Aanvullende taken bij de functies

BIJLAGE 1
AANVULLENDE TAKEN BIJ DE FUNCTIES MET EEN
DIFFERENTIATIEVORM
De aanvullende pakketten werkzaamheden zijn:
a.
Docentcoach
1. Draagt zorg voor deskundigheidsbevordering van (beginnende) docenten,
ziektevervangers en stagiaires, door:
- het opstellen van een individueel of groepsgericht coachplan of -traject;
- het stimuleren, coachen en ondersteunen in hun dagelijkse werkzaamheden;
- het thematisch behandelen van onderwerpen;
- het bevorderen van het signaleren, herkennen en handelen door de leraar inzake
specifieke onderwijsbehoeften;
- het geven van (individueel) advies aan docenten met betrekking tot hun
taakuitvoering en met betrekking tot de eigen ontwikkeling;
- het stimuleren en creëren van de mogelijkheden voor ontwikkeling en begeleiding
van medewerkers en het opstellen van scholingsplannen;
- het verzorgen van opleidingen, trainingen, stages en werkervaring voor collega's;
- het voeren van begeleidings- en / of feedbackgesprekken;
- het geven van adviezen aan het management met betrekking tot de ontwikkeling van
docenten.
2. Begeleidt en coacht (beginnende) docenten actief m.b.t. hun taakuitvoer, door:
- het zorgdragen voor uitvoering van de introductie, begeleiding en / of coaching van
(nieuwe) docenten;
- het overdragen van kennis;
- het ondersteunen van de docent bij het zoeken van les- of ander materiaal;
- het adviseren over (zorg)leerlingen, didactische vragen, e.d. en het organiseren van
collegiale consultatie;
- het begeleiden en coachen bij het analyseren van gegevens over de ontwikkeling van
leerlingen, het opstellen en uitvoeren van handelingsplannen en het bewaken van het
vervolg daarop;
- het begeleiden en coachen in het afnemen van eenvoudige diagnostische toetsen en
het invullen van observatieformulieren;
- het observeren van klassensituaties teneinde advies te geven voor aanpak van een
zorgleerling;
- het bieden van ondersteuning in de contacten met ouders / verzorgers van
(zorg)leerlingen.
3. Begeleidt stagiaires procesmatig, door:
- het informeren van student over het doel van de stage, de geldende regels tijdens de
stage, de aard van het stagebedrijf en de plaatsingsmogelijkheden;
- het instrueren van student over de uit te voeren stageopdrachten en het
stageverslag;
- het voeren van voortgangsgesprekken en beoordelingsgesprekken;
- het bespreken van tussentijdse vragen en / of problemen aangaande het stageproces
van de student;
- het bespreken en beoordelen van stageopdrachten c.q. verslagen;
- het bespreken van stage-ervaringen tijdens lessen en / of terugkomperioden;
4. Draagt zorg voor het eigen ontwikkelingsproces, door:
- het permanent actief organiseren van zelfreflectie;
- het bijhouden en bestuderen van voor het onderwijs relevante ontwikkelingen;
-
b.
Decaan
1.
-
-
2.
het deelnemen aan her- en bijscholingscursussen en collegiale consultatie
aansluitend op het persoonlijk ontwikkelingsplan.
Verzorgt groeps- en individuele begeleiding van leerlingen, door:
het begeleiden van leerlingen bij het oplossen van specifieke problemen die te maken
hebben met de studie en het samenstellen van een vakkenpakket of de
loopbaankeuze;
het organiseren en coördineren van projecten op het terrein van de aansluiting
onderwijs-arbeid (arbeidsoriëntatie);
het adviseren over instroom en doorstroming binnen de eigen instelling en uitstroom
naar ander (vervolg) onderwijs c.q. de arbeidsmarkt en het bemiddelen hierbij;
het in kaart brengen van oorzaken van uitval en het initiëren van structurele
oplossingen.
