BACHELOR 2 Praktijkcursus Gezondheidszorg WEEK 2 http://freestock.ca Cursuscoördinator: dhr. dr. M.B.M. Soethout Mobile Learning Initiative VUmc Amsterdam COLLEGES De tijden en locaties zijn altijd onder voorbehoud. Kijk voor de actuele tijd en plaats: www.rooster.vu.nl Voor de indeling en tijden van studiegroepen en practica: zie ook www.rooster.vu.nl. Coverafbeelding: www.freestock.ca Colleges Week 2 donderdag, 15 januari 2015 09.30 - 12.30 Werkgroepen, zie handleiding ‘Werkconferentie’ 13.30 - 15.30 Slotcollege: Forum- Betere zorg voor chronisch zieken. Docenten Mw. dr. M.C. de Bruijne en panelleden Na afloop van de werkconferentie vindt ’s middags een forum plaats. Het forum bestaat uit personen die verbonden zijn aan zeven verschillende actoren uit het veld van de gezondheidszorg. De zaal wordt ingedeeld naar de verschillende actoren uit de werkconferentie. Je wordt verzocht plaats te nemen op de daartoe aangegeven plek in de zaal. Aandachtspunten Door de organisatie van de werkconferentie worden drie ingediende voorstellen voor verbeterprojecten voor chronisch zieken geselecteerd aan de hand van drie criteria: originaliteit, relevantie en haalbaarheid. De ontwerpers van deze drie voorstellen worden tijdens deze slotconferentie uitgenodigd hun voorstel voor het forum en de zaal te presenteren. De leden van het forum becommentariëren en beoordelen volgens deze drie voorstellen. Tenslotte komen zij tot een keuze voor het beste voorstel en zal aan de winnaars een prijs worden uitgereikt. Ook de zaal wordt actief betrokken bij de beoordeling. Ruimte en tijd Zie www.rooster.vu.nl 2 WERKCONFERENTIE Programma werkgroepen 09.30 - 09.40 Introductie op het practicum 09.40 - 10.30 Deel 1: het patiëntperspectief 10.30 - 11.50 (incl. pauze) Deel 2: Samenwerking tussen de actoren 11.50 - 12.30 Deel 3: Projectvoorstellen presenteren en indienen 13.30 - 15.30 Deel 4: Forum (zie ook ‘colleges’) Werkgroepruimten Zie www.rooster.vu.nl INTRODUCTIE Leerdoelen De student: leert vanuit een praktijkprobleem zoals ervaren door patiënten na te denken over hoe de zorg is georganiseerd, en hoe dit mogelijk beter kan; integreert zijn/haar kennis en inzichten uit de studieopdrachten en praktijkbezoeken, en gaat gezamenlijk werken aan een projectvoorstel om de zorg voor chronisch zieken te verbeteren; krijgt meer inzicht in de werking van de gezondheidszorg als een georganiseerd en dynamisch systeem. Meenemen: • Pen en papier of iPad • Eerste ideeën voor verbeterprojecten • Deze practicumhandleiding Let op! Voorbereiding verplicht, zie volgende pagina. Achtergrond Het afsluitende practicum vindt plaats in de vorm van een werkconferentie. Tijdens deze werkconferentie ontwikkel je een aantal verbeterprojecten voor de (preventieve) zorg aan chronisch zieke patiënten. Je vertegenwoordigt één van de zes actoren waarmee je tijdens de studieopdracht en het praktijkbezoek kennis hebt gemaakt. Nadat de verbetervoorstellen aan het eind van het practicum zijn ingediend bij de organisatie, worden hier drie voorstellen uit geselecteerd. Deze selectie van verbeterprojecten wordt vervolgens besproken en becommentarieerd door een forum van afgevaardigden uit de praktijk. Het forum vindt plaats na de werkconferentie. 