Longgeneeskunde Sneldiagnostiek bij een longafwijking of verdenking op longkanker Inleiding U bent door uw huisarts of ander behandelend arts verwezen naar de polikliniek Longgeneeskunde. Dit omdat bij u een afwijking werd gezien op de röntgenfoto van uw longen, waarvoor verder onderzoek nodig is. In het Jeroen Bosch Ziekenhuis is er de mogelijkheid voor het zogenaamde sneldiagnostiek traject. Dit houdt in dat u in één week veel onderzoeken krijgt die nodig zijn, om tot een diagnose te komen. Meestal krijgt u aan het einde van de week de definitieve uitslag. Uw longarts vertelt u wat er aan de hand is en welke behandelingen er eventueel mogelijk zijn. In deze folder vindt u informatie over het sneldiagnostiek traject. Welke afspraken en onderzoeken krijgt u? Een medewerker van de polikliniek Longgeneeskunde plant na overleg met de longarts de volgende afspraken voor u: Dag 1 maandag • Longfunctieonderzoek. • Afspraak longarts op de polikliniek Longgeneeskunde. • PET/CT-scan. Dag 2 dinsdag • Bronchoscopie. Dag 4 donderdag • Heeft u een afspraak met de longarts en indien nodig met de verpleegkundig specialist of verpleegkundig consulent op de polikliniek Longgeneeskunde. Zij bespreken dan de uitslagen van de onderzoeken met u. Deze informatie voor patienten is met de grootste zorg samengesteld. Het betreft algemene informatie. Aan deze informatie kunnen geen rechten worden ontleend. © Jeroen Bosch Ziekenhuis 2011 www.jeroenboschziekenhuis.nl (LON-094, uitgave december 2014) Dag 5 vrijdag • Afhankelijk van de uitslag is soms nog aanvullend onderzoek nodig. Zo nodig bespreekt de longarts met u welk onderzoek u krijgt. Verderop in de folder vindt u meer informatie over de hierboven beschreven onderzoeken. Van deze onderzoeken hebben wij ook uitgebreidere folders. Als u deze wilt kunt u hierom vragen. U kunt de folders ook vinden op onze website www.jbz.nl. Hoe bereidt u zich voor? • Als u allergisch bent voor één of meerdere stoffen, vertel dit dan aan uw longarts. • Dag 1, maandag: u mag zes uur voor het onderzoek niets meer eten. U mag wel drinken, maar alleen water. Belangrijk is dat u in de twee uur voor het onderzoek minimaal één liter water moet drinken. U mag gewoon naar het toilet gaan. Omdat spieren ook veel suiker gebruiken is het belangrijk dat u 24 uur voor het onderzoek geen zware lichamelijke inspanning meer levert. U mag uw medicijnen wel gewoon innemen met een beetje water. • Dag 2, dinsdag: u moet nuchter komen. Dit betekent dat u vanaf 24.00 ’s nachts niets meer mag eten en drinken. U mag uw medicijnen wel gewoon innemen met een beetje water. • Geldt een van de onderstaande situaties voor u en zijn deze nog niet met u besproken? Neemt u dan contact op met de polikliniek Longgeneeskunde, telefoonnummer (073) 553 24 63. - U heeft suikerziekte en u gebruikt daarvoor medicijnen. - U gebruikt bloedverdunners zoals Marcoumar, Sintrommitis (acenocoumarol), Plavix (clopidogrel) of Dipyridamol (persantin). - U bent bekend met nier- of leverfunctiestoornissen. - U bent allergisch voor contrastvloeistof die bij röntgenonderzoeken wordt gebruikt. - U gebruikt medicijnen tegen een te snel werkende schildklier (hyperthyreoïdie). Wat neemt u mee? • Uw legitimatiebewijs (geldig paspoort, rijbewijs, identiteitskaart of vreemdelingenkaart). • Uw patiëntenpas van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Heeft u nog geen pas of kloppen de gegevens niet meer? Laat dan een (nieuwe) patiëntenpas maken voordat u naar uw afspraak gaat. Dit kan op alle locaties van het ziekenhuis. • Uw Actueel Medicatie Overzicht (AMO). Het is voor uw arts belangrijk te weten welke medicijnen u thuis gebruikt. Uw apotheek kan dit overzicht voor u uitprinten. Wanneer krijgt u de uitslag? Op dag 4, donderdag heeft u een afspraak over de uitslagen van de onderzoeken, met de