GGD Rapport - Christelijke Kinderopvang

Inspectierapport
CBSO 't Voorhuys (BSO)
Zijpendaalseweg 163
6814CJ ARNHEM
Registratienummer 924802820
Toezichthouder:
In opdracht van gemeente:
Datum inspectie:
Type onderzoek:
Status:
Datum vaststelling inspectierapport:
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden
ARNHEM
19-06-2014
Regulier onderzoek
Definitief
18-07-2014
Inhoudsopgave
Het onderzoek .................................................................................................................... 3
Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4
Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4
Personeel en groepen ....................................................................................................... 6
Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 7
Inspectie-items ................................................................................................................... 8
Gegevens voorziening ......................................................................................................... 10
Gegevens toezicht .............................................................................................................. 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 11
2 van 11
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 19-06-2014
CBSO 't Voorhuys te ARNHEM
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek.
Tijdens de inspectie zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten
risicogestuurd toezicht (RGT). Op basis van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten
bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk,
aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties.
Beschouwing
Christelijke Buitenschoolse Opvang 't Voorhuys is onderdeel van Christelijke Kinderopvang De
Herberg. De BSO bevindt zich in basisschool Pieter Jongelingschool en bestaat uit twee
basisgroepen. Per groep worden maximaal 15 kinderen opgevangen.
De inspectie heeft onaangekondigd plaatsgevonden. Er is geïnspecteerd volgens het risicogestuurd
toezicht waarbij niet alle domeinen beoordeeld zijn.
Uit het huidige onderzoek is gebleken dat de houder aan alle getoetste voorwaarden uit de Wet
kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen voldoet. Als onderdeel van deze inspectie heeft
de oudercommissie een vragenlijst toegestuurd gekregen. De toezichthouder heeft deze vragenlijst
retour ontvangen. In de vragenlijst geeft de oudercommissie positief te zijn over de
samenwerking.
Op verzoek van de gemeente Arnhem is het domein grensoverschrijdend gedrag toegevoegd en
beoordeeld, zie hiervoor de bijlage van dit inspectierapport.
Advies aan College van B&W
Geen handhaving.
3 van 11
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 19-06-2014
CBSO 't Voorhuys te ARNHEM
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld:
•
emotionele veiligheid;
•
persoonlijke competentie;
•
sociale competentie;
•
overdracht van normen en waarden.
De observatie van de pedagogische praktijk heeft plaatsgevonden op de basisgroep van de jongste
kinderen. De kinderen werden opgehaald door een beroepskracht van de eigen basisgroep. Met de
beroepskracht gaan de kinderen naar hun basisgroep. In een kring wordt gezamenlijk iets gegeten
en gedronken. Na het eten gingen alle kinderen buitenspelen.
Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Veldinstrument
observatie kindercentrum, versie 2013. De cursief gedrukte zinnen zijn citaten uit het
veldinstrument. Daarna volgt een voorbeeld uit de praktijk.
Pedagogische praktijk
Tijdens het interview met de beroepskrachten blijkt dat zij voldoende op de hoogte zijn van het
pedagogisch beleids- en werkplan. Dit kwam ook tot uiting tijdens de observatie op de groep.
Emotionele veiligheid
"Er is veel interactie tussen beroepskracht en kind; de interacties zijn vriendelijk en hartelijk".
Voorbeeld:
De kinderen komen na schooltijd de groepsruimte binnen. De beroepskracht die niet mee was om
de kinderen op te halen staat bij de deuropening. Met alle kinderen die binnenkomen is een
gesprekje. Dit kan zijn dat ze zich voorstelt, ze is namelijk een nieuwe beroepskracht. Met andere
kinderen spreekt ze over een voetbalwedstrijd en een kind troost ze, omdat deze verdrietig is.
Conclusie: Op CBSO 't Voorhuys wordt de emotionele veiligheid voldoende gewaarborgd.
Persoonlijke competentie
"De beroepskrachten geven de kinderen rust en ruimte om zelf te kiezen of mee te denken over
wat zij willen doen".
Voorbeeld:
De beide basisgroepruimten zijn ingericht met verschillende aktiviteitenplekken. Het speelgoed is
laag opgeborgen. Het is zichtbaar en bereikbaar voor de kinderen. De kinderen kunnen en mogen
het spelmateriaal zelf pakken. De kinderen mogen zelf bepalen wat ze willen spelen.
Conclusie: Op CBSO 't Voorhuys wordt de persoonlijke competentie voldoende gewaarborgd.
Sociale competentie
"De beroepskrachten dragen actief bij aan een positieve groepssfeer door grapjes te maken,
behulpzaam te zijn, gerichtheid op alle kinderen, aandacht en zorg voor individuele
kinderen. <...>".
Voorbeeld:
Tijdens de gesprekken met de kinderen hebben de beroepskrachten oogcontact met de kinderen.
De kinderen en de beroepskrachten noemen elkaar bij de voornaam. Er wordt op een rustige en
vriendelijke manier met de kinderen gesproken.
