DE HEUPPROTHESE - Sint Franciscus Gasthuis

TOTALE HEUPPROTHESE
1012
Inhoudsopgave
ALGEMEEN ....................................................................................... 3
Inleiding ................................................................................. 3
Heup ....................................................................................... 3
Meest voorkomende klachten .................................................. 3
Doel van de operatie ............................................................... 3
VOORBEREIDING .............................................................................. 4
Opnameplein .......................................................................... 4
De operatie ............................................................................. 5
Mogelijke complicaties ............................................................ 6
Thuissituatie/Nazorg .............................................................. 6
Nacontrole .............................................................................. 6
Leefregels en adviezen ........................................................... 7
Infectie ................................................................................... 8
DE OPNAME ..................................................................................... 9
Inleiding ................................................................................. 9
Dag van opname ..................................................................... 9
Dag van de operatie .............................................................. 10
Dag 1 na de operatie ............................................................. 12
Dag 2 na de operatie ............................................................. 12
Dag 3 na de operatie ............................................................. 13
Dag 4 na de operatie ............................................................. 13
FYSIOTHERAPIE.............................................................................. 15
Inleiding ............................................................................... 15
Fase 1 ................................................................................... 15
Fase 2 ................................................................................... 16
Fase 3 ................................................................................... 16
Fase 4 ................................................................................... 16
Zes weken na de operatie ..................................................... 17
Lopen met krukken ............................................................... 17
Traplopen ............................................................................. 18
Wat niet te doen ................................................................... 19
OVERIGE INFORMATIE .................................................................... 20
Seksualiteit na totale heupprothese ...................................... 20
Vervoer ................................................................................. 21
Bezoektijden ......................................................................... 21
Website ................................................................................ 21
Vragen .................................................................................. 21
ALGEMEEN
Inleiding
Binnenkort wordt u opgenomen in het
Sint Franciscus Gasthuis in verband met
een heupoperatie. Tijdens de ingreep
vervangt de orthopedisch chirurg het
beschadigde gewricht door een
kunstgewricht.
Heup
Gewrichtsslijtage is een aandoening van
de gewrichten die bij veel mensen voorkomt. In medische
termen wordt dit arthrosis deformans genoemd of kortweg
artrose. Artrose zit vaak in het heupgewricht. Slijtage tast de
gladde kraakbeenlaag van het gewricht aan, waardoor de
kraakbeenlaag helemaal kan verdwijnen. De gewrichtsvlakken
glijden niet meer soepel langs elkaar. Hierdoor wordt bewegen
moeilijker en pijnlijker.
Meest voorkomende klachten
De meest voorkomende klachten zijn:
 Continue pijn in de lies uitstralend naar de bilstreek, het
bovenbeen, de knie en soms het onderbeen;
 Stijfheid van het gewricht;
 Moeite met opstaan, ook wel startpijn genoemd;
 Moeilijk kunnen lopen, bukken en traplopen.
Doel van de operatie
Als de slijtage zich voortzet, nemen de klachten toe. Medicijnen
en fysiotherapie helpen dan meestal niet meer. Een operatie is
vaak nog het enige alternatief. Vervanging van het
heupgewricht door een kunstheup, totale heupprothese, is een
veelvoorkomende operatie, waar heel veel mensen met een
zogenaamde 'versleten heup' voordeel bij hebben. Een voordeel
van de operatie is dat de pijn, die u voor de ingreep had,
verdwijnt. Natuurlijk is het geopereerde gebied nog enige tijd
pijnlijk, maar dat is vooral spier- en wondpijn.
3
VOORBEREIDING
Opnameplein
Voor uw opname meldt u zich bij het Opnameplein. Hier wordt
u gezien door de intakeverpleegkundige, de
apothekersassistent, en de anesthesioloog.
Intakeverpleegkundige
De intakeverpleegkundige neemt een vragenlijst, een
zogenaamd verpleegkundige anamnese met u door, onder
andere over uw gezondheidstoestand en uw thuissituatie. Als u
zeventig jaar of ouder bent, dan worden uw voedingtoestand,
risico op een delier (tijdelijke verwardheid met een lichamelijke
oorzaak), fysieke beperkingen en valrisico gescreend.
Medicijnen
De apothekersassistent neemt het medicijngebruik met u door.
