Structuurplan Kennis voor Klimaat Fonds Groen haaglanden EZ Algemeen bedrijvenonderzoek Verbetering ondersteuning primair proces Automatisering Mobiliteitsbevordering Afbouw organisatie Totaal vaste financieringsmiddelen 722.588 1.234.464 20.000 50.000 5.122.838 1.323.712 164.600 51.858 827.389 20.522 136.248 2.285.352 8.183 89.227 210.358 18.552 42.874 12.328.763 17.967.777 16.253.333 40.501.984 31.150.492 722.588 273.541 20.000 0 5.191.560 1.361.046 177.100 51.858 789.458 20.522 76.948 1.788.933 8.183 89.227 254.811 100.000 0 10.925.775 Vlottende passiva Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Overlopende passiva Te betalen kosten Vooruit ontvangen bedragen 16.860.792 6.931.710 16.725.002 152.365 Van derden ontvangen voorschotbedragen met een specifiek bestedingsdoel Verplichtingen BWS Totaal vlottende passiva 197.822.111 231.442.671 3.187 262.119.784 2.869 279.473.399 Totaal 280.087.561 295.726.732 Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 67 Hoofdstuk 6 Recapitulatiestaat programmarekening Programmarekening over het begrotingsjaar 2013 Baten bedragen in euro’s Raming 2013 voor wijziging Lasten Saldo Baten Raming 2013 na wijziging Lasten Saldo Omschrijving programma’s 1 Bestuur 2 Mobiliteit 3 Zorg 4 Economie 5 Milieu 6 Ruimte 7 Wonen Subtotaal programma’s 119.800 365.098.100 102.025.000 301.600 945.000 1.757.000 22.700 470.269.200 1.202.700 365.376.700 102.257.200 1.731.700 1.821.400 3.157.900 764.800 476.312.400 1.082.900 278.600 232.200 1.430.100 876.400 1.400.900 742.100 6.043.200 119.800 293.082.300 110.228.800 323.600 1.235.600 6.661.900 22.700 411.674.700 1.202.700 293.360.900 110.503.000 1.802.700 2.112.000 8.003.500 912.300 417.897.100 1.082.900 278.600 274.200 1.479.100 876.400 1.341.600 889.600 6.222.400 0 130.000 0 5.674.200 476.073.400 0 0 2.500 476.314.900 0 -130.000 2.500 -5.674.200 241.500 1.206.500 405.000 0 5.674.200 418.960.400 389.100 275.000 2.500 418.563.700 -817.400 -130.000 2.500 -5.674.200 -396.700 241.500 -241.500 0 1.906.800 2.303.500 396.700 0 Algemene dekkingsmiddelen Interne bijdragen Treasury Onvoorzien Bijdragen van de deelnemende gemeenten Voordelig resultaat voor bestemming Dekking van het nadelig saldo Recapitulatiestaat Toevoeging/onttrekking aan reserves Resultaat na financiering 68 Programmarekening over het begrotingsjaar 2013 [vervolg] Baten Lasten Realisatie 2013 Saldo 1.223.562 286.403.953 111.013.989 1.662.114 2.356.375 6.916.531 796.991 410.373.515 1.003.986 278.601 245.474 1.318.172 839.610 718.071 777.532 5.181.446 Omschrijving programma’s 1 Bestuur 2 Mobiliteit 3 Zorg 4 Economie 5 Milieu 6 Ruimte 7 Wonen Subtotaal programma’s 219.576 286.125.352 110.768.515 343.941 1.516.766 6.198.460 19.459 405.192.069 Algemene dekkingsmiddelen Interne bijdragen Treasury Onvoorzien Bijdragen van de deelnemende gemeenten Voordelig resultaat voor bestemming 1.177.166 366.233 0 5.725.450 412.460.918 372.104 856 0 410.746.474 -805.063 -365.377 0 -5.725.450 1.714.444 2.479.153 3.533.142 1.053.989 660.454 Dekking van het nadelig saldo Toevoeging/onttrekking aan reserves Resultaat na financiering Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 69 Hoofdstuk 7 Programmarekening 2013 Lasten programma Bestuur Progr. Omschrijving bedragen in euro’s Werkelijke uitkomst 2012 Begroting Werkelijke uitkomst voor 2013 2013 Bestuur Personeelslasten Uitkeringen voormalig gecommitteerden (pensioenen) Vergaderkosten bestuur Ombudsman Representatie Programma activiteiten bestuur RAS-cultuur Bovenregionale samenwerking Doorberekende kosten bestuursapparaat Zie kostenplaatsen en kostenverdeelstaat (bijlage 1) Totaal lasten programma bestuur 1.518.339 1.009.720 32.456 23.062 0 3.148 191.738 38.001 71.863 148.351 1.518.339 1.202.700 740.500 35.800 24.500 1.000 10.000 177.500 0 90.000 123.400 1.202.700 1.223.562 794.982 31.610 13.162 0 449 188.646 0 64.154 130.560 Totaal baten programma bestuur Nadelig saldo programma bestuur 155.423 1.362.916 119.800 1.082.900 219.576 1.003.986 Programmarekening 1.1 70 1.223.562 Baten programma Bestuur Progr. Omschrijving bedragen in euro’s Werkelijke uitkomst 2012 Begroting Werkelijke uitkomst voor 2013 2013 1.1 Bestuur Overige inkomensoverdrachten RAS-cultuur 155.423 118.474 36.949 119.800 119.800 0 219.576 219.576 0 Totaal baten programma bestuur 155.423 119.800 219.576 Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 71 Lasten programma Mobiliteit Progr. Omschrijving bedragen in euro’s Werkelijke uitkomst 2012 Begroting Werkelijke uitkomst voor 2013 2013 2.1 2.2 Verkeer Personeelslasten Personeelslasten SKVV Uitbestede werkzaamheden Uitbestede werkzaamheden BOR Uitbestede werkzaamheden Bereik! Uitbestede werkzaamheden SKVV Uitbestede werkzaamheden OV-bureau Randstad Subsidies en bijdragen (BDU) Subsidies en bijdragen (BOR) Doorberekende kosten bestuursapparaat Zie kostenplaatsen en kostenverdeelstaat (bijlage 1) Doorberekende kosten bestuursapparaat SkVV Zie kostenplaatsen en kostenverdeelstaat (bijlage 1) Openbaar vervoer Personeelslasten Aanschaf aardgasbussen Afschrijving aardgasbussen Bijkomende kosten aardgasbussen Uitbestede werkzaamheden Afschrijvingen chipkaart apparatuur Uitbestede werkzaamheden o.m. Stedenbaan Subsidies en bijdragen (BDU) Doorberekende kosten bestuursapparaat Zie kostenplaatsen en kostenverdeelstaat (bijlage 1) Totaal lasten programma mobiliteit 65.312.054 2.468.889 530.159 13.273.620 172.323 1.228.021 620.625 456.175 38.532.593 6.139.410 1.680.804 209.435 214.969.992 1.178.182 27.283.848 2.912.696 2.689.474 100.005 894.762 179.184.224 726.801 280.282.046 130.912.300 2.393.300 494.200 20.000.000 0 2.180.000 399.400 450.000 93.000.000 10.000.000 1.739.500 255.900 162.448.600 1.484.000 0 0 75.000 8.000.000 0 802.300 151.000.000 1.087.300 293.360.900 119.709.654 2.398.874 458.202 25.800.405 145.840 1.891.493 451.510 448.096 67.788.055 16.494.880 1.575.622 Totaal baten programma mobiliteit Nadelig saldo programma mobiliteit 280.010.651 271.395 293.082.300 278.600 284.082.807 278.601 Programmarekening 72 214.132 166.694.299 1.289.679 0 2.912.500 96.166 2.952.917 100.004 798.659 157.735.879 808.495 284.361.408 Baten programma Mobiliteit bedragen in euro’s Progr. Omschrijving Werkelijke uitkomst 2012 Begroting Werkelijke uitkomst voor 2013 2013 2.1 2.2 Verkeer Compensatie salarislasten Rentetoevoeging MOB Rentetoevoeging BOR Inkomensoverdrachten Inkomensoverdrachten Rijk (BDU) Inkomensoverdrachten Rijk (BOR) Inkomensoverdrachten Rijk (Bereik!) Inkomensoverdrachten gemeenten (Bereik!) Inkomensoverdrachten gemeenten (OV-bureau Randstad) Inkomensoverdrachten provincie (Bereik!) Inkomensoverdrachten provincie (OV-bureau Randstad) Overige inkomensoverdrachten gemeenten (MOB-fonds) Overige inkomensoverdrachten (Bereik!) Overige inkomensoverdrachten (SKVV) Overige inkomensoverdrachten (BOR) Overige inkomensoverdrachten (OV-bureau Randstad) Overige inkomensoverdrachten (doorberekende kosten) Afrekening subsidies en bijdragen voorgaande jaren Openbaar vervoer Overige inkomensoverdrachten Inkomensoverdrachten van het Rijk Overige inkomensoverdrachten (Stedenbaan) Inkomensoverdrachten Rijk (Stedenbaan) Inkomensoverdrachten provincie (Stedenbaan) 65.120.479 0 415.511 0 3.178.013 42.429.819 6.719.994 721.530 0 0 395.425 103.125 9.325.311 111.067 1.360.219 0 353.050 0 7.415 214.890.172 2.495.898 211.499.512 557.763 0 336.999 134.081.300 43.100 0 0 5.500.000 105.133.900 10.000.000 154.100 268.300 0 0 47.500 9.581.700 1.757.600 1.149.500 0 402.500 43.100 0 159.001.000 2.000.000 156.198.700 205.900 596.400 0 119.431.052 18.738 0 5.154 7.195.281 82.291.314 14.757.522 127.793 0 0 172.255 45.764 9.653.337 1.591.446 1.123.843 0 402.331 0 3.730 Totaal baten programma mobiliteit 280.010.651 293.082.300 284.082.807 Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 166.694.300 6.097.813 159.797.828 189.169 609.490,65 0 73 Lasten programma Zorg Progr. Omschrijving bedragen in euro’s Werkelijke uitkomst 2012 Begroting Werkelijke uitkomst voor 2013 2013 Jeugdzorg Personeelslasten Subsidies en bijdragen (VWS-taken) Subsidies en bijdragen (Justitietaken) Afrekening subsidies voorgaande jaren Uitbestede werkzaamheden Doorberekende kosten bestuursapparaat Zie kostenplaatsen en kostenverdeelstaat (bijlage 1) RAS Personeelslasten Subsidies en bijdragen Subsidies en bijdragen cultuurwerker Uitbestede werkzaamheden RAS projecten Doorberekende kosten bestuursapparaat Zie kostenplaatsen en kostenverdeelstaat (bijlage 1) Totaal lasten programma zorg 106.527.664 515.994 84.645.183 21.167.013 0 0 199.474 2.434.934 53.231 2.341.647 21.758 2.139 0 16.159 108.962.598 110.134.800 557.800 87.200.000 22.100.000 0 72.000 205.000 368.200 0 0 0 8.200 360.000 0 110.503.000 110.651.845 548.491 86.988.324 22.331.266 517.226 44.123 222.415 Totaal baten programma zorg Nadelig saldo programma zorg 108.766.453 196.145 110.228.800 274.200 110.768.515 245.474 Programmarekening 3.1 3.2 74 362.144 0 0 0 2.598 359.546 0 111.013.989 Baten programma Zorg Progr. Omschrijving bedragen in euro’s Werkelijke uitkomst 2012 Begroting Werkelijke uitkomst voor 2013 2013 3.1 3.2 Jeugdzorg Rentebaten Overdrachten van het Rijk (J&G) Overdrachten van het Rijk (Justitie) Bijdrage van het ministerie van VWS in de bestuurskosten Afrekening voorgaande jaren Overige inkomensoverdrachten Overige inkomensoverdrachten (bijdrage van de provincie Zuid-Holland en de gemeente Den Haag voor bestuurskosten) RAS Afrekening voorgaande jaren Bijdrage van de provincie Zuid-Holland Bijdrage van de provincie in de bestuurskosten Bijdrage van de provincie in de kosten van de cultuurwerker 106.327.806 24.011 83.157.535 21.167.013 200.000 1.419.607 44.030 315.610 2.438.647 0 2.341.647 75.000 22.000 109.868.800 0 85.577.500 22.100.000 250.000 1.622.500 0 318.800 360.000 0 360.000 0 0 110.406.371 0 85.866.444 22.331.266 250.000 1.639.106 0 319.555 Totaal baten programma zorg 108.766.453 110.228.800 110.768.515 Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 362.144 0 362.144 0 0 75 Lasten programma Economie Progr. Omschrijving Programmarekening 4.1 76 bedragen in euro’s Werkelijke uitkomst 2012 Begroting Werkelijke uitkomst voor 2013 2013 Economie Personeelslasten Uitbestede werkzaamheden Subsidies en bijdragen Doorberekende kosten bestuursapparaat Zie kostenplaatsen en kostenverdeelstaat (bijlage 1) Bijdrage gemeentelijke cultuurwerker Zie kostenplaatsen en kostenverdeelstaat (bijlage 1) Totaal lasten programma economie 1.802.263 843.569 425.642 166.953 366.099 1.802.700 889.300 328.000 216.700 346.700 1.662.114 790.124 291.171 216.700 342.119 1.802.263 22.000 1.802.700 1.662.114 Totaal baten programma economie Nadelig saldo programma economie 348.113 1.454.150 323.600 1.479.100 343.941 1.318.172 22.000 Baten programma Economie Progr. Omschrijving bedragen in euro’s Werkelijke uitkomst 2012 Begroting Werkelijke uitkomst voor 2013 2013 4.1 Economie Overige inkomensoverdrachten (detachering) Overige inkomensoverdrachten Overige inkomensoverdrachten (werkgelegenheidsregister Haaglanden) Bijdrage provincie cultuurwerker 348.113 111.950 17.314 218.849 0 323.600 87.600 0 214.000 22.000 343.941 86.871 13.351 221.719 22.000 Totaal baten programma economie 348.113 323.600 343.941 Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 77 Lasten programma Milieu Progr. Omschrijving bedragen in euro’s Werkelijke uitkomst 2012 Begroting Werkelijke uitkomst voor 2013 2013 Algemeen Personeelslasten Uitbestede werkzaamheden RSP-balans Uitbestede werkzaamheden Klimaat en Energie Uitbestede werkzaamheden Doorberekende kosten bestuursapparaat Zie kostenplaatsen en kostenverdeelstaat (bijlage 1) Luchtkwaliteit Personeelslasten Uitbestede werkzaamheden Luchtkwaliteit Subsidies en bijdragen Doorberekende kosten bestuursapparaat Zie kostenplaatsen en kostenverdeelstaat (bijlage 1) Externe veiligheid Personeelslasten Subsidies en bijdragen Doorberekende kosten bestuursapparaat Zie kostenplaatsen en kostenverdeelstaat (bijlage 1) Totaal lasten programma milieu 798.862 462.230 0 100.740 65.431 170.461 1.039.281 127.495 253.193 580.088 78.505 454.592 124.506 265.488 64.598 2.292.735 810.000 471.700 0 95.000 70.000 173.300 854.400 103.700 100.000 600.000 50.700 447.600 269.700 116.600 61.300 2.112.000 1.141.904 114.856 79.092 900.742 47.214 Totaal baten programma milieu Nadelig saldo programma milieu 1.342.447 950.288 1.235.600 876.400 1.516.766 839.610 Programmarekening 5.1 5.2 5.3 78 806.358 474.481 0 54.162 91.077 186.638 408.113 276.108 69.622 62.383 2.356.375 Baten programma Milieu Progr. Omschrijving 5.1 5.2 5.3 Algemeen Overige inkomensoverdrachten Klimaat en Energie Overige inkomensoverdrachten Totaal baten programma milieu bedragen in euro’s Werkelijke uitkomst 