Inspectierapport Peuterspeelzaal 't Debberke (PSZ) Mgr. Zwijsenstraat 85 5683 HB BEST Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: GGD Brabant-Zuidoost BEST 11-06-2014 Regulier onderzoek Definitief Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 5 Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen .... 5 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 6 Personeel en groepen ....................................................................................................... 9 Veiligheid en gezondheid ................................................................................................. 10 Ruimte en inrichting ........................................................................................................ 11 Ouderrecht .................................................................................................................... 12 Inspectie-items .................................................................................................................. 12 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 19 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 19 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ............................................................................ 20 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 11-06-2014 Peuterspeelzaal 't Debberke te BEST Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek, waarbij alle items zijn getoetst. Beschouwing Peuterspeelzaal Debberke is een peuterspeelzaal die valt onder de Stichting Peuterspeelzalen Best. Deze stichting coördineert, stelt algemene richtlijnen vast, onderhoudt de contacten met de gemeente en verzorgt de contacten naar buiten toe. De bestuursleden werken op vrijwillige basis. Er is een coördinator in loondienst. De stichting heeft ook een ouderraad. Deze ouderraad kent een afvaardiging van ouders van alle peuterspeelzalen. De ouderraad heeft adviserende functie zonder zeggenschap, zorgt voor ondersteuning van de leidsters en voor extra handen bij de praktische uitvoering van thema's. Peuterspeelzaal Debberke is in 1986 opgericht. Met ingang van februari 2012 is Debberke geïntegreerd in Brede School Hoge Akker aan de Mgr Zwijssenstraat in Best. De brede school is in 2011-2012 compleet gerenoveerd en er is nieuwbouw gepleegd. Naast de peuterspeelzaal is er o.a. Korein Kinderplein Mgr. Zwijssenstraat gevestigd met 3 dagopvanggroepen en 1 groep buitenschoolse opvang. Verder is er een dependance van basisschool St. Bernardus (4 combinatieklassen), en gebruikt de wijkvereniging deze brede school voor activiteiten. De peuterspeelzaal betrekt kinderen uit de wijk Salderes en het Centrum. De kinderen komen in 3 vaste groepen, in een vaste combinatie van 2 of 4 dagdelen (VVE-geïndiceerde kinderen) spelen. Daarnaast is er een groep op de woensdagochtend, waar kinderen van 3 jaar uit de verschillende groepen een extra dagdeel komen. Per groep zijn er 2 vaste beroepskrachten werkzaam die extra ondersteund worden door een vrijwilligster. Ook zijn er regelmatig stagiaires. Het activiteitenprogramma voor deze peuters is gebaseerd op Startblokken. Dit is een programma voor Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE). De programma´s hebben een ontwikkelingsgerichte aanpak. Inspectiegeschiedenis In januari 2012 is peuterspeelzaal Bam Bam voor de eerste maal geïnspecteerd op de kwaliteitseisen van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen Peuterspeelzalen. Er werden overtredingen geconstateerd op item veiligheid en gezondheid, pedagogisch beleidsplan en klachtrecht. In 2013 is de peuterspeelzaal op alle items getoetst en voldeed aan de Wet. Handhaving Naar aanleiding van het bezoek in 2012 heeft de gemeente Best d.d. 25-07-2012 een handhavingsbrief gestuurd. De GGD heeft opdracht gekregen voor een nader onderzoek. Nader onderzoek Op 10-11-2012 heeft er een nader onderzoek (documentenonderzoek) plaatsgevonden. Tijdens dit onderzoek is geconstateerd dat de peuterspeelzaal volledig voldoet aan kwaliteitseisen van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen Peuterspeelzalen. Huidige inspectie op 11-06-2014 Tijdens de inspectie heeft een observatie plaatsgevonden op een woensdagochtend. Op moment van de observatie is gestart met het thema ‘supermarkt’. De toezichthouder heeft gesproken met de beroepskrachten. De beroepskrachten stellen zich open en enthousiast op en beantwoorden de vragen van de toezichthouder op een heldere wijze. Tevens heeft de toezichthouder gesproken met de coördinator. Tijdens de inspectie is geconcludeerd dat het kindercentrum niet volledig voldoet aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Voor verdere toelichting zie daarvoor het onderstaand ‘advies aan College en B&W’. In het rapport staat een aandachtpunt vermeld (onder item veiligheid en gezondheid), waarop de houder een verbetertraject kan uitzetten. Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 11-06-2014 Peuterspeelzaal 't Debberke te BEST Advies aan College van B&W Geen handhaving. Conclusie: De peuterspeelzaal voldoet niet aan de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzaal. Er is de volgende overtreding geconstateerd: De vrijwilliger werkzaam op de locatie is in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die ouder is dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Op 10-07-2014 vóór het opmaken van het definitieve rapport is de VOG van de vrijwilliger digitaal aangeleverd door de houder. De GGD heeft deze ingezien en alsnog kunnen beoordelen. De VOG voldoet aan de wettelijke norm. De GGD adviseert de gemeente niet te handhaven op bovenstaande overtreding. Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 11-06-2014 Peuterspeelzaal 't Debberke te BEST Observaties en bevindingen Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen De toezichthouder toetst of het peuterspeelzaalwerk wordt georganiseerd volgens de Wettelijke kwaliteitseisen voor kinderopvang en peuterspeelzalen. Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet Gedurende het verblijf in de peuterspeelzaal wordt verzorging en opvoeding geboden en wordt een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. Het verblijf in de peuterspeelzaal is uitsluitend bestemd voor kinderen in de leeftijd van twee jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs. Gebruikte bronnen: Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen Pedagogisch beleidsplan Peuterspeelzalen Best website: www.peuterspeelzalenbest.nl Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 11-06-2014 Peuterspeelzaal 't Debberke te BEST Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: • emotionele veiligheid • persoonlijke competentie • sociale competentie • overdracht van normen en waarden. Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk wordt het beleidsplan gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Ook is gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot het pedagogisch werkplan en de mogelijkheid om daarvan kennis te kunnen nemen. Pedagogisch beleid Stichting Peuterspeelzalen Best heeft een pedagogisch beleidsplan dat geldt voor al haar zes speelzalen. In de bijlage van het pedagogisch beleidsplan is een pedagogisch werkplan ontwikkeld dat voor iedere speelzaal geldt. Pedagogische praktijk Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum. De gebruikte beschrijvingen zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de beschrijving uit het veldinstrument volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Emotionele veiligheid Het bieden van emotionele veiligheid is van primair belang, niet alleen omdat het bijdraagt aan het welbevinden van de kinderen nu, maar ook omdat een onveilig klimaat het realiseren van de andere pedagogische doelstellingen in de weg staat. Als een kind zich niet veilig voelt, gaat het niet op ontdekking uit en durft het geen nieuwe uitdagingen aan te gaan. Het kind ontwikkelt geen zelfvertrouwen en er kan geen sprake zijn van innerlijke groei door positieve ervaringen. ‘Het welbevinden van de kinderen is goed. De meeste kinderen zijn ondernemend, energiek en vol aandacht. Zij genieten van de dingen die gebeuren en die zijzelf kunnen. Zij zijn ingespannen met iets bezig, maar kunnen daarna ook weer ontspannen.’ Observatie In de peutergroep is gezien dat kinderen zich vrij door de ruimte bewegen en zelfstandig in de speelhoeken spelen. Zo spelen enkele kinderen in de autohoek, aan tafel en in de huishoek/ ‘supermarkthoek’ wordt een rollenspel gespeeld. De kinderen reageren positief op elkaar en er is veel interactie tussen de kinderen tijdens het spelen van het rollenspel. 