Perspectief voor de ondersteuners in het voortgezet onderwijs Voorstel werknemersorganisaties voor cao-vo 17 maart 2014 1 Ongeveer 20% van het personeel in het vo behoort tot het onderwijs ondersteunend personeel (oop). Het is een diverse groep, van kantinemedewerker tot roostermaker, van secretaresse tot conciërge. Het zijn functies waarvan er maar een beperkt aantal zijn in een school. Deze medewerkers zijn in vergelijking met docenten minder goed georganiseerd en vertegenwoordigd in bijvoorbeeld de medezeggenschap. Ze hebben wel een belangrijke rol in de school; zonder goede ondersteuning geen goed onderwijs. Perspectief voor iedereen? Door het convenant leerkracht is het beroep van docent aantrekkelijker geworden en is het carrièreperspectief verbeterd. Voor het oop is zo’n convenant niet nodig, want we verwachten geen tekorten. Wel zijn in 2009 de oop-schalen in lijn met de docent-schalen verhoogd. Dat is positief. Toch blijft er bij het oop behoefte aan meer perspectief. Aan mogelijkheden om je verder te ontwikkelen en te groeien, niet alleen binnen je functie, maar ook naar andere functies. Bonden stellen voor te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om tegemoet te komen aan die behoefte. Professionele ontwikkeling en dan? Door cao-partijen wordt gesproken over professionele ontwikkeling voor iedereen. Dat betekent dat ook het oop scholing en training kan volgen die niet direct gerelateerd is aan de functie. De vraag is wat een medewerker vervolgens kan met die nieuwe kennis, ervaring en competenties. Voor docenten is er een loopbaan, van een LB-functie naar LC of zelfs LD of LE. Voor de meeste oop-functies ontbreekt carrièreperspectief in het vo. Waarom carriereperspectief voor oop? Meer loopbaanmogelijkheden bevordert de doorstroom binnen het vo en de uitstroom naar andere (onderwijs)sectoren. Groeiperspectief houdt medewerkers gemotiveerd en trekt nieuwe medewerkers aan. Ook de school profiteert van iemand die het vak op een hoger niveau uitoefent, dit bevordert de kwaliteit van de ondersteuning, waardoor ook het onderwijs beter wordt. De huidige praktijk Voor veel medewerkers in een oop-functie is er geen groeiperspectief als je geen leidinggevende functie wilt of kunt krijgen. Als een ondersteuner extra taken op zich neemt vindt hij/zij dat vaak leuk en zijn docenten en de directie er blij mee. Maar de medewerker krijgt er niet de waardering en beloning voor die daarbij hoort. Een goede conciërge kan zich ontwikkelen, door bijvoorbeeld taken op het gebied van veiligheid en arbo op zich te nemen. Daarmee krijgt hij/zij taken en verantwoordelijkheden die boven het niveau van schaal 4 of 5 uitkomen, maar de functie en schaal gaat niet omhoog. In de praktijk blijkt dat de voorbeeldfuncties uit fuwaVO beperkend zijn. Scholen kunnen nieuwe functies creëren en (laten) waarderen, maar dat is in de praktijk vaak een te hoge drempel. 1 Dit is inclusief management en staf. Gebaseerd op ‘Kerncijfers 2008-2012 OCW’ pagina. 95. 1 Wat willen wij? Bonden wil het oop meer perspectief bieden op een loopbaan in het vo. Daarvoor is nodig dat de mogelijkheden en behoefte van scholen in kaart worden gebracht. We stellen voor een onderzoek te doen naar loopbaanontwikkeling voor oop. Het onderzoek zou het volgende moeten opleveren: - goede voorbeelden van loopbanen voor oop-functies - behoefte van scholen aan ondersteuning van het onderwijs nu en in de toekomst - mogelijkheden om loopbanen voor oop-functies op te nemen in fuwa-VO We willen het onderzoek richten op medewerkers in schaal 4 tot en met 8 in de volgende functies: Conciërge Ict-medewerker Secretaresse Technisch onderwijsassistent 2
© Copyright 2024 ExpyDoc