Tijdens het eten in de kring, maar ook tijdens het buitenspelen hebben de beroepskrachten
aandacht voor alle kinderen. In de kring wordt aan alle kinderen gevraagd wat ze buiten willen
spelen. Kinderen die het niet goed weten wordt gevraagd of ze mee willen spelen met een
4 van 11
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 19-06-2014
CBSO 't Voorhuys te ARNHEM
gezamenlijk spel. Als de kinderen buiten zijn speelt de beroepskracht mee met het spel. Kinderen
die iets anders aan het spelen zijn krijgen ook aandacht. Ze geeft de kinderen een complimentje,
de kinderen zijn hoog in het klimtoestel geklommen.
Conclusie: Op CBSO 't Voorhuys wordt de sociale competentie voldoende gewaarborgd.
Overdracht van normen en waarden
"Beroepskrachten zijn consequent in wat ze willen uitdragen en hoe ze zelf handelen in de omgang
met kinderen. Zij zijn zich bewust van hun gedrag als 'rolmodel'."
Voorbeeld:
Een meisje mag het drinken voor alle kinderen inschenken. Als ze klaar is bedankt de
beroepskracht haar '.... dank je wel voor het inschenken'.
De kinderen lopen in een groepje samen met de beroepskrachten van het schoolplein naar binnen.
Twee kinderen lopen heel langzaam en blijven achter. Met een grap motiveert de beroepskracht de
kinderen om harder te lopen zodat ze bij de groep blijven. 'Als ik nu op het knopje druk, ga je dan
harder lopen?' Vervolgens drukt de beroepskracht op het hoofd een denkbeeldig knopje in. De
kinderen gaan harder lopen.
Conclusie: Op CBSO 't Voorhuys wordt de overdracht van normen en waarden voldoende
gewaarborgd.
Gebruikte bronnen:
•
Observaties
5 van 11
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 19-06-2014
CBSO 't Voorhuys te ARNHEM
Personeel en groepen
Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende
beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en
de stamgroepen zijn gecontroleerd aan de hand van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten.
Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt.
Verklaring omtrent het gedrag
Tijdens het inspectieonderzoek zijn de Verklaringen omtrent het gedrag ingezien van de
locatieverantwoordelijke, de drie beroepskrachten en de vrijwilliger. Deze Verklaringen omtrent het
gedrag voldoen aan de gestelde voorwaarden.
Passende beroepskwalificatie
Tijdens het inspectieonderzoek zijn de diploma's ingezien van de drie beroepskrachten en de
locatieverantwoordelijke. Deze diploma's voldoen aan de gestelde voorwaarden.
Beroepskracht-kindratio
Het inspectiebezoek vond plaats op een donderdagmiddag.
- Er waren 10 kinderen in de basisgroep voor kinderen van 4 tot 6 jaar. Op de groep waren twee
beroepskrachten. (Eén beroepskracht werd ingewerkt).
- Er waren 10 kinderen in de basisgroep voor kinderen vanaf 6 jaar. Op de groep was één
beroepskracht.
Tijdens het inspectiebezoek is de presentielijst ingezien. In de week voorafgaand aan de inspectie
waren voldoende beroepskrachten aanwezig in verhouding tot het aantal kinderen en de leeftijd
van de kinderen. Er is gebleken dat aan de beroepskracht-kindratio wordt voldaan.
Opvang in groepen
BSO 't Voorhuys heeft 30 kindplaatsen, verdeeld over twee basisgroepen;
- basisgroep voor kinderen van 4 - 6 jaar, maximaal 15 kinderen;
- basisgroep voor kinderen van 6 - 12 jaar, maximaal 15 kinderen.
Gebruikte bronnen:
Interview anderen (aanwezige beroepskrachten)
•
•
Observaties
•
Verklaringen omtrent het gedrag
•
Diploma's beroepskrachten
6 van 11
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 19-06-2014
CBSO 't Voorhuys te ARNHEM
Veiligheid en gezondheid
Binnen dit domein is de veiligheid en gezondheid beoordeeld op de uitvoering.
Ook is binnen dit domein gekeken naar de meldcode kindermishandeling. In de praktijk is gekeken
naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de meldcode en de mogelijkheid om
kennis te kunnen nemen van de meldcode.
Meldcode kindermishandeling
De houder heeft een eigen versie van de "Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling". Deze
meldcode is gebaseerd op de "Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling", versie juli 2013,
uitgegeven door de Brancheorganisatie kinderopvang.
Tijdens de inspectie is gesproken met de beroepskrachten. Ze zijn op de hoogte van de inhoud van
de meldcode en weten hoe zij in mogelijke situaties dienen te handelen. De meldcode is aanwezig
op de locatie en wordt (minimaal) jaarlijks besproken tijdens een teamoverleg.