'De beroepskrachten hebben gesprekjes met de kinderen waarbij zij 'beurt-wisselen': beroepskrachten en kinderen dragen beiden bij aan de inhoud en voortgang van het gesprek. Beroepskrachten stemmen de timing en de inhoud van de interacties op passende wijze af op de situatie en/of het begripsniveau van het kind.' Observatie Tijdens de opening van de ochtend wordt in een kring iedereen welkom geheten. Alle kinderen mogen dan ook iets vertellen. Gezien is dat er gezellig wordt gepraat. Ook tijdens het voorlezen van een boekje wordt ingegaan op wat een kind vertelt (naar aanleiding van het verhaal uit het boek) over haar eigen hond. Ook de andere kinderen willen iets over de eigen hond of over de hond van opa en oma vertellen. De beroepskracht zorgt dat alle kinderen aan de beurt komen. Er heerst een positieve en enthousiasmerende sfeer. Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 11-06-2014 Peuterspeelzaal 't Debberke te BEST Persoonlijke competentie Bij jonge kinderen zijn exploratie en spel de belangrijkste middelen om greep te krijgen op hun omgeving. Door exploratie ontdekt het kind nieuwe handelingsmogelijkheden die vervolgens in spel worden geoefend, uitgebouwd, gevarieerd en geperfectioneerd. Exploratie en spel zijn intrinsiek gemotiveerd; de kwaliteit van exploratie en spel is een voorspeller van hun latere creativiteit, onafhankelijkheid en veerkracht. ‘De beroepskrachten geven duidelijke informatie over start, verloopt en einde van een activiteit; de situatie is voor kinderen inzichtelijk.’ Observatie In de peutergroep zijn duidelijke rituelen zichtbaar tussen de overgangen tussen verschillende activiteiten, zoals het doorgeven van de handpop en elkaar goedemorgen wensen, het zingen van een lied of een kringversje over ‘boekenbeer’ voor het lezen van een boek, etc. Het ‘hulpje van de dag’ mag assisteren bij het kenbaar maken van een activiteitenwisseling. Sociale competentie Het samenzijn met vertrouwde pedagogisch medewerkers en bekende leeftijdsgenoten bevordert de ontwikkeling van relaties en bevordert dus een gevoel van veiligheid. Goede relaties met leeftijdsgenoten bevorderen de kwaliteit van hun uitwisselingen en van hun spel. In een vertrouwde groep leeftijdsgenoten kunnen kinderen gevoelens van verbondenheid en sociale verantwoordelijkheid ontwikkelen. ‘De beroepskrachten helpen de kinderen actief mee om sociale vaardigheden met leeftijds- en/of groepsgenootjes te ontwikkelen.’ Observatie Tijdens de zelfstandige activiteiten spelen een aantal kinderen een rollenspel in de ’supermarkthoek’. Kinderen worden aangesproken op hun medeverantwoordelijkheid en omgang met elkaar. Zo is zichtbaar dat de beroepskracht de kinderen er op attendeert om elkaar te helpen in de ‘supermarkt’. Als een kind de boodschappen afrekent, vraagt de beroepskracht aan een ander kind om de boodschappentasjes te gaan zoeken. De positieve groepssfeer blijft aanwezig. Overdracht van normen en waarden Het gedrag van de groepsleiding speelt een cruciale rol bij de morele ontwikkeling van kinderen. Door de reactie van groepsleiding en de uitleg die zij daarover geven, ervaren kinderen de grenzen van goed en slecht, van anders, van mogen en moeten. Kinderen begrijpen beter waarom bepaald gedrag verwacht wordt in bepaalde situaties. Deze kennis geeft kinderen zekerheid over hun eigen functioneren (zelfvertrouwen) en leidt tot betere zelfsturing en sociale interactie. ‘In de ruimte is op specifieke plaatsen informatie aanwezig (pictogram, woord, slogan, lijstje) waardoor kinderen weten welke afspraken of regels op die plaatsen en in de gehele ruimte gelden.’ Observatie In de groepsruimte hangen dagritmekaarten waarop de dagindeling met tekeningen staat uitgebeeld. Daarnaast hangen er pictogrammen en woordkaarten bij de speelhoeken. In de kasten staan plastic bakken met speelgoed, waarop een foto of tekening van het spelmateriaal zichtbaar is. Op deze wijze worden kinderen gestimuleerd om zelfstandig materiaal te pakken en op te ruimen. Conclusie Op basis van de observatie is geconstateerd dat de pedagogische praktijk voldoet. Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 11-06-2014 Peuterspeelzaal 't Debberke te BEST Voorschoolse educatie De Stichting Peuterspeelzalen Best werkt op alle locaties met het VVE-programma 'Startblokken van Basisontwikkeling'. Er wordt nauw samengewerkt met Zuidzorg en de basisscholen. Op dit moment zijn er op deze locatie 3 VVE-geïndiceerde kinderen. Aanbod Peuterspeelzaal Debberke is op maandag, donderdag en vrijdag in de ochtend en op maandag, dinsdag en donderdag in de middag geopend. Daarnaast is de peuterspeelzaal een extra dagdeel, nl. woensdagochtend voor 3+ kinderen geopend. Inzet beroepskrachten De inzet van beroepskrachten in de groep bedraagt één beroepskracht per acht kinderen (2,5 – 4 jaar). Groepen In de praktijk worden maximaal 16 kinderen opgevangen. Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie. Tijdens de inspectie zijn deze ingezien. De beroepskrachten hebben tevens het VVE certificaat startblokken. Ook deze zijn tijdens de inspectie ingezien. Opleidingsplan De houder heeft een opleidingsjaarplan opgesteld waarin o.a. het de volgende is opgenomen: -verdiepingscursus 'Kijk'; -terugkombijeenkomst VVE; -training ‘Peuters met opvallend gedrag’; -intervisiebijeenkomsten alle medewerkers van alle zalen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (hr. M. Lamers, coördinator) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (woensdag 11-06-2014 van 08.30 - 10.00 uur) Pedagogisch beleidsplan (2012) VVE-certificaten (van twee beroepskrachten) Opleidingsplan voorschoolse educatie (2014) Observatie: woensdag 11-06-2014 Tijd: 08.30 - 10.00 uur Aanwezige kinderen: 14 Aanwezige beroepskrachten: 2 beroepskrachten en 1 vrijwilliger Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 11-06-2014 Peuterspeelzaal 't Debberke te BEST Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). In 2014 wordt getoetst of de VOG's zijn opgenomen in continue screening. Verklaring omtrent het gedrag Tijdens de inspectie zijn de nieuwe verklaringen omtrent gedrag (VOG's) van twee beroepskrachten, 1 invalkracht en van de coördinator in verband met de continue screening ingezien. Het screeningsprofiel van deze VOG's voldoet aan de gestelde voorwaarden. De VOG van de vrijwilliger is ouder dan twee jaar. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde niet is voldaan: De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Tijdens de inspectie zijn de diploma's van de beroepskrachten ingezien. De diploma's voldoen aan de gestelde eisen. Vrijwilligersbeleid De houder heeft een vrijwilligersbeleid opgesteld, dat in 2012 is herzien. In het beleid zijn de minimumeisen waar een vrijwilliger aan dient te voldoen en afspraken opgenomen. De taakomschrijving staat beschreven in de bijlage opgenomen profielschets. De houder heeft een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio De speelzaalgroepen van de stichting bestaan uit maximaal 16 kinderen. Opvang in groepen Peuterspeelzaal Debberke heeft één peutergroep van maximaal 16 kinderen. Op woensdag- en vrijdagmiddag en op dinsdagochtend is de speelzaal gesloten. Op de verschillend gekoppelde dagdelen werken steeds twee dezelfde vaste beroepskrachten. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Alle documenten zijn in de Nederlandse taal geschreven en in de peuterspeelzaal wordt Nederlands gesproken. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (hr. M. Lamers, coördinator) Interview anderen (beroepskrachten) Verklaringen omtrent het gedrag (van 2 beroepskrachten, invalkracht, vrijwilliger en coördinator) Diploma's beroepskrachten (van 2 beroepskrachten) Vrijwilligersbeleid (januari 2012, vrijwilligersstatuut, januari 2012) Plaatsingslijsten (mei 2014) Personeelsrooster (mei 2014) Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 11-06-2014 Peuterspeelzaal 't Debberke te BEST Veiligheid en gezondheid Binnen dit domein zijn de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Onder andere is gekeken naar de datum van inventarisatie en of de inhoud de actuele situatie betreft. In de praktijk wordt gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met het beleid veiligheid en gezondheid. Ook is binnen dit domein gekeken naar de meldcode kindermishandeling. In de praktijk is gekeken naar de kennis bij de beroepskrachten over de inhoud van de meldcode. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid De risico-inventarisatie veiligheid is uitgevoerd door de twee vaste beroepskrachten in september 2013. De risico-inventarisatie is uitgevoerd in alle, voor kinderen, toegankelijke ruimtes. Risico-inventarisatie gezondheid De risico-inventarisatie gezondheid is uitgevoerd door de twee vaste beroepskrachten in september 2013. De verplichte onderdelen, zoals: overdracht ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen zijn daarin meegenomen. De beroepskrachten vertellen dat zij de inventarisaties plannen aan het begin van het schooljaar. Zij voeren deze samen uit. Uitvoering beleid veiligheid en gezondheid Op grond van gesprek met de beroepskrachten is geconcludeerd dat zij het beleid kennen en over het algemeen op een juiste wijze in de praktijk brengen. Er is een volgend aandachtspunt geconstateerd: De risico-inventarisatie veiligheid is op locatie ingekeken. De risico-inventarisatie gezondheid is nagestuurd. Men kon deze niet op locatie laten inzien. In de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid komt niet duidelijk naar voren welke ruimtes er zijn en zijn meegenomen, of er een actieplan is opgesteld, of de huisregels zijn nagekeken en geactualiseerd en wanneer en hoe deze worden besproken met de vrijwilligers, invalkrachten of stagiaires. Omdat er risico-inventarisaties aanwezig zijn en de beroepskrachten aangeven dat er geen acties uit voort zijn gekomen, wordt het nu als aandachtspunt beschouwd. Meldcode kindermishandeling De meldcode kindermishandeling die is opgesteld voldoet aan de vastgestelde eisen. Op grond van gesprek met de beroepskrachten is geconcludeerd dat zij het beleid minimaal kennen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (hr. M. Lamers, coördinator) Interview anderen (beroepskrachten) Risico-inventarisatie veiligheid (september 2013) Risico-inventarisatie gezondheid (september 2013) Meldcode kindermishandeling (4-6-2014) Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 11-06-2014 Peuterspeelzaal 't Debberke te BEST Ruimte en inrichting Binnen dit domein zijn zowel de binnen- als de buitenruimte beoordeeld. Hierbij gaat het om het aantal vierkante meters beschikbaar per kind (3,5 m²; voor de binnenruimte en 3 m²; voor de buitenruimte) en de inrichting van de ruimten. Binnenruimte De speelzaal heeft één groepsruimte met aangrenzend kindertoiletjes en een verschoontafel. Oppervlakte 57m² aantal kinderen 16 kinderen beschikbare m² per kind: 3,5 m² De peuterspeelzaal heeft grote ramen naar de centrale hal van de onderbouw van de school. De ruimte is ingericht in veel aparte hoekjes zoals een huishoek, een bouwhoek en een autohoek. Er staat een bank en er zijn hoge tafels met hoge banken er omheen. Buitenspeelruimte De peuterspeelzaal heeft een aangrenzend omheinde eigen buitenruimte van 62 m². De buitenspeelzaalruimte is betegeld en er staat rijdend materiaal voor de kinderen. Navraag leert dat de kinderen ook onder toezicht op het naastgelegen speelterrein van de onderbouw van de school spelen. Oppervlakte aantal kinderen 62 m² 16 aantal m² per kind: 3,8 m² Gebruikte bronnen: Observaties (woensdag 11-06-2014 van 08.30 - 10.00 uur) Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 11-06-2014 Peuterspeelzaal 't Debberke te BEST Ouderrecht Binnen dit domein is beoordeeld hoe de houder de ouders informeert inzake het beleid. Tevens is gekeken naar de klachtenprocedure van het kindercentrum. Informatie De houder van de peuterspeelzaal informeert ouders via een infoboekje, de site www.peuterspeelzalenbest.nl, tijdens de intakegesprekken en op ouderavonden. Het inspectierapport is gepubliceerd op de eigen website. Klachten Stichting Peuterspeelzalen Best is aangesloten bij de Stichting Klachtencommissie Kinderopvang (SKK). Tijdens de inspectie is het klachtenjaarverslag inclusief de klachtenvrijbrief van 't SKK ingezien. Gebruikte bronnen: Informatiemateriaal voor ouders (Informatieboekje 2013-2014) Klachtenregeling (www.klachtkinderopvang.nl) Jaarverslag Wet klachtrecht cliënten zorgsector ((april 2014, inclusief klachtenvrijbrief SKK) website: www.peuterspeelzalenbest.nl Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 11-06-2014 Peuterspeelzaal 't Debberke te BEST Inspectie-items Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet Gedurende het verblijf in de peuterspeelzaal wordt verzorging en opvoeding geboden en wordt een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. (art 2.1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder) Het verblijf in de peuterspeelzaal is uitsluitend bestemd voor kinderen in de leeftijd van twee jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs. (art 2.1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder) Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor die peuterspeelzaal kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de peuterspeelzaalgroep. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de (spel)activiteiten waarbij kinderen hun peuterspeelzaalgroep dan wel de peuterspeelzaalgroepsruimte verlaten. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten bij hun werkzaamheden met kinderen worden ondersteund door andere niet structureel ingezette personen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal toegerust worden voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 11-06-2014 Peuterspeelzaal 't Debberke te BEST De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 11-06-2014 Peuterspeelzaal 't Debberke te BEST De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Vrijwilligersbeleid De houder heeft een vrijwilligersbeleid, wat tot uitdrukking komt in een beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) In het vrijwilligersbeleid staan minimumeisen waar een in de peuterspeelzaal werkzame vrijwilliger aan dient te voldoen. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)) In het vrijwilligersbeleid staan afspraken die de houder met vrijwilligers maakt. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) In het vrijwilligersbeleid staan de taakomschrijvingen waarin wordt omschreven welke bijdrage aan het werk in de peuterspeelzaal van de vrijwilligers wordt verwacht en op welke wijze dit samenhangt met het pedagogisch beleid. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat alle vrijwilligers werkzaam bij de peuterspeelzaal tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd zijn. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 11-06-2014 Peuterspeelzaal 't Debberke te BEST Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 2.12 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 2.12 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 11-06-2014 Peuterspeelzaal 't Debberke te BEST Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Ruimte en inrichting Binnenruimte Er is ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind. De binnenruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. Buitenspeelruimte Er is ten minste 3 m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind. De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. (art 2.11 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder informeert de ouders en de kinderen tot welke peuterspeelzaalgroep het kind behoort en welke beroepskrachten op welke dag voor welke groep verantwoordelijk zijn en welke vrijwilligers op deze dag aanwezig zijn. (art 2.6 lid 2 en 2.11 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 2.11 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector) De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector) Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 11-06-2014 Peuterspeelzaal 't Debberke te BEST De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector) De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector) Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 11-06-2014 Peuterspeelzaal 't Debberke te BEST Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Peuterspeelzaal 't Debberke : 16 : Ja Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer : : : : : Lamers, M. Burgemeester Notermansstraat 29 5683 MA BEST www.peuterspeelzalenbest.nl : : : : : GGD Brabant-Zuidoost Postbus 8684 5605 KR EINDHOVEN 088 0031 377 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport : BEST : Postbus 50 : 5680 AB BEST : : : : 11-06-2014 23-06-2014 10-07-2014 14-07-2014 : 14-07-2014 : 04-08-2014 Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 11-06-2014 Peuterspeelzaal 't Debberke te BEST Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De zienswijze is digitaal op 02-07-2014 door de GGD ontvangen. Zienswijze SPB n.a.v. bevindingen GGD-inspectie. Locatie: ‘t Debberke Constatering GGD: De vrijwilligers werkzaam op de locatie zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die ouder is dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) SPB heeft in maart kennis genomen van de nieuwe eisen betreffende de ‘houdbaarheidsdatum’ van VOG’s. De informatie die toen ter beschikking stond beschreef de noodzaak van nieuwe VOG’s voor vaste medewerkers en bestuursleden. Voor vrijwilligers werd een uitzondering gemaakt omdat deze nog niet opgenomen konden worden in de databank en dus ook niet gevolgd kunnen worden. Blijkbaar heeft voortschrijdende informatie hierover ons niet bereikt en waren wij niet op de hoogte van de eis dat nu ook vrijwilligers een VOG nodig hebben die niet ouder is dan twee jaar. Inmiddels is voor alle vrijwilligers een nieuwe VOG beschikbaar. Digitale versies daarvan zijn ter controle naar de inspecteur gestuurd. Een aandachtspunt betreffende risico-inventarisaties zal ter harte worden genomen en worden vertaald in een concreet plan van aanpak. Inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 11-06-2014 Peuterspeelzaal 't Debberke te BEST
© Copyright 2024 ExpyDoc