Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Subsidie aan Werkenrode School voor uitvoering project Boris Programma / Programmanummer BW-nummer Onderwijs / 1073 en Werk & Inkomen / 1061 Portefeuillehouder R. Helmer-Englebert / T.Tankir Samenvatting In 2013 hebben we het plan van aanpak ‘Jeugd aan het Werk 20132014’ gepresenteerd. Doelstelling van dit plan is om door een aantal concrete maatregelen de werkloosheid onder jongeren terug te dringen. Het project ‘Boris’ is de laatste maatregel die we vanuit dit plan effectueren. Het project is gericht op het verbeteren van de aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt. Jongeren in het Voortgezet Speciaal Onderwijs en PraktijkOnderwijs worden via loopbaanoriëntatie en een traject in een erkend leerbedrijf met een branchecertificaat naar een duurzame plek op de arbeidsmarkt geleid. Het project wordt uitgevoerd door samenwerkende scholen onder penvoering van Werkenrode School. Totale kosten van het project zijn € 336.313. Hiervoor stellen we een subsidie beschikbaar voor twee jaar van in totaal € 253.263. Daarnaast financieren de deelnemende scholen zelf € 83.050. Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. MO10, Otto Ritsema, 2465 Datum ambtelijk voorstel 24 november 2014 Registratienummer 2014.0816 Ter besluitvorming door het college 1. Een subsidie van € 253.263 te verlenen aan Werkenrode School voor de uitvoering van het project ‘Boris’ in de periode 1 december 2014 tot en met 31 december 2015, waarvan € 139.724 voor 2014 en € 113.538 in 2015. 2. De subsidie voor 2014 ten bedrage van € 139.724 te dekken door: - € 85.107 in te zetten vanuit het programma Onderwijs (1073), product onderwijsachterstandenbeleid (1073-03). - € 54.618 in te zetten vanuit het programma Werk & Inkomen (1061), product Werk (1061-01). 3. De subsidie voor 2015 ten bedrage van € 113.538 te dekken door € 113.538 in te zetten vanuit het programma Werk & Inkomen (1061), product Werk (1061-01). Paraaf akkoord Datum Paraaf akkoord Datum Steller Otto Ritsema Alleen ter besluitvorming door het College Besluit B&W d.d. 9 december 2014 X Conform advies Aanhouden Anders, nl. nummer: 3.18 Bestuursagenda Portefeuillehouder Collegevoorstel Collegevoorstel 1 Probleemstelling De aanpak van jeugdwerkloosheid is en blijft actueel. Hoewel de komende jaren licht economisch herstel wordt verwacht, staan nog veel jongeren met èn zonder diploma aan de 1 kant. Als college hebben wij ons met het plan van aanpak ‘Jeugd aan het werk 2013-2014’ verbonden aan de doelstelling om de (groei van de) werkloosheid onder jongeren te verminderen. Het project ‘Boris’ is de laatste maatregel die we in dit kader effectueren. Het project is gericht op het verbeteren van de aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt, één van de drie pijlers in onze aanpak jeugdwerkloosheid. Met dit voorstel stellen we het Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) en PraktijkOnderwijs (PrO) in staat het project uit te voeren en stellen we middelen beschikbaar. 2 Juridische aspecten Het project wordt uitgevoerd door meerdere scholen, zowel VSO als PrO. Eén school is coördinerend en pernvoerder. In overleg met de scholen is dit Werkenrode School. De subsidie van € 253.263 wordt in termijnen uitgekeerd aan deze school. Werkenrode School en de andere deelnemende scholen maken onderling afspraken over de financiële afwikkeling. In de subsidiebeschikking zijn hierover voorwaarden opgenomen. De subsidieverlening aan Werkenrode School en voor dit project voldoet aan de Nijmeegse Kaderverordening Subsidies (NKS). De kosten van het gehele project (€336.313) worden voor 50% gefinancierd met middelen van de Regionale Sociale Agenda ‘Jeugd Actief en Kansrijk’. Dit project voldoet aan de vereisten die de provincie Gelderland heeft gesteld bij het beschikbaar stellen van deze middelen. 3 Doelstelling Dit voorstel heeft ten doel om de aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt te verbeteren. Door de nieuwe methodiek binnen het VSO en PrO zullen deze scholen in samenwerking met het bedrijfsleven beter in staat zijn hun leerlingen een (duurzame) plek op de arbeidsmarkt te bieden. 