GGD Inspectierapport PSZ

Inspectierapport
Kiboekoe (PSZ)
Duiselseweg 2b
5511KP KNEGSEL
Toezichthouder:
In opdracht van gemeente:
Datum inspectie:
Type onderzoek:
Status:
Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Brabant-Zuidoost
EERSEL
16-09-2014
Regulier onderzoek
Definitief
09-10-2014
Inhoudsopgave
Het onderzoek .................................................................................................................... 3
Observaties en bevindingen .................................................................................................. 5
Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen .... 5
Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 6
Personeel en groepen ....................................................................................................... 9
Veiligheid en gezondheid ................................................................................................. 11
Ruimte en inrichting ........................................................................................................ 12
Ouderrecht .................................................................................................................... 13
Inspectie-items .................................................................................................................. 15
Gegevens voorziening ......................................................................................................... 21
Gegevens toezicht .............................................................................................................. 21
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ............................................................................ 22
2 van 22
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 16-09-2014
Kiboekoe te KNEGSEL
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek.
Beschouwing
Kinderopvang Kiboekoe is particuliere kinderopvang, die aangesloten is bij de landelijke Vereniging
Agrarische Kinderopvang (VAK). De agrarische kinderopvang geeft kinderen de mogelijkheid om
kennis te maken met een buitenruimte in de natuur. De boerderij
heeft ontwikkelingsmogelijkheden en uitdagingen te bieden.
De peuterspeelzaal is gevestigd binnen het kinderdagverblijf op het erf van een melkveebedrijf in
Knegsel. De boerderij ligt aan de doorgaande weg van Knegsel naar Duizel, vlakbij de snelweg. Het
kindercentrum is ten dele in de stal gebouwd. De peuterspeelzaalgroep maakt gebruik van de
ruimte van de buitenschoolse opvang op de eerste etage. Op de begane grond zit de dagopvang
met een groepsruimte, een verschoonruimte met twee peutertoiletten en twee slaapkamers.
Vanuit de groepsruimten hebben kinderen zicht op de activiteiten in de stal. De
peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 7 kinderen van 2 tot 4 jaar. De dagopvang heeft een
verticale groep met maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 8 weken tot 4 jaar. De BSO groep
heeft maximaal 20 kinderen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar.
Naast de peuterspeelzaalruimte ligt een keuken- c.q. kantoorruimte, met daarin een keukenblok,
een tafel en aansluitend een sanitaire ruimte. Er is mechanische ventilatie in het pand aanwezig.
De peuterspeelzaal maakt gebruik van de buitenspeelruimte van de buitenschoolse opvang.
Inspectiegeschiedenis
Op 21-05-2013 heeft een aangekondigd onderzoek voor registratie (onderzoek na aanvraag
registratie) plaatsgevonden. Tijdens de inspectie werd geconstateerd dat aangenomen kon worden
dat de peuterspeelzaal redelijkerwijs zou gaan voldoen aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen
peuterspeelzalen. Een volledig kwaliteitsoordeel was echter nog niet mogelijk daar het centrum nog
niet in exploitatie was. Er werden geen tekortkomingen geconstateerd op de getoetste items.
Op 10-12-2013 is een onaangekondigd onderzoek na registratie uitgevoerd. De peuterspeelzaal
