© Copyright 2013 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad. Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt uitdrukkelijk voorbehouden. Maandag, 01 december 2014 RAS Natuurmonumenten draagt koe Thea en stiertje Max 3 over aan stichting Historische Landbouw in Schinveld Heidekoe terug in de wei bij Nonke Buusjke Natuurmonumenten heeft in Schinveld twee heidekoeien overgedragen aan de stichting Historische Landbouw. De oerkoe is daarmee terug van weggeweest. door René Willems T hea vindt die drukte in haar wei maar niks. Maar de jonge stier Max 3, net een jaar oud, kijkt nieuwsgierig om zich heen: wat komt al dat volk doen bij het openluchtmuseum Nonke Buusje? Simpel: de mensen komen kijken naar Thea en hém, de twee nieuwe heidekoeien in de Schinveldse Es. Natuurmonumenten heeft de twee runderen zaterdag overgedragen aan de stichting Historische Landbouw. Thea en Max 3 moeten daar de komende jaren voor nageslacht zorgen, zegt gebiedsbeheerder Niki Jasper van Natuurmonumenten, al dan niet geholpen door heidekoeien van elders. De heidekoe is een van de oudste runderrassen in Nederland. „De bekendste is de stier van de schilder Paulus Potter”, zegt Ad Taks van de stichting Zeldzame Huisdierrassen in Zundert. „De stieren werden vroeger geost - gecastreerd, dus en als rijdier voor de boerenkar gespannen. Een paar was meestal te duur voor kleine keuterboertjes op de schrale zandgrond.” Zo’n vijftig jaar geleden was de heidekoe bijna uitgestorven. De laatste gingen naar het Belgische openluchtmuseum Bokrijk, waar ze gekruist werden met Vlaamse rassen. „Maar gelukkig waren er in Denemarken nog een paar oorspronkelijke heidekoeien”, vertelt Heidekoe Thea begroet Ad Taks (rechts), Theo Bastiaens (midden) en Niki Jasper in haar wei bij Nonke Buusjke. Taks, „waarmee we opnieuw konden gaan fokken.” In Schinveld grazen de twee heidekoeien in het nieuwe natuurgebied aan de rand van het bos, dat is ontstaan bij de recente ruilverkaveling in de Schinveldse Es. De stichting Historische Landbouw beheert daar een aantal kleine akkers met oeroude gewassen als Sint-Jansrogge, spelt en zogeheten eenko- ren. Een weitje met een paar heidekoeien past daar perfect bij, vindt Theo Bastiaens van de stichting. De koeien vreten alles wat in het weiland staat en houden de vegetatie daarmee kort. Hun mest trekt bijzondere vogels aan, legt Taks uit: „Op de Veluwe, waar eveneens een paar heidekoeien lopen, zie je de populatie draaihalsspechten weer opbloeien.” Thea en Max 3 behoren tot het vaalbonte ras. ’s Winters is hun vacht zwart, vertelt Taks, maar in de zomer verkleurt hun vel en worden de vlekken bruiner. „Dat proberen we zo te houden”, zegt Bastiaens, „ook als we straks wellicht andere vaarzen of stieren naar de Schinveldse Es moeten halen om inteelt te voorkomen.” De heidekoeien zien er mager en foto Bas Quaedvlieg knokig uit, aldus Taks, maar kunnen tegen een stootje. „Het ras is bestand tegen strenge winters. Bij ons in West-Brabant hebben we een prachtige schuilhut van zeker twintigduizend euro gebouwd, maar onze heidekoeien kijken daar niet eens naar om. Zelfs bij de strengste vorst liggen ze met hun kalveren buiten in de sneeuw, en dat doet hen helemaal niks.”
© Copyright 2024 ExpyDoc