Pedagogisch Beleidsplan 1 Inhoudopgave 1. Inleiding 2. Christelijke identiteit 3. Pedagogisch beleid Visie Doel 4. Uitgangspunten bij pedagogisch handelen Omgangsregels Normen en waarden Zelfredzaamheid/ zelfstandigheid Voorwaarden voor het verlaten van de groepsruimte Sociaal-emotionele ontwikkeling Cognitieve of verstandelijke ontwikkeling Motorische ontwikkeling Taalontwikkeling 5. Toetsing en vroegsignalering en doorverwijzing 6. Aanname van kinderen met een beperking 7. Oudercontact Intakegesprek Gewenningsprocedure Informatie uitwisseling Hulpouder Halen door derden Observatiemomenten Thema-avond Projecten 8. Samenwerking met andere instanties 9. Verzorging en hygiëne Eten en drinken Verschonen 10. Klachtenprocedures 11. Privacy 12. Aansprakelijkheid 13. Ons personeel 14. Wetgeving blz. 3 3 3 4 6 6 7 9 9 9 10 10 10 10 2 Pedagogisch Beleidsplan 1. Inleiding Dit is het pedagogisch beleidsplan van de Stichting Christelijke Peuterspeelzaal “de Peuterhof” te Bunschoten. Door middel van dit plan willen wij aangeven wat onze visie is op ontwikkeling en welzijn van kinderen. Tevens willen wij hiermee ons handelen verantwoorden naar de ouders en naar onszelf. Daar waar wij het woord ouders gebruiken bedoelen wij tevens verzorgers. 2. Christelijke Identiteit De peuterspeelzaal de Peuterhof heeft een christelijke identiteit. Die komt in de volgende activiteiten tot uiting: aan het begin en einde van elk dagdeel wordt er gebeden om de nabijheid van God. Ook wordt er elk dagdeel een Bijbelverhaal verteld op het niveau van de peuter. Wij werken met de peutermethode van Stichting Timotheus. Dit is om een allereerste kennismaking met God, Jezus en de Heilige Geest te laten plaatsvinden. Er wordt de kinderen verteld van Zijn Liefde en Genade voor ons, maar ook over de liefde en vergeving aan elkaar. De leidsters leren de peuters verschillende Bijbelliederen aan. Ook worden op de speelzaal de christelijke feestdagen gevierd. Dit alles proberen de leidsters zo Bijbelgetrouw mogelijk te doen. Er wordt daarom ook van de leidsters verwacht dat zij een persoonlijke band met God, Jezus en de Heilige Geest hebben en dat zij passie hebben voor hun geloof. Zij moeten de Bijbel aanvaarden als Gods onfeilbaar Woord, en belijdend lid zijn van een protestants-christelijke gemeente. De speelzaal heeft respect voor een ieders geloof, maar de peuterspeelzaal zal haar christelijke identiteit niet verloochenen. 3. Pedagogisch beleid ( visie en doel) Visie op de ontwikkeling van kinderen: Kinderen willen geaccepteerd, gerespecteerd en serieus genomen worden. Als basis voor het zich kunnen ontwikkelen is een sfeer van veiligheid en vertrouwen voor hen en ons van groot belang. Ieder kind ontwikkelt zich op zijn/haar eigen manier en in zijn/haar eigen tempo. Ieder kind is uniek en moet de kans krijgen zijn/haar eigen mogelijkheden te ontdekken. Ons pedagogisch doel is: de peuters helpen zich te ontwikkelen tot evenwichtige mensen. Wij willen ruimte geven voor de eigenheid van elk kind, en tegelijkertijd het kind leren om rekening te houden met anderen en met (onze/uw) normen en waarden. Dit evenwicht realiseren wij door situaties op de speelzaal te creëren waarin kinderen zich prettig voelen, er vertrouwen is in eigen kunnen en kinderen ook voor zichzelf op durven komen. Zij leren zo respect te ontwikkelen voor zichzelf en voor anderen. 