voldeed aan de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
Huidige inspectie
Op dinsdag 16 september 2014 is een onaangekondigd regulier onderzoek uitgevoerd, waarbij alle
items uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen getoetst zijn.
De risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid zijn in november 2013 opnieuw uitgevoerd. Er
zijn actieplannen veiligheid en gezondheid uitgezet en er zijn aanvullende huisregels voor de
peuterspeelzaal opgesteld. De risico-inventarisaties en de meldcode kindermishandeling staan bij
de maandelijkse teamoverleggen structureel op de agenda.
De oudercommissie geeft in haar vragenlijst aan dat zij de kwaliteit van de opvang als positief
ervaren op thema’s als pedagogisch beleid en pedagogische praktijk, inzet en kwaliteit van
personeel, de opvang in groepen, een veilige en gezonde opvangomgeving en de inrichting van de
binnen- en de buitenruimten.
Bij kindercentrum Kiboekoe wordt proces- en kindvolgend gewerkt. Het activiteitenprogramma
voor peuters dat daarnaast gebruikt wordt is gebaseerd op Uk & Puk voor kindercentra. Dit is een
programma voor Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE). Dit programma sluit aan het bij
programma dat in de onderbouw van de basisschool in Knegsel gebruikt wordt. De methode heeft
een ontwikkelingsgerichte aanpak. Naast een nadruk op taalvaardigheid wordt ook gewerkt aan het
stimuleren van een een brede ontwikkeling van jonge kinderen. Kiboekoe werkt met
hema's, die rechtstreeks komen uit het dagelijks leven van peuters. De thema's worden
doorgevoerd naar de boerderij en zijn ruimte. Hierdoor leren de kinderen spelenderwijs en
ervaringsgericht.
3 van 22
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 16-09-2014
Kiboekoe te KNEGSEL
De kinderen op Kiboekoe doen dagelijks minimaal één buitenactiviteit op de boerderij.
Peuterspeelzaal Kiboekoe werkt met een kindvolgsysteem om de ontwikkeling van de kinderen te
monitoren.
In verband met de toenemende vraag naar dagopvang bij Kiboekoe, heeft de houder plannen
ontwikkeld om de registratie van de peuterspeelzaal te beëindigen en de registratie van de
dagopvang uit te breiden. In deze plannen is ruimte voor een dreumes-/peutergroep. Daartoe zal
een verbouwing op de begane grond van het kindercentrum gerealiseerd kunnen worden. De
houder is hierover in gesprek met de gemeente Eersel.
Conclusie
Tijdens de huidige inspectie is geconstateerd dat de getoetste elementen voldoen aan de Wet
Kinderopvang en kwaliteitseisen Peuterspeelzalen.
Landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen (LRKP)
De peuterspeelzaal is met 7 kindplaatsen geregistreerd in het LRKP onder nummer 221838429.
Op maandag 8 september 2014 waren er 8 kinderen aanwezig op de peuterspeelzaalgroep. De
gegevens in het LRKP zijn daarmee niet conform de praktijk. De ruimte van de peuterspeelzaal is
wel geschikt voor de opvang van maximaal 16 kinderen. Echter, volgens artikel 47 van de Wet
kinderopvang dient een houder onverwijld mededeling te doen aan de gemeente van wijzigingen.
De houder heeft hier niet aan voldaan.
Advies aan College van B&W
Geen handhaving.
4 van 22
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 16-09-2014
Kiboekoe te KNEGSEL
Observaties en bevindingen
Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt het wettelijk kader beschreven voor toezicht en handhaving bij
peuterspeelzalen die vallen onder de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet
Op peuterspeelzaal Kiboekoe wordt verzorging en opvoeding geboden en wordt een bijdrage
geleverd aan de ontwikkeling van kinderen.
Het verblijf in de peuterspeelzaal is uitsluitend bestemd voor kinderen in de leeftijd van twee jaar
tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs.
Peuterspeelzaalwerk en naleving wet- en regelgeving
Er loopt geen handhaving tegen peuterspeelzaal Kiboekoe, noch tegen de dagopvang of
buitenschoolse opvang, in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
Gebruikte bronnen:

Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevr. F. Bierens, houder)

Interview anderen (Beroepskrachten)

www.lrkp.nl

www.kiboekoe.nl
5 van 22
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 16-09-2014
Kiboekoe te KNEGSEL
Pedagogisch klimaat
Inleiding
Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein "pedagogisch klimaat".
Binnen dit domein zijn de volgende pedagogische basisdoelen geobserveerd en beoordeeld:
•
•
•
•
emotionele veiligheid;
persoonlijke competentie;
sociale competentie;
overdracht van normen en waarden.
Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument
observatie kindercentrum.
Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk is het pedagogisch beleidsplan
beoordeeld op de inhoud.
Pedagogisch beleid
De houder heeft een pedagogisch werkplan peuterprogramma van mei 2013.
In het pedagogisch werkplan zijn onder andere de volgende onderdelen opgenomen:

de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden
voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze
waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt;

de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de peuterspeelzaalgroep;

de wijze waarop beroepskrachten bij hun werkzaamheden met kinderen worden ondersteund
door andere niet structureel ingezette personen (bijvoorbeeld stagiaires);

hoe de achterwacht is geregeld indien slechts één beroepskracht in de peuterspeelzaal
aanwezig is.
Pedagogische praktijk
Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het
Veldinstrument observatie peuterspeelzaal (januari 2014). Onderstaande beschrijvingen zijn aan
dat instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de beschrijving uit
het veldinstrument volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk.
Emotionele veiligheid
Het bieden van emotionele veiligheid is van primair belang, niet alleen omdat het bijdraagt aan het
welbevinden van de kinderen nu, maar ook omdat een onveilig klimaat het realiseren van de
andere pedagogische doelstellingen in de weg staat.
Er is informatieoverdracht tussen ouders en beroepskrachten.
Tijdens de observatie is gezien dat de beroepskracht actief informatie overdroeg toen de ouders de
kinderen kwamen ophalen. De ouders kregen ook de gelegenheid om vragen te stellen. Ouders
werden door de vaste beroepskracht aangesproken.
6 van 22
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 16-09-2014
Kiboekoe te KNEGSEL
Persoonlijke competentie
Bij jonge kinderen zijn exploratie en spel de belangrijkste middelen om greep te krijgen op hun
omgeving. Door exploratie ontdekt het kind nieuwe handelingsmogelijkheden die vervolgens in spel
worden geoefend, uitgebouwd, gevarieerd en geperfectioneerd.
Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal,
activiteitenaanbod en inrichting.
Tijdens de observatie van zowel de binnen- als de buitenactiviteiten is gezien dat de meeste
kinderen vrijwel de gehele tijd intensief bezig waren. De kinderen lazen vol enthousiasme de
thematische boekjes over vervoer en kermis. De kinderen deelden dit enthousiasme met elkaar.
Tijdens het buiten spelen bakten ze zandtaartjes. Ze waren zichtbaar trots op het resultaat. Tijdens
een motorisch spel in de buitenspeelruimte volgden de kinderen vrolijk de beroepskracht. Er was
een hoge mate van betrokkenheid bij alles waar de kinderen mee bezig waren.
Sociale competentie
Het samenzijn met vertrouwde pedagogisch medewerkers en bekende leeftijdsgenoten bevordert
de ontwikkeling van relaties en bevordert dus een gevoel van veiligheid. Goede relaties met
leeftijdsgenoten bevorderen de kwaliteit van hun uitwisselingen en van hun spel. In een
vertrouwde groep leeftijdsgenoten kunnen kinderen gevoelens van verbondenheid en sociale
verantwoordelijkheid ontwikkelen.
De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in het voorkómen en oplossen van
conflicten.
Tijdens de observatie greep de beroepskracht doorgaans in bij negatieve interacties tussen
kinderen, nadat zij een eerste indruk had gekregen van de situatie. Tijdens het lezen van boekjes
aan een lage tafel dreigde een conflict tussen twee kinderen. De beroepskracht vroeg of ze samen
in een boek konden kijken. Ze schoof daarop de stoeltjes waarop de twee kinderen zaten, naast
elkaar aan de tafel. Een ander kind zag het gebeuren en zei: "niet afnemen". De kinderen lazen
vervolgens samen in het boek.
Tijdens het spelen in de zandbak gooide een kind enkele keren met zand. De beroepskracht zei
tegen het kind dat dat niet de bedoeling was. Ze benoemde daarbij ook wat er zou kunnen
gebeuren. Na een poosje kreeg een groepsgenootje zand in zijn haren en kleding. Het kind was
boos. De beroepskracht had aandacht voor het boze kind, ze troostte en hielp hem. Ze riep het
kind dat het zand gegooid had bij zich (ze zat op de rand van de zandbak). De beroepskracht legde
uit waarom er werd ingegrepen.
Overdracht van normen en waarden
Het gedrag van de groepsleiding speelt een cruciale rol bij de morele ontwikkeling van kinderen.
Door de reactie van groepsleiding en de uitleg die zij daarover geven, ervaren kinderen de grenzen
van goed en slecht, van anders, van mogen en moeten. Kinderen begrijpen beter waarom bepaald
gedrag verwacht wordt in bepaalde situaties. Deze kennis geeft kinderen zekerheid over hun eigen
functioneren (zelfvertrouwen) en leidt tot betere zelfsturing en sociale interactie.
Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk.
Tijdens de activiteiten is gezien dat de beroepskracht de afspraken, regels en omgangsvormen op
consequente wijze toepaste. Daarbij bleef zij rekening houden met de situatie; haar optreden sloot
aan bij het gedrag en de behoeften van kinderen. Tijdens het lezen van boekjes vertelde ze de
kinderen dat ze heel voorzichtig moesten zijn met het prentenboek, omdat het van de bibliotheek
geleend was. Tijdens het fruit eten liet een kind een boer. De beroepskracht refereerde aan de
regel dat je sorry zegt wanneer je een boer gelaten hebt.
Conclusie
Tijdens de observatie is gezien, dat wordt voldaan aan de volgende basisdoelen:
- Emotionele veiligheid
- Persoonlijke competentie
- Sociale competentie
- Normen en waarden
7 van 22
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 16-09-2014
Kiboekoe te KNEGSEL
Gebruikte bronnen:

Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevr. F. Bierens, houder)

Interview anderen (Beroepskrachten)

Observaties (16 september 2014)

Website (www.kiboekoe.nl)

Pedagogisch werkplan (mei 2013)
Observatie
Datum: dinsdag 16 september 2014
Tijd: 10.15 - 11.30
Aanwezige kinderen: 6
Aanwezig personeel: 1 beroepskracht
8 van 22
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 16-09-2014
Kiboekoe te KNEGSEL
Personeel en groepen
Inleiding
Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein "Personeel en groepen".
Binnen dit domein zijn de medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een
geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). In 2014 wordt van alle medewerkers getoetst of de
VOG is opgenomen in de continue screening of tenminste niet ouder is dan twee jaar.
De beroepskracht-kindratio is gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en
bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt.
Er is binnen dit domein gekeken of de voorgeschreven voertaal wordt gebruikt.
Verklaring omtrent het gedrag
Tijdens de vorige inspectie van het kindercentrum zijn de VOG's, na aanvang van de continue
screening, van de manager en 1 beroepskracht reeds getoetst. Deze voldeden aan de
voorwaarden.
Passende beroepskwalificatie
De diploma's van 1 beroepskracht en de houder zijn tijdens de vorige inspectie ingezien. Zij
beschikken over een passende beroepskwalificatie conform de CAO kinderopvang.
Vrijwilligersbeleid
Op de peuterspeelzaal worden geen vrijwilligers ingezet. Derhalve beschikt de peuterspeelzaal niet
over een vrijwilligersbeleid noch over een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering voor
vrijwilligers.
Opvang in groepen
De kinderen van de peuterspeelzaal zijn twee dagdelen per week aanwezig op een vaste
combinatie van dagdelen. De peuterspeelzaalgroep wordt op sommige dagen aangevuld met 1 of
meerdere kinderen (in de peuterleeftijd) vanuit de dagopvang.
Groep
Peuterspeelzaal
Leeftijd van de kinderen
2 ½ - 4 jaar
Maximum aantal kinderen
7
In week 37 zijn de volgende kinderaantallen aanwezig.
Dag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Peuterspeelzaal
7
6
6
7
1
Dagopvangkinderen
1
0
1
0
3
Totaal aantal kinderen
8
6
7
7
4
Op de peuterspeelzaal is een vaste beroepskracht werkzaam.
9 van 22
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 16-09-2014
Kiboekoe te KNEGSEL
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio
Ten tijde van de inspectie zijn er voldoende beroepskrachten ingeroosterd. Ook uit de
aanwezigheidslijsten van de kinderen en het personeelsrooster van week 37 blijkt dat de juiste
norm wordt gehanteerd. Er is altijd 1 pedagogisch medewerker op maximaal 8 kinderen aanwezig
op de peuterspeelzaalgroep.
Naast de vaste pedagogisch medewerker werkt Kiboekoe met invalkrachten. Deze medewerkers
worden ingezet bij ziekte of verlof van de vaste pedagogisch medewerker. Er worden geen
vrijwilligers ingezet. Er wordt wel gewerkt met stagiaires. Deze worden boventallig ingezet.
Op het kindercentrum, waarbinnen de peuterspeelzaal gevestigd is, zijn op alle dagen minimaal
twee beroepskrachten aanwezig. Daarnaast zijn de houder en haar partner altijd per mobiele
telefoon bereikbaar voor het geval dat er direct bijgesprongen moet worden. In geval van nood
kunnen zij binnen 15 minuten aanwezig zijn.
Gebruik van de voorgeschreven voertaal
Alle documenten zijn in de Nederlandse taal geschreven en op de peuterspeelzaal wordt
Nederlands gesproken.
Gebruikte bronnen:

Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevr. F. Bierens, houder)

Interview anderen (Beroepskrachten)

Observaties (16 september 2014)

Plaatsingslijsten (week 37)

Presentielijsten (week 37)