Belangrijk is dat u bij bezoek aan het Sint Franciscus Gasthuis
altijd een actueel medicijnpaspoort of uw medicatie in de
originele verpakking bij u heeft. U haalt dit paspoort op bij de
apotheek waar u bent aangesloten. Met sommige medicijnen
moet u ruim voor de operatiedatum stoppen. Een aantal
voorbeelden hiervan zijn:
 Acenocoumarol;
 Marcoumar;
 Ascal;
 Aspirine;
 Diclofenac;
 Naproxen;
 Ibuprofen.
LET OP: Veel van deze medicijnen worden ook onder andere
namen verkocht bij drogist of apotheek.
Preoperatieve Screening
Op de polikliniek Preoperatieve Screening (POS) krijgt u alle
informatie die van belang is voor uw operatie. Er is aandacht
voor de voorbereiding, soort narcose of verdoving en
pijnbestrijding. Daarnaast bekijkt de anesthesioloog of u
lichamelijk in staat bent om een operatie te ondergaan. U wordt
lichamelijk onderzocht, soms is urine- of bloedonderzoek nodig
4
en wordt een ECG (hartfilm) gemaakt. De anesthesioloog
bepaalt samen met u welke medicatie u voor de operatie
inneemt en waarmee u moet stoppen.
Wat neemt u mee naar het Opnameplein?
 Uw afsprakenkaart;
 Een actuele medicijnlijst van uw eigen apotheek;
 Ingevulde vragenlijst.
Het Opnameplein is van maandag tot en met vrijdag bereikbaar
tussen 8.00 uur en 16.30 uur, via telefoonnummer 010 - 461
6410 of e-mail [email protected].
Fysiotherapie
Kort voor de operatie krijgt u een uitnodiging om op de afdeling
Fysiotherapie een bijeenkomst bij te wonen over oefeningen en
fysiotherapie tijdens en na de opname en over uw functioneren
na de operatie. Ook heeft u de gelegenheid om vragen te
stellen. Het lopen en traplopen met behulp van krukken, of zo
nodig een ander hulpmiddel, worden geoefend. Het is praktisch
als u uw krukken en/of rollator meebrengt, zodat deze
afgesteld kunnen worden op de juiste hoogte. De bijeenkomst
duurt een uur en uw partner of familielid is van harte welkom.
De operatie
Bij de operatie aan uw heupgewricht vervangt de arts het
aangetaste gewricht door een prothese. Er wordt een nieuwe
kom, steel en kop geplaatst. De kop en de kom passen precies
in elkaar. De prothese wordt, net als het eigen gewricht, op zijn
plaats gehouden door het gewrichtskapsel en de spieren.
Om het heupgewricht te kunnen bereiken, maakt de
orthopedisch chirurg een snede aan de zijkant. Vervolgens
moet hij het gewrichtskapsel openen om de kop uit de kom te
kunnen halen. In het heupgedeelte van het bovenbeen plaatst
de orthopedisch chirurg een titanium steel met een kop. In het
bekken wordt een kom geplaatst. Als de gewrichtskop in de
kom is gezet, kunnen de spieren en de operatiewond weer
gehecht worden.
5
Mogelijke complicaties
 Een infectie van de heupprothese of het gebied er omheen;
 Luxatie. De kop van de kunstheup schiet uit de kom.
Wanneer dit gebeurt, is dit meestal in de eerste drie
maanden. U dient zich daarom streng aan de
bewegingsinstructies, adviezen en regels te houden die u
verderop in deze folder naleest;
 Een nabloeding;
 Beenlengteverschil;
 Trombose of longembolie. U krijgt tot zes weken na de
operatie fragmin-injecties om dit te voorkomen. In het
ziekenhuis leert u hoe u zichzelf moet injecteren.
Thuissituatie/Nazorg
Na uw operatie bent u geruime tijd beperkt in uw
mogelijkheden. U moet gedurende zes weken met twee
krukken of een rollator lopen en u mag drie maanden niet
bukken. Het is van belang dat u van tevoren nadenkt over uw
omstandigheden thuis, eventuele aanpassingen alvast doet en
alvast hulp regelt. In de thuissituatie is het meestal handig om
naast krukken ook de beschikking te hebben over een looprekje
of een rollator. Thuiszorg is aan steeds strengere voorwaarden
gebonden en kan dus niet altijd worden ingezet.