4 Voorbereiding Je hebt bij aanvang van het practicum de practicumhandleiding gelezen. Je bereidt je voor op dit practicum door de kennis die je hebt opgedaan tijdens het praktijkbezoek aan de patiëntenvereniging (speed-dates met patiëntenverenigingen) voor jezelf op een rijtje te zetten. Wat waren problemen in de zorg zoals ervaren door de door jouw gesproken patiënten, en welke mogelijke (haalbare) oplossingen zie je? Daarnaast dien je je voor te bereiden op je specifieke rol in het practicum aan de hand van de antwoorden op de vragen in de studieopdrachten en op de vragen die je aan de actor van je praktijkbezoek hebt gesteld. Daarnaast neem je kennis van het kerndocument voor de werkconferentie (uitnodiging: Werkconferentie ‘Betere zorg voor chronisch zieken’) (zie algemeen deel). 5 Inhoud en Instructies Tijdens de werkconferentie dienen de deelnemers een aantal besluiten te nemen over verbeterprojecten voor de zorg van chronisch zieken. De zeven actoren die deelnemen aan de werkconferentie zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Brancheorganisatie voor Thuiszorg (ActiZ) Zorgverzekeraars Nederland (ZN) GGD Nederland Nederlandse vereniging voor Ziekenhuizen (NVZ) Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) Kwaliteitsinstituut Ieder-In Product Voorstellen voor de verbetering van de zorg voor chronisch zieken. Nabespreking Tijdens de slotconferentie (forum). Badge Je draagt tijdens de werkconferentie een badge met daarop de actor die je vertegenwoordigt. Aftekening Je krijgt een aftekening na actieve bijdrage aan de werkconferentie. Bij onvoldoende inzet volgt geen aftekening. 6 DEEL 1: HET PATIËNTPERSPECTIEF Het resultaat van deel 1 moet zijn dat: Er inhoudelijk overeenstemming is over twee verbeterprojecten voor de zorg aan chronisch zieke patiënten; deze twee projecten worden nader uitgewerkt in programma deel 2. 7 Taakverdeling Er worden zes groepjes van vier studenten gevormd. In elk groepje wordt bepaald wie voorzitter is en wie notulist. De taken van de voorzitter en notulist zijn: • Als voorzitter: • • de verschillende studenten aan het woord laten over de opgedane kennis tijdens het praktijkbezoek patiëntenvereniging, erop toezien dat het perspectief van de chronisch zieke patiënt centraal staat bij het uitdenken van mogelijke ideeën voor een verbeterproject. Als notulist: • mogelijke ideeën kort vastleggen, uiteindelijke idee met werktitel vastleggen. Werkzaamheden (totaal 50 minuten): 1. Je inventariseert als groep de knelpunten in de zorg zoals ervaren door de door jouw gesproken chronisch zieke patiënten (ca 20 minuten). • • • Wat hebt gehoord tijdens het praktijkbezoek aan de patiëntenvereniging? Wat heb je gehoord tijdens het praktijkbezoek aan actor gezondheidszorg? Je probeert vast te stellen of er een overeenkomstig achterliggend probleem is waar chronisch zieke patiënten tegenaan lopen, en/of waar de verschillen zitten 2. Je bediscussieert eerste ideeën voor verbeterprojecten voor chronisch zieke patiënten. Je zet mogelijke projectvoorstellen met werktitel kort op papier en kiest er samen een uit die je aan de hele groep kort zult toelichten (15 minuten). 3. Je licht aan de hele groep studenten kort het probleem toe (knelpunt in de zorg vanuit het perspectief van chronisch zieke patiënten), vertelt de werktitel van je verbeterproject en het doel van het verbeterproject. Je schijft de werktitel op het bord. De overige studenten mogen één of twee korte verhelderende vragen stellen (10 minuten) in totaal voor alle zes groepjes; dus voor elk groepje niet meer dan twee minuten. • Je bepaalt (middels stemming) welke twee van de zes gepresenteerde projectvoorstellen nader worden uitgewerkt in programma onderdeel II. De projecten worden uiteindelijk beoordeeld aan de hand van de volgende drie criteria: originaliteit, relevantie en haalbaarheid. Houd hier dus rekening mee bij het selecteren van twee voorstellen (5 minuten). 