Personeelsrooster (week 37)
10 van 22
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 16-09-2014
Kiboekoe te KNEGSEL
Veiligheid en gezondheid
Inleiding
Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein "Personeel en groepen".
Binnen dit domein zijn de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid gecontroleerd op inhoud en
volledigheid. Onder andere is gekeken naar de datum van inventarisatie en of de inhoud de actuele
situatie betreft. In de praktijk wordt gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met
betrekking tot de risico-inventarisaties en de mogelijkheden die worden geboden om ervan kennis
te kunnen nemen.
Ook is binnen dit domein gekeken naar de meldcode kindermishandeling. In de praktijk is gekeken
naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de meldcode en de mogelijkheid om
kennis te kunnen nemen van de meldcode.
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
De risico-inventarisatie is in november 2013 uitgevoerd door de houder. Er is gebruik gemaakt van
de digitale Risicomonitor Kinderopvang.
De risico-inventarisatie is uitgevoerd in alle, voor kinderen, toegankelijke ruimtes. Naar aanleiding
van de risico-inventarisatie zijn er actieplannen gemaakt en huisregels opgesteld. De risicoinventarisatie veiligheid is een vast agendapunt bij de werkbesprekingen.
Meldcode kindermishandeling
De peuterspeelzaal gebruikt de meldcode voor de kinderopvang, versie juli 2013, die is gebaseerd
op de basis meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling van het ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport. (ontwikkeld in opdracht van Brancheorganisatie Kinderopvang).
Gebruikte bronnen:

Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevr. F. Bierens, houder)

Interview anderen (Beroepskrachten)

Observaties (16 september 2014)

Risico-inventarisatie veiligheid (november 2013)

Risico-inventarisatie gezondheid (november 2013)

Actieplan veiligheid (november 2013)

Actieplan gezondheid (november 2013)

Ongevallenregistratie (2014)

Meldcode kindermishandeling (Juli 2013)
11 van 22
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 16-09-2014
Kiboekoe te KNEGSEL
Ruimte en inrichting
Inleiding
Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein "Accommodatie en inrichting".
De Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen schrijft voor dat er voor ieder kind
minimaal 3,5 vierkante meter binnenspeelruimte beschikbaar is. Bovendien moet er voor ieder
aanwezig kind tenminste 3 m2; buitenspeelruimte beschikbaar zijn.
Binnen dit domein zijn zowel de binnen- als de buitenruimte beoordeeld. Hierbij gaat het om het
aantal vierkante meters dat beschikbaar is per kind en de inrichting van de ruimten.
Binnenruimte
De peuterspeelzaal heeft één groepsruimte van 80 m². Er is ruim 11 m² speelruimte
beschikbaar voor 7 kindplaatsen. Bij aanwezigheid van 8 kinderen is er nog steeds voldoende
binnenspeelruimte beschikbaar.
De binnenspeelruimte bevat o.a. een grote groepstafel, een bouwmat, een puzzeltafel, een
huishoek en een speelmat van kunstgras.
Buitenspeelruimte
De peuterspeelzaal heeft een omheinde buitenspeelruimte van 80 m². Deze is recent opnieuw
ingericht.
De buitenspeelruimte beschikt over een een groot oppervlak gras, waarin heuveltjes en een
blotevoetenpad zijn opgenomen. In het gras zijn twee walnotenbomen aanwezig. Verder beschikt
de buitenspeelruimte over een ruime zandbak met daarboven een zonnedoek. Rondom de zandbak
ligt verharding. Er is een klein moestuintje aanwezig.
Vanaf de zandbak loopt een verhard pad naar een dierenverblijf met overdekte veranda, waarop
een picknicktafel met banken is geplaatst. Het dierenverblijf (binnenruimte) wordt op korte termijn
voltooid.
Een gedeelte van de buitenruimte is afgescheiden door een hoog hekwerk met daarin een poort
naar de buitenruimte waarin een hangbuikzwijn verblijft. In de nabije toekomst zullen hier ook nog
andere kleine huis- en/of boerderijdieren gehuisvest worden.
Gebruikte bronnen:

Observaties (16 september 2014)
12 van 22
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 16-09-2014
Kiboekoe te KNEGSEL
Ouderrecht
Inleiding
Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein "Ouderrecht".
Binnen dit domein is beoordeeld hoe de houder de ouders en oudercommissie betrekt en
informeert inzake het beleid. Tevens is gekeken naar de klachtenprocedure van de peuterspeelzaal.
Informatie
De houder informeert ouders onder andere via:




de website, www.kiboekoe.nl;
het intake-gesprek;
digitale nieuwsbrieven;
prikbord in de entree.
Het inspectierapport is op de website www.kiboekoe.nl voor ouders inzichtelijk onder het tabblad
GGD Inspectierapporten.
Oudercommissie
De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld. Het reglement omvat onder andere:
- regels omtrent het aantal leden;
- regels omtrent de wijze van kiezen van de leden;
- regels omtrent de zittingsduur van de leden.
Er is een oudercommissie ingesteld met vier leden. De ouders vertegenwoordigen de
peuterspeelzaal, de dagopvang en de buitenschoolse opvang. Eén van de leden zal binnenkort de
oudercommissie verlaten. Er zijn nog twee nieuwe ouders beschikbaar voor de oudercommissie.
Adviesrecht
De oudercommissie heeft advies uitgebracht over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het
vierogenprincipe. De oudercommissie heeft ingestemd met het vierogenbeleid. Verder heeft de
oudercommissie advies uitgebracht over de openingstijden tijdens vakantie, de verlichting buiten
en het uurtarief. Het advies is overgenomen door de houder en de procedure is naar volle
tevredenheid verlopen.
Als er vragen van ouders zijn dan bespreekt de oudercommissie dat met de houder en geven
partijen hun mening en/of advies.
Klachten
De houder is aangesloten bij de Stichting Klachtencommissie Kinderopvang (sKK).
In 2013 zijn er geen externe klachten ingediend door de ouders noch door de oudercommissie van
de peuterspeelzaal en kindercentrum Kiboekoe.
Klachtenjaarverslag
De klachtenvrijbrieven van de klachtencommissie en de klachtenkamer van de sKK zijn op 24 april
2014 ontvangen.
13 van 22
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 16-09-2014
Kiboekoe te KNEGSEL
Op 31 mei 2014 zijn de klachtenjaarverslagen ouders en oudercommissie 2013 ontvangen door de
GGD.
Gebruikte bronnen:

Vragenlijst oudercommissie

Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevr. F. Bierens, houder)

Interview anderen (Beroepskrachten)

Website (www.kiboekoe.nl)

Jaarverslag Wet klachtrecht cliënten zorgsector (2013)

Jaarverslag klachtenregeling oudercommissie (2013)

