Landelijke Klachtencommissie Onderwijs SAMENVATTING 106041 - Klacht over onvoldoende zorg voor veilige schoolomgeving, niet opvolgen adviezen orthopedagoog en psycholoog, tegenwerking bij vinden nieuwe school en verstrekken van informatie aan derden zonder toestemming; PO Op grond van de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat de school een beleid voor Sociale Veiligheid heeft. Het beleid is adequaat te noemen en bij de incidenten die klagers hebben ingebracht heeft de school conform dit beleid gehandeld. Dit klachtonderdeel is ongegrond. Uit de registraties in het leerlingdossier blijkt dat de school de leerling heeft begeleid op basis van de verstrekte algemene adviezen die later zijn aangevuld met de cognitieve resultaten van onderzoek. Voor de periode van september 2012 tot juni 2013 is een individueel handelingsplan opgesteld. Weliswaar ontbrak begin van schooljaar 2013-2014 een individueel handelingsplan, maar de school had een redelijke grond om daarmee te wachten. Bovendien liep het groepshandelingsplan door tot oktober 2013. Uit de inhoud van de handelingsplannen blijkt dat de school de adviezen van psycholoog en orthopedagoog serieus heeft opgepakt. De klacht op dit punt is ongegrond. De school heeft door te vragen of de dochter van klagers kon aansluiten bij de begeleiding van kinderen met een autisme spectrum stoornis aan de ouders van deze leerlingen kenbaar gemaakt dat ook de dochter van klagers gediagnostiseerd was met een aanverwante stoornis. Door aldus te handelen, zonder de toestemming van klagers, heeft de school de privacy van klagers en hun dochter niet gewaarborgd. De Commissie oordeelt de klacht in zoverre gegrond. Klagers hebben onvoldoende weten te onderbouwen waar de onzorgvuldige klachtbehandeling door het bestuur uit bestaat. Verweerders hebben in hun verweerschrift uitgebreid aangegeven hoe zij de klachten van klagers behandeld hebben. Omdat niet aannemelijk is geworden dat het schoolbestuur onzorgvuldig is omgegaan met de klachten, is de klacht op dit punt ongegrond. ADVIES inzake de klacht van: de heer en mevrouw A te B, ouders van C, voorheen een leerlinge van openbare basisschool D te B, klagers tegen de heer E, directeur obs D te B, en mevrouw F, voorzitter College van Bestuur Stichting Openbaar G te H, verweerders gemachtigde: mevrouw mr. I 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij klaagschrift met bijlagen van 15 november 2013 en aangevuld op 4 december 2013 en 8 januari 2014, hebben klagers op grond van de geldende klachtenregeling een klacht tegen verweerders ingediend met de volgende inhoud: 106041 / advies d.d. 18 februari 2014 Pagina 1 van 5 Landelijke Klachtencommissie Onderwijs De heer en mevrouw A klagen erover dat de school geen zorg heeft gedragen voor een veilige schoolomgeving voor hun dochter C. Verder klagen de heer en mevrouw A erover dat de school de adviezen van de psycholoog en de orthopedagoog niet heeft opgevolgd en dat de school geen handelingsplan voor C heeft opgesteld. De heer en mevrouw A klagen er ook over dat de school hen tegenwerkt met het vinden van een andere school voor C en dat de school zonder toestemming van klagers en zonder hen in kennis te stellen informatie aan derden heeft verstrekt die onjuist is. Tot slot klagen de heer en mevrouw A over de wijze waarop het schoolbestuur is omgegaan met hun klachten over de school. Het secretariaat van de Commissie heeft telefonisch met partijen overleg gevoerd over de gewenste wijze van klachtafhandeling: mediation of formele klachtbehandeling door de Commissie. Naar aanleiding van de uitkomst van deze gesprekken is de klacht ter behandeling voorgelegd aan de Commissie. De Commissie heeft verweerders op 25 november 2013 de mogelijkheid geboden een verweerschrift in te dienen. Verweerders hebben op 17 december 2013 een gezamenlijk verweerschrift met bijlagen ingediend. Alle stukken zijn over en weer in afschrift aan partijen gestuurd. De mondelinge behandeling van de klacht vond plaats op 15 januari 2014 te Utrecht. Klagers waren ter zitting aanwezig en werden vergezeld door mevrouw J, ouder van een leerling op obs D, als informant. Verweerders waren ter zitting aanwezig en werden bijgestaan door hun gemachtigde. Onder handhaving van hun standpunten hebben partijen een nadere toelichting gegeven. Hetgeen in de stukken en op de zitting naar voren is gebracht is, voor zover relevant, zakelijk in dit advies weergegeven. 