DS Weekblad Is suiker de nieuwe sigaret? 24-05-2014 Pag. 32 Maximaal 6 theelepels per dag, dat zou het nieuwe streefdoel moeten zijn. Moeilijk te verkopen in een land dat chocolade, speculaaspasta en cuberdons tot cultuur verheft. Maar de suikerbom staat op springen. 'In je lijf is het even toxisch als alcohol.' Dorien Knockaert, illustraties Martyn F. Overweel Als we de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) volgen, zou dat het nieuwe streefdoel moeten zijn voor onze eetgewoonten: zes theelepels suiker, of het equivalent ervan in stroop, honing of fruitsap. Eén blikje cola - acht theelepels suiker - is al te veel. Maar ook wie geen cola drinkt, overschrijdt gemakkelijk de grens. Zes theelepels suiker is zo'n 5 procent van de dagelijkse energiebehoefte van een gemiddelde volwassene. Voor ons Belgen is het pure versterving: volgens de jongste nationale peiling halen we 20 procent van onze energie uit suiker. Suiker zit vandaag niet alleen in snoep, gebak, desserts en frisdrank. Het zit ook vaak in brood, vleeswaren en kant-en-klaarmaaltijden. In kip-curry, tv-worstjes en tomatensaus, maar ook in panklare diepvriesgroentemix, yoghurtdressing, volkorenbeschuiten, caloriearm vleesbrood en vispannetjes van Weight Watchers. Per eetlepel ketchup krijg je een theelepel suiker binnen. In een potje aardbeiyoghurt zitten makkelijk vier à vijf theelepels suiker, melddeTest-Aankoop onlangs - en soms maar een halve aardbei. En volgens metingen die de Britse krantThe Telegraph liet uitvoeren, bevatten sommige bruine broden een halve theelepel suiker per sneetje. Zoet verkoopt, maar het is ook om andere redenen erg handig voor de voedingsindustrie. Suiker draagt vaak bij tot een leuke textuur en een goede houdbaarheid. Het helpt om een lekker bruingebakken effect te verkrijgen, en het is een dankbaar lapmiddel: als fabrikanten hun producten 'gezonder' maken door er vet uit te halen of volkorenmeel aan toe te voegen, dan compenseren ze die smaaknadelen vaak met extra suiker. Epidemie Suiker zit in alles, verzuchten suikerschrappers. Zij weren elke vorm van suiker uit hun dieet of dat van hun kind, om uiteenlopende redenen: om beter te slapen, om energieker te zijn, om de symptomen van chronische ziekten en allergieën te verzachten, om minder hunkeringen en gezeur te hebben, en minder buikpijn. Opvallend weinig suikerschrappers doen het voor hun gewicht of hun tanden - de bezorgdheden die we traditioneel met suiker associëren. Soms elimineren ze suiker op doktersadvies, soms is er een dieetgoeroe of alternatieve geneeswijze in het spel. Soms is het een intuïtieve behoefte, een proefondervindelijke remedie of gewoon een prikkelende uitdaging. Suikerschrappers vormen een beweging. Zoals in elke beweging circuleert er wat onzin in, maar ze heeft ook argumenten die steeds meer experts overtuigen. Zo ging enkele weken geleden in de Verenigde StatenFed Up in première, een documentaire van onder meer de producer vanAn Inconvenient Truth, de film die de ogen van het Westen opende voor klimaatverandering.Fed Up duwt Amerika een andere ongemakkelijke vaststelling onder de neus: ongezond eten is niet alleen het probleem van je dikke medemens. 