Belastingplan 2015: Het kabinet heeft de Miljoenennota 2015 en het Belastingplan 2015 gepresenteerd. Onderstaand treft u de belangrijkste wijzigingen aan. 1. Ondernemers 1.1 Algemene maatregelen Wijziging voor stichtingen en verenigingen met meerdere ondernemingen Als uw stichting of vereniging meerdere ondernemingen drijft, dan worden deze geacht één onderneming te vormen. Een van de gevolgen is dat de resultaten uit die verschillende ondernemingsactiviteiten worden gesaldeerd. Dit bestaande beleid wordt nu voor de jaren vanaf 2016 vastgelegd in de wet. Belastingrente op te laat betaalde dividendbelasting Belangrijk: Betaal de dividendbelasting tijdig De vrijstelling van belastingrente voor te late betalingen van dividendbelasting en voor teruggaven van dividendbelasting komt per 1 januari 2015 te vervallen. Hierdoor gaat u rente betalen over te late betalingen van dividendbelasting en ontvangt u een rentevergoeding van de Belastingdienst over teruggaven van dividendbelasting. Deze nieuwe regels gelden met ingang van 1 januari 2015, maar hebben een terugwerkende kracht naar eerdere jaren. Buitenlandse geldboetes niet langer aftrekbaar Boetes opgelegd door andere EU-landen vormen op dit moment een aftrekpost voor ondernemers in de inkomsten- en vennootschapsbelasting. In het belastingplan 2015 is aangekondigd dat ook boetes die zijn opgelegd door de overheid van andere EU-landen van aftrek worden uitgesloten. 1.2 BTW Laag btw-tarief op verbouwing en renovatie woningen verlengd tot 1 juli 2015 Belangrijk: Zorg voor een tijdige afronding van de werkzaamheden indien u gebruik wil maken van het lagere btw-tarief Het lage btw-tarief (6%) op renovaties van en herstelwerkzaamheden aan woningen wordt met een half jaar verlengd tot 1 juli 2015. Deze tijdelijke maatregel zou eindigen per 1 januari 2015 maar is nu definitief verlengd naar 1 juli 2015 voor renovaties en herstelwerkzaamheden die vóór 1 juli 2015 zijn afgerond. Pagina 1 van 8 Btw-vrijstelling voor verplegen en verzorgen opgenomen patiënten Belangrijk: Medische dienstverleners moeten hun factuursystemen, boekhoudsystemen en in sommige gevallen hun prijsstelling tijdig aanpassen Onder de huidige regelgeving wordt voor de toepassing van de btw-vrijstelling voor het verplegen en verzorgen van in een inrichting opgenomen personen (ziekenhuizen en andere verpleeg- en verzorgingsinstellingen) als voorwaarde gesteld dat met die prestaties geen winst wordt beoogd. Dit geldt eveneens voor de met deze verzorging nauw samenhangende prestaties waaronder het verstrekken van spijzen, drank en geneesmiddelen aan de opgenomen personen. De voorwaarde dat geen winst mag worden beoogd komt op korte termijn, naar verwachting per 1 januari 2015, te vervallen. Met deze wijziging kwalificeren ook aanbieders van medisch-specialistische zorg (algemene en categorale ziekenhuizen en behandelcentra) met een winstoogmerk onder de btw-vrijstelling en mogen zij voor eerder genoemde diensten geen btw meer in rekening brengen. Tevens kan de btw op met deze diensten verband houdende kosten niet langer in aftrek worden gebracht. 1.3 Innovatie en investeringen Afdrachtvermindering S&O alleen voor ondernemingen Belangrijk: Beoordeel of u nog in aanmerking komt voor de regeling De overheid stimuleert innovatie middels een afdrachtvermindering op de loonkosten van Speur- en Ontwikkelingswerk. Maakt u voor uw werknemer gebruik van de afdrachtvermindering in de loonbelasting voor S&O dan krijgt u per 1 januari 2015 te maken met wijzigingen. Met ingang van 2015 wordt het contractonderzoek door publieke kennisinstellingen uit de S&O-afdrachtvermindering gehaald. Tevens worden alleen nog maar inhoudingsplichtigen die een onderneming drijven aangemerkt als S&O-inhoudingsplichtige. Research en Development aftrek blijft 60% Als uw onderneming - behalve loon - kosten maakt die direct toerekenbaar zijn aan door uw eigen personeel verricht onderzoek op het gebied van innovatie, heeft u recht op een extra aftrekpost. De Research en Development Aftrek (RDA) bedraagt een percentage van die kosten. Voor 2015 is dit voorlopig vastgesteld op 60 procent, hetzelfde percentage als vorig jaar. Tevens heeft het kabinet aangekondigd om, naar aanleiding van signalen uit het bedrijfsleven, te onderzoeken of de RDA met ingang van 2016 met de Speur- en Ontwikkelingswerk (S&O)-afdrachtvermindering kan worden samengevoegd tot één geïntegreerde regeling. Pagina 2 van 8 2. Werkgever/werknemer Wijzigingen werkkostenregeling Belangrijk: Zorg dat u bent voorbereid op de overstap naar de werkkostenregeling met ingang van 1 januari 2015 Vanaf 1 januari 2015 bent u als werkgever verplicht om de werkkostenregeling toe te passen. De werkkostenregeling is van toepassing voor vergoedingen en verstrekkingen in de loonsfeer. In het Belastingplan 2015 is geen overgangsregeling opgenomen. Wel worden de eerder aangekondigde wijzigingen, waarover wij op 7 juli 2014 hebben bericht op onze website www.lenssenadvies.nl, definitief ingevoerd. Voor meer informatie over de werkkostenregeling nodigen wij u uit om kosteloos deel te nemen aan de door ons georganiseerde werkkostenregeling. Voor meer informatie inzake de workshop, kunt u terecht op onze website www.lenssenadvies.nl. Onderstaand een overzicht van de wijzigingen in de werkkostenregeling: 1. Beperkte introductie van het noodzakelijkheidscriterium Het noodzakelijkheidscriterium is een open norm die ervan uitgaat dat hetgeen een werkgever in het kader van zijn bedrijfsvoering aan voorzieningen noodzakelijk acht, aan de werknemer kan worden verstrekt zonder fiscaal rekening te hoeven houden met het privévoordeel van de werknemer. Het noodzakelijkheidscriterium gaat gelden voor gereedschappen, computers, mobiele communicatiemiddelen en dergelijke apparatuur. 2. Jaarlijkse afrekensystematiek De huidige afrekensystematiek wordt vereenvoudigd door te bepalen dat een inhoudingsplichtige voortaan nog maar één keer per jaar hoeft vast te stellen wat zijn verschuldigde belasting is in het kader van de werkkostenregeling. Hierdoor zal het niet meer nodig zijn om per aangiftetijdvak te toetsen of de vrije ruimte wordt overschreden. 3. Concernregeling Het wordt mogelijk om de werkkostenregeling voor alle concernonderdelen gezamenlijk toe te passen. Op grond van deze regeling wordt voor de vennootschappen binnen een concern één collectieve vrije ruimte gecreëerd. Een werkgever mag zelf kiezen of de concernregeling wordt toegepast. Aan de toepassing van de concernregeling worden nadere voorwaarden gesteld. 4. Vrijstelling voor branche-eigen producten Om tegemoet te komen aan werkgevers met relatief veel deeltijders, die daardoor een relatief lage loonsom hebben, komt er een gerichte vrijstelling voor kortingen op branche-eigen producten vergelijkbaar met de oude regeling voor producten eigen bedrijf. 5. Wegnemen onderscheid vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen Om aan de wensen van een aantal werkgevers tegemoet te komen, en om de begrijpelijkheid te verbeteren, zal in de werkkostenregeling een nieuwe gerichte vrijstelling worden ingevoerd ten aanzien van een aantal werkplek gerelateerde voorzieningen waarvoor nu een nihil-waardering geldt. Pagina 3 van 8 Aanpassingen gebruikelijkloonregeling Indien u of uw partner arbeid verricht voor een lichaam of vennootschap waarin een aanmerkelijk belang wordt gehouden is de gebruikelijkloonregeling van toepassing. Deze regeling wordt met ingang van 1 januari 2015 op een aantal punten gewijzigd. - - - De doelmatigheidsmarge, op grond waarvan het loon lager mag worden vastgesteld dan het bedrag dat een ‘zakelijk loon’ zou