3 4. Uitgangspunten bij pedagogisch handelen Omgangsregels: Op de speelzaal zijn algemene omgangsregels opgesteld: * Rekening houden met elkaar; * Lief zijn voor elkaar; * Troosten bij verdriet; En als het mis mocht gaan dan zeggen we: * Elkaar geen pijn doen; * Elkaar niet bang maken; * Niet met speelgoed of met zand gooien; Normen en waarden: Binnen de speelzaal hebben we te maken met kinderen en hun ouders en/of verzorgers die allemaal hun eigen cultuur en achtergrond meebrengen. Er zijn dus verschillen in geloof en sociale klasse. In onze speelzaal zijn kinderen van alle gezindten en sociale klassen welkom. Wij vinden het belangrijk dat iedereen het gevoel krijgt dat hij/ zij er mag zijn. Elkaar respecteren is dan ook een van de waarden waar we veel belang aan hechten. Wij willen er actief voor waken dat er vooroordelen ontstaan bij de kinderen, juist omdat kinderen van nature nieuwe dingen open tegemoet zullen treden. Elkaar pijn doen, zowel lichamelijk als geestelijk, wordt op de speelzaal niet getolereerd. Negatief gedrag wordt genegeerd en het positieve beloond. Zelfredzaamheid/ zelfstandigheid Op de speelzaal willen wij de zelfredzaamheid van de kinderen stimuleren. Wij willen het kind leren zelfstandig te eten en drinken, handen wassen en drogen, naar het toilet gaan, jas aan- en uittrekken en de schoenen aan- en uittrekken. De zelfstandigheid van het kind stimuleren wij door: de kinderen zelf te laten spelen, de kinderen zelf ruzietjes te laten oplossen. Als het kind er zelf niet uitkomt grijpen wij in of als de situatie gevaarlijk of bedreigend is. De kinderen moeten hun speelgoed opruimen en wij complimenteren hen als dit goed gaat en wij stimuleren en helpen als het niet lukt. Voorwaarden voor het verlaten van de groepsruimte Kinderen verlaten de ruimte uitsluitend vanwege: * Toiletbezoek * Afnemen van toetsen * Ter bevordering van de motorische ontwikkeling (in gymlokaal of buitenspeelruimte) * Bij individuele spelmomenten ter bevordering van de cognitieve ontwikkeling * Incidentele uitstapjes En altijd onder begeleiding van de leidster(s) 4 Sociaal-emotionele ontwikkeling: Op de speelzaal is de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind van groot belang. Belangrijk is dat het kind leert om vriendschappen aan te gaan, mee te doen met een groepsspel of rollenspellen te spelen. Het kind maakt zich de regels, gewoonten, normen en waarden genoeg eigen om zijn/haar omgeving waardevol te vinden. Het kind ontdekt dat het een onafhankelijk persoontje is, dat het een eigen wil heeft en zelf besluiten kan nemen. Dit zijn allerlei aspecten die een grote rol spelen bij de sociaal-emotionele ontwikkeling. Cognitieve of verstandelijke ontwikkeling: De cognitieve of verstandelijke ontwikkeling wordt op de speelzaal goed gevolgd door de leidsters en er wordt gekeken of het denken van de peuter zich ontwikkelt. Kan de peuter oplossingen bedenken voor eenvoudige problemen. En kan het kind opdrachten/feiten onthouden en dingen combineren. In het peutervolgsysteem kunnen de leidsters het niveau monitoren van het kind. Hierbij wordt het kind gevolgd tot aan de basisschool en is de overdracht van peuterspeelzaal naar basisschool eenvoudig. Motorische ontwikkeling: Op de speelzaal volgen wij ook de motorische ontwikkeling van de kinderen. De fijne motoriek wordt bijvoorbeeld gestimuleerd door te puzzelen, plakken, tekenen, knippen, prikken en blokken bouwen. De grove motoriek wordt o.a. gestimuleerd door te fietsen en te sporten in het speel-/sportlokaal van de school. Taalontwikkeling: Het is belangrijk om de taalontwikkeling van kinderen te stimuleren, zodat het kind leert te communiceren en er verbaal contact met het kind gemaakt kan worden. Het stimuleren van de taalontwikkeling gebeurt