8 DEEL 2: SAMENWERKING TUSSEN DE ACTOREN Het resultaat van deel 2 moet zijn dat: • Er binnen de groep van twaalf studenten inhoudelijk overeenstemming is over de invulling van één verbeterproject voor de zorg aan chronisch zieke patiënten; • Er overeenstemming is welk duo de presentatie verzorgt voor de hele groep studenten nu, en eventueel vanmiddag (indien het voorstel door de organisatie wordt geselecteerd). 9 Taakverdeling Werkzaamheden (80 minuten inclusief 10 minuten pauze): Er worden twee groepjes van twaalf studenten gevormd. In elke groep dienen de zes actoren zoals vastgesteld in de eerste studiegroepbijeenkomst vertegenwoordigd te zijn. In elk groepje wordt bepaald wie voorzitter is en wie notulist. De taken van de voorzitter en notulist zijn: a. De ene groep gaat verbeterproject 1 uitwerken, de andere groep gaat verbeterproject 2 uitwerken. • Als voorzitter: • • • • Als notulist: • de verschillende studenten aan het woord laten over de opgedane kennis tijdens het praktijkbezoek aan actor gezondheidszorg (voor zover relevant voor het uit te werken verbeterproject); zorgen dat het perspectief van alle actoren gehoord is; bij onderdeel d.) ervoor zorgen dat alle onderdelen door de duo’s worden uitgewerkt; mogelijke ideeën voor de verschillende projectonderdelen kort vastleggen, uiteindelijke uitwerking in PowerPointsjabloon vastleggen. b. Elke student vertegenwoordigt de actor zoals vastgesteld in de eerste studiegroepbijeenkomst en behorende bij het Praktijkbezoek aan actor gezondheidszorg. c. Nu staat het gesprek tussen de verschillende andere actoren over mogelijke samenwerking in het project centraal. Bedenk welke rol je als actor kan hebben in het project en hoe je daarbij in de praktijk wilt samenwerken met de andere actoren. Probeer daarover te onderhandelen, indien nodig. Alle actoren dienen betrokken te worden bij het project; indien een actor niet betrokken kan worden dien je inhoudelijk te beargumenteren waarom deze actor niet participeert in het project. (a t/m c 45 minuten) d. Als je als groep overeenstemming hebt bereikt over de rol van alle actoren, ga je het voorstel in PowerPoint uitwerken volgens de richtlijnen van het projectformulier (zie bijlage 3 voor de richtlijnen en bijlage 4 voor het PowerPointsjabloon). De zes verschillende onderdelen uit het projectformulier (probleem, doel, rol van betrokkenen, plan van aanpak, originaliteit/innovatie en haalbaarheid) worden uitgewerkt in duo’s. (25 minuten) • Het sjabloon voor de presentatie kun je downloaden van Blackboard (onder het practicum) en opslaan op het bureaublad; • De projecten worden uiteindelijk beoordeeld aan de hand van de volgende drie criteria: originaliteit, relevantie en haalbaarheid. Houd hier dus rekening mee; • Je bepaalt samen wie de presentatie gaat houden (twee studenten). 10 DEEL 3: PROJECTVOORSTELLEN PRESENTEREN EN INDIENEN Het resultaat van deel 3 moet zijn dat: Er per practicumgroep een verbeterproject in PowerPoint is ingevoerd dat voldoet aan de volgende randvoorwaarden: • het perspectief van de patiënt staat voorop; alle actoren zijn bij het verbetervoorstel actief betrokken; • als er een actor niet participeert dan is inhoudelijk beargumenteerd waarom niet; • voorgestelde verbeterprojecten mogen maximaal 2 jaar duren. 