longarts en indien gewenst met de verpleegkundig specialist of verpleegkundig consulent. Houdt u er rekening mee dat het vaak nog nodig is om uitgebreider naar het materiaal (verkregen tijdens de bronchoscopie) te laten kijken door de patholoog door middel van aanvullende kleuringen. Dit kan meerdere werkdagen duren. De uitslag kan dus een voorlopige uitslag zijn. Daarnaast is het vaak nodig om aanvullende onderzoeken te doen voordat we kunnen starten met een behandeling. De longarts geeft u hier verdere uitleg over. Wij adviseren u om samen met één of meerdere familieleden of een goede vriend naar deze afspraak te komen. Tijdens het gesprek wordt een plan gemaakt voor verdere behandeling of aanvullende onderzoeken. Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 2 van 6 Kunt u niet naar uw afspraak komen? Neemt u dan zo snel mogelijk contact op met het polikliniek Longgeneeskunde. Zo mogelijk maakt de secretaresse meteen een nieuwe afspraak met u. Heeft u nog vragen? Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u contact opnemen met de polikliniek Longgeneeskunde, telefoonnummer (073) 553 24 63. Zij zijn op werkdagen tussen 08.30 en 17.00 uur te bereiken. U kunt ook contact opnemen met onze verpleegkundig specialisten/ consulent, telefoonnummer (073) 553 23 55, op werkdagen tussen 09.30 en 11.00 uur . Voor vragen over de PET-CT scan, of over de voorbereiding daarvan, kunt u contact opnemen met de afdeling Nucleaire geneeskunde, telefoonnummer (073) 553 26 90. Informatie over de onderzoeken, dag 1 maandag Longfunctieonderzoek Longfunctieonderzoek geeft de specialist informatie over de werking van uw longen en luchtwegen. Het bestaat uit een aantal onderzoeken. Met behulp van longfunctieapparatuur meten we onder andere de inhoud van uw longen en de mate van eventuele luchtwegvernauwing. De onderzoeken worden door de longfunctieanalist gedaan. Hij/zij is hier speciaal voor opgeleid. Wat gebeurt er tijdens het onderzoek? De longfunctieanalist die het onderzoek bij u uitvoert, legt u uit wat er gaat gebeuren en wat er van u verwacht wordt. De gang van zaken is als volgt: • u neemt plaats op een stoel; • u neemt een mondstuk, dat verbonden is met het longfunctieapparaat, in uw mond. Op uw neus krijgt u een klemmetje; • de longfunctieanalist vraagt u een aantal ademhalingstesten te doen. Hierbij spoort hij/zij u aan om uw uiterste best te doen. Dit is noodzakelijk om een duidelijk beeld te krijgen van uw longfunctie; • soms krijgt u medicijnen om te kijken of deze effect hebben op uw longfunctie. Na de inwerktijd van deze medicijnen herhalen we een gedeelte van het onderzoek. Hoe lang het onderzoek duurt, hangt af van welke onderzoeken uw arts heeft aangevraagd. Gemiddeld duurt het onderzoek een half uur tot een uur. PET- CT met diagnostische CT en contrastmiddel Met PET (Positron Emissie Tomografie) is het mogelijk om stofwisselingsprocessen in het lichaam zichtbaar te maken. De stofwisseling is het proces waarbij voedingstoffen worden opgenomen door het lichaam en afvalstoffen worden uitgescheiden. Bij alle stofwisselingsprocessen zijn voedingsstoffen zoals suikers nodig. Bij dit onderzoek wordt dan ook een radioactieve vorm van suiker via een infuus in een bloedvat in de arm toegediend. Deze vloeistof heeft geen bijwerkingen; u kunt alles normaal blijven doen. De CT gebruikt röntgenstraling (eventueel in combinatie met een contrastmiddel) om het lichaam gedetailleerd in beeld te brengen. PET-CT combineert een PETscan met een CT-scan zoals die vaak op röntgenafdelingen wordt gemaakt. Het apparaat brengt dus afwijkingen in de celstofwisseling in beeld en combineert dit met een nauwkeurige plaatsbepaling. Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 3 van 6 Geef bijzonderheden door Tijdens het onderzoek krijgt u een jodiumhoudend contrastmiddel toegediend via een infuus. Heeft u suikerziekte (diabetes mellitus), dan moet u contact opnemen met de afdeling Nucleaire Geneeskunde. Met name als u metformine (Glucophage) gebruikt is het belangrijk om dit door te geven. Een onderzoek met contrastmiddel kan niet zonder meer doorgaan in de volgende gevallen: • bij gebruik van metformine (Glucophage); • bij ernstige nierfunctiestoornissen; • als u in het verleden ooit een allergische reactie op contrastvloeistof heeft gehad. U heeft in deze gevallen een verhoogd risico op complicaties. Behoort u tot een van deze risicogroepen en heeft uw behandelend arts hier niet met u over gesproken en/ of niet naar gevraagd? Dan is het belangrijk dat u hierover zelf contact opneemt met de behandelend arts. Rustgevende medicijnen Als u heel angstig bent, is het mogelijk om een rustgevend middel (Oxazepam) te krijgen. Dit helpt uw spieren ontspannen. Neemt u contact op met de afdeling Nucleaire Geneeskunde als u denkt dat u een rustgevend middel nodig heeft. Na het gebruik van Oxazepam mag u zelf geen auto rijden. Het is dus belangrijk dat u in dat geval iemand mee neemt die u terug naar huis kan rijden. Geen metaal De opnamen kunnen worden beïnvloed door metaal. Trekt u de dag van het onderzoek comfortabele, warme kleding aan waar bij voorkeur geen metaal in verwerkt is. Laat u zo mogelijk ook alle sieraden thuis. Metalen in het lichaam (pacemakers, gewrichtsprothesen, enzovoort) zijn geen probleem bij dit onderzoek. Eten en verschoning U bent ongeveer twee uur op onze afdeling. Als u van ver moet komen kan het wenselijk zijn om iets te eten mee te nemen (voor na de scan). Neem eventueel ook voldoende verschoningen mee, in het geval van incontinentie of als u een stoma heeft. Hoe gaat het onderzoek? U meldt zich op de afgesproken tijd op de afdeling Nucleaire Geneeskunde. Het is belangrijk dat u op tijd bent omdat de radioactieve stof maar heel kort werkzaam is. Nadat u aangemeld bent, neemt u plaats in de wachtruimte. U wordt hier door een laborant wordt opgehaald. In een speciale ruimte komt u eerst in een comfortabele stoel te zitten of op bed te liggen. Daar krijgt u een infuus waardoor de radioactievevloeistof wordt ingespoten. Deze vloeistof moet 60 minuten inwerken. U moet dit uur zo ontspannen mogelijk blijven liggen. Het is niet toegestaan om bijvoorbeeld te lezen of te puzzelen. Het is ook niet mogelijk om een familielid mee te nemen tijdens het onderzoek. U krijgt nog wat extra water te drinken. Vlak voor de scan wordt u gevraagd goed uit te plassen. Alle kleding zonder metalen onderdelen kunt u aanhouden. Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 4 van 6 Tijdens het maken van de scan ligt u op een vrij smal bed. U ligt op de rug met de armen boven het hoofd. Er wordt eerst een plaatsbepalende CT-scan van enkele minuten gemaakt. Vervolgens wordt in dezelfde houding een PET-scan gemaakt die ongeveer 30 minuten duurt. Tijdens de scan schuift u enkele keren door het apparaat heen en weer. Het is belangrijk dat u gedurende het hele onderzoek zo stil mogelijk blijft liggen. Daarna krijgt u nog een beker met contrastmiddel te drinken. Bij de gedetailleerde CT-scan die nu volgt wordt een jodiumhoudend contrastmiddel ingespoten. U kunt hier wat bijwerkingen van ondervinden. Naast een warm gevoel in het hoofd en in de buik kunt u ook wat prikkelingen in de keel krijgen. Dit trekt na enkele minuten weer weg. De laborant houdt u tijdens het onderzoek via camera’s in het oog en hoort ook wat u zegt. U kunt dus altijd kenbaar maken hoe u zich voelt. Als u wilt kunt u muziek luisteren tijdens het maken van de scan. Neem hiervoor dan eigen cd’s mee. Het apparaat maakt tijdens het scannen weinig geluid. Tijdens het inwerken van de radioactieve vloeistof kunnen wij u geen muziek bieden, u mag eventueel wel zelf een