Geeft in- en externe voorlichting (zowel individueel als collectief gericht) aan
leerlingen en ouders, door:
- het overdragen (individueel / collectief) van informatie aan nieuwe leerlingen
aangaande toelatingseisen, procedures, toekomstperspectief etc.;
- het verzorgen van voorlichtingsbijeenkomsten en het zich op de hoogte stellen van
ontwikkelingen die van belang kunnen zijn voor de interne voorlichting.
3. Begeleidt werkzaamheden van docenten en mentoren, door:
- het samenstellen van materiaal voor docenten en mentoren in het kader van de
loopbaanbegeleiding in het geheel van de schoolactiviteiten;
- het toerusten van docenten voor de overdracht van de maatschappelijke relevantie
van hun eigen vak;
- het zorgdragen voor de deskundigheidsbevordering van de docenten en mentoren op
het terrein van de LOB.
4. Levert een bijdrage aan het beleid rond het schoolverlatersvolgsysteem, door:
- het adviseren van het management over het loopbaanoriëntatie- en
begeleidingsbeleid;
- het (doen) verzamelen van alle voor de loopbaanoriëntatie en - begeleiding relevante
gegevens;
- het bewaken van de schoolloopbaan van de leerling;
- het opstellen van de jaarplanning plus de daarbij behorende budgettering;
- het verzorgen van het jaarverslag.
5. Woont regionale en landelijke decanenbijeenkomsten bij.
c.
Remedial teacher
1. Draagt zorg voor het gebruik van de remedial teaching (RT) computerprogramma's, door:
- het in kaart brengen van de problematiek binnen de instelling;
- het adviseren over het te voeren RT-beleid;
- het maken van het jaarplan RT-begeleiding;
- het inventariseren van mogelijke programma's;
- het doen van voorstellen aan het team en adviseren over de in te voeren RT
computerprogramma's;
- het aanbrengen van verbeteringen en aanpassingen aan de behoefte van de
gebruiker;
- het introduceren van de programma's bij docenten;
- het fungeren als aanspreekpunt en vraagbaak voor gebruikers.
2. Coördineert en implementeert het taalbeleid, door:
- het in kaart brengen van de situatie in school;
- het overleggen met de betreffende sectie;
- het schrijven van een plan van aanpak;
- het opstellen van een stappenplan;
- het overdragen aan andere secties;
- het inventariseren, bestellen of maken van benodigde materialen, binnen het
vastgestelde budget.
3. Verzorgt remedial teaching programma's voor Nederlands en moderne vreemde talen,
door:
- het invoeren en op peil houden van RT-programma's;
- de door docenten aangegeven leerlingen screenen, testen, evt. indelen in groepen en
vervolgacties opzetten;
- het begeleiden van leerlingen aan de hand van vaststaande cursussen;
- het geven van spellingslessen aan leerlingen met taalproblemen;
- het voeren van overleg met secties over RT-programma's.
4. Draagt zorgt voor de rekenbegeleiding, door:
- het coördineren van screening van rekenproblemen;
- het opzetten en coördineren van rekencursussen, gegeven door leerlingassistenten
en verzamelen van benodigd materiaal;
- het evalueren en verbeteren van rekencursussen;
- het maken van rekentoetsen voor klassikale toetsing;
- het begeleiden van leerlingen en geven van reken RT aan leerlingen die
rekenproblemen hebben.
5. Verzorgt individuele remedial teaching en spellingbegeleiding, door:
- het oproepen van leerlingen die door mentor of teamleider zijn aangegeven;
- het begeleiden van individuele leerlingen of groepjes leerlingen;
- het overleggen met andere betrokkenen;
- het rapporteren met betrekking tot de voortgang van de betreffende leerling aan
teameleiders en vakdocenten;
- het indien nodig, overnemen van de begeleiding van orthopedagoog.
6. Biedt ondersteuning aan docenten, door:
- het begeleiden en trainen van docenten die lesgeven aan een speciale klas voor
taalzwakke leerlingen.