4 Argumenten Waarom dit project? Investeren in de aanpak van jeugdwerkloosheid doen wij via twee wegen. In de eerste plaats door focus op de korte(re) termijn met het creëren van startersbeurzen en startersbanen. Jongeren met èn zonder startkwalificatie kunnen zo relevante werkervaring opdoen en hun netwerk vergroten. In de tweede plaats zetten we in op de lange termijn, zodat jongeren na het volgen van onderwijs een betere aansluiting vinden met de arbeidsmarkt. Speciale aandacht hierbij is nodig voor het VSO en PrO. Dit zijn vormen van zogenaamd ‘eindonderwijs’. Voor een zeer groot deel van deze doelgroep leerlingen ligt de lat voor het behalen van een startkwalificatie op het MBO te hoog. Jongeren van het VSO krijgen na afronding van de opleiding een uitstroomperspectief dagbesteding, vervolgonderwijs of arbeid. Leerlingen van het PrO worden opgeleid om zelfstandig te kunnen werken. Echter, dit lukt niet altijd. Ook instroom in de Wajong vindt plaats. Bij de invoering van de Participatiewet en wijzigingen in de Awbz staat het naar vermogen participeren – zowel maatschappelijk als 1 Zie raadsinformatiebrief ‘Aanpak Jeugd aan het werk 2013-2014’ (13.0008347) Collegevoorstel Vervolgvel 2 op de arbeidsmarkt – centraal. We verwachten dan ook dat meer leerlingen vanuit het VSO en PrO een weg zullen (moeten) vinden naar de arbeidsmarkt. Hoewel het primair aan het onderwijsveld zelf is deze omslag te bewerkstelligen, zien wij dat ondersteuning op dit vlak – specifiek voor deze doelgroepen – wenselijk is. Indien we hier niet op investeren, zullen deze jongeren mogelijk snel weer een beroep moeten doen op ondersteuning van ons Jongerenloket of andere voorzieningen van de Participatiewet. Door preventief de kennis en kunde van de scholen te versterken, en de samenwerking tussen scholen en werkgevers tot stand brengen en/of te intensiveren, kunnen we aan de achterzijde het beroep op de schaarse middelen verminderen. Landelijk is er vanuit het Kenniscentrum Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) een methodiek ontwikkeld waarbij er sprake is van een duurzame arbeidstoeleiding voor jongeren in het VSO en PrO. Het ministerie van OC&W onderschrijft de methode en stimuleert verdere uitrol ervan. Dit is project ‘Boris’. Wat is ‘Boris’? Wat betekent het voor scholen en de leerlingen? Voor jongeren in het VSO en het PrO is het vaak lastig om een arbeidsmarktkwalificatie te behalen op niveau MBO 2. Om hen toe te leiden naar een duurzame arbeidsplaats, is een versterking nodig van de huidige onderwijspraktijk. Om die te bereiken willen het VSO en Praktijkonderwijs het systeem van ‘werkend leren’ uit het MBO introduceren en toepassen in hun methodiek. Door lerend werken te introduceren binnen VSO en PrO wordt de praktijkopleider in een coachende rol binnen het bedrijf grotendeels verantwoordelijk voor het leerproces van de leerling. Het bedrijf waar de jongere stage loopt, leidt vanuit deze systematiek nieuwe werknemers op. Dit zorgt ervoor dat de leerling binnen het bedrijf goede begeleiding krijgt en ook in de bedrijfscultuur en werkzaamheden rekening wordt gehouden met deze leerling. De school verzorgt de theorie en volgt de vorderingen van de leerling. De begeleider vanuit school heeft regelmatig contact met de praktijkopleider binnen het bedrijf. De school is verantwoordelijk voor het afsluiten van een praktijkovereenkomst, het afnemen van eventuele examens en het uitreiken van het diploma. Door de implementatie van de methodiek worden jongeren gecertificeerd voor vaardigheden waarmee de uitstroom naar werk in het bedrijfsleven wordt bewerkstelligd. Dit noemen we ook wel ‘branche-certificering’. De scholen werken nauw samen met erkende leerbedrijven. De methodiekverandering bestaat dus uit: Wat? Het trainen en opleiden van docenten binnen VSO en PrO in nieuwe vaardigheden. Het koppelen van erkende leerwerkbedrijven aan scholen, en scholen leren leerwerkbedrijven en werkgevers aan zich te binden. Het opleiding/trainen van werknemers binnen de leerwerkbedrijven in de omgang van de doelgroep leerling. Wie? Scholen stellen uren beschikbaar voor het trainen van docenten SBB verzorgt training en opleiding Scholen worden getraind SBB ontsluit branches en betrekt leerwerkbedrijven Leerwerkbedrijven trainen medewerkers in het