Nacontrole
De hechtingen worden na ongeveer veertien dagen verwijderd
op de polikliniek Orthopedie. De verpleegkundige of, indien
nodig, de arts controleert dan ook uw wond. U heeft diezelfde
dag ook een afspraak bij de fysiotherapeut. Ongeveer zes
weken na de operatie komt u terug bij uw behandelend arts op
de polikliniek Orthopedie. Het is noodzakelijk contact op te
nemen met de assistente van de behandelend arts als:
 De wond gaat lekken;
 Er viezigheid (pus) uit de wond komt;
 De wond dik, rood en warm is en meer pijn doet;
 Uw temperatuur boven de 38,5 graden stijgt;
 U niet meer op uw been kan staan, terwijl dit van tevoren
wel goed mogelijk was;
6
Leefregels en adviezen
Zoals eerder in de mogelijke complicaties genoemd, kan er een
luxatie optreden. Om dit te voorkomen, moet u rekening
houden met het volgende:
 Niet over de negentig graden buigen, zie voorbeeld
afbeelding op pagina 19. Dit betekent ook dat u de eerste
zes weken uw eigen voeten niet mag wassen en geen kousen
kunt aantrekken, zie voorbeeld afbeelding op pagina 19. U
mag niet met de handen onder uw knieën komen;
 U mag niet bukken, dus geen spullen van de grond oprapen;
 Houd uw benen iets gespreid. Dit betekent niet met de
benen over elkaar zitten, en niet te dicht naast elkaar
houden, een klein beetje met wijde benen gaan zitten, zie
voorbeeld afbeelding op pagina 19;
 In principe slaapt u de eerste twaalf weken op de rug. Als u
toch een keer op uw zij wilt liggen dan mag dat, maar wel
met een kussen tussen uw onderbeen en bovenbeen. Slapen
in deze houding is onverstandig, omdat u niet weet wat u in
uw slaap doet;
 Wanneer u in of uit de stoel wilt stappen, zet dan het
geopereerde been naar voren. Dit geldt ook voor op en van
het toilet en in en uit bed, zie voorbeeld afbeelding op pagina
19;
 De fysiotherapeut leert u traplopen. U kunt dit nog eens
nakijken op de afbeeldingen op pagina 18;
 Wilt u zich wassen, maar loopt u met krukken? Hang dan een
plastic tasje aan uw arm waar uw benodigdheden in kunnen.
Zo kunt u zich toch zonder hulp verplaatsen;
 Als het mogelijk is, kunt u binnenshuis een rollator
gebruiken. Als u een looprekje thuis heeft, dan is het handig
om uw spullen te vervoeren in een fietsmandje of tasje dat u
aan het rekje hangt;
 De eerste twee weken zo min mogelijk lopen om de wond
rust te geven. Daarna mag u het lopen rustig uitbreiden,
zoals de fysiotherapeut u verteld heeft.
 Wanneer u onder de douche gaat, is het aan te raden om dit
staand te doen of zittend in een hoge stoel (tuinstoel). Een
antislipmat in de douche is veilig;
 Verwijder voor het douchen de pleister;
 Douche kort één keer per drie dagen, anders wordt de wond
te week en geneest deze niet goed;
7
 Spoel de wond na het douchen na met lauw water om de
zeepresten te verwijderen;
 Laat de wond / hechting drogen aan de lucht;
 Breng hierna een schone pleister aan op de wond;
 Als de hechtingen verwijderd zijn, kunt u weer gewoon
douchen zoals u gewend bent;
 Doe geen zware huishoudelijke taken, zoals stofzuigen en
ramen zemen;
 Het toilet, het bed en uw stoel moeten vanaf de grond
ongeveer vijftig centimeter hoog zijn. In de meeste gevallen
is voor op het toilet een verhoging nodig, die kunt u lenen bij
de thuiszorg. Bij het intakegesprek krijgt u hiervoor een
briefje mee.
Infectie
Bij een heupprothese blijft de kans op infectie altijd bestaan.
Als u in de toekomst een ingreep moet ondergaan moet u altijd
beschermd worden met antibiotica, om infecties te voorkomen.