op verschillende manieren. Dit kan door het zingen van liedjes, rijmspelletjes, voorlezen, kringgesprekken en spelletjes. Sinds een paar jaar heeft de gemeente een nieuw taalontwikkelingsproject geïntroduceerd ” Ik ben Bas”. Aan dit VVE (Voor- en Vroegschoolse Educatie) project doen alle basisscholen groep 1 en alle peuterspeelzalen in BunschotenSpakenburg mee. Jaarlijks vinden er ook cursussen plaats, zodat de leidster de kinderen goed kan ondersteunen. Waar staat VVE voor? VVE staat voor: Voor- en Vroegschoolse Educatie. Dit is een verzamelnaam voor de methodische en systematische ondersteuning van de ontwikkeling van jonge kinderen, in de leeftijd van 2 tot 6 jaar. Dit vindt plaats door middel van een VVE programma. Waarom VVE? Een vroege aanpak van achterstanden in de (taal) ontwikkeling kan een slechte start 5 op de basisschool voorkomen. Daarom is landelijk de regeling VVE van kracht geworden. Voor wie is het VVE programma? Alle kinderen op één van onze peuterspeelzalen volgen het VVE programma. Maar het is speciaal gericht op kinderen van 2 tot 6 jaar die risico lopen op ontwikkelingsachterstand of die een ontwikkelingsachterstand hebben. Welk programma wordt er gevolgd? Bij de Stichting Peuterspeelzaal Bunschoten wordt er op alle locaties gewerkt met het programma Ik ben Bas. Dat is een educatief totaalprogramma dat is afgestemd op de behoeftes van peuters. Het omvat taal, rekenen en sociale vaardigheden. Meer informatie hierover is te vinden op: http://www.ikbenbas.nl/ Wat zijn de plaatsingseisen voor VVE? Een kind mag geplaatst worden als er een officiële verwijzing van het consultatiebureau is. Het kind moet dan minimaal 4 dagdelen per week geplaatst worden en ook daadwerkelijk komen. Hoe komt een kind in aanmerking voor VVE? Op het consultatiebureau wordt aangegeven of een kind tot deze doelgroep behoord. Zo ja, dan krijgt de gekozen peuterspeelzaal bericht van het consultatiebureau dat het kind een doelgroepkind is. In dat geval wordt de financiering (ouderbijdrage) aangepast. Het kan voorkomen dat het kind al op de peuterspeelzaal zit en dat de leidster constateert dat het eigenlijk een doelgroepkind is. In dat geval zal de leidster contact opnemen met het consultatiebureau met het verzoek het kind aan te merken als doelgroepkind. Uiteindelijk zal dit door het consultatiebureau moeten worden bevestigd. 5. Toetsing en vroegsignalering en doorverwijzing Cito peutervolgsysteem Bij 2 jaar en 10 maanden, 3 jaar en 4 maanden en 3 jaar en 10 maanden worden er toetsen afgenomen danwel observatielijsten in gevuld. Deze toetsen/observatielijsten worden één op één afgenomen door de vaste leidster van de groep. Door deze toetsen/observaties krijgen de leidsters een goed beeld van het kind. Aan de hand van de resultaten gaat er door middel van tutoring( individueel) gewerkt worden aan de cognitieve ontwikkeling van de kinderen. Denk hierbij vooral aan de taalontwikkeling, de sociaal- en emotionele ontwikkeling en het voorbereidend rekenen. Dit alles gebeurt op een hele speelse en ontspannen manier. De resultaten worden besproken met de ouders en na ondertekening door de ouders doorgestuurd naar de basisschool. De toetsboeken zijn in te zien op alle drie de locaties. 6 Vroegsignalering en doorverwijzing Indien uit observatie door de leidsters, toetsresultaten of anderszins een vermoeden rijst dat het kind een ontwikkelingsachterstand op cognitief, sociaal-emotioneel of motorisch gebied zou kunnen hebben, gaan we een gesprek aan met de ouders/verzorgers. Wij zullen adviseren contact op te nemen met ondersteunende instanties of zullen dit zelf doen in overleg met de ouders. Onze leidsters zijn door hun opleidingsniveau (zie onder 13. Ons personeel) voldoende toegerust om deze vroegsignalering op een verantwoorde wijze uit te voeren. 