Faculteit der Maatschappij- en

Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen
College of Child Development and Education
Nieuwe Prinsengracht 130
1018 VZ Amsterdam
[email protected]
Studiehandleiding
Kinderen en jongeren actief in wetenschappelijk
onderzoek
Ethiek, Methoden en Resultaten van onderzoeken met en door kinderen en
jongeren.
2013-2014
Semester: 2
Gebouw N, zaal N1.44, Plantage Muidergracht 14-16 (zie rooster.uva.nl voor
eventuele roosterwijzigingen)
Vanaf dinsdag 1 april tot en met 20 mei 2014 van 15-17 uur (met uitzondering van 29 april)
Aantal studiepunten (EC): 6
Max. aantal deelnemers: n.v.t.
Docenten:
Dr. Kitty H.M. Jurrius
Dr. Xavier M.H. Moonen
Prof. Dr. G.J. Stams
Gastdocenten (onder voorbehoud)
Dr. Christine Dedding
Prof. Dr. Bert van Oers
Drs. Geeske Strating
Amsterdam, maart 2013
1. Deelname aan het onderwijs en tentamen
Deelname onderwijs/tentamen
Om deel te kunnen nemen aan het onderwijs en/of eerste afsluitingsgelegenheid (tentamen) in deze
module moet je je binnen de aanmeldingsperiode aanmelden via het Studenteninformatiesysteem
(SIS). De aanmeldingsperiode van het eerste semester loopt van 17 juni t/m 01 juli 2013. De
aanmeldingsperiode van het tweede semester loopt van 02 december t/m 16 december 2013.
Mocht je problemen hebben bij het aanmelden voor de vakken via SIS neem dan tijdens de
aanmeldingsperiode contact op met de onderwijsadministratie via [email protected]. De onderwijsadministratie zoekt dan samen met jou uit wat het probleem is en lost het samen met jou op.
Zie voor meer informatie www.student.uva.nl/pow in de A-Z lijst Vak- en tentamen-aanmelding en
SIS.
Deelname herkansing
De aanmelding geldt voor het onderwijs alsmede voor de eerste afsluitingsgelegenheid. Studenten
die het vak niet bij de eerste afsluitingsgelegenheid hebben behaald worden door de onderwijsbalie
voor de herkansing aangemeld. Meld je op tijd af voor vak(ken) waar je niet aan gaat deelnemen.
2. Inleiding
'Kinderen en jongeren actief in wetenschappelijk onderzoek' is een bachelor keuzevak sinds het
studiejaar 2013-2014. Het is een vak waarin theorieën met betrekking tot de positie van kinderen en
jongeren in jeugdonderzoek aan de orde komen. In de colleges zal ook worden ingegaan op de wijze
waarop kinderen en jongeren in het huidige jeugdonderzoek worden betrokken. Studenten leren een
onderbouwde afweging te maken met betrekking tot de wijze waarop zij kinderen en jongeren een
plek willen en kunnen geven in hun onderzoek. Vervolgens worden ethische implicaties van het
betrekken van kinderen en jongeren in onderzoek besproken, gaan we in op verschillende
participatieve onderzoeksmethoden waarin het perspectief van kinderen en jongeren centraal staat
– van respondent tot mede-onderzoeker – en komen resultaten en kwaliteitsvraagstukken aan bod.
Dit keuzevak is relevant voor studenten die geïnteresseerd zijn in het wetenschappelijk verantwoord
uitvoeren van jeugdonderzoek en nadenken over de positie die kinderen en jongeren in het
onderzoek innemen.
Een aanmerkelijk aantal afgestudeerden vindt als academisch gevormde professional, werk in het
onderwijs, de jeugdzorg, de gezondheidszorg of het landelijk/gemeentelijk jeugdbeleid, waar (het
uitvoeren van of het beoordelen van de resultaten van) participatief jeugdonderzoek aan de orde kan
zijn. Naast een algemeen academisch niveau wordt hierbij dan specifieke kennis van het
verantwoord uitvoeren van onderzoek met kinderen en jongeren en van de wijze waarop je dit
onderzoek opzet als bekend verondersteld.
Dit keuzevak biedt de student de gelegenheid om kennis te maken met het denken over de positie
van kinderen en jongeren in onderzoek en biedt de studenten handvatten om keuzes te maken in de
opzet van eigen, of de beoordeling van uitgevoerd, jeugdonderzoek.