U moet uw huisarts, tandarts of specialist van tevoren inlichten
als:
 Tanden en/of kiezen getrokken moeten worden;
 U een wortelkanaalbehandeling krijgt;
 U een operatie of een andere ingreep moet ondergaan. U
krijgt hiervoor een formulier mee dat u altijd moet bewaren.
8
DE OPNAME
Inleiding
U wordt opgenomen op de afdeling orthopedie, omdat u een
heupprothese krijgt. Dit deel van de folder geeft u duidelijkheid
over wat u kunt verwachten tijdens de opname. Dit is een
algemene richtlijn. In overleg met uw arts is het mogelijk dat er
van deze richtlijn wordt afgeweken.
Dag van opname
Als u de dag vóór de operatie wordt opgenomen:
 U wordt verzocht zich om 19.00 uur te melden op de afdeling
Orthopedie, waarna het opnamegesprek plaatsvindt;
 Na het opnamegesprek volgt bloedafname en wordt
gecontroleerd of u wondjes heeft;
 U wordt verzocht de zaal of kamer alleen te verlaten in
overleg met de verpleegkundige. Het is mogelijk dat de
orthopeed nog bij u langs wil komen;
 's Avonds na het bezoekuur krijgt u een microlax, deze wordt
rectaal toegediend en dient ervoor om het onderste deel van
de darmen leeg te maken.
Als u op de dag van de operatie wordt opgenomen:
 U wordt verzocht een dag vóór de operatie tussen 8.00 en
15.00 uur contact op te nemen met de afdeling Orthopedie
over hoe laat u zich op de afdeling Orthopedie moet melden;
 U heeft een recept voor een microlax meegekregen. Deze
dient u de avond vóór de operatie te gebruiken, om het
onderste deel van de darmen leeg te maken;
 Er vindt een opnamegesprek plaats. Hierna volgt
bloedafname en wordt gecontroleerd of u wondjes heeft;
9
Wat neemt u mee als u opgenomen wordt?
 Deze folder;
 Uw eigen medicatie in de originele verpakking;
 Ruimzittende nachtkleding;
 Ochtendjas;
 Goedzittende pantoffels, geen slippers;
 Goedzittende instapschoenen. Houdt er rekening mee dat uw
voeten dikker zijn na de operatie;
 Ruimzittende onderbroeken;
 Toiletspullen, inclusief shampoo;
 Lege tas voor het vuile wasgoed;
 Makkelijke kleding voor na de operatie als u weer uit bed
komt;
 Krukken of een ander hulpmiddel als dit met u is
afgesproken door de fysiotherapeut.
 Lange schoenlepel;
 Helping hand, een soort lange knijper die als verlengstuk van
uw arm gezien kan worden.
Dag van de operatie
Nuchterbeleid
Op de dag van uw operatie gelden de volgende regels:
 Operatie voor 12.00 uur ’s morgens, dan mag u niet meer
eten na 24.00 uur ’s nachts;
 Operatie na 12.00 uur ’s morgens, dan mag u om 06.00 uur
’s morgens twee beschuitjes met jam, zonder boter, en een
kopje thee. Geen melkproducten;
 Tot twee uur voor de operatie mag u water of thee drinken.
 U mag niet roken gedurende zes uur voor de operatie.
Het niet opvolgen van bovenstaande voorschriften kan
betekenen dat uw operatie niet doorgaat!