2012 Begroting Werkelijke uitkomst voor 2013 2013 84.307 1.200 83.107 88.000 0 88.000 89.048 0 89.048 Luchtkwaliteit Rente Overige inkomensoverdrachten 813.281 12.112 801.169 700.000 0 700.000 979.834 0 979.834 Externe veiligheid Projectsubsidie 444.859 444.859 447.600 447.600 447.884 447.884 1.342.447 1.235.600 1.516.766 Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 79 Lasten programma Ruimte Programmarekening Progr. Omschrijving bedragen in euro’s Werkelijke uitkomst 2012 Begroting Werkelijke uitkomst voor 2013 2013 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 Ruimtelijke ontwikkeling Personeelslasten Uitbestede werkzaamheden Uitbestede werkzaamheden Water Subsidies en bijdragen (Zwethzone) Doorberekende kosten bestuursapparaat Zie kostenplaatsen en kostenverdeelstaat (bijlage 1) Groen Personeelslasten Uitbestede werkzaamheden Uitbestede werkzaamheden (Hof van DelflandD) Bijdrage Nationale Databank Flora en Fauna Subsidies en bijdragen Doorberekende kosten bestuursapparaat Zie kostenplaatsen en kostenverdeelstaat (bijlage 1) Water Personeelslasten Uitbestede werkzaamheden Subsidies en bijdragen Doorberekende kosten bestuursapparaat (bijlage 1) Zie kostenplaatsen en kostenverdeelstaat (bijlage 1) Europa Personeelslasten Uitbestede werkzaamheden Doorberekende kosten Zie kostenplaatsen en kostenverdeelstaat (bijlage 1) Financiering woningbouw Personeelslasten Uitbestede werkzaamheden Subsidies en bijdragen Doorberekende kosten bestuursapparaat Zie kostenplaatsen en kostenverdeelstaat (bijlage 1) Totaal lasten programma ruimte 1.497.348 325.731 105.808 0 953.425 112.384 814.568 303.225 35.920 65.000 37.950 254.475 117.998 181.670 137.979 1.035 0 42.656 3.163.400 375.500 90.000 71.000 2.500.000 126.900 1.689.500 351.800 90.000 40.000 40.000 1.039.400 128.300 0 0 0 0 0 0 0 0 0 138.200 73.400 20.000 44.800 121.250 72.731 6.485 42.034 589.061 45.982 0 523.496 19.583 3.012.400 47.500 0 2.944.600 20.300 3.012.137 48.818 0 2.944.380 18.939 3.082.647 8.003.500 6.916.531 Totaal baten programma ruimte Nadelig saldo programma ruimte 2.621.253 461.394 6.661.900 1.341.600 6.198.460 718.071 80 2.666.437 401.982 169.077 66.492 1.894.611 134.275 1.116.707 300.446 41.911 69.245 38.860 542.982 123.263 0 0 0 0 0 Baten programma Ruimte Progr. Omschrijving bedragen in euro’s Werkelijke uitkomst 2012 Begroting Werkelijke uitkomst voor 2013 2013 6.1 6.2 6.3 Ruimtelijke ontwikkeling Overige inkomensoverdrachten Overige rente Overdrachten van het rijk Overdrachten van het Rijk inzake Zwethzone Groen Overige rente Overige inkomensoverdrachten gemeenten (Fonds Groen Haaglanden) Financiering woningbouw Overige rente Overige inkomensoverdrachten gemeenten 999.987 0 9.696 0 990.291 1.032.205 4.205 1.028.000 589.061 22.903 566.158 2.610.300 110.300 0 0 2.500.000 1.039.400 0 1.039.400 3.012.200 15.000 2.997.200 2.146.923 91.372 0 0 2.055.551 Totaal baten programma ruimte 2.621.253 6.661.900 6.198.460 1.039.400 0 1.039.400 3.012.137 856 3.011.281 Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 81 Lasten programma Wonen Progr. Omschrijving bedragen in euro’s Werkelijke uitkomst 2012 Begroting Werkelijke uitkomst voor 2013 2013 Wonen Personeelslasten Uitbestede werkzaamheden Doorberekende kosten bestuursapparaat Zie kostenplaatsen en kostenverdeelstaat (bijlage 1) Vrijval verplichtingen BWS Totaal lasten programma wonen 5.131.926 481.414 508.944 236.758 3.904.810 5.131.926 912.300 509.900 196.500 205.900 0 912.300 796.991 450.538 123.830 217.560 Totaal baten programma wonen Saldo programma wonen 4.169.469 962.457 22.700 889.600 19.459 777.532 Programmarekening 7.1 82 5.063 796.991 Baten programma Wonen Progr. Omschrijving bedragen in euro’s Werkelijke uitkomst 2012 Begroting Werkelijke uitkomst voor 2013 2013 7.1 Wonen Overige inkomensoverdrachten BWS rente reserve BWS Overige inkomensoverdrachten van het Rijk Vrijval en correctie verplichtingen BWS 4.169.469 51.674 17.545 198.100 3.902.150 22.700 22.700 0 0 0 19.459 19.459 0 0 0 Totaal baten programma wonen 4.169.469 22.700 19.459 Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 83 Lasten programma Financiering en algemene dekkingsmiddelen Progr. Omschrijving Werkelijke uitkomst 2012 bedragen in euro’s Begroting Werkelijke uitkomst voor 2013 2013 Financiering Overige rente Doorberekende rente Niet in te delen lasten Interne bijdragen en doorberekeningen t.b.v. reserves Saldo kostenplaats automatisering Saldo kostenplaats huisvesting Saldo kostenplaats P&O 510.249 4.266 505.983 0 80.939 41.862 39.077 0 277.500 15.000 260.000 2.500 389.100 75.000 39.100 275.000 Totaal lasten financiering en algemene dekkingsmiddelen 591.188 666.600 Programmarekening 8.1 8.2 84 856 0 856 0 372.104 44.452 39.077 288.574 372.959 Baten programma Financiering en algemene dekkingsmiddelen Progr. Omschrijving Werkelijke uitkomst 2012 8.1 8.2 Financiering Rente rekening-courant Overige rente Doorberekende rentebaten Bijdragen van de deelnemende gemeenten Zie voor de berekening van de bijdrage per deelnemende gemeente bijlage 3 Interne bijdragen en doorberekeningen t.b.v. reserves Opslag salarislasten wachtgeldfonds Saldo kostenplaats facilitaire zaken Totaal baten financiering en algemene dekkingsmiddelen Totaal lasten financiering en algemene dekkingsmiddelen Voordelig saldo financiering en algemene dekkingsmiddelen bedragen in euro’s Begroting Werkelijke uitkomst voor 2013 2013 7.222.549 40.947 1.352.615 13 5.828.974 280.401 280.401 0 7.502.950 591.188 6.911.762 6.079.200 5.000 400.000 0 5.674.200 1.206.500 206.500 1.000.000 7.285.700 666.600 6.619.100 6.091.683 2.057 364.175 0 5.725.450 Toevoegingen Reserve wachtgeldfonds Reserve BWS Reserve realisatie woonvisie Reserve fonds Groen Haaglanden Reserve Vinac Eigen Bouw Reserve Waterkader Reserve huisvesting Verwerking resultaat 2012 Reserve Hof van Delfland Reserve kennisalliantie Reserve Investor Relations (WFIA) Reserve cultuurhistorisch onderzoek Reserve transitie Zorg Reserve mobiliteitsbevorderende opleidingen/trainingen Reserve afbouw organisatie Egalisatiefonds 398.875 17.545 20.000 1.032.205 178.100 0 0 25.000 50.000 0 25.000 0 100.000 0 1.121.171 2.967.896 206.500 0 0 0 0 59.300 1.000.000 0 0 49.000 0 50.000 0 250.000 688.700 2.303.500 396.742 0 0 1.039.400 0 59.300 1.000.000 Onttrekkingen Reserve wachtgeldfonds Reserve BWS Reserve fonds Groen Haaglanden Reserve automatisering Reserve huisvesting Reserve realisatie woonvisie Reserve kennisalliantie Reserve cultuurhistorisch onderzoek Reserve Hof van Delfland Reserve Vinac Eigen Bouw Reserve Investor Relations (WFIA) Reserve transitie zorg Reserve mobiliteitsbevorderende opleidingen Reserve afbouw Stadsgewest Haaglanden Verwerking resultaat 2012 Egalisatiefonds: saldo resultaat 599.361 59.633 254.475 41.862 39.077 381.000 50.000 5.000 0 1.000 0 0 0 0 1.321.171 2.752.579 206.100 125.400 0 75.000 39.100 45.000 0 0 0 12.500 49.000 42.000 75.000 200.000 1.037.700 1.906.800 1.037.700 2.479.153 Voordelig saldo financiering na bestemming 6.696.445 6.222.400 5.841.900 1.177.166 177.166 1.000.000 7.268.849 372.959 6.895.889 Mutaties in reserves Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 0 49.000 0 50.000 0 250.000 688.700 3.533.142 358.812 68.722 542.982 44.452 39.077 37.334 0 0 0 12.500 49.000 0 81.448 207.126 85 Hoofdstuk 8 Toelichtingen 8.1 Staat van herkomst en besteding van middelen Liquiditeitspositie per 31 december 2013 bedragen x 1.000 euro’s 31-12-201331-12-2012 Op korte termijn beschikbaar Liquide middelen en deposito’s Overige vlottende middelen 231.613 28.193 259.806 177.298 22.978 200.276 Af: Schulden op korte termijn Werkkapitaal Vastgelegde middelen 262.120 -2.313 20.281 17.968 279.473 -79.197 95.450 16.253 Gefinancierd met Eigen vermogen Het werkkapitaal is in het verslagjaar toegenomen met 17.968 76.884 Toelichtingen Dit is nader te specificeren in de volgende staat van herkomst en besteding van middelen 86 Herkomst van middelen Toename overlopende activa Toename liquide middelen Vermeerdering verplichting BWS Afname vlottende passiva Per saldo herkomst 873 54.315 0 17.354 72.542 Besteding van middelen Afname vlottende activa Per saldo besteding -4.342 -4.342 Per saldo toename werkkapitaal 76.884 16.253 8.2 Waarderingsgrondslagen Vaste activa In het kader van de bezuinigingen 2011-2014 zijn per 2011 de afschrijvings termijnen voor meubilair (van 10 naar 12 jaar) en automatiseringsapparatuur (van 3 naar 5 jaar) verlengd. De investeringen van vaste activa worden in het jaar van ingebruikname geactiveerd en ingaande het eerste volle jaar lineair afgeschreven in: cc 12 jaar - de bureau-inrichting; cc 5 jaar - voertuigen en telefooninstallatie, automatiseringsapparatuur en -programmatuur; cc 5 jaar - OV chipkaart apparatuur. De in voorgaande jaren opgebouwde reserve automatisering wordt ingaande 2011 afgebouwd in 5 jaar. Personenbussen voor het openbaar vervoer In verband met de gunning van de concessie voor het personenvervoer in de stad aan HTMbuzz heeft in december 2012 de (door)levering plaatsgevonden van stadsbussen van HTM, via het Stadsgewest aan HTMbuzz. Ten gevolge van de door het Rijk opgelegde bezuinigingen op het openbaar vervoer is de dienstregeling aangepast. Hierdoor waren twintig bussen minder benodigd. Deze bussen zijn eigendom van het Stadsgewest. Getracht is de bussen aan andere OV-bedrijven te verkopen, maar dat is in 2013 niet gelukt. De bussen zijn in deze jaarrekening afgewaardeerd ten laste van het exploitatie budget Openbaar Vervoer. Vorderingen De vorderingen zijn voor de nominale waarde opgenomen, voor zover van toepassing zijn vorderbare renten toegerekend. BTW-compensatiefonds Ingaande 1 januari 2003 is de Wet BTW-compensatiefonds (BCF) in werking getreden. Dit bepaalt dat de betaalde omzetbelasting voor activiteiten die voortkomen uit de wettelijke taken, voor een vooraf afgesproken percentage (thans geheel) gecompenseerd kunnen worden uit het compensatiefonds. Bij het van kracht worden van de wet is een brief aan de Belastingdienst verzonden, waarin gesteld is dat alle taken van het Stadsgewest, behoudens de aanleg van railinfra, wettelijke taken zijn. Over de jaren tot en met 2012 is een definitieve beschikking ontvangen, maar de laatste controle van de Belastingdienst betrof de aangifte over 2003. Bij controle kunnen afwijkingen van de beschikkingen worden geconstateerd. Omdat de aangiften volledig verwerkt zijn in het resultaat over de betreffende jaren kan een afwijkende vaststelling een correctie op het rekeningresultaat betekenen. Belegging BOR-fonds Per 5 februari 2003 werd een overeenkomst met BNG Vermogensbeheer (BVB) gesloten voor de belegging van het BOR-fonds. Basis voor de belegging is een liquiditeitenplanning. Het beheer voldoet aan de wettelijke voorschriften (Wet financiering decentrale overheden). De toevoegingen en onttrekkingen worden vooraf gemeld aan BVB, zodat voldoende liquiditeiten aanwezig zijn om de verplichtingen van het fonds na te komen. De opbrengsten worden, behoudens de hiervoor genoemde onttrekkingen, herbelegd. Op de balans wordt de nominale waarde van de stortingen weergegeven, waarbij de waarde per ultimo als toelichting wordt opgenomen. Schulden De schulden worden voor de nominale waarde opgenomen. Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 87 Liquide middelen De liquide middelen zijn nominaal gewaardeerd. De op daggeld en deposito berekende rente is toegevoegd. Egalisatiefonds Dit fonds is ingesteld voor de egalisatie van het exploitatiesaldo. Toevoegingen en bestemmingen vinden plaats op basis van een besluit van het algemeen bestuur. Op 17 februari 2010 heeft het algemeen bestuur een bandbreedte bepaald van € 5 miljoen tot € 10 miljoen waarbinnen de reserve zich, afhankelijk van de aanwezige risico’s, kan bewegen. Totdat de ondergrens van € 5 miljoen is bereikt, wordt een eventueel voordelig exploitatiesaldo geheel toegevoegd aan deze reserve. Grondkostenfonds Gedurende de looptijd van het Vinex-convenant worden door het Rijk en de gemeenten bedragen gestort in het Grondkostenfonds. Uit dit fonds worden subsidies verstrekt voor onrendabele plannen op basis van de verwachte voortgang. Daarbij wordt de werkelijke voortgang van het voorgaande jaar verrekend. Daarnaast wordt rente toegerekend. Ontvangsten en uitgaven zijn jaarlijks niet gelijk. Dit verklaart het saldo op deze post. Het fonds zal in 2014 op nul of mogelijk met een licht positief eindsaldo worden geliquideerd. Resultaatbepaling Ontvangsten en uitgaven worden ten gunste c.q. ten laste gebracht van het jaar waarin de prestatie is geleverd. Voor subsidieverstrekkingen wordt de volgende toerekening gemaakt: cc exploitatiesubsidies worden verantwoord in het jaar waarop ze betrekking hebben; cc bij projectsubsidies wordt de voorschotbetaling verantwoord in het jaar van betaling en de eindafrekening in het jaar van de beschikking. Renten worden toegerekend aan het jaar waarin het tegoed c.q. de schuld rente heeft gekweekt. Toelichtingen Ten behoeve van de gemeenschappelijke kosten zoals opleidingen, huisvesting, automatisering, financiën, communicatie en archief wordt in de begroting een kostenverdeling gemaakt op basis van sleutels. Namelijk op basis van verwerkte facturen voor financiën en op basis van personen voor de overige kosten. In de jaarrekening worden de gemaakte kosten zo veel mogelijk verantwoord op de desbetreffende functie. Zo worden de studiekosten van de deelnemers geboekt op het programma waar die medewerker werkzaamheden verricht. Bovendien worden de gemeenschappelijke kosten toegerekend op basis van de in de begroting gehanteerde sleutels. Dit kan leiden tot over- en onderschrijdingen op een programma. Deze (technische) verschillen worden niet nader in de analyse verklaard. 