2. DE FEITEN C, was vanaf 5 juli 2010 leerling op basisschool D in B. In schooljaar 2012-2013 zat zij in groep 5. De school heeft een beleid Sociale Veiligheid. In het lesprogramma voor de groepen 1 tot en met 5 zijn lessen sociaal-emotionele ontwikkeling ingepland. Vanaf groep 6 wordt een programma op maat gemaakt, waarbij minimaal een half uur per week tijd besteed wordt aan sociaal-emotionele ontwikkeling in de groep. De school werkt met sociale competentie observatielijsten en met sociogrammen. C is in de maanden mei en juni 2012 onderzocht door een GZ psycholoog . Deze psycholoog heeft op 3 juli 2012 een rapportage opgesteld. Blijkens deze rapportage heeft C PDD NOS en ADHD en een totaal IQ van 84. Klagers hebben de rapportage niet aan school ter hand gesteld. Zij hebben wel mondeling de adviezen van de psycholoog verstrekt en verzocht om de adviezen van de psycholoog over te nemen. In maart 2013 hebben klagers een onafhankelijke orthopedagoog benaderd. De orthopedagoog heeft observaties in de klas verricht en is aanwezig geweest bij verschillende gesprekken tussen klagers en school. De orthopedagoog heeft de school handelingsadviezen gegeven met betrekking tot de organisatie van de dag, aandacht en concentratie, aansluiten bij het niveau van het werk en het visualiseren en concretiseren om C te helpen met haar werk. Voor de begeleiding van C heeft school onder andere gebruik gemaakt van een beloningssysteem met stickers en beloningskaarten en met vaardighedenboekjes. C heeft verschillende werkplekken in de klas gehad. 106041 / advies d.d. 18 februari 2014 Pagina 2 van 5 Landelijke Klachtencommissie Onderwijs Op 19 augustus 2013 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen de directeur, leerkrachten, klagers, de leerplichtambtenaar en de orthopedagoog om afspraken te maken voor het nieuwe schooljaar. In dit gesprek zijn onder andere afspraken gemaakt over de communicatie tussen klagers en school. Op 8 oktober 2013 heeft een vervolggesprek plaatsgevonden. De directeur heeft in dit gesprek aangegeven dat de school niet de zorg en aandacht aan C kan bieden die zij nodig heeft. Op 9 oktober 2013 hebben klagers C ziek gemeld. Na de herfstvakantie van 12 tot en met 20 oktober 2013 is C bijna niet meer op school geweest. C volgt inmiddels onderwijs op sbo K in B. 3. OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE Klachtonderdeel: Geen zorg voor veilige schoolomgeving Voorop staat dat een school haar leerlingen een veilige schoolomgeving moet bieden. Op grond van de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting is de Commissie gebleken dat de school een beleid voor Sociale Veiligheid heeft, waarin naast beleid voor sociaal-emotionele ontwikkeling ook het schoolveiligheidsbeleid is vorm gegeven met zowel preventieve als repressieve maatregelen. In het beleidsplan is onder meer opgenomen dat bij voorvallen waarbij een vermoeden van pesten bestaat de groepsleerkracht onder andere gesprekken in de klas voert en dat de leerkracht spreekt met de ouders van de dader en het slachtoffer. Het is de Commissie gebleken dat het beleid adequaat is te noemen en dat bij de incidenten die klagers hebben ingebracht de school de beleidsregels heeft nageleefd. De school heeft daags na het kennisnemen van de incidenten dit besproken met betrokkenen en de gesprekken teruggekoppeld aan klagers. In de klas is besproken dat clubjes leuk moeten zijn en voor iedereen toegankelijk. Nu de school de signalen dat C werd gepest, heeft opgepakt en maatregelen heeft genomen om een zo veilig mogelijke schoolomgeving te bieden, kan niet worden geoordeeld dat school onzorgvuldig heeft gehandeld. Dit klachtonderdeel is daarom ongegrond. Klachtonderdeel: Adviezen psycholoog en orthopedagoog niet opgevolgd en ontbreken handelingsplan De Commissie stelt vast dat de school kort nadat de diagnose PDD-NOS en ADHD bij C gesteld was, alleen nog beschikte over algemene adviezen bij deze diagnose. Aan de hand van deze adviezen die later zijn aangevuld met de cognitieve resultaten van het onderzoek en de handelingsadviezen van de orthopedagoog heeft de school C vervolgens begeleid. Dit blijkt onder andere uit de registraties in het leerlingdossier. Zo is er gewerkt met beloningssystemen, vaardighedenboekjes en gezocht naar de beste werkplek voor C. Nadat de diagnose was vastgesteld, is er voor C een individueel handelingsplan opgesteld over de periode van september 2012 - juni 2013. In het plan wordt verwezen naar het psychologisch onderzoek en worden de algemene adviezen als leidraad genomen. Ook wordt verwezen naar de begeleiding door de door ouders ingeschakelde orthopedagoog. Tevens wordt C vermeld in de groepshandelingsplannen die doorliepen tot oktober 2013. Uit de inhoud van de handelingsplannen blijkt dat de school de adviezen van psycholoog en orthopedagoog voor C serieus heeft opgepakt. De klacht dat de school de adviezen