 Een eventueel kunstgebit of plaatje, bril, contactlenzen,
piercings, oorbellen en sieraden moet u voor de operatie
verwijderen. We raden u aan kostbare spullen thuis te laten;
 Kunst- of gelnagels en nagellak, ook blanke op vingers en
tenen moeten worden verwijderd;
 U zorgt dat u gedoucht bent en geen lotions, parfums, makeup en dergelijke gebruikt;
10
 Ruim voor u opgeroepen wordt voor de operatie moet u zich
ontkleden en krijgt u een operatiejasje aan, zodat u op tijd
klaar bent;
 Als u opgeroepen wordt krijgt u een tablet dat een
rustgevende werking heeft en twee paracetamol tabletten
om alvast de pijnbestrijding te starten. Vervolgens wordt u
naar de voorbereidingskamer gebracht, waar een infuus
ingebracht wordt en waar u een ruggenprik krijgt. Op de
operatiekamer wordt een urinekatheter ingebracht;
 Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Daar worden
uw bloeddruk en andere functies regelmatig gecontroleerd;
 U heeft een infuus en in de wond zit een drain die het bloed
en het wondvocht afvoert. Als het kan, krijgt u een deel van
uw eigen bloed weer terug via het bellovac-systeem. Hierbij
vangt een reservoir via een drain uw bloed op, dit krijgt u via
een infuus terug;
 Als u terug bent op de afdeling worden regelmatig diverse
controles uitgevoerd om uw lichamelijke toestand in de gaten
te houden;
 De verpleegkundige belt de eerste contactpersoon die door u
is opgegeven om door te geven dat u op de afdeling terug
bent. De verpleegkundige geeft geen medische gegevens
door. Bezoek mag pas tijdens de bezoekuren langskomen;
 Het is belangrijk dat u tijdig en regelmatig aangeeft hoe u
zich voelt en of u pijn heeft. Standaard krijgt u vier keer per
dag medicatie tegen de pijn. Als u ondanks deze
pijnmedicatie nog veel pijn heeft, krijgt u extra pijnmedicatie
toegediend in de vorm van een injectie of een zetpil. Geef
pijnklachten op tijd aan, omdat deze dan adequater te
bestrijden zijn. Het doel is u zo pijnvrij mogelijk te houden.
Als u te lang wacht met vragen, duurt het langer voordat de
medicijnen werken.
 Eten en drinken na de operatie gaat in overleg met de
verpleegkundige;
 U krijgt om 17.00 uur een injectie toegediend die trombose
voorkomt (Fragmin).
11
Dag 1 na de operatie












Uw blaaskatheter wordt verwijderd;
U verzorgt zich op bed met behulp van de verpleging;
De wonddrain wordt verwijderd;
Het verband op de heup wordt gecontroleerd en zo nodig
wordt de wond opnieuw verbonden. Als u een
druk/rekverband (spica) om de heup heeft, dan blijft deze
een paar dagen zitten om wondlekkage te voorkomen;
Er wordt bloed afgenomen;
U krijgt op vaste tijden uw (pijn)medicatie;
Uw infuus wordt verwijderd als u voldoende eet en drinkt en
als uw bloeduitslagen goed zijn;
De fysiotherapeut komt u behandelen. U begint met
oefeningen op bed;
Er wordt een röntgenfoto van uw heup gemaakt;
U gaat voor de eerste keer uit bed, mits uw toestand dit
toelaat;
Drie keer per dag wordt uw pijnscore bijgehouden, maar ook
nu geldt: geef pijnklachten op tijd aan;
U krijgt om 17.00 uur een injectie toegediend die trombose
voorkomt (Fragmin). Daarbij krijgt u uitleg van de
verpleegkundige, zodat u het de volgende dag zelf kunt.
Dag 2 na de operatie
 U verzorgt zichzelf op bed met behulp van waskommen,
daarbij krijgt u hulp van de verpleging bij de onder- en
achterkant van het lichaam;
 Het verband op de heup wordt gecontroleerd en zo nodig
wordt de wond opnieuw verbonden;
 U komt uit bed onder leiding van de verpleegkundige;
 U gaat starten met lopen onder begeleiding van de
fysiotherapeut met een looprekje, krukken of rollator. Als de
fysiotherapeut toestemming geeft, mag u met een
loophulpmiddel naar het toilet lopen;
 U wordt verzocht vanaf nu geen nachtkleding meer te dragen
overdag, u draagt gemakkelijk zittende kleding;
 U dient zichzelf om 17.00 uur de fragmin-injectie toe onder
begeleiding van de verpleegkundige;
 U krijgt op vaste tijden uw (pijn)medicatie.