88 8.3 Toelichting op de balans Materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut Apparatuur chipkaart € 215.527 Ingaande 1 november 2010 is bij HTM het gebruik van de chipkaart voor het reizen met openbaar vervoer mogelijk. Bij Veolia en RET was dit al eerder het geval. Hiervoor zijn trams en bussen voorzien van kaartlezers. Er bestaan diverse mogelijkheden om de in omloop zijnde OV-chipkaarten op te waarderen. Een daarvan is het opladen via zogenaamde Afhaal- en Verkoopmachines (AVM’s). Per ultimo 2010 heeft het Stadsgewest 71 machines en in 2011 nog eens 29 machines met randapparatuur aangeschaft en deze zijn bij wederverkopers in de regio geplaatst. De apparaten zijn gewaardeerd tegen aanschaffingsprijs onder aftrek van de afschrijving. De afschrijving wordt over 5 (volle) jaren verspreid. bedragen in euro’s Apparatuur Chipkaart Saldo per 1 januari 2013 (100 machines) Afschrijving 2013 Saldo per 31 december 2013 Kantoorautomatisering Deze post bestaat uit: 315.531 -100.004 215.527 € 190.155 bedragen in euro’s Kantoorautomatisering Automatiseringsapparatuur Telefooncentrale Financieel pakket Plannings- en reserveringspakket Totaal 253.380 71.426 34.850 17.955 377.611 Afschrijvingen tot het dienstjaar Afschrijving 2013 Saldo per 31 december 2013 118.157 69.299 190.155 Meubilair € 21.464 De hier genoemde investeringen zijn alle in het jaar 2011 gedaan. bedragen in euro’s Meubilair Saldo per 1 januari 2013 Afschrijving Saldo per 31 december 2013 25.756 4.293 21.464 Vergaderinstallatie € 11.574 In 2012 zijn de projectoren en aanvullende apparatuur van de vergaderzalen vernieuwd. bedragen in euro’s Vergaderinstallatie Saldo per 1 januari 2013 Afschrijving 2013 Saldo per 31 december 2013 Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 14.468 2.893 11.574 89 Financiële vaste activa Beleggingen BOR € 19.842.467 Per 5 februari 2003 heeft het Stadsgewest, conform bestuursbesluit, de belegging van de gelden van het BOR-fonds aan BNG Vermogensbeheer (BVB) opgedragen. Conform het contract wordt elk kwartaal een rapportage ontvangen en met de belegger besproken. Gebleken is dat alle transacties in het verslagjaar voldoen aan de voorwaarden die de wet Fido (Ruddo 2009) en het Stadsgewest stellen. In overleg met de belegger werd de liquiditeitsprognose verder bijgesteld. Per ultimo 2013 bedroeg de beurswaarde van deze beleggingen € 86.711.811, zodat een waardestijging van € 66.869.344 werd behaald. Het rendement over 2013 bedroeg 1,95% (2012 was 5,28%). Omgerekend naar totaalrendement vanaf 2003 op basis van de gemiddelde belegging bedroeg deze 33,2%. De belegging staat op de balans nominaal gewaardeerd. Opbrengsten worden direct weer belegd, rekening houdend met het liquiditeitsschema en nadere afspraken. De waardering van de beleggingen door de erkende rating-bureaus was op balansdatum 17,7% AAA (triple A) en 82,3% AA (double A). In het verslagjaar behoefden geen afwaarderingen plaats te vinden. Rating hoofdniveau Rating detailniveau 17,7% 82,3% 17,7% AAA AA 82,3% AAA AA- Landenverdeling Sectorverdeling 17,7% 82,3% Financieel Liquiditeiten 100,0% Toelichtingen 90 Nederland bedragen in euro’s Belegging BNG Vermogensbeheer Belegging Saldo per 1 januari 2013 Opnames Saldo per 31 december 2013 91.956.263 72.113.796 19.842.467 Voorraden Voorraad aardgasbussen €0 Ingaande 9 december 2012 is de busconcessie, na een openbare aanbesteding, gegund aan HTMbuzz. Conform het bestek zijn daarbij de voor de exploitatie benodigde 115 bussen overgedragen aan de nieuwe concessiehouder. Vanwege de doorgevoerde bezuinigingen waren voor deze exploitatie twintig bussen minder benodigd dan destijds door HTM zijn aangekocht. Door onze verplichting alle bussen van de voorgaande exploitant over te nemen, bleven deze bussen als voorraad bij het Stadsgewest. De producent van de bussen werd gevraagd deze overtollige voorraad op de markt te zetten. Er zijn gesprekken gevoerd met potentiele kopers, maar deze hebben geen resultaat opgeleverd. Voorzichtigheidshalve waren de bussen per 31 december 2012 gewaardeerd op de helft van de verkrijgingsprijs. In 2013 is de andere helft afgewaardeerd. Het verschil tussen de verkoopopbrengst en de boekwaarde wordt verrekend met het Mobiliteitsfonds. Vlottende activa Vorderingen € 21.944.368 Het saldo van de post vorderingen is als volgt samengesteld: bedragen in euro’s Vorderingen Gemeenten Overige publiekrechtelijke lichamen Totaal 1.493.464 1.040.262 2.533.726 Vorderingen BTW compensatiefonds Te vorderen omzetbelasting Totaal openbare lichamen 18.976.432 -60.016 21.450.142 Overige (bedrijfsleven) Vorderingen op personeel 489.672 4.554 494.226 Totaal 21.944.368 De post vorderingen heeft de volgende ouderdom Uit 2009 Uit 2010 Uit 2012 Uit 2013 Totaal 16.183 61.354 4.205 21.809.664 21.944.368 In het saldo debiteuren is geen voorziening voor dubieuze posten opgenomen. Nog te ontvangen opbrengsten € 6.214.129 Hierin zijn onder meer begrepen de afrekening van de exploitatie RegioTaxi voor een bedrag van € 2.158.053, het nog te ontvangen bedrag voor OV exploitatie van € 1.895.053 en de van de provincie te ontvangen EFRO subsidie voor € 297.591. Vooruitbetaalde kosten en vooruit ontvangen facturen € 34.775 Deze post betreft onder meer de vooruitbetaalde bijdrage 2014 aan de VNG (€ 13.385) en een bedrag van € 11.787 voor de licentieovereenkomst Stadsgewest Haaglanden, Den Haag en Delft 2014. Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 91 Liquide middelen Deze post is als volgt opgebouwd: € 231.613.102 bedragen in euro’s Liquide middelen ING in bedrijf rekening ING spaarrekening RC Schatkistbankieren BNG BOR LIRA Kas Totaal 751 147 229.019.088 2.465.686 94.471 32.408 551 231.613.102 Kredietfaciliteit BNG bank Het Stadsgewest heeft bij de BNG een rekening-courantlimiet van € 10.000.000. Deze liquide middelen staan ter vrije beschikking van het Stadsgewest Haaglanden. In het verslagjaar behoefde van deze kredietfaciliteit geen gebruik te worden gemaakt. Met ingang van half december 2013 zijn decentrale overheden verplicht hun overtollige middelen in de schatkist aan te houden. Hiertoe is met de staat een rekening-courantovereenkomst gesloten. Eigen vermogen Reserves Algemene reserve Egalisatiefonds € 4.978.558 Het Stadsgewest Haaglanden beschikt over een egalisatiefonds. De middelen van dit fonds dienen ter dekking van een eventueel door bijzondere omstandigheden ontstaan tekort op de exploitatierekening. Gezien de in de paragraaf Weerstandsvermogen vermelde risico’s is het fonds te gering: uitgaande van de opstelling in deze paragraaf zou, uitgaande van een going-concern tussen de € 5 miljoen en € 10 miljoen als weerstandsvermogen aanwezig moeten zijn. Gegeven het voornemen het Stadsgewest per 1 januari 2015 op te heffen zijn frictiekosten te verwachten. Deze zijn afhankelijk van de doorstroming van personeel naar ander werk bij gemeenten of bij de MRDH en afhankelijk van de kosten van afkoop van contracten. Bij de vaststelling van de jaarrekening was over de toekomst nog geen (definitief) besluit genomen, zodat nog geen specifieke reorganisatievoorziening is gevormd. Het bestuur heeft op 17 februari 2011 besloten het weerstandsvermogen op het benodigde peil te brengen door toevoegingen uit toekomstige exploitatie overschotten. Conform de Regeling stadsgewest Haaglanden 1995 blijven de gemeenten aansprakelijk voor rekeningtekorten die het egalisatiefonds overschrijden. Het verloop op deze post is als volgt: Toelichtingen bedragen in euro’s Egalisatiefonds Saldo per 1 januari 2013 Toevoeging rekeningresultaat 2012 Saldo per 31 december 2013 4.289.858 688.700 4.978.558 Onverdeeld resultaat 2012 € nihil Het onverdeeld voordelig resultaat over het boekjaar 2012 bedroeg € 1.037.700 en is, conform het besluit van het algemeen bestuur van 10 juli 2013 in het verslagjaar als volgt verdeeld: 92 bedragen in euro’s Onverdeeld resultaat 2012 Saldo per 1 januari 2013 Financiering van de afbouworganisatie Investor relationsprogramma Transitie Jeugdzorg Toevoeging aan de egalisatiereserve Totaal Saldo per 31 december 2013 1.037.700 250.000 49.000 50.000 688.700 1.037.700 nihil Nog te bestemmen resultaat 2013 € 660.454 Het jaar kon worden afgesloten met een voordelig resultaat van € 660.454. Het resultaat werd behaald door: bedragen in euro’s Nog te bestemmen resultaat 2013 Sub totaal financiering 276.789 78.914 28.726 160.928 36.790 623.529 112.068 1.040.955 -1 -1 1.317.744 -657.289 660.454 31 december 2013 31 december 2012 722.588 1.234.464 20.000 50.000 5.122.838 1.323.712 164.600 51.858 827.389 20.522 136.248 2.285.352 8.183 89.227 210.358 18.552 42.874 12.328.763 722.588 273.541 20.000 0 5.191.560 1.361.046 177.100 51.858 789.458 20.522 76.948 1.788.933 8.183 89.227 254.811 100.000 0 10.925.775 Onderschrijdingen op de programma’s Bestuur Zorg Economie Milieu Ruimte (door achterblijvende uitgaven Groenfonds) Wonen Totaal overschotten Overschrijdingen op de programma’s Mobiliteit Totaal tekorten Totaal Afwijking in mutaties in reserves Bestemmingsreserves Overige bestemmingsreserves Treasurymanagement Huisvesting Reserve cultuurhistorisch onderzoek Reserve transitie jeugdzorg Reserve BWS Realisatie woonvisie Reserve Vinac eigen bouw Hof van Delfland Wachtgeldfonds Regionaal Structuurplan Kennis voor Klimaat Fonds Groen haaglanden EZ Algemeen bedrijvenonderzoek Verbetering ondersteuning primair proces Automatisering Mobiliteitsbevordering Afbouw organisatie Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 93 Reserve Treasurymanagement € 722.588 De reserve is bedoeld om als het treasuryresultaat in enig jaar negatief uitvalt deze reserve voor dekking aan te wenden. Sinds de instelling van de reserve is het treasuryresultaat steeds positief geweest en zijn de behaalde voordelen ingezet voor afdekking van eenmalige kosten. De reserve is in het verslagjaar niet gemuteerd. Huisvesting € 1.234.464 Bij de gedwongen verhuizing van de Grote Marktstraat naar de Schedeldoekshaven is met de verhuurder een afkoopsom voor de inrichting van het nieuwe pand overeengekomen van €1 miljoen. Dit bedrag is toegevoegd aan de reserve huisvesting. Het verloop van de reserve huisvesting is als volgt: bedragen in euro’s Huisvesting Saldo per 1 januari 2013 Toevoeging Onttrekking Saldo per 31 december 2013 273.541 1.000.000 -39.077 1.234.464 Reserve cultuurhistorisch onderzoek € 20.000 De reserve is gevormd uit de verdeling van het resultaat 2011 en bedoeld voor het geven van bijdragen aan cultuurhistorisch onderzoek in de regio. In het verslagjaar hebben geen mutaties op deze post plaatsgevonden. Transitie Jeugdzorg € 50.000 Deze reserve is in 2013 gevormd. Er zijn nog geen onttrekkingen geweest. BWS € 5.122.838 De reserve bevat het vrij besteedbare deel van de voor volkshuisvestingsdoeleinden geoormerkte bedragen ingevolge BWS-subsidies voor het Stadsgewest. Het verloop op deze post is als volgt: bedragen in euro’s BWS Saldo per 1 januari 2013 Onttrekking Saldo per 31 december 2013 5.191.560 -68.722 5.122.838 Het rentepercentage bedroeg in 2013 0, er heeft daarom geen rentetoevoeging plaatsgevonden. Toelichtingen Reserve realisering Woonvisie € 1.323.712 Bij besluit van het bestuur van 13 april 2011 is deze reserve gevormd uit de afrekening Vinac met als doel de monitoring en bevordering van de woningbouw in lijn met Regionale Woonvisie. Het verloop op deze post is als volgt: bedragen in euro’s Reserve realisering Woonvisie Saldo per 1 januari 2013 Onttrekking Saldo per 31 december 2013 94 1.361.046 -37.334 1.323.712 Reserve Vinac Eigenbouw € 164.600 Het algemeen bestuur heeft bij de opheffing van het Vinacfonds besloten om dit deel te reserveren en