Verslag Prinsjesdagborrel 25 september 2014 Hoe gaan vrouwen en mannen in de participatiesamenleving betaalde arbeid, zorg voor kinderen, mantelzorg , vrijwilligerswerk en vrije tijd zo eerlijk mogelijk verdelen? Het was één van de vragen die Atria centraal stelt tijdens de Prinsjesdagborrel op donderdag 25 september met het thema: Zorgen voor Morgen; Kansen en valkuilen van de participatiesamenleving. Tijdens de jaarlijks terugkerende Prinsjesdagborrel presenteert Atria de Scan Rijksbegroting 2015, het onderzoek naar het effect van de aangekondigde beleidsvoornemens op de positie van vrouwen. Deze Prinsjesdagborrel vindt net als vorig jaar plaats in de conferentiezaal van het SER-gebouw in Den Haag. Al bij binnenkomst blijkt uit de gesprekken die uit het geroezemoes op te maken zijn een grote betrokkenheid. Het onderwerp lééft. Mantelzorg en de verdeling van betaalde arbeid en zorg zijn zaken waarover iedereen vanuit eigen ervaring kan vertellen. “Mantelzorger de nieuwe heldin van de participatiesamenleving” Dagvoorzitter Anousha Nzume heet ons welkom. Zij opent met een persoonlijk verhaal naar aanleiding van een begrafenis van een tante die zij net achter de rug heeft. Zij vertelt hoe directe familieleden in de laatste maanden alles opzij hadden gezet om zorg te verlenen. En dat dit mogelijk was door het feit dat er financiële ruimte was, er uitstekende thuiszorg werd verleend en betrokken werkgevers zich ondersteunend opstelden. “Maar”, waarschuwt ze, “dit is niet altijd het geval.” Ze wijst op de valkuil die centraal staat in Atria’s Begrotingsscan 2015: “De financiële positie van vrouwen laat al te wensen over, en de last van de zorg lijkt nog steeds vooral op de schouders van vrouwen terecht te komen.” Renée Römkens, directeur-bestuurder van Atria, begint haar openingsspeech met een oproep: “Dochters aller gemeenten, verenigt u.” Vanaf 2015 zullen gemeenten verantwoordelijk zijn voor de invulling van de ouderenzorg en de besteding van extra middelen uit het Gemeentefonds. Het zijn vooral dochters en zonen van ouderen die met mantelzorg te maken krijgen, en binnen deze groep nemen vrouwen een groot deel van deze zorg voor hun rekening. In talloze nieuwsberichten wordt de mantelzorger als “nieuwe heldin van de participatiesamenleving” naar voren geschoven. Maar er is ook grote onrust. 1 Want, citeert Römkens: “Het kan niet de bedoeling zijn dat gezonde werkenden hun baan moeten opzeggen (…) om voor een familielid te zorgen.” En dit is precies het risico dat werkende vrouwen met een zieke ouder lopen. Römkens uit namens Atria haar zorgen dat er, ondanks beloofde gendermainstreaming, nog steeds beleidsbrieven naar de Tweede Kamer gaan zonder dat er rekening wordt gehouden met de verschillende gevolgen die beleid kan hebben voor mannen en vrouwen. Klok vrouwenemancipatie een paar jaar terug In het geval van mantelzorg pakken de gevolgen zeker verschillend uit. Vrouwen zijn anderhalf keer zo vaak mantelzorger als mannen, en hoe langer en intensiever de mantelzorg, hoe meer het een ‘vrouwenzaak’ wordt. In hoeverre mantelzorg gaat leiden tot verminderde arbeidsparticipatie van vrouwen -en dus tot afname van hun financiële zelfstandigheid - is nog niet bekend. “Maar”, waarschuwt Römkens: “de voortekenen zijn niet gunstig. ” Bezuinigingen in de zorg in combinatie met toenemende vergrijzing zorgen voor een maatschappelijke scheefgroei die niet zomaar terug te draaien is. Groepen die al kwetsbaar waren, als laagopgeleiden en vrouwen met een multi-etnische achtergrond, worden hard geraakt. En voor het eerst in 40 jaar is er sprake van een trendbreuk in de stijgende lijn van de arbeidsparticipatie van vrouwen. Römkens concludeert dan ook: “Met dit beleid wordt de