12
Dag 3 na de operatie
 U verzorgt zichzelf in de wasruimte. U krijgt hulp bij de
onder- en achterkant van het lichaam;
 Er wordt bloed afgenomen;
 Het verband op de heup wordt gecontroleerd en zo nodig
wordt de wond opnieuw verbonden;
 U komt voor langere tijd uit bed. De fysiotherapeut gaat met
u lopen met een looprekje of krukken en oefent, indien
nodig, traplopen;
 U krijgt op vaste tijden uw (pijn)medicatie;
 U dient zichzelf om 17.00 uur de fragmin-injectie toe onder
begeleiding van de verpleegkundige;
 Als uw herstel het toelaat, bereiden wij uw ontslag voor de
volgende dag voor en als u heel voorspoedig herstelt mag u
soms al deze avond naar huis;
 Ontslagcriteria zijn:
o Zelfstandig en veilig in/uit bed, lopen, naar toilet
gaan en indien nodig traplopen;
o Geen of minimale wondlekkage;
o Geen andere complicaties.
 De verpleegkundige overhandigt u de ontslagpapieren,
neemt ze met u door en geeft indien mogelijk antwoord op
uw vragen.
Dag 4 na de operatie
 U verzorgt zichzelf in de wasruimte. U krijgt hulp bij de
onder- en achterkant van het lichaam;
 U komt het grootste deel van de dag uit bed, wel gaat u
regelmatig even rusten, ook als u al thuis bent;
 Vóór ontslag controleren wij uw wond en verbinden deze
opnieuw als dat nodig is;
 De fysiotherapeut komt voor de laatste keer met u oefenen
met lopen en eventueel traplopen;
 U krijgt op vaste tijden uw (pijn)medicatie;
 Als de wond niet lekt, dan mag u vanaf nu douchen;
 Als u deze nog niet in huis heeft kunt u pleisters kopen bij de
Poli-Apotheek van het Sint Franciscus Gasthuis of bij uw
eigen apotheek. Deze pleisters worden niet vergoed door de
verzekering;
13
 Medicatie krijgt u via de Poli-Apotheek van het Sint
Franciscus Gasthuis mee naar huis of u krijgt een recept
mee.
 Als uw familie u ophaalt, dan kunnen zij vanuit de Centrale
Hal op de begane grond een rolstoel meenemen om u
hiermee naar beneden te vervoeren. Het is niet toegestaan
om hiervoor een rolstoel van de afdeling te gebruiken;
 Als vervoer voor u is besteld, dan brengt de verpleegkundige
u naar de Centrale Hal van het ziekenhuis. Hier wordt u
opgehaald door een rolstoelbus, die u naar huis brengt.
 De orthopeed schrijft een overdracht aan uw huisarts. Deze
sturen we direct op aan de huisarts.
14
FYSIOTHERAPIE
Inleiding
Meestal begint u de eerste dag na de operatie onder
begeleiding van de fysiotherapeut met oefeningen op bed. Het
doel van deze oefeningen is het stimuleren van de doorbloeding
van uw benen, het verbeteren van het gevoel in uw spieren en
de beweeglijkheid van uw heup. U moet altijd wel goed opletten
dat uw heup niet verder buigt dan negentig graden. In deze
folder leest u over de verschillende fasen en de daarbij
behorende oefeningen. In enkele gevallen is nabehandeling
door de fysiotherapeut gewenst bij u in de buurt.
Fase 1
Oefeningen voor de eerste dag na een totale heupoperatie:
Oefening 1
Uw voet optrekken en
wegduwen. Zo vaak mogelijk.
Oefening 2
Uw bovenbeenspieren
aanspannen en uw knieholte in
het bed duwen. Zo vaak
mogelijk.
Oefening 3
Uw bilspieren aanspannen en
deze net iets optillen. Zo
vaak mogelijk.
Oefening 4
Uw been buigen in uw heup en
knie vanuit platte rugligging,
waarbij de voet over het bed
richting uw bil schuift. Maak de
onderlaag zo glad mogelijk.
Drie keer per dag, tien keer.
15
Oefening 5
Vanuit rugligging uw been met
gestrekte knie zijwaarts over
het bed schuiven en weer
terug. Drie keer per dag, tien
keer.
Daarnaast dient u twee keer per dag 30 tot 45 minuten plat op
uw rug te liggen.
Fase 2
Als het oefenen goed gaat, mag u onder begeleiding van de
verpleging even uit bed en in de stoel zitten. Het uit en in bed
gaan, gaat met behulp van een looprekje. Als u opstaat vanuit
de stoel en bij het gaan zitten in de stoel, moet u de
armleuningen gebruiken en het geopereerde been vooruit
steken, zie voorbeeld afbeelding op pagina 19.