'In de VS en het Verenigd Koninkrijk heeft meer dan de helft van de bevolking klachten die normaal gezien alleen met obesitas worden geassocieerd. Als meer dan de helft van de bevolking ergens aan lijdt, dan moeten we er geen gedragsprobleem van maken. Dan is het een probleem van blootstelling. Meer bepaald de blootstelling aan suiker.' Het zijn de woorden van Robert Lustig, een van de onderzoekers die meewerkten aan de film, en de populairste anti-suikerprofessor van het moment. Lustig werkt als endocrinoloog met zwaarlijvige kinderen, doceert aan de University of California, publiceert veel, ook in gereputeerde bladen alsNature, en geeft wereldwijd gesmaakte lezingen. Suiker is vergif, zegt hij in een hoorcollege dat al bijna vijf miljoen keer werd bekeken op Youtube. 'Het stijgt niet naar je hoofd, maar in je lijf is het even toxisch als alcohol, met grotendeels dezelfde effecten.' Lustig richt zijn pijlen vooral op fructose, een van de twee bouwstenen van suiker. Die maakt onze lever ziek, betoogt hij, en ontregelt ons gevoel van verzadiging. De Wereldgezondheidsorganisatie twijfelt. De zes theelepels suiker per dag waarmee ze onlangs kwam aanzetten, heten een 'extra streefdoel' te zijn, terwijl de officiële richtlijn blijft liggen op het vorige maximum: twaalf theelepels, of 10 procent van de dagelijkse energiebehoefte. Olivier De Schutter, VN-rapporteur voor het recht op voeding, riep de WHO-vergadering deze week in Genève op tot een wat radicalere visie. 'Recente studies wijzen uit dat suiker, net als nicotine, verslavend kan werken. Ongezonde voeding is daarom vergelijkbaar met sigaretten. We moeten net als bij nicotine een reeks maatregelen nemen die ons gedrag veranderen.' Vet is goed, suiker doet pijn Ik ben geen suikerschrapper. Ik eet bijna elke dag wat suiker: in een glas vlierlimonade, op een gebakken appel, in een kop notenmelk of in een chocolaatje bij de thee. Balanceer ik op de rand van een gevaarlijke verslaving? Ben ik mezelf langzaamaan aan het vergiftigen? Zo voelt het niet. Maar voor sommige mensen voelt het wel zo, zegt Christine Tobback, een Leuvense diëtiste die gespecialiseerd is in voedselintoleranties en daarover onder meer het boekEet wat bij je past schreef. 'Suiker heeft niet alleen een impact op onze bloedsuikerspiegel en ons gewicht, bij veel mensen veroorzaakt het ook maag- en darmklachten, omdat ze de fructose in suiker niet goed opnemen. De suikers veroorzaken dan een overgroei aan bacteriën in de darm, en die zijn verantwoordelijk voor fermentatieprocessen die de spijsvertering ontregelen en pijnlijk maken. Ze belasten ook de lever en versterken of ontlokken een hele reeks aandoeningen die op het eerste gezicht niet met voeding verbonden lijken: astma, eczeem, reumatische pijn, slaapstoornissen, hoofdpijn, osteoporose, aanhoudende verkoudheden en zelfs mentale klachten. Veel van mijn patiënten sukkelen jarenlang met chronische pijn, of denken dat ze allergisch zijn aan gluten. Maar als ik hun voeding onder de loep neem, ontdekken we vaak dat fructose de verborgen boosdoener is.' Fructose is niet de enige stoorzender. 'Maar omdat veel mensen niet weten dat ze er overgevoelig voor zijn, is het belangrijk om er meer aandacht voor te hebben. Het kan best zijn dat mensen al decennialang goed tegen suiker kunnen. Maar vandaag is ons leven veranderd. Er is meer vervuiling, meer mentale druk, mensen slapen slechter, een groter deel van de bevolking drinkt vaak alcohol. We leven in een maatschappij van overconsumptie en stress, en we verwachten dat ons lichaam dat allemaal verdraagt. Lekkernijen die vroeger bij speciale gelegenheden hoorden - wijn, chocolade - zijn nu dagelijkse kost. Dat kan ons lichaam niet aan. Ook wie geen last heeft van voedselintoleranties zou dat moeten beseffen: beperk zoetigheid of alcohol tot twee porties per week.' En vet? Vet moeten we net opnieuw leren eten, zegt Tobback. 