3. Doelgroep, voorkennis en aansluiting met andere modulen
Voorkennis: Studenten moeten hun propedeuse hebben afgerond/ inleidende onderzoeksvakken
hebben gevolgd.
Studenten die dit vak volgen moeten een interesse hebben in het nadenken over wetenschap en
kinder- en jeugdonderzoek in het bijzonder en daarnaast willen reflecteren op de plek die kinderen
en jongeren in het onderzoek innemen. Dit vak zal een goede basis vormen voor vervolg vakken op
het gebied van jeugdonderzoek, antropologie, kinder- en jeugdsociologie en (sociale) pedagogiek.
4. Leerdoelen
De leerdoelen zijn gericht op de volgende onderwerpen:
-Participatietheorieën met betrekking tot kinderen en jongeren in onderzoek
- Verschillende rollen van kinderen en jongeren in onderzoek
-Consequenties voor onderzoeksopvattingen en keuzes in het onderzoek
-Ethiek van het betrekken van kinderen en jongeren in onderzoek
-Onderzoeksmethoden voor participatief kind- en jongerenonderzoek
-Sociaalpsychologische, maatschappelijke- en kennisopbrengsten
-Uitdagingen en dilemma’s van het betrekken van kinderen en jongeren bij onderzoek
-Theoretisch fundament voor kindonderzoek met meerdere –strijdige?- doelstellingen
-Implementatievraagstukken
-Grenzen van het betrekken van kinderen en jongeren in onderzoek
-Onderzoeksopzet & uitvoering
Deze leerdoelen zullen gekoppeld worden aan 6 colleges en 1 praktijkopdracht.
5. Inhoud
Er zullen 6 hoorcolleges zijn waarin verschillende onderwerpen aan bod komen. Zie voor de
verschillende onderwerpen het rooster per college.
Het is belangrijk om de literatuur te bestuderen vooraf aan elk hoorcollege.
Naast het boek ‘Kinderen en jongeren actief in wetenschappelijk onderzoek’ zullen voor de colleges
verschillende artikelen beschikbaar zijn op blackboard die als verplichte literatuur gelden.
De colleges en literatuur worden getoetst door middel van een tentamen.
De collegereeks wordt aangevuld met een praktijkopdracht. De praktijkopdracht bestaat uit het
reflecteren met kinderen op (naar keuze) een onderzoeksvoorstel of een lesplan. De praktijkopdracht
wordt ondersteund door een werkcollege en afgesloten met een paper.
6. Literatuur
Verplichte tentamenliteratuur:

Dedding, C., Jurrius, K., Moonen, X., & Rutjes, L. (2013). Kinderen en jongeren actief in
wetenschappelijk onderzoek. Ethiek methoden en resultaten van het betrekken van jeugd in
onderzoek. Houten: Lannoo Campus.
Extra literatuur Op Blackboard:
College Inleiding (1)
Jurrius (2012). Uit de spagaat! Naar een kwaliteitsraamwerk voor Participatief Jongeren Onderzoek
vanuit een handelingstheoretisch perspectief. Amsterdam: Ipskamp Drukkers B.V. Academisch
Proefschrift Universiteit Utrecht. – Hoofdstuk 1
College Ethiek (2)
Graham, A., Powell, M., Taylor, N., Anderson, D., Fitzgerald, R. (2013). Ethical Research Involving
Children. Florence: Unicef Office of Research – Innocenti. – p. 26 - 92
College Methoden (3)
Driskell, D. (2002). Creating better cities with children and youth, participation toolkit (chapter 6).
Londen: Unesco.
College Opbrengsten & Kwaliteit (4)
Fraser, S. et al (2004) Doing research with Children and Young People, Sage Publications, Los Angeles/
London (Paradigms and Philosophy) (p59-77)
College Uitdagingen, dilemma’s, grenzen en implementatie (5)
Artikel over onderzoek met en door kinderen met een verstandelijke beperking
College reflectie (6)
Jurrius (2012). Uit de spagaat! Naar een kwaliteitsraamwerk voor Participatief Jongeren Onderzoek
vanuit een handelingstheoretisch perspectief. Amsterdam: Ipskamp Drukkers B.V. Academisch
Proefschrift Universiteit Utrecht. – Hoofdstuk 7
7. Onderwijsvormen
De onderwijsvorm bestaat uit 6 hoorcolleges van elk 3 uur, één praktijkopdracht (ca. 10 uur)
ondersteund door een werkcollege (3 uur).