7. Is actief in de beheersing, verdieping en verbreding van de didactische kennis en
vaardigheden, door:
- het nemen van initiatieven op het gebied van ontwikkeling van beleid op het eigen
vakgebied;
- op de hoogte te blijven van nieuwe ontwikkelingen op het vakgebied en dit in te
brengen binnen de school.
d. Zorgcoördinator
1. Begeleidt zelfstandig leerlingen met-sociaal-emotionele- en leerproblemen, gerelateerd
aan de schoolsituatie, door:
- het op basis van een gestructureerde intake opstellen van een op de leerling gericht
behandelplan;
- het toepassen van, onder andere, cognitieve gedragstherapie;
- het toepassen van therapeutische interventies;
- het opvangen en begeleiden van leerlingen in onverwachte en / of conflictsituaties;
-
het anderszins voeren van begeleidingsgesprekken;
het signaleren van overige sociaal emotionele problemen;
het bijhouden van een leerlinggebonden dossier.
2. Verricht werkzaamheden die gericht zijn op een verantwoorde plaatsing van de
leerlingen in de school, dan wel een verwijzing naar een andere school, door:
- het bestuderen van de gegevens inzake de leerlingen, geleverd door
toeleveringsscholen, dan wel andere deskundigen, na toestemming van ouders;
- het onderhouden van contacten met de ouders / verzorgers ter verkrijging van een
beeld van de persoonlijkheid van de leerling, de vorderingen en gedragingen van de
leerling en om deze te adviseren over de behandeling van de leerling;
- het observeren van de leerlingen individueel en in voorkomende gevallen in
groepsverband;
- het afnemen van tests, testonderdelen en / of het analyseren van de testresultaten bij
met name brugklasleerlingen, met betrekking tot remedial teaching (RT);
- het maken van verslagen van gesprekken ten behoeve van de bespreking en voor de
dossiervorming van de leerling;
- het zorgdragen voor de doorverwijzing naar de juiste instantie.
3. Draagt zorg voor de ontwikkeling van het beleid met betrekking tot een verantwoorde
begeleiding en plaatsing van leerlingen, door:
- het leveren van bijdragen aan het ontwikkelen en actualiseren van een visie omtrent
de doelstellingen van de functie van begeleiding en zorg binnen de school, rekening
houdend met positie, functie en doelstelling van de diverse andere disciplines binnen
de school;
- het leveren van bijdragen aan de ontwikkeling van het begeleidings- en zorgbeleid op
schoolniveau;
- het leveren van bijdragen aan het onderwijskundig beleid;
- het inbrengen van het eigen specialisme in multidisciplinair verband.
4. Ondersteunt de uitvoering van de leerlingenzorg, door:
- het bijwonen van leerlingbesprekingen en van teamvergaderingen ( o.m. van het
ZAT- team) en het vanuit de eigen invalshoek bijdragen aan het totstandkomen van
het schoolplan en de pedagogische en / of didactische aanpak van de leerlingen;
- het bijdragen aan de ontwikkeling van het beleid inzake leerlingenzorg;
- het zich op de hoogte houden van de ontwikkelingen op het vakgebied;
- het zich oriënteren op maatschappelijke ontwikkelingen.