het voor de bestemming eigenbouw te behouden via een stimuleringsregeling CPO. Hierdoor is de (transitorische) post ‘van derden ontvangen voorschotbedragen met een specifiek bestedingsdoel’ overgeboekt als bestemmingsreserve voor het bedrag van € 207.200. Er is een subsidieregeling hiervoor ingesteld. In 2011 en 2012 heeft één gemeente zijn subsidieplafond daarin benut (Rijswijk € 19.800). De overige acht kunnen nog steeds aanvragen doen, de regeling heeft geen eindtermijn. In 2011 is ten laste van deze reserve nog een bedrag van € 9.300 voor licentiekosten geboekt. In 2013 is een bedrag onttrokken ten behoeve van de gemeente Westland. bedragen in euro’s Gemeente Westland Saldo per 1 januari 2013 Onttrekking Saldo per 31 december 2013 177.100 -12.500 164.600 Reserve Hof van Delfland € 51.858 In het verslagjaar hebben geen mutaties plaatsgevonden in deze reserve. Wachtgeldfonds € 827.389 Het Stadsgewest is aansprakelijk voor het eventuele wachtgeld van medewerkers. Deze reserve dient er toe deze aansprakelijkheid, evenals eventuele andere bijzondere regelingen met personeel, af te dekken. In het verslagjaar werden de salarislasten van vijf bovenformatieven verantwoord, onder aftrek van de opbrengsten uit (deels interne) detachering. Het fonds is, conform de begroting, gevoed met een opslag van 2% over de loonsom. Het verloop is als volgt: bedragen in euro’s Wachtgeldfonds Saldo per 1 januari 2013 Toevoeging: 2% opslag op de salarissen Overige toevoegingen Onttrekking: salarissen voormalig personeel en bovenformatieven Saldo per 31 december 2013 789.458 177.166 219.576 -358.812 827.389 In de onttrekking is een bedrag van € 211.000 opgenomen voor de afkoop van de overdracht van een personeelslid naar de Omgevingsdienst Haaglanden. Regionaal Structuurplan Haaglanden € 20.522 In het verslagjaar hebben geen mutaties op deze post plaatsgevonden. Waterkader ‘Kennis voor Klimaat’ Het verloop op deze post is als volgt: € 136.248 bedragen in euro’s Waterkader ‘Kennis voor Klimaat’ Saldo per 1 januari 2013 Toevoeging Saldo per 31 december 2013 76.948 59.300 136.248 Fonds Groen Haaglanden € 2.285.352 Bij besluit van het algemeen bestuur van 17 februari 2010, is een bijdrage opgenomen van € 1,00 per inwoner voor het Fonds Groen Haaglanden. Deze post heeft voor 2013 het volgende verloop: Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 95 bedragen in euro’s Fonds Groen Haaglanden Saldo per 1 januari 2013 Bijdragen gemeenten Uitgaven Saldo per 31 december 2013 1.788.933 1.039.400 -542.982 2.285.352 Van dit saldo is een bedrag van € 1.645.457 door middel van subsidiebeschikkingen verplicht. Overige reserves Deze post bestaat uit de reserves: € 369.194 bedragen in euro’s Overige reserves Automatisering Verbetering ondersteuning primair proces Mobiliteitsbevordering Algemeen bedrijvenonderzoek Afbouw organisatie Totaal 210.358 89.227 18.552 8.183 42.874 369.194 Automatisering € 210.358 Ingaande 2011 wordt voor het doen van investeringen geen reserve meer gevormd uit de exploitatie, maar worden investeringen geactiveerd en afgeschreven in het aantal jaren verwachte levensduur. Dit heeft tot gevolg dat de in de afgelopen jaren gevormde reserve automatisering zal vrijvallen. De vrijval zal gelijklopen met de afschrijvingsduur van de in december 2010 aangeschafte apparatuur. Het verloop van de reserve is als volgt: bedragen in euro’s Automatisering Saldo per 1 januari 2013 Onttrekking Saldo per 31 december 2013 254.811 -44.452 210.358 Verbetering ondersteuning van het primair proces € 89.227 In het verslagjaar hebben geen mutaties op deze post plaatsgevonden. Toelichtingen Mobiliteitsbevordering € 18.552 Uit het resultaat van 2011 is een bedrag van € 100.000 gereserveerd voor de instelling van deze reserve. De reserve heeft ten doel de extra kosten te dekken voor mobiliteit bevorderende maatregelen met het oog op de door de Minister van BZK voorgenomen indiening van een wet tot opheffing van de Wgr-plus. Het verloop van de reserve is als volgt: bedragen in euro’s Mobiliteitsbevordering Saldo per 1 januari 2013 Onttrekking Saldo per 31 december 2013 Algemeen bedrijvenonderzoek € 8.183 In het verslagjaar hebben geen mutaties op deze post plaatsgevonden. 96 100.000 -81.448 18.552 Reserve afbouw organisatie € 42.847 Deze reserve is gevormd uit het resultaat 2012 voor een bedrag van € 250.000. In 2013 is een bedrag van € 207.126 onttrokken aan de reserve. Reserve Investor relations €0 Deze reserve is gevormd vanuit resultaat 2012 met een bedrag van € 49.000. Dit bedrag is ook weer onttrokken in 2013. Vlottende passiva Kortlopende schulden € 40.501.984 Deze post is samengesteld uit de volgende onderdelen: bedragen in euro’s Kortlopende schulden 1. Crediteuren gemeenten 2. Overige publiekrechtelijk lichamen 3. Overige crediteuren Totaal crediteuren 24.506.937 6.666.441 8.533.834 39.707.211 Overige (betalingen onderweg) Totaal kortlopende schulden 794.772 40.501.984 115.000 40.386.987 40.501.984 De post crediteuren kan op basis van ouderdom als volgt worden gespecificeerd 2007 2013 Totaal Provincie Zuid-Holland Provincie Noord-Holland Ministerie van IenM-SSO/Financiën Rijkswaterstaat Corporate Diensten Belastingdienst Stadsregio Rotterdam Dienst Stadsbeheer Gemeente Pijnacker-Nootdorp Gemeente Westland Gemeente Zoetermeer Dienst stedelijke ontwikkeling Gemeente Delft Gemeente Leidschendam-Voorburg Gemeente Rijswijk Arcadis Nederland BV KWS Infra bv HTM exploitatie BAM Wegen Regio West ABP Connexxion Taxi Services OnderwijsAdvies Ministerie V en W Stadsregio Rotterdam Royal Haskoning DHV Omgevingsdienst Haaglanden Overig Totaal Crediteuren Betalingen onderweg Totaal kortlopende schulden Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 5.507.893 376.591 135.957 553.805 92.195 148.589 3.833.579 2.010.240 977.621 24.249 9.258.414 1.077.061 318.046 6.564.054 282.819 624.912 3.252.640 136.772 119.964 861.372 170.017 1.533.220 115.000 101.736 52.933 1.577.532 39.707.211 794.776 40.501.984 97 Op het moment van het opstellen van de jaarrekening waren alle facturen uit 2013 betaald. Te betalen kosten € 16.860.792 bedragen in euro’s Te betalen kosten OV Vaststellingen Vaststellingen subsidies RAS Project AROV Zwethzone Project INFRA Overig Totaal Vooruit ontvangen bedragen 3.470.285 467.808 954.913 1.202.641 8.815.000 1.950.145 16.860.792 € 6.931.710 bedragen in euro’s Vooruit ontvangen bedragen Bijdrage aan OV-bureau Mijlpaal 1B Overig Totaal Van derden ontvangen voorschotbedragen met een specifiek bestedingsdoel 82.645 6.372.794 476.271 6.931.710 € 197.822.111 bedragen in euro’s Van derden ontvangen voorschotbedragen met een specifiek bestedingsdoel Toelichtingen BOR-fonds Stadsgewestelijk Grondkostenfonds Mobiliteitsfonds Fonds Luchtkwaliteit Warmtenet Jeugdhulpverlening Jeugdhulpverlening Vliegwiel I en II Jeugdhulpverlening RAS Jeugdhulpverlening provinciale middelen Verkeersveiligheid Westland Ontwikkelingsfonds Zwethzone Vervoersautoriteit Bereik! SkVV Tarievenbureau OV DVM Zuidvleugel Wonen ++ Regionale uitvoer ISV geluid OV-bureau Randstad Taskforce mobiliteitsmanagement Stedenbaan Waterkader Totaal 37.790.767 2.308 146.923.715 3.417.552 38.540 6.141.608 0 110.156 89.787 0 1.032.873 8.201 981.421 503.845 46.367 343.000 10.420 192.484 107.928 49.443 13.286 18.412 197.822.111 Bij Koninklijk Besluit van 10 juli 2007 is het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) gewijzigd. Eén van de wijzigingen is dat de voorheen als voorzieningen van derden met een specifieke aanwending gerubriceerde posten nu vallen onder de vlottende passiva. Artikel 49 b geeft hiervoor de omschrijving “de van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen 98 ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren”. Deze voorschotten zijn ontvangen van het Rijk, de provincie en de gemeenten. Onderstaand is deze post gespecificeerd naar afzonderlijke bestedingsdoelen. Aan de balanspost worden de ontvangen voorschotten toegevoegd, terwijl de in de exploitatie verantwoorde bestedingen aan het passief worden onttrokken. Bereikbaarheidsoffensief Randstad (BOR) € 37.790.767 Op 12 oktober 2000 is samen met de bestuursovereenkomst BOR het convenant regiofonds BOR getekend. In het convenant is vastgelegd, dat het Stadsgewest Haaglanden fondsbeheerder zal zijn. Het fonds omvat een inleg van regionale partijen (gemeenten, provincie en het Stadsgewest) van in totaal ruim 285 miljoen euro. In 2006 en 2010 heeft het Rijk extra toezeggingen gedaan voor stortingen in het fonds. De eerste tranche van 3,3 miljoen euro is door het Stadsgewest in 2007 gestort. De verdubbeling van het Rijk heeft plaatsgevonden in 2009. Voor de tweede tranche zal de stadsregio Rotterdam als administratiekantoor dienen. Het Stadsgewest Haaglanden heeft zijn bijdrage van 6 miljoen euro in 2009 overgemaakt. Vervolgens zal de stadsregio Rotterdam de beschikkingen afgeven. De realisatie van de projecten blijft achter bij de planning. In 2010 en 2011 zijn extra inspanningen geleverd voor ondersteuning aan gemeenten om knelpunten op te lossen. De rente op de storting van het Rijk wordt toegevoegd aan de post onvoorzien van het fonds en gebruikt voor de jaarlijkse indexering. De rente zal pas worden gerealiseerd bij de executie van de beleggingsportefeuille. Voor een tijdelijk overschot in liquiditeiten wordt, als de markt daarvoor gunstig is, een deposito geplaatst. Deze rente wordt direct toegevoegd aan het fonds. Het ministerie van IenM heeft als einddatum voor de declaratie van projecten 31 december 2011 vastgesteld. Hierop is voor negen projecten uitstel verleend. Deze negen projecten zijn: Rotterdamsebaan, OV-knoop Delft/Spoortunnel Delft, Masterplan stations gebied Voorburg, Wateringveldsepolderweg, Fietstunnel Den Deyl, Fietsbrug over het Rijn-Schiekanaal/Vliet, Reconstructie Beatrixlaan en Haagweg, Tuindersweg en Quick Wins 1e tranche. Hierover wordt jaarlijks aan het ministerie gerapporteerd. In 2012 heeft het ministerie nogmaals uitstel verleend voor de Quick Wins 1e tranche in verband met het mislukken van de aanbesteding. De overige projecten liggen op planning. bedragen in euro’s Bereikbaarheidsoffensief Randstad (BOR) Saldo per 1 januari 2013 52.383.788 Toevoegingen Bereik Rente schatkistbankieren Totaal inkomsten 4.430 5.154 9.584 Uitgaven Rotterdamsebaan Verbreding Prinses Beatrixlaan Kosten BNG, beheerloon en bet. verkeer Verlengde Oosterheemlijn Fietstunnel Den Deijl Dris Totaal uitgaven Eindsaldo 31 december 2013 Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 11.822.037 1.211.230 145.840 803.390 37.817 582.291 14.602.605 37.790.767 99 Grondkostenfonds € 2.308 Het Grondkostenfonds is destijds ingesteld om de gecalculeerde verschillen in de grondexploitaties van verschillende gemeentelijke plannen te egaliseren. Het fonds zal in 2014 worden afgerekend. Het verloop van het fonds is als volgt: bedragen in euro’s Grondkostenfonds Saldo per 1 januari 2013 Toevoegingen Onttrekking Saldo per 31 december 2013 452.129 2.561.460 -3.011.281 2.308 Bij het taakgericht treasuryplan 2012 is de prognose over het verloop van het fonds tot de einddatum geactualiseerd. Deze prognose geeft een uiteindelijk (gering) positief saldo. Mobiliteitsfonds € 146.923.715 Het Mobiliteitsfonds heeft als doel door middel van de subsidiering van openbaar vervoer en infrastructuurprojecten van regionaal belang de mobiliteit in Haaglanden te bevorderen. Voorts wordt noodzakelijk onderzoek uit het fonds gedekt. Het fonds wordt gevoed door de BDU-bijdragen van het Rijk, de gemeentelijke bijdragen en de rente op het saldo van het fonds. De raming van uitgaven en inkomsten in een tienjarenperspectief wordt vastgelegd in het Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer (IPVV). Als gevolg van de invulling van de door het Kabinet opgelegde bezuinigingen op de BDU-VV voor 2012 en latere jaren is de frequentie van een aantal buslijnen teruggebracht. Hierdoor zijn twintig bussen niet meer nodig voor de bedrijfsvoering. De bussen zijn als voorraad verantwoord. bedragen in euro’s Mobiliteitsfonds Beginsaldo per 1 januari 2013 157.653.318 Toevoegingen Toelichtingen Huur Telexstraat BDU inkomsten Gemeentelijke bijdragen Strandexpress Den Haag Provincie 3 in 1 Gemeentelijke bijdrage Regiotaxi Bijdrage provincie en SR inzake chipkaartassortiment Bijdrage provincie Hoornbrug Doorbelaste personeelskosten Afrekening infraproject Delftechpark Bijdrage Delft in lijn 19 Subtotaal inkomsten 145.733 231.628.000 9.481.742 307.804 992.596 2.158.053 59.213 4.000.000 215.207 28.378 2.122.059 251.138.786 Uitgaven Beter benutten projecten Taskforce projecten Programma Fietsplan filevrij Prins Clausplein Prinses Beatrixlaan Noord Prinses Beatrixlaan Zuid