journa al Lekenzorg voor chronisch zieken De zorg voor chronisch zieken beslaat den een korte training gekregen met vergeleken met de nulmeting. Echter in onder meer basale informatie over de de zorg plus-groep werden meer doelen ziektebeelden en training in gespreks- bereikt (odds ratio 1,31). Dit bleek ook technieken. het geval gegroepeerd per diagnose: De belangrijkste opdracht van de in de zorg plus-groep werd een hoger een steeds groter deel van onze taak lekenzorgers was om de patiënten te percentage van de doelen bereikt (P < als huisarts. De behandeling van deze helpen ziektespecifieke doelen te be- 0,001 voor hypertensie en diabetes, P = ziekten vindt in toenemende mate reiken. Voor hypertensie onder andere 0,047 voor hartfalen). Uitgesplitst naar plaats in teamverband. De universiteit een systolische RR onder 140 mmHg, doel bleek dat de resultaten voor het van Minnesota lanceerde een nieuwe voor diabetes HbA1c < 8%, voor hartfalen doel stoppen met roken in alle groepen speler in deze teams: de lekenzorger. een bètablokker als de LVEF < 0,40 en beter waren. De resultaten voor retina- Zijn taak is het om patiënten te helpen voor alle drie de groepen niet roken. Het onderzoek, testen op microalbuminurie ziektespecifieke doelen te behalen. In primaire eindpunt voor patiënten was en griepvaccinatie waren in de diabe- dit onderzoek werd het effect van deze het percentage verandering in de ziek- tesgroep beter in de zorg plus-groep. lekenzorg bekeken. tespecifieke doelen na een jaar. Secon- Onderzoeken of deze veelbelovende le- In het onderzoek van Adair et al. in daire eindpunten waren het percentage kenzorger ook in de Nederlandse huis- zes eerstelijnscentra werden patiënten doelen, behaald per diagnosegroep (hy- artsenpraktijk een plaats kan krijgen, geïncludeerd met hypertensie, diabetes pertensie, diabetes of hartfalen) en het zou interessant zijn. ▪ of hartfalen. Deze patiënten kregen of bereiken van elk apart genoemd doel. gebruikelijke zorg (n = 706), of kwamen Bovendien werd gekeken of het nut van in de zorg plus-groep (n = 1429) terecht. de lekenzorger kon worden voorspeld Asair R, et al. Improving chronic disease care by In de zorg plus-groep kregen patiënten door demografische gegevens. adding laypersons to the primary care team. naast de gewone zorg hulp van een In beide groepen vond een stijging Pieter Barnhoorn Ann Intern Med 2013;159:176-84. lekenzorger. Deze lekenzorgers had- plaats van het aantal bereikte doelen, Neppillen die wel werken 6 maanden minstens eenmaal in de ke is geweest van een placebobehande- eerste lijn waren gezien, werd gevraagd ling, zelfs als de behandeling succesvol of zij wilden meewerken aan een tele- was. Als deze niet gewerkt zou hebben, fonisch interview. Van de respondenten steeg dit percentage naar 81%. De huisarts komt dagelijks in aan- voldeden 202 patiënten aan de exclusie- raking met patiënten die klachten criteria (onder andere dementie, moeite cebobehandeling is dus van belang als presenteren die geen ernstig gezond- met spreken of horen), 853 patiënten de patiënt er vragen over heeft. Verder heidsprobleem vormen en waarvan kregen een telefonisch interview. Van staan patiënten niet onwelwillend de symptomen kunnen afnemen de respondenten was 61% vrouw en de tegenover het gebruik van placebobe- door geruststelling. Hierbij zou een gemiddelde leeftijd was 45 jaar. handelingen, mits de aandoening niet placebobehandeling ondersteunend Slechts 22 % van de geïnterviewden kunnen zijn. Hoe staan patiënten daar vindt een placebobehandeling nooit tegenover? toelaatbaar. Als de arts verwacht dat Openheid over de inzet van een pla- ernstig is en de arts verwacht dat de patiënt er baat bij zal hebben. ▪ Simon Eijsenga In een recent Amerikaans on- een patiënt baat kan hebben bij een pla- derzoek is de mening van patiënten cebobehandeling en die de patiënt niet Hull SC, et al. Patients’ attitudes about the use gevraagd over placebobehandeling schaadt, kan 76 % van de geïnterview- of placebo treatments: telephone survey. BMJ in het algemeen en kregen zij enkele den zich hierin vinden. Als de arts niet 2013;347:f3757. scenario’s voorgelegd (placebobehan- zeker is van het effect, daalt dit percen- deling bij buikpijn en verkoudheid). tage naar 50%. De gehanteerde omschrijving van een Uit de scenario’s kwam naar voren placebo-effect was: ‘Een patiënt er- dat patiënten het acceptabel vinden als vaart een placebo-effect, als hij beter een arts een placebobehandeling voor- wordt na een behandeling, niet door schrijft bij niet ernstige maagpijn (71% de behandeling zelf, maar omdat de zonder weet van placebobehandeling, patiënt verwacht beter te worden van 79% met weet ervan). De arts-patiëntre- de behandeling.’ Aan 1800 patiënten latie zou er volgens 54% van de onder- van 18-75 jaar met een chronische aan- vraagde patiënten onder lijden als de doening, die hiervoor in de voorgaande patiënt erachter zou komen dat er spra- 5 7 ( 1) j a n u a r i 2 0 1 4 De berichten, commentaren en reacties in het Journaal richten zich op de wetenschappelijke en inhoudelijke kanten van het vak. Bijdragen van lezers zijn van harte welkom (redactie@nhg. org). huisarts & wetenschap 5
© Copyright 2024 ExpyDoc