6. Aanname kinderen met een beperking Zolang het binnen de mogelijkheden van de speelzaal ligt, zijn kinderen met een beperking van harte welkom. Wij kijken naar wat het kind kan en niet naar het onmogelijke. Dit alles in het belang van de peuter. Wij vinden het belangrijk dat alle kinderen zich veilig voelen. Dit geldt ook voor kinderen met een beperking. Zij moeten niet overvraagd worden door een grote groep. Indien mogelijk en natuurlijk altijd in overleg met de ouders van het kind, wordt er geprobeerd ambulante hulp op de speelzaal te krijgen. Wel wordt er naar de groepscohesie gekeken. Dit kan betekenen dat als er al een kind met een beperking op de groep zit, er geen andere kinderen met een beperking geplaatst kunnen worden. Dit hangt natuurlijk wel af van de beperking, het kind zelf en de groep. 7. Oudercontact • Intakegesprek Het intakegesprek wordt gevoerd met de leidster van de betreffende groep. Met haar worden alle gegevens vastgelegd met betrekking tot het kind en de bereikbaarheid van de ouders. Ouders hebben in dit gesprek de mogelijkheid om hun vragen te stellen. Wij vertellen gedetailleerd over de gang van zaken op de speelzaal en de geldende afspraken m.b.t. het ophalen van een ziek kind, wijze van opzegging, haalen brengtijden, het aanvragen van eventuele extra dagdelen , de wijze van betaling. Het ABC informatieboekje wordt meegegeven aan de ouders, zodat zij thuis alles nog eens op hun gemak kunnen doornemen. Er wordt altijd vermeld dat zij bij verdere vragen contact op kunnen nemen met de hoofdleidster. Zie ook onze website www.peuterhofbunschoten.nl Gewenningsprocedure Als het kind bij ons op de speelzaal komt, dan is het aan de ouder of deze die dag erbij wil blijven of liever stand-by wil blijven d.m.v. de telefoon. Wel wordt er gevraagd aan de ouder het kind de eerste keer zelf te brengen en er ook tijd voor uit te trekken. Als blijkt dat het kind moeilijk kan wennen en/of verlatingsangst heeft wordt er in overleg met de ouders een plan van aanpak gemaakt over het wennen van het kind. Mocht in de eerste maand blijken dat het echt niet gaat, dan wordt er een gesprek aangegaan met de ouders en het advies gegeven om het kind nog een paar maanden thuis te houden om het later nog eens te proberen. 7 Ook kan het advies worden gegeven om het kind meerdere keren naar de speelzaal te laten gaan, zodat het kind wat sneller gewend is. Informatie uitwisselen: Bij het halen en brengen van het kind is er altijd de mogelijkheid om aan de leidster kleine dingen door te geven of vragen te stellen. Bij bijzondere of privé gevoelige gesprekken is het raadzaam om van te voren te bellen en een gesprek aan te vragen. Hulpouder: De Peuterhof is bekend geworden door inzet van een hulpouder. Zo waren de ouders betrokken bij hun kind en konden zij zien wat wij op de speelzaal gedaan werd en was er ook nauw contact tussen moeder/vader en de leidster. Met ingang van 1 april 2011 is er een wetswijziging, waarbij alle peuterspeelzalen verplicht twee gediplomeerde leidsters op de groep hebben staan. Vanaf die tijd zal er geen hulpouder meer ingezet worden. Om ouders toch nog te betrekken bij de opvang van hun kind worden er kijkochtenden/-middagen georganiseerd( zie ook projecten). Halen door derden: Als uw kind door iemand anders opgehaald wordt, dan is het noodzakelijk