Verkeersveiligheid Westland A-4 Delft-Schiedam Oostelijke Randweg Pijnacker 100 4.758.413 28.080 659.355 4.599.660 1.085.344 550.000 1.296.487 10.847.249 3.750.000 bedragen in euro’s Mobiliteitsfonds [Vervolg] DVM Zuidvleugel N223 Quick win maatregelen Quick win maatregelen Hooipolderweg Kosten aardgasbussen inclusief afwaardering Overige exploitatiekosten OV WOEJ bussen Exploitatievergoeding OV Beheer en onderhoud infrastructuur Beheer en onderhoud Zoetermeerlijn Levensverlengend onderhoud en midlife revisie Trams RegioTaxi Toegankelijke bushaltes Tarieven en chipkaartkosten Hooipolderweg Studieprojecten Actieprogramma Openbaar vervoer projecten Netwerk RandstadRail projecten Bijdrage SKVV Ketenmobiliteit projecten Verkeersveiligheid Fietsmaatregelen Personeelskosten Subsidies gemeentelijke projecten Inleg BOR-fonds Lijn 19 Subtotaal uitgaven 10.666 5.144.830 -129.757 50.208 3.000.000 3.008.666 1.445.635 30.000 142.005.587 1.292.925 1.124.527 7.384.659 5.236.149 1.725.739 991.188 2.000.000 338.833 6.475.232 19.226.582 113.931 1.496.397 3.445.680 9.175.164 5.801.981 1.956.845 3.116.337 8.825.797 261.868.388 Eindsaldo 31 december 2013 146.923.715 Fonds Luchtkwaliteit € 3.417.552 Samen met de provincie Zuid-Holland en andere regio’s heeft het Stadsgewest maatregelen voorbereid die een positief effect op de luchtkwaliteit gaan opleveren. In het verslagjaar zijn subsidies uitgekeerd voor warmteprojecten, groendaken, aardgasvoertuigen en e-scooters. De toe te rekenen rente over 2013 was 0. bedragen in euro’s Fonds Luchtkwaliteit Saldo per 1 januari 2013 Onttrekking Saldo per 31 december 2013 Warmtenet 4.397.386 -979.834 3.417.552 € 38.540 bedragen in euro’s Warmtenet Saldo per 1 januari 2013 Onttrekking Saldo per 31 december 2013 56.362 -17.822 38.540 Jeugdhulpverlening € 6.141.608 Op het programma Jeugdhulpverlening worden enerzijds subsidies ontvangen van de ministeries van VWS en Justitie en een bijdrage van de gemeente Den Haag en anderzijds subsidies verstrekt aan de instellingen. De besteding van deze bedragen Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 101 is voorzien in het meerjarenbeleidsplan. De afname van dit fonds met € 3.225.888 wordt als volgt gespecificeerd: bedragen in euro’s Jeugdhulpverlening Saldo per 1 januari 2013 9.367.496 Toevoegingen Ontvangen subsidies ministerie VWS en Justitie Vaststelling subsidies 2012 Onttrekking: betaalde subsidies Saldo per 31 december 2013 104.289.942 1.639.105 -109.154.936 6.141.608 Jeugdhulpverlening Vliegwiel l en ll €0 Bij brief van 7 november 2012 heeft het ministerie van Veiligheid en Justitie een subsidie toegekend van € 750.000 voor het project Integrale Jeugdbescherming (Vliegwiel 1). Bij brief van 1 november 2012 is de uitbreiding met Vliegwiel ll voor € 120.000 toegekend. Deze projecten hebben tot doel door een integrale benadering van Bureau Jeugdzorg en met gebruik van een nieuw ontwikkeld instrument de instroom en duur van ondertoezichtstellingen (OTS) en uithuisplaatsingen te verminderen. De subsidies zijn als voorschot verstrekt, waarbij de eindafrekening uiterlijk 1 april 2014 moet worden ingediend. In 2013 zijn de projecten Vliegwiel I en II afgerekend. bedragen in euro’s Jeugdhulpverlening Vliegwiel l en ll Saldo per 1 januari 2013 Onttrekking Saldo per 31 december 2013 681.880 -681.880 0 Jeugdhulpverlening RAS € 110.156 Op 1 januari 2006 is de bestuursovereenkomst voor de Regionale Agenda Samenleving (RAS) Haaglanden van kracht geworden. Met het RAS willen de gemeenten in Haaglanden, het Stadsgewest en de provincie Zuid-Holland maatschappelijke vraagstukken met een bovenlokaal karakter integraal aanpakken. Deze post heeft voor 2013 het volgende verloop: bedragen in euro’s Jeugdhulpverlening RAS Saldo per 1 januari 2013 Toevoeging Onttrekking Saldo per 31 december 2013 110.101 428.605 -428.550 110.156 Toelichtingen Jeugdhulpverlening provinciale middelen € 89.787 Ingaande 2004 wordt een meerjarige subsidie ontvangen van de provincie ZuidHolland voor een aantal specifieke jeugdzorgprojecten. Daarnaast hebben de gemeenten Rijswijk en Zoetermeer een projectbijdrage gegeven. De in een jaar niet uitgegeven middelen worden gestort in de voorziening Jeugdhulpverlening provinciale middelen. In het verslagjaar hebben geen mutaties op deze post plaatsgevonden. Verkeersveiligheid Westland €0 Op 5 april 1995 is door het Rijk, de provincie Zuid-Holland, de gemeente Westland (inclusief Hoek van Holland) en het bedrijfsleven de samenwerkingsovereenkomst Verkeersveiligheid Westland gesloten, met als doel het aantal verkeersslachtoffers in het Westland aanmerkelijk terug te dringen. Ingaande 2005 is, conform de 102 afspraken, geen gemeentelijke bijdrage meer geheven. In het verslagjaar is een bijdrage aan de Oostelijke Randweg verstrekt. Het verloop van de post is als volgt: bedragen in euro’s Verkeersveiligheid Westland Saldo per 1 januari 2013 Onttrekking Saldo per 31 december 2013 618.817 -618.817 0 Ontwikkelingsfonds Zwethzone € 1.032.873 Met het convenant Zwethzone heeft het Stadsgewest met een aantal gemeenten de uitvoering van een ecologische zone langs de Zweth vastgelegd. De uitvoerings kosten worden ten laste van dit fonds gebracht. Verwachting is dat het fonds in 2014 wordt afgerekend. Het verloop van de post is als volgt: bedragen in euro’s Ontwikkelingsfonds Zwethzone Saldo per 1 januari 2013 Onttrekking Saldo per 31 december 2013 3.088.424 -2.055.551 1.032.873 Vervoersautoriteit € 8.201 Voor de dekking van de aanloopkosten voor de instelling van de vervoersregio is door de gemeenten Rotterdam en Den Haag en de twee stadsregio’s elk € 50.000 ter beschikking gesteld. In het verslagjaar zijn de kosten van externe adviezen uit het fonds betaald. bedragen in euro’s Vervoersautoriteit Saldo per 1 januari 2013 Toevoeging Onttrekking Saldo per 31 december 2013 76.646 200.000 -268.445 8.201 Bereik! € 981.421 Bereik! is een samenwerkingsverband van wegbeheerders in de regio Haaglanden en Rotterdam die projecten (doen) uitvoeren om de mobiliteit van het (auto)verkeer te bevorderen. bedragen in euro’s Bereik! Saldo per 1 januari 2013 Toevoeging Onttrekking Saldo per 31 december 2013 868.577 2.004.337 -1.891.493 981.421 SkVV € 503.845 De Stadsregio’s kader Verkeer en Vervoer (SkVV) is een samenwerkingsverband tussen de stadsregio’s om het beleid op het gebied van Verkeer en Vervoer af te stemmen. bedragen in euro’s SkVV Saldo per 1 januari 2013 Toevoeging Onttrekking Saldo per 31 december 2013 Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 465.080 689.118 -650.353 503.845 103 Tarievenbureau Openbaar Vervoer € 46.367 Het Tarievenbureau Openbaar Vervoer is een samenwerkingsverband van IPO en SkVV. Het Tarievenbureau beheert het Landelijk Tarievenkader [LTK], beoordeelt of dit Tarievenkader uitbreiding en/of aanpassing behoeft en doet daar in voorkomende gevallen voorstellen voor. Het Tarievenbureau berekent onder andere de jaarlijkse verhoging van de landelijke openbaarvervoertarieven en is betrokken bij de opbrengstverdeling. IPO en SkVV betalen elk de helft van de kosten van het Tarievenbureau. SkVV belast haar aandeel door aan de zeven stadsregio’s. Er zijn geen mutaties geweest in 2013. DVM Zuidvleugel € 343.000 DVM Zuidvleugel valt onder de samenwerkingsorganisatie Bereik!, de samen werkingsorganisatie voor bereikbaarheidsvraagstukken in de regio’s Haaglanden en Rotterdam van Rijkswaterstaat Zuid-Holland, provincie Zuid-Holland, Stadsgewest Haaglanden, stadsregio Rotterdam en de gemeenten Rotterdam en Den Haag. Bereik! Houdt zich met name bezig met projecten op het gebied van dynamisch verkeersmanagement (DVM) en wegbeheer. Het ministerie van IenM heeft in het kader van de mobiliteitsaanpak korte termijn cofinanciering ter beschikking gesteld voor DVM Zuidvleugel. Hiermee worden mensen ingehuurd voor de Regiodesk, opleidingen verzorgd en onderzoeken gedaan. De looptijd van het budget is 2011-2013. In het verslagjaar hebben geen mutaties op deze post plaatsgevonden. Wonen++ € 10.420 bedragen in euro’s Wonen++ Saldo per 1 januari 2013 Onttrekking Saldo per 31 december 2013 Regionale uitvoering ISV geluidsanering 22.420 -12.000 10.420 € 192.484 bedragen in euro’s Regionale uitvoering ISV geluidsanering Saldo per 1 januari 2013 Toevoeging Onttrekking Saldo per 31 december 2013 OV-bureau Randstad 203.276 38.271 -49.063 192.484 € 107.928 bedragen in euro’s Toelichtingen OV-bureau Randstad Saldo per 1 januari 2013 Toevoeging Onttrekking Saldo per 31 december 2013 250.087 305.937 -448.096 107.928 Taskforce Mobiliteitsmanagement € 49.443 De Taskforce is een samenwerkingsverband met bedrijven in de regio die het convenant mobiliteitsmanagement hebben ondertekend en zich inzetten voor de uitvoering in het eigen bedrijf van de genoemde maatregelen in dit convenant. 104 In het verslagjaar hebben geen mutaties op deze post plaatsgevonden. Stedenbaan€ 13.286 Het project Stedenbaan heeft als doel de ruimtelijke ontwikkelingen te concentreren bij openbaar vervoerknooppunten, om daarmee het openbaar vervoer te bevorderen. bedragen in euro’s Stedenbaan Saldo per 1 januari 2013 Toevoeging Onttrekking Saldo per 31 december 2013 199.875 612.071 -798.659 13.286 Waterkader € 18.412 Dit betreft het restant van de bijdrage van het Rijk in het kader van het programma ‘Ruimte voor water en economische ontwikkeling in Haaglanden’ en ‘Kennis voor Klimaat’. In het verslagjaar hebben geen mutaties op deze post plaatsgevonden. Verplichtingen BWS€ 3.187 In 2012 zijn, conform een besluit van het algemeen bestuur van 4 juli 2012, de verplichtingen van de BWS verordening 2006 afgekocht. De budgetten zijn op basis van het inwonertal aan de gemeenten uitgekeerd. In 2013 hebben nog een paar kleine mutaties plaatsgevonden. bedragen in euro’s Verplichtingen BWS Saldo per 1 januari 2013 Toevoeging Onttrekking Saldo per 31 december 2013 2.869 5.063 -4.745 3.187 Niet uit de balans blijkende verplichtingen Het Stadsgewest is opdrachtgever voor het openbaar vervoer. Met de drie vervoerders in de regio zijn meerjarige contracten afgesloten voor het vervoer volgens de overeengekomen dienstregeling. Deze concessies zijn afgegeven onder de voorwaarde van het verkrijgen van voldoende middelen van het Rijk (thans BDU). De concessies betreffen: bedragen in euro’s Niet uit de balans blijkende verplichtingen HTM voor railvervoer (3 jaar voor 115 miljoen euro per jaar) HTMbuzz buskavel Haaglanden-stad (periode 9 dec 2012 – 7 dec 2019) Veolia (3,7 jaar voor 18 miljoen euro per jaar) 340.000.000 102.000.000 66.000.000 Levensduurverlengend onderhoud HTM inzake trams Totaal openbaar vervoer Credit Suisse (huurcontract voor 6 jaar) Gemeente Den Haag huurcontract Telexstraat voor 24 jaar Totaal verplichtingen Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 15.000.000 523.000.000 3.900.000 10.000.000 536.900.000 105 Eigendom trammaterieel bij beëindiging van de concessie In de concessie (12 december 2005) en in de exploitatieovereenkomst met HTM is bepaald, dat zij bij beëindiging van de concessie HTM de nog in gebruik zijnde GTL-trams en het sneltrammaterieel en alle daarin aangebrachte apparatuur ter beschikking zal stellen aan het Stadsgewest of de nieuwe concessiehouder respectievelijk tegen de marktwaarde en de dan geldende boekwaarde. Deze bepaling is opgenomen om enerzijds HTM niet te belasten met afschrijvingskosten van trams, die, bij het ontbreken van een concessie, niet meer gebruikt kunnen worden en anderzijds de nieuwe concessiehouder niet te verplichten nieuwe trams aan te schaffen, waarmee de exploitatiekosten onevenredig zouden kunnen toenemen. 8.4 Toelichting op de programmarekening Programma Bestuur Personeelslasten De overschrijding aan de lastenkant betreft personele inzet waarvoor ook baten worden ontvangen (zie ook de batenkant). Bovenregionale samenwerking De onderschrijding op deze post wordt veroorzaakt een lagere contributieafdracht voor bovenregionale samenwerkingsverbanden. Programma Mobiliteit Programmaonderdeel Verkeer De lagere uitgaven ten behoeve van subsidies van het programmaonderdeel Verkeer worden veroorzaakt door achterblijvende uitvoering en declaratie van gemeentelijke projecten. Aan de volgende projecten en programma’s zijn o.a. subsidies uitgekeerd: bedragen in miljoen euro’s Uitgekeerde subsidies Beter Benutten projecten Prins Clausplein A-4 Delft Schiedam Oostelijke Randweg Pijnacker N223 Hooipolderweg Actieprogramma Openbaar Vervoer Verkeersveiligheid Fietsmaatregelen Gemeentelijke projecten Lijn 19 Netwerk RandstadRail 4,8 4,6 10,8 3,8 5,1 5,0 6,5 3,4 9,2 5,1 8,8 19,2 Toelichtingen De uitgaven ten behoeve van aanleg Raillijn 19 waren oorspronkelijk begroot onder het programma Openbaar Vervoer, maar zijn verantwoord onder Verkeer uitbestede werkzaamheden, dit verklaart de overschrijding op deze post. Voor deze post geldt ook dat de personeelslasten van de ondersteunende afdelingen lager zijn uitgevallen dan oorspronkelijk begroot, in verband met het niet geheel invullen van vacatures. De overschrijding bij de inkomensoverdrachten wordt veroorzaakt door de eigen bijdrage van de gemeente Delft in het aanleg project Raillijn 19, deze was niet begroot onder de inkomsten, maar als negatieve kosten. Dit betreft een technische overschrijding. De post Inkomensoverdrachten van het Rijk (BDU) betreft het saldo tussen de werkelijke kosten en de werkelijke inkomsten van BDU gerechtigde projecten. 