MP3-speler of iets dergelijks meebrengen. Wat gebeurt er na het onderzoek? Na de scan bent u klaar. U kunt ook direct weer wat eten en drinken. Het lichaam verwerkt de contrastvloeistof sneller als u wat extra drinkt. De radioactieve vloeistof raakt u, zonder dat u daar iets van merkt, vanzelf weer kwijt. Informatie over de onderzoeken, dag 2 dinsdag Bronchoscopie Een bronchoscopie is een onderzoek waarbij de longarts met een bronchoscoop uw luchtwegen (bronchiën) bekijkt. Een bronchoscoop is een kijkinstrument met een dunne buigzame slang. De arts brengt de bronchoscoop via uw mond of neus, en daarna via uw keel in de luchtpijp en de bronchiën. Op deze manier kan de arts het slijmvlies aan de binnenkant van de luchtwegen bekijken. Bovendien kan de arts via dit kijkinstrument zo nodig hele kleine stukjes weefsel wegnemen, of kan er slijm worden afgezogen. Dit gaat dan naar het laboratorium voor onderzoek. De bronchoscopie gebeurt op de longbehandelkamer. De verdoving Op de longbehandelkamer neemt u plaats op een stoel. De assistente verdooft uw keel en eventueel uw neus met een verdovingsspray. Dit is nodig om de kokhalsreflex weg te nemen. De verdovingsspray heeft een bittere smaak en geeft u een gevoelloze keel. Het slikken gaat nu moeilijker. Er wordt ook nog verdovingsvloeistof in de luchtwegen gedruppeld. Dit kan een hoestprikkel veroorzaken die na korte tijd weer verdwijnt. Wat gebeurt er tijdens het onderzoek? Tijdens de bronchoscopie ligt u op een onderzoektafel. De arts en de assistente leggen u precies uit wat er gaat gebeuren. Gebeurt het onderzoek via de mond, dan krijgt u een plastic ring tussen uw tanden. Dit is bedoeld om de kwetsbare bronchoscoop te beschermen. De arts brengt de bronchoscoop via de neus of de mond en via de keel voorzichtig in uw luchtwegen. U kunt tijdens het onderzoek gewoon doorademen. Via een lampje aan het eind van de scoop kan de arts de binnenkant van de luchtpijp en de vertakkingen ervan bekijken. Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 5 van 6 Soms wordt er tijdens het onderzoek extra verdovingsvloeistof in de long gespoten en direct weer opgezogen. Dit kan een benauwd gevoel geven. Probeert u tijdens het onderzoek vooral niet te hoesten. Het onderzoek duurt ongeveer 30 minuten. Wat gebeurt er na het onderzoek? Na het onderzoek brengen we u terug naar de afdeling. Daar blijft u tot de verdoving in uw keel is uitgewerkt. Dit duurt ongeveer één uur. Daarna mag u uw gebitsprothese weer in doen en mag u weer eten en drinken. Zorg ervoor dat u dit rustig doet omdat u nog moeite kunt hebben met slikken. Ook na het onderzoek moet u proberen zo min mogelijk te hoesten. Als dit erg moeilijk gaat, kunt u aan de verpleegkundige een tabletje tegen de hoest vragen. Dit kunt u pas innemen nadat de verdoving is uitgewerkt. Als er stukjes weefsel weggenomen zijn, kan het gebeuren dat u wat bloed ophoest. Dit is normaal. Meestal verdwijnt dit vanzelf weer binnen een tot twee dagen. U mag naar huis nadat de verdoving is uitgewerkt en u iets heeft gegeten. De medicijnen die u heeft gekregen kunnen de rijvaardigheid beïnvloeden. Het is dan ook belangrijk dat u vervoer naar huis regelt. U kunt een taxi bellen vanuit het ziekenhuis, of u kunt afspreken dat iemand u ophaalt. We kunnen niet precies van tevoren inschatten hoe laat u weer naar huis kunt. Mocht thuis het bloeden erger worden, of krijgt u andere klachten? Neemt u dan direct contact op met uw huisarts. Welke complicaties kunnen voorkomen? Complicaties komen heel zelden voor. Mocht u echter na behandeling ernstige benauwdheid of koorts krijgen, veel bloed ophoesten of pijn bij ademhalen hebben, neem dan contact op met uw huisarts of de longbehandelkamer, telefoonnummer (073) 553 28 07. Patientenvoorlichting jeroen bosch ziekenhuis 6 van 6
© Copyright 2024 ExpyDoc