dat de leidsters hiervan op de hoogte zijn. Graag ruim van te voren aangeven, door de ouders zelf. Tenzij er een moeilijke situatie is, dan kan daarover gebeld worden. Bij geen melding kan de leidster besluiten om het kind niet mee te geven. Observatiemomenten: Rond de derde en vierde verjaardag van de peuter is er een extra observatiemoment. Hiervoor gebruikt de Peuterhof een algemene vragenlijst en het Peuter Volg Systeem. Het algemene observatieverslag ligt ter inzage voor de ouders op de speelzaal. Na de tweede maal zal de ouder gevraagd worden dit verslag te lezen en te ondertekenen. Na ondertekening, hetgeen tevens toestemming inhoudt, wordt het verslag doorgestuurd naar of mondeling toegelicht bij de desbetreffende basisschool van het kind. Wordt er tussentijds iets gesignaleerd bij het kind, dan worden ouders geïnformeerd. Thema-avond: Eén à twee keer per jaar zal er een thema-avond worden georganiseerd. Graag horen de leidsters tips of ideeën. Op zo´n avond is de hoofdleidster samen met één leidster aanwezig om informatie te verstrekken of een presentatie te verzorgen. Nieuw sinds voorjaar 2011 is de Papa-avond. Deze avond wordt speciaal georganiseerd voor de papa’s van onze peuters. Projecten: * Verteltas: dit is een tas vol met boeken, speelmateriaal en de pop Bas. Deze tas krijgen de kinderen een week mee naar huis. Dit is om het voorleesplezier te vergroten en de ouderbetrokkenheid te stimuleren. 8 * Oudercomponent: zes maal per jaar kunnen de ouders een lesje volgen in de klas. Daarna krijgen zij van een medewerkster van Sovee (Stichting Onderwijs Voorrang Eemland) uitleg over het thema dat op de peuterspeelzaal behandeld wordt. Dit is om de ouderbetrokkenheid te vergroten en de taalontwikkeling te stimuleren. * Boekenpret: maandelijks krijgen de kinderen een boekenprettas mee, met een leesboek erin, dat thuis en op de peuterspeelzaal gelezen wordt. Tevens zitten er in de tas ook werkbladen waar ouder en kind thuis mee aan de slag kunnen. Dit is om de taalontwikkeling bevorderen en het voorlezen te stimuleren. 8. Samenwerking met andere instanties * CJG = Centrum Jeugd & Gezin : voor ondersteuning en opvoedkundige vragen. * Opvoedondersteuner: voor opvoedkundige problemen. * Logopedie. * Netwerk: samenwerkingsverband van verschillende disciplines. * Consultatiebureau. * Vereniging Voor Gereformeerd Onderwijs (VVGO). * Vereniging van scholen met de Bijbel “ Dr. G. van Goor” (PCO). * Gemeente Bunschoten: o.a. regiegroep onderwijs en werkgroep VVE. * Sovee 9. Verzorging en Hygiëne Eten en drinken Het fruit eten en limonade drinken is op de Peuterhof een groepsgebeuren. Alle kinderen nemen een stuk fruit mee van thuis. Het fruit wordt door de leidster schoongemaakt en aan alle kinderen aangeboden. Het is daarom niet mogelijk om kinderen koek of iets anders mee te geven. Het drinken krijgen de kinderen in bekers van de speelzaal. Alleen bij allergieën of dieetvoorschriften, welke gemeld zijn bij de leidster, mag er ander eten en/of drinken meegegeven worden. Verschonen Als een peuter nog niet zindelijk is, is het noodzakelijk dat er door de ouder een verschoning wordt meegegeven. De peuter met een vieze broek wordt op de locatie verschoond. Er zijn geen vaste verschoontijden. Als een kind net zindelijk is, wordt er aangeraden om een extra set schone kleren mee te geven voor eventuele ongelukjes. 