106 Het lijkt nu of er minder BDU is ontvangen. Dit is echter vertekend omdat volgens de BBV-regels de opbrengsten de kosten niet mogen overschrijden. De totale ontvangen BDU-uitkering wordt als opbrengsten geboekt op de balanspost (overlopende passiva) ‘het Mobiliteitsfonds’. Het saldo van de uitgaven wordt onttrokken uit het Mobiliteitsfonds en als opbrengst geboekt. Bereikbaarheidsoffensief Randstad (BOR) De afwijkingen op de posten Subsidies en bijdragen (BOR) en Inkomensoverdrachten Rijk (BOR) komen door het feit dat afrekeningen van uitstelprojecten tot 2014 toch nog zijn afgerekend in 2013. Dit was nog niet voorzien bij de begrotingsbijstelling in oktober 2013. Tevens is de aanbesteding voor de onderhoudskosten voor de Dynamische Reis Informatie Panelen afgerond. Programmaonderdeel Openbaar Vervoer Aan de volgende projecten en programma’s zijn subsidies uitgekeerd c.q. gelden besteed: bedragen in miljoen euro’s Uitgekeerde subsidies/gelden besteed Afboeking 20 aardgasbussen Toegankelijkheid bushaltes 2,9 1,8 Voorts is aan de exploitatie van het openbaar vervoer € 158,5 miljoen besteed. De personeelslasten zijn lager uitgevallen, omdat diverse formatieplaatsen vooruitlopend op de vorming van de VA niet zijn ingevuld. De afschrijvingskosten op de verkoopautomaten van de chipkaart zijn niet begroot op deze post maar onder de uitbestede werkzaamheden. Dit betreft in feite geen overschrijding. De 20 aardgasbussen die in eigendom zijn van het Stadsgewest zijn geheel afgeschreven. In het najaar leek het er nog op dat de bussen verkocht konden worden. Helaas is deze deal afgeketst. De verwachting is nu dat deze bussen niet verkocht kunnen worden. In overleg met HTM en HTMbuzz wordt nu bezien of de bussen eventueel dienst kunnen doen met de winterperikelen en de grotere NRR werken. Bij de begrotingswijziging zijn we er vanuit gegaan dat we bij Uitbestede werkzaamheden meer kosten zouden gaan maken op LVO (Levensverlengend onderhoud) en Midlife Revisie van de trams. Deze kosten zijn uiteindelijk niet gemaakt. De kosten van openbaar vervoer (de post Subsidies en bijdrage BDU) zijn begroot als saldo inclusief de overige inkomensoverdrachten. Deze inkomsten zijn echter wel geboekt op de overige inkomensoverdrachten (zie de batenkant). Voor de post Doorberekende kosten geldt ook dat de personeelslasten van de ondersteunende afdelingen lager zijn uitgevallen dan oorspronkelijk begroot, in verband met het niet geheel invullen van vacatures. Aan de batenkant zijn de overige inkomensoverdrachten, met uitzondering van de bijdragen van de gemeenten aan het RegioTaxi vervoer, opgenomen in de begroting onder de subsidies en bijdragen. De werkelijke bijdragen zijn hieronder verantwoord. Voor de Inkomensoverdrachten van het Rijk geldt het volgende: vanwege de eenmalige afwaardering van de aardgasbussen is de onttrekking aan het Mobiliteitsfonds hoger dan in de bijgestelde begroting is vermeld. Het totale bedrag blijft wel binnen de ruimte die in het IPVV voor het jaar 2013 voor openbaar vervoer exploitatie is opgenomen. Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 107 Programma Jeugdzorg De totale omvang van de verleende subsidies bedroeg circa € 110.000.000. De doel uitkering 2013 bedroeg ruim € 104.000.000. Het niet doorberekenen van de korting van 2,65% in 2013 (€ 2.150.000), extra uitgaven i.v.m. de transitie van de Jeugdzorg (€ 400.000), ontvangen baten in 2012 en daaraan verbonden verplichtingen in 2013 (€ 2,6 miljoen voor projecten en innovatie van instellingen) en een nabetaling (€ 580.000, dit betreft afrekening subsidie 2012) verklaren in grote lijn het verschil. Dit verschil is gedekt uit de overlopende passiva Jeugdzorg (de stand per 31-12-2013 van deze post is circa € 6,3 miljoen). Het verschil tussen de begroting en de exploitatie is een gevolg van de hoger dan geraamde vaststelling van de subsidies aan de instellingen. Dit verschil is in verhouding tot de omzet gering. Omdat, als gevolg van de voorgeschreven methodiek, de ontvangen en uitgekeerde subsidies worden gemuteerd op de transitorische post Jeugdhulpverlening (van derden ontvangen voorschotbedragen met een specifiek bestedingsdoel) heeft deze wijziging geen effect op het resultaat. Programma Economie Er wordt een programmeringsbeleid gevoerd voor nieuwe kantorenlocaties, bedrijventerreinen, detailhandels- en leisurevoorzieningen. Het programma bevat verder het regionaal promotie- en acquisitiebeleid en verlenen van service aan bedrijven die bedrijfsruimte in de regio zoeken. Om het beleid te onderbouwen worden databestanden beheerd en onderzoeksprojecten ondersteund en uitgevoerd. Het niet doorgaan van een onderzoeksproject naar een tool voor stimuleren van nieuwe werkgelegenheid in de regio is één van de oorzaken van de onderschrijding op dit programma. Daarnaast zijn er lagere lasten door het openhouden van een (deeltijd) vacature. Programma Milieu In 2013 is meer dan voorzien gebruik gemaakt van de subsidieregelingen behorende bij de subsidieverordening Luchtkwaliteit Haaglanden 2010. Aan gemeenten zijn subsidies toegekend voor het realiseren van collectieve warmtesystemen, groene daken op scholen. Verder hebben particulieren gretig gebruik gemaakt van de mogelijkheid een premie te krijgen op de aanschaf van een aardgasauto en ook op de aanschaf van een elektrische scooter. De verstrekte subsidies worden gedekt uit het Fonds Luchtkwaliteit. Programma Ruimte Toelichtingen De overschrijding van de post ‘uitbestede werkzaamheden RO’ wordt veroorzaakt doordat kosten van de personele begeleiding voor het project Zwethzone vanwege de beoogde afronding dit jaar, in afwijking van voorgaande jaren, op deze post geboekt zijn. De onderschrijding op de post ‘subsidies en bijdragen RO’ hangt eveneens samen met dit project. Door de late start van de benodigde procedures voor de realisatie van een brug en fietspad kon de realisatie niet in 2013 gestart worden. De overschrijding op de post ‘Hof van Delfland’ wordt gecompenseerd met de onderschrijding op de post ‘uitbestede werkzaamheden’ binnen het budget voor Groen. Hier is door besluitvorming eerder in voorzien. De onderschrijding op de post ‘uitbestede werkzaamheden Europa’ is mede veroorzaakt door verplaatsing van het debat met Europarlementariërs van 2013 naar 2014. 108 Programma Wonen Aan de lastenkant vertonen de posten ‘Personeel’ en ‘Uitbestede werkzaamheden’ een onderschrijding. Programma Financiering Rentebaten en -lasten Conform de treasuryverordening worden binnen het Stadsgewest afspraken gemaakt over de hoogte van de te vergoeden c.q. in rekening te brengen rente. Het gaat hierbij met name om het Mobiliteitsfonds, de investeringen infrastructuur, het BORfonds en het Grondkostenfonds. In afwijking op de begroting, waarbij uitsluitend het structurele deel van de treasury-activiteiten is geraamd, zijn de werkelijke uitkomsten van zowel de lasten- als de batenkant en de totaal ontvangen c.q. doorberekende rentebaten opgenomen. Het netto treasuryresultaat (saldo van de baten en lasten) bedroeg € 365.377. Bijdragen van deelnemende gemeenten Conform gemaakte afspraken wordt de begroting gebaseerd op de geschatte inwoneraantallen per gemeente. In de jaarrekening worden de werkelijke aantallen opgenomen, zodat per gemeente een verrekening plaatsvindt. In het verslagjaar gaat het om ongeveer 5.800 inwoners extra voor een bedrag van circa € 32.000. Daarnaast vindt verrekening plaats van het verschil tussen de geraamde en de werkelijke loonstijging. Daarom wordt een bedrag van € 19.400 extra in rekening gebracht. In totaal wordt aan de gemeenten een bedrag van € 51.250 nagefactureerd. Voor een berekening van de bedragen per gemeente wordt verwezen naar bijlage 3. Kostenplaatsen De kosten van gemeenschappelijke voorzieningen, zoals huisvesting, communicatie, automatisering en de financiële administratie worden op basis van objectieve sleutels doorberekend aan de gebruikers. In de centraal gemaakte kosten zitten echter posten waarvoor in voorgaande jaren reserves zijn opgebouwd. Het gaat hier om toevoegingen aan de vervangingsreserve voor automatisering, huur en incidentele projecten, zoals de verbetering van de ondersteunende processen. Omdat deze kosten onttrokken worden aan reserves moeten ze jaarlijks afzonderlijk in de exploitatierekening worden verantwoord. Hiervoor is in het programma Financiering de post ‘Interne bijdragen en onttrekkingen’ opgenomen, waarbij als last de onttrekkingen aan de reserves wordt opgenomen. Vervolgens wordt het saldo vóór bestemming bepaald. Hierna wordt door middel van toevoegingen en onttrekkingen de mutatie op de reserve verantwoord. Onvoorziene uitgaven In de begroting is een bedrag voor ‘onvoorzien’ opgenomen. Feitelijk gaat het hier niet om onvoorzien, maar om een afrondingspost voor het verschil tussen de begrote uitkomst en de berekende bijdrage van de gemeenten. Op de post worden geen kosten geboekt. Het voorgeschreven overzicht ‘onvoorzien’ is derhalve niet opgesteld. Omzetbelasting en BTW-compensatiefonds (BCF) Het Stadsgewest kan, evenals de gemeenten, het saldo van de betaalde en in rekening gebrachte omzetbelasting declareren bij het BCF. Deze betaalt met ingang van 2008 de omzetbelasting geheel uit. Bedrijfsvoering De kosten van de ondersteunende afdelingen worden door middel van de kostenverdeelstaat op basis van objectieve gegevens, namelijk arbeidsplaatsen en ontvangen facturen, doorbelast op de programmaonderdelen. De kostenverdeelstaat is als bijlage 1 in de rekening opgenomen. Per saldo zijn de overschrijdingen op de posten ruimschoots gedekt door besparingen op andere posten. In totaal is een onderbesteding verantwoord van € 454.465. Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 109 Ter dekking van extra gemaakte kosten is in totaal € 290.000 onttrokken uit de reserve mobiliteitsbevorderende opleidingen/trainingen en de reserve afbouw organisatie. Personeelslasten Het openhouden van diverse vacatures gaf een besparing van € 180.000. Huisvesting Dit is onder meer een gevolg van de verwerking van de bij de verlenging van de huur bedongen korting (€ 40.000 per jaar) en de wijziging van afschrijvingssystematiek, waarbij investeringen niet meer direct worden afgeschreven, maar over de verwachte economische levensduur (€ 38.000). Automatisering Vanwege de verwachte opheffing zijn er geen investeringen meer gedaan in vernieuwing, vervanging en verbetering (€ 140.000). Accountantskosten Door een gunstige aanbesteding en een spaarzaam gebruik van adviesdiensten kon op de accountants- en advieskosten € 63.000 worden bespaard. Daarnaast konden de externe controlewerkzaamheden met minder uren toe door de verbeterde administratie en interne controle. Overzicht incidentele baten en lasten De werkzaamheden van het Stadsgewest kenmerken zich veelal door een projectmatige aanpak. Voor de planning van deze werkzaamheden wordt jaarlijks een werkplan opgesteld. Hierin wordt, onder meer door prioritering, de gevraagde productie in samenhang gebracht met de beschikbare capaciteit. In het algemeen wordt hierbij extra inhuur, tenzij voor specifieke deskundigheden, voorkomen. Hoewel de output van het Stadsgewest dus projectmatig is, is de financiering dat niet. Door de bijdrage van de gemeenten en de langlopende subsidietoezeggingen van Rijk en provincie is de financiering structureel. Het, volgens de BBV voorgeschreven, overzicht van incidentele baten en lasten wordt derhalve niet opgesteld. 