Nationale Kennisagenda voor het Museale Veld Musea en wetenschappers slaan handen ineen om het maatschappelijk belang van collecties te versterken. Minister Jet Bussemaker vraagt in de Museumbrief musea en wetenschappelijke instellingen om een gemeenschappelijke onderzoeksagenda te ontwikkelen. Het ministerie van OCW en de Museumvereniging werken samen om de totstandkoming van de Nationale Kennisagenda voor het Museale Veld te faciliteren. Het wordt een breed gedragen agenda met inbreng van musea en wetenschappelijke instellingen. De presentatie vindt plaats op 9 en 10 oktober tijdens het Museumcongres 2014 in Leeuwarden. Musea hebben onderzoek nodig Het museum is een complexe en kennisintensieve organisatie. Zowel de inhoud - het verhaal dat de collectie vertelt - als het bedrijf zelf, van collectiemanagement tot publieksactiviteiten, vereist veel kennis. De snel veranderende maatschappelijke en technologische omstandigheden versterken die noodzaak aan kennis nog eens. Om die kennis nu en in de toekomst te kunnen ontwikkelen is onderzoek nodig. Omdat hun budgeten onder druk staan zijn musea echter steeds minder in staat onderzoek te verrichten en wat ze doen is vaak versnipperd. De samenwerking met universitaire onderzoekers is bovendien beperkt en wordt niet gestuurd vanuit een gemeenschappelijke visie. De gewenste versterking vraagt een bredere aanpak van kennisontwikkeling. Met een gezamenlijke, nationale kennisagenda voor het museale veld kunnen musea het hoofd bieden aan de toenemende eisen en afnemende middelen. De kennisagenda moet niet alleen de individuele instellingen faciliteren in hun onderzoeksvragen. Het is met name ook een instrument om de samenwerking tussen musea onderling en met universitaire onderzoekers te bevorderen en mogelijk te maken. Door samen te werken kunnen musea de schaarse middelen beter inzetten, nieuwe bronnen aanboren en zich duidelijker profileren en manifesteren als partner voor universitair onderzoek. Om focus aan te brengen in de kennisagenda dienen de vijf kernwaarden van het museum als leidraad. De Museumvereniging heeft deze vijf kernwaarden in 2011 benoemd in Meer dan waard. Het zijn collectiewaarde, educatieve waarde, verbindende waarde, economische waarde en belevingswaarde. De kennisagenda geeft de kennisontwikkeling kader en focus. De kennisagenda signaleert kennisbehoeftes in het museale veld waardoor het maken van prioriteiten makkelijker is. De kennisagenda vormt tevens het kader voor NWO onderzoeksbeurzen die minister Bussemaker in 2015 en 2016 beschikbaar stelt aan museummedewerkers om een onderzoek af te kunnen ronden. De kennisagenda overbrugt de afstand tussen de academische en museale wetenschappelijke praktijk en versterkt de samenwerking tussen musea en universiteiten. Door een prioritering in de kennisbehoeftes bevordert de agenda grootschaliger onderzoeksprojecten. Hiermee ontstaat de mogelijkheid om te participeren in universitaire onderzoeksprogramma’s. Dit is een voorwaarde om toegang te kunnen krijgen tot nationale en internationale geldstromen. We stellen de kennisagenda vast met een brede groep betrokkenen. De kennisagenda wordt opgesteld in samenspraak met het museale veld en universitaire onderzoekers. Vijf spraakmakende experts schrijven op uitnodiging van de projectgroep een prikkelend essay waarmee ze de discussie over de Nationale Kennisagenda voor het Museale Veld uitlokken. Op 31 maart worden de essays op de website van de RCE en de Museumvereniging gepubliceerd en start de discussie. Op 24 april komen 75 deskundigen uit de museale en de academische wereld bijeen om focus aan te brengen en de richting en de reikwijdte van de kennisagenda te bepalen. De projectgroep nodigt iedereen uit om via de LinkedIngroep Kennisagenda Museale Veld deel te nemen aan de discussie en bij te dragen aan de totstandkoming van de agenda.
© Copyright 2025 ExpyDoc