Fase 3
Als u zich goed voelt en er zijn geen complicaties, wordt gestart
met het oefenen van het lopen met een loophulpmiddel. Dit is
doorgaans de tweede dag na de operatie. Meestal is dit eerst
met een looprekje en later met elleboogkrukken of rollator.
Afhankelijk van de situatie kunt u ook nog andere
loophulpmiddelen gebruiken. Meestal mag u hierbij gewoon op
uw been staan.
Fase 4
In deze fase volgt het ontslag uit het Sint Franciscus Gasthuis.
Wij streven ernaar om dit plaats te laten vinden op de vierde
dag na de operatie. Afhankelijk van de situatie kan dit ook
eerder of later zijn. Vanuit fysiotherapeutisch gezichtspunt
gelden de volgende criteria voor ontslag:
 U kunt veilig en alleen lopen met een goed loophulpmiddel.
Indien nodig en toegestaan, kunt u ook veilig traplopen;
 U kunt zelfstandig de beschreven oefeningen uitvoeren;
 U voldoet aan de medische en verpleegkundige criteria.
16
In de regel is er thuis geen fysiotherapie meer nodig. Als dat
wel nodig is, dan hoort u dit van de fysiotherapeut of specialist
en krijgt u een verwijzing en overdracht mee.
Zes weken na de operatie
In overleg met de fysiotherapeut breidt u de oefeningen uit.
Hierbij zijn de volgende oefeningen mogelijk:
 Oefening 4 en 5
U voert deze ook de eerste zes weken na de operatie op
dezelfde manier uit. Vier keer per dag twaalf keer.
Vanaf 2 weken na de operatie:
 Oefening 6
U staat rechtop met steun van de armen op aanrecht, tafel of
hoge stoelleuning. Dan spreidt u om de beurt de linker- en
de rechtervoet ongeveer 25 centimeter zijwaarts uit. Let er
hierbij op dat de tenen recht naar voren blijven wijzen. Twee
keer per dag tien keer per been.
 Oefening 7
U staat rechtop met steun van de arm aan de niet
geopereerde zijde op het aanrecht, tafel of hoge
stoelleuning. U trekt nu om de beurt de linker- en de
rechterknie op tot het bovenbeen horizontaal is. Twee keer
per dag tien keer per been.
Lopen met krukken
U dient met krukken, rollator of een looprekje te lopen, zoals u
dat geleerd heeft van uw fysiotherapeut. De eerste zes weken
loopt u met twee krukken of rollator. Bij de controle, na zes
weken, hoort u van de arts wanneer en hoe u mag afbouwen.
Als u met één kruk mag lopen, dan neemt u deze kruk aan de
niet geopereerde zijde.
Vanaf het moment dat de hechtingen zijn verwijderd, mag u
buiten gaan lopen. U begint met kleine stukjes van vijf minuten
en dit mag u, op geleide van pijn en zwelling, met een paar
minuten per dag uitbreiden. Boodschappen doen, mag pas na
zes weken. U mag alleen traplopen als u daarvoor toestemming
heeft gekregen van uw arts en/of fysiotherapeut in het
ziekenhuis. Anders mag u de eerste zes weken geen traplopen.
17
Traplopen
Trap op
Eerst stapt u met het niet
geopereerde been op de hoger
gelegen traptrede, vervolgens
trekt u het geopereerde been en
de stok bij. Dit herhaalt u tot u
boven bent.
Trap af
Eerst plaatst u de stok een trede
omlaag, vervolgens zet u het
geopereerde been naast de stok,
hierna zet u het niet geopereerde
been erbij.
Zitten
Tijdens het gaan staan of gaan
zitten steunt u hooguit licht op het geopereerde
been. Hierbij schuift u het geopereerde been recht naar voren
en strekt u de knie. U mag uw benen niet over elkaar plaatsen.
Gaat u niet zitten op een stoel, toilet of bed dat lager is dan uw
kniehoogte. Dit voorkomt dat u verder buigt in de heup dan
negentig graden.
Opstaan en gaan zitten
Steek eerst uw geopereerde been recht vooruit, gebruik dan uw
armen om rechtovereind recht te komen.
18
Iets oprapen
Ondersteun uw lichaam met één arm. Kniel dan neer op de knie
van het geopereerde been.
