RECHT Meer bescherming flexibele werknemer? Flexrecht wijzigt op 1 juli In recreatie en toerisme wordt veel werk verzet door tijdelijke krachten. De overheid wil die werknemers beter beschermen. Komt die wet er door? Het idee bestaat dat werknemers in Nederland veel bescherming genieten en dat het bovendien duur is om hen te ontslaan. Werkgevers hebben hierdoor behoefte aan flexibele arbeid, waarbij valt te denken aan tijdelijke krachten, flexibele uren of het gebruik maken van uitzendconstructies, detachering of payrolling. Dit geldt zeker ook in de reis en recreatiebranche, waarbij er een wisselende behoefte is aan personeel in het hoog- en laagseizoen. Als gevolg van deze behoefte van werkgevers is de ‘flexibele schil’ - de verzamelnaam voor alle vormen van flexibele arbeid - in de afgelopen jaren flink gegroeid, meer dan de wetgever lief is. Werknemers in deze flexibele schil worden, in tegenstelling tot vast personeel, slechts zeer beperkt beschermd. telijk laten weten aan de werknemer of het dienstverband wordt voortgezet. Dit geldt zowel in het geval de werkgever afscheid wenst te nemen als in het geval dat hij de samenwerking wil voortzetten. In dit laatste geval moet de werkgever ook laten weten onder welke voorwaarden dit zal gebeuren. De nalatige werkgever is een (pro rato) maand loon als boete verschuldigd aan de werknemer. H Ö C K ER A D VO C A T EN 3 Geen concurrentiebeding in een tijdelijk contract: behalve wanneer hierin schriftelijk wordt gemotiveerd dat zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen dit vergen. Dit moet niet worden onderschat. Op het moment dat de werkgever zich op het concurrentiebeding beroept, moet hij ook kunnen aantonen dat deze belangen nog steeds bestaan. juni 2014 Om onder meer deze kloof aan te pakken heeft de wetgever de Wet Werk en Zekerheid opgesteld. De wet bestaat uit drie pijlers: de wijziging van 1) het flexrecht, 2) het ontslagrecht en 3) de werkloosheidswet. Nadat eerdere pogingen om het ontslagrecht te hervormen strandden, is deze wet binnen een mum van tijd door de Tweede Kamer aangenomen. Het woord is nu aan de Eerste Kamer. Een snelle reactie wordt verwacht, met name omdat de wijzigingen van het flexrecht al voor het grootste gedeelte voor 1 juli 2014 (!) staan gepland. De overige wijzigingen staan gepland voor 1 juli 2015 en voor 1 juli 2016. De belangrijkste wijzigingen in het flexrecht: Recreatie & Toerisme Lotte Lotens 4 Geen proeftijd bij 6 maanden. Een proeftijd bij een arbeidsovereenkomst van 6 maanden is in dat geval nietig. Hier kan niet van worden afgeweken bij CAO. 5 Verder zal het (langdurig) gebruikmaken van oproepcontracten worden ontmoedigd en worden de mogelijkheden van de vakbonden om bij CAO af te wijken van de wettelijke regels over de uitzendovereenkomst (in tijdsduur) aan banden gelegd. 1 Wijziging van ‘de ketenregeling’: onder het huidige recht worden opvolgende overeenkomsten voor bepaalde tijd na 3 jaar omgezet in een overeenkomst voor onbepaalde tijd. Dit is voortaan al na 2 jaar het geval. Het maximum van 3 tijdelijke contracten blijft bestaan. Verder wordt de keten pas doorbroken als er een doorbreking van meer dan 6 maanden heeft plaatsgevonden, in plaats van de huidige 3 maanden. In formulevorm: 3 x 3 x 3 wordt dus 3 x 2 x 6. De inwerkingtreding van deze wijziging is in afwijking van de overige veranderingen op het gebied van het flexrecht uitgesteld tot 1 juli 2015. Het gaat dus om ingrijpende wijzigingen die op zeer korte termijn zullen worden doorgevoerd. Dat is áls het wetsvoorstel in deze vorm door de Eerste Kamer komt (dit is nu – halverwege mei – nog onbekend). De wetenschap en advocaten hebben de hoop dat dit niet zal gebeuren, omdat de gekozen maatregelen naar verwachting niet (allen) zullen leiden tot het beoogde doel. Ook laten veel bepalingen aan duidelijkheid te wensen over. De wetgever lijkt hier vooralsnog niet gevoelig voor te zijn. Er is weliswaar een reparatiewet aangekondigd, maar die ziet vooral op wat technische wijzigingen, zonder noemenswaardige inhoudelijke gevolgen. Werkgevers moeten zich dus voorbereiden door zich de nieuwe regels eigen te maken en zich te oriënteren op de nodige aanpassingen die zij op P&O gebied zullen moeten doen. ■ 2 Aanzegtermijn tijdelijke contracten met een looptijd van 6 maanden of langer: een werkgever moet voortaan uiterlijk een maand voordat een tijdelijke overeenkomst afloopt schrif- Lotte Lotens is werkzaam als advocaat arbeidsrecht bij Höcker Advocaten in Amsterdam. Zij is lid van de interne branchegroep travel & leisure. 38
© Copyright 2024 ExpyDoc