8.5 Analyse begrotingsafwijkingen en begrotingsrechtmatigheid Bij de analyse van de programma’s is al ingegaan op de verschillen tussen de financiële realisatie en de definitieve begrotingscijfers. Bij dit totaaloverzicht wordt in verband met de rechtmatigheid ter aanvulling de volgende toelichting gegeven. Het resultaat voor bestemming bedraagt € 1.317.744. Na verwerking van de mutaties in de reserves bedraagt het resultaat € 660.554. Voor dit bedrag wordt een voorstel gedaan tot resultaatbestemming. Rechtmatigheid Toelichtingen Op het niveau van de afzonderlijke programma’s is geen sprake van een overschrijding van de begroting en derhalve ook niet van een onrechtmatigheid. Overhead Bij de opstelling van de begroting worden de gezamenlijke kosten (overhead) voor de functies Personeel en Organisatie, Communicatie, Financiën, DIV (archief), Automatisering, Juridische Zaken en Facilitaire Zaken verdeeld op basis van uren, personeelsleden en ontvangen facturen. Hiermee wordt een toegestaan budget per programma gecreëerd. De kosten van de voorzieningen worden echter zo veel mogelijk gebracht ten laste van de werkelijke gebruiker. Zo worden bijvoorbeeld opleidingskosten en reiskosten ten laste van het programma gebracht waar de betreffende medewerker aan werkt. Omdat dit werkelijke gebruik sterk afwijkt van 110 het geraamde gebruik, ontstaan door de hele rekening verschillen tussen geraamde en werkelijke doorberekende kosten. Het totaal van deze verschillen is neutraal. De verschillen per functie worden in de desbetreffende hoofdstukken niet toegelicht. De grote afwijkingen per programma zijn toegelicht in het onderdeel 8.4. Voor zover van toepassing worden de positieve saldi per programma met name verklaard door: Programma Bestuur Positief resultaat op personeelslasten en minder kosten voor bovenregionale samenwerking. Programma Jeugdzorg Het positief resultaat is zeer gering in relatie tot de financiële omvang van dit programma. Het betreft kleine verschillen. Programma Economie Minder kosten door niet bezetten van een vacature en door minder uitbestede werkzaamheden. Programma Milieu Het voordelige saldo is voornamelijk veroorzaakt door lagere uitgaven voor uitbestede werkzaamheden binnen dit programma. Programma Ruimte De onderschrijding van de begroting wordt met name veroorzaakt doordat de ingediende declaraties voor het Fonds Groen Haaglanden ver achterbleven bij de subsidietoezeggingen. Dit (kas)voordeel leidt tot een lagere onttrekking aan de reserve waardoor een hoger dan geraamde reserve op de balans wordt verantwoord. Programma Wonen De afwijking ten opzichte van de begroting is enerzijds veroorzaakt door de uitdiensttreding van personeel en anderzijds door een verminderde uitgave aan uitbestede werkzaamheden. Programma Financiering Exploitatie De hogere, dan geraamde opbrengst van dit programma wordt veroorzaakt door: bedragen in euro’s Programma Financiering Treasury-resultaat Gemeentelijke bijdrage Interne bijdragen en doorberekeningen t.b.v. reserves Onvoorzien Totaal 235.377 51.250 -12.337 2.500 276.789 Het treasuryresultaat is het verschil tussen de ontvangen en naar projecten en fondsen doorberekende renten. Het resultaat is € 235.377 hoger dan het begrote bedrag van € 130.000. Het gerealiseerde treasuryresultaat komt daarmee op € 365.377. Met name de doorberekende rente geeft, ten gevolge van de lage rentestand een voordeel. Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 111 Mutaties in de reserves De hogere toevoegingen aan reserves wordt veroorzaakt door: bedragen in euro’s Toevoegingen Wachtgeldfonds Fonds Groen Haaglanden Totaal 190.000 1.040.000 1.230.000 De hogere onttrekkingen aan reserves wordt veroorzaakt door: bedragen in euro’s Onttrekkingen Wachtgeldfonds Fonds Groen Haaglanden Overig Totaal 153.000 543.000 -123.000 573.000 Totaal mutaties in de reserves 657.000 Gezien bovenstaande verklaringen worden alle begrotingsafwijkingen als rechtmatig bestempeld. Analyse begrotingsafwijkingen en begrotingsrechtmatigheid Baten bedragen in euro’s Raming begrotingsjaar nà wijziging Lasten Saldo Baten Realisatie begrotingsjaar Lasten Saldo Omschrijving programma’s Bestuur Mobiliteit Zorg Economie Milieu Ruimte Wonen Subtotaal programma’s Financiering Interne bijdragen Onvoorzien Bijdrage gemeenten Subtotaal financiering Toelichtingen Resultaat voor bestemming Mutaties in reserves Voordelig resultaat na bestemming 112 119.800 293.082.300 110.228.800 323.600 1.235.600 6.661.900 22.700 411.674.700 1.202.700 293.360.900 110.503.000 1.802.700 2.112.000 8.003.500 912.300 417.897.100 1.082.900 278.600 274.200 1.479.100 876.400 1.341.600 889.600 6.222.400 219.576 284.082.807 110.768.515 343.941 1.516.766 6.198.460 19.459 403.149.524 1.223.562 284.361.408 111.013.989 1.662.114 2.356.375 6.916.531 796.991 408.330.970 1.003.986 278.601 245.474 1.318.172 839.610 718.071 777.532 5.181.446 405.000 1.206.500 0 5.674.200 7.285.700 275.000 389.100 2.500 666.600 -130.000 -817.400 2.500 -5.674.200 -6.619.100 366.233 1.177.166 0 5.725.450 7.268.849 856 372.104 0 0 372.959 -365.377 -805.063 0 -5.725.450 -6.895.889 418.960.400 418.563.700 -396.700 410.418.373 408.703.929 -1.714.444 1.906.800 2.303.500 396.700 2.479.153 3.533.142 1.053.989 420.867.200 420.867.200 0 412.897.526 412.237.072 -660.454 Analyse begrotingsafwijkingen en begrotingsrechtmatigheid [vervolg] Begrotingsafwijking Baten Lasten Saldo Waarvan onrechtmatig Omschrijving programma’s Bestuur Mobiliteit Zorg Economie Milieu Ruimte Wonen Subtotaal programma’s Financiering Interne bijdragen Onvoorzien Bijdrage gemeenten Subtotaal financiering Resultaat voor bestemming Mutaties in reserves Voordelig resultaat na bestemming 99.776 -8.999.493 539.715 20.341 281.166 -463.440 -3.241 -8.525.176 20.862 -8.999.492 510.989 -140.586 244.375 -1.086.969 -115.309 -9.566.130 78.914 -1 28.726 160.928 36.790 623.529 112.068 1.040.954 0 0 0 0 0 0 0 0 -38.767 -29.334 0 51.250 -16.851 -274.144 -16.996 -2.500 0 -293.641 235.377 -12.337 2.500 51.250 276.789 0 0 0 0 0 -8.542.027 -9.859.771 1.317.744 0 572.353 1.229.642 -657.289 0 -7.969.674 -8.630.128 660.454 0 Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 113 Deel 3 Overige gegevensz 114 Deel 3 Overige gegevens 116 Besluit Hoofdstuk 9 Besluit Aldus, met inachtneming van de in de risicoparagraaf opgenomen risico’s 1. een bedrag van € 100.000 toe te voegen aan de bestemmingsreserve Mobiliteitsbevordering; 2. het resterend voordelige exploitatieresultaat van € 560.454 toe te voegen aan de egalisatiereserve; 3. de onder het programma Financiering aangegeven toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves vast te stellen; Goedgekeurd door het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden in de openbare vergadering d.d. 25 juni 2014 Voorzitter, Secretaris, Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 117 Controleverklaring Hoofdstuk 10 Controleverklaring 118 Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 119 Bijlagen Bijlage 1 Kostenverdeelstaat begroting 2013 bedragen in euro’s Kostensoort Begroting Realisatie FAZ AUT P&O FIN DIV COM JZ Geboekt 2013 2013 op kosten plaatsen Personeel algemeen Salariskosten Kosten geneeskundig onderzoek Kosten salarisadministratie Kosten vorming, opleiding en training Vergoeding reis- en verblijfkosten Overige personeelslasten Dienstverlening door derden 2.697.312 2.342.312 20.000 30.000 160.000 40.000 65.000 40.000 2.562.566 2.159.314 25.846 60.939 203.996 21.404 90.125 941 413.684 407.608 0 0 5.929 71 77 0 397.780 389.192 0 0 8.528 60 0 0 410.645 218.631 25.846 60.379 19.224 0 85.623 941 347.364 342.651 0 0 6.380 283 -1.950 0 223.805 222.801 0 0 739 76 189 0 485.132 455.291 0 0 28.835 767 238 0 126.450 123.140 0 0 2.962 349 0 0 157.706 0 0 560 131.399 19.799 5.948 0 Huisvesting Huur kantoorpand Facilitaire diensten Schoonmaken Afschrijving en onderhoud meubilair c.a. 920.000 670.000 90.000 110.000 50.000 829.223 673.803 43.172 100.397 11.851 829.223 673.803 43.172 100.397 11.851 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Automatiseringsbeheer Afschrijving en onderhoud ICT 325.000 325.000 183.495 183.495 0 0 161.984 161.984 0 0 21.512 21.512 0 0 0 0 0 0 0 0 Reproductie Kopieerkosten en drukwerk 150.000 150.000 133.826 133.826 132.608 132.608 0 0 0 0 33 33 0 0 0 0 0 0 1.185 1.185 Kantoorbehoeften Schrijf- en bureaubehoeften 20.000 20.000 6.906 6.906 6.852 6.852 0 0 11 11 0 0 0 0 7 7 0 0 37 37 Financiën Accountantskosten (Efficiency-)onderzoek 90.000 50.000 40.000 27.086 20.275 6.811 0 0 0 0 0 0 0 0 0 24.998 20.275 4.723 0 0 0 0 0 0 2.088 0 2.088 0 0 0 Porti Porti Koerierskosten 50.000 45.000 5.000 23.867 20.769 3.099 21.054 20.769 285 0 0 0 0 0 0 25 0 25 0 0 0 25 0 25 0 0 0 2.764 0 2.764 Telefoon Telefoonkosten 50.000 50.000 38.468 38.468 38.468 38.468 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Documentaire informatievoorziening Abonnementen op periodieken e.d. Voorzieningen elektronisch archief 55.000 30.000 25.000 30.943 19.480 11.463 0 0 0 0 0 0 1.204 1.204 0 389 389 0 12.959 1.496 11.463 1.742 1.742 0 5.305 5.305 0 9.344 9.344 0 225.000 100.000 10.000 20.000 85.000 10.000 0 4.582.312 288.889 117.518 9.405 10.573 119.626 9.784 21.983 4.125.270 125.933 115.360 0 10.573 0 0 0 1.567.822 22 22 0 0 0 0 0 559.785 549 549 0 0 0 0 0 412.409 26 26 0 0 0 0 0 394.347 9.806 22 0 0 0 9.784 0 246.570 151.114 100 9.405 0 119.626 0 21.983 638.019 0 0 0 0 0 0 0 133.842 1.439 1.439 0 0 0 0 0 172.475 Doorbelasting FAZ Personeelslasten Doorberekening kosten v. kostenplaatsen 1.567.822 -407.608 -1.160.215 11.413 32.486 8.696 24.751 16.848 47.956 8.696 24.751 15.761 44.862 5.163 14.696 1.311.745 341.032 970.713 Doorbelasting AUT Personeelslasten Doorberekening kosten v. kostenplaatsen -603.684 -400.605 -203.079 8.792 4.457 17.035 8.636 8.792 4.457 15.936 8.079 5.221 2.646 519.632 344.828 174.804 Doorbelasting P&O Personeelslasten Doorberekening kosten v. kostenplaatsen -459.105 -236.119 -222.986 10.266 9.695 5.299 5.004 9.604 9.070 3.146 2.971 404.051 207.805 196.247 Doorbelasting FIN Personeelslasten Doorberekening kosten v. kostenplaatsen -504.783 -386.800 -117.983 2.218 677 4.436 1.353 0 0 496.100 380.146 115.953 Doorbelasting AZ Personeelslasten Doorberekening kosten v. kostenplaatsen -306.463 -247.806 -58.658 10.790 2.554 3.535 837 288.747 233.480 55.267 Doorbelasting COM Personeelslasten Doorberekening kosten v. kostenplaatsen -760.463 -511.818 -248.645 7.633 3.708 749.121 504.185 244.936 Doorbelasting JZ Personeelslasten Doorberekening kosten v. kostenplaatsen Interne doorbelastingen kostenplaatsen 2.576 -183.398 -147.838 -35.561 183.398 147.838 35.561 4.582.312 4.127.846 0 0 0 0 0 0 0 4.127.846 Diverse uitgaven en inkomsten Kosten voorzieningen Bijdrage aan personeelsvereniging BZB/EHBO Dienstverlening door derden Verzekeringen Diverse uitgaven/inkomsten Subtotaal Bijlagen Doorberekeningen Totaal 120 2.576 Bijlage 2a Personeelssterkte en -lasten 2013 Omschrijving Kostenplaatsen Personeel en organisatie Financiën, ICT, Facilitair en Doc. informatievoorziening Communicatie Juridische zaken Bestuur Gewezen gecommitteerden Bestuur Mobiliteit Zorg Economie Milieu Ruimte Wonen Totaal bedragen in euro’s Realisatie 2013 Realisatie 2013 Personen totaal Formatie totaal peildatum 31-12-13 peildatum 31-12-13 Begroting 2013 Formatie totaal Realisatie 2013 Werkgeverslasten Begroting 2013 Werkgeverslasten 2.046.387 217.648 1.281.399 30,0 3,2 15,8 25,9 2,2 13,7 30,4 2,1 18,0 2.159.314 218.631 1.362.252 8,0 3,0 7,4 2,6 7,5 2,8 455.291 123.140 409.413 137.927 5,0 5,0 4,4 4,4 3,9 3,9 826.592 31.610 794.982 776.300 35.800 740.500 36,0 7,0 8,4 8,6 10,0 6,0 34,6 6,0 7,8 7,7 8,9 6,0 40,1 6,3 10,5 9,9 9,0 6,1 3.688.553 548.491 790.124 865.445 823.977 450.538 3.877.300 557.800 889.300 845.100 848.200 509.900 111,0 101,3 116,2 10.153.034 10.350.287 Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 121 Bijlage 2b Specificatie personeelslasten 2013 Bijlagen Salarissen Sociale verzekeringspremies Pensioenpremies Overige pers.lasten en tijdelijk personeel Salarissen gedetacheerden Uitkeringen vm.gecommitteerden en personeel Totaal 122 bedragen in euro’s Totaalbedrag Totaalbedrag 2013 2012 6.942.496 724.377 1.131.522 1.001.439 321.591 31.610 10.153.034 7.408.453 480.603 1.318.721 567.077 324.247 32.021 10.131.123 Bijlage 3 Berekening bijdrage per gemeente bedragen in euro’s Inwoners 1 januari 2013 Bijdrage Totaal algemene bijdrage Delft Den Haag Leidschendam-Voorburg Midden-Delfland Pijnacker-Nootdorp Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer Totaal 541.070 2.761.974 396.330 99.650 275.479 258.651 140.082 560.731 672.082 5.706.049 Totale algemene bijdrage 2013 99.097 505.856 72.588 18.251 50.454 47.372 25.656 102.698 123.092 1.045.064 5,46 5,46 5,46 5,46 5,46 5,46 5,46 5,46 5,46 Verrekening loon- Voorschot compensatie 2013 1.840 9.391 1.348 339 937 879 476 1.906 2.285 19.401 539.200 2.744.200 395.400 99.100 274.000 256.600 140.700 556.900 668.100 5.674.200 5.725.450 Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 Afrekening 2013 3.710 27.165 2.278 889 2.416 2.930 -142 5.737 6.267 51.250 123 Bijlage 4 Sisa-overzicht 2013 Departement Nummer Specifieke uitkering Juridische grondslag Ontvanger Indicatoren IenM E11B Nationaal