vormen, wordt verlaagd van 30% naar 25%. Het loon van de DGA wordt met ingang 1 januari 2015 niet meer getoetst aan ‘een soortgelijke dienstbetrekking’ maar aan ‘de meest vergelijkbare dienstbetrekking’. Hiermee wordt beoogd eenvoudiger tot een vergelijking te komen voor vaststelling van het gebruikelijk loon. Voor het jaar 2015 geldt een overgangsregeling zodat het loon van de DGA in 2015 mag worden gesteld op 75/70e van het loon in 2013. Fiscaal voordeel personeelsleningen vervalt mogelijk Belangrijk: Beoordeel bestaande personeelsleningen voor de eigen woning Op dit moment mag het rentevoordeel op een renteloze lening, verstrekt door de werkgever aan een van zijn werknemers voor de aankoop of verbetering van een eigen woning, onder voorwaarden op nihil worden gewaardeerd. Deze regeling wordt per 1 januari 2015 afgeschaft. Wijzigingen WW Introductie brug-WW Belangrijk: Maak een beoordeling of deze regeling kan worden toegepast bij de werving van nieuwe werknemers Met ingang van 1 januari 2015 wordt de zogenoemde brug-WW ingevoerd om het traject ‘van-werk-naar-werk’ te bevorderen. Gedurende de (om)scholingsperiode ontvangt een werknemer loon van de nieuwe werkgever voor de gewerkte uren en behoudt een werknemer tevens zijn WW-uitkering. Verlenging recht op kinderopvangtoeslag bij ontslag Op dit moment behouden ouders de eerste 3 maanden na ontslag het recht op kinderopvangtoeslag. Voor 2015 en 2016 wordt het recht op kinderopvangtoeslag tijdens de periode van werkloosheid verlengd van drie naar zes maanden. Versnelde invoering maatregelen ´Wet werk en zekerheid’ Belangrijk: Controle of versnelde invoering gevolgen heeft voor u of uw werknemers Pagina 4 van 8 De volgende maatregelen worden, in tegenstelling tot hetgeen vermeld in de ´Wet werk en zekerheid’ per 1 juli 2015 ingevoerd in plaats van 1 januari 2016. - - De overgang van een urenverrekening naar een inkomensverrekening. Op deze manier wordt een groot deel van het verdiende inkomen verrekend met de WW-uitkering en het overige deel van het verdiende inkomen mag de werknemer behouden als aanvulling op zijn WW-uitkering. Alle maatschappelijk geaccepteerde arbeid gaat na zes maanden WW-uitkering als passende arbeid gelden. Hiermee wordt het begrip ‘passende arbeid’ uitgebreid. 3. Particulieren (inkomstenbelasting/toeslagen) Verhoging eerste tariefschijf loon- en inkomstenbelasting Het tarief in de eerste schijf van de inkomstenbelasting wordt in 2015 verhoogd van 36,25% tot 36,5%. Deze verhoging is minder groot dan in het Belastingplan 2014 was voorzien (een stijging tot 36,76%). De eerder voorziene verhoging van het tarief in de eerste schijf met 0,06%-punt per 1 januari 2016 tot 36,56% blijft gehandhaafd. De tarieven in de overige belastingschijven wijzigen niet. Snellere afbouw algemene heffingskorting De algemene heffingskorting vermindert de door u verschuldigde inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. De hoogte van de algemene heffingskorting neemt af naarmate uw inkomen hoger is. De algemene heffingskorting komt voor 2015 uit op een bedrag van maximaal 2.203 euro en minimaal 1.342 euro. Verhoging arbeidskorting De arbeidskorting komt in mindering op uw inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen en geldt voor iedereen met inkomen uit arbeid. Vanaf een bepaald inkomensniveau neemt de hoogte van de arbeidskorting evenredig af. Deze afbouwgrens wordt verhoogd van ongeveer 41.300 euro voor 2014 tot ongeveer 49.900 euro voor 2015. Aantal kindregelingen teruggebracht Belangrijk: Controleer welke regelingen op dit moment op u van toepassing zijn Met ingang van 2015 wordt het aantal ‘kindregelingen’ om ouders financieel te ondersteunen teruggebracht van 11 naar 4. Vanaf 2015 resteren de kinderbijslag, het kindgebonden budget, de combinatiekorting en de kinderopvangtoeslag. De