'De vetfobie die we in de jongste decennia ontwikkelden, heeft alles net erger gemaakt. Want als je geen vet in je darmen hebt, zal onafgebroken fructose een heftiger fermentatieproces veroorzaken en migreren storende stoffen sneller naar het bloed. Ik raad mijn patiënten dus aan om vooral wel vet te eten bij hun maaltijd, maar het moeten koude vetten zijn: wat olie die je over je groenten sprenkelt, wat boter of margarine op je brood.' Het wereldreizigerssyndroom Zolang je een zekere balans kunt houden, verdraagt je lichaam veel, geeft Tobback tot mijn opluchting toe. 'Je zult mij niet horen zeggen dat suiker altijd en voor iedereen slecht is. Ook wie er overgevoelig voor wordt, kan na een eliminatiedieet vaak weer een matige hoeveelheid verdragen. Maar we moeten het probleem ook niet onderschatten. Afgaande op mijn eigen indrukken, is er in elk gezin tegenwoordig wel een ouder of kind met een voedselintolerantie. Ik krijg ook elke week wel telefoon van iemand die op een verre reis een darminfectie heeft opgedaan en sindsdien chronische klachten heeft die wijzen op fructose-intolerantie. Ook die maatschappelijke verandering - we zijn allemaal wereldreizigers geworden - brengt een nieuwe kwetsbaarheid mee.' Tobback pioniert onverschrokken. 'Ik zie in mijn praktijk verbanden waarvan ik alleen maar kan hopen dat er in de wetenschap snel consensus over komt. Het is volgens mij echt vijf voor twaalf, de kosten van voedselintoleranties zullen gigantisch worden voor de ziekteverzekering. En ik stel vast dat maag-darmspecialisten me aarzelend volgen. Ziekenhuizen voeren stilaan ademtests in om fructose-intolerantie op te sporen.' Een van de specialisten die patiënten doorverwijst naar Christine Tobback, is Veerle Moons, gastro-enterologe in het Imeldaziekenhuis in Bonheiden. Ze is voorzichtiger. 'We weten nog weinig over fructose-intolerantie en ik denk dat het belangrijk is om mensen met langdurige buikklachten - vaak geklasseerd als "prikkelbare-darmsyndroom" eerst op alle mogelijke andere ziekten te onderzoeken. Als al die tests negatief zijn en de klachten toch langer dan zes maanden aanhouden, zoek ik verder naar voedselintoleranties: lactose-intolerantie, glutenintolerantie en fructose-intolerantie. In dat laatste geval biedt een eliminatiedieet duidelijk verlichting van de klachten en de bijbehorende vermoeidheid. Maar ga nu niet iedereen die geregeld buikpijn heeft of vermoeid is, aanraden om fructose uit de voeding te schrappen. Want dan sla je de bal volledig mis.' Christine Tobback hoopt dat de voedingsindustrie zich minder door voorzichtigheid laat leiden en vooral het gat in de markt ziet. 'We zijn in ons land nog altijd slecht voorzien van producten voor gevoelige eters, de terughoudendheid is groot. Ik werkte een tijd samen met een grote bakkerij om een aangepast product te ontwikkelen, maar er is niets van gekomen, "het paste niet in hun systeem". Het lastige voor de grote spelers is dat als ze één nieuw product als gezonder naar voren schuiven, ze eigenlijk zeggen dat de rest van hun gamma ongezond is.' Moet de overheid ons niet gewoon helpen om minder suiker te eten en zo problemen te voorkomen? 