11 De hele groep komt weer bij elkaar. Er worden twee presentaties gehouden. Nominaties Werkzaamheden (40 minuten): De ontwerpers van de drie gekozen projectvoorstellen horen pas ‘s middags tijdens het forum dat hun voorstel is genomineerd. Twee betrokkenen bij elk voorstel zullen ter plaatse uitgenodigd worden hun voorstel te presenteren. a. Er worden twee voorstellen voor verbeterprojecten in de practicumgroep gepresenteerd. Twee betrokkenen bij elk voorstel presenteren het voorstel. Voor elke presentatie is 10 minuten spreektijd en 5 minuten discussie ingeroosterd (30 minuten in totaal). b. Na afloop van de presentaties wordt door stemming een selectie gemaakt voor het beste voorstel (2 minuten). c. De groep probeert eventueel als geheel nog verbeteringen voor het voorstel te bedenken en deze door te voeren in het voorstel (3 minuten). d. Het beste voorstel wordt vervolgens bij de organisatie ingediend (5 minuten). Vóór 12.30 uur zal er van elke werkgroep één voorstel ingediend moeten worden bij de organisatie van de werkconferentie. Zorg dat je het voorstel op Blackboard bij de juiste studiegroep plaatst (onder Discussion Board uploaden). De organisatie van de Werkconferentie en een jaarvertegenwoordiger kiezen uit alle voorstellen vervolgens drie voorstellen en hanteren daarbij de volgende drie criteria: originaliteit, relevantie en haalbaarheid (praktisch). Deze voorstellen zullen gepresenteerd worden op de afsluitende forumbijeenkomst. Houd er bij voorbaat dus rekening mee dat je uitgenodigd kunt worden om je projectvoorstel voor het forum te komen presenteren! Bedenk dus vooraf wie dit gaat doen. 12 DEEL 4: AFSLUITEND FORUM Zaalindeling Tijdens de afsluitende forumbijeenkomst wordt de zaal naar de actoren ingedeeld. Je wordt verzocht op de daartoe aangewezen plekken in de zaal plaats te nemen. Van de deelnemers in de zaal wordt een actieve bijdrage aan de bijeenkomst gevraagd. Presentaties Twee afgevaardigden uit de werkgroepen van de drie genomineerde verbeterprojecten geven een korte presentatie (circa 10 minuten) voor de zaal en een forum (panel) van deskundigen uit het veld. Daarna is er gelegenheid tot het stellen van vragen en vindt er een forumdiscussie plaats van panel en zaal. Prijsuitreiking Het forum en de zaal worden verzocht om hun oordeel te geven over de drie genomineerde projecten. Uiteindelijk wordt uit deze drie voorstellen het winnende project gekozen dat aan de minister zal worden voorgelegd. Er zullen twee prijzen worden uitgereikt voor het beste voorstel: een Publieksprijs en een Forumprijs. 13 BIJLAGEN 1. Uitnodiging werkconferentie ‘Betere zorg voor chronisch zieken’ 2. Overzicht van actoren op de werkconferentie 3. Richtlijnen projectformulier ‘Verbeterproject chronisch zieken’ 4. Sjabloon powerpoint ‘Verbeterproject chronisch zieken’ BIJLAGE 1: UITNODIGING WERKCONFERENTIE ‘BETERE ZORG VOOR CHRONISCH ZIEKEN’ Werkconferentie ‘Betere zorg voor chronisch zieken’ De minister van Volksgezondheid heeft de ‘Zorg voor chronisch zieken’ tot een speerpunt van haar beleid gemaakt. De kwaliteit van zorg moet verbeterd worden, voornamelijk vanuit het perspectief van chronisch zieken zelf. In het zorgstelsel staat vraagsturing namelijk voorop en de patiënt centraal. De minister nodigt vertegenwoordigers van thuiszorginstellingen, organisaties van chronisch