volgende regelingen verdwijnen of gaan op in andere regelingen. - de de de de de de de (aanvullende) alleenstaande ouderkorting; alleenstaande ouderkorting; ouderschapsverlofkorting; aftrek voor levensonderhoud voor kinderen; tegemoetkoming ouders gehandicapte kinderen; tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en schoolkosten; regeling voor gratis schoolboeken Pagina 5 van 8 Wijziging ouderentoeslag Een pensioengerechtigde met een box 1-inkomen van maximaal 19.895 euro in 2014 en een box 3-vermogen van maximaal 279.708 euro heeft onder de huidige regelgeving recht op ouderentoeslag. Deze ouderentoeslag stelt een deel van het box-3 vermogen vrij. De ouderentoeslag wordt met ingang van 1 januari 2016 afgeschaft. Wijziging afbouw kindgebonden budget Het kindgebonden budget ondergaat met ingang van 1 januari 2015 enkele wijzigingen. Het maximaal uit te keren bedrag wordt hoger. Alleenstaande ouders krijgen (maximaal) 3.050 euro extra boven het reguliere kindgebonden budget, de zogenoemde alleenstaande-ouderkop. Daarnaast wordt uw toetsingsinkomen gerelateerd aan het minimumloon waardoor de toeslag vanaf een inkomen van 19.767 euro in plaats van 26.146 euro stapsgewijs wordt verlaagd. De afbouw van het kindgebonden budget vindt plaats tegen een lager percentage van 6,75% in plaats van 7,6%. De uitsluiting van ouders met een eigen vermogen (box 3-vermogen) van meer dan 81.360 euro (na toepassing van het heffingsvrije vermogen) blijft in stand. 4. Eigen woning Uitbreiding aftrekbaarheid restschulden Bij de verkoop van een eigen woning tegen een lagere waarde dan de hypotheekschuld resteert in veel gevallen een restschuld. Met ingang van 1 januari 2015 wordt de maximale periode voor de aftrek van rente op deze restschulden verlengd van 10 naar 15 jaar. Hypotheekrenteaftrek meerdere woningen naar drie jaar De verlenging van de termijn van de renteaftrek voor de leegstaande, te koop staande voormalige eigen woning of een leegstaande toekomstige eigen woning (geïntroduceerd in 2011) wordt structureel gemaakt. De termijn voor deze verhuisregelingen blijft dus drie jaar. Tijdelijke verhuur eigen woning definitief De verlenging van de regeling herleving van de hypotheekrenteaftrek na verhuur van een voormalige eigen woning (geïntroduceerd in 2010) wordt structureel gemaakt. Hierdoor blijft het mogelijk om de te koop staande woning te verhuren zonder toepassing van de bijleenregeling en kan de renteaftrek na de periode van verhuur voor de volle omvang herleven voor het restant van de periode waarin de verhuisregeling van toepassing is. Pagina 6 van 8 5. Pensioen en oudedagsvoorziening Afkoopmogelijkheid lijfrenten voor langdurig arbeidsongeschikten Belangrijk: Ga na of u eerder over uw lijfrentekapitaal kunt beschikken Om te voorzien in inkomen bij arbeidsongeschiktheid, wordt het mogelijk (bijvoorbeeld voor ZZP'ers) een lijfrente (gedeeltelijk) eerder op te nemen zonder dat revisie- of boeterente wordt verschuldigd. De regeling geldt alleen bij langdurige arbeidsongeschiktheid, als de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet is bereikt, en bovendien wordt een maximum gesteld aan het op te nemen bedrag. De ontvangen afkoopsom behoort wel tot het box 1-inkomen. Bij gedeeltelijke afkoop van de lijfrente blijft het restant onder het lijfrenteregime van box 1 vallen. Invoering netto pensioen en netto lijfrente Bij een (gedeeltelijke) afkoop van een netto lijfrente wordt alsnog een bedrag in box 3 in aanmerking genomen. Dit bedrag is een forfaitaire benadering van het genoten box 3-voordeel, te weten de helft van de aanspraak op de netto lijfrente aan het begin van het kalenderjaar, vermenigvuldigd met tien. Fiscaal vriendelijk afkopen volledige levenslooptegoed kan opnieuw Belangrijk: Beoordeel of het voor u voordelig is om het