'In maatregelen als een suikertaks geloof ikzelf niet zo. Je moet mensen niet straffen, je moet ze bewust maken. In mijn praktijk werkt dat prima: patiënten die eindelijk het verband zien tussen hun klachten en hun voeding, kunnen echt wel de discipline opbrengen om anders te gaan eten. Vergelijkbaar met drugs Jezelf aan banden leggen. Als het in enkele weken tijd je pijn en vermoeidheid vermindert, is de beloning allicht groot genoeg om het vol te houden. Maar onder experts die onze ziekmakende voeding voor de hele maatschappij bekijken, slinkt het geloof in individuele keuzevrijheid. Mensen overeten zich niet aan suiker omdat ze geen ruggengraat hebben. Mensen overeten zich eraan omdat het hen aanzet tot overeten. 'Ook al proberen je vetcellen duidelijk te maken dat ze meer dan genoeg energie hebben gekregen, je hersenen worden in de waan gehouden dat je gaat verhongeren', zegt Robert Lustig. 'Houd op dikke mensen de schuld te geven van hun lot. Geen enkel zwaarlijvig kind kiest ervoor om dik te zijn.' Alleen harde actie tegen de voedingsindustrie kan het tij keren, gelooft Lustig, en hij pleit er onder meer voor dat de Amerikaanse overheid fructose niet langer zou erkennen als een veilig voedingsmiddel. Een revolutionaire boodschap in een land dat de productie van maisstroop ( high fructose corn syrup, de meest gebruikte zoetstof in Amerika) al decennialang subsidieert. 'Als een gehaaide fabrikant het zou wagen om zijn ontbijtgranen beter te doen verkopen door er morfine door te mengen, wat zou je daar dan van denken? Wel, hij doet al iets gelijkaardigs met suiker.' Die vergelijking is wat kort door de bocht. 'Suiker veroorzaakt gewenning, wat niet hetzelfde is als verslaving', zegt Caroline Braet. Braet is psychologieprofessor aan de Universiteit Gent en legt zich toe op de behandeling en begeleiding van zwaarlijvige kinderen. 'Een echte verslaving wordt in stand gehouden door ontwenningsverschijnselen, die zijn er bij suikergebruik niet. Maar dat het niet makkelijk is om ermee te stoppen, weet iedereen die zijn koffie met suiker drinkt. En voor sommige mensen is het praktisch onmogelijk om suiker te weerstaan, ook daarin is suiker vergelijkbaar met drugs. We noemen dat in de psychologie beloningsgevoeligheid.' Beloningsgevoeligheid is een temperamentskenmerk, legt Braet uit. 'Elk van ons wordt aangeboren met een bepaalde graad van beloningsgevoeligheid. Is die hoog, dan zul je meer genot beleven aan eten en meer amfetamines aanmaken als je iets lekkers eet: pure suiker heeft dat effect, maar zeker ook de typische ongezonde snacks die suiker combineren met vet. We zijn als mensen nu eenmaal geëvolueerd om moedermelk lekker te vinden, en die is zoet en vet. Kinderen die onvoldoende andere smaken krijgen aangeboden, blijven bij de smaakvoorkeur van een zuigeling.' 'Er is een rechtstreeks verband tussen beloningsgevoeligheid en obesitas. Vooral kinderen die geboren worden met een hoge beloningsgevoeligheid en een zwakke zelfbeheersing, zijn heel kwetsbaar. In begeleidingsprogramma's zoals het Zeepreventorium in De Haan merken we weliswaar dat we hun zelfbeheersing wat kunnen trainen, en we bestuderen ook manieren om de beloningsgevoeligheid voor gezonde voeding te verhogen. Maar we mogen niet doen alsof dit soort kinderen vrij is om te kiezen tussen een appel of een ijsje. Dat ze sowieso het ijsje kiezen, is echt niet hun fout. Het is de fout van de omgeving die hen telkens weer ijsjes aanbiedt.' Dagelijkse smaakkick Beloningsgevoeligheid is niet hetzelfde als zwakheid. 