e. Teamleider (LD)
1. Draagt zorg voor de verdeling van werkzaamheden binnen het team door:
- het vertalen van operationeel beleid naar de dagelijkse uitvoering en de controle
daarop;
- het optimaliseren van de werkprocessen binnen het team;
- het toezien op de naleving van de teamafspraken;
- het vertalen van taakbeleid naar de dagelijkse werkzaamheden;
- systematische en regelmatige evaluatie van het beleid en bijstelling daarvan:
2. Begeleidt docenten in hun werkzaamheden door:
- het in voorkomende gevallen coachen en docenten van het team;
- het voeren van voortgangs – en functioneringsgesprekken met de docenten van het
team en het adviseren over rechtspositionele maatregelen;
- het geven van (individueel) advies aan docenten van het team aangaande hun
Professionaliteit, opleiding, en (bij)scholing;
- het leveren van een bijdrage in het kader van collegiale consultatie;
3. Is verantwoordelijk voor:
- de kwaliteit van de uitvoering van de leidinggevende werkzaamheden;
- de kwaliteit van de uitvoering van het onderwijs en de leerlingbegeleiding;
- de eigen lesgevende kwaliteiten;
- het samenroepen en voorzitten van het teamoverleg
- het vastleggen van heldere taken, opdrachten en te bereiken resultaten;
4. Heeft contacten met
- leerlingen en hun ouders over problemen e.d. naar aanleiding van schoolresultaten en
algemene schoolzaken en naar oplossingen te zoeken;
- met directe leidinggevende om informatie ut te wisselen, opdrachten te ontvangen en
adviezen te geven;
- met docenten
f. Coördinator leergebied (rekenen/taal)
1. Draagt zorg voor de onderwijskundige ontwikkeling van het leergebied door;
- een schoolbrede afstemming van het leergebied te organiseren
- het oriënteren op kansen en mogelijkheden binnen het leergebied in overleg met
medewerkers.
- het beleggen en begeleiden van werkbijeenkomsten omtrent het leergebied;
2. Begeleidt docenten inhoudelijk door:
- nieuwe ontwikkelingen binnen het leergebied met hen door te nemen;
- vakdidactische aanwijzingen aan hen te geven;
- het coachen binnen het leergebied;
3. Is verantwoordelijk voor:
- het op niveau houden van eigen kennis en ontwikkelingen binnen het leergebied;
- het vertalen van de inhoudelijke visie op het leergebied naar de docenten;
- schoolbrede afstemming van het leergebied;
- beleidsafstemming van het vakgebied aan de unitleiding;
- het geven van scholing en ontwikkeling binnen het leergebied aan docenten;
g. Examensecretaris
1. Is verantwoordelijk voor:
- de borging van de kwaliteit van de examinering
- het uitvoeren van toetsbeleid volgens de kaders en richtlijnen;
- evalueren van examens en examineringsprocessen;
- adviseren over vervolgstappen/verbetermogelijkheden;
- het doen van uitspraken indien meerdere beoordelaars niet tot eenzelfde oordeel
komen/ bij geschillen tussen docenten of leerling/docent
2. Stelt examenproducten vast, zoals:
- kwaliteitscriteria toetsen;
- formats voor o.a. examenreglement, PTA, PTO, toetsmatrijs, toetsen (inclusief
beoordelingsmodel) et cetera;
- PTA en PTO;
- examens en toetsen (incl. alle toetsonderdelen).
3.
Draagt zorg voor
- het informeren en stimuleren van collega’s om de kwaliteit van de examinering zo hoog
mogelijk te laten zijn;
- de behandeling van de verzoeken tot maatwerk, zoals herkansingen, uitstel van
Examen et cetera;
- het samenstelling van een jaarplanning waarin alle toets momenten en deadlines zijn
vastgelegd;
h. Vakgroep voorzitter
1. Is verantwoordelijk voor:
- het overleg van de desbetreffende vakgroep en neemt deel aan relevante
werkgroepen, projecten en commissies;
- het aanleveren en doorvertalen van relevante informatie in de vorm van
beleidsvoorstellen;
- het voeren van ( jaar) gesprekken met de vakgroepleden en het ondersteunen van de
unitdirecteur bij ziekteverzuimbegeleiding;
- het vertegenwoordigen van de vakgroep zowel binnen als buiten de school.
i.
Rebound medewerker
1. Is verantwoordelijk voor:
- het verminderen van taal en leer achterstanden van de betrokken leerlingen;
- het verhogen van de redzaamheid van de betrokken leerlingen;
- het verhogen van plezier in het leren;
- het voorkomen van verwijzingen naar vormen van “speciaal” onderwijs;
- het verbeteren van het gedrag van de betrokken leerlingen;
- het verbeteren van de sociale weerstand.