Wat niet te doen
Niet verder dan
negentig graden
voorover buigen.
Niet met uw benen
over elkaar zitten
en niet op een stoel
zonder leuningen
zitten.
Niet voorover
buigen bij het
zitten.
Niet naar uw voeten
reiken door
extreem door uw
heup te buigen en
uw onderbeen naar
buiten te draaien.
Niet naar uw voet
reiken door uw
benen te kruisen
19
OVERIGE INFORMATIE
Seksualiteit na totale heupprothese
De meeste heupaandoeningen geven een pijnlijke beperking
van de functie van het heupgewricht. Het uitstrekken, draaien
en spreiden van de heup gaat moeilijker en is soms pijnlijk.
Deze bewegingsbeperkingen van de heup zijn ook van invloed
bij het vrijen. Na de plaatsing van de totale heupprothese is na
een paar weken de pijn helemaal weg. Het bewegen gaat weer
soepel en het sluiten, draaien en spreiden van de benen is weer
mogelijk. De eerste drie maanden na de operatie heeft u nog
een aantal beperkingen in bewegingen:
 U mag uw benen niet over elkaar slaan;
 U mag uw heupen maximaal negentig graden buigen;
 U mag uw benen zeker niet naar binnen draaien;
 Het spreiden van uw benen is in de eerste weken nog licht
beperkt tot ongeveer veertig graden;
 U moet voorzichtig zijn omdat het nieuwe gewrichtskapsel
nog niet gevormd is en uw heup uit de kom kan gaan bij
geforceerde bewegingen en zeker bij het naar binnen draaien
van uw been.
In de weken daarna neemt de beweeglijkheid langzaam toe.
Toch moet u nog voorzichtig zijn met draaien en spreiden van
de benen, bewegingen die de meeste mensen tijdens het vrijen
maken. U kunt met een gerust hart vrijen. U moet wel van
tevoren even goed nadenken bij het draaien en spreiden van de
heup. Wanneer u dat met zorg en overleg doet, kan er niets
gebeuren. U kunt dan rustig in rugligging vrijen of een andere
positie kiezen, bijvoorbeeld zittend. Zijligging raden we af,
omdat dan de benen te gemakkelijk over elkaar slaan of
wegglijden. Na verloop van tijd wordt de beweging in uw heup
steeds soepeler, het gewrichtskapsel steviger en u voelt uw
heup bijna niet meer. U moet er rekening mee houden dat het
spreiden van de heup nooit meer is zoals vroeger, dus licht
beperkt. Spreiden tot zestig graden is geen probleem. U mag
uw heup nooit naar binnendraaien. Als u aan deze zaken denkt,
kunt u zonder problemen vrijen. Bij enige twijfel kunt u altijd
uw arts raadplegen.
20
Vervoer
U mag niet met het openbaar vervoer reizen en niet autorijden.
Meerijden in de auto mag, maar alleen in beperkte mate.
Gebruik hierbij zoveel mogelijk een ruime en hoge auto en zet
de stoel zover mogelijk naar achteren. U mag pas zelf
autorijden na drie maanden en als u de krukken niet meer
nodig heeft.
Bezoektijden
Uw bezoek is iedere dag welkom van 15.30 tot 16.30 uur en
van 18.30 tot 20.00 uur. In het weekend is er een extra
bezoekuur van 11.00 tot 12.00 uur. Wel moeten
werkzaamheden, zoals fysiotherapie, ongehinderd kunnen
doorgaan.
Website
Verdere informatie over de totale heupprothese en andere
orthopedische operaties kunt u vinden op de website
www.orthopedie-rotterdam.nl.
Vragen
Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, dan kunt u
op werkdagen tussen 8.00 en 16.00 uur telefonisch contact
opnemen met de polikliniek Orthopedie, via telefoonnummer
010 - 461 6270.
Voor dringende zaken buiten kantooruren kunt u telefonisch
contact opnemen met de verpleegafdeling Orthopedie, via
telefoonnummer 010 - 461 6317. De volgende
telefoonnummers zijn voor u van belang:
 Afdeling Fysiotherapie, via telefoonnummer 010 - 461 6027
 Opnameplein, via telefoonnummer 010 - 461 6410 of
e-mail [email protected].
Maart 2014
21