klok voor de emancipatie van vrouwen een paar jaar teruggedraaid.” De begroting toegelicht Dan is het woord aan Tim de Jong, statistisch medewerker bij de afdeling Kennisontwikkeling en Advisering van Atria. Hij zal enkele belangrijke maatregelen uit de verschillende ministeriële begrotingen toelichten. Een positief punt is dat de kinderopvangtoeslag bij werkloosheid wordt verlengd van drie naar zes maanden. “Maar”, relativeert de Jong: “Hoe realistisch is het in deze tijden te verwachten dat mensen binnen zes maanden wél een baan vinden?” Verder krijgen we te horen dat meisjes niet meer gestimuleerd zullen worden bètavakken en technische beroepen te kiezen: vanaf 2015 is dit beleid ‘genderneutraal’. Het is de vraag of het stimuleren van de keuze voor techniek door meisjes en vrouwen voldoende wordt gewaarborgd. ZZP-ers en ondernemers in bredere zin zullen kunnen profiteren van verschillende regelingen, waarbij er met name middelen vrijkomen voor de top-sectoren. Hier voorziet D e Jong het probleem 2 dat dit men name ten goede zal komen aan mannelijke ondernemers, die in deze sectoren immers oververtegenwoordigd zijn. Atria beveelt dan ook aan de zogenaamde vrouwensectoren niet over het hoofd te zien en vrouwen actief te stimuleren in top-sectoren te ondernemen. Ook noemt de Jong enkele opvallende punten die in deze Rijksbegroting níet aan bod zijn gekomen: de uitkering voor zwangere zelfstandigen waarop vrouwen tussen 2004 en 2008 géén aanspraak konden maken. Volgens een uitspraak van het CEDAW-comité, dat toeziet op de naleving van het VNVrouwenverdrag, zou dit alsnog moeten. Dit internationale verdrag tot uitbanning van alle vormen van discriminatie tegen vrouwen is immers door Nederland geratificeerd. “Echter de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de Tweede Kamer op 19 september laten weten geen uitkeringen met terugwerkende kracht te verstrekken. En dus is hier in de Rijksbegroting geen rekening mee gehouden.” En dan is er het feit dat de Tweede Kamer een wetsvoorstel ter ratificatie van de Istanbul Conventie voorgelegd krijgt. Voornemens zijn dit verdrag tot preventie en bestrijding van geweld tegen meisjes en vrouwen en huiselijk geweld vanaf 1 januari 2015 uit te voeren. In de Rijksbegroting wordt echter niet gesproken over de implementatie van deze conventie, noch over de financiering hiervan. Op het terrein van integratie en inburgering zijn wel enkele positieve besluiten genomen. Zo zal er een meerjarige campagne worden geïnitieerd voor bewustwording onder werkgevers over arbeidsdiscriminatie. Ook zijn er twee nieuwe modules opgenomen in het inburgeringstraject: een waardenmodule en een module waarmee nieuwkomers zich kunnen oriënteren op de arbeidsmarkt. Wel waarschuwt de Jong dat het doel Nederlandse waarden te verinnerlijken verschillen juist kan versterken. Hij wijst bovendien op het feit dat er geen enkele aandacht is uitgegaan naar het gegeven dat vrouwen minder vaak slagen voor het inburgeringsexamen dan mannen. Aletta Jacobs is boos Even wordt het publiek meegenomen naar de tijd en wereld van Aletta Jacobs, wiens personage op meeslepende wijze wordt vertolkt door Marijke Kots. Boos stapt Aletta het toneel op: “Alles komt weer op de schouders van vrouwen terecht”. Maar ze wil ons ook een hart onder de riem steken met haar eigen verhaal over hoe ze na een lange en moeilijke weg haar doel bereikte. Het optreden bezorgt meelevende verontwaardiging over de situatie anderhalve eeuw geleden, maar er wordt ook hartelijk gelachen om de humor waarmee Marijke Kots ons deelgenoot maakt van Aletta’s strijd. 