Gebruikte bronnen:
•
Interview anderen (aanwezige beroepskrachten)
•
Meldcode kindermishandeling
7 van 11
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 19-06-2014
CBSO 't Voorhuys te ARNHEM
Inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
persoonlijke competentie te komen.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
sociale competentie te komen.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum
exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar.
(art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang
van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd.
(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang
van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.
(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie
zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 11
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 19-06-2014
CBSO 't Voorhuys te ARNHEM
Beroepskracht-kindratio
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige
kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar.
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten
berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige
kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8
jaar.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt
afgeweken van de beroepskracht-kindratio.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 7 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen
Ieder kind behoort bij een basisgroep.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang
en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop
het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF
De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop
het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid
Meldcode kindermishandeling
De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven
eisen.
(art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.
(art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
9 van 11
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 19-06-2014
CBSO 't Voorhuys te ARNHEM
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening
Website
Aantal kindplaatsen
: CBSO 't Voorhuys
: http://www.csbo.nl
: 30
Gegevens houder
Naam houder
Adres houder
Postcode en plaats
Website
KvK nummer
:
:
:
:
:
T. van Pijkeren-Meerveld
Kroonpark 18
6831GV ARNHEM
www.cgob-deherberg.nl
09217108
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD
Adres
Postcode en plaats
Telefoonnummer
Onderzoek uitgevoerd door
:
:
:
:
:
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden
Postbus 5364
6802EJ ARNHEM
0800-8446000
Suze Derksen
Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente
Adres
Postcode en plaats
: ARNHEM
: Postbus 9029
: 6800EL ARNHEM
Gegevens toezicht
Planning
Datum inspectie
Opstellen concept inspectierapport
Zienswijze houder
Vaststelling inspectierapport
Verzenden inspectierapport naar houder
en oudercommissie
Verzenden inspectierapport naar
gemeente
Openbaar maken inspectierapport
:
:
:
:
:
19-06-2014
09-07-2014
11-07-2014
18-07-2014
18-07-2014
: 18-07-2014
: 25-07-2014
10 van 11
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 19-06-2014
CBSO 't Voorhuys te ARNHEM
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
Bedankt voor het positieve en heldere rapport. Ik heb verder geen op- of aanmerkingen.
Wij hebben de inspectie en de samenwerking ook als prettig ervaren.
Met vriendelijke groet,
Esther Smit
Pedagogisch Beleidsmedewerker
CKO De Herberg B.V.
06-19053564Werkdagen: ma, di. en vr.
www.christelijkekinderopvang.nl
11 van 11
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 19-06-2014
CBSO 't Voorhuys te ARNHEM
Grensoverschrijdend gedrag
Intentieverklaring
In december 2011 heeft CKO De Herberg de intentieverklaring ‘grensoverschrijdend gedrag in de
kinderopvang’ ondertekend.
Interne vertrouwenspersoon
Er is een interne vertrouwenspersoon. Mevr. R. van Dijk is de interne vertrouwenspersoon. Informatie
over de rol van de intern vertrouwenspersoon en de contactgegevens van de intern
vertrouwenspersoon staan vermeldt in;
- het protocol grensoverschrijdend gedrag;
- de informatiemap aan ouders.
Externe vertrouwenspersoon
CKO De Herberg heeft ook een externe vertrouwenspersoon aangesteld. Mevrouw G. Buitendijk is
de extern vertrouwenspersoon. Informatie over de rol van de extern vertrouwenspersoon en de
contactgegevens staan vermeldt in;
-
het protocol grensoverschrijdend gedrag;
de informatiemap aan ouders.
Beleid grensoverschrijdend gedrag
BSO ’t Voorhuys is onderdeel van CKO De Herberg. CKO De Herberg beschikt over een protocol
grensoverschrijdend gedrag. In het protocol is onder andere informatie opgenomen over het begrip
grensoverschrijdend gedrag, de gedragsregels, de interne vertrouwenspersoon en externe
vertrouwenspersoon en de externe klachtencommissie.
Informeren beroepskrachten, ouders en kinderen
Tijdens het inspectiebezoek is met de beroepskrachten gesproken. De beroepskrachten zijn op de
hoogte van de geldende afspraken met betrekking tot het protocol grensoverschrijdend gedrag.
Het protocol grensoverschrijdend gedrag wordt in combinatie met de meldcode jaarlijks besproken
tijdens een werkoverleg.
Ouders worden tijdens de intake geïnformeerd en middels een nieuwsbrief. Ook is in de
Informatiemap aan ouders informatie over grensoverschrijdend gedrag geschreven.
Er gelden gedragsregels binnen de BSO. Met de kinderen wordt over de gedragsregels gesproken
op het moment dat hiervoor aanleiding is binnen de groep. Kinderen worden gewezen op de
geldende regels bijvoorbeeld direct na een incident.
Gebruikte bronnen:
Interview locatieverantwoordelijke/houder
Interview beroepskrachten
Observatie op de groep
Protocol grensoverschrijdend gedrag