zieken, zorgverzekeraars, GGD’en, ziekenhuizen, huisartsen en het Kwaliteitsinstituut uit voor een werkconferentie op donderdag 15 januari 2015: ‘Betere zorg voor chronisch zieken’. De minister wil dat de vertegenwoordigers tijdens deze bijeenkomst gezamenlijk een aantal voorstellen maken om de zorg voor chronisch zieken te verbeteren. Als voorbereiding op de werkconferentie vraagt de minister aan elke deelnemende actor om daarbij goed naar hun eigen rol, zoals hieronder weergegeven, te kijken en om na te denken over de knelpunten in de zorg voor chronisch zieken en waar deze verbeterd zou moeten worden. 15 Rol van de deelnemende organisaties: 1. De minister heeft thuiszorginstellingen via hun brancheorganisatie ActiZ verzocht hun kwaliteitsbeleid specifiek te bezien op de doelgroep chronisch zieken, met name op de punten mantelzorg en ketenkwaliteit. 2. De minister heeft de zorgverzekeraars aangesproken op hun verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van zorg die zij hun verzekerden volgens hun polissen bieden. Hij heeft hun verzocht via hun brancheorganisatie Zorgverzekeraars Nederland (ZN) aan te geven hoe zij concreet de kwaliteit van zorg van instellingen en beroepsbeoefenaren voor chronisch zieken aanpakken. 3. De minister heeft zich gewend tot de GGD’en via hun brancheorganisatie GGD Nederland met de vraag hoe preventie in relatie tot chronisch zieken vorm krijgt en versterkt kan worden. 4. De minister heeft de ziekenhuizen via hun brancheorganisatie Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuizen (NVZ) verzocht hun kwaliteitsbeleid specifiek te bezien op de doelgroep chronisch zieken. Daarbij moet ook naar voren komen welke innovaties en best practices in de zorg voor chronisch zieken ingevoerd kunnen worden. 5. De minister heeft het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) verzocht de rol van de huisarts in de zorg van chronisch zieken voor de toekomst te bepalen. Specifiek wil zij dat gekeken wordt naar de rol van praktijkondersteuners, naar de organisatie van de eerstelijnszorg en naar de samenwerking met de specialistische geneeskunde. 6. Aan het Kwaliteitsinstituut heeft de minister gevraagd om de rol van chronische zorg in kwaliteitsstandaarden en publieke kwaliteitsinformatie te omschrijven, en hierover een toekomstvisie te ontwikkelen. 7. Aan specifieke organisaties van chronisch zieken binnen Ieder-In heeft de minister gevraagd om hun knelpunten in de zorg zo concreet mogelijk te benoemen en aan te geven waar en bij wie de oplossing daarvoor gezocht moet worden. 16 BIJLAGE 2: OVERZICHT VAN DE ACTOREN OP DE WERKCONFERENTIE Thuiszorginstellingen (ActiZ) De thuiszorg biedt verpleging en verzorging in de thuissituatie aan mensen die door ziekte, Bron: www.actiz.nl handicap, ouderdom of andere reden blijvend of tijdelijke zorg nodig hebben, bijvoorbeeld na een ziekenhuisopname. De thuiszorg is dus sterk gericht op chronisch zieken. Wijkverpleegkundigen en wijkziekenverzorgenden nemen verpleging en verzorging voor hun rekening, gezinsverzorgenden bieden vooral huishoudelijke hulp (stofzuigen, wassen, boodschappen doen), maar ook verzorging (aan- en uitkleden, douchen) en begeleiding (een praatje maken, emotionele steun geven). Zorgverzekeraars Nederland (ZN) In deze bijlage vind je een kort overzicht van de taken en doelstellingen van verschillende actoren die deelnemen aan de werkconferentie. Dit zijn de zes actoren van de studieopdrachten en Ieder-In. Bron: www.zn.nl Zorgverzekeraars Nederland (ZN) is de brancheorganisatie van zorgverzekeraars in Nederland en hun leden zijn dus alle zorgverzekeraars. Eigenlijk wilden de leden van ZN helemaal niet dat ZN naar de werkconferentie ging, omdat in het nieuwe verzekeringsstelsel zorgverzekeraars met elkaar concurreren, dus waarom zouden zorgverzekeraars zich gezamenlijk inzetten voor de kwaliteit van zorg voor chronisch zieken? Maar één van de doelstellingen van ZN als brancheorganisatie is het bevorderen van het imago van de branche, en dan biedt deze conferentie wel degelijk mogelijkheden. 17 GGD Nederland Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) GGD’en zijn gemeentelijke diensten. Zij hebben concrete taken op het terrein van de collectieve preventie (onder meer bevolkingsonderzoek, jeugdgezondheidszorg (JGZ)), verzorgen de vangnetfunctie voor verslaafden en dak- en thuislozen. Bovendien adviseren zij de gemeente over gezondheidsaspecten van het gemeentelijk beleid, zoals ten aanzien van bouw, verkeer enzovoorts. Nu gezondheidsbevordering aan aandacht wint omdat ongezond gedrag als determinant van ziekte tegenwoordig veel aandacht krijgt, liggen er mogelijkheden voor gemeenschappelijke actie: gezondheidsbevordering in de eerste lijn, binnen de JGZ of in de spreekkamer van de specialist, naast of met verwijzing naar GGD’en of andere gemeentelijke gezondheidsprogramma’s. Ten opzichte van de eerste lijn, de thuiszorg en de GGD’en zijn de ziekenhuizen omvangrijke geneeskundige centra: een concentratie van voorzieningen voor onderzoek, behandeling en verpleging en daarmee verbonden artsen en verpleegkundigen, die er ook worden opgeleid. De marktwerking in de gezondheidszorg maakt wel dat zij een scherper oog krijgen voor de patiënt als consument en ook voor de organisaties die voor patiënten/ consumenten belangen opkomen, zoals Ieder-In. Kwaliteitsverbetering van de klinische zorg voor chronisch zieken is ‘core business’ voor ziekenhuizen, of beter gezegd vanuit medisch en verpleegkundig oogpunt gezien; aan het patiëntperspectief valt nog wel wat te doen. Bron: www.ggd.nl Bron: www.nvz-ziekenhuizen.nl 18 Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) Kwaliteitsinstituut Het Nederlands Huisartsen Genootschap werkt aan de verwetenschappelijking van de beroepsuitoefening. Dit doet de NHG onder meer door kennis uit onderzoek toepasbaar te maken in de huisartsenpraktijk. De ontwikkeling van standaarden en protocollen is daarvan de concretisering. Hoe langer hoe meer worden daarin ook preventieve aspecten voor chronisch zieken meegenomen, zoals stoppen met roken bij hart- en vaatziekten en longaandoeningen. Of die preventie ook altijd ten volle in de praktijkuitoefening aan bod komt is een andere zaak. Factoren als tijdgebrek, tarifering, opleiding en attitude van de huisarts zijn belemmerende factoren voor een omvattende toepassing in de praktijk. Daarom wordt wel de vraag gesteld of de huisartsenpraktijk niet aangepast moet worden door meer praktijkondersteuners of assistenten ten behoeve van diabeteszorg en COPD. Het Kwaliteitsinstituut heeft als doel om de kwaliteit van de in Nederland geleverde zorg te helpen verbeteren. Dit doet zij door kwaliteit en kosten van de zorg inzichtelijk te maken en het ontwikkelen van professionele kwaliteitstandaarden te stimuleren. Uitgangspunt voor de kwaliteitstandaarden is dat patiënten, zorgverleners en zorgverzekeraars het beste weten wat goede zorg