begeleiden van jongeren SBB verzorgt training en opleiding Collegevoorstel Vervolgvel 3 Door de samenwerking tussen kenniscentrum SBB met toegang tot branches, leerwerkbedrijven, werkgevers en onderwijs, versterkt de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt. Doordat zowel medewerkers binnen het onderwijs als binnen het leerwerkbedrijf wordt getraind in het begeleiden van de leerling, zal de leerling hiervan profiteren doordat er na afronding van zijn opleiding een arbeidsovereenkomst in het verschiet ligt. Duur van het traject en effect De implementatie van het gehele traject duurt 1,5 tot 2 jaar. Daarna zullen de scholen de methodiek beheersen en kunnen zij deze zelf verder ontwikkelen. Kenniscentrum SBB en de scholen zelf verwachten al effect en resultaten van de methodiek in 2015. We verwachten echter dat met name op de wat langere termijn (twee á drie jaar) de methodiek zijn vruchten zal afwerpen, wanneer scholen en het bedrijfsleven gewend zijn aan deze nieuwe aanpak en de samenwerking tussen deze partijen structureel tot stand komt. De subsidie verlenen we over de periode 1 december 2014 tot en met 31 december 2015. Dit doen we omdat voor de RSA-middelen we een bestedingsplicht vóór 31 december 2015 hebben. Koppeling met Regionaal Werkbedrijf Eén van de pijlers van het Regionaal Werkbedrijf is de werkgeversdienstverlening. Een eenduidige en gerichte benadering van werkgevers staat hierbij voorop. Hoewel VSO en Praktijkonderwijs een eigen opdracht hebben om hun leerlingen toe te leiden richting de arbeidsmarkt, is het van belang dat partijen niet met elkaar concurreren. Dit werkt averechts voor alle partijen, juist ook voor deze jongeren. Daarom spreken we met de scholen af dat zij zowel onderling als met het Regionaal Werkbedrijf aansluiting zoeken en samenwerking creëren. Als gemeente sturen wij hierop door dit proces te monitoren en relaties tot stand te brengen. Welke resultaten spreken we met de scholen af? De afspraken en voorwaarden zijn in de subsidiebeschikking opgenomen. De belangrijkste afspraken zijn: Gedurende twee jaar worden 108 leerlingen via de nieuwe methodiek begeleid naar werk. De leerlingen die voor dit project in aanmerking komen zijn leerlingen met uitstroomperspectief ‘arbeid’. Dit betreft leerlingen die al dan niet met verdere financiële ondersteuning (Wajong of Loonkostensubsidie) arbeid kunnen verrichten. Er wordt een 0-meting gedaan met als uitgangspunt 1 september 2014 (start schooljaar 2014-2015) waaruit blijkt: - In welke sectoren door VSO en PrO nog geen jongeren zijn geplaatst. - Hoeveel leerlingen vanuit PrO en VSO na afronding van hun opleiding het onderwijs verlaten met een arbeidsovereenkomst (van tenminste een halfjaar) en hoeveel procent dit van de doelgroep leerlingen met uitstroomperspectief ‘arbeid’ is. Hierbij wordt ook in beeld gebracht hoeveel leerlingen al in traject zitten, maar nog niet zijn uitgestroomd naar werk. In de verantwoordingsmomenten worden nametingen gedaan welke worden afgezet tegen de 0-meting. De nameting geeft ook aan hoeveel jongeren die op basis van de Boris-methodiek na plaatsing op een arbeidsovereenkomst geen nieuwe arbeidsovereenkomst hebben gekregen (en mogelijke oorzaak hiervan). Collegevoorstel Vervolgvel 4 Als verwachte resultaten zijn onderstaande doelstellingen opgenomen: Onderwijs VSO PrO 5 Resultaat uitstroom naar arbeid per schooljaar (percentage van doelgroep leerlingen met uitstroomperspectief arbeid) 2013-2014 2014-2015 2015 en verder (ijkmoment) 50% 75% 80% 80% 90% 90% Financiën Kosten De totale kosten voor het project bedragen € 336.313, zoals in onderstaande tabel weergeven (zie ook pagina 13 van het projectvoorstel): Kosten Implementatiekosten school Kosten gemaakt Betreft door Trainingen docenten en managment Kenniscentrum SBB en scholen Versterken van bedrijven netwerk van Kenniscentrum SBB de scholen en scholen Versterking van het proces van arbeidsoriëntatie en beroepskeuze en aansluiting daarvan op de arbeidsmogelijkheden in de regionale arbeidsmarkt. Totaal Opbouw kosten bedrag €300 per training per € 86.100 deelnemende docent 26 uur per school per jaar à €100 per uur, btw vrij Structureel inbedden van kennis en kunde binnen organisatie van school