PSZ de Boemeltrein

Inspectierapport
peuterspeelzaal de Boemeltrein (PSZ)
Sint Annastraat 31
5953LR REUVER
Toezichthouder:
In opdracht van gemeente:
Datum inspectie:
Type onderzoek:
Status:
Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Limburg-Noord
BEESEL
14-02-2014
Regulier onderzoek
Definitief
15-04-2014
Inhoudsopgave
Het onderzoek .................................................................................................................3
Observaties en bevindingen ...............................................................................................4
Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.....4
Pedagogisch klimaat .....................................................................................................5
Personeel en groepen....................................................................................................7
Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................8
Ruimte en inrichting......................................................................................................9
Inspectie-items.............................................................................................................. 10
Gegevens voorziening..................................................................................................... 14
Gegevens toezicht.......................................................................................................... 14
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal......................................................................... 15
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 14-02-2014
peuterspeelzaal de Boemeltrein te REUVER
2 van 15
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd regulier onderzoek.
Beschouwing
Op 20 februari heeft er onderzoek plaatsgevonden bij peuterspeelzaal 'De Boemeltrein' te Reuver,
gemeente Beesel. De peuterspeelzaal is gevestigd in basisschool 'De Triolier'.
Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek.
In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van zogeheten
risicogestuurd toezicht (RGT). Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten
bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk,
aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties.
Ten tijde van de inspectie zijn er 15 kinderen aanwezig met twee beroepskrachten en twee
vrijwilligsters. Het welbevinden van de kinderen is goed. De beroepskrachten benaderen de
kinderen op een professionele manier, er is sprake van interactie en oog voor het individuele kind.
Inspectiegeschiedenis:
In 2013 heeft er géén onderzoek plaatsgevonden.
Inspectie 2014:
-Er wordt ten tijde van de inspectie niet aan de beroepskracht-kind-ratio (VVE) voldaan i.v.m. het
voeren van een
oudergesprek.
-De inventarisatie veiligheid is niet binnen het jaar herhaald blijkt uit de aangereikte informatie.
Verder zijn er enkele opmerkingen gemaakt ter aanbeveling en zijn er opmerkingen gemaakt over
positieve bevindingen.
Advies aan College van B&W
De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 14-02-2014
peuterspeelzaal de Boemeltrein te REUVER
3 van 15
Observaties en bevindingen
Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen
Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet
Er is sprake van kinderopvang in de zin van de Wet. Er wordt opvoeding en verzorging geboden
aan kinderen tussen de 2-4 jaar oud. Tevens geldt er een vast uurtarief.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 14-02-2014
peuterspeelzaal de Boemeltrein te REUVER
4 van 15
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
Emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie, normen en waarden.
De inspecteur heeft een aantal situaties geobserveerd:
-activiteit in de gymzaal
-toiletmoment
-tafelmoment eten en drinken.
In de speelzaal vinden diverse activiteiten plaats, één gedeelte wordt afgezet waar kinderen
kunnen fietsen en rondrijden met auto's. Het andere gedeelte is afgezet voor spelletjes en het
dansen op carnavalsmuziek. De kinderen zijn zichtbaar op hun gemak, dit blijkt uit de houding en
de manier waarop ze zich vermaken. De beroepskrachten en de vrijwilligers zijn betrokken bij de
kinderen.
De beroepskrachten gedragen zich sensitief en responsief naar kinderen en elkaar. Zij verwoorden
in veel situaties hun gedrag.
De beroepskrachten herkennen de signalen van individuele kinderen, kunnen deze signalen correct
interpreteren en sluiten hier tijdig en adequaat op aan. Het kind voelt zich gezien en begrepen.
De beroepskrachten communiceren duidelijk naar de kinderen toe. De kinderen worden er
bijvoorbeeld op gewezen dat ze niet op de banken mogen klimmen, dat ze de handen moeten
wassen na het toiletbezoek enzovoorts.
Verder blijkt dat er in thema's wordt gewerkt en kan de beroepskracht goed verwoorden op welke
manier de ontwikkelsgebieden gestimuleerd worden. Momenteel staat het thema 'ik ga naar het
consultatiebureau' centraal.
Voorschoolse educatie
VVE
Peuterspeelzaal De Boemeltrein werkt volgens de VVE (Voor-en Vroegschoolse Educatie) methode
Startblokken. Dit is een programma voor Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE). Het programma
heeft een ontwikkelingsgerichte aanpak. De ontwikkelingsmogelijkheden en interesses verschillen
per situatie en voor elk kind, zodat er niet gewerkt wordt met een voorgeschreven structuur of
gesloten werkplan maar met programma's die als "bouwstenen" gezien kunnen worden. Per week
besteedt de houder minimaal 10 uur (4 x 2,5 u) aan voorschoolse educatie. Alle beroepskrachten
zijn in het bezit van een geldig diploma en zijn VVE-gecertificeerd, zoals blijkt tijdens de controle
van de diploma's op het kantoor van de peuterspeelzaal.
De beroepskracht-kind-ratio (VVE voorwaarden)
Ten tijde van de inspectie voert één van de beroepskrachten een oudergesprek, waardoor er niet
aan de ratio wordt voldaan (+/- 30 minuten).
De andere beroepskracht met de 2 vrijwilligers vangen de kinderen op.
Officieel moeten er conform het aantal kinderen (14 + één oefenkind) 2 beroepskrachten aanwezig
zijn.
Verder is er nog een steekproef gedaan in de presentielijsten en blijkt dat er voldaan wordt. Het is
dus van belang géén oudergesprekken te voeren ten tijde van de opvang, mits er een extra
beroepskracht aanwezig is.
Opleidingsplan
De houder heeft een uitgebreid scholingsplan voor het jaartal 2010-2014.
Het opleidingsplan geeft niet concreet aan wanneer de scholingen op jaarbasis (2014) plaatsvinden
en hoe dit over het jaar verdeeld is.
Dit is wel van belang. Bij de volgende inspectie wordt getoetst of dit concreter is gemaakt.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 14-02-2014
peuterspeelzaal de Boemeltrein te REUVER
5 van 15
Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan:
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen
in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden
kwaliteit voorschoolse educatie)
Gebruikte bronnen:

Interview anderen (beroepskrachten)

Pedagogisch werkplan

VVE-certificaten

Opleidingsplan voorschoolse educatie
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 14-02-2014
peuterspeelzaal de Boemeltrein te REUVER
6 van 15
Personeel en groepen
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio
De beroepskracht-vrijwilliger-ratio is steeksproefgewijs getoetst en voldoet aan de voorwaarden.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 14-02-2014
peuterspeelzaal de Boemeltrein te REUVER
7 van 15
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
Er wordt gewerkt met de risico-monitor.
De rapportage van veiligheid, die naar de inspecteur is toegezonden beschrijft de volgende datum:
2012 met de deadline van 23-12-2011.
Alleen het actieplan beschrijft actuele data.
Het is van belang aan te tonen dat er een nieuwe rapportage is gemaakt of dat de rapportages zijn
gewijzigd.
Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan:
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
Meldcode kindermishandeling
De beroepskrachten geven aan dat er een scholingsavond is georganiseerd door de houder
betreffende dit onderwerp om de kennis te bevorderen onder de medewerkers.
Gebruikte bronnen:

Risico-inventarisatie veiligheid

Risico-inventarisatie gezondheid

Actieplan veiligheid

Actieplan gezondheid

Meldcode kindermishandeling
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 14-02-2014
peuterspeelzaal de Boemeltrein te REUVER
8 van 15
Ruimte en inrichting
Binnenruimte
De binnenruimte (lokaal) heeft diverse educatieve hoeken, tevens wordt de speelzaal van school
gebruikt.
Buitenspeelruimte
De peuterspeelzaal maakt gebruik van de buitenruimte van school. Er zijn diverse speeltoestellen
en materialen beschikbaar.
Gebruikte bronnen:

Observaties

Plattegrond
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 14-02-2014
peuterspeelzaal de Boemeltrein te REUVER
9 van 15
Inspectie-items
Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen
Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet
Gedurende het verblijf in de peuterspeelzaal wordt verzorging en opvoeding geboden en wordt een
bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen.
(art 2.1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze
toezichthouder)
Het verblijf in de peuterspeelzaal is uitsluitend bestemd voor kinderen in de leeftijd van twee jaar
tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs.
(art 2.1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze
toezichthouder)
Peuterspeelzaalwerk en naleving wet- en regelgeving
Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen
peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder.
(art 2.5 Wet kinderopvang; art 3 lid 3 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn
vestiging(en) te voorkomen.
(art 2.5 Wet kinderopvang; art 3 lid 3 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
persoonlijke competentie te komen.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
sociale competentie te komen.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie
Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per
week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen
taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de
groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 14-02-2014
peuterspeelzaal de Boemeltrein te REUVER
10 van 15
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig
gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één
module over het verzorgen van voorschoolse educatie.
OF
De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op
het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en
vroegschoolse educatieprogramma’s.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en
samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen,
motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
voorschoolse educatie)
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie
aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.
(art 2.6 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal
exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar.
(art 2.6 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang
van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd.
(art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is bij aanvang
van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.
(art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie
overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio
Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt:
- in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht;
- in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede
beroepskracht.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15
minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de
beroepskracht/vrijwilliger-kindratio slechts één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 19 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 14-02-2014
peuterspeelzaal de Boemeltrein te REUVER
11 van 15
Opvang in groepen
De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één
werkzaam is op de groep van het kind.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid
1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van
de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid
1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van
de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling
De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven
eisen.
(art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17a Besluit kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.
(art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Ruimte en inrichting
Binnenruimte
Er is ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind.
De binnenruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 14-02-2014
peuterspeelzaal de Boemeltrein te REUVER
12 van 15
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen
kinderen en het pedagogisch beleid.
Buitenspeelruimte
Er is ten minste 3 m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind.
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar.
De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum.
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen
kinderen en het pedagogisch beleid.
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 14-02-2014
peuterspeelzaal de Boemeltrein te REUVER
13 van 15
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening
Aantal kindplaatsen
Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: peuterspeelzaal de Boemeltrein
: 16
: Ja
Gegevens houder
Naam houder
Adres houder
Postcode en plaats
Website
KvK nummer
:
:
:
:
:
Stichting kindercentrum 't Rovertje
Sint Jozefweg 30
5953JN REUVER
www.rovertje.nl
41063957
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD
Adres
Postcode en plaats
Telefoonnummer
Onderzoek uitgevoerd door
:
:
:
:
:
GGD Limburg-Noord
Postbus 1150
5900BD VENLO
088-1191200
E Dekkers
Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente
Adres
Postcode en plaats
: BEESEL
: Postbus 4750
: 5953ZK REUVER
Gegevens toezicht
Planning
Datum inspectie
Opstellen concept inspectierapport
Zienswijze houder
Vaststelling inspectierapport
Verzenden inspectierapport naar houder
en oudercommissie
Verzenden inspectierapport naar
gemeente
Openbaar maken inspectierapport
:
:
:
:
:
14-02-2014
19-03-2014
03-04-2014
15-04-2014
15-04-2014
: 15-04-2014
: 22-04-2014
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 14-02-2014
peuterspeelzaal de Boemeltrein te REUVER
14 van 15
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
Kindercentrum ’t Rovertje
St. Jozefweg 30
5953 JN Reuver
Tel. 077-4746223
GGD Limburg-Noord
Postbus 1150
5900 BD Venlo
t.a.v. mevrouw E. Dekkers
Datum: 2 april 2014
Beste Mw. E. Dekkers
In het kader van de hoor- en wederhoor reageer ik middels dit schrijven op het inspectierapport
betreffende de inspectie d.d. 14 februari 2014 KC ’t Rovertje, locatie peuterspeelzaal de
Boemeltrein.
Uw conclusies en onze acties:
PSZ de Boemeltrein:
Voorschoolse educatie:
Beroepskracht-kind-ratio: Ten tijde van de inspectie heeft inderdaad één beroepskracht een
oudergesprek gevoerd, waardoor er een half uur niet werd voldaan aan de beroepskracht-kindratio. Het is niet gebruikelijk dat gesprekken binnen de openingsuren van de Boemeltrein
gehouden worden. Dit gesprek heeft op dat tijdstip plaatsgevonden omdat er geen andere
mogelijkheid voor ouders was. Er is afgesproken dat we gesprekken buiten de openingsuren van
de Boemeltrein houden, mocht het echt niet anders kunnen dan zal er een extra beroepskracht
worden ingezet.
Opleidingsplan: In het volgende scholingsplan zal concreter aangegeven worden welke scholing
er expliciet op jaarbasis gegeven wordt aan leidsters van de Boemeltrein.
Veiligheid en gezondheid:
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid: het jaartal van de RI&E was helaas niet
aangepast waardoor het leek alsof dit een verouderde versie was. In 2013 is hier wel degelijk
aangewerkt en aangepast. We zullen er extra opletten dat het juiste jaartal in de risico-monitor
komt te staan.
Hopende u hiermede voldoende geïnformeerd te hebben verblijf ik,
Met vriendelijke groet,
Janine Smit
Unitmanager dagopvang en peuterspeelzaalwerk
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 14-02-2014
peuterspeelzaal de Boemeltrein te REUVER
15 van 15