Inspectierapport 2014

Inspectierapport
De Vlierbloesem (PSZ)
Mient 275
2564 KM 'S-GRAVENHAGE
Toezichthouder:
In opdracht van gemeente:
Datum inspectie:
Type onderzoek:
Status:
Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Haaglanden
‘S-GRAVENHAGE
18-03-2014
Regulier onderzoek
Definitief
29-09-2014
Inhoudsopgave
Het onderzoek .................................................................................................................... 3
Observaties en bevindingen .................................................................................................. 5
Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5
Personeel en groepen ....................................................................................................... 7
Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 8
Ruimte en inrichting ......................................................................................................... 9
Ouderrecht .................................................................................................................... 10
Inspectie-items .................................................................................................................. 11
Gegevens voorziening ......................................................................................................... 17
Gegevens toezicht .............................................................................................................. 17
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ............................................................................ 18
2 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 18-03-2014
De Vlierbloesem te 'S-GRAVENHAGE
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek.
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek.
Op 18 maart 2014 heeft toezichthouder het jaarlijkse, onaangekondigde, inspectiebezoek gebracht
aan deze peuterspeelzaal. Het betreft een volledig onderzoek op alle voorwaarden zoals gesteld in
de Wet kinderopvang en peuterspeelzalen.
Omdat de kwaliteit van de opvang van kinderen in de eerste levensjaren van grote invloed is op de
ontwikkeling van kinderen, stelt de Rijksoverheid kwaliteitseisen aan kindercentra,
gastouderbureaus, gastouders en peuterspeelzalen op het gebied van: de pedagogische praktijk en
het pedagogisch beleid, voorschoolse educatie, personeel, groepsgrootte en inzet van voldoende
personeel, de opvang in vaste groepen, veiligheid en gezondheid, accommodatie en inrichting, de
behandeling van klachten en ouderrecht.
Voor een uitgebreidere uitleg over het inspectieproces en de verantwoordelijkheden voor het
toezicht en de handhaving op de kwaliteit, verwijzen wij naar www.rijksoverheid.nl.
Het inspectierapport geeft per geïnspecteerd onderdeel een omschrijving van de observaties en
bevindingen tijdens het inspectiebezoek.
Indien een onderdeel uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterzalen niet voldeed, dan
wordt dit onderdeel specifiek bij het betreffende inspectiedomein genoemd.
Op de laatste pagina’s van het rapport staat een overzicht van alle inspectie-onderdelen uit de Wet
kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen waar het inspectie-onderzoek uit bestaan heeft.
Beschouwing
Het betreft een herzien (concept) rapport. Eerste concept is op 1 april 2014 verstuurd en na de
zienswijze van 4 april 2014 op 7 april 2014 definitief verstuurd.
In dit rapport werd een overtreding op de meldcode geconstateerd.
Voortschrijdend inzicht op de beoordeling van de meldcode heeft geleid tot intrekking van dit
rapport. Er blijkt namelijk geen sprake te zijn van een overtreding op de meldcode. In overleg met
de gemeente heeft toezichthouder besloten dit rapport opnieuw vast te stellen en openbaar te
maken.
De overige beoordelingen worden niet gewijzigd.
De Vlierbloesem maakt onderdeel uit van Stichting Protestants Christelijke Peuterspeelzalen.
Locatie Mient 275 is een peuterspeelzaal met 1 groep en biedt per dagdeel opvang aan maximaal
15 kinderen in de leeftijd van 2,5 – 4 jaar en is geregistreerd in het Landelijk Register
Kinderopvang en Peuterspeelzalen sinds 10 augustus 2012.
Naast de kwaliteitseisen, die zijn vastgelegd in de Wet kinderopvang en peuterspeelzalen (Wko),
heeft de gemeente Den Haag aanvullende kwaliteitseisen vastgelegd in haar Verordening
peuterspeelzalen 2013. Deze is gedeeltelijk gebaseerd op de modelverordening van de VNG. Deze
verordening is in werking getreden op 1 juli 2013.
Deze aanvullende kwaliteitseisen betreffen:
-de schriftelijke overeenkomst tussen houder en ouder,
-beschikbaarheid van de buitenspeelruimte,
-eisen met betrekking tot de binnenspeelruimte,
-beschikking over een EHBO diploma,
-en het vierogenprincipe.
Bovenstaande kwaliteitseisen zijn door toezichthouder tijdens dit inspectiebezoek eveneens
beoordeeld.
3 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 18-03-2014
De Vlierbloesem te 'S-GRAVENHAGE
Advies aan College van B&W
Geen handhaving.
Er zijn geen overtredingen geconstateerd.
4 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 18-03-2014
De Vlierbloesem te 'S-GRAVENHAGE
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Pedagogisch beleid
De houder heeft een organisatiebreed pedagogisch beleidsplan: Pedagogisch beleidsplan Stichting
Protestants Christelijke Peuterspeelzalen Den Haag, versie september 2013. Hierin zijn de
voorwaarden, zoals gesteld in de Wko, opgenomen, dit voldoet.
Conform de Verordening peuterspeelzalen gemeente Den Haag 2013 dient de houder van een
peuterspeelzaal het peuterspeelzaalwerk op zodanige wijze te organiseren dat de beroepskracht,
de beroepskracht-in-opleiding of de vrijwilliger de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl
hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. Dit beleid moet beschreven staan
in het pedagogisch beleids/werkplan.
Op deze peuterspeelzaal wordt voldaan aan deze eis.
Pedagogische praktijk
Het oordeel van de toezichthouder is tot stand gekomen door een veelheid aan waarnemingen
tijdens de observatie. Tijdens deze observatie van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur
gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (opgesteld door GGD Nederland, versie
oktober 2013). Onderstaande beschrijvingen, die cursief zijn weergegeven, zijn aan dit instrument
ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd.
Bij het beoordelen van de observaties is uitgegaan van 4 basiscompetenties vanuit de Wet
Kinderopvang, waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen, namelijk emotionele
competentie, persoonlijke competentie, sociale competentie en overdracht van normen en
waarden.
Ter illustratie van het oordeel worden door toezichthouder twee of meer van deze competenties
toegelicht met een voorbeeld.
Basiscompetentie emotionele veiligheid
De beroepskrachten hebben een respectvolle houding naar de kinderen.
De kinderen zoeken actief contact met de beroepskrachten.
Tijdens de gehele observatie gaan de kinderen regelmatig naar de beroepskracht of de vrijwilliger
om iets te vragen, om ondersteuning.
Basiscompetentie persoonlijke competentie
Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal,
activiteitenaanbod en inrichting.
De meeste kinderen zijn het grootste deel van de tijd bezig met een bepaalde activiteit. Momenten
van betrokkenheid (aandacht en concentratie) wisselen af met rondlopen of kortdurend en
oppervlakkig spel.
Tijdens het vrijspel mogen de kinderen zelf voor een activiteit kiezen; de kinderen spelen in de
poppenhoek, spelen met de trein of zitten aan tafel en kleien. Ze zijn hier actief bezig, soms lopen
de kinderen naar de beroepskracht of vrijwilligster om iets te vragen.
Er is aandacht voor leermomenten.
De activiteiten sluiten aan op het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Er wordt op groepsniveau
gewerkt aan het verkennen en verleggen van grenzen.
Tijdens een groepsactiviteit leren de kinderen welke dieren welk geluid maken. Omstebeurt mag er
een kind naar voren komen, hij of zij bekijkt een foto van een dier en maakt het geluid van dat
dier. De overige kinderen raden om welk dier het gaat.
5 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 18-03-2014
De Vlierbloesem te 'S-GRAVENHAGE
Basiscompetentie sociale competentie
De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling.
De beroepskrachten helpen de kinderen actief mee om sociale vaardigheden met leeftijds- en/of
groepsgenootjes te ontwikkelen.
Als een meisje geen plek heeft op de bank zegt ze tegen de beroepskracht dat ze graag wil zitten,
maar dat er geen plek meer is. De beroepskracht legt het meisje uit dat ze aan het jongetje op de
bank kan vragen of hij een stukje wil opschuiven.
Basiscompetentie normen en waarden
Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk.
Tijdens de observatie blijkt dat er regels gelden op de groep. De kinderen ruimen bijvoorbeeld
samen op, tijdens de groepsactiviteit moeten de kinderen blijven zitten.
Gebruikte bronnen:

Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. B. Hartendorp)

Observaties (Op de groep)

Pedagogisch beleidsplan (versie september 2013)
6 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 18-03-2014
De Vlierbloesem te 'S-GRAVENHAGE
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
Toezichthouder heeft alle vog’s beoordeeld van de beroepskrachten die werkzaam zijn op deze
peuterspeelzaal en hiernaast ook van de medewerkers die in dienst zijn van de onderneming van
de houder en regelmatig of af en toe een bezoek brengen aan deze peuterspeelzaal. De
beoordeelde vog’s voldoen.
Passende beroepskwalificatie
De beroepskwalificaties van alle beroepskrachten werkzaam bij deze peuterspeelzaal zijn
beoordeeld. Deze voldoen.
Vrijwilligersbeleid
De Stichting Protestants Christelijke Peutespeelzalen heeft een organisatiebreed vrijwilligersbeleid,
versie febuari 2012, welke voldoet aan de beschreven eisen.
Opvang in groepen
Er worden per groep maximaal 15 kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar opgevangen.
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio
Op basis van de aanwezigheidslijsten en het personeelsrooster heeft toezichthouder geconstateerd
dat er wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio.
Gebruikte bronnen:

Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. B. Hartendorp)

Observaties (Op de groep)

Verklaringen omtrent het gedrag

Diploma's beroepskrachten

Vrijwilligersbeleid (februari 2012)

Presentielijsten

Personeelsrooster
7 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 18-03-2014
De Vlierbloesem te 'S-GRAVENHAGE
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
De laatste risico-inventarisatie veiligheid is uitgevoerd in november 2013. De risico's die uit de
risico-inventarisatie naar voren zijn gekomen, zijn opgenomen in een plan van aanpak met daarbij
beschreven de betreffende oplossing, actie of werkafspraak. Er zijn huisregels opgesteld en er vindt
jaarlijks een accommodatiecheck plaats.
De laatste risico-inventarisatie gezondheid is uitgevoerd in november 2013. De risico's die uit de
risico-inventarisatie naar voren zijn gekomen, zijn opgenomen in een plan van aanpak met daarbij
beschreven de oplossing, actie of werkafspraak. Er zijn huisregels opgesteld en protocollen
betreffende gezondheid, te weten: protocol hygiëne, protocol ventileren en protocol zieke kinderen.
Conform de Verordening peuterspeelzalen gemeente Den Haag 2013 dient te allen tijde een van de
aanwezige medewerkers te beschikken over een geldig (kinder)EHBO-diploma. Op deze locatie
wordt voldaan aan deze eis.
Conform de Verordening peuterspeelzalen gemeente Den Haag 2013 dient de houder van een
peuterspeelzaal het peuterspeelzaalwerk op zodanige wijze te organiseren dat de beroepskracht,
de beroepskracht-in-opleiding of de vrijwilliger de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl
hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. Op deze peuterspeelzaal wordt
voldaan aan deze eis.
Meldcode kindermishandeling
Ten tijde van de inspectie is het organisatiebrede protocol huiselijk geweld en kindermishandeling
versie 21 september 2011 nog van kracht. Hiernaast is er een apart protocol ongewenste
omgangsvormen cq seksueel misbruik door medewerkers, versie juni 2012. Bij de peuterspeelzaal
zijn deze 2 documenten aanwezig. Alhoewel het geen 'meldcode' betreft, voldoet dit protocol aan
de gestelde eisen van de Wko.
Vanaf 1 juli 2013 moet de houder een meldcode hebben vastgesteld die voldoet aan de beschreven
eisen en de kennis en het gebruik hiervan bij de medewerkers bevorderen. De Stichting
Protestants Christelijke Peutespeelzalen heeft een meldcode kindermishandeling in conceptvorm
klaar en deze zal 5 maart 2014 besproken worden met de OR, waarna de meldcode het werkveld in
zal gaan. De beroepskrachten zijn reeds op de hoogte van het feit dat er een concept meldcode is
en dat er een meldplicht geldt voor hen.
Houder heeft op 19 maart 2014 aangegeven dat de meldcode op 14 maart 2014 is vastgesteld
door het College van Bestuur. Deze meldcode bevat onder andere een element over 'de meldplicht
bij de vertrouwensinspecteur bij het Ministerie van het Onderwijs'. Hoewel geen verplicht element
vanuit de Wko is het wel raadzaam om dit op te nemen in de meldcode. De houder heeft dit
element ook daadwerkelijk opgenomen.
De meldcode is inmiddels ook verspreid onder alle peuterspeelzalen, aldus de houder. De meldcode
(versie januari 2014) voldoet aan de gestelde eisen.
Gebruikte bronnen:

Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. B. Hartendorp)

Risico-inventarisatie veiligheid (november 2013)

Risico-inventarisatie gezondheid (november 2013)

Actieplan veiligheid (januari 2014)

Actieplan gezondheid (januari 2014)

Ongevallenregistratie

Huisregels/groepsregels

Meldcode kindermishandeling (januari 2014)

Protocol huiselijk geweld en kindermishandeling versie 21 september 2011

Protocol ongewenste omgangsvormen cq seksueel misbruik door medewerkers, versie juni
2012

Mailwisseling met houder
8 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 18-03-2014
De Vlierbloesem te 'S-GRAVENHAGE
Ruimte en inrichting
Binnenruimte
Conform de Verordening peuterspeelzalen gemeente Den Haag 2013 zijn de voorschriften met
betrekking tot de binnenruimte als volgt: (Artikel 5, eerste lid, Verordening peuterspeelzalen 2013)
Voor elk aanwezig kind in de peuterspeelzaal dient minimaal 3 m² netto-oppervlakte
binnenspeelruimte beschikbaar te zijn.
De groepsruimte heeft een netto-oppervlakte van 46 m². Dit is voldoende groot voor de opvang
van de maximaal 15 kinderen die kunnen worden opgevangen bij de peuterspeelzaal.
Buitenspeelruimte
Conform de Verordening peuterspeelzalen gemeente Den Haag 2013 zijn de voorschriften met
betrekking tot de buitenruimte als volgt:(Artikel 5, eerste lid, Verordening peuterspeelzalen 2013)
Een peuterspeelzaal beschikt ten minste een kwart van elk dagdeel over aangrenzende
buitenspeelruimte.
Op deze peuterspeelzaal is de situatie als volgt:
De kinderen spelen op het ruime schoolplein van de basisschool. In de ochtend kunnen de kinderen
van 10.45 uur - 12.00 uur naar buiten. In de middag kunnen de kinderen van 13.15 uur - 14.45
uur gebruik maken van de buitenspeelruimte. In beide gevallen kunnen de kinderen dus tenminste
een kwart van het dagdeel gebruikmaken van de aangrenzende buitenspeelruimte.
Gebruikte bronnen:

Observaties (Op de groep)

Plattegrond

Interview houder en beroepskrachten
9 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 18-03-2014
De Vlierbloesem te 'S-GRAVENHAGE
Ouderrecht
Informatie
De houder informeert de ouders d.m.v. de informatiefolder, tijdens de intake en via de website,
deze informatie is actueel.
De houder plaats de inspectierapporten op zijn eigen website.
Conform de Verordening peuterspeelzalen Den Haag 2013 geschiedt de opvang op de
peuterspeelzaal op basis van een schriftelijke overeenkomst tussen de houder en de ouder.
Oudercommissie
De Stichting Protestants Christelijke Peuterspeelzalen heeft een organisatiebreed reglement
oudercommissie, versie maart 2012, welke voldoet aan de beschreven eisen.
Houder biedt ouders, middels de informatiefolder en tijdens het intake gesprek, de gelegenheid om
deel te nemen aan een oudercommissie.
Klachten
De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders en van
oudercommissies.
Houder is hiervoor aangesloten bij de SKK.
De houder heeft het jaarverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan
de GGD verzonden.
De klachtenregeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie is niet beoordeeld
aangezien er tot op heden geen oudercommissie is ingesteld.
Gebruikte bronnen:

Informatiemateriaal voor ouders

Website

Klachtenregeling

Jaarverslag Wet klachtrecht cliënten zorgsector

Klachtenregeling oudercommissie
10 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 18-03-2014
De Vlierbloesem te 'S-GRAVENHAGE
Inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Pedagogisch beleid
De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor die peuterspeelzaal kenmerkende
visie op de omgang met kinderen is beschreven.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang
en peuterspeelzalen)
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende
beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de
mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en
de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de
maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de peuterspeelzaalgroep.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de (spel)activiteiten
waarbij kinderen hun peuterspeelzaalgroep dan wel de peuterspeelzaalgroepsruimte verlaten.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop
beroepskrachten bij hun werkzaamheden met kinderen worden ondersteund door andere niet
structureel ingezette personen.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten
in een peuterspeelzaal bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen
signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning
kunnen bieden.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten
in een peuterspeelzaal toegerust worden voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke
wijze zij daarbij ondersteund worden.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
persoonlijke competentie te komen.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
sociale competentie te komen.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
11 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 18-03-2014
De Vlierbloesem te 'S-GRAVENHAGE
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie
aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.
(art 2.6 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór
aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd.
(art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is bij aanvang
van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.
(art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee
jaar.
(art 2.6 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie
overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Vrijwilligersbeleid
De houder heeft een vrijwilligersbeleid, wat tot uitdrukking komt in een beleidsplan.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het vrijwilligersbeleid staan minimumeisen waar een in de peuterspeelzaal werkzame vrijwilliger
aan dient te voldoen.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen))
In het vrijwilligersbeleid staan afspraken die de houder met vrijwilligers maakt.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het vrijwilligersbeleid staan de taakomschrijvingen waarin wordt omschreven welke bijdrage aan
het werk in de peuterspeelzaal van de vrijwilligers wordt verwacht en op welke wijze dit
samenhangt met het pedagogisch beleid.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat alle vrijwilligers werkzaam bij de peuterspeelzaal tegen
wettelijke aansprakelijkheid verzekerd zijn.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen
De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
12 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 18-03-2014
De Vlierbloesem te 'S-GRAVENHAGE
Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één
werkzaam is op de groep van het kind.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio
Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt:
- in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht;
- in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede
beroepskracht.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal
De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt.
(art 2.12 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF
Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze
specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde
gedragscode.
(art 2.12 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid
1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking,
valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn
respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang
tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin
het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van
de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid
1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
13 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 18-03-2014
De Vlierbloesem te 'S-GRAVENHAGE
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu,
buitenmilieu en medisch handelen.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn
respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang
tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van
de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.
(art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling
De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven
eisen.
(art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17a Besluit kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.
(art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik
ervan.
(art 2.9b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Ruimte en inrichting
Binnenruimte
Er is ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind.
De binnenruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen.
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen
kinderen en het pedagogisch beleid.
Buitenspeelruimte
Er is ten minste 3 m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind.
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar.
De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum.
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen
kinderen en het pedagogisch beleid.
Ouderrecht
Informatie
De houder informeert de ouders over het te voeren beleid.
(art 2.11 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
14 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 18-03-2014
De Vlierbloesem te 'S-GRAVENHAGE
De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk
na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een
afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats.
(art 2.11 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Oudercommissie
De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld.
(art 2.16 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden.
(art 2.16 lid 2 sub a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden.
(art 2.16 lid 2 sub b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden.
(art 2.16 lid 2 sub c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie.
(art 2.16 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie.
(art 2.16 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder biedt aan de ouders de gelegenheid deel te nemen aan een oudercommissie.
(art 2.15 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder en personen werkzaam bij de peuterspeelzaal zijn geen lid.
(art 2.15 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De leden worden gekozen uit en door de ouders.
(art 2.15 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen.
(art 2.15 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen
besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 2.17 van de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
(art 2.17 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze
voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft.
(art 2.17 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en
gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet.
(art 2.17 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Klachten
De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de
beschreven eisen.
(art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht.
(art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement.
(art 2 lid 3 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een
oordeel van de klachtencommissie.
(art 2 lid 5 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder leeft geheimhoudingsplicht na.
(art 2 lid 4 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders
wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven.
(art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
15 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 18-03-2014
De Vlierbloesem te 'S-GRAVENHAGE
De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar
aan de GGD.
(art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een
door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 2.17, eerste lid die voldoet aan de beschreven
eisen.
(art 2.18 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
16 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 18-03-2014
De Vlierbloesem te 'S-GRAVENHAGE
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening
Vestigingsnummer KvK
Aantal kindplaatsen
Gesubsidieerde voorschoolse educatie
:
:
:
:
De Vlierbloesem
000023445572
15
Nee
Gegevens houder
Naam houder
Adres houder
Postcode en plaats
KvK nummer
:
:
:
:
Stichting Protestants Christelijke Peuterspeelzalen
Postbus 18546
2502 EM 'S-GRAVENHAGE
41151328
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD
Adres
Postcode en plaats
Telefoonnummer
Onderzoek uitgevoerd door
:
:
:
:
:
GGD Haaglanden
Postbus 16130
2500 BC 'S-GRAVENHAGE
070-3537224
P. van Beek
Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente
Adres
Postcode en plaats
: ‘S-GRAVENHAGE
: Postbus 12652
: 2500 DP 'S-GRAVENHAGE
Gegevens toezicht
Planning
Datum inspectie
Opstellen concept inspectierapport
Zienswijze houder
Vaststelling inspectierapport
Verzenden inspectierapport naar houder
en oudercommissie
Verzenden inspectierapport naar
gemeente
Openbaar maken inspectierapport
:
:
:
:
:
18-03-2014
23-09-2014
24-09-2014
29-09-2014
29-09-2014
: 29-09-2014
: Week 42
17 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 18-03-2014
De Vlierbloesem te 'S-GRAVENHAGE
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
TOKIN
t.a.v. mevrouw M.M. Buijs
Hoofd Toezicht op de Kinderopvang
Postbus 12 652
2500 DP DEN HAAG
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Behandeld door
Betreft
E-mail
Doorkiesnummer
Datum
Bijlage
:
:
:
CdR
:
:
:
:
:
C. de Reus
Zienswijze inspectierapport
De Vlierbloesem
[email protected]
070 311 8784
29 september 2014
Geachte mevrouw Buijs,
Met genoegen hebben wij kennis genomen van de herziene rapportage van het inspectiebezoek
aan onze peuterspeelzaal De Vlierbloesem op 18 maart 2014. Eerder geconstateerde overtreding
op het domein Veiligheid en gezondheid, item huiselijke geweld en kindermishandeling blijkt bij
nader inzien onterecht. Op alle door u beoordeelde items voldoet de peuterspeelzaal nu aan de
gestelde voorwaarden.
Wij zullen het definitieve rapport t.z.t. ter inzage leggen voor de ouders in de peuterspeelzaal en
op de website van de peuterspeelzaal plaatsen.
Hoogachtend,
Mevrouw C. de Reus
Manager Peuterspeelzalen en Voorscholen
18 van 18
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 18-03-2014
De Vlierbloesem te 'S-GRAVENHAGE