levenslooptegoed ineens uit te keren De onder het overgangsrecht vallende deelnemers aan een levensloopregeling die in 2013 geen gebruik hebben gemaakt van de in 2013 geldende regeling, dat bij volledige opname van het levenslooptegoed slechts 80% werd belast, krijgen in 2015 eenmalig de gelegenheid om gebruik te maken van een 80%-regeling. Deze 80%-regeling zal ten hoogste gelden voor het bedrag van de aanspraken op 31 december 2013. Na toepassing van de 80%-regeling kan de belastingplichtige geen gebruik meer maken van het overgangsrecht, omdat het volledige tegoed moet worden opgenomen. 6. Energie en milieu Handhaving heffingsplafond belasting op leidingwater Het heffingsplafond van 300 m3 in de belasting op leidingwater wordt niet afgeschaft maar met terugwerkende kracht tot en met 1 juli 2014 gehandhaafd. Tevens gaat de invoering van een degressieve tarievenstructuur niet door. Door middel van een besluit van 17 juni 2014 was al goedgekeurd dat de wettekst zoals die gold op 30 juni 2014, voor heel 2014 kon worden toegepast. Afvalstoffenbelasting nu ook voor verbranden afval, maar tarieven omlaag Met ingang van 1 januari 2015 wordt afval dat vanuit Nederland door bedrijven, gemeenten of particulieren wordt aangeboden om te storten of het verbranden belast met afvalstoffenbelasting tegen een tarief van 13 euro per ton. Onder de huidige regelgeving is verbranding van afval onbelast, terwijl het tarief voor het storten van afval 17 euro per ton bedraagt. Afval dat wordt gerecycled, zal niet worden belast. Afval dat ter verbranding wordt aangeboden voor het opwekken van energie wordt ook gewoon in de heffing betrokken. Pagina 7 van 8 Wijzigingen energiebelasting Uitbreiding verlaagd tarief coöperaties en VvE De toepassing van het verlaagde tarief in de energiebelasting voor coöperaties en Verenigingen van eigenaren (VvE) die lokaal energie opwekken, wordt vanaf 2015 uitgebreid tot ondernemers. Daartoe vervallen de eisen dat nagenoeg alle leden van de coöperatie of VvE particulieren moeten zijn en de beperking van de toepassing van het verlaagde tarief tot woningen. Vrijstelling opwekken duurzame energie huursector De vrijstelling in de energiebelasting voor duurzame energie die zelf wordt opgewekt, bijvoorbeeld met zonnepanelen, en direct zelf wordt verbruikt, wordt uitgebreid naar de huursector. Dit betreft gevallen waarbij de duurzame elektriciteitsinstallatie is aangebracht op of aan de woning of het gebouw waar de woning deel van uitmaakt, zodat de installatie kan worden gezien als onderdeel van het te verhuren object. 7. Wetgeving belasting personenauto’s en motorrijwielen (BPM) en motorrijtuigenbelasting Gebruik taxatierapporten in BPM Voor het vaststellen van het te betalen bedrag aan BPM bij de import van een gebruikte personenauto kan een belastingplichtige kiezen voor onder meer een taxatierapport. Om misbruik te voorkomen, wordt deze mogelijkheid met ingang van 1 januari 2016 beperkt tot voertuigen met meer dan normale gebruiksschade en voertuigen die niet voorkomen op koerslijsten. Een uitzondering geldt voor schadevoertuigen die niet langer deugdelijk van bouw en inrichting zijn. Verder wordt het mogelijk gemaakt om bij ministeriële regeling nadere voorwaarden te stellen aan een taxatierapport. Auto's met dubbele cabine Auto’s met een dubbele cabine, bijvoorbeeld een Ford F250, vallen voortaan in de categorie ‘zware personenauto’s’ in plaats van de (relatief goedkope) categorie ‘vrachtauto’. Dit betekent dat de BPM en de wegenbelasting voor deze auto’s vanaf 1 januari 2016 flink omhoog zal gaan. Een auto met een dubbele cabine kwalificeert vanaf 2016 alleen nog als ‘vrachtauto’ als het deel dat is bedoeld voor de ‘vracht’ groter of gelijk is aan het deel dat bestemd is voor het vervoer van personen. Pagina 8 van 8
© Copyright 2024 ExpyDoc