'Het is een karaktertrek die onze maatschappij net nodig heeft. Beloningsgevoelige mensen zijn makkelijker te verleiden en nemen makkelijker grote risico's - ook gokken heeft met beloningsgevoeligheid te maken. Maar evengoed zijn ze meer uit op onvertrouwde sensaties en gaan ze graag uitdagingen aan, het zijn vernieuwers. In de adolescentie beleeft elke mens een piek in beloningsgevoeligheid, om de moed te kunnen opbrengen zich los te maken van zijn ouders. Dat is essentieel in de ontwikkeling, maar het wil ook zeggen dat adolescenten extra kwetsbaar zijn voor suiker en vet.' Caroline Braet werkt al dertig jaar met zwaarlijvige kinderen en zag veel veranderen. 'Vroeger zag ik obesitas vooral bij kinderen met een duidelijke voorbestemdheid: de uitgesproken emotionele eters, bijvoorbeeld. Vandaag is dat niet meer zo. Iedereen die niet oppast, wordt vandaag dik. Dat komt doordat onze eetgewoonten zo sterk veranderd zijn. België bleef lange tijd gespaard van de snack- en snoepcultuur omdat onze drie maaltijden zo heilig waren. Wel, die tijd is voorbij. In veel gezinnen komt iedereen pas 's avonds thuis en is er geen tijd meer om te koken. We zien hier kinderen die zeven kant-en-klare pizza's per week eten.' Een dagelijkse smaakkick van zout, vet en suiker. 'Sommige merken, zoals Delhaize, doen een ernstige inspanning om zowel de suiker- als de vetgehaltes van hun producten te verlagen. Maar zulke smaakaanpassingen werken natuurlijk het best als ze collectief georganiseerd worden, zoals destijds alle bakkers tegelijk verplicht werden om minder zout door hun brooddeeg te mengen. Ik denk dat er langzaamaan wel een cultuur ontstaat om het ook voor suiker op die manier aan te pakken.' Braet is geen kruisvaarder zoals Lustig. Ze had het liever anders gezien. 'Ik geloof in vrijheid en autonomie en vind dat heel belangrijke waarden in een samenleving - ook tegenover kinderen. Maar als je in het Zeepreventorium in De Haan komt, kun je alleen maar denken: waarom heeft niemand deze kinderen geholpen? Waarom beschermen we jongeren wel voor alcohol en drugs, maar niet voor ongezond eten? Het is een moeilijke vraag, maar onze maatschappij is zodanig veranderd dat ze onontkoombaar wordt.' We leven niet meer op boerderijen waar je alleen iets kunt eten als je het eerst zelf bereidt. We leven in een wereld waar constant bereide voeding voorhanden is, die precies die smaakkick geeft waarvoor we een aangeboren voorkeur hebben. 'Net zoals het in onze automaatschappij niet meer mogelijk is om kinderen onbeschermd op straat te laten spelen, zo wordt het in onze snoepmaatschappij onmogelijk om kinderen niet te beschermen voor eten.' Koekjeswraak Robert Lustig is zelf geen suikerschrapper. Zijn vrouw bakt graag koekjes, zeker als ze kwaad is op hem, vertelde hij onlangs in een interview met deNew York Times. 'Ze slaagt er wel in om met twee derde van de hoeveelheid suiker in het recept toch nog heel lekker gebak te maken.' Nu mensen geluisterd hebben naar zijn waarschuwing voor suiker, zouthe sugar guy graag weerthe processed food guy worden, zei hij erbij. De anti-fastfoodprofessor. Want natuurlijk is suiker deel van een breder probleem. Het gaat er niet om dat je af en toe een koekje bij je koffie eet, het gaat erom dat je een koffiekoek eet in plaats van een kom soep. 'Elk land heeft zijn eetcultuur en doorgaans is dat een eetcultuur die werkt voor de mensen. Maar er is één eetcultuur die voor niemand werkt, en dat is fastfood. Elk land dat overstapt op fastfood - en helaas doen alle landen dat vandaag - wordt ziek.' Dorien Knockaert, illustraties Martyn F. Overweel © 2014 Corelio
© Copyright 2024 ExpyDoc