Samenwerkings programma Luchtkwaliteit (NSL) Sisa tussen medeoverheden Provinciale beschikking en/of verordening Gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (Wgr) (SiSa tussen medeoverheden) Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordings informatie Aard controle n.v.t. Indicatornr. E11B/01 1 DGWM 2006-9945 2 PZH 2007-319040 3 PZH-2010-163812690 Kopie beschikkingsnummer Besteding (jaar T) ten laste van provinciale middelen Aard controle n.v.t. Indicatornr. E11B/02 F 252.466 F 162.786 F 564.582 Cumulatieve besteding ten laste van rente baten gemeente op door provincie verstrekte bijdrage NSL tot en met (jaar T) Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordings- informatie Aard controle n.v.t Indicatornr. E11B/07 1 DGWM 2006-9945 2 PZH 2007-319040 3 PZH 2010-163812690 Kopie beschikkingsnummer Aard controle n.v.t Indicatornr. E11B/08 F 423.879 F 645.421 F 918.255 Cumulatieve besteding ten laste van rente baten gemeente op door provincie verstrekte bijdrage NSL tot en met (jaar T) Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordings- informatie Bijlagen Aard controle n.v.t. Indicatornr. E11B/11 1 DGWM 2006-9945 2 PZH 2007-319040 3 PZH 2010-163812690 124 Aard controle n.v.t. Indicatornr. E211B/12 F 262.699 F 51.121 F 19.073 Bijlage 4 Sisa-overzicht 2013[vervolg] Departement Nummer Indicatoren IenM E11B Besteding (jaar T) ten laste van eigen middelen Besteding (jaar T) ten laste van bijdragen door derden = contractpartners (niet Rijk, provincie of gemeente) Besteding (jaar T) ten laste van rentebaten gemeente op door provincie verstrekte bijdrage NSL Teruggestort/verrekend in (jaar T) in verband met niet uitgevoerde maatregelen Aard controle R Indicatornr. E11B/03 F0 F0 F0 Cumulatieve besteding ten laste van eigen middelen tot en met (jaar T) Aard controle R Indicatornr. E11B/04 F0 F0 F0 Cumulatieve besteding ten laste van bijdragen door derden = contract partners (niet Rijk, provincie of gemeente) tot en met (jaar T) Aard controle R Indicatornr. E11B/05 F0 F0 F0 Aard controle n.v.t. Indicatornr. E11B/07 F0 F0 F0 Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordings- informatie Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordings- informatie Aard controle n.v.t. Indicatornr. E11B//09 F 35.098 F0 F 5.369.720 Cumulatief teruggestort/verrekend in (jaar T) in verband met niet uitgevoerde maatregelen tot en met (jaar T) Aard controle n.v.t. Indicatornr. E11B//10 F0 F0 F0 “Eindverantwoording Ja/Nee Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordings- informatie Aard controle n.v.t. Indicatornr. E11B/13 F0 F0 F0 Als u kiest voor ‘ja’, betekent dit dat het project is afgerond en u voor het komende jaren geen bestedingen meer wilt verantwoorden Aard controle n.v.t. Indicatornr: E11B/14 Nee Nee Nee Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 125 Bijlage 4 Sisa-overzicht 2013 [vervolg] Departement Nummer Specifieke uitkering Juridische grondslag Ontvanger Indicatoren IenM E27 Brede doeluitkering verkeer en vervoer Wet BDU Verkeer en Vervoer (art. 10) Provincies en stadsregio’s (Wgr+) Eindsaldo/-reservering (jaar T-1) Rentebaten (jaar T) Aard controle R Indicatornr. E27/01 F 93.191.188 Eindsaldo/-reservering (jaar T) Aard controle R Indicatornr. E27/02 F 698.934 Aard controle R Indicatornr. E27/07 F 75.146.285 Individuele bestedingen (jaar T) die meer dan 20% van de totaal ontvangen BDU bedragen IenM E28 VWS H4 Bijlagen 126 Regionale mobiliteitsfondsen Verzameluitkering VWS Besluit Infrastructuurfonds Regeling verzameluitkering Provincies en Wgr+ regio’s Omschrijving Aard controle n.v.t. Indicatornr. E27/08 1 HTM Eindsaldo (jaar T-1) Provincies, gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (Wgr) Aard controle R Indicatornr. E28/01 F 116.260.263 Eindverantwoording Ja/Nee Nee Besteding (jaar T) Aard controle R Indicatornr. H4/01 F 250.000 Individuele bestedingen (jaar T) die meer dan 20% van de totaal ontvangen BDU bedragen Bedrag Aard controle R Indicatornr. E27/09 F 107.915.596 Dotatie regio in (jaar T) Aard controle R Indicatornr. E28/02 F0 Bijlage 4 Sisa-overzicht 2013 [vervolg] Departement Nummer Indicatoren IenM E27 Ontvangen BDUbijdrage V&W (jaar T) Terugbetaling door derden vanuit BDUbijdrage verstrekte middelen in (jaar T) Besteding (jaar T) Correctie over besteding (jaar T-1) Aard controle R Indicatornr. E27/03 F 231.628.000 Aard controle R Indicatornr. E27/04 F 3.730 Aard controle R Indicatornr. E27/05 F 250.375.567 Aard controle R Indicatornr. E27/06 F0 Dotatie Rijk in (jaar T) Rentebaten (jaar T) Besteding (jaar T) uit fonds (onderscheid herkomst middelen niet nodig) Eindsaldo (jaar T) Aard controle R Indicatornr. E28/03 F0 Aard controle R Indicatornr. E28/04 F 2.998.023 Aard controle R Indicatornr. E28/05 F 14.598.174 Aard controle R Indicatornr. E28/06 F 104.660.112 IenM E28 VWS H4 Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 127 Bijlage 4 Sisa-overzicht 2013 [vervolg] Departement Nummer Specifieke uitkering Juridische grondslag Ontvanger Indicatoren VWS H8 Doeluitkering jeugdzorg (Bureau Jeugdzorg + Zorgkosten Jeugdzorg) Wet op de jeugdzorg (art. 37) en Regeling bekostiging jeugdzorg 2009 Provincies en stadsregio’s (Wgr+) Aantal Onder toezichtstelling (OTS), (jaar T-1) Aantal OTS (jaar T-1), overig Aard controle D1 Indicatornr. H8/01 629 Aantal Individuele Traject Begeleiding (jaar T) (ITB), harde kern Aard controle D1 Indicatornr. H8/02 1.195 Aantal ITB (jaar T), Criem Aard controle D1 Indicatornr. H8/07 76 Aantal aanmeldingen (jaar T-1) aan het LBIO door bureau jeugdzorg Aard controle D1 Indicatornr. H8/08 164 Aantal afmeldingen (jaar T-1) aan het LBIO door bureau jeugdzorg Aard controle D2 Indicatornr. H8/13 0 Aard controle D2 Indicatornr. H8/14 0 Bijlagen 128 Bijlage 4 Sisa-overzicht 2013 [vervolg] Departement Nummer Indicatoren VWS H8 Aantal voorlopige voogdij (jaar T-1) Aantal voogdij (jaar T-1) Aantal jeugdreclassering (jaar T-1) Aantal samenloop (jaar T-1) Aard controle D1 Indicatornr. H8/03 7 Aantal scholing- en trainingsprogramma’s (STP) (jaar T-1) Aard controle D1 Indicatornr. H8/04 383 Besteding (jaar T) aan stichting die een bureau jeugdzorg in stand houdt -deel justitietaken Aard controle D1 Indicatornr. H8/05 646 Besteding (jaar T) aan stichting, die een bureau jeugdzorg in stand houdt -deel taken bureau jeugdzorg en subsidie bureau jeugdzorg Aard controle D1 Indicatornr. H8/06 129 Besteding (jaar T) aan zorgaanbod Aard controle D1 Indicatornr. H8/09 0 Omvang egalisatie reserve jeugdzorg per 31 december (jaar T) Aard controle R Indicatornr. H8/10 F 21.845.056 Eindverantwoording Ja/Nee Aard controle R Indicatornr. H8/11 F 20.779.457 Aard controle R Indicatornr. H8/12 F 64.891.317 Aard controle R Indicatornr. H8/15 F 6.141.608 Aard controle n.v.t. Indicatornr. H8/16 Nee Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 129 Bijlage 5 Bijlagen % 0.29 0.332 4.25 Totaal 130 Overzicht beleggingen BOR ISIN Lening Nominaal BNG FIDO 8.042.203 GMS VLT 01-31-2014 BNG FIDO 7.258.312 GMS VLT 01-31-2014 BNG FIDO 57.209.380 KMS ARTA XS0190990837 11.000.000 Rabobank 04-22-2014 Cash EU (Actual) - Openstaande - posten 83.509.895 bedragen in euro’s Gemid. aan- koopkoers Koers Kostprijs Markt- waarde Opgelopen rente Totale waarde % 10.000,00 10.002,58 8.042.203 8.044.276,12 - 8.044.276,12 9,28 10.000,00 10.000,09 7.258.312 7.258.377,32 - 7.258.377,32 8,37 11.050,55 10.474,41 63.219.536 59.923.450,20 - 59.923.450,20 69,10 108,22 101,13 11.904.200 11.123.750,00 324.047,95 11.447.797,95 13,20 - - - - - - - - 90.424.250 86.349.853,64 - - - 37.909,04 0,00 0,04 324.047,95 86.711.810,63 100,00 Bijlage 6 Kwartaaloverzichten liquiditeitspositie Eerste kwartaal 2013 bedragen x 1.000 euro Stappen 1 t/m 4 (1) Vlottende schuld (2) Vlottende middelen 0 0 0 0 157.392 188.846 176.983 174.407 -157.392 -188.846 -176.983 -174.407 Stappen 5 t/m 9 Variabelen Bedragen (5) (6a) = (5>4) (6b) = (4>5) Kasgeldlimiet (KGL) Ruimte onder de kasgeldlimiet Overschrijding van de kasgeldlimiet Begrotingstotaal Percentage regeling Kasgeldlimiet (1) Vlottende schuld (2) Vlottende middelen 0 0 0 0 1 1 1 1 -1 -1 -1 -1 Stappen 5 t/m 9 Variabelen Bedragen (5) (6a) = (5>4) (6b) = (4>5) Kasgeldlimiet (KGL) Ruimte onder de kasgeldlimiet Overschrijding van de kasgeldlimiet -1 nee Begrotingstotaal Percentage regeling Kasgeldlimiet 8,2 - Ultimo maand 1 Ultimo maand 2 Ultimo maand 3 (4) gemiddelde van (3) (3) = (1)-(2) Netto vlottend (+) of Overschot middelen (-) 39.058 -213.465 nee Berekening kasgeldlimiet (5) (7) (8) (5) = (7) x (8) / 100 Tweede kwartaal 2013 476.312 8,2 39.058 bedragen x 1.000 euro Stappen 1 t/m 4 Ultimo maand 4 Ultimo maand 5 Ultimo maand 6 (4) gemiddelde van (3) (3) = (1)-(2) Netto vlottend (+) of Overschot middelen (-) Berekening kasgeldlimiet (5) (7) (8) (5) = (7) x (8) / 100 Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 131 Bijlage 6 Kwartaaloverzichten liquiditeitspositie [vervolg] Derde kwartaal 2013 bedragen x 1.000 euro Stappen 1 t/m 4 (1) Vlottende schuld (2) Vlottende middelen 0 0 0 0 - - - - - Stappen 5 t/m 9 Variabelen Bedragen (5) (6a) = (5>4) (6b) = (4>5) Kasgeldlimiet (KGL) Ruimte onder de kasgeldlimiet Overschrijding van de kasgeldlimiet Begrotingstotaal Percentage regeling Kasgeldlimiet (1) Vlottende schuld (2) Vlottende middelen 0 0 0 0 - - - - - Stappen 5t/m9 Variabelen Bedragen (5) (6a) = (5>4) (6b) = (4>5) Kasgeldlimiet (KGL) Ruimte onder de kasgeldlimiet Overschrijding van de kasgeldlimiet Ultimo maand 7 Ultimo maand 8 Ultimo maand 9 (4) gemiddelde van (3) (3) = (1)-(2) Netto vlottend (+) of Overschot middelen (-) geen ruimte nee Berekening kasgeldlimiet (5) (7) (8) (5) = (7) x (8) / 100 Vierde kwartaal 2013 - 8,2 - bedragen x 1.000 euro Stappen 1 t/m 4 Ultimo maand 10 Ultimo maand 11 Ultimo maand 12 (4) gemiddelde van (3) (3) = (1)-(2) Netto vlottend (+) of Overschot middelen (-) geen ruimte nee 8,2 - Berekening kasgeldlimiet (5) Bijlagen (7) (8) (5) = (7) x (8) / 100 132 Begrotingstotaal Percentage regeling Kasgeldlimiet Bijlage 7 Toelichting op gebruikte afkortingen AAZR Adaptieve Agenda Zuidelijke Randstad BBSH Besluit beheer sociale huursector BBV Besluit begroting en verantwoording BDU Brede doeluitkering BJZ Bureau Jeugdzorg BLS Besluit locatiegebonden subsidies BOR Bereikbaarheidsoffensief Randstad Btev Besluit transportroutes externe veiligheid BWS Besluit woninggebonden subsidies BZK Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties CJG Centrum voor Jeugd en Gezin DRIS Dynamisch reisinformatiesysteem EZ Ministerie van Economische Zaken EV Externe veiligheid FES Fonds Economische Structuurversterking Fido Wet financiering decentrale overheden G3 Amsterdam, Rotterdam en Den Haag GaN Gegevensautoriteit Natuur IenM Ministerie van Infrastructuur en Milieu IPO Interprovinciaal Overleg IPVV Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer J-GGZ Geestelijke gezondheidszorg voor de jeugd J-LVG Zorg voor licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen LWI Landelijk werkende instelling LNG Liquefied natural gas MIRT Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport MRDH Metropoolregio Rotterdam Den Haag NDFF Nationale Databank flora en Fauna NRR Netwerk RandstadRail NSL Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit NWO Nieuwe Westerlijke Oeververbinding OV Openbaar vervoer POP-3Plattelandsontwikkelingsprogramma PSV Provinciale Structuurvisie RNM Regionale Nota Mobiliteit RGVM Commissie Ruimtelijke Ordening, Grondbeleid, Volkshuisvesting en Milieu RSL Regionaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit RSP Regionaal Structuurplan Haaglanden, vastgesteld in 2008 RTA Regionaal Transitie Arrangement SVH Sociale Verhuurders Haaglanden VINAC Vierde Nota Actualisering Vinex-locatie Locatie genoemd in de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra VNG Vereniging Nederlandse Gemeenten VVEZ Commissie Verkeer en Vervoer en Economische Zaken VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Wgr-plus De in procedure gebrachte aangepaste Wet gemeenschappelijke regelingen Wjz Wet op de jeugdzorg Wmo Wet maatschappelijke ontwikkeling WNT Wet Normering bezoldering Topfunctionarissen (semi-)publieke sector ZAT Zorg- en adviesteam (binnen het onderwijs) Stadsgewest Haaglanden c Jaarrekening 2013 133 Jaarrekening 2013 Uitgave Stadsgewest Haaglanden juni 2014 Stadsgewest Haaglanden Schedeldoekshaven 101 Postbus 66 2501 CB Den Haag T070 7501 500 [email protected] Iwww.haaglanden.nl Fotografie Goedgekeurd op 25 juni 2014 ruimte Nivo, Delfgauw wonen Druk milieu Zwart op Wit, Delft verkeer en vervoer Ontwerp economie jeugdzorg Zwart op Wit, Delft Paul Lunenburg Sicco van Grieken Stadsgewest Haaglanden
© Copyright 2024 ExpyDoc