3 Gebrek aan visie en onderzoek Anousha Nzume geeft het woord aan Tanja van der Lippe, hoogleraar sociologie van huishoudens en arbeidsrelaties aan de Universiteit van Utrecht. Ze opent met een dringend pleidooi: “Het ontbreekt de overheid aan visie over de participatiesamenleving. Er is om te beginnen veel meer onderzoek nodig.” Er zijn veel te weinig cijfers op het gebied van mantelzorg. Beleid kan op gemeentelijk niveau enorm uiteenlopen. En een factor die bovendien tot verwarring leidt is dat er in de definitie van mantelzorg verschillende criteria worden gehanteerd. Een percentuele vrouw-manverdeling in de mantelzorg wordt grof geschat op respectievelijk 60 en 40 procent. Maar (het vermoeden) dat vrouwen vaak de zwaardere taken op zich nemen is niet in deze cijfers vertegenwoordigd. Een observatie die in het publiek herkenning oproept, zo blijkt uit instemmend gemompel. Van der Lippe wijst ons op enkele cruciale punten die niet in de overheidsvisie zijn meegewogen. Zo kan het geven van mantelzorg tot verwachtingen en relaties van onderlinge afhankelijkheid leiden: een valkuil op de lange termijn. Ook is reflectie op de rol van werkgevers in de discussie rondom de participatiesamenleving opvallend afwezig. De mate waarin mantelzorg belastend kan zijn, en de eventuele gevolgen hiervan voor welzijn en gezondheid, worden onvoldoende onderzocht of naar visie vertaald. En niet alleen ontbreekt er aandacht voor de onevenredige druk van mantelzorg op vrouwen. Ook wordt niet ingegaan op het risico op toenemende ongelijkheid tussen hoger- en laagopgeleide vrouwen. Vrouwen nemen zorgen mee naar huis Het woord is aan Wil Verschoor, manager van het programma ‘participatie en actief burgerschap’ bij Movisie. Zij nodigt het publiek uit te gaan staan. Vervolgens krijgt iedereen die betaald werk verricht en economisch onafhankelijk is de opdracht te blijven staan, de rest mag weer gaan zitten. Op dezelfde wijze volgen zorg voor kinderen, vrijwilligerswerk en tot slot mantelzorg. Een heel klein groepje weet al deze zaken met elkaar te combineren en blijft overeind. Als Verschoor deze mensen dan ook nog eens vraagt te blijven staan als ze zich niet overbelast voelen, is het aantal op één hand te tellen. 4 Ook Verschoor besteedt aandacht aan de perceptie dat vrouwen een veel groter aandeel van mantelzorg op zich nemen dan uit de cijfers blijkt. “Vrouwen voelen zich met name zwaarder belast dan mannen”, licht ze toe. Mannen zouden mantelzorg zien als een taak met een begin en een einde, terwijl vrouwen de zorgen - figuurlijk - mee naar huis nemen. Veel verantwoordelijkheden wat betreft de organisatie van mantelzorg komen op gemeentelijk niveau te liggen. Maar: “Veel gemeenten ontbreekt het aan een genderperspectief. Hoe gaan potentiële mantelzorgers straks aangesproken worden? Zal er alleen een beroep worden gedaan op vrouwen, of ook op mannen?” Het lijkt verstandig vooralsnog het advies van Renée Römkens ter harte te nemen: “Dochters aller gemeenten, verenigt u! En neem de volgende keer je broer mee...” Als het programma ten einde is begeven publiek en sprekers zich naar de aangrenzende ruimte voor een hapje, een drankje en nieuwe ontmoetingen. Tijdens de borrel kunnen mensen zich aan sluiten bij een van de Participatietafels, met deskundigen van FNV Vrouw, Movisie, PEP (Participatie en Emancipatie Professionals) en Atria. Er wordt gediscussieerd, ervaringen worden uitgewisseld. Na een volle dag gaat iedereen met nieuwe inzichten, nieuwe vragen, misschien ook nieuwe zorgen, weer naar huis. Meer informatie Speech van Renée Römkens (pdf) Speech van Tim de Jong (pdf) Mantelzorg: afgeronde klus of volcontinudienst, blog van Wil Verschoor Zorgen voor morgen: Scan Rijksbegroting 2015 (pdf) De nieuwe mantelzorger v/m: bouwstenen voor een gendersensitief mantelzorgbeleid (pdf) 5
© Copyright 2024 ExpyDoc