is en daarover afspraken moeten maken. Als deze partijen er om wat voor reden dan ook niet uitkomen, kan het Kwaliteitsinstituut helpen. Bron: www.zorginstituutnederland.nl/ kwaliteit/kwaliteitsinstituut Bron: www.nhg.org 19 Ieder-In Ieder-In (de voormalige chronisch Zieken en Gehandicapten Raad (CG-Raad) bundelt circa 150 patiëntenverenigingen en patiëntenorganisaties. Mensen met een chronische ziekte of een handicap hebben veel gemeenschappelijke belangen. Voorbeelden hiervan zijn de aanspraak op goede medische voorzieningen, woningaanpassingen, en gelijke kansen in het onderwijs en bij het vinden van werk. Wanneer de belangen één specifieke handicap of chronische ziekte overstijgen, is Ieder-In de organisatie die de collectieve belangen behartigt. De wensen van de achterban bepalen de inzet. Bron: www.iederin.nl 20 BIJLAGE 3: RICHTLIJNEN PROJECTFORMULIER: “VERBETERPROJECT CHRONISCH ZIEKEN” Geef in het Powerpointbestand (in steekwoorden) antwoord op de volgende vragen die betrekking hebben op het verbeterproject. 21 Studiegroepen Geef studiegroepnummers weer. Namen van twee vertegenwoordigers uit de werkgroep Hier komen twee namen van personen die betrokken zijn bij het voorstel en die –mits genomineerd- tijdens de afsluitende forumbijeenkomst een korte presentatie over het voorstel zullen geven. Rol van betrokkenen Welke actoren spelen een rol? Beschrijf de rol van de actoren die betrokken worden bij het verbeterproject en hun specifieke taak in het project. Let op: wees concreet in je omschrijving van de taak. Een algemene, vage omschrijving zoals ‘toezien op het proces’ is niet voldoende. Indien een bepaalde actor niet betrokken kan worden bij het project dient inhoudelijk beargumenteerd te worden waarom niet. • Thuiszorginstellingen (ActiZ) • Zorgverzekeraars (Zorgverzekeraars Nederland (ZN)) • GGD-instelling(en) (GGD Nederland) • Ziekenhuis/ziekenhuizen (Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuizen (NVZ)) • Huisartspraktijk(en) (Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG)) • Kwaliteitsinstituut Projecttitel Geef kort en bondig een titel van het project. Probleem Geef een heldere omschrijving van de aanleiding voor het verbeterplan. Omschrijf het kernprobleem waar het verbeterproject betrekking op heeft en ook voor welke patiëntenpopulatie dit een probleem is en waarom. Plan van aanpak Wat is het plan van aanpak? Beschrijf in chronologische volgorde hoe de activiteiten binnen het project worden uitgevoerd en hoe je de twee kwaliteitsindicatoren -zoals genoemd bij het doel van het verbeterplan- gaat meten. Geef kort maar duidelijk aan uit welke verschillende activiteiten het project bestaat. Doel van het project Wat is het doel van het verbeterplan? Omschrijf wat het doel is en benoem twee kwaliteitsindicatoren waarmee het effect van het project gemeten wordt. Denk bij de kwaliteitsindicatoren aan indicatoren die kunnen worden gecategoriseerd in 1 van de 3 niveaus en/of 1 van de 3 domeinen zoals beschreven in de studiestof (Mackenbach & Stonks, 2012). Innovatie/originaliteit Geef aan wat het innovatieve karakter (meerwaarde) van het project is, qua inhoud en/of aanpak. Haalbaarheid Wat is de haalbaarheid van het project? Benoem de succesfactoren van je project en faalfactoren en hoe je daarmee omgaat. 22 BIJLAGE 4: SJABLOON POWERPOINT 'VERBETERPROJECT CHRONISCH ZIEKEN' Sjabloon PowerPoint “Verbeterproject chronisch zieken” 23 24 25
© Copyright 2024 ExpyDoc