10. Klachtenprocedures Een klacht van een ouder wordt in eerste instantie aan de leidster van de groep kenbaar gemaakt en behandeld door de leidster en/of de hoofdleidster. Dit kan zowel mondeling als schriftelijk. Komt de leidster/hoofdleidster niet tot een wederzijdse goede afhandeling van een klacht, dan wordt de klacht overgedragen aan het bestuur van de speelzaal. Zij nemen de klacht schriftelijk dan wel mondeling met de ouder op en proberen tot een goede afhandeling te komen. Mocht dit uiteindelijk ook niet tot een goede oplossing leiden, dan wordt de klacht schriftelijk ter afhandeling overgedragen aan een klachtencommissie. 9 Deze klachtencommissie zal bestaan uit een lid van het bestuur van de Peuterhof. De voorzitter van deze commissie zal één van de bovenschoolse directeuren van de Vereniging Voor Gereformeerd Onderwijs of van de Vereniging van scholen met de Bijbel “ Dr. G. van Goor”zijn. Het klachtenreglement is op alle locaties te vinden. 11.Privacy Om de privacy te waarborgen worden door de Christelijke Peuterspeelzaal De Peuterhof, zonder toestemming, geen gegevens van ouders, kinderen en leidsters verstrekt aan derden. Wilt u geen publicatie van foto’s van uw kind op onze website of andere publicaties dan dient u dit bij ons aan te geven. 12.Aansprakelijkheid De speelzaal heeft een passende aansprakelijkheidsverzekering ten behoeve van de aanwezige leiding en kinderen. 13. Ons personeel Ons personeel is volledig gekwalificeerd naar de eisen van de wet. Alle leidsters hebben de volgende cursussen gevolgd: Cursus V-Versterk, een cursus voor Voor- en Vroeg Schoolse Educatie gevolgd aan de Hogeschool in Utrecht. Verdiepingscursus V-Versterk Verdiepingscursus: Ik ben BAS. Training Puk en Ko. EHBO (jaarlijks). Training sporten met het jonge kind via de KNGU. Hieraan verbonden is een lesmethode die wij gebruiken voor de motorische ontwikkeling. Training voor het afnemen van toetsen voor het peutervolgsysteem CITO. Training voor het project Boekenpret. Tutoring. Bovendien heeft op elke locatie één van de leidsters de volgende cursussen gevolgd: Logopedische Screening. Training via Bartimeüs voor blinden en slechtzienden. Omgaan met kinderen met een verstandelijke beperking (MEE, vereniging voor ondersteuning bij leven met een beperking). Training voor het begeleiden van stagiaires. De hoofdleidster is getraind voor het project Verteltas, management V-Versterk, Train de Trainster Uk en Puk en heeft een opleiding Coachend Leidinggeven gevolgd. 14 Wetgeving Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen De Peuterhof inventariseert jaarlijks de veiligheids- en gezondheidsrisico’s. 10 De binnen- en buitenruimtes waar kinderen, gedurende de tijd dat zij worden opgevangen, verblijven, zijn veilig, toegankelijk en passend ingericht. Momenteel wordt gewerkt aan een meldcode kindermishandeling. Onze beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie. De maximale groepsgrootte is 16 kinderen van 2 tot 4 jaar. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal kinderen is 1 leidster op 8 kinderen. Controle vindt jaarlijks plaats door de GGD in opdracht van de gemeente Bunschoten. Wet Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie De maximale groepsgrootte is 16 kinderen van 2 tot 4 jaar. Alle leidsters zijn VVE geschoold en beschikken over een diploma op minimaal SPW3 niveau. Wij bieden voorschoolse educatie aan op ten minste vier dagdelen of minimaal 10 uur per week Er wordt gewerkt met een erkend VVE programma. Dit programma stimuleert op speelse wijze de taal- en rekenontwikkeling, de sociaal-emotionele ontwikkeling en de motoriek van kinderen. Controle op de kwaliteit van onze peuterspeelzaal vindt plaats door het ministerie van OCW. 11
© Copyright 2024 ExpyDoc