Van de student wordt een actieve houding tijdens de colleges verwacht. Ook wordt verwacht dat de
student voorbereid naar het college komt. De functie van blackboard tijdens deze module zal ter
ondersteuning zijn. Er zullen o.a. eventuele belangrijke berichten worden geplaatst, literatuur en
contactgegevens van de docenten.
8. Rooster
College Inleiding (1 april 2014)
Onderwerpen
Literatuur
Docenten
Toelichting op cursus en op de
praktijkopdracht.
Boek: Inleiding en hs 1
Kitty Jurrius
Jurrius (2012). Uit de spagaat!
Participatietheorieën met betrekking tot Naar een kwaliteitsraamwerk voor
Participatief Jongeren Onderzoek
kinderen en jongeren in onderzoek,
vanuit een handelingstheoretisch
verschillende rollen van kinderen en
perspectief. Amsterdam: Ipskamp
jongeren in onderzoek, consequenties
voor onderzoeksopvattingen en keuzes in Drukkers B.V. Academisch
Proefschrift Universiteit Utrecht. –
het onderzoek.
Hoofdstuk 1
Inleiding wetenschapsfilosofie, en de
implicaties voor kindonderzoek.
Xavier Moonen
Geert Jan Stams
Verschillende invalshoeken
(natuurwetenschappen, sociale
wetenschappen,
gezondheidswetenschappen) voor het
betrekken van kinderen in onderzoek.
College Ethiek (8 april 2014)
Onderwerpen
Literatuur
Docenten
Ontwikkelingspsychologie,
redeneerprocessen door kinderen en de
implicaties hiervan op de deelname van
kinderen aan onderzoek
Boek: hs 2
Kitty Jurrius
Graham, A., Powell, M., Taylor, N.,
Anderson, D., Fitzgerald, R. (2013).
Ethical Research Involving Children.
Florence: Unicef Office of Research
– Innocenti. – p. 26 - 92
Xavier Moonen
Ethiek van het betrekken van kinderen in
onderzoek, codes en richtlijnen,
vrijwillige deelname, informed consent,
macht, ouderlijke toestemming, betaling,
onderzoek naar gevoelige onderwerpen.
Non-participatie, tokenisme, macht.
Hoe ga je met kinderen in gesprek?
College Methoden (15 april 2014)
Onderwerpen
Literatuur
Docenten
Onderwerpen: Onderzoeksmethoden
voor participatief kindonderzoek: fotomethode, focusgroepen, peer-to-peer
interviews, audit, kwantitatief onderzoek
met kinderen, participerende observatie.
Boek: hs 3
Gastdocent
Christine Dedding
Driskell, D. (2002). Creating better
cities with children and youth,
participation toolkit (chapter 6).
Londen: Unesco.
Xavier Moonen
Werkcollege (22 april 2014) Voorbereiding praktijkopdracht
29 april 2014 – geen college
College Opbrengsten & Kwaliteit (6 mei 2014)
Onderwerpen
Literatuur
Docenten
Leertheorieën
Boek: hs 4 en 6
Bert van Oers (ovb)
Psychosociale opbrengsten,
maatschappelijke opbrengsten,
kennisopbrengsten.
Kwaliteitsbeoordeling, criteria, integrale
benadering van participatief
kindonderzoek.
Fraser, S. et al (2004) Doing
research with Children and Young
People, Sage Publications, Los
Angeles/ London (Paradigms and
Philosophy) (p59-77)
Kitty Jurrius
College Uitdagingen, dilemma’s, grenzen (13 mei 2014)
Onderwerpen
Literatuur
Docenten
Uitdagingen van het betrekken van
kinderen in onderzoek.
Boek: hs 5, 8
Xavier Moonen
Participatief onderzoek met kinderen
met een licht verstandelijke beperking
Grenzen en uitdagingen
Slump, L. E. G., Moonen, X. M. H.,
Hoekman, J., & Jongmans, M. J.