Leerling gebonden Begeleiden van leerlingen door kosten school en training medewerker binnen leerwerkbedrijf Kenniscentrum SBB, € 1.700 per leerling scholen en leerwerkbedrijf € 166.100 Verbindingsofficier Ondersteunend in overstap leerling van onderwijs naar arbeidsmarkt, oplossend en handelend in praktijksituaties, ondersteuning van docenten in vinden oplossingen Projectleider Coördinatie uitvoering project, verslaglegging en verantwoording aan gemeente Regionale Afstemming tussen onderwijs versterking onderling, maar ook met Regionaal Werkbedrijf en werkgevers om samen te werken aan één Kosten penvoering Zorgdragen voor rechtmatige besteding van middelen Totaal Jobstap maximaal 250 uur à €75 per uur, excl. btw € 22.688 RBO maximaal 400 uur à € €100 per uur, excl. btw 48.400 scholen Kosten worden pas gemaakt wanneer daartoe aanleiding is. € 10.000 Werkenrode School Administratiekosten € 3.025 € 336.313 Collegevoorstel Vervolgvel 5 Dekking Er zijn drie dekkingsbronnen die dit project financieren, zoals in onderstaande tabel weergeven: Dekking Bronnen Bedrag Subsidie Programma Onderwijs € 85.107 25% Middelen Regionale sociale agenda (Programma Werk & Inkomen) € 168.156 50% € 253.263 € € 83.050 25% 336.313 100% Sub totaal Scholen Totaal eigen middelen Percentage financiering Subsidie Van de benodigde € 336.313 voor uitvoering van het project, kunnen de scholen zelf € 83.050 financieren. Voor het overige deel à € 253.263 vragen zij subsidie aan de gemeente. Deze subsidie dekken we uit twee bronnen: programma’s: Onderwijs (1073) en de middelen die we bij de provincie hebben aangevraagd in het kader van de Regionale Sociale Agenda, opgenomen in programma Werk & Inkomen (1061). Omdat we de subsidie over 2014 en 2015 spreiden, geven we in onderstaande tabel weer welke bijdrage wanneer vanuit welk programma beschikbaar gesteld wordt: Jaar Dekkingsbron 2014 2015 totaal Onderwijs € 85.107 € € 85.107 RSA (W&I) € 54.618 € 113.538 € 168.156 Totaal € 139.725 € 113.538 € 253.263 - Programma Onderwijs Om de financiering sluitend te krijgen, passen we in 2014 € 85.107 bij vanuit het Programma Onderwijs (1073), product Onderwijsachterstandenbeleid (1073-03). Programma Werk & Inkomen De bijdrage vanuit het programma Werk & Inkomen bestaat uit de beschikbare middelen vanuit de RSA ‘Jeugd actief en Kansrijk’. Vanuit deze middelen kunnen we 50% van de kosten van dit project financieren. Dat betekent een bijdrage van €168.156, verdeeld over € 54.618 in 2014 en € 113.538 in 2015. Het bedrag in 2015 wordt gespreid over de eerste drie kwartalen betaald (€ 37.846 in maart, juni en september) Deze middelen zijn beschikbaar vanuit het programma Werk & Inkomen (1061), product Werk (1061-01). Collegevoorstel Vervolgvel 6 6 Participatie en Communicatie De scholen hebben het projectplan zelf geschreven en blijven gezamenlijk verantwoordelijk voor het eindresultaat. In januari 2015 organiseren de scholen een formele aftrap voor het project. De portefeuillehouders Onderwijs en Werk & Inkomen van de gemeente Nijmegen, als ook het Ministerie van OCW zullen hiervoor genodigd worden. 7 Uitvoering en evaluatie Er zijn 11 scholen uit onze arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen die deelnemen aan dit project. Om de administratieve lasten voor alle partijen te beperken, is één school coördinerend en is er één projectleider aangewezen. We volgen de ontwikkeling van het project door periodieke afstemming met de projectleider. Het gehele project duurt twee jaar. In dat twee jaar zijn verschillende verantwoordingsmomenten ingebouwd. We houden hierbij rekening met logische momenten voor het onderwijs als ook de verantwoordingsvereisten van de middelen voor de Regionale Sociale Agenda. 8 Risico Werkenrode School is de coördinerende school. Wanneer deze in betalingsproblemen verkeert, kan dat ertoe leiden dat andere deelnemende scholen geen vergoedingen van hun kosten meer kunnen krijgen. Dit risico ondervangen we door de subsidie in delen aan Werkenrode School beschikbaar te stellen. Bijlage(n): - Subsidiebeschikking - Projectvoorstel ‘Duurzame arbeidstoeleiding voor jongeren in het vso en praktijkonderwijs in het Rijk van Nijmegen’ Ter inzage: - Subsidieaanvraag
© Copyright 2024 ExpyDoc