Klachtenvrijbrieven Klachtencommissie en Klachtenkamer (sKK) van 23 januari 2014
14 van 22
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 16-09-2014
Kiboekoe te KNEGSEL
Inspectie-items
Peuterspeelzaalwerk in de zin van de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen
Peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet
Gedurende het verblijf in de peuterspeelzaal wordt verzorging en opvoeding geboden en wordt een
bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen.
(art 2.1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze
toezichthouder)
Het verblijf in de peuterspeelzaal is uitsluitend bestemd voor kinderen in de leeftijd van twee jaar
tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs.
(art 2.1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze
toezichthouder)
Peuterspeelzaalwerk en naleving wet- en regelgeving
Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen
peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder.
(art 2.5 Wet kinderopvang; art 3 lid 3 Beleidsregels werkwijze toezichthouder)
Pedagogisch klimaat
Pedagogisch beleid
De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor die peuterspeelzaal kenmerkende
visie op de omgang met kinderen is beschreven.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang
en peuterspeelzalen)
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende
beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de
mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en
de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de
maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de peuterspeelzaalgroep.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de (spel)activiteiten
waarbij kinderen hun peuterspeelzaalgroep dan wel de peuterspeelzaalgroepsruimte verlaten.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop
beroepskrachten bij hun werkzaamheden met kinderen worden ondersteund door andere niet
structureel ingezette personen.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe de achterwacht is
geregeld indien slechts één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten
in een peuterspeelzaal bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen
signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning
kunnen bieden.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
15 van 22
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 16-09-2014
Kiboekoe te KNEGSEL
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten
in een peuterspeelzaal toegerust worden voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke
wijze zij daarbij ondersteund worden.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
persoonlijke competentie te komen.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
sociale competentie te komen.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie
aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.
(art 2.6 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór
aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd.
(art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is bij aanvang
van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.
(art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee
jaar.
(art 2.6 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie
overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen
De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
16 van 22
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 16-09-2014
Kiboekoe te KNEGSEL
Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één
werkzaam is op de groep van het kind.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio
Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt:
- in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht;
- in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede
beroepskracht.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15
minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de
beroepskracht/vrijwilliger-kindratio slechts één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 19 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal
De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt.
(art 2.12 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF
Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze
specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde
gedragscode.
(art 2.12 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid
1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking,
valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn
respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang
tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin
het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van
de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
17 van 22
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 16-09-2014
Kiboekoe te KNEGSEL
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid
1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu,
buitenmilieu en medisch handelen.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn
respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang
tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van
de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling
De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven
eisen.
(art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17a Besluit kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.
(art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik
ervan.
(art 2.9b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Ruimte en inrichting
Binnenruimte
Er is ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind.
De binnenruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen.
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen
kinderen en het pedagogisch beleid.
Buitenspeelruimte
Er is ten minste 3 m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind.
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar.
De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum.
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen
kinderen en het pedagogisch beleid.
18 van 22
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 16-09-2014
Kiboekoe te KNEGSEL
Ouderrecht
Informatie
De houder informeert de ouders over het te voeren beleid.
(art 2.11 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder informeert de ouders en de kinderen tot welke peuterspeelzaalgroep het kind behoort
en welke beroepskrachten op welke dag voor welke groep verantwoordelijk zijn en welke
vrijwilligers op deze dag aanwezig zijn.
(art 2.6 lid 2 en 2.11 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk
na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een
afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats.
(art 2.11 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Oudercommissie
De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld.
(art 2.16 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden.
(art 2.16 lid 2 sub a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden.
(art 2.16 lid 2 sub b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden.
(art 2.16 lid 2 sub c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie.
(art 2.16 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie.
(art 2.16 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder biedt aan de ouders de gelegenheid deel te nemen aan een oudercommissie.
(art 2.15 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder en personen werkzaam bij de peuterspeelzaal zijn geen lid.
(art 2.15 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De leden worden gekozen uit en door de ouders.
(art 2.15 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen.
(art 2.15 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen
besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 2.17 van de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
(art 2.17 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze
voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft.
(art 2.17 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en
gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet.
(art 2.17 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Klachten
De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de
beschreven eisen.
(art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht.
(art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
19 van 22
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 16-09-2014
Kiboekoe te KNEGSEL
De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement.
(art 2 lid 3 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders
wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven.
(art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar
aan de GGD.
(art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een
door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 2.17, eerste lid die voldoet aan de beschreven
eisen.
(art 2.18 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder brengt de klachtenregeling oudercommissie op passende wijze bij hen onder de
aandacht.
(art 2.18 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag
oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt
aangegeven.
(art 2.18 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende
kalenderjaar aan de GGD.
(art 2.18 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
20 van 22
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 16-09-2014
Kiboekoe te KNEGSEL
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening
Website
Vestigingsnummer KvK
Aantal kindplaatsen
Gesubsidieerde voorschoolse educatie
:
:
:
:
:
Gegevens houder
Naam houder
Website
KvK nummer
: Maria Petronella Bierens-Claas
: www.kiboekoe.nl
: 51945584
Kiboekoe
http://www.kiboekoe.nl
000021920370
7
Nee
Gegevens toezicht
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD
Adres
Postcode en plaats
Telefoonnummer
Onderzoek uitgevoerd door
:
:
:
:
:
Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente
Adres
Postcode en plaats
: EERSEL
: Postbus 12
: 5520AA EERSEL
Planning
Datum inspectie
Opstellen concept inspectierapport
Zienswijze houder
Vaststelling inspectierapport
Verzenden inspectierapport naar houder
en oudercommissie
Verzenden inspectierapport naar
gemeente
Openbaar maken inspectierapport
:
:
:
:
:
GGD Brabant-Zuidoost
Postbus 8684
5605KR EINDHOVEN
088 0031 377
M. van Heerebeek
16-09-2014
29-09-2014
16-10-2014
09-10-2014
14-10-2014
: 14-10-2014
: 04-11-2014
21 van 22
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 16-09-2014
Kiboekoe te KNEGSEL
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
Tijdens het telefonisch hoor en wederhoor op donderdag 9 oktober 2014 om 15.00 uur, heeft de
houder aangegeven dat zij akkoord gaat met de inhoud van het concept inspectierapport. Er wordt
geen gebruik gemaakt van een zienswijze.
22 van 22
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 16-09-2014
Kiboekoe te KNEGSEL