(2010). Zelfstandig zijn als dat kan:
Toekomstbeelden van jongeren
met een LVB verblijvend in een
OBC. Nederlands Tijdschrift voor de
Zorg aan mensen met
verstandelijke beperkingen, 36(4),
248-262.
Geeske Strating
Kitty Jurrius
College Reflectie (20 mei 2014)
Onderwerpen
Literatuur
Docenten
Implementatie
Boek: hs 7 en afrondend gedeelte
Kitty Jurrius
Kwaliteitsbeoordeling
Jurrius (2012). Uit de spagaat!
Naar een kwaliteitsraamwerk voor
Participatief Jongeren Onderzoek
vanuit een handelingstheoretisch
perspectief. Amsterdam: Ipskamp
Drukkers B.V. Academisch
Proefschrift Universiteit Utrecht. –
Hoofdstuk 7
Reflectie op praktijkopdracht
Xavier Moonen
Tentamen: 27 mei om 14 uur in zaal M1.03
Praktijkopdracht: Raadplegen van een of meer kinderen
Van de student wordt verwacht zelfstandig een praktijkopdracht uit te voeren, welke bestaat uit het
reflecteren met kinderen op (naar keuze):
A) Een onderzoeksvoorstel
B) Een lesplan
Studenten voeren de opdracht in viertallen uit. Binnen dit viertal worden twee duo’s gevormd. Elk duo
krijgt de opdracht met kinderen te reflecteren op een door de studenten ontwikkeld
onderzoeksvoorstel of een lesplan. Tijdens de bespreking met kinderen observeert het andere duo. Bij
de volgende bespreking draaien de rollen om. Het duo dat eerst observeerde, gaat nu met kinderen in
gesprek en wordt daarbij geobserveerd door de anderen.
De beoordeling vindt plaats op basis van een paper, waarin opgenomen:
(25% van het cijfer, voor alle deelnemers van de groep gelijk)
- Oorspronkelijke lesplannen/ onderzoeksplannen (max 3 a4 per plan)
- Beschrijving van de gehanteerde werkwijze (max 2 a4)
- Uitkomsten van de twee observaties (max 2 a4 per observatie)
- Conclusies / bijstellingen van de onderzoeksvoorstellen/lesplannen (max 2 a4 per plan)
(25% van het cijfer, individuele opdracht)
- Reflectie met behulp van literatuur en collegestof op het proces (max 5a4)
De studenten leggen voor de uitvoering van de opdracht zelf contact met kinderen in hun eigen
netwerk, of maken gebruik van het netwerk van de docenten.
Om de studenten op de opdracht voor te bereiden, wordt een werkcollege georganiseerd waarin zij in
groepen en onder begeleiding van de docent elkaars plannen aanscherpen en beoordelen.
9. Van de student verwachte activiteiten



Verwacht wordt dat de student voorbereid naar de hoorcolleges komt. Dat wil zeggen dat de
opgegeven literatuur voor die bijeenkomst gelezen en bestudeerd is.
Zelfstandige invulling van de praktijkopdracht en reflectie hierop.
Er is geen aanwezigheidsverplichting bij de hoorcolleges. Als een student meer dan 2 keer een
hoorcollege gemist heeft is de kans om het vak te halen wel ernstig verkleind.
10. Beoordeling
De toetsvorm is een combinatie van een cijfer voor de paper (50%) en een tentamen (50%). Het
tentamen toets de literatuur en de colleges.
In de Onderwijs- en Examenregeling (OER) vind je meer algemene informatie over toetsing,
bijvoorbeeld over de voorwaarden om aan tentamens te mogen deelnemen, herkansingen en de
geldigheidsduur van uitslagen. Zorg ervoor dat je van deze informatie op de hoogte bent! Je vindt de
OER in de digitale studiegids, en op www.student.uva.nl/pow onder Onderwijs- en examenregeling
(OER). De OER bevat ook andere belangrijke informatie, zoals over volgordeverplichtingen,
aanwezigheidsverplichtingen, keuzepunten en minoren.
11. Feedback
Feedback op het tentamen kan individueel plaatsvinden door een afspraak te maken met de
docent(en). Daarnaast zal er ook een responsiecollege plaatsvinden. Voorafgaand aan het
responsiecollege dienen vragen ingediend te worden. Als er geen vragen ingediend zijn zal het
responsiecollege geen doorgang vinden.
Naast de bovenstaande feedback zal bij dit vak op verzoek van de docent(en) ook een ‘
klankbordgroep’ na elk college samenkomen om te evalueren hoe het college is verlopen. Dit groepje
zal bestaan uit 4 studenten. Er zal een mail worden verspreid onder de deelnemende studenten om
te vragen wie interesse heeft om hier aan mee te doen.
12. Belangrijk
Evaluatie van het onderwijs
Docenten en het onderwijsinstituut hebben behoefte aan feedback van de studenten op de kwaliteit
van het gegeven onderwijs. Waar nodig kan een betreffende module verbeterd worden voor de
volgende groep studenten. Maar evalueren kan ook een goed leermoment zijn voor jou als student,
omdat je zo extra nadenkt over je eigen leerproces en nagaat hoe je achteraf kijkt naar de inhoud
van een module.
Binnen de FMG wordt gewerkt met een vragenlijst die UvA-breed wordt toegepast. Bij het laatste
college of na afloop van het tentamen zal je gevraagd worden deze vragenlijst in te vullen. Vul deze
vragenlijst zo eerlijk mogelijk in, de resultaten ervan hebben geen consequenties voor de uitslag van
het tentamen. Bovendien blijf je bij het invullen van de vragenlijst anoniem. Indien uit de resultaten
van de vragenlijst blijkt dat toelichting nodig is op de evaluatie van de betreffende module,
organiseert het Onderwijsinstituut een panelgesprek. Hiertoe worden een aantal studenten
uitgenodigd en wordt samen met de docent en de onderwijsdirecteur of studieadviseur gesproken
over het verloop en de inhoud van de betreffende module. Studenten kunnen indien gewenst ook
zelf een panelgesprek aanvragen.
Op Blackboard vind je onder Onderwijsevaluaties POW de cursusevaluaties van afgelopen jaar. Je
kunt hierin lezen welke cursusaanpassingen plaatsvinden naar aanleiding van de evaluaties door de
studenten en de docent(en).
Fraude
Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van de student dat erop gericht is het vormen
van een juist oordeel door de examinator omtrent kennis, inzicht en vaardigheden van de student
geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. Een voor iedereen duidelijk herkenbare vorm van fraude
is bijv. het op enigerlei wijze ‘spieken’ tijdens het tentamen. Een helaas vaak voorkomende vorm van
fraude, die in de wetenschappelijke wereld zeer zwaar wordt aangerekend, is het plegen van
plagiaat.
Plagiaat
Een wetenschappelijke tekst moet controleerbaar zijn en daarom dien je gebruikte (internet)bronnen
altijd vermelden in een zogenaamde bronvermelding. Als je een stuk tekst of tabel van iemand
overneemt geef je precies aan wie de auteur is en waar je de tekst of tabel hebt gevonden. Doe je
dat niet en wek je dus de indruk dat die tekst of die gegevens van jezelf zijn, dan wordt dat plagiaat
genoemd. Het plegen van plagiaat in een paper of scriptie betekent altijd uitsluiting van de
betreffende tentamen- of scriptiegelegenheid. Bovendien kan de examencommissie nog zwaardere
straffen opleggen. Zorg dus dat je altijd goed je bronnen vermeldt en niet zomaar stukken tekst of
gegevens van anderen overneemt. Zie ook de studentenwebsite www.student.uva.nl/pow, in de A-Z
lijst onder Plagiaat, fraude en bronvermelding en OERen bachelor- en masteropleiding Pedagogische
wetenschappen en Onderwijskunde, deel A, artikel 3.11.
Beroepsmogelijkheden
Als je het niet eens bent met een beslissing van een examinator, is het verstandig om je eerst te
wenden tot de Examencommissie POW met het verzoek om een uitspraak te doen over je eventuele
klacht. Na die uitspraak kun je besluiten om binnen 4 weken beroep aan te tekenen bij de COBEX.
Raadpleeg de studieadviseurs voor advies en de procedure. Je kunt hen bereiken via een emailbericht aan [email protected].
Onderwijs- examenregeling (OER)
Algemene en specifieke informatie die geldig is voor de bachelor- en mastervakken kan gevonden
worden in de Onderwijs- en examenregeling (OER). De OER is gepubliceerd op de studentenwebsite
in de A-Z lijst onder OER en in de UvA Studiegids 2013-2014.