van de psycholoog en de orthopedagoog niet heeft opgevolgd is dan ook ongegrond. Ter zitting hebben verweerders bevestigd dat er bij aanvang van schooljaar 2013-2014 geen individueel handelingsplan is opgesteld. Tot juni 2013 was er wel een individueel handelingsplan en het groepshandelingsplan liep door tot oktober 2013. De Commissie overweegt dat de school in redelijkheid de afweging heeft kunnen maken om te wachten met het opstellen van een individueel handelingsplan tot na de eerste leerlingbespreking in het nieuwe schooljaar. Na de zomervakantie kunnen leerlingen in sociaal-emotionele ontwikkeling immers vooruitgang geboekt hebben. Omdat C 106041 / advies d.d. 18 februari 2014 Pagina 3 van 5 Landelijke Klachtencommissie Onderwijs zowel eind schooljaar 2012-2013 als begin schooljaar 2013-2014 bijna niet op school is geweest, heeft de school gerechtvaardigd geen nieuw individueel handelingsplan opgesteld. Vooral ook omdat het groepshandelingsplan nog wel actueel was. De Commissie concludeert dat er aan het begin van schooljaar 2013-2014 een individueel handelingsplan ontbrak, omdat de school een redelijke grond had om te wachten met het opstellen van een individueel handelingsplan en bovendien het groepshandelingsplan doorliep. Daarmee kan niet geconcludeerd worden dat de school zich handelingsverlegen verklaard heeft zonder dat extra begeleiding geboden is. De klacht is dan ook ongegrond. Klachtonderdeel: Tegenwerken bij het vinden van een andere school en zonder toestemming informatie verstrekken die onjuist is Omstreden is of de school inzage heeft gegeven in het dossier van C, Het inzage geven in het dossier van C aan derden kan niet worden vastgesteld. De Commissie is gebleken dat de school in augustus 2012 de ouders van een medeleerling met een stoornis in het autistisch spectrum benaderd heeft om te verkennen of C mee zou mogen doen aan de aparte begeleiding van deze leerling. Omdat deze begeleiding gefinancierd werd uit leerlinggebonden financiering moesten de ouders van de desbetreffende leerling daarvoor toestemming verlenen. De school heeft nagelaten om hiervoor vooraf toestemming te vragen aan klagers. De school heeft door te vragen of C kon aansluiten bij de begeleiding van kinderen met een autisme spectrum stoornis kenbaar gemaakt dat ook C gediagnostiseerd was met een aanverwante stoornis. Door aldus te handelen, zonder de toestemming van klagers, heeft de school de privacy van C en klagers niet gewaarborgd. De Commissie oordeelt de klacht in zoverre gegrond. Voor het overige hebben klagers niet onderbouwd welke onjuiste informatie door de school zonder toestemming van klagers is verstrekt aan instanties en andere basisscholen. Zij hebben niet onderbouwd op welke wijze de school hen heeft tegengewerkt bij het vinden van een andere school. Daarentegen hebben verweerders een brief overgelegd van de directeur van de school waar klagers een kennismakingsgesprek hebben gehad in verband met een eventuele aanmelding van C. In deze brief bevestigt de directeur van deze school dat verweerder het gesprek met klagers niet beïnvloed heeft en het gesprek ook niet heeft willen beïnvloeden. De Commissie acht de klacht op dit onderdeel dan ook niet aannemelijk gemaakt en daarom ongegrond. Klachtonderdeel: Behandeling van de klacht Klagers hebben onvoldoende weten te onderbouwen waar de onzorgvuldige klachtbehandeling door het bestuur uit bestaat. Verweerders hebben in hun verweerschrift daarentegen uitgebreid aangegeven hoe zij de klachten van klagers behandeld hebben. Klagers hebben nagelaten hier ter zitting op te reageren. De Commissie heeft op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting daarom niet vast kunnen stellen op welke punten het bestuur niet heeft teruggekoppeld en welke vragen ontoereikend beantwoord zijn. Omdat niet aannemelijk is geworden dat het schoolbestuur onzorgvuldig is omgegaan met hun klachten, oordeelt de Commissie de klacht ongegrond. OORDEEL VAN DE COMMISSIE De Commissie komt op grond van bovenstaande overwegingen tot het oordeel dat het klachtonderdeel over het verstrekken van onjuiste informatie aan derden zonder toestemming van klagers deels gegrond is en dat de overige klachtonderdelen ongegrond zijn. 106041 / advies d.d. 18 februari 2014 Pagina 4 van 5 Landelijke Klachtencommissie Onderwijs Aldus gedaan te Utrecht op 18 februari 2014 door prof.mr. A.G. Castermans, voorzitter, drs. M.J.M.N van der Drift en drs. M.H.W.C. Voeten, leden, in aanwezigheid van mr. H.J. van der Ende, secretaris. prof.mr. A.G. Castermans voorzitter 106041 / advies d.d. 18 februari 2014 Pagina